MO*magazine 108

Page 1


inhoud

OKTOBER 2013

nieuws

tendensen

mensen en verhalen

6-15

16-45

46-54

6 ❘ de wereld kort

16 ❘ in beeld: madagaskar

Israël-EU, Baku, Afghanistan, Quintana, CO2 besparen

46 ❘ in beeld: bolivia

Sprinkhanenplaag

Het leven is mooi

18 ❘ interview hans kristensen

10 ❘ baanbreker

48 ❘ europalia 2013

Atoomwapens in Kleine Brogel

Duurzaam bouwen in Brussel

22❘

12 ❘ de nieuwe zijderoute

India in vijf regels

reportage: niger

52 ❘ portret: bahman ghobadi

Stratego in de sahel

Tussen Istanboel en Ürümçi

Gelukkig zijn met het kleine

28 ❘ fair trade

14 ❘ leegstand

‘Wij kunnen lawaai maken’

Gezocht: huis te kraak

30❘

dossier: jonge allochtonen

52

Ik ben 20 in 2013

36❘

libanon Het hart van Hezbollahs volksleger

36

42❘

voorpublicatie

‘De nucleaire wapens in Europa dienen niet langer een militair doel. Dus kunnen ze weg. Zo eenvoudig is het.’ Q

© Dieter Teleman

© Xander Stockmans © Historis he collect ie Veilighid van de staa t

Spionagedoelwit Brussel

moQservice

56-66 42 56 ❘ 58 ❘ 62 ❘ 65 ❘ 66 ❘

Hans Kristensen, interview pagina 20

mo*debat recensies agenda mo*lezing column bruksel

MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPadversie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via de Apple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen. Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

3


COMMENTAAR

door Samira Bendadi

VOORWOORD

door Olivia Rutazibwa

De jeugd is de toekomst

Samenzwering

Eind juni bracht Al Jazeera een driedelige reeks over Frankrijk in Afrika: The French Factor. De serie, die ook online te zien is, gaat over Frankrijks verleden in West-Afrika naar aanleiding van de recente Franse interventie in Mali en het aangekondigde einde van la Françafrique, de symbiotische relatie tussen politici en geheim agenten aan de beide kanten van de Sahara en de Sahel. The French Factor focust op inmenging, samenzweringen en kortetermijngewin ten koste van de West-Afrikaanse bevolking. Zo was er het geval van Sekou Touré, Guinea’s postkoloniale linkse leider die Frankrijk niet erg gunstig gezind was en de Franc CFA weigerde voor zijn land. Frankrijk kelderde zijn economische plannen door het land te overspoelen met vals geld. Deze daad van sabotage werd niet aangeklaagd door een of andere verbitterde Afrikaan maar losjes verhaald voor de camera door een voormalig hooggeplaatste in het Franse establishment. Dat Touré tegen de Franse belangen in ging, bleek voldoende verklaring te zijn. Dat was toen. Vandaag geloven we al te graag dat een van de Europese lidstaten en het Westen in het algemeen heel wat ethischer te werk gaan. Nochtans zijn er weinig concrete aanwijzingen om in een fundamentele verandering te geloven. Militaire interventie om de Malinezen te redden van de jihadisten, om de Ivorianen te redden van een president die geen plaats wil ruimen, om de Libiërs te redden van een gekke dictator, om Idriss Déby van Tsjaad in het zadel te houden. Met veel toeters en bellen of discreet in de wandelgangen, het lijstje is eindeloos en is behoorlijk choquerend als we onze wishful thinking roze bril afzetten. Wie de welwillendheid van het Westen in vraag stelt of te enthousiast een link legt tussen de verschillende gebeurtenissen op het internationale toneel wordt er algauw van beschuldigd in complottheorieën te geloven. Veel Nigerezen zijn er niettemin rustig van overtuigd dat Frankrijk mee de plak zwaait in hun land en een hand had in de vele staatsgrepen die hen ten beurt vielen. Ondertussen ziet de bevolking amper iets van de winsten van ‘s lands bodemrijkdommen, maar krijgt ze niettemin westers geld toegestopt om te werken aan democratie en om religieuze radicalisering te bevechten voor ons. Het is allicht gemakkelijker om afkeurend naar het verleden te kijken dan te geloven dat de reflexen uit het verleden doorsijpelen naar het heden.

Onze steden zijn superdivers. Tegelijk lijken de jongeren van allerlei afkomst het grotendeels eens te zijn over de manier waarop ze zelf willen omgaan met hun identiteit: ze omarmen de Belgische samenleving maar blijven gehecht aan hun afkomst. Ze idealiseren die komaf ook. Voor het dossier in dit nummer deden we vijf diepte-interviews met Mechelse twintigers. Vier van hen zeggen dat religie heel belangrijk is in hun leven en dat ze het geloof trouw zullen doorgeven aan hun kinderen. Het zou boeiend zijn na te gaan hoeveel procent van de lezers op het einde van de vorige paragraaf dachten aan moslims en hun verondersteld gespannen verhouding met onze seculiere samenleving. Nochtans waren drie van de vijf jongeren christen. Met overtuiging. Maar als het gaat over jonge allochtonen en hun identiteit, verschuift de focus haast automatisch naar de jonge moslim. Het benadrukken van één aspect van de identiteit hoeft geen probleem te zijn. In het geval van moslims betekent dat echter meteen het benadrukken van de negatieve associaties die de dominante samenleving met islam verbindt. Dat wekt frustraties op, zegt één van de experts die in het dossier aan bod komen. En het zet jongeren aan om meer te willen weten over dat aspect van hun identiteit. Voor sommigen die zonder begeleiding de jungle van de internetinformatie intrekken, leidt dat tot een radicalisering die hen vervreemdt van de omgeving waarin ze leven: de samenleving, maar ook hun eigen familie en geloofsgemeenschap. Die radicalisering kreeg de voorbije maanden een gezicht of ten minste een naam: de Syriëstrijders. Het fenomeen van de Syriëstrijders wordt bijna uitsluitend voorgesteld als een resultaat van een radicaliserende generatie die zich uitgesloten voelt en zich daarom afzet tegen de waarden, instellingen en belangen van “het Westen”. Dat is geen onzinnige uitleg, maar hij gaat wel voorbij aan het feit dat het conflict in Syrië sowieso geïnternationaliseerd is en dat er elders in de wereld ronselcampagnes gevoerd zijn. Het beleid doet intussen vooral aan ontmijning en bekijkt de allochtone jongeren nog te veel als probleem of oorzaak van problemen. Het benadert hen te weinig als volwaardig onderdeel van deze samenleving en als bouwstenen voor de toekomst van het land, de economie en de gemeenschappen die hier samenwonen. Dat twintigers vandaag aan mensen die meer dan dubbel zo oud zijn, willen uitleggen dat ze het goed menen met België, spreekt boekdelen. Het wordt tijd dat we die boodschap eens goed gaan lezen.

4

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

door Gie Goris

De arrogantie van de onmacht ❱

De atoomwapens in Kleine Brogel worden de komende jaren gemoderniseerd, niet verwijderd. Die informatie krijgen de Belgen niet van de regering of het parlement, maar van nucleair wetenschapper Hans Kristensen in een interview dat MO* op 13 september al online bracht en dat in dit nummer volledig afgedrukt wordt. Kristensen voegt daar onder andere aan toe dat die kernwapens geen enkel militair doel meer dienen, maar dat ze natuurlijk wel altijd een veiligheidsrisico vormen voor de omwonenden. En dan heeft hij het niet enkel over de buren uit Kaulille of Erperheide. We spreken tenslotte over kernwapens. De bijna achteloze manier waarop minister van Defensie De Crem de vragen over die nieuwe informatie afdeed met het klassieke “wij kunnen niet bevestigen of ontkennen dat er nucleaire wapens zijn in Kleine Brogel”, is stuitend.

beleid. De Belgische regering bezondigt zich daarmee aan de arrogantie van de onmacht. Er heeft in dit land altijd een ruime consensus bestaan over het belang en het nut van de Navo. Zelfs tijdens de antiatoomwapenbetogingen van begin jaren tachtig werd de roep om het Navo-lidmaatschap op te zeggen niet breed gedeeld. Dertig jaar later is de militaire alliantie erin geslaagd zichzelf overeind te houden, ondanks het verdwijnen van de “vijand” waartegen ze ons moest beschermen. Bovendien past het grootste militaire bondgenootschap ter wereld op zichzelf een soort stealth-aanpak toe, waardoor het meestal onder de radar blijft. Twee dagen na de onthullingen van Kristensen was er in de media meer aandacht voor de boeddhistische plannen van Giel dan voor de nucleaire plannen van Evere. Tientallen organisaties en prominenten roepen op om de dertigste verjaardag van de vredesbetoging van 23 oktober 1983, die 400.000 Belgen op de been bracht, te herdenken met het verwijderen van alle atoomwapens uit België. Door de manier waarmee de Navo met vragen over en kritiek op haar nucleaire strategie omgaat, wordt het moeilijk de oproep Time to Go! niet ook op de alliantie zelf toe te passen. Gilles Dorronsoro, een Franse veiligheids- en Afghanistanexpert, stelde in een interview dat de Navo na 1991 in leven gehouden werd omdat de Verenigde Staten onder geen beding hun greep op de Europese defensie wilden verliezen. ‘Daarom werd de opdracht van de Navo geherformuleerd: van defensief bondgenootschap naar offensieve alliantie, die de democratische en humanitaire waarden van het Westen zou verdedigen waar nodig.’ Dat leidde tot een interventionisme dat de wereld het voorbije decennium biljoenen euro’s en tienduizenden levens gekost heeft. En in plaats van te ‘ontwapenen om te ontwikkelen’, zoals een van de slogans in 1983 klonk, besparen we op interne en internationale sociale uitgaven, om de factuur van de Navo te kunnen blijven betalen.

De Navo werd na 1991 in leven gehouden omdat Washington zijn greep op Europa niet wilde verliezen Kristensen zegt daarover: ‘Overheden doen aan volksverlakkerij... Dat geheimhoudingsspelletje wordt gebruikt om het publieke debat te bevriezen.’ Erger nog is de mededeling van de minister van Defensie dat er voor de geplande modernisering –en dus de verlenging van de aanwezigheid van die nucleaire wapens– nooit een formeel of informeel akkoord van de regering gevraagd is. En dat die toestemming ook niet nodig is. Er zijn stukken van ons grondgebied en belangrijke onderdelen van het nationale beleid die blijbaar niet meer onder de soevereiniteit van de natie en zeker niet onder de soevereiniteit van het volk vallen. Wie daar vragen bij heeft, kan daarvoor niet terecht in het politieke halfrond, want parlement noch regering wordt hierover geraadpleegd. De verantwoordelijke minister verwijst het volk in wiens naam hij bestuurt naar de tapkast waar het gesprek tot in de vroege uurtjes verdergezet kan worden, zonder impact op het

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

5


de wereld kort ❱

In juli maakte Europa de nieuwe richtlijnen bekend voor de samenwerking met Israël, in het kader van Horizon 2020. In dat nieuwe Europese zevenjarenprogramma voor onderzoek en innovatie, dat in januari 2014 van start gaat, is Israël het enige niet-Europese land dat volwaardig partnerschap geniet. Voor het eerst stelt Europa zeer duidelijk dat fondsen, leningen en toelages niet langer kunnen worden

© Reuters / Baz Ratner

Wetenschappelijk onderzoek in Israël. De EU sponsort niet langer r&d met banden in de bezette gebieden.

gebruikt om Israëlische entiteiten of activiteiten met duidelijke banden in de bezette gebieden te financieren. Palestijnse overheden en organisaties juichen die richtlijnen toe als een eerste concrete stap van Europa tegen de continue bouw van de Israëlische nederzettingen. Israël van zijn kant liet al eerder weten zich terug te trekken uit het samenwerkingsprogramma als de territorialiteitsclausule niet wordt aangepast. ‘Daarmee dreigen Europese onderzoeksinstituten en –bedrijven hun toegang tot Israëlisch grensverleggend onderzoek en innovatie te verliezen’, luidde de officiële Israëlische reactie. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry riep begin september, tijdens een topontmoeting met de Europese buitenlandministers in Vilnius, op om de implementatie van de richtlijnen uit te stellen. Volgens Kerry bemoeilijken de nieuwe Europese voorwaarden immers de huidige vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen. Volgens het persagentschap

Reuters kon Kerry op veel begrip rekenen bij de Europese ministers. De nieuwssite EUobserver berichtte eerder al dat de Europese dienst voor Extern Optreden had laten weten dat de richtlijnen afgezwakt zouden worden. ‘Waar ze dat vandaan hebben, weet ik niet maar zoals Catherine Ashton (de hoge vertegenwoordiger voor het Europese Buitenlands Beleid, td) al zei, is de EU niet van plan om de richtlijnen aan te passen’, reageert Maja Kocijancic, een van Asthons woordvoerders. ‘Wel doen we er alles aan om dit met de grootste omzichtigheid te behandelen, want we willen de band met onze trouwe partner Israël niet kwijt. Maar de richtlijnen zijn volledig in lijn van de positie die Europa ook bij het vorige samenwerkingsprogramma innam. Het verschil is dat alles nu op papier staat.’ In de voorbije zeven jaar is, ondanks die Europese positie, toch 0,3procent van de Europese financiële middelen voor onderzoek gegaan naar Israëlische instituten met banden in nederzettingen. ‘Dat moet nu nul procent worden’, aldus Kocijancic. (Tine Danckaers)

De schone schijn van Baku verkiezingen sinds de onafhankelijkheid. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie belandde het land in een chaos getekend door bloedige inter-etnische en territoriale conflicten. Het pijnlijkst was de militaire vernedering van NagornoKarabach, waar een minderheid Armenen zich losvocht van de Azerbeidzjaanse staat. Sinds dat conflict bezet Armenië ook zeven nabijgelegen regio’s van Azerbeidzjan. Toch lijkt het er twintig jaar later op dat de zuidelijke Kaukasusrepubliek haar zelfvertrouwen herwonnen heeft, voornamelijk dankzij de nationale olie- en gasvoorraden. Het land haalde het Eurovisiefestival voor 2012 binnen en stelde zich kandidaat voor de organisatie van de Olympische Spelen van 2020. In hoofdstad Baku staat de historische binnenstad in schril contrast met de hypermoderne nieuwbouwprojecten, het ene nog ambitieuzer dan het andere. Het Azeri nationalisme viert hoogtij. Architect van dat alles is de Aliyev-clan. Heydar Aliyev

6

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

stond meer dan drie decennia aan het hoofd van de Sovjetrepubliek en vervolgens ook van het onafhankelijke Azerbeidzjan, afgezien van een kort intermezzo begin jaren negentig. In 2003 werd hij opgevolgd door zijn zoon, huidig president Ilham Aliyev. Die gaf zijn land niet alleen een glanzend nieuwe façade, maar bestendigde ook een

Ilham Aliyev, president van Azerbeidzjan, wil zichzelf graag opvolgen.

© Reuters / STR New

❱ Azerbeidzjan maakt zich op voor zijn zesde presidents-

Gouden bergen in Afghanistan ❱

Afghanistan heeft geld nodig, zeker als de westerse landen zich volgend jaar militair terugtrekken en de Zoutmijn ten noordoosten van Kaboel. De voornaamste bron van inkomsten voor zowel de staat als Afghaanse grondstoffen de inwoners dreigt op te drogen. In gespecialiseerde zijn naar schatting 2,6 biljoen euro waard. publicaties werd de voorbije jaren steeds nadrukkelijker gewezen naar het enorme potentieel van de Afghaanse ondergrond om een echte en autonome economie op te baseren. Volgens Afghaanse bronnen is de strijd om de eigendomsrechten op vermoedelijke mijnsites stilaan een grotere bron van conflicten in Afghanistan dan de ideologische strijd van de taliban. Minister van Mijnbouw en Petroleum, Wahidullah Shahrani, zei enkele maanden geleden nog dat de mijnbouw tegen eind 2014 ruim drie miljard euro in de schatkist zou moeten brengen. Dat is gebaseerd op de meest optimistische verwachtingen voor de exploitatie van de grondstoffen, die volgens eveneens optimistische schattingen zo’n 2,6 biljoen euro waard zouden zijn. In een rapport van begin 2011 schatte de Wereldbank de te verwachten jaarlijkse opbrengst voor Afghanistan van de twee grootste mijnbouwprojecten alleen al op een jaarlijkse 565miljoen euro. Lees de volledige reportage Het probleem is dat die twee megaprojecten twee jaar later nog steeds over kaviaardiplomatie en het lot van de Lezghin minniets opleveren. De Aynak kopermijn, die uitgebaat zou worden door het derheid in Azerbeidzjan op Chinese MCC, is vijf jaar na het verlenen van de concessie nog steeds niet MO.be. operationeel. MCC is nog niet begonnen aan de bouw van de spoorlijn en elektriciteitscentrale die deel uitmaakten van het gunningscontract. SAIL (Steel Authority of India Limited) verwierf voor 8,4 miljard euro het contract voor de uitbating van de Hajigak ijzerertssite. De onveiligheid is corrupte en dictatoriale politiestaat met enorme inkomensveruiteraard de voornaamste reden van de stilstand in de veelbelovende secschillen. Bij de verkiezingen van oktober gaat hij voor een tor. Het koper van Aynak ligt bovendien onder een historisch belangrijk derde ambtstermijn – de grondwettelijke beperking tot twee boeddhistisch klooster, dat eerst archeologisch onderzocht moet worden. termijnen werd in 2009 opgeheven. Jawad Noorani van Integrity Watch Afghanistan stelt dat bij de betrokken Dat het nieuwe Azerbeidzjan niet voor iedereen rozengeur en bedrijven ook twijfel rijst over de mogelijke winst die de koper- en ijzermaneschijn is, blijkt wanneer we praten met onderzoeksjourmijnen kunnen opleveren. naliste Khadiya Ismayilova. ‘Het is niet eenvoudig om in Toch bericht de Deutsche Welle dat Duitsland zich opwerpt als een eersteAzerbeidzjan te leven. En als je een vrouw bent, is het dubbel klassekandidaat om de Afghaanse grondstoffen te ontginnen. Met name zo moeilijk. Hetzelfde als je tot een etnische minderheid lithium en zeldzame aardmetalen interesseren de Duitsers, omdat ze behoort.’ Sinds ze een reeks stukken bracht over corruptie in noodzakelijk zijn voor de productie van windturbines. Ook de Britse overde hoogste regionen van de overheid, is Ismayilova het onderheid investeert in de Afghaanse mijnsector, al is 11 miljoen euro op drie werp van een lastercampagne. Die kende een voorlopig hoogjaar niet echt van die aard om de Chinezen, Indiërs, Amerikanen of tepunt toen deze zomer een sekstape verspreid werd die zonCanadezen aan de kant te schuiven. Intussen wacht iedereen op de nieuder haar medeweten opgenomen was in haar slaapkamer. we mijnwetgeving, die vorig jaar op de internationale donorconferentie in Ismayilova zit niet verlegen om een boude uitspraak. ‘Kijk, in Tokio beloofd werd. Die wet moet investeerders rechtszekerheid bieden, sommige landen is het nog erger – Noord-Korea, bijvoorde alomtegenwoordige corruptie bestrijden én lokale gemeenschappen beeld. We hebben de bodem nog niet bereikt, maar lang gaat beschermen tegen vervuiling en verdrijving. (Gie Goris) het niet meer duren.’ (Julie Reniers) © Reuters / Ahmad Masood

Europese nultolerantie voor Israëlische nederzettingen

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

7


de wereld kort Europese democratie en Amerikaans imperialisme

100 miljard ton CO2 besparen

Hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK’s) deden hun intrede om ozon-vijandige koelstoffen zoals cfk’s te vervangen. De nieuwe koelvloeistoffen blijken echter meer dan duizendmaal schadelijker voor het klimaat dan CO2. Daarom besloten tal van landen om het gebruik van die superbroeikasgassen af te bouwen. Begin september lanceerde de Klimaaten Schonelucht-coalitie om klimaatvervuiling tegen te gaan (CCAC) een nieuw initiatief om het gebruik van de HFK’s af te bouwen. Ze moedigt haar leden aan om alternatieven te zoeken voor de schadelijke stoffen, aan de hand van strenge internationale standaarden. De CCAC is een partnerschap van regeringen, vertegenwoordigers van de privésector, de milieubeweging en het middenveld, én inter-

Ramón Quintana, premier van Bolivia: ‘Het imago van Europa heeft een flinke deuk gekregen door de Snowden-affaire.’

8

mogelijk aan boord zou zijn. Morales kwam terug van Moskou waar hij had deelgenomen aan een internationale gasconferentie. Zowel op de ALBA-top van 30 juli in Guayaquil (Ecuador), als op de speciaal bijeengeroepen Top tegen het Imperialisme en het Kolonialisme in Cochabamba (Bolivia) op 1 en 2 augustus, werd de slaafse opstelling van Europa ten aanzien van de VS zwaar op de korrel genomen. ‘Voor ons was dit voorval een aanleiding om eens een grondige analyse te maken van de kwaliteit van de Europese democratie en de imperialistische macht van de VS’, zegt Quintana. ‘Terwijl landen in LatijnsAmerika volop proberen hun dekolonisering door te zetten en de afhankelijkheid van de VS verder te doorbreken, richten de VS zich steeds meer als een koloniale macht op de Europese Unie om die politiek en economisch in hun greep te krijgen.’ We zijn terechtgekomen in een nieuwe geostrategische indeling van de wereld, aldus Quintana, waarbij verwoede pogingen gedaan worden om de totale ineenstorting van het kapitalistische systeem te vermijden. Toegang tot markten is daarbij de toverformule. ‘Met nog meer impulsen dan in het verleden proberen de VS en het IMF het neoliberale marktmodel op te dringen en de soevereiniteit van landen af te bouwen ten voordele van multinationals, die in naam van de markt vrij spel moeten krijgen.’ Quintana was in Brussel voor overleg met Europarlementsleden over mogelijke instrumenten om die multinationals aan een grotere transparantie en duidelijkere spelregels te onderwerpen. Voor Bolivia gaat het dan specifiek over olie- en gasontginning en mijnbouw. Europese multinationals zijn in verschillende landen van Latijns-Amerika in volle expansie, gezien de handelsverdragen tussen Europa en Peru en Colombia enerzijds en Europa en Centraal-Amerika anderzijds. Ook met Mercosur, het economisch samenwerkingsverband van zes Zuid-Amerikaanse landen, zijn de besprekingen volop aan de gang. (Alma De Walsche) © Alma De Walsche

In een exclusief interview met MO* stelt Juan Ramón Quintana, de eerste minister van Bolivia, dat ten gevolge van de Snowden-affaire de banden tussen linkse regimes in Latijns-Amerika opnieuw zijn aangehaald. Quintana: ‘Het imago van Europa heeft daardoor een ernstige deuk gekregen en de figuur van Evo Morales heeft zijn politieke positie kunnen versterken.’ De dood van boegbeeld Hugo Chávez in maart 2013 betekende een zware aderlating voor de ALBA (Alternativa Boliviana), het linkse front van LatijnsAmerikaanse landen (Cuba, Venezuela, Bolivia, Ecuador en Nicaragua). Maar de gijzelingsaffaire van Evo Morales in Europa begin juli heeft het linkse bondgenootschap opnieuw gesterkt in zijn politieke opstelling. Portugal, Spanje, Italië en Lees het volledige interview Frankrijk weigerden het presidenmet Juan Ramón Quintana op tiële vliegtuig van Morales toen MO.be. toestemming om te landen, omdat klokkenluider Edward Snowden

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

gouvernementele organisaties waaronder het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie. ‘De CCAC-landen zullen een eigen binnenlands beleid voeren om alternatieven voor de koelvloeistoffen aan te bieden’, staat in het akkoord. De coalitie opereert onder de koepel van het Montrealprotocol tegen ozonschadelijke gassen, wereldwijd gezien als het meest succesvolle globale milieuakkoord. Durwood Zaelke, voorzitter van het Instituut voor Beleid en Duurzame Ontwikkeling (IGSD) noemt het Montrealprotocol het belangrijkste instrument dat de wereld momenteel heeft om klimaatverandering aan te pakken. Volgens hem is dit akkoord dan ook een belangrijke stap op weg

naar de onderhandelingen voor de grote klimaatconferentie in 2015. Mark Roberts van het Onderzoeksagentschap voor het milieu (EIA) stelt dat indien er niets tegen het gebruik van HFK’s gedaan wordt, hun impact tegen 2050 even groot zou zijn als alle CO2-maatregelen die wereldwijd intussen beloofd zijn. Anderzijds, zegt hij, ‘indien we het gebruik ervan vandaag kunnen stoppen, zouden we in die periode evenveel uitstoot van broeikasgassen besparen als wanneer er een gigaton CO2 bespaard zou worden.’ Dat is niet onbelangrijk want volgens Roberts zijn de huidige plannen ruimschoots onvoldoende om de opwarming onder de 2°C te houden. ‘Tegen 2020moet alvast 8 tot 10 miljard ton CO2meer bespaard worden dan op dit moment voorzien is.’ (IPS)

Water washt schoon Hoe jij kan helpen? Surf naar

www.allemaalwash.be

Water, sanitair en hygiëne. WASH.

Voor ons vanzelfsprekend, maar voor miljoenen mensen niet. PROTOS zet zich in voor beter waterbeheer in het Zuiden. Want water doet leven: je drinkt het, je wast je ermee en spoelt er zelfs het toilet mee door. Water, sanitair en hygiëne zijn een mensenrecht, een noodzaak. WASH voor iedereen... allemaal WASH!


3

BAANBREKER nieuws

in Brussel © Yvan Glavie / Bxleco 1 bvba, FHW Architecten

door Alma De Walsche

© Yvan Glavie / 02Société d’Architectes

© Yvan Glavie / Architecten A2M

Tegen 2025 wil Brussel zijn CO2-uitstoot met 30 procent verminderen. Het leeuwendeel van de klimaatwinst wordt momenteel behaald in gebouwen, met renovatie en nieuwbouw. Vanaf 2015 is (bijna-)passiefbouw de standaard voor nieuwbouw.

ocmw-kantoren in Vorst

crèche in Sint-Joost-ten-Node

Brussel greep deze zomer net naast de titel van Groene Hoofdstad 2015 – het moest het afleggen tegen het Britse Bristol, nadat Nantes de titel kreeg dit jaar en Kopenhagen volgend jaar. Wie Brussel zegt, denkt ook niet meteen aan de hippe, groene flair van steden als Malmö of Freiburg. De problemen zijn enorm: de ruimtelijke ordening van de negentien gemeenten wordt ontsierd door verkrotting en vervallen buurten, en door de files is de luchtkwaliteit in de hoofdstedelijke regio zorgwekkend. En de waterzuivering is een permanente bron van problemen voor minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo). Maar achter de schermen en, steeds meer, in het straatbeeld, bouwen ontelbare projecten stap voor stap aan een metamorfose van het Hoofdstedelijk Gewest.

voorbeeldgebouwen In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is 72procent van de CO2uitstoot afkomstig van gebouwen, terwijl de industrie niet meer dan vier procent van de uitstoot voor haar rekening neemt, en het transport 23 procent. Het Brussels ministerie van Leefmilieu heeft zich de afgelopen jaren dan ook geheel geconcentreerd op het duurzamer maken van de gebouwen.

10

appartementsblok in haren

Nieuwbouw en renovatie in oude steden slorpen echter handen vol geld op. Toch kan dit terrein niet zomaar worden overgelaten aan de vrije markt van projectontwikkelaars en kapitaalkrachtige groepen. Om enerzijds architecten te stimuleren zich aan ecologisch bouwen te wagen en anderzijds alle sociale groepen van het Hoofdstedelijk Gewest daarbij te betrekken, heeft Leefmilieu Brussel gekozen voor een aanpak met “voorbeeldgebouwen”, een spoor dat inspirerend kan werken voor andere steden die klimaatneutraal willen worden. Sinds 2007 kunnen architecten en bouwheren hun project inschrijven bij de projectoproep “voorbeeldgebouwen”. Een voorbeeldgebouw wordt beoordeeld op grond van vier criteria: energie-efficiëntie (energiezuinig en gebruik van hernieuwbare energie), milieuimpact (materiaalkeuze, impact op biodiversiteit, bouwafval…), de haalbaarheid en reproduceerbaarheid (voorbeeldfunctie), en de architectonische kwaliteit en de integratie in de buurt. De opdrachtgever kan een individueel gezin zijn, maar het kan ook gaan om een collectief woonproject voor gezinnen, kantoorgebouwen, handelspanden, scholen, crèches, rusthuizen, een cultuurcentrum of een moskee. De geselecteerde projecten krijgen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een eenmalige subsidie van 100

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

meer dan energie Op de Léon Monnoyerkaai in Schaarbeek staat het kantoorgebouw van hoogspanningsproducent Elia in de steigers. Het is een voorbeeldgebouw van de projectoproep 2011, het gaat om passiefbouw van een kleine 10.000m² voor kantoren en vergaderruimten. Het gebouwencomplex komt op de plaats waar voorheen een luciferfabriek stond en de ondergrond is er zwaar vervuild. Om infiltratie van het regenwater te vermijden en te voorkomen dat het grondwater verontreinigd wordt, heeft Brussel Leefmilieu Elia gevraagd om het hele oppervlak met een betonnen “hoes” te bedekken. Het regenwater, dat niet meer in de grond kan dringen, wordt opgevangen in cisternen en gebruikt om toiletten door te spoelen. Omdat er in de buurt nauwelijks riolering ligt, moet de bouwheer het afvalwater zelf zuiveren. Eerst wordt het opgevangen in een septische put, dan wordt het gefilterd en gezuiverd in een rietveld om dan terecht te komen in een waterreservoir in de buurt van het gebouw, met een overloop die uitmondt in de Zenne. ‘En daar komt het schoner in dan het overige Zenne-water’, aldus Bram Demeester van het studiebureau Arcadis, die ons rondleidt. Het gebouw beantwoordt niet alleen aan de passiefnormen, maar wil ook een BREEAM-certificaat krijgen. Dat staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is het Britse label voor duurzame gebouwen, een label dat niet alleen met energie- maar ook met andere milieuaspecten rekening houdt. Een ander voorbeeldgebouw in de afwerkingsfase is de EmileBockstaelschool, in de schaduw van het Atomium, in Laken. Het is een nieuwbouwkleuterschool van 3400m² met tien klassen van 25 kleuters. Het gebouw is opgetrokken uit hout, onbehandelde lariks uit Oostenrijk, die in 28 vrachtwagentrucks is aangevoerd. Het concept is een compacte, op het zuiden georiënteerde blokkenstructuur, met binnen op elk verdieping uitzicht op een groene patio. De warmtevoorziening is geothermisch, opgewekt met een warmtepomp. Warm water komt van zonnepanelen en regenwater wordt opgevangen. Spaarlampen en zonnepanelen zorgen voor een zuinig elektriciteitsverbruik. Het gebouw is ook voorzien van een groendak. Qua bouwkosten is dit project 10 tot 15 procent duurder dan een conventioneel niet-passiefgebouw, maar die extra kosten zullen terugverdiend worden door de lagere energierekeningen. Vanaf 2015moeten alle nieuwe gebouwen in Brussel passiefbouw zijn. Dat is zo beslist om voorbereid te zijn op de Europese richtlijn die voor nieuwbouw vanaf 2020 alleen nog BEN (Bijna EnergieNeutrale)-gebouwen toestaat.

Tariq Ismaïel © Wannes Nimmegeers

Duurzaam bouwen

euro per m², en voorts nog andere premies, fiscale voordelen en technische ondersteuning. De zesde oproep loopt inmiddels en met de toekenning van de 37 renovatie- en nieuwbouwprojecten van 2012 inbegrepen, telt het Brussels Gewest nu 193 voorbeeldgebouwen, voor een totale vloeroppervlakte van 520.000m².

vragen aan... EGYPTE ‘DE BOM ZAL BARSTEN’

U was verbonden met de onafhankelijke islamistische presidentskandidaat Aboel Fotoeh en u bent oprichter van The Third Square, een groep van liberale, linkse én islamistische activisten die zowel tegen de Moslimbroeders als tegen de militaire staatsgreep zijn. Wat is jullie doel? Tariq Ismaïel: ‘Het leger wil terug naar de situatie van voor de revolutie: kleine groepen makkelijk te intimideren demonstranten, en een bevolking die zich louter om het dagelijkse leven bekommert. De generaals willen leden van de Moslimbroederschap doden en hun leiders arresteren om zo hervormingsgezinde islamisten te verzwakken en extremisten te versterken. Met die “oorlog tegen het terrorisme” zullen ze de terugkeer van de politiestaat maskeren. Onze plaats in de media verliezen we aan gepolitiseerde bewegingen als Tamarrod, de straten verliezen we aan de Moslimbroeders. Iedereen die tussen hen in staat, wordt door beide gedemoniseerd. Wij willen echte democratie.’ En via welke strategie? ‘De komende maanden zullen draaien om de strijd voor het bewustzijn van de Egyptenaar. Je zal horen over “de revolutie van 30 juni”, maar in werkelijkheid was die staatsgreep het begin van het einde van de revolutie. De menselijkheid die we herwonnen op 25 januari 2011, en waar martelaars hun leven voor gaven, verloren we in de zomer van 2013. Daarom bereiden we 25 januari 2014 voor. Het gemak waarmee gewone mensen misdaden van het eigen kamp goedpraten en die van het andere kamp veroordelen, is beangstigend.’ Hoe ziet u de toekomst van Egypte? ‘De belangrijkste reden voor het protest tegen Morsi zal zich tegen het leger keren: de rampzalige economische situatie van miljoenen Egyptenaren. De bom van verwaarlozing, corruptie en armoede zal ontploffen. Het is uitgesloten dat de huidige politieke generatie Egypte op het juiste spoor zal zetten. Een hele generatie moet worden vervangen. Onze revolutie was geen tsunami. Door dat besef zijn we sterker geworden. De golf zal pas jaren later aan vernietigende kracht winnen. Dan zullen leiders het oude regime hervormen in het belang van Egypte, in plaats van het in hun pas te doen lopen.’ (Pieter Stockmans) Lees het volledige interview en de reportages van Pieter Stockmans uit Caïro op www.mo.be/wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

11


Bazaar in Boechara, Oezbekistan.

DE NIEUWE WERELD NIEUWS

De nieuwe Zijderoute is een oud verhaal

Centraal-Azië en de rest van de oude SovjetUnie verzwakken.

Tussen Istanboel en Ürümçi ❱

het tot de verbeelding sprekende Chinese luxeproduct dat zijde was. Ook dagelijkse gebruiksvoorwerpen, voedsel, paarden en andere lastdieren, slaven en, niet onbelangrijk, ambachtelijke kennis en religieuze en politieke opvattingen vonden via de route hun weg naar afnemers. De levensvatbaarheid van de Zijderoute stond of viel met politieke stabiliteit en integratie. Het transcontinentale verkeer kreeg nog een nieuw elan met de opname van Centraal-Azië, of delen ervan, in grote politiek-economische ruimten zoals die onder de Abassidische kaliefen van Bagdad (754-840), met hun gouddinar en westelijke afzetmarkten, en onder de Mongoolse khans (1240-1330),

met hun gecentraliseerd tolheffings- en beveiligingssysteem. Na een nieuwe periode van neergang na de desintegratie van het Mongoolse rijk, kwam het definitieve einde toen Vasco da Gama en andere Portugese zeevaarders vanaf de late vijftiende eeuw scheepvaartverbindingen tussen Europa, India en China in kaart brachten en een eigen netwerk van havens en handelsposten opzetten. In de CentraalAziatische regio bleven de oude karavaanwegen met transport per kameel wel nog eeuwen in gebruik, tot Rusland, dat tussen 1800 en 1880 het grootste deel van Centraal-Azië had geannexeerd, spoorwegen ging aanleggen. Met de verzegeling van

de zuidgrens van de Sovjet-Unie – de socialistische superstaat die de Russische imperiale ruimte overnam – in juni 1936 raakten de kernlanden van Centraal-Azië tot 1991 afgesneden van de ruimere Zijderoutesfeer.

de zijderoute vandaag Het oude gebied van de Zijderoute strekt zich vandaag uit van Turkije in het westen tot en met Ürümçi en Kasjgar in de volksrepubliek China in het oosten, in vogelvlucht zo’n 5000 kilometer. In het zuiden wordt het begrensd door Iran en de PerzischArabische Golf, en in het noorden door de steppe van Kazachstan. Pal midden in die landmassa met zijn 430 miljoen inwoners liggen de vijf ‘Stans’ die het meest met de Zijderoute worden geassocieerd. Van het transport- en uitwisselingssysteem van weleer is al lang geen sprake meer. Ürümçi

KAZAKHSTAN Istanboel

Ka

Zw a r t e Ze e

sp is

OEZBEKISTAN

Kasjgar

ch e Ze e

KIRGIZSTAN TURKMENISTAN

Bagdad

CHINA Isfahan

Mi d d e ll a n d s e Ze e

IRAK

IRAN AFGHANISTAN

Ro

Heeft de Zijderoute ooit echt bestaan? Zeker, maar niet als één route of wegverbinding. Het was een uitgestrekt netwerk van karavaanroutes en handelswegen die grofweg van de Oudheid tot een eind in de middeleeuwen de economische centra in China, het oude Perzië en het OostRomeinse Rijk met elkaar verbonden. De regio die wij vandaag kennen als CentraalAzië en die meestal met de route wordt vereenzelvigd, vormde daarin veeleer een doorgangsgebied en een kruispunt dan een kern. Een eerste transcontinentaal wegennetwerk door Centraal-Azië ontstond toen er vanaf 138 v.C. regelmatig handelsverkeer op gang kwam tussen China en Perzië. Politieke onrust in China legde dat intercontinentale verkeer drie eeuwen later lam. Een tweede bloei kende de Zijderoute van 460 tot 560, dankzij een nieuwe economische dynamiek in China en de actieve rol van de Sogdische stadsstaten in Iran en handelsnederzettingen in Centraal-Azië. Maar ook die periode verliep, door het stagneren van de Sogdische staten en de opkomst en concurrentie van de Arabische zeehandel met India en het huidige Indonesië. In het Centraal-Aziatische doorgangsgebied was wel een echte logistieke sector ontstaan met opslagplaatsen, lastdieren, pleisterplaatsen en logies, geldschieters, bemiddelaars en tolken en gewapende escortes. Sommige steden en regio’s brachten ook ambachtslieden en producten voort waar heinde en ver vraag naar bestond. De benaming ‘Zijderoute’ werd pas in 1872 bedacht door de Pruisische geograaf Ferdinand von Richthofen. Er werd veel meer getransporteerd en verhandeld dan

Hillary Clinton nam een Zijderoute-initiatief. Hewlett-Packard verzendt zijn computers uit China over een Zijderoutespoorlijn. De Organisatie voor Economische Samenwerking sponsort de aanleg van een Centraal-Aziatische spoorweg. En de EU promoot een transportcorridor tussen Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië. Allemaal refereren ze aan de heropening van de Zijderoute. Bruno De Cordier licht de realiteit achter een legende en een merk toe.

© Reporters / Thomas Linkel/laif

door Bruno De Cordier

‘zijderoute-identiteit’?

De Zijderoute bestaat vandaag vooral in de toeristische verbeelding en in het politieke discours. Verschillende Centraal-Aziatische machthebbers en regimes verwijzen sinds hun onafhankelijkheid van de USSR niet zelden naar de erfenis en grootsheid van de Zijderoute. Het idee van een vernieuwde, moderne Zijderoute drijft sinds de jaren 1990, toen de staten van Centraal-Azië na het verdwijnen van de Sovjet-Unie weer direct contact konden hebben met de buurlanden in de wijdere regio, een aantal pogingen om economische integratie in CentraalAzië te bevorderen. Een van de eerste internationale structuren die in 1993 concrete projecten voorstelden om de verschillende transport- en telecommunicatienetwerken van de staten in de oude Zijderoutesfeer met elkaar te verbinden, was de in Iran gebaseerde en feitelijk door Iran geleide Organisatie voor Economische Samenwerking (ECO). De ECO is een Zuid-Zuidsamenwerkingsverband, opgericht in 1985, en in 1992 uitgebreid met zes voormalige deelstaten van de USSR. Sindsdien kwamen ook de EU (TRACECA) en de VS met eigen Zijderoute-programma’s. Die passen in wat de Franse politicoloog Pierre Hillard bestempelt als een manier om politieke en economische controle over staten en samenlevingen te verwerven door het helpen creëren en sturen van regionale economische blokken. Het promoten van zuid- en westwaarts gericht handelsverkeer moet de nog steeds cruciale positie van Rusland in

Niet dat de doorsnee Centraal-Aziaat nu echt het gevoel heeft een ‘Zijderoute-identiteit’ te hebben. Er bestaat historisch een cultureel erfgoed dat wel degelijk gevormd werd door en binnen het Zijderoutesysteem. Maar dat is niet, of althans niet bewust of zichtbaar, aanwezig in het dagelijkse leven in de huidige samenlevingen. Een Tadzjiek uit een bergdorp in de westelijke Pamir zal zich niet verwant voelen met, pakweg, een Iraniër uit Tabriz of een Oeigoer uit Ürümçi omdat hun respectieve woongebieden ooit deel uitmaakten van ‘de Zijderoute’. Andere identiteiten primeren vandaag, zoals de nationale identiteit, regionale afkomst en religie. Bovendien hebben drie generaties van gesovjetiseerd leven een diepgaande sociale en culturele invloed op Centraal-Azië gehad. De meeste Centraal-Aziaten kijken bijvoorbeeld voor arbeidsmigratie en politieke inspiratie nog steeds meer richting Rusland dan zuidwaarts. Dat betekent niet dat er onder plaatselijke ondernemers en in de informele sector helemaal geen economische activiteiten bestaan die op de een of andere manier weer aanknopen met handelsverkeer uit het verleden. Bazaars, winkelcentra en importfirma’s met namen en uithangborden die in verschillende talen naar de Zijderoute verwijzen zie je in de ‘Stans’ overal. Meestal zijn het plaatsen waar, behalve plaatselijke landbouwproducten, massaconsumptiegoederen van veelal Chinese en Turkse makelij worden verkocht. Sommige producten, zoals elektronica en terreinwagens, vinden vandaag hun weg naar Centraal-Azië via Dubai, het Iraanse eiland Kisj en andere knooppunten aan de Perzisch-Arabische Golf. De oost-westhandel die nog het meest gebruik maakt van de oude Zijderoute is de drugssmokkel.

de Ze

Perzische Golf

e

12

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

A ra b i s ch e Ze e

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

13


ACTUEEL nieuws

Iedere zichzelf respecterend grootstad heeft wel een of meerdere kraakpanden waar volkskeukens, concerten en benefietavonden plaatsvinden.

Het is een tegenstelling die moeilijk uit te leggen valt. Zeker in de steden slagen velen er niet in een degelijke, betaalbare woonst te vinden. Tegelijk staan veel gebouwen leeg. Dat wringt, en maakt dat mensen leegstaande panden bewonen zonder huurder of eigenaar te zijn. Soms uit overtuiging, meestal uit noodzaak.

door Wouter van Cleef

Een tiental mensen zit bij elkaar onder de fruitbomen van Het Landhuis. Op tafel enkele kaarten met daarop verschillende scenario’s over hoe de toekomst van deze plek eruit zou kunnen zien. Iets verder wordt er gediscussieerd om een vzw te rijmen met het principe van horizontale organisatie. In de keuken staan twee mensen in de potten te roeren, want straks is het volkskeuken, een wekelijkse gezamenlijke maaltijd. In mei 2010 werd de voormalige boerderij en de bijhorende grond gekraakt. De oorspronkelijke eigenaar maakte weinig bezwaar, maar dat veranderde toen de stad Gent de gronden opkocht om er voetbalvelden aan te leggen. Eerst wilde het stadsbestuur van geen onderhandelen weten en dreigde ontruiming, maar recent kwam er toenadering. Het compromis dat op tafel ligt behoudt een deel van de boerderij en de tuinen.

wonen als politieke daad De grond aan Het Landhuis staat open voor iedereen die een tuintje zoekt. Zelf spreken ze van autonome ecologische volkstuinen. ‘Dat is voor mij meer dan alleen een slogan’, zegt Jean, een van de tuinders-krakers. ‘Van in het begin was het de bedoeling ons op een niet-hiërarchische manier te organiseren. Het is wel een opgave, dat principe van gedeelde verantwoordelijkheid. Het zijn vaak kleine dingen waar het wringt, zoals het gebruik van gemeenschappelijk tuinmateriaal. Maar praten lost veel op.’ Momenteel bewerken een vijftigtal tuinders zo’n dertig

14

percelen en een gemeenschappelijke tuin. Maar het zijn zeker niet allemaal krakers, aldus Jean. ‘Ook mensen uit de buurt hebben hun weg gevonden, al is voor hen de drempel om hier binnen te stappen soms iets groter, merk ik.’ Na enkele onzekere jaren ziet het ernaar uit dat Het Landhuis, of toch een deel ervan, zal blijven bestaan. Goed nieuws dus? ‘Zeker, al lijkt het onvermijdelijk dat onze manier van organiseren formeler zal worden. Maar goed, het heeft ook zijn voordeel niet meer te moeten horen dat je een week krijgt om je groenten uit te trekken en op te krassen.’ Een plek als Het Landhuis schrijft zich in binnen een lange traditie van politiek kraken. Sinds de Amsterdamse Provo’s in de jaren zestig over de kraakbeweging van de jaren zeventig en tachtig werd het bezetten van leegstaande gebouwen een politiek actiemiddel. Rondom kraken ontstond een levendige subcultuur, een manier van leven die in de mazen van de maatschappij naar autonomie zoekt. Iedere zichzelf respecterend grootstad heeft wel een of meerdere kraakpanden waar volkskeukens, concerten en benefietavonden plaatsvinden.

enige optie Voor de meeste mensen die kraken, is het echter helemaal geen kwestie van principes of keuzes, maar een bittere noodzaak. België is een land van eigenaars, de huurmarkt is erg beperkt en duur in vergelijking met andere landen. Veel mensen hebben geen toegang tot huurwo-

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

© Toon Lambrechts

GEZOCHT: huis te kraak ningen. Sans-papiers, daklozen, verslaafden... voor hen is huisvesting allerminst een evidentie. Kraken wordt dan een manier om te overleven. De moeder zucht ervan. Maandag is de eerste schooldag en dus moeten alle kleren van de kinderen in de was. Die kinderen, dat zijn er twaalf. Sinds vier jaar wonen ze in België, weg uit Slowakije. Eerst liep alles goed, tot ze hun huis verloren. Geen adres betekent ook geen papieren en geen hulp. Een goed jaar lang zwierven ze door de stad. Nu eens in de nachtopvang, soms bij vrienden, soms buiten. Met wat hulp lukte het om dit pand te kraken. De eigenaar kijkt er niet meer naar om, de sloop wacht. Het huis oogt afgeleefd. Een laag verf zou wonderen doen, maar de wasserette en eten voor morgen zijn dringender. Maar het is een dak boven het hoofd, een jaar al, en er is genoeg ruimte, een noodzaak voor zo’n groot gezin. Het probleem is dat domiciliëring in gekraakte panden geweigerd wordt, vertaalt de zoon wat de vader vertelt. Zonder adres geen papieren, zonder papieren geen werk. Zonder werk geen geld voor de huur. Hoeveel mensen er op die manier van pand

naar pand zwerven, daar heeft niemand een zicht op. Maar het gebeurt meer dan gedacht, volgens Werner Van Mieghem, coördinator van Brusselse Bond voor het Recht op Wonen (BBRoW). ‘Dat kan niet anders. Er is zo’n grote instroom in de steden, er zijn nog altijd veel sans-papiers... De krakers uit overtuiging, dat is maar een kleine groep. De meesten zijn mensen die niet meer weten hoe rond te komen en ergens in een leegstaand pand kruipen.’

tegenstrijdige rechten Kraken is niet verboden in België. Juridisch gezien bevindt ‘het bezetten van een goed zonder recht of titel’ zoals dat heet zich in een grijze zone. Niet toegestaan, maar ook niet echt verboden. Het bezetten van leegstaande panden legt een rechtenconflict bloot, namelijk de tegenspraak tussen het eigendomsrecht en het recht op wonen. Het recht op een woonst staat verankerd in artikel 23 van de grondwet, een passage waarmee bezetters soms voor de rechter gelijk trachten te halen. In realiteit heerst er een duidelijke hiërarchie tussen beide rechten, weet Werner Van Mieghem. ‘Het eigendomsrecht weegt zwaarder. Dat zie je

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

aan een aantal zaken. Er bestaan procedures die de overheid toelaten leegstaande en verwaarloosde panden in beslag te nemen. De befaamde wet-Onkelinx bijvoorbeeld, of het openbaar beheerrecht in Brussel. Maar buiten een enkel geval is daar nooit iets mee gedaan.’ Toch beweegt er wel wat rond leegstand. Het is te vroeg om van een trend te spreken, maar het idee van bezettingsovereenkomsten en precaire contracten begint voorzichtig ingang te vinden. Zo’n overeenkomst tussen bezetters en eigenaars geeft beide partijen een kader. ‘We zijn blij met de voorzichtige erkenning van precaire contracten’, zegt Van Mieghem. ‘Maar het gevaar ligt erin dat veel eigenaars precaire contracten afsluiten met commerciële firma’s. Die zogenoemde anti-kraakfirma’s hebben absoluut geen sociaal doel, integendeel. Het is bijzonder jammer dat sommige overheden daarin meegaan in plaats van het voorbeeld te geven en hun leegstaand patrimonium aan sociale organisaties ter beschikking te stellen.’ ‘Los hiervan blijven precaire contracten een overeenkomst tussen twee partijen. Als eigenaars dat niet willen, kan niemand hen verplichten een contract te sluiten. Wij ijveren daarom voor een legalisatie van kraken onder bepaalde voorwaarden. Panden die langer dan een jaar leegstaan of waarvan de eigenaar weigert taks te betalen zouden gekraakt mogen worden. Dat kan juridisch, want het grondwettelijk hof heeft in het verleden geoordeeld dat het eigendomsrecht absoluut is, maar in bepaalde gevallen wel ingeperkt kan worden. De omvang van de huisvestingscrisis rechtvaardigt dergelijke radicalere maatregelen. De kans dat zo’n regeling er komt is echter miniem, want de politieke wil hiertoe is onbestaande.’’

Q

15


in beeld

beeld Dieter Telemans tekst Willem Roels

‘Zij zullen het gezicht van het land bedekken’ (Exodus 10, 1-20)

???? ❱

Andrea Miconi / Sipa

Sinds 2010 teistert een bijbelse sprinkhanenplaag de landbouw van Madagaskar. Het eerste halfjaar van 2013 ging al 630.000 ton rijst verloxxxxx ren, een kwart van de voedselconsumptie van het land. Landbouw is goed voor één vierde van het bruto nationaal product in Madagaskar en meer dan 70procent van de bevolking werkt in – of is direct afhankelijk van – de sector. Het is niet de eerste keer dat Madagaskar getroffen wordt door een sprinkhanenplaag. Tijdens de jaren 1950 begon een plaag die zeventien jaar zou duren. De plaag van 1997 duurde vijf jaar en kostte het land en de internationale gemeenschap 60 miljoen dollar. Madagaskar en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) vroegen de internationale gemeenschap al meermaals om steun in het bestrijden van de plaag. Telkens kreeg het land onvoldoende fondsen om de plaag uit te roeien. De situatie werd elk jaar erger. Dit jaar trof orkaan Haruna Madagaskar, waardoor ideale omstandigheden voor het verspreiden van de plaag gecreëerd werden. Nu zou het land 42 miljoen dollar nodig hebben om de plaag een halt toe te roepen. In 2010 was dit slechts 14,5miljoen. Een van de redenen van de ontoereikende internationale hulp is het internationale isolement waarin het land zich bevindt sinds de staatsgreep van 2009. De VS, EU en vele landen reageerden op de coup door alle vormen van ontwikkelingshulp, behalve een basis aan humanitaire steun, te schrappen. De beloofde verkiezingen in juli zorgden tijdelijk voor ontspanning. De Afrikaanse Unie en de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) waren bereid de verkiezingen te financieren, op voorwaarde dat Rajoelina (de huidige president) en Ravalomanana (de vorige, die afgezet werd) zich geen kandidaat zouden stellen. In februari besloot Lalao Ravalomanana – vrouw van – zich kandidaat te stellen als leider van de partij van haar man. Rajoelina zag dit als een verbreking van het akkoord en stelde zichzelf ook kandidaat. Ook voormalig president Ratsiraka kwam terug uit ballingschap en werd een van de meer dan veertig kandidaten. De verkiezingen werden uitgesteld tot eind augustus en later tot oktober, nadat de electorale rechtbank zowel Rajoelina als Lalao Ravalomanana als kandidaat verwierp. Ondertussen wordt de sprinkhanenplaag alleen maar erger. Een sprinkhanenzwerm kan elke twee maanden een nieuwe generatie produceren, waarvan elke sprinkhaan elke dag tot twee gram voedsel eet. Aangezien een zwerm enkele miljarden sprinkhanen kan bevatten, kan dit tot 100.000 ton vegetatie per dag oplopen. Volgens experts kunnen de sprinkhanen 40 tot 100procent van de oogst vernielen. Een zwerm kan tot 100kilometer per dag afleggen, dus heel het land is kwetsbaar. De FAO waarschuwde dat de sprinkhanen dit najaar tot 1,5 miljoen hectare landbouwgrond bedreigen.

16

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

17


INTERVIEW tendensen

Atoomwapenexpert Hans Kristensen (FAS)

‘Natuurlijk moet je bezorgd zijn als je naast kernbommen woont’

Hans Kristensen (52) begon zijn loopbaan bij Greenpeace Denemarken als nationaal coördinator van de ontwapeningscampagne. Het was begin jaren tachtig, hartje Koude Oorlog en Kristensen wilde alles weten over atoomwapens. Vandaag geldt hij als een van dé grote experts wereldwijd. Kristensen leidt in Washington het Nuclear Information Project van de Federation of American Scientists (FAS). Die organisatie is in 1945 opgericht door wetenschappers van het Manhattan Project – het onderzoeksproject dat voorafging aan de bommen op Hiroshima en Nagasaki – die een nucleaire oorlog wilden voorkomen. De FAS wordt erkend als een van de beste bronnen over het wereldwijde kernwapenarsenaal. Hoeveel nucleaire wapens liggen er in Kleine Brogel? Kristensen: In november 1963 hebben de VS voor het eerst nucleaire wapens in België gestationeerd. De codenaam toen was Pine Cone (‘dennenappel’, kc). Sindsdien hebben België en de VS verschillende bilaterale verdragen gesloten, over de stationering zelf, over de technische aspecten van de opslag, over compensatie in het geval van ongevallen of incidenten… In 2000, toen Clintons ambtstermijn erop zat, gaf hij de Amerikaanse luchtmacht de toestemming om 480

18

door Kristof Clerix

nucleaire wapens in Europa te hebben, waaronder twintig in Kleine Brogel. Sindsdien hebben de VS hun arsenaal in Europa met meer dan de helft verkleind – voornamelijk door ze helemaal uit Groot-Brittannië en uit de Duitse basis in Rammstein weg te halen. Nu zijn er nog zo’n 180 verspreid over Europa. Mogelijk is ook in Kleine Brogel het aantal licht gedaald. Ik vermoed dat er nu net iets minder dan twintig liggen. Het precieze cijfer kent alleen een heel klein groepje personen op het Belgische ministerie van Defensie. Zelfs premier Elio Di Rupo kent – normaal gesproken – dat aantal niet. Al zou hij het wel aan de VS kunnen vragen als hij dat zou willen. Het gaat om bommen van het type B61. Hoe zien die eruit? Kristensen: Het is een glimmend zilverkleurig wapen van vijf tot zes meter lang. Het weegt zowat een halve ton, heeft vier staartvleugels en ziet eruit zoals de klassieke atoombom in cartoons. Dan heb je nog de kernkop zelf, een cilinder van vijftig tot zeventig centimeter met twee componenten binnenin: de starter en de lading. Kunnen de inwoners van Kleine Brogel op beide oren slapen? Kristensen: Natuurlijk moet je bezorgd zijn als je

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

naast kernbommen woont. Er is altijd een veiligheidsrisico. In 1997 ontdekte de Amerikaanse luchtmacht tijdens een veiligheidsaudit dat een nucleaire ontsteking veroorzaakt zou kunnen worden wanneer bliksem inslaat net op het moment dat de nucleaire wapens uit de ondergrondse bewaarplaats naar boven worden gehaald voor onderhoud. Zo’n bliksemscenario is natuurlijk heel erg onwaarschijnlijk. Maar er zijn nog andere dingen die kunnen misgaan. Stel je voor dat een transportvliegtuig met de wapens zou neerstorten en vervolgens het materiaal zich naar buiten zou verspreiden. Dan krijg je contaminatie. Een derde potentieel risico is een veiligheidsdreiging tegen de basis. Waarom zou een transportvliegtuig met de wapens onderweg zijn? Kristensen: Normaal laat men ze inderdaad op de basis liggen. Kleine onderhoudsbeurten kunnen daar ❱

© Joshua Roberts

De antiraketbetoging van 23 oktober 1983 bracht in Brussel 400.000 actievoerders op de been – een unicum in de vaderlandse geschiedenis. Dertig jaar later mag het atoomarsenaal dan al flink zijn ingekrompen, het ziet er niet naar uit dat alle kernwapens morgen de wereld uit zijn. MO* sprak met topexpert Hans Kristensen van de Federation of American Scientists over Obama’s ontwapeningsbeloften, Irans nucleaire plannen en de modernisering van de bommen in Kleine Brogel.

‘Tegen 2020 zullen alle wapens uit Kleine Brogel weggehaald worden voor onderhoud in de VS.’

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

19


INTERVIEW tendensen

werkzaamheden of om defecten op te lossen, moeten de VS de wapens terughalen. Tegen 2020 zullen alle wapens uit Kleine Brogel weggehaald worden voor onderhoud in de VS. Ze zullen worden gemoderniseerd en naar België terugkeren als een accurater nucleair wapen – zoals het er nu naar uitziet tenminste. In Nederland hebben de voormalige premiers Ruud Lubbers en Dries Van Agt recent de aanwezigheid van nucleaire wapens in hun land bevestigd. Moet België dat voorbeeld volgen? Kristensen: Absoluut. Belgische ex-premiers moeten zich bij hun Nederlandse collega’s aansluiten en het thema aankaarten. Ze kunnen vertellen over de tijd toen zij aan het hoofd van het land stonden – zonder details over de huidige situatie bloot te leggen. Wat zou het uithalen? Kristensen: Overheden doen aan volksverlakkerij: ze zeggen dat ze officieel niet kunnen bevestigen of ontkennen of er nucleaire wapens op de basis aanwezig zijn. Dat geheimhoudingsspelletje wordt gebruikt om het publieke debat te bevriezen. Ze verstoppen er zich achter. ‘We hoeven je vragen over veiligheidsbezorgdheid niet te beantwoorden want we kunnen niet bevestigen of ontkennen dat de wapens er zijn.’ Het is belangrijk dat politici die geheimhouding ter discussie stellen – en dat kunnen Belgische ex-premiers doen. In zijn regeerakkoord belooft de regering-Di Rupo ‘op een besliste manier te ijveren voor internationale initiatieven met het oog op een verdere ontwapening – inbegrepen nucleaire’. Kristensen: De internationale gemeenschap moet dus het initiatief nemen? Je weet heel goed dat één land genoeg is om alles te blokkeren, dan gebeurt er toch niets. Als de Belgische regering het echt méént en in Europa vooruitgang wil boeken op dit

20

thema, dan moet het dat thema op tafel leggen, en haar eigen beslissing doorduwen om de wapens uit België te laten terugtrekken. Dat kan België zelf beslissen, al hangt het natuurlijk ook samen met de Navo. België moet het thema dus intern binnen de Navo aankaarten, maar het ook direct met de VS bespreken. Het moet Washington laten weten dat het een plan voor de verwijdering van de wapens wil zien, binnen een redelijk tijdskader. Als je naar andere landen kijkt om beslissingen te nemen, zal er niets gebeuren. Midden jaren tachtig, op het hootepunt van de Koude Oorlog, waren er 70.000 kernwapens. En vandaag? Kristensen: Er is veel vooruitgang geboekt. We zitten nu op een kwart van dat aantal – zowat 17.000. Dat is het totaal van alle categorieën nucleaire wapens in de negen atoomstaten: Rusland, de VS, Frankrijk, China, Groot-Brittannië, Israël, Pakistan en India. De VS en Rusland hebben daarvan 95procent in hun bezit. Waarom zijn die wapens er überhaupt nog? Kristensen: Landen blijven kernwapens belangrijk vinden voor hun nationale veiligheid, maar ook nationaal prestige speelt een rol. Rusland is een supermacht omdat het nucleaire wapens heeft – niet door zijn

‘De kernwapens in Europa dienen niet langer een militair doel. Dus kunnen ze weg.’

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

financiële status of zo.

men, maar vast staat wel dat het veel dingen onderneemt die in die richting wijzen.

Over het aantal atoomwapens van Israël, Pakistan, India en Noord-Korea staat op de FAS-website nauwelijks info. Waarom? Kristensen: Alle landen met nucleaire wapens willen hun arsenaal het liefst geheim houden, maar over sommige vind je toch wat informatie. Bij die vier landen is het moeilijk in te schatten. Wij vermoeden dat hun nucleaire wapens niet volledig operationeel zijn. Bij de VS en Rusland is dat wel het geval. Zij hebben nucleaire wapens klaarstaan op ballistische raketten die binnen een paar minuten gelanceerd kunnen worden.

Hoe ziet u het Iran-dossier in de komende maanden evolueren? Kristensen: In Iran is een nieuwe regering aangetreden en dat is tot nu toe een positieve ontwikkeling. Het blijft afwachten of die regering nieuwe pogingen onderneemt om de dialoog aan te gaan met de Amerikanen, de Europeanen, het Internationaal Atoomagentschap… We zijn hoopvol dat er toch iets zal bewegen in Teheran. Ook in Iran zelf is het een heel controversieel thema. De vorige Iraanse regering heeft scherpe taal en strategieën gebruikt om vooruitgang te blokkeren en internationale inspecties te vermijden.

Hoe ver staat Iran met de ontwikkeling van een nucleair wapen? Kristensen: Hangt er vanaf aan wie je dat vraagt. De Israëli’s zeggen dat Iran het binnen zes maanden kan. De VS denken dat Iran op zijn minst nog een paar jaar nodig heeft. Wij, de FAS, kunnen enkel akte nemen van wat andere landen zeggen en onze eigen afwegingen maken. Het lijkt erop dat Iran veel van de componenten aan het verzamelen is van de technologie die nodig is om een nucleair wapen te ontwikkelen. Als het land al zou besluiten om er een te ontwikkelen. Het is niet duidelijk of Teheran dat besluit al officieel heeft geno-

De Amerikaanse president Barack Obama zei in juni 2009 tijdens zijn toespraak in Praag dat de VS concrete stappen zouden doen in de richting van een wereld zonder atoomwapens. Wat is er sindsdien concreet gebeurd? Kristensen: De VS zetten voortdurend stappen om die wapens te verminderen die ze niet langer nodig hebben. Dat is inderdaad gebeurd, en het gaat door. In 2012 heeft Washington bijvoorbeeld de Tomahawk teruggetrokken, de kruisraket om van op zee atoomwapens af te vuren. Verder is met Rusland een nieuw Start-verdrag gesloten, over de vermindering van strategische nucleaire wapens. Dat verdrag wordt nu geïmplementeerd.

© Joshua Roberts

❱ gebeuren. Maar voor grotere onderhouds-

Toch trekken de VS 200 miljard dollar uit om hun nucleaire arsenaal te moderniseren. Is dat niet in tegenspraak met Obama’s toespraak? Kristensen: Je moet de hele speech lezen, er zitten twee verschillende elementen in. Eén gaat over de vermindering van nucleaire wapens. De andere pijler van Obama’s toespraak is de belofte om zolang er nucleaire wapens bestaan, ervoor te zorgen dat de wapens die de VS nog hebben veilig en effectief zullen zijn. In het kader

daarvan gaan de VS de levensduur van hun huidige kernwapens verlengen en nieuwe kernwapens en lanceersystemen bouwen – zolang als nodig is. De topprioriteit is natuurlijk te proberen ervan af te raken. Maar zolang dat niet gebeurd is, zullen de VS moderniseren. En dat creëert een imago- en perceptieprobleem. Andere landen begrijpen niet goed wat de prioriteit van de VS is. Ik noem dat een schizofreen beleid. Cruciaal in de afbouw van kernwapens is natuurlijk de bilaterale relatie tussen Moskou en Washington. Die lijkt momenteel niet opperbest. Kristensen: Sinds het einde van de Koude Oorlog was die relatie nog nooit zo slecht. We zitten op een dieptepunt. Niet dat er sprake zou zijn van militaire dreiging; het gaat om een hele reeks politieke twistpunten over een brede waaier thema’s. Syrië speelde al een tijdje, de Snowden-affaire heeft alles nog verergerd (de Amerikaanse klokkenluider Edward Snowden kreeg een jaar asiel in Rusland, kc). En dan spelen er nog dingen achter de schermen. Obama had een brief geschreven aan president Poetin met een voorstel voor een brede veiligheidsagenda, maar blijkbaar was de Russische reactie niet erg tegemoetkomend. Is het naïef te denken dat atoomwapens toch nooit ingezet zullen worden? Kristensen: Het is toch moeilijk voor te stellen dat de bekende atoommachten een beroep zouden doen op hun nucleaire arsenaal. Maar wat als ze in handen zouden vallen van terroristische organisaties? Dat is tot nu toe niet gebeurd. Maar er is wel een constante bezorgdheid vanwege hun veronderstelde bereidheid die wapens in te zetten als ze er ooit de hand op kunnen leggen. Ligt u echt wakker van zo’n nucleaire terreurdreiging, of is dat nauwelijks realistisch? Kristensen: Het is wel degelijk mogelijk. Over het internationale verkeer van

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

splijtstoffen bestaat bezorgdheid. Wat als je ergens iets over het hoofd ziet? Dat thema staat bovenaan op de agenda van geheime diensten wereldwijd. Gelukkig is het heel moeilijk om een nucleair wapen te bouwen –zelfs een ruwe versie ervan. Zodra een organisatie dat begint te doen, vergroot als het ware ook haar vingerafdruk. Haar activiteiten zouden meer in het oog springen. En er is nog een andere bezorgdheid. Neem een onstabiel land als Pakistan. Wat gaat er met zijn atoomwapens gebeuren als het land uit elkaar zou vallen in kleine regio’s? Wie krijgt dan controle over de wapens? Waarom liggen er nog steeds Amerikaanse wapens in Europa? Kristensen: Deels uit traditie. Regeringsinstellingen veranderen dingen niet graag. De Navo heeft de voorbije jaren de status-quo herbevestigd –een grote teleurstelling. Binnen de NAVO is er een grote kloof tussen lidstaten die de kernwapens weg willen uit Europa, België bijvoorbeeld, en andere landen die nog niet zo lang geleden bezet werden door de Sovjet-Unie. Zij staan heel wantrouwig tegenover Rusland en zoeken geruststelling. Maar hun echte veiligheidszorgen hebben eigenlijk niets te maken met nucleaire wapens – ze kunnen beter beantwoord worden met capaciteiten die wel relevant zijn. Wat is het beste argument tegen de aanwezigheid van die wapens in Europa? Kristensen: Ze zijn niet langer nodig want ze dienen niet langer een militair doel. Vergeet niet dat ze in Europa zijn geïnstalleerd om te voorkomen dat het Sovjetleger Berlijn zou binnenvallen. Dat tijdperk is voorbij. Dus kunnen ze weg. Zo eenvoudig is het.

Q

De Belgische Vredesbeweging organiseert op 20 oktober 2013 een grote manifestatie, vanaf 13u. in het Jubelpark in Brussel. De boodschap: “Time to Go! Kernwapens weg uit België.” Meer info op www.timetogo.be. Met dank aan professor Tom Sauer voor de input.

21


REPORTAGE tendensen

© Olivia U. Rutazibwa

Werkers in de goudmijn nabij Tera.

Grondstoffen, corruptie, armoede en de terugkeer van de Toearegsoldaten uit Libië deden Mali op zijn grondvesten schudden. In buurland Niger lijken dezelfde elementen niet hetzelfde effect te hebben. MO* vroeg mensen in de hoofdstad Niamey en daarbuiten naar hun kijk op de zaak.

Niger

Stratego in de Sahel

door Olivia U. Rutazibwa

De stad wordt gewekt door het staccato van dikke regendruppels op de daken. Een enkele bliksemschicht onderbreekt de monotonie van de grijze lucht. Het is regenseizoen in Niger. De blutsen en kuilen van de diepokerkleurige wegen in Niamey vullen zich met schuimend water. Maar na een halfuurtje zonneschijn verrijst de stad alweer in al haar stoffige glorie. Volgens Oumarou Hachimou heeft Niger zijn pr-status niet mee. Behalve kunstenaar is hij ook redactiehoofd van Niger24, een

22

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

plaatselijk privémediabedrijf met een eigen tv, radio en website. Hij geeft me een grondige rondleiding in de studio’s, waar ook programma’s van een internationaal Chinees nieuwsagentschap worden uitgezonden. Niger staat op het lijstje van landen die beter gemeden worden vanwege het gevaar van ontvoering of terroristische aanslagen. Hachimou vindt dat een schromelijke overdrijving. ‘We zijn niet sterk in communicatie en dat heeft zijn invloed op het beeld dat we de

wereld insturen’, zegt hij. ‘Maar in feite hebben we alles hier. We zijn een groot, mooi land en om vier uur ’s nachts kun je hier in de hoofdstad nog op je gemak een sandwich eten.’ Het feit dat ze te weinig middelen hebben om goed te communiceren betekent niet dat de Nigerezen niet op de hoogte zijn van wat er elders in de wereld gebeurt. ‘Er zijn hoofdsteden met zones waar de politie niet eens in mag. Dat is iets dat je hier zelden zult vinden. Wij hebben dus nog een staat.’

wiens veiligheid? Er is een duidelijke militaire aanwezigheid in de straten van Niamey. Soldaten bewaken de rotondes en de overheidswijken waar ministeries en ambassades zijn gevestigd. De belangrijkste straten van de stad worden zonder meer afgezet als de president erdoor moet. Wie toeristische kiekjes wil maken in het stadscentrum wordt even gauw weer op andere ideeën gebracht door de patrouillerende militairen. Internationale functionarissen mogen van hun eigen orga-

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

nisaties de hoofdstad niet verlaten en worden ook in het weekend geacht hun walkietalkie op zak te hebben. Al deze veiligheidsmaatregelen staan in schril contrast met de rust die er onder de bevolking heerst. Terwijl ze zelf geen groter gevoel van onveiligheid ervaren, zijn het toch de gewone Nigerezen die de prijs betalen voor de strengere veiligheidsmaatregelen. Pele, garagehouder, voormalig voetbalster en occasioneel medewerker van ROTAB, een lokale ngo die zich toespitst op ❱

23


REPORTAGE tendensen

❱ transparantie, corruptie en de mijnsector,

24

(links) Zoon van de kantonchef, Amadou Mouni Maigha en enkele mijwerkers.

‘Telkens als er opnieuw over de mijncontracten moet worden onderhandeld, komt er een staatsgreep: dat is hoe de mensen het zien.’ een veiligheidsprobleem zit: ‘We zijn een land met poreuze grenzen, omdat we weinig middelen hebben’, stelt hij. ‘En de middelen die we hebben, willen we eerder gebruiken om voedsel te zoeken dan om onze grenzen op de millimeter te bewaken.’ De aanslagen worden bovendien in verband gebracht met de militaire deelname van Niger aan de interventie in Mali. Hachimou van Niger24: ‘Onze president heeft volgens mij te veel gepraat. We hebben de prijs betaald omdat hij de stoere taal van een Obama of Hollande wilde hanteren door te stellen dat we hen koste wat kost zouden verslaan.’ Niger was het eerste land in de regio dat troepen stuurde, al ging het maar om een klein contingent van vijfhonderd man in plaats van de aangekondigde tweeduizend. Vandaag zijn die intussen vervangen door een andere groep soldaten, die onder VN-vlag zullen strijden.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘Op korte termijn heeft dat het land in gevaar gebracht, gelet op onze beperkte middelen’, denkt Souleymane Illiassou Magagi. Hij is secretaris-generaal van de vakbond voor het overheidspersoneel van de mijnsector. ‘Op lange termijn zal het misschien veiligheid brengen, als we erin slagen deze bedreigingen onder controle te houden.’ Er is een zekere consensus in het land dat de crisis in Mali Niger direct aanbelangt en ook op politiek niveau was er nagenoeg eenstemmigheid over de beslissing om troepen naar Mali te sturen.

niger is mali niet Op het eerste gezicht heeft Niger immers dezelfde problemen die de Malinese staat naar de rand van de afgrond dreven: Toearegopstanden, grote voorraden van natuurlijke rijkdommen waar verschillende internationale grootmachten op teren of

© Olivia U. Rutazibwa

© Olivia U. Rutazibwa

(rechts) De regiekamer van NIGER24 in Niamey.

© Xander Stockmans

vertelt hoe de bewoners van een wijk in Niamey er op zeker ogenblik hun buik vol van hadden. ‘Door de blokkades in hun wijk konden de ziekenwagens er niet meer snel door en moesten mensen kilometers omrijden om het ziekenhuis te bereiken.’ Hij heeft het over zwangere vrouwen en hun baby’s die zo onnodig gevaar liepen of zelfs het leven lieten. De overheid heeft uiteindelijk moeten zwichten voor het protest van de buurtbewoners en de blokkade moeten opheffen. De strengere veiligheidsmaatregelen zijn het gevolg van twee simultane bomaanslagen die in mei Niger opschrikten, gericht tegen respectievelijk een militaire post in de noordelijke stad Agadez en de uraniummijn van de Franse gigant Areva in het nabijgelegen Arlit. Eenentwintig mensen lieten er het leven bij. Enkele dagen later bevrijdden islamisten op spectaculaire wijze 22 van hun kameraden uit de centrale gevangenis van Niamey. De operatie kostte twee bewakers het leven. In de afgelopen jaren deden er zich sporadisch nog meer aanslagen of ontvoeringen voor op Nigerees grondgebied. Andrew Lebovich noemt in een artikel in het magazine Foreign Affairs de ontvoering van twee Canadese diplomaten in 2008 (zij werden na enkele maanden weer vrijgelaten in Mali) en die van zeven buitenlandse Areva-medewerkers in 2010, van wie er vandaag nog steeds vier worden vastgehouden. Een bevrijdingspoging door Franse speciale troepen van twee Fransen die in 2011 in hartje Niamey uit een restaurant waren ontvoerd, liep dan weer faliekant mis en de twee gijzelaars kwamen om het leven. Op geen enkel moment was daarbij volgens Oumarou Hachimou de bevolking het doelwit. Hij doet de aanslagen af als iets dat van buitenaf komt. ‘De Boko Haram uit Nigeria, de ontvoeringen en het terrorisme, het maakt allemaal geen deel uit van onze wereld want het gaat om mensen die van elders komen. Het gaat niet om eisen van Nigerezen.’ Hij geeft toe dat zijn land met

azen, corruptie en gepersonaliseerde overheidsinstellingen tegen een achtergrond van onmetelijke armoede en hoge bevolkingsgroei. Toch zijn de twee landen voor velen ook totaal onvergelijkbaar. Een internationaal ambtenaar in Niamey ziet drie grote verschillen: de verhouding tot de Toearegs, de ontwikkeling van het noorden en de etnische versmelting van het Nigerese volk. ‘Mensen kennen elkaar in Niger’, stelt Tidjani Alou. Hij is hoogleraar politieke wetenschappen van de universiteit van Niamey en voormalig ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hachimou legt het mechanisme van de integratie in Niger uit: ‘Als je verderstudeert of je bent ambtenaar, dan word je naar een andere regio gestuurd’, preciseert hij. ‘Vaak gebeurt het dus dat mensen ter plekke trouwen en zo zijn er overal in het land verwantschappen. Bovendien hebben we ook geen gigantische bevolking.’ Die versmelting heeft volgens Tidjani ook een effect gehad op hoe de bevolking de opstanden heeft beleefd. ‘Terwijl in Mali de Toearegs werden weggejaagd uit Bamako, is er in

Niger op het hoogtepunt van de rebellieën nooit een vergelijkbare angst geweest. Mensen maken een onderscheid tussen rebellen, leger en gewone bevolking.’ Net zoals in buurland Mali zijn de Toearegopstanden niet iets recents. Ontevreden over de postkoloniale grenzen die hun woongebied doorkruisten en over de exploitatie van grondstoffen, zoals uranium, in hun achtertuin, uitten de Toearegs al in de jaren zestig en zeventig geregeld hun ongenoegen. Eenmaal deel van de nieuwe staten zoals Mali en Niger, voelden ze zich bovendien achtergesteld bij de andere bevolkingsgroepen. ‘De Toearegs hadden geen goede banen. Die kwamen enkel de Hausa toe. Toearegs werden behandeld als wilden’, aldus Toeareg Mohamed (36), die zelf ooit de wapens opnam tegen de overheid.

de toearegfactor We zitten op een tapijt in het gras bij het museum annex de zoo in hartje Niamey. Mohameds neef, ook Mohamed (22), zet thee en zorgt voor een vlotte vertaling tussen mijn Frans en hun Toearegs, zodat er geen belangrijke details verloren gaan in

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

ons gesprek. Beiden werken als zilversmeden in de ambachtenhal van het museum in Niamey, maar zijn afkomstig van de Agadez-regio in het noorden. De oudste Mohamed trok begin jaren negentig op zijn vijftiende naar Libië op zoek naar werk en belandde zo ongewild in het huurlingenleger van de Grote Leider. ‘Ik ging naar Libië omdat we gehoord hadden dat er daar werk was. Velen waren ons voorgegaan en kregen militaire opleidingen om dan voor Khadaffi te gaan vechten. Omdat de anderen het deden, was het normaal dat wij hetzelfde zouden doen.’ Op de leeftijd van de jonge rekruten werd niet al te nauw gekeken. ‘Dat we vijftien waren, maakte hun echt niet uit, zolang we gezond en sterk waren, kwamen we in aanmerking.’ Na deelname aan Khadaffi’s militaire expedities in Tsjaad en Libanon rees de vraag onder de Toearegsoldaten waarom ze niet in eigen land voor hun rechten streden. Ze lanceerden een offensief tegen het Nigerese leger, Mohamed was erbij. ‘We waren met twintigduizend’, herinnert hij zich. Hij vermeldt barre levensomstandigheden maar ook loyaliteit onder de Toearegs en hun grote leiders, die nu eens bij hen waren en dan weer de buurlanden en het Westen afschuimden op zoek naar steun en zichtbaarheid voor hun zaak. In 1995 kwam er een einde aan de rebellie, omdat de Toearegleiding en de overheid een akkoord vonden. ‘Ze zijn ingegaan op onze vraag’, zegt Mohamed. ‘Er zijn Toearegministers, er zijn Toearegs in de gendarmerie en in het leger.’ Mohamed keerde naar huis terug en nam de draad van het civiele leven weer op als juwelenmaker. Hij staat altijd klaar voor zijn volk als hij daarvoor ❱

25


REPORTAGE tendensen

als militair en de gewapende oplossing heeft hij na zijn avonturen in de jaren negentig zijn bekomst. Aan de jongste opstand, in 2007, nam hij dan ook niet deel, al had het oordeel van zijn moeder daar vast en zeker ook iets mee te maken. ‘Zij wilde absoluut niet dat ik opnieuw ging vechten, ze zou het me niet vergeven hebben als ik het toch gedaan had. Ze is de enige persoon ter wereld die me zou kunnen tegenhouden als ik iets in mijn hoofd heb’, geeft hij schaapachtig toe. ‘Het leven voor de Toearegs is beter nu. Er is rust.’ De Toearegs in Niger zijn inderdaad een belangrijke economische kracht. Velen van hen kwamen niet met lege handen uit Libië terug en ze wisten onder meer een uitgebreid transportnetwerk uit te bouwen in het land. De grondstoffen in Niger zijn meer verspreid over het land en vele ervan bevinden zich in het noorden. In buurland Mali is er ook een vermoeden van rijkdommen in het uitgestrekte noorden, maar tot op vandaag is er nog nauwelijks iets concreet ontgonnen. Volgens de internationale diplomaat leidde dat ertoe dat de bevolking in het noorden van Niger, waaronder de Toearegs, in tegenstelling tot hun gemarginaliseerde buren in Noord-Mali, een grote economische impact en onderhandelingsmarge hadden en hebben. Een van de elementen in de vredesakkoorden met de Toearegrebellen voorzag in een verder doorgedreven decentralisatie van de macht in Niger en die is er ook gekomen. ‘De Nigerese overheid heeft door de jaren heen een oprechte wil getoond om tot een vergelijk te komen met de Toearegrebellen,’ zegt de westerse functionaris . Ook professor Tidjani beaamt dat de Nigerese overheid de rebellieën steeds au sérieux heeft genomen. ‘Het Nigerese leger bestaat bovendien echt als het op veiligheid aankomt’, zegt Tidjani. Toen de Nigerese Toearegstrijders na de val van Khadaffi gewapend huiswaarts keerden, was de overheid er bovendien snel bij om hen te ver-

26

welkomen, op voorwaarde dat ze hun wapens zouden afstaan. Zij die dat niet wilden trokken verder naar Mali.

far west In het zuidwesten van Niger, vlak bij Tera aan de grens met Burkina Faso, bezoek ik met Pele en Naomie –ook zij is een medewerkster van ROTAB– de elf maanden oude goudmijn Kantou. Ik weet niet precies wat ik moet verwachten, maar het geïmproviseerde marslandschap met putten, bergjes en hutjes had ik zelf niet kunnen verzinnen. Die dag zijn er niet zo heel veel wer-

mij’, zegt een van de delvers me in het Frans, met een sterk Ivoriaans accent. Djibril is een Nigerees uit Ivoorkust. De berichten over goud lokten hem naar Niger, en bovendien was hij benieuwd naar het land van zijn ouders. Samen met zijn neven schuimt hij de goudmijnen af. ‘We worden niet per dag betaald, maar als God wil dat we goud vinden, dan wordt het verdeeld onder de baas en de arbeiders.’ Dat is al even niet meer gebeurd, maar Djibril blijft er laconiek onder, ook over zijn veiligheid: ‘Met de regen is het een gevaarlijke periode om te graven. We werken zonder bescherming, maar als je

Het regenseizoen in Niger zet grote stukken land onder water.

© Olivia U. Rutazibwa

❱ opgeroepen zou worden, maar van het leven

‘De Toearegs hadden geen goede banen. Die kwamen enkel de Hausa toe. Toearegs werden behandeld als wilden.’ kers omdat de ramadan net afgelopen is en velen nog op familiebezoek zijn. Bovendien maakt het regenseizoen het graafwerk in de nauwe putten met glibberige wanden extra gevaarlijk. Als we aankomen is er net een verhitte discussie aan de gang tussen een groepje mijnwerkers. Een gezette man met een wijnrood glanzend gewaad beslecht met luide stem het dispuut. Amadou Mouni Maigha is de zoon van de kantonchef en wat hem betreft is bijgevolg heel de mijn van hen. Hij doet het hele getrapte betalingssysteem uit de doeken: ‘Op een gegeven moment waren we met meer dan 10.000 mensen. Iedereen mag hier graven, alle nationaliteiten. Je maakt je hutje zoals wij, jij kiest waar je graaft, maar als je goud vindt, moet je ons een grondbelasting betalen. De wet bepaalt: tien procent.’ In plaats van dat geldelijk te betalen, moeten gouddelvers van elke tien zakken die ze naar boven halen er een afstaan aan Maigha. De kleine werknemers krijgen kost en inwoning van bazen die de helft van de vondsten incasseren. De overblijvende vijftig procent moeten de gravers onderling verdelen. ‘Toen ik hier arriveerde, trof de vastenmaand

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

tijd gekomen is, dan is het zo.’ De hele mijn is nog in aanbouw, de regels worden al doende opgesteld, ook wat de veiligheidsvoorschriften betreft. ‘In het begin was er geen reglement’, zegt Maigha. ‘Nu wel, en we hebben al zes maanden geen valpartijen gehad.’ Instortingen of valpartijen in de vaak tachtig meter diepe putten en onderliggende gangen hebben steevast de dood tot gevolg. Er zijn soldaten van het Nigerese leger aanwezig om de veiligheid te verzekeren, maar veel verder dan dat lijkt de hand van de overheid niet te reiken. Inkomsten voor de overheid uit de goudwinning zijn daarom nagenoeg onbestaande. De overheid probeert de mijnen aan regels te onderwerpen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. ‘Er gaan stemmen op om sommige mijnen te sluiten, maar ze zullen zien dat dat niet gaat gebeuren’, zegt Maigha trots. ‘Mensen gaan niet weg omdat ze hier in één klap rijk kunnen worden.’

rijke armoede Petroleum, goud, uranium… Ondanks al zijn bodemrijkdommen behoort Niger tot de armste landen ter wereld. De petroleum, in 2011 ontdekt, is vooral in handen van de

Chinezen. Uranium in die van de Fransen. Frankrijk haalt negentig procent van zijn elektriciteit uit kernenergie op basis van uranium. Dertig procent daarvan komt uit Niger. In Niger daarentegen staat uranium maar voor vijf procent van de nationale inkomsten. ‘Het is heel eenvoudig’, legt vakbondsman Souleymane Magagi uit: ‘Niger is aandeelhouder in de uraniummijnen van Areva. Dat betekent dat de inkomsten gebaseerd zijn op een verdeling van de winsten. Als er geen winsten zijn, is er weinig te verdelen.’ Het grootste probleem is volgens Magagi dat ze geen controle hebben over de uitgaven van Areva. ‘De voedselvoorziening voor die bedrijven, tot het mineraalwater toe, wordt afgenomen van Franse bedrijven. Die overdreven kosten worden mee in rekening gebracht. Het geld gaat dus massaal terug naar Frankrijk. Dertig procent van de uiteindelijke winsten zijn dan voor Niger, maar voor de staatsbegroting komt dat neer op nog niet eens vijf procent. Dat is verschrikkelijk voor het Nigerese volk. Er zou zo veel overgenomen kunnen worden door Nigerese bedrijven’, zucht Magagi. Leiders die in het verleden het tij wilden doen keren, is het niet goed vergaan. ‘Het

verhaal dat hierover de ronde doet bij mensen is dat er, telkens als er opnieuw over de mijncontracten moet worden onderhandeld, een staatsgreep komt,’ zegt Ali Idrissa, hoofd van ROTAB, laconiek. ‘De Afrikaanse leiders slagen er dus niet in weerstand te bieden aan de grootmachten en volgen hun dictaat. De bevolking oogst enkel de inbeslagneming van haar land, de ziekten die exploitatie ervan met zich meebrengt, de chemicaliën van de uranium- en de goudwinning, en van petroleum weet iedereen welke funeste gevolgen die heeft voor het milieu.’ Hij vermeldt enkele presidenten uit de jaren zeventig en tachtig, maar het meest terugkerende voorbeeld is dat van voormalig president Tandja. ‘Tandja had om nieuwe uraniumprijzen gevraagd en Niger verkocht in die tijd voor het eerst zelf uranium. Het was ook in de periode dat er petroleum werd gevonden. Toen kwam de staatsgreep.’ Vakbondsman Magagi is niet de eerste die de jongste staatsgreep in 2010 koppelt aan Tandja’s kille relatie met Frankrijk. Officieel greep het leger in omdat Tandja zijn mandaat onconstitutioneel wilde verlengen. ‘Er zijn uiteraard geen harde bewijzen voor de betrokkenheid van Frankrijk bij de staatsgreep’, geeft Moussa Tchangari van de orga-

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

nisatie Alternatives toe. ‘Staatsgrepen hebben de neiging in een sfeer van geheimhouding te verlopen.’ Voor Tchangari worden de vermoedens van een Franse hand in de zaak versterkt door wat er zich in de afgelopen jaren in de regio heeft afgespeeld. Hij noemt Mauritanië, Ivoorkust, Tsjaad en zelfs Nigeria als dominoblokjes die opnieuw in Franse of pro-westerse handen kwamen of bleven tegen de achtergrond van de komst van nieuwe spelers zoals China. Maar er is beterschap op komst. Zowel Tchangirai als Ali Idrissa ziet een groeiend bewustzijn onder de bevolking. Met ROTAB lobbyt Idrissa bovendien bij de overheid en de mijnbedrijven om beter toe te zien op de veiligheid van de arbeiders, en voor eerlijker contracten. Het werk begint vruchten af te werpen. Vakbondsman Magagi wijst erop dat de Nigerezen vooral meer opgeleide mensen nodig hebben die betere contracten kunnen bedingen. ‘We hebben ook een eigen onderzoeksinstituut nodig. In Algerije en Nigeria hebben ze dat. Het betekent misschien niet dat de mensen er meteen beter van worden, maar op zijn minst belandt het geld al in de schatkist van de overheid.’ Internationale organisaties zoals de EU ondersteunen projecten die de transparantie en de onderhandelingstechnieken van de Nigerezen moeten versterken, maar aan de rol van grootmachten zoals Frankrijk wordt niet expliciet getornd. ‘Het is voor ons onmogelijk om hierin positie in te nemen, Frankrijk is een soevereine staat. Alles zou veel eenvoudiger zijn als het volgens de regels van de kunst gebeurde,’ geeft de westerse diplomaat toe, ‘maar Niger moet dat zelf afdwingen.’

Q

27


ACTUEEL tendensen

‘Wij kunnen lawaai maken’ Oneerlijke machtsverhoudingen in de wereldwijde handelsketens aankaarten. Dat is de missie van Oxfam-Wereldwinkels. ‘We blijven boeren in het Zuiden een minimumprijs voor hun producten garanderen en een fairtradepremie aanbieden. Maar nog belangrijker is dat het hele wereldhandelssysteem fundamenteel verandert.’ door Kristof Clerix

‘Over marktwerking spreken in de fairtradebeweging is vloeken in de kerk. Onterecht. Want economen weten dat er bepaalde momenten zijn waarop de markt fouten maakt – ook Adam Smith wist dat. We noemen dat: marktfalen. Als je dan de markt haar ding laat doen, beland je in een situatie die voor het publiek minder goed is dan wanneer je zou interveniëren. Monopolies zijn het duidelijkste voorbeeld. Als de structuur van een productieproces zo in elkaar zit dat je bij machtsconcentratie uitkomt, dan heeft de overheid de plicht in te grijpen.’ Aan het woord is Arne Schollaert (38), hoofd politiek beleid bij Oxfam-Wereldwinkels. Schollaert weet waarover hij het heeft. Hij is doctor in de economie, werkte als strategisch consultant voor grote ondernemingen en leidde de studiedienst van sp.a. ‘Wanneer binnen de EU een grote bierproducent een concurrent wil overnemen, komt de EU tussenbeide’, zegt Schollaert. ‘Maar als het gaat over handel met het Zuiden, dan vinden we machtsconcentratie blijkbaar niet erg.’

500 bedrijven Wat is eigenlijk het probleem? Producenten in het Zuiden signaleren steeds vaker aan Oxfam-Wereldwinkels dat ze moeten verkopen aan dochterondernemingen van dominante, gevestigde bedrijven. Internationale handel verloopt op die manier steeds vaker tussen verschillende filialen van hetzelfde moederbedrijf. Gevolg: tussen de honderden miljoenen producenten en de zeven miljard consumenten staan volgens OxfamWereldwinkels minder en minder firma’s – momenteel zo’n vijfhonderd. Schollaert: ‘Die kleine groep bedrijven

28

beslist dus over de kwaliteit, de kwantiteit, de plaats van productie en de prijs van ons voedsel. Zij controleren wie wat produceert, wie wat te eten krijgt, en voor welke prijs. Per keten zou het eigenlijk zo moeten zijn dat als je één speler wegneemt, dat geen invloed mag hebben op de prijs. Is dat wel zo, dan zit je met macht in die keten.’ Oxfam-Wereldwinkels heeft nog een extra argument om het publiek te overtuigen: ‘De directe kosten van de machtsconcentratie voor het Zuiden zijn helder. Maar dat dat ook tot kosten in het Westen leidt, daar staan we niet bij stil. Nochtans werkt marktmacht in één van de schakels ook door in de rest van de keten – met een hogere prijs voor de consument tot gevolg.’ Enkele voorbeelden. Vier ondernemingen – de ABCD – zijn vandaag verantwoordelijk voor meer dan negentig procent van de wereldwijde graanhandel: ADM, Bunge, Cargill en Louis Dreyfus. In 2008 bezaten zes bedrijven in de agrochemiesector (Bayer, Sygenta, BASF, Dow, Monsanto en DuPont) samen dan weer driekwart van de wereldwijde pesticidenmarkt. Schollaert: ‘Voor alle duidelijkheid: ik neem de Nestlés van deze wereld niets kwalijk – voor zover zij zich aan de regels houden. Zij doen dat waarvoor ze zijn opgericht: winst maken. Dat kun je hen niet verwijten, want ze spelen binnen een raamwerk dat wij met zijn allen uitgetekend hebben. Daarom zeggen wij: beste overheid, uw beurt nu.’

zweepbeweging Oxfam-Wereldwinkels wil het onrecht in de huidige handelsrelaties bekendmaken bij het grote publiek. Het hoopt dat steeds meer burgers vervolgens gaan eisen dat het model verandert en dat beleidsmakers dan niet anders

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

kunnen dan ingrijpen. Schollaert: ‘Wij zijn een zweepbeweging, we kunnen lawaai maken. We hebben 8000 vrijwilligers die, na te zijn opgeleid, lokaal het verhaal kunnen brengen, en tegelijkertijd willen wij zelf ook het nationaal debat over eerlijke handel aanzwengelen – onder meer via de media. Dan komen er politici die er zich op profileren en wordt het een thema in het kieshokje. Lokaal is dat al het geval. Een schepen in pakweg Poelkapelle kan stemmen trekken door de wereldwinkel open te houden, door er zich op te profileren. Federaal speelt dat niet. Waarom? Omdat niemand het thema federaal op de agenda zet. Dat is de omzwaai die we nu proberen te maken. Bovendien is Oxfam-Wereldwinkels een handelsorganisatie. Wij spreken met kennis van zaken.’ Is het niet utopisch te denken dat Oxfam-Wereldwinkels zo maar even het hele wereldhandelssysteem kan veranderen? Schollaert: ‘Als we veertig jaar geleden bij de geboorte van onze organisatie niet hadden geloofd in ons project, dan waren er vandaag geen 235 wereldwinkels.’ Het belang van lobbywerk mag niet onderschat worden, zegt Schollaert. ‘Kijk naar de Wereldhandelsorganisatie. Die is opgericht met de beste bedoelingen. Ieder overleg begint geweldig, maar wordt vervolgens keihard omgebogen. Wat is er fout met beleidsmakers? Niets intrinsieks. De vraag is met wie zij alle dagen rond de tafel zitten. Dat zijn de grote bedrijfsleiders. Hun grieven worden gehoord. De werkloze of de cacaoproducent zit niet mee aan tafel. Besluit: we hebben te weinig gelobbyd als ngo-wereld – al hebben we het wel geprobeerd. De budgetten en instrumenten die wij daarvoor hebben, zijn lachwekkend in vergelijking met wat de grote spelers ertegenaan gooien. Vandaar ook dat wij het parallel aanpakken, via de bewustmaking van het publiek.’

‘minimumprijs blijft noodzakelijk’

Arne Schollaert: ‘We hebben te weinig gelobbyd als ngo-wereld, al hebben we het wel geprobeerd.’

© Bart Lasuy

Week van de Fair Trade

In zijn nieuwe campagne pleit Oxfam-Wereldwinkels voor sterke antitrustmaatregelen bij de Wereldhandelsorganisatie en voor de oprichting van een onafhankelijk VN-orgaan dat de concentratiegraad in de verschillende landbouwketens monitort. Verder roept het de Belgische overheden ertoe op zich gezamenlijk in te zetten voor meer transparantie in de internationale toeleveringsketens, en de organisatie van kleinschalige boeren in coöperaties te ondersteunen. Ten slotte vraagt Oxfam-Wereldwinkels hen om te blijven investeren in producten van eerlijke handel, ‘als remedie tegen de machtsonevenwichten in de keten’. Want de klassieke fairtradeprincipes (onder andere een minimumprijs voor de

producent in het Zuiden plus fairtradepremie voor de gemeenschap) laat Oxfam-Wereldwinkels niet varen. ‘Eigenlijk is zo’n minimumprijs ook een relatief arbitraire prijs’, zegt Schollaert. ‘Maar het laatste wat ik wil doen, is de sector afvallen. Zolang we aan een markt overgeleverd zijn die niet goed in elkaar zit, is die minimumprijs voor de boer in het Zuiden noodzakelijk.’ Meer info over de wereldwijde handelsketen vind je op www.allekaartenoptafel.be. Van 2 tot 12 oktober staan fair trade en fairtradeproducten tien dagen lang in de kijker tijdens de Week van de Fair Trade. Op 12 oktober krijg je in de Wereldwinkels een gratis pot Oxfam-choco in ruil voor een lege chocopot. Bekijk het volledige programma op www.oxfamwereldwinkels.be en www.weekvandefairtrade.be

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

29


DOSSIER tendensen

De identiteit van jonge allochtonen

Ik ben 20 in 2013

Hoe zien allochtone jongeren zichzelf en hoe situeren zij zich in de maatschappij? MO* vroeg het aan vijf Mechelse twintigers met buitenlandse roots. Anurag, Karim, Liana, Frederik en Roeland werden geboren rond Zwarte Zondag, beleefden hun tienerjaren na 9/11 en dromen nu over de toekomst. Een zestal experts kaderen hun ervaringen. door Samira Bendadi en Alma De Walsche

❱ Anurag Suri (20), Karim El-Ouali (22), Liana Davtyan (20), Frederik Kucam (21) en Roeland Quarcoo (19) zijn allemaal in Mechelen geboren of er op heel jonge leeftijd komen wonen. En daar zijn ze erg blij mee. ‘Het leven in België is aangenaam. Er is veel mogelijk op het vlak van onderwijs, loopbaan en gezondheidszorg. De Belgische samenleving is vrij vreedzaam’, zegt Frederik, geboren en getogen in Mechelen. ‘In België heb je bovendien de kans om met mensen van verschillende afkomst om te gaan, andere visies te ontdekken en je wereld te verruimen’, zegt Anurag. Ook Karim vindt dat een voordeel: ‘Hier krijg je de unieke kans om de wereld te ontmoeten, in mijn wijk, op school.. Maar je hebt ook de mogelijkheid om de wereld te bezoeken en te ontdekken. Met mijn Belgische paspoort kan ik overal naartoe zonder al te veel problemen.’

ren tot o h e b e t l e o en het gev p de eerste plaats k k ‘I : g a r o Anu Ik voel me ereld.’ . t ie n d n een la r tot de w o o h e b ik mens en 30

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

© Lisa Develtere

wie ben ik? Frederik: ‘Ik ben Assyriër.’ Liana: ‘Ik ben een Belgisch-Armeense.’ Karim: ‘Ik ben Marokkaan.’ Roeland: ‘Ik ben Ghanees.’ Anurag: ‘Ik kom uit India.’ Het behoren tot een etnische groep of tot een land van herkomst is voor minstens vier van de vijf jongeren enorm belangrijk. Tegelijk zeggen ze allemaal dat ze heel veel “Belgisch” in zich dragen. Ze zien zichzelf als het resultaat van minstens twee grote culturen, de Belgische waarbin-

nen ze opgegroeid zijn en de cultuur waartoe hun ouders behoren. Als hij in het buitenland is, zegt Frederik dat hij uit België komt en voegt eraan toe –indien nodig– dat hij van Turkije afkomstig is. Maar verwijzen naar zijn Assyrische afkomst doet hij niet. ‘Anders wordt het te ingewikkeld.’ ‘Ik ben een Belg afkomstig uit Armenië’, is Liana’s standaardantwoord in het buitenland. Roeland zegt dan weer ‘Ik ben van België maar ik ben van Ghanese afkomst’, terwijl Anurag en Karim blijven verwijzen naar hun land van herkomst. ‘Ik ben Marokkaan’, antwoordde Karim toen Britse toeristen in Italië naar zijn afkomst vroegen. ‘Ik krijg daar altijd positieve reacties op in het buitenland. Dan zeggen ze: “Oh! We zijn in Marokko geweest en dat is een heel mooi land” of iets in die stijl. Ik vind het onze taak om het beeld dat heerst over Marokkanen te corrigeren. Als je opkomt voor je afkomst dan toon je dat Marokkanen gewone en toffe mensen zijn, niet enkel delinquenten.’ Ook Liana en Frederik zijn trots op respectievelijk het Armeense en het Assyrische volk. Liana: ‘Armeniërs zijn de hele geschiedenis moedig geweest en ondanks de oorlogen en de vervolgingen hielden ze stand.’ Alleen Anurag gelooft niet in zoiets als een vaderland: ‘Ik zeg altijd en overal dat ik uit India kom gewoon omdat ik er geboren ben. Maar ik ken het gevoel te behoren tot een land niet. Ik voel me op de eerste plaats mens en ik behoor tot de wereld.’ ❱

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Twintig jaar na de oprichting van PRISMA, de Provinciale Integratiedienst van de Provincie Antwerpen, en van het Centrum voor de Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, blijft integratie van jongeren met buitenlandse roots een actueel thema. MO* portretteert vijf jongeren uit Mechelen, geen grootstad maar wel een zeer diverse samenlevingsplek.

31


et een m k i l i ‘Later w uwen.’ : k i r e d Fre eisje tro m h c s i r Assy ‘Over het algemeen voel ik me Belg en meestal word ik ook zo gezien. Ik voel me niet direct aangesproken door het woord allochtoon’, zegt Liana. Frederik wel: ‘Het is meestal negatief maar ik maak me daar niet druk over. Dat heeft geen zin.’ ‘Ik voel me aangesproken door het woord allochtoon en ik bèn ook allochtoon’, zegt Karim. ‘Het zijn de negatieve connotaties die me dwarszitten, niet zozeer het woord.’ ‘Ik voel me niet direct aangevallen als ik het woord allochtoon hoor’, zegt Roeland. ‘Ik luister eerst. Ik maak me nu veel minder druk over negatieve commentaar en ga veel minder in de verdediging dan vroeger. Dat komt misschien doordat ik intussen wat ouder ben.’ Anurag zegt dat hij overal allochtoon is. ‘In India ook. Ze denken altijd dat ik uit Groot-Brittannië of Ierland kom. In België word ik vaak gezien als Marokkaan, vanwege mijn huidskleur en mijn zwarte haar. En ik heb daar geen probleem mee. Integendeel. Meestal laat ik dat zo. Soms zeg ik zelf dat ik Marokkaan ben. Op die manier sta ik sterk. Wanneer de tegenpartij ontdekt dat ik geen Marokkaan ben, is de verrassing groot. En zo haal ik gemakkelijk mijn gelijk.’

Liana: ‘Ik zal mijn kinderen later ook christelijk opvoeden.’

ben ik gelovig? ‘Het christelijke geloof is een zeer belangrijk aspect in mijn leven. Ik ben ook praktiserend en zal later mijn kinderen ook christelijk opvoeden’, zegt Liana. Ook Frederik noemt zichzelf gelovig: ‘Religie is drager van veel belangrijke waarden zoals eerlijk zijn, niet stelen, niet liegen, niet drinken…’ Roeland is als christen opgevoed ‘en wil het zo houden’. Karim is moslim en zegt heel gehecht te zijn aan zijn religie. ‘Voor mij zijn de vijf

32

zuilen van de islam het belangrijkste. Ik zoek de details niet op. Ik ga niet alles te letterlijk in mijn leven toepassen.’ Anurags ouders zijn hindoes. Zelf ziet hij zich zowel hindoeïstisch als moslim als christen. ‘In het hindoeïsme is vertrouwen de belangrijkste waarde. In de islam is dat broederschap en in het christendom is het liefde. Ik wil niet voor één van deze waarden kiezen. Ik wil ze alle drie.’

wanneer wist ik wie ik was? ‘Als kind was mijn kennis over Marokko beperkt. Voor mij was dat de plaats waar we elk jaar op vakantie gingen. Niet bepaald een interessante plek. Pas in het tweede middelbaar voelde ik me voor het eerst geen “echte Belg”. Door wat ik op school hoorde, wilde ik soms mijn koffers pakken en naar mijn Marokko vertrekken. Op dat moment ben ik me beginnen interesseren voor de geschiedenis van Marokko. In die periode ontdekte ik dat ik echt Marokkaan was. Later, door zelf in Marokko te reizen, heb ik ontdekt hoe

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

mooi het land is en dat heeft mijn identiteit als Marokkaan versterkt.’ ‘Ik ben slechts drie keer in Armenië geweest en zie het niet zitten om daar ooit te gaan wonen’, zegt Liana. ‘Ik weet wel veel over het land. Ik heb zes jaar lang op zaterdagvoormiddag les gehad om de Armeense taal en cultuur te leren. Dat heeft mijn identiteit versterkt en me trotster gemaakt op mijn afkomst. Ik vind het belangrijk en mooi dat mensen ook een stuk van hun cultuur behouden.’ Frederik is nog nooit in de streek geweest waar zijn ouders van afkomstig zijn. Ook in Turkije was hij nog nooit. ‘Dat ik Assyriër ben, is gewoon zo. Ik wil het zo houden –al zit er heel veel in mij dat Belgisch is. Ik wil later met een Assyrisch meisje trouwen.’ ‘Ik ben slechts drie keer in Ghana geweest’, zegt Roeland. ‘Wat me in mijn afkomst aantrekt, is vooral de positieve ingesteldheid van de Ghanezen en van de Afrikanen in het algemeen. Ook al hebben ze het moeilijk, ook al gaat het niet goed, toch blijven ze opnieuw proberen en blijven ze altijd lachen.’ Liana, Frederik, Karim en Roeland vinden familiebanden en solidariteit de grootste troeven in de cultuur van afkomst. En dat mag niet veranderen, vinden ze. Anurag blijft trouw aan zijn keuze om altijd en overal de “derde persoon” te zijn. Hij gaat elk jaar naar India. Toch bekijkt hij de zaken vanop een afstand. Anurag: ‘Familie is ook belangrijk bij ons. Dat is het geval in alle oosterse en zuiderse landen –en dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat je daar je familie echt nodig hebt. Je hebt hun solidariteit en hun hulp nodig. Hier kun je vrij vroeg onafhankelijk worden en op je eigen benen staan. Daarom is familie hier minder belangrijk.’

en de toekomst? ‘Ik begin aan een opleiding in de salessector. Ik zie mijn leven niet buiten België en zeker niet buiten Europa’, zegt Frederik. Roeland studeert dit jaar af als kok en zou heel graag iets willen doen met zijn Ghanese roots. Een eigen restaurant met Afrikaanse specialiteiten is zijn droom. En aangezien het in België heel moeilijk is om een zaak op te starten en vooral overeind te houden, sluit hij niet uit dat hij op een dag naar Ghana trekt om die droom waar te maken. Karim gaat naar de VS op uitwisseling. ‘Als binnenhuisarchitect is het niet voor de hand liggend een job te vinden met genoeg ruimte voor creativiteit’, zegt hij. Zijn droom is daarom om in landen als Qatar, Singapore of Dubai –waar budget geen punt is– een kans te krijgen om verder in zijn beroep te groeien. Anurag wil fiscaliteit of criminologie studeren. Als je de wetten goed kent, kun je je voordeel eruit halen, vindt hij. Liana gaat resoluut voor haar oorspronkelijke droom: advocaat worden. Dit academiejaar vat ze haar rechtenstudies aan. ‘Ik denk dat een generatie op komst is die gaat bewijzen dat we ook normale mensen zijn,’ besluit Karim, ‘en dat we gewoon zuurstof willen om te overleven, dat we allemaal hetzelfde willen, de economie van België beter maken en zelf gelukkig zijn.’

‘ik ben een moslim’ ‘Allochtonen van de tweede en derde generatie, dat zijn mensen van hier, in onze samenleving geboren en getogen. Ze hebben op dezelfde scholen gezeten en hebben daar meer uren doorge-

© Lisa Develtere

ben ik allochtoon?

© Lisa Develtere

‘Een persoon heeft vele identiteiten die je maken tot wie je bent.’ IDENTITEITSEXPERTS Jan Zienkowski doctoreerde aan de Universiteit Antwerpen over identificatieprocessen en wereldbeelden van activisten en intellectuelen met een Marokkaanse achtergrond. Amy-Jane Gielen leidt A.G. Advies, een bureau voor onderzoek en advies op het vlak van jeugd, welzijn en integratie. Gielen is ook betrokken bij het Europese Radicalisation Awareness Network. Ico Maly is coördinator van Kifkif, de interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme. Nadia Fadil is docente aan de vakgroep antropologie van de KU Leuven. Ze doctoreerde over religieuze kaders bij de tweede generatie Maghrebijnen. Dirk Kops is directeur van de Technische School Mechelen, afdeling deeltijds en volwassenenonderwijs. Kris Cleiren is directeur van de Provinciale Integratiedienst van de Provincie Antwerpen (Prisma).

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

bracht dan in de moskee, als ze al naar de moskee gaan. De meesten kennen nauwelijks nog Arabisch maar kijken wel naar TMF, MTV of andere Nederlandstalige zenders.’ Over dat uitgangspunt van Jan Zienkowski bestaat weinig discussie. Wat is dan de identiteit van die jongeren? ‘Als we daarover spreken, is het belangrijk een onderscheid te maken tussen het “zelf” en de identiteit of meerdere identiteiten van een individu’, stelt Zienkowski. ‘Op de vraag “Wat is uw identiteit?” verwacht men als antwoord “Marokkaan” of “Vlaming” of “moslim” of “boeddhist”. Maar tegelijk is die persoon vader of moeder of bediende of politicus. Een persoon heeft vele identiteiten die je maken tot wie je bent. Het geheel daarvan is het “zelf”, en dat is gestoeld op een gevoel van coherentie. Wanneer dat gevoel van coherentie niet meer ervaren wordt, of wanneer er bepaalde identiteitsaspecten die je heel erg waardeert ondermijnd worden in specifieke contexten, dan ontstaan er problemen.’ Allochtone jongeren worden systematisch aangesproken op slechts één aspect van hun zelfbeeld –met name het moslim zijn– en dat wekt frustraties op. Een van de jongeren die Zienkowski interviewde, herinnert zich volgend voorval van toen hij vijftien was: de klas maakte kabaal en de leraar vroeg om stilte. ‘Kan dit niet wat minder?’ Vervolgens richtte de leraar zich specifiek tot die ene jongere: ‘Mag dat wel van uw profeet?’ Zienkowski: ‘Die jongen werd steevast op basis van andere crite- ❱

33


specifieke aspect van zijn identiteit, terwijl dat in de context totaal irrelevant was. Zo’n opstelling leidt tot spanningen. Het gaat om een gevoel van miskenning en dat heeft een emotionele impact. Dan zijn er twee reacties mogelijk: je sluit je af of je probeert met die frustratie iets positiefs te doen om zo betekenis te geven aan die ervaring. Politiek bewustzijn wordt heel vaak via zo’n emotionele interacties getriggerd als een respons op de manier waarop de jongeren aangesproken werden door autoritaire figuren, vaak leerkrachten, of de media. Dikwijls is het effect niet meteen zichtbaar en maken deze personen eerst een crisisperiode door. Soms beginnen ze te zoeken en dan kan je om het even waar uitkomen: bij Sharia4Belgium, bij een gevestigde politieke partij of een ander engagement. Of eventueel naar Syrië vertrekken.’ Vooral sinds 9/11 is die identificatie van allochtoon met islam doorgebroken. AmyJane Gielen: ‘Tot 2001 hadden we het over etniciteit en minderheden en de problematiek die daarmee gepaard ging. Na 9/11 werden de mensen niet meer gezien als Nederlander of Marokkaan of Fatima, maar als moslim of niet-moslim.’ Ook mensen die helemaal niet bezig waren met religie zijn zich onder invloed van het maatschappelijk debat toch gaan buigen over die islam om te weten waar die dan precies over gaat. Ook Nadia Fadil ziet 9/11 als een keerpunt: ‘De “clash of civilizations” is ouder dan 11 september, maar die datum creëerde wel een cesuur in het bewustzijn in de samenleving. In de jaren tachtig ging het debat over “de migranten als profiteurs van de sociale zekerheid”, vandaag gaat het over de islam.’ De media hebben dat proces volgens Fadil nog eens extra gestimuleerd

34

de internationale gemeenschap, via internet en sociale netwerken. Ze lezen vlotter Engels, hebben andere informatiekanalen en dat heeft een impact. De gebeurtenissen in Egypte of Syrië vinden bij die jongeren een grotere internationale weerklank, precies omdat ze ook van jongs af met die internationale dimensie geconfronteerd zijn en erop aangesproken worden sinds 9/11.’ Die globalisering speelt niet alleen in de identiteitsopbouw van de jongeren. Ze heeft ook onze eigen samenleving veranderd. Amy-Jane Gielen: ‘Overal in Europa zien we een polarisering tussen bevolkingsgroepen ontstaan, België en Nederland vormen daarop geen uitzondering. Het is niet zo dat enkel de moslims radicaliseerden. We zien een grotere verrechtsing van de samenleving, onder invloed van rechtse politieke partijen en politieke figuren: in Nederland is dat Geert Wilders, in Vlaanderen het Vlaams Belang en N-VA. Het gaat om een actie-reactieverschijnsel. De globalisering heeft de samenleving multicultureler gemaakt en het feit dat mensen plots beseffen dat ze zich situeren in één grote wereld, roept identiteitsvragen op. Wie ben ik? Waar hoor ik bij? Hoor ik bij een land? Een groep? Mensen gaan zich positioneren, standpunten innemen. Daar bovenop komt de economische crisis. Het fenomeen wat men in Nederland het “multiculturele onbehagen” noemt, bestaat al langer, maar de crisis komt daar bovenop en veroorzaakt nog meer gevoelens van onzekerheid.’ © Lisa Develtere

❱ ria geëvalueerd, gebaseerd op dat

door de representatie van de islam te polariseren.

kinderen van de wereld Er is niet alleen 11 september. Zowel autochtone als allochtone jongeren zijn kind van de globalisering. Ze bouwen hun identiteit op met elementen die zowel lokaal als globaal zijn. Ico Maly: ‘Er is een hele waaier van subculturen gegroeid die globaal georganiseerd zijn. Autochtone jongeren die skater zijn, richten zich niet op hun buurjongen maar op een globale skaterscultuur die een bepaalde mode aanhangt. Er is ook een gecommercialiseerde moslimmode, zoek maar eens op YouTube naar hijabistas (van hijab en fashionista, adw) en je krijgt een waaier modieus geklede moslima’s. Die beelden worden bekeken door jongeren uit Dadizele, maar ook uit Londen, Pakistan en Afghanistan.’ Veel meer dan de generatie die nu veertig is, bouwen ze hun referentiekader op met elementen uit de grote wereld. Nadia Fadil: ‘Jongeren staan veel meer in contact met

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

radicalisering Radicalisering en polarisering verklaren echter nog niet waarom jonge mensen naar Syrië vertrekken. De zoektocht naar een eigen identiteit is wat alle jongeren meemaken. Belangrijk is echter dat jonge-

ren in die zoektocht goed begeleid worden. Amy Jane Gielen stelde in haar onderzoek vast dat er bij de meeste geradicaliseerde jongeren –zowel links als rechts, allochtoon of autochtoon– heel wat fout liep in die zoektocht. Een groep jonge moslimmeisjes zette zich af tegen de cultuur van hun ouders, omdat ze die te verknechtend vinden. Ze voelen zich aangesproken door de “ware islam” omdat ze daarin een emancipatiebeweging zien. Omdat ze geen Arabisch kennen, vallen ze terug op vertalingen op het internet. Er zijn echter meer radicale teksten vertaald dan gematigde en jongeren die op zoek zijn, zijn vatbaar voor dat aanbod. Gielen: ‘Dat ze hun zingeving zoeken buiten onze samenleving, hoeft niet te verbazen. Er zijn heel weinig mensen die hen kunnen begeleiden in dat proces, die hun specifieke problemen en hun worsteling begrijpen.’ Een geradicaliseerde, extremistische minderheid vertaalt die “ware islam” in een gewapende jihad, bijvoorbeeld in Syrië, terwijl heel wat jongeren van vreemde origine wel hun weg vinden in onze samenleving. Steeds meer volgen universitair onderwijs, wat hen de mogelijkheid geeft om hun ervaringen te kaderen en systematisch te reflecteren over hun situatie. Ze leren theoretisch na te denken over racisme, discriminatie en integratie, wat belangrijk is voor hun identiteitsontwikkeling maar ook voor hun politiek bewustzijn. Toch vinden verschillende experts het ook belangrijk dat de voedingsbodem voor radicalisering wordt weggenomen: allochtone jongeren met een diploma, die heel erg hun best doen maar geen job vinden omdat ze de foute naam of huidskeur hebben –dat werkt frustrerend. Nadia Fadil: ‘Veel jongeren zijn de discriminatie kotsbeu. Ze willen daar niet langer mee gecon© Lisa Develtere

e niet m l e o v d: ‘Ik k het Roelan gevallen als i an r.’ direct a lochtoon hoo al woord

voor je t m o k op : ‘Als je t Marokkanen m i r a K n je da ensen zijn.’ o o t , d lan toffe m n e e n gewo fronteerd worden. Ze weten niet of ze voor zichzelf nog een toekomst zien in dit land en dat is zorgwekkend.’

superdiversiteit Voor het eerst leven we in een samenleving van superdiversiteit: Gent telt 170 nationaliteiten, Brussel 184, Antwerpen 179 en België 195. Die mensen verschillen allemaal van elkaar, niet alleen wat betreft hun taal of herkomst maar ook wat betreft hun culturele en historische achtergrond, toekomstprojecten en verwachtingspatronen. Niet alleen is er de superdiversiteit, de samenleving verandert ook voortdurend, op alle vlakken, en dat brengt conflicten mee. De veranderingen voltrekken zich bovendien niet alleen in de grote steden maar ook in kleine gemeenten. Hoe ga je als lokaal bestuur om met nieuwe groepen en hoe coach je het samenleven? Kris Cleiren, directeur van Prisma: ‘We moeten veel meer bezig zijn met die permanente verandering en de nodige flexibiliteit aan de dag leggen om daarmee om te gaan.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Zingeving en levensbeschouwing hoeven daarbij niet weggemoffeld te worden, dat is een rijkdom die we niet als bedreigend hoeven te ervaren.’ Wat het ook behoorlijk complex maakt, is dat die veranderingen niet te vatten zijn binnen nationale grenzen, terwijl de instellingen en het beleid wel gericht zijn op die nationale entiteiten. Moet Europa dit oplossen? Wellicht niet, want het scepticisme ten aanzien van Europa groeit, terwijl ook de instellingen en politieke partijen hun geloofwaardigheid verliezen. Amy Jane Gielen: ‘We zien dat mensen steeds meer tegenover elkaar komen te staan in plaats van met elkaar te leven. Het “ik” wordt belangrijker dan het collectief, en dat is een tikkende tijdbom. Het maatschappelijk onbehagen is zeer groot.’ We missen volgens Gielen de kennis en de competenties om om te gaan met die diverse groepen die deel uitmaken van onze samenleving, een proces dat de VS volgens haar al achter zich hebben liggen. Die samenleving van morgen gestalte geven en leefbaar maken, is daarom een verantwoordelijkheid van iedereen, op elk niveau, zo stelt elk van de deskundigen. De democratische weg is de enige optie om te komen tot een samenleving gebaseerd op gelijke rechten voor iedereen, gelijkheid in verscheidenheid.

Q

Zie ook MO*debat blz. 65. Lees uitgebreidere interviews met Jan Zienkowski, Amy-Jane Gielen, Ico Maly, Nadia Fadil, Dirk Kops en Kris Cleiren op

www.MO.be

35


REPORTAGE

Z e e

tendensen

Beiroet

Sidon

M

tekst Pieter Stockmans foto’s Xander Stockmans

Tyrus

ZUIDBEIROET

Alma De Walsche

Het hart van Hezbollahs volksleger

LIBANON BE KA AV AL LE I

i d d e l l a n d s e

De Libanese burgeroorlog in Syrië

Baalbek

SYRIË

Damascus

ZUIDLIBANON 30 km ISRAËL

Sadeq, student marketing, toont zijn tatoeage van imam Hoessein. De volgelingen van diens vader Ali zijn de sjiieten.

36

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

❱ Jamal Jeshi bewaart zijn bidmatje en exemplaar van

© Xander Stockmans

Terwijl sommigen in het Westen warmlopen voor een militaire interventie in Syrië, raakt iedereen afgeleid van het werkelijke doelwit: de Libanese Hezbollah en Iran. Pieter Stockmans keek achter de oorlogsmist en trok voor MO* een maand lang door de mobilisatiebasis van het Syrische regime en Iran: de drie “deelstaten” van Hezbollah in Libanon.

de koran in de boom op het terras. Met uitzicht op een vallei gehuld in olijfbomen bidt hij voor het lot van de sjiieten en de ziel van zijn zoon Ali. In de woonkamer hangt een levensgrote affiche van Ali, met gevleugelde doodskist en Hezbollah-logo, naast een poster van Hassan Nasrallah, de sjiitische geestelijke die sinds 1992 secretaris-generaal van Hezbollah is, en de enige die, samen met de Iraanse ayatollah Khamenei, kan beslissen over het gebruik van Hezbollahs wapens. De familie Jeshi is in het zwart gekleed. Openhartig vertelt Jamal over zijn zoon: ‘Ali was de eerste martelaar van Jouayia die in Syrië sneuvelde. Hij is nu de zoon van het hele dorp. Zijn affiche hangt overal.’ Huizen in ZuidLibanon doen dienst als uithangbord voor oude leiders met baarden en jonge martelaren met geweren. Gele vlaggen van het islamitisch verzet geven kleur aan een zee van grijze woonblokken op de bergwanden achter Tyrus. Als moeder die al twee zonen verloor, sterft Rabaab vanbinnen, maar de religieuze doctrine geeft haar nieuw leven: ‘Ons leed is niets vergeleken met dat van imam Hoessein, die zijn familie verloor in het bloedbad van Karbala. We zijn trots dat we ons, net zoals zij, mogen offeren voor onze sjiitische gemeenschap.’ (De profeet wees geen opvolger aan. Na overleg werd zijn beste

vriend Aboe Bakr verkozen. Een groep moslims wilde echter het leiderschap binnen de familie houden en koos zijn neef en schoonzoon Ali als leider. Deze groep werd later de sjiieten, of “volgelingen” van Ali, de anderen soennieten. De opstand van Ali’s zoon Hoessein werd in 680 in Karbala (Irak) onderdrukt, ps.) Ali Jeshi is al negen keer naar Syrië gegaan. Telkens liet hij een videoboodschap achter waarin hij zijn motieven verduidelijkte. ‘In de naam van God, imam Ali en het vaderland ga ik onze religie beschermen tegen de vijand. Als ik niet ga, komen zij naar hier’, klinkt het. Ali echoot het discours van zijn leiders, Hassan Nasrallah en de Iraanse ayatollah Khamenei, die begin 2013 opriepen tot een heilige oorlog tegen de Syrische rebellen. Jamals ogen glimmen van trots als hij zijn zoon in militair uniform op het computerscherm ziet. Zijn blinde vertrouwen in Nasrallah is onwankelbaar, ook al sneuvelde zijn zoon niet in eigen land tegen Israël, maar in een vreemd land tegen Syrische rebellen. In 1982 richtten Libanese en Iraanse geestelijken Hezbollah, de “Partij van God”, immers op als islamitisch verzet tegen Israël. Rabaab popelt om het uit te leggen, maar dan komt een vreemde man de woonkamer binnen. ‘Als jullie met deze mensen over dat onderwerp willen spreken, moeten jullie toestemming vragen aan Manar TV’, zegt de man vriendelijk terwijl hij zijn rol als Hezbollah-agent met verve speelt. Met een gedwongen lachje aanvaardt Rabaab dat haar de mond wordt gesnoerd en dat Ali’s verhaal de partij toebehoort. Jamal verontschuldigt zich voor hoe de zaken hier nu eenmaal gaan. Volgens Hazem al-Amin, een onafhankelijk sjiitisch journalist uit het zuidelijke dorp Chaqra, probeert Hezbollah de sjiieten te transformeren van een gastvrij volk in wantrouwige militanten. Maar amper tien minuten nadat de man is vertrokken, verbreekt het echtpaar het spreekverbod en praten ze opnieuw vrijuit over Ali. De kleine Batoel zit er beteuterd bij. Rabaab ontkent dat Batoel lijdt onder de afwezigheid van haar vader. ‘Voor het eerst haalde ze de hoogste cijfers op school. Ze doet nu haar best omdat haar papa naar haar kijkt vanuit het paradijs.’ Maar later zegt ze: ‘Elke dag moet ik huilen en ik wil niet dat Batoel dat ziet. Ze moet de dood van haar vader als iets positiefs bekijken.’ ❱

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

37


REPORTAGE tendensen

instrument van iran

38

Communistische Partij, woonde ik in de flat met de moskee in Zuid-Beiroet waar Hezbollah in het geheim werd opgericht’, zegt Moukallad. ‘Na een akkoord tussen Iran en Syrië elimineerde Hezbollah communistische verzetsleiders. Ik moest naar Parijs vluchten. Tot vandaag is ZuidLibanon een eenpartijstaat.’ In 2009 was Moukallad kandidaat bij de parlementsverkiezingen. ‘Een symbolische daad. Ik vertelde kiezers dat ik niet meedeed om verkozen te worden, maar om te tonen dat er ook een andere weg bestaat in de sjiitische gemeenschap. Maar niemand durfde me te ontvangen. Hezbollah had rondgestrooid dat ik voor Israël spioneerde, en dat iedereen die voor mij zou stemmen een verrader van het verzet was.’ Moukallad is vastberaden zijn kamikazemissie voort te zetten bij de verkiezingen in comité van de

De sjiitische geestelijke Sayyed Hani Fahs: ‘De inwoners van de zuidelijke dorpen hebben erg geleden onder Israëlische bombardementen. Iran stond klaar om hen te helpen.’

De dochters van Ali Jeshi dragen een T-shirt met de beeltenis van hun in Syrië gesneuvelde vader © Xander Stockmans

Een martelaar kiezen uit de vele straataffiches is doodeenvoudig, maar zomaar het huis van gesneuvelde Hezbollah-strijders binnengaan is not done. Zeker nu het volksleger in staat van oorlog verkeert. Bovendien blijkt Ali Jeshi een hoge pief: hij was een persoonlijke leerling van Imad Moughniyeh, een van de hoogste militaire leiders van Hezbollah, die in 2008 in Syrië werd gedood. Een uur later krijgen we de rekening gepresenteerd. ‘Stop waarmee je bezig bent. Je raakt verwikkeld in iets dat groter is dan jezelf’, dreigt een anonieme stem aan de telefoon. Big Brother is watching us. ‘De Zuid-Libanezen staan onder een totalitaire controle. De partij registreert elke familie, waar ze wonen, wie ze zijn, welk beroep ze uitoefenen. Ga naar Jarjouaa, een ex-communistisch nest waar je barstjes in de muur zal vinden’, had Nasser Hamoud gezegd, zuidelijke coördinator van de antiSyrische Toekomstbeweging van de in 2005 vermoorde premier Rafiq Hariri. De beweging verloor veel invloed in het zuiden sinds de moord op Hariri, een soenniet die pogingen deed om het sektarisme af te schaffen en nog steeds populair is bij soennieten, christenen én seculiere sjiieten. Jarjouaa ligt een kilometer of twintig ten zuidoosten van Sidon, in de heuvels waar echo’s van kerkklokken en muezzins door de vallei dwalen. Eén constante in het straatbeeld van de sjiitische, soennitische, christelijk-sjiitische of christelijk-soennitische dorpjes – in geen enkel dorp wonen hier sjiieten en soennieten samen – zijn de Hezbollah-posters. ‘Soennieten die de Syrische rebellen steunen, houden zich hier het best gedeisd. Maar ook voor mij, sjiiet, voelt Hezbollah aan als een bezetting’, zegt professor Mouhammad Ali Moukallad. Hij nodigt zijn kameraden uit voor een diner. De grijze eminenties zijn monddood sinds Hezbollah in de jaren tachtig het communistische verzet uitschakelde en zo het antiIsraëlische verzet monopoliseerde. ‘In 1982, toen ik lid was van het centraal

© Pieter Stockmans

Syriërs.’ Moukallad noch Fahs heeft enige ambitie om de achterban van Hezbollah aan te spreken. ‘De religieuze sjiieten zijn niet klaar voor een seculiere politiek. Ze gedragen zich als een Iraanse diaspora in Libanon, als onderdanen van de Iraanse opperste leider Khamenei, veeleer dan als Libanezen’, zegt Fahs. Net zoals de seculiere sjiieten wachten de seculiere soennieten van de Toekomstbeweging watertandend op de val van Basjar al-Assad. Ze kunnen echter niet samenwerken. ‘Hezbollah brandmerkt iedereen die met ons samenwerkt als proIsraël’, zegt Nasser Hamoud van Toekomst. ‘Wij staan politiek buitenspel terwijl fundamentalistische soennitische imams als Ahmad Assir ons kiespubliek aanspreken met sektarische haat tegen de sjiieten.’ Hamoud, Moukallad en Fahs delen een

‘Als we niet in Syrië zouden vechten, zou de prijs nog hoger zijn: Syrië zou verdwijnen in de zak van Israël. Mensen voelen aan dat een verzwakking van Hezbollah een overwinning voor Israël zou betekenen.’ 2014. ‘Deze keer wil ik echt oppositie voeren’, zegt hij. ‘Hezbollah rijdt zichzelf in de vernieling in Syrië. Assad zal vallen, Iran zal verzwakken, Hezbollah zal een gewone Libanese partij worden in plaats van het leger van Syrië en Iran in Libanon. Dat zal hen tot compromissen dwingen.’ Dat is ook de analyse van Sayyed Hani Fahs, een van de weinige kritische stemmen in de sjiitische gemeenschap. Deze seculiere geestelijke faciliteert gesprekken tussen Iran en de Syrische oppositie. ‘Mijn probleem is niet Hezbollah, maar hun wapens. Sinds Israël zich in 2000 uit Libanon terugtrok, hoeft Hezbollah geen gewapende militie meer te blijven. Dat ze nu aan de zijde van Assad gaan vechten, ontmaskert hen als instrument van een Iraanse politiek. Ik zeg tegen Nasrallah en Khamenei: verstand brengt je verder dan spierballen. Versterk het verzet door te bouwen aan een alliantie met alle

droom: het conflict tussen sjiieten en soennieten oplossen door religieuze leiders politieke macht te ontnemen en Libanon uit de Syrisch-Iraanse invloedssfeer halen. Maar de loyaliteit van de Libanese sjiieten aan het Syrische regime en Iran is sterk. Nergens wordt dat tastbaarder dan in Baalbek.

assad, president van baalbek Als je vanuit Beiroet de Bekaavallei inrijdt, kun je in de verte Syrië zien, maar de landsgrens is niet meer dan een lijn op een kaart. Strijders en wapens bewegen heen en weer. De inlichtingendienst van Hezbollah heeft de handen vol. Sinds de partij in Syrië aan de zijde van het regime vecht, namen de veiligheidsincidenten in de Bekaavallei alleen maar toe. Toeristen blijven weg. Moustafa Ossmans hotel ligt er even verlaten bij als de Romeinse tempels van Baalbek, maar toch straalt hij van zelfver-

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

trouwen: ‘De toeristen zullen wel terugkomen als we de oorlog winnen. Nasrallah houdt altijd zijn beloften. Hezbollah zal alles schoonvegen. Gisteren stopten ze op de snelweg in Hermel een geblindeerde auto vol wapens uit Syrië. Een paar weken geleden onderschepten ze zelfmoordterroristen.’ Op de brede laan waar Ali en Sadeq iets verderop in een openluchtcafé genieten van rustgevende muziek, testen gelijkgestemde jongeren met zoveel mogelijk kabaal hun sportwagens uit. Ali, ingenieur in spe, en Sadeq, student marketing, houden van snelle wagens, meisjes, geweren en… imam Hoessein. Sadeq ontbloot zijn borstkas, waarop hij diens gezicht liet tatoeëren. ‘Zijn vader Ali en niemand anders had de profeet moeten opvolgen’, zegt hij, waarna hij de sprong naar het heden maakt alsof het huidige conflict in Syrië niet wezenlijk verschilt van dat van 1400 jaar geleden. ‘In Syrië begonnen de soennieten nog maar eens een oorlog tegen ons. Ze vechten tegen de president en willen alle sporen van de sjiieten uitwissen.’ Uit een voorbijrazende wagen klinkt een bevlogen stem. ‘Mensen branden de speeches van Hassan Nasrallah op cd en luisteren ernaar in de auto. Hij en de president verdedigen de sjiieten. Wij sjiieten voelen een wereldwijde verbondenheid’, zegt Ali. De slogan “Samen naar de vrijheid” onder het dubbelportret van Nasrallah en “de president” Assad bij het café krijgt plots een sektarische bijklank. Terwijl Ali als Libanees uitlegt waarom de Syriër Basjar alAssad zijn president is, komen Syrische kelners – soennieten, aanhangers van de rebellen – de bestelling opnemen. De kelners: vandaag dienaars, morgen begunstigden van een dictatuur van de meerderheid? Ali en Sadeq: vandaag blakend van zelfvertrouwen, morgen slachtoffers van historische wraak van een soennitische meerderheid die een groter deel van de koek opeist? Ali kijkt naar het vertrouwde dubbelportret. ‘Ik kan me geen leven zonder hun bescherming voorstellen’, zegt hij. ❱

39


REPORTAGE tendensen

in het huis van hun rijke vriend Basjir. Ze roken waterpijp, luisteren naar AC/DC en demonstreren hun machinegeweren. Elk gezin in Baalbek is gewapend. De bescherming van marihuanaplantages en verzet tegen de autoriteiten behoren tot de lokale cultuur. Gewapende conflicten tussen rivaliserende clans zijn in de Bekaavallei de normaalste zaak van de wereld. Volgens Ali komen vele Hezbollah-strijders daarom uit Baalbek: ze hebben een sterk eergevoel, zijn snel uitgedaagd én ze weten hoe ze met wapens moeten omgaan.

plaats aan onderhandelingstafel Ali toont een video. Een massa draagt de kist van een Hezbollah-martelaar door de straten van Baalbek en vuurt een minutenlang geweersalvo in de lucht. ‘Een eerbetoon en een demonstratie van onze kracht. Niemand moet met de sjiieten sollen’, zegt hij. Sadeq vuurt zijn machinegeweer in de gitzwarte lucht af; het oorverdovende geluid overstemt de muezzin. In deze vallei houden eer en religie een regime in het zadel dat als een gewapende militie een belegerde minderheid beschermt. Sektarische angst brengt gewone jongens zover dat ze zelfs hun leven wagen zonder uitzicht op een positieve uitkomst. Hun leiders Khamenei, Nasrallah en Assad doen een slapende vrees ontwaken in de harten van de Libanese sjiieten, en de trots te behoren tot de sjiitische natie, opdat ze zich bij de gelederen van Hezbollah zouden vervoegen voor de strijd in Syrië. Kandidaten staan in de rij. Ook Ali diende zich aan, maar werd niet aanvaard omdat hij bij de familie moet blijven. Zijn jeugdvriend was wel bij de uitverkorenen. ‘Natuurlijk ben ik bang hem te verliezen, maar ik zal blij zijn voor hem als hij martelaar kan worden’, zegt Ali. ‘Hij wil wel met jullie praten, maar tijdens zijn militaire voorbereiding kan hij niet met buitenlanders gezien worden.’ Hezbollah-strijders zie je enkel na hun dood, op de posters, maar dankzij moderne

40

technologie passen we daar een mouw aan. ‘Nasrallah zei dat de extremistische soennieten een grotere bedreiging vormen dan Israël’, zegt de anonieme strijder via WhatsApp. ‘We moeten hen stoppen in Syrië voor ze te veel macht krijgen en wij de onze verliezen. Zij spelen onder één hoedje met Israël om ons te verzwakken. Ik ben geen terrorist. Ik verdedig mijn godsdienst en mijn land tegen het westerse imperialisme. Als Assad valt, valt de zoveelste dominosteen in het anti-Israëlische verzet. Wij zijn de laatsten die nog vechten voor de bevrijding van Palestina.’ ‘Met elke martelaar stijgt ons vertrouwen in

kloppend hart van hezbollah 9 juli 2013, een autobom ontploft in Bir elAbed, het hart van de hoofdstad van Hezbollah. Balans: 53 gewonden. Na deze aanval wil niemand nog met buitenlanders praten. Met de bekende journaliste Diana Moukalled, zelf van een prominente sjiitische familie uit het zuiden, rijden we door Khandak el-Ghamik, een sjiitische wijk in het centrum van Beiroet. ‘Wat ik nu doe, is niet zonder risico. Alle groepjes mannen die je hier op straat ziet, bijvoorbeeld daar bij de Syrische vlag, zullen zich op een paar seconden opwerpen als agenten van de partij’, zegt ze. Ze kijkt nerveus in het rond.

‘De Zuid-Libanezen staan onder een totalitaire controle. Hezbollah registreert elke familie, waar ze wonen, wie ze zijn, welk beroep ze uitoefenen.’ God. We worden alleen maar sterker’, verschijnt nog op Ali’s iPhone. Een verborgen boodschap aan het Westen, namelijk dat het antwoord op een westerse militaire interventie in Syrië uit Libanon en Iran zal komen? Volgens journalist Hazem al-Amin dopt Hezbollah in Syrië niet de boontjes van Assad, maar die van Iran: ‘Met Hezbollahs betrokkenheid in Syrië dwingt Iran een plaats af aan de onderhandelingstafel over de toekomst van het MiddenOosten. Ze verdedigen de resultaten van dertig jaar politiek sjiisme tegen de VS. Ze hielpen de sjiieten van Irak, Syrië en Libanon op te klimmen van een gemarginaliseerde groep tot een machtige speler. Met een cocktail van religieuze, politieke en economische angsten mobiliseert Hezbollah zijn Syrië-strijders.’ En daar betaalt Libanon een hoge prijs voor. Als de inlichtingendiensten van Hezbollah in de Bekaavallei alarmfase rood afkondigden, dan zijn ze in de hoofdstad de verschrikking nabij. Syrische rebellen treffen hen in het kloppende hart van bolwerk Zuid-Beiroet. De ooit ongenaakbare Hezbollah is kwetsbaar.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

‘Om een bom in zo’n wijk binnen te smokkelen, moet je beschikken over gedetailleerde informatie. Godzijdank viel er geen dode, maar het signaal van de daders kan dodelijker worden als Hezbollah zich niet terugtrekt uit Syrië.’ Volgens Hasan Illeik, een pro-Hezbollah journalist uit de zuidelijke wijken, zijn de doden en gewonden bij Hezbollah, alle doden in Syrië en de instabiliteit in Libanon collateral damage van een noodzakelijke beslissing. ‘Als we niet in Syrië zouden vechten, zou de prijs nog hoger zijn: Syrië zou verdwijnen in de zak van Israël. Mensen voelen aan dat een verzwakking van Hezbollah een overwinning voor Israël zou zijn.’ Ahmed Moussa, een goedlachse taxichauffeur uit Haret Hraik, is het daar niet mee eens: ‘Hezbollah is gevreesd, niet geliefd. Ze verdedigen een verschrikkelijke dictator. En als het Westen Syrië aanvalt, zal Iran Hezbollah vragen om raketten op Israël af te vuren. En wij zullen opnieuw de prijs betalen. Denk je dat we zin hebben in een nieuwe Israëlische bommencampagne zoals in 2006? Mensen durven dat niet

© Xander Stockmans

❱ Zomeravonden brengen Ali en Sadeq door

Centraal het portret van de in Syrië gesneuvelde strijder Ali Jeshi: vrijheidsstrijder, of speelbal van de grootmachten? Iran heeft Syrië nodig als toegang tot Hezbollah-strijders in Libanon.

zeggen. Als Hezbollah toen die Israëlische soldaten niet had gekidnapt, was hier niks gebeurd. Zie je al die nieuwe appartementsblokken? Dat was allemaal vernield.’ In Bir elAbed zien we de sporen van recente vernieling. Het autowrak staat er nog. Ahmed kwam in 1983 in ZuidBeiroet wonen, na opzichter te zijn geweest bij de Amerikaanse luchtmacht in Saoedi-Arabië. ‘Ik houd van Amerikanen’, lacht hij. ‘Je zult zeker mensen vinden die niet van buitenlanders houden, maar zij zijn gehersenspoeld.’ Een bezoek aan sjiitische pro-Assad vluchtelingen uit het Syrische Homs in Ouzai leert hoe sterk de gedachtenpolitie hier is. Het zien van buitenlanders in deze volkswijk brengt een vrouw ertoe hysterisch van de vierde verdieping van een woonblok naar beneden te stormen en luidkeels “spionnen” te roepen. Na een paar minuten is de auto omgeven door woeste mannen en

huis werd vernield door terroristen terwijl het werd geraakt door een raket van de Syrische luchtmacht. 15 augustus 2013, een tweede autobom ontploft in Zuid-Beiroet. Balans: 27 doden, 200 gewonden. Hoe langer Hezbollah in Syrië blijft, hoe hoger de prijs wordt. Daarom zie je de onzichtbare Hezbollahagenten vandaag uit de anonimiteit treden: plots bemannen ze, gewapend en in burger, controleposten in Zuid-Beiroet. 23 augustus 2013, twee autobommen ontploffen bij soennitische moskeeën in de noordelijke stad Tripoli. Balans: 47 doden, 800 gewonden. Inwoners beschuldigen Hezbollah, maar die ontkent. Gaan we terug naar het Libanon uit de jaren negentig: autowrakken, puin en gewapende mannen die het straatbeeld bepalen? Libanon, het land van de geïnstitutionaliseerde verdeeldheid, van de slapende burgeroorlog die door de grootmachten wordt opgewekt zodra hun regionale belangen worden bedreigd? Ik begon dit onderzoek met de vraag ‘Wat is de impact van de Syrische burgeroorlog op Libanon?’ Ik eindig het met de vraag ‘Wat is de impact van de Libanese burgeroorlog op Syrië?’

krijsende vrouwen. Uiteindelijk worden we weggeleid en ondervraagd door Hezbollah-agenten in burger: ‘Wat doen jullie hier? Wat is je beroep? Waar verblijven jullie? Wie is die journalist? Van waar ben jij afkomstig?’ Najaf, een heilige sjiitische stad in Irak. Onze vertaler is sjiiet, Hezbollah een sjiitische beweging. U kunt gaan. Buiten pronkt het zoveelste portret van de Syrische president, en nog eentje op de bewakingscontainer voor het kantoor van Weam Wahhab in Ouzai. Wahhab is een Libanese ex-minister die in 2006 zijn eigen pro-Syrische partij oprichtte. ‘Het Pieter Stockmans realiseert een langlopend Syrische leger en project over de Arabische wereld: www.MO.be/ wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk.Lees het volledige Hezbollah proberen de dossier over de rol van Hezbollah in de Syrische bevolking te bescherburgeroorlog, het volledige interview met Sayyed Hani men tegen islamitische Fahs en de reportage over Tripoli, op terroristen’, zegt hij, www.MO.be/ net zoals de vluchtelindossier-hezbollah gen uit Homs die beweerden dat hun

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Q

41


VOORPUBLICATIE tendensen

Grasduinen in de Oostblokarchieven

Spionagedoelwit Brussel door Kristof Clerix

In 1967 verhuisde de Navo haar operationele en politieke hoofdkwartier van Frankrijk naar België. De Belgische overheid besefte maar al te goed dat die verhuizing ernstige gevolgen zou hebben. ‘Brussel is een belangrijk centrum van de westerse wereld’, klonk het op de ministerraad van 21 april 1967. ‘We moeten te allen prijze vermijden dat Brussel ook een belangrijk spionagecentrum wordt.’ Tevergeefs. Niemand kan met zekerheid zeggen hoeveel spionnen in Brussel actief waren tijdens de Koude Oorlog. De Oostblok-archieven geven wel een idee van de omvang. In de jaren tachtig stuurde de Stasi-residentie in Brussel informatie afkomstig van 59 verschillende bronnen door naar Berlijn. In die zelfde periode overnachtten 75 verschillende Stasi-medewerkers in Belgische hotels. Bij elkaar opgeteld geeft dat minstens 134 Oost-Duitse spionnen en informanten. De Sovjetunie dan. De Staatsveiligheid (VSSE) schat dat in de eerste helft van de jaren tachtig tussen de 40 en 45 Sovjet-inlichtingenofficieren in België actief waren. Uiteraard stuurden niet alle Oostbloklanden zoveel spionnen naar Brussel. Op de Tsjechoslowaakse ambassade werkten eind jaren tachtig zeven geheim agenten onder een diplomatieke dekmantel. Een van hen was persatta-

42

ché Jan Braˇnka. Tijdens zijn verblijf in België ging hij uit eten met 55 verschillende personen, waarna hij geheime rapportjes schreef over die ontmoetingen. Besluit: het spiegelpaleis was dichtbevolkt. Brussel kreeg tijdens de Koude Oorlog honderden spionnen over de vloer.

james bond-factor Uit de gearchiveerde dossiers blijkt dat de spionnen een flink deel van hun tijd investeerden in ontmoetingen met contactpersonen in restaurants. De Brusselse horeca is al die jaren flink gespekt met aanzienlijke operationele fondsen van spionagehoofdkwartieren. Achteraf stelden de spionnen dan rapportjes op voor de spionnencentrale in hun vaderland. De James Bond-factor van dat dagelijkse inlichtingenwerk? Bijzonder laag. Rekruteringspogingen verliepen steeds volgens hetzelfde stramien. Vertrouwensband opbouwen, handig inspelend op allerhande menselijke emoties. Privégegevens over de gesprekspartner verzamelen. Vervolgens de vriendschapsband versterken met geschenkjes. En tenslotte cash aanbieden. Waarom lieten Belgen zich inlijven door de KGB & co? Financiële motieven speelden in sommige gevallen de hoofdrol. Bij Eugène Michiels bijvoorbeeld, de directeur

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

contraspionage In de jaren tachtig was brigade B4 van de Staatsveiligheid belast met contraspionage. Ze telde ruim 100 inlichtingenofficieren. De afdeling SDRA III van de militaire inlichtingendienst ADIV, die ook bevoegd was voor contraspionage, had zo’n 80 man in dienst. Niet niks, maar gelet op de internationale rol van Brussel was het ook niet overdreven veel. Samenwerking met bondgenoten – lees: gegevensuitwisseling via gecodeerde telexen en nota’s – bleek dus een noodzaak. De voornaamste partners waren de Fransen, Britten, West-Duitsers en Amerikanen. En uiteraard buurlanden ❱

In beslag genomen spionagevoorwerpen uit de historische collectie van de Veiligheid van de Staat.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Staat ilighid van de e collectie Ve © Historish

Sinds de Koude Oorlog is Brussel een magneet voor buitenlandse geheime diensten. In de spionagearchieven van Berlijn, Boedapest, Boekarest, Praag, Sofia en Warschau ging MO*-journalist Kristof Clerix op zoek naar sterke verhalen over de 007-dimensie van de Europese hoofdstad. Een voorpublicatie.

Europa van Buitenlandse Zaken die begin jaren tachtig informatie verkocht aan de Roemenen en de Sovjets. Maar vaak was geld slechts een extra prikkel, boven op andere motieven. De succesvolle Stasi-spion Rainer Rupp bijvoorbeeld, die in Evere meer dan duizend geheime Navo-documenten kon buitmaken, werkte samen uit overtuiging, om ideologische redenen. Wat extra geld elke maand was gewoon handig meegenomen. De Belgische kolonel Guy Binet, die in 1986 door de militaire inlichtingendienst van de Sovjetunie werd gerekruteerd, werd eerst onder druk gezet. Dat gebeurde met compromitterende foto’s die zijn carrière konden fnuiken en via subtiele bedreigingen aan het adres van zijn kinderen. Pas later kwam daar geld bij. Een andere klassieke rekruteringsmethode was inspelen op het ego. En dan had je nog de buitenlanders in België. Zij werden op een andere manier onder druk gezet. ‘Je wilt toch niet dat je familie thuis in de problemen komt?’ Of: ‘Als je je familie nog ooit wil zien, werk je maar het beste met ons samen. Anders krijgen zij geen visum om jou te bezoeken, en mag jij nooit meer het land in.’ Al die klassieke modi operandi van human intelligence (humint in het jargon: het werken met menselijke bronnen) gelden vandaag nog steeds. De doelwitten van humint waren vaak geen ministers, topambtenaren en ceo’s. Er werd juist gemikt op de lagere echelons, die vanuit hun functie echter ook toegang hadden tot interessante informatie. Navo-secretaresses. Kabinetsleden. Technisch personeel. Opvallend is de aandacht die studenten te beurt viel. De Stasi had daar bijzonder goede ervaringen mee. Ze benaderde Rainer Rupp toen hij nog aan de universiteit zat. En als dan al eens een directeur in het vizier kwam – Eugène Michiels bijvoorbeeld – was het ontluisterend vast te stellen hoe weinig zo iemand zich bewust was van het risico van spionage. Dat gebrek aan besef maakte België erg kwetsbaar. Dat de Europese instellingen pas eind jaren tachtig ernstig begonnen na te denken over contraspionage laat zien hoe naïef de houding ook daar was.

43


VOORPUBLICATIE tendensen

de lectie Veilighid van © Historishe col Staat

Luxemburg en Nederland. Daarnaast wisselden de diensthoofden ook inlichtingen uit binnen de Club van Bern, in 1971 opgericht door Nederland, Frankrijk, Italië en België. De Belgische inlichtingendiensten boekten tijdens de Koude Oorlog een aantal successen op het gebied van de contraspionage. In de kwarteeuw na de verhuizing van de Navo moesten zo’n negentig Oostblokspionnen België noodgedwongen verlaten – de meeste waren Sovjets. Ze werden persona non grata verklaard of namen zelf de benen nadat hun clandestiene activiteiten waren ontdekt. Spionnen werden alleen teruggestuurd als ze het echt te bont hadden gemaakt. Voor de bilaterale relaties ligt zo’n maatregel immers erg gevoelig. Bovendien is het soms zinvoller om bekende spionnen gecontroleerd hun gang te laten gaan dan hen eruit te trappen. Zo kan de contraspionage de operationele methodes van de tegenpartij beter in kaart brengen. Dat verklaart waarom spionnen als de Tsjechoslowaak Jan Braˇnka, de Hongaar Márton Szecs˝odi of de Poolse majoor Ciszyˇnski het land niet werden uitgezet, ook al waren hun clandestiene activiteiten bekend. In nog andere gevallen wist de contraspionage helemaal van niets. Een aantal successen mochten de Staatsveiligheid en de ADIV op hun eigen conto schrijven. Via geduldig schaduwwerk of dubbelgangeroperaties kon de Belgische contraspionage verschillende buitenlandse spionnen betrappen. Andere keren hadden ze gewoon het geluk dat een overloper kwam aankloppen – de Roemeen Ioan Covaci bijvoorbeeld. Maar in heel wat gevallen kwam de smoking gun van een bondgenoot – niet zelden de Amerikanen. De CIA tipte België bijvoorbeeld over een netwerk van economische spionage dat de KGB in de jaren tachtig had opgezet, over de relaties die kolonel Binet met de Russen onderhield, en ook Rainer Rupp kon pas ontmaskerd worden na informatie uit de Verenigde Staten.

spionageaffaires stapelden zich op

44

© Xander Stockmans

De Val van de Berlijnse Muur in 1989 luidde het einde van de Koude Oorlog in. Twee jaar later stortte de Sovjetunie in elkaar. Landen uit het voormalige Oostblok zochten toenadering tot de Navo en het verenigde Europa. Uiteraard hadden die geopolitieke ontwikkelingen gevolgen voor de werking van de geheime diensten. De Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV schroefden hun contraspionagecapaciteit terug. Intussen bleef Brussel echter een place to be voor buitenlandse geheime diensten. Vanaf de jaren 2000 stapelden de affaires zich op. In 2003 werden zwarte dozen vol spionageapparatuur ontdekt in het Justus Lipsius-gebouw in Brussel, de hoofdzetel van de Europese Raad. Een tijdje later werd een dozijn hoogtechnologische spin-offs van de universiteit van Luik het slachtoffer van een gerichte diefstalgolf. Ook rond die periode maakte het European Strategic Intelligence and Security Center bekend dat een Chinese studentenorganisatie vanuit België een internationaal spionagenetwerk runde. In 2006 onthulden Amerikaanse kranten dat de Verenigde Staten toegang hadden tot de database van SWIFT in Terhulpen. Een jaar later werd in het Brussels appartement van Gorka

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Elejabarrieta Diaz, lobbyist voor de Baskische nationalistische partij Batasuna, afluisterapparatuur ontdekt. In 2008 arresteerde de Estse politie Herman Simm op verdenking van spionage voor Rusland. Simm, hoofd van de Estse Nationale Veiligheidsautoriteit, nam in Brussel deel aan vergaderingen van adviesclubs over informatiebeveiliging. Dat zelfde jaar vroeg de Staatsveiligheid aan de Marokkaanse inlichtingendienst DGED om drie inlichtingenofficieren uit België terug te roepen na problemen van inmenging. In 2010 lekte in Colombia uit dat de Colombiaanse geheime dienst DAS in Brussel een inlichtingenoperatie had opgezet, codenaam “Europa”. Nog een jaar later onderschepten hackers de e-mails van Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, en Gilles de Kerchove, antiterrorismetsaar van de EU. De verdenking ging uit naar China, maar Beijing ontkende elke betrokkenheid. Ook de Europese Commissie maakte bekend dat ze aan de vooravond van de EU-lentetop het slachtoffer werd van een ernstige en doelgerichte cyberaanval.

dagelijkse realiteit Die recente spionageaffaires signaleren een aantal nieuwe tendensen in vergelijking met de Koude Oorlog. Ten eerste is de wereld veel complexer geworden. De machtsdeling tussen Oost en West is geëvolueerd naar een multipolair wereldtoneel, waarin nieuwe machten zoals China opgang maken. Dat had ook zijn gevolgen voor de inlichtingendiensten. De Belgische contraspionage merkt bijvoorbeeld dat de Chinese geheime diensten in België steeds actiever zijn geworden. Een tweede tendens is het toegenomen belang van economische spionage. Daarbij manifesteren oude bondgenoten zich soms als nieuwe concurrenten. Een derde en cruciale ontwikkeling is de opkomst van informatie- en communicatietechnologie. Die IT-revolutie heeft de wereld van de geheime diensten fundamenteel veranderd. Nog nooit was het voor spionnen zo eenvoudig om informatie over burgers, bedrijven, middenveldorganisaties, onderzoeksinstellingen en overheden in te winnen. In juni 2013 onthulde de Amerikaanse klokkenluider Edward Snowden onder meer het geheime spionageprogramma PRISM, waarmee het National Security Agency (NSA) toegang heeft tot allerhande dataservers van sociale netwerken en internetgiganten. Burgers wereldwijd beseffen nog veel te weinig welke gevolgen hun internetgebruik kan hebben. Eigenlijk is het eenvoudig: zodra je online gaat, laat je sporen na. Voor altijd.

diplomatieke hoofdstad Anno 2013 is Brussel de diplomatieke hoofdstad van de wereld. Met 288 diplomatieke vertegenwoordigingen laat Brussel zelfs Washington (188) en Genève (172) achter zich. 75 internationale organisaties hebben in België een zetelakkoord ondertekend. Bovendien is de Europese Unie in de loop der jaren steeds verder uitgebreid en ook op buitenlands en militair terrein actief geworden. Tel daarbij nog de honderden internationale ngo’s, lobbyorganisaties, advocatenkantoren, media en bedrijfskoepels met hoofdzetel in Brussel op, en je begrijpt dat nergens ter wereld de informatiedichtheid zo hoog is als in de Belgische hoofdstad. Nogal logisch dat inlichtingendiensten uit alle continenten vandaag – meer dan ooit tevoren – in Brussel geïnteresseerd zijn. De klassieke spionagedekmantels – diplomatie, journalistiek, lobbywerk – zijn ruim voorhanden. Ook de bewegingsvrijheid binnen de Schengenzone maakt het voor spionnen makkelijker opereren dan tijdens de Koude Oorlog. Brussel is een spionnenspeeltuin. Dat besef is langzaam maar zeker ook bij de Belgische overheid gegroeid. De voorbije jaren hebben de Staatsveiligheid en de ADIV meer personeel en middelen gekregen. Beide inlichtingendiensten tellen anno 2013 elk ongeveer 650 werknemers. De strijd tegen spionage is natuurlijk maar één van hun vele opdrachten. Op 1 september 2010 trad de Wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden (BIM) in werking. Sindsdien mogen de Staatsveiligheid en de ADIV bijzondere inlichtingenmethodes aanwenden: telefoons aftappen, afluisterapparatuur aanbrengen, valse bedrijven oprichten, emails onderscheppen, post openen... Dat maakt de controle op buitenlandse geheime diensten alvast efficiënter. In 2011 deed de ADIV in 54 gevallen een beroep op de BIM om buitenlandse spionnen op te sporen; bij de Staatsveiligheid ging het om 193 gevallen. Volgens adminsitrateur-generaal Alain Winants telt Brussel anno 2013 ongeveer 150 Russische diplomaten en is ‘niet minder dan dertig procent’ daarvan een inlichtingenofficier. Dat is meer dan tijdens de Koude Oorlog.

Q

Clerix’ onderzoek kwam tot stand met de steun van

het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek (www.fondspascaldecroos.org),

het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl)

en het Fonds Pour le journalisme (www.fondspourlejournalisme.be).

2,5 € korting ‘Spionage. Doelwit: Brussel’ door Kristof Clerix verschijnt op 26 september bij Manteau. ISBN 97890 223 2771 5 MO*lezers krijgen een exclusieve korting van 2,5 euro bij aankoop van het boek in de Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco-boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop. De korting is geldig tot 1 november 2013.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

45


in beeld

door Hans Boons

Het leven is mooi ❱

Elias Mamani Quisara woont in Silluta Vita, La Joya, Caracollo, Oruro: een gehucht van een dorp van een gemeente nabij een stad. Hij is 73 en sinds zijn veertiende is hij in de weer als veehoeder. Vroeger had hij meer koeien, maar zijn zonen verkozen een leven in La Paz, de administratieve hoofdstad van Bolivia. Daarom heeft hij niemand om het bedrijf aan door te geven. Met de verkoop van zijn veestapel kon hij het duurdere leven in La Paz voor zijn zonen financieren. De vier koeien die overblijven, voorzien hem en zijn vrouw van melk en kaas. Terwijl hij elke dag met zijn koeien over de dorre grasvlaktes van het Andesgebergte doolt, verwerkt zijn vrouw het graan tot brood en maakt zij het eten klaar. ‘Ik kan de overschot van onze melk en kaas verkopen, en met dat geld groenten kopen die hier niet groeien’, zegt Elias. ‘Ik denk vaak na over mijn leven en de situatie van ons Boliviaanse volk. Ik ben trots Boliviaan te zijn en in Oruro te wonen. Dit is mijn thuis, hier heb ik al mijn hele leven gewoond.’ ‘Ik heb mijn zonen in La Paz enkele keren bezocht, maar het sprak me niet echt aan, het is er veel te druk. Dit is ons

46

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

land, met prachtige valleien en alles wat we nodig hebben. Ik weet dat het leven beter kan, de omstandigheden hier zijn hard, in de winter vriest het en we hebben geen verwarming. Maar ik heb zeker niet te klagen, ik ben al oud en heb een gelukkig leven gehad. ‘ Elias leeft bij de wijsheid die zijn ouders en zijn gemeenschap aan hem doorgaven. Wijsheid die onder andere doorverteld wordt in de oude Incalegende over het paar Manco Cápac en Mama Ocllo, zoon en dochter van de zonnegod Inti. Zij daalden neer in het Titicacameer in het hoge Andesgebergte met een vergulde rieten boot. Manco Cápac leerde de mannen hoe ze moesten jagen, huizen bouwen, dieren kweken en planten telen op terrassen. Mama Ocllo leerde de vrouwen koken, schoonmaken en kleren maken van de wol van hun dieren. De legende leert de mensen te werken met wat ze hebben en er dan ook gelukkig mee te zijn. Elias ziet dat zijn zonen daar moeite mee hebben. Zij zijn stedelingen die eerder zien wat ze nog niet hebben in plaats van wat ze wel hebben, in tegenstelling tot de Inca’s, die een wereldrijk bouwden op hun arme gronden. ‘Vorig jaar is er een koe overleden aan een ziekte, en medicijnen kunnen we niet betalen’, zegt Elias Mamani Quisara. ‘Ondanks alle tegenslag zijn we best tevreden. De levensles die ik mijn jongens van kinds af heb bijgebracht, is: wees verantwoordelijk voor je familie, maar vergeet niet dat het leven mooi is en geniet ervan.’ Hans Boons realiseerde het fotografieproject Hijos del Sol om de trots en de waardigheid van arme boeren in Bolivia in hun dagelijkse, spectaculair mooie, omgeving te tonen. Bekijk de volledige serie op www.MO.be/in-beeld

MOQ • ?????????????????? • www.mo.be

47


ESSAY tendensen

Europalia 2013

India in vijf regels door Gie Goris KASJMIR

CHINA ARUNACHAL PRADESH

PUNJAB PAKISTAN

NEP AL

Delhi

ASSAM BANGLADESH

INDIA Mumbai Arabische Zee

Hyderabad ANDHRA PRADESH

Golf van Bengalen

Madras

TRAVANCORE SRI LANKA 400 km

© Gie Goris

INDISCHE OCEAAN

© Gie Goris

Europalia India maakt het de komende maanden moeilijk aan een vloedgolf Indiase cultuur te ontsnappen. MO* biedt een overlevingsgids aan voor recepties en nabesprekingen bij al die tentoonstellingen, optredens en debatten uit het land dat het economische wonderduo Sen en Drèze omschrijft als “eilandjes Californië midden in een zee van Afrikaanse ontbering”.

48

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

REGEL ÉÉN.

india is geen land, het is een continent. De verscheidenheid aan talen, religies, culturen, klimaatomstandigheden, geschiedenissen, sociale verhoudingen, economische mogelijkheden en wettelijke raamwerken is er een veelvoud van wat we in Europa kennen. En Europa, dat is vanuit Amerikaans of Chinees perspectief toch al een chaotische combinatie van Babel en Grieks labyrint. ‘Who do you call when you want to speak to the European Union?’ vroeg Henry Kissinger zich al af. De Indiase versie van die verzuchting zou zijn: wie van de 1,2miljard Indiërs je ook belt, je hebt altijd een ander India aan de lijn. Van alles wat waar is, klopt ook het tegendeel. Kortom: India is niet te kennen, niet te vatten en niet te beschrijven. Deze fundamentele, tijdloze wijsheid belet auteurs, sprekers of doordeweekse cultuurfilosofen uiteraard niet om, zodra deze vaststelling met gepaste autoriteit is neergezet, precies dat te doen wat ze tot een onmogelijkheid verklaarden. Zijzelf kunnen India wél kennen, vatten en beschrijven. En ze zijn dan ook graag bereid dat voor u te doen.

REGEL TWEE.

vergeet 1947 niet. De tweede regel van Salman Rushdies monumentale Middernachtskinderen maakt het al duidelijk: ‘…aan de datum valt niet te ontkomen: ik ben geboren op 15 augustus 1947.’ De met de slag van de klok Pakistaans geworden dichter Faiz Ahmed Faiz noemde die datum de ‘melaatse dageraad’ van de onafhankelijkheid, ‘een morgenstond verscheurd door de tanden van de nacht’. De onafhankelijkheid betekende in eer-

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

ste instantie vooral de traumatische deling van de grote Indische moederruimte, toen honderdduizenden of misschien wel twee miljoen doden vielen bij de religieuze zuivering van Punjab en Bengalen. Uiteindelijk belandden acht miljoen vluchtelingen uit Pakistan in India. De opdeling mondde dat zelfde jaar nog uit in een eerste oorlog tussen broeders, buren en vrienden, wat leidde tot een tweede en een derde conflict en nog veel meer bijna-confrontaties. De permanente staat van koude vrede die ontstond tussen India en Pakistan compliceerde alle andere buitenlandse uitdagingen. De korte en voor India vernederende oorlog met China in 1961, bijvoorbeeld, en de Bengaalse opstand in 1971, waardoor Oost-Pakistan met beslissende Indiase steun veranderde in de nieuwe natie Bangladesh. En dan waren er de verwikkelingen in Sri Lanka en Nepal, de moeilijke evenwichtsoefeningen in Birma en Afghanistan, en vooral: de eeuwig dreigende breekbaarheid van de Indiase unie zelf. Kasjmir, Punjab, Assam. Arunachal Pradesh, Travancore, Hyderabad. Altijd is er wel een stuk van India dat zich niet thuis voelt in de unie, maar uiteindelijk blijft de federale, seculiere en democratische natie India één en overeind. Ook al barst de spiegel waarin Moeder India kijkt in steeds kleinere deelstaten, die op basis van taal of volk worden gedefinieerd en bevochten. Op dit moment loopt de procedure om van Telangana de zesendertigste deelstaat van de unie te maken. Daarvoor moet Andhra Pradesh opgedeeld worden, de deelstaat die in 1956 werd gecreëerd door samenvoeging van Andhra (gecreëerd in 1953 door afsplitsing van de staat Madras) en Telangana (afgesplitst van de staat Hyderabad). De kaartendrukkers van India wrijven zich in de handen. ❱

49


ESSAY tendensen

Maar in elk debat over buitenlandse dreiging of binnenlands ongenoegen duikt 1947 wel op: niet de onafhankelijkheid, maar de opdeling, het geweld, het streven naar religieuze, etnische of op taal gebaseerde samenhorigheid

REGEL DRIE.

praten over india vereist een uitgebreide kennis van lokale specerijen, geuren en exotische termen. De

© Gie Goris

diversiteit uit regel één vergelijk je met de garam masala – de pikante mengeling van onder andere kardemom, kaneel, kruidnagel en zwarte peper – die ama in de balti-kip pasanda roert. Als ama althans geen brahmaanse of Zuid-Indiase is, want dan moet de kip vervangen worden door malai kofta met aloo paratha, om de vegetarische verplichtingen te respecteren. In elk geval is het goed om duidelijk te maken dat de Indiërs naar hun eigen

De Indische armoede is berucht, maar minder bekend is dat ze grotendeels van Europese makelij is. Voor de Britse kolonisatie in 1757 begon, was India in de ogen van Adam Smith een van de welvarendste regio’s ter wereld. 50

land verwijzen als Bharat, in plaats van het van de Indus afgeleide India. Het is de geur van naderende moessons, de kleur van in perfecte kegels uitgestalde kruiden, de klank van hindipop en karnatische klassieke muziek, de stank van armoede en achteloos gedumpt afval, het is het verschil dat ons interesseert in India. Het toppunt van verschil, het onderwerp van tegelijk ondubbelzinnige afkeer en eeuwenlange interesse, zijn de kasten of jati, of, als het samenhangende systeem van sociale taakverdeling bedoeld wordt, varna. De beter ingevoerde Indiareiziger weet van diepgaande lectuur van de Lonely Planet dat de onoverzichtelijke diversiteit aan lokale kasten samengevat kan worden onder de vier hoofdcategorieën: brahmanen, kshatriya’s, vaishya’s en shudra’s. Met daarnaast uiteraard de kastelozen die door Gandhi harijans genoemd werden en die zichzelf later onder de noemer dalits politiek sterk maakten. En dan zijn er nog de adivasi’s, meestal vertaald als inheemse volkeren: de gemeenschappen die zo diep in de wouden van Centraal-India leefden dat ze niet opgenomen werden in het systeem van sociale stratificatie, zelfs niet als onderste en meest rechteloze categorie. Kasten zijn een westers verhaal, zegt S.N. Balagangadhara, in Gent beter gekend als professor Balu van Vergelijkende Cultuurwetenschappen. En zoals dat gaat met koloniale verhalen, stelt de hoogleraar in Reconceptualizing India Studies, geloven ook Indiase intellectuelen in het bestaan van kasten en in de verdrukking van dalits door brahmanen. Hij niet. Niet omdat die kasten en die verdrukking aantoonbaar niet bestaan, maar omdat er volgens hem geen theorie is die onomstotelijk omschrijft wat hindoeïsme is, wat kasten zijn, wie brahmanen zijn, hoe een en ander over heel India

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

en door de eeuwen heen op beschrijfbare en uniforme manier functioneert. De exotische Indomania die in het Westen floreert sinds de hoogtijdagen van de Britse Oost-Indische Compagnie, leverde een tsunami aan geurige theorieën op, het verzet daartegen zou volgens Balagangadhara uit stilte moeten bestaan. Daarbij maakt hij uiteraard wel een uitzondering voor zijn eigen theorie, omdat die niet over India gaat, maar over de westerse theorie over India. Die is wel te kennen, te beschrijven en te weerleggen.

REGEL VIER.

het is de armoede, domoor. In het nawoord bij Een handvol rijst, een roman van Kamala Markandaya, door het NCOS uitgegeven in 1989, beschrijft Ranajit Sarkar de drie categorieën stedelingen die het verhaal bevolken: (1) ‘gewetenloze zwartehandelaars, smokkelaars en hamsteraars die rijk worden ten koste van armen en wanhopigen’, (2) ‘de mensen die rijk geworden zijn op de zogenaamd fatsoenlijke manier… zij zien de armen eenvoudig niet, beschouwen hen niet als echte mensen en staan volkomen onverschillig tegenover de ellende van hen die minder bedeeld zijn dan zijzelf’ en (3) ‘de werkende klasse die haar lot in het leven gelaten draagt en tevreden is’. Het vraagt weinig van de verbeelding van de gemiddelde Europeaan om armoede te zien als het scharniergegeven in de beschrijving van India. Want het land kan exotisch, spiritueel of democratisch zijn, de verhalen van generaties missionarissen, ontwikkelingswerkers en rugzaktoeristen hebben toch vooral armoede tot het centrale identiteitskenmerk van India gemaakt. Wat minder bekend is, is dat die

armoede grotendeels van Europese makelij is. Voordat de Britse kanonneerboten de kolonisatie op gang schoten in 1757, was Indië in de ogen van Adam Smith een van de welvarendste regio’s ter wereld. Textielarbeiders verdienden er hogere lonen dan in het industrialiserende Europa. ‘De competitiviteit en de kwaliteit van de Indische export zorgde voor hoofdbrekens bij de Europese producenten, en voordat Groot-Brittannië zijn koloniale bestuur oplegde, keurde het parlement er verschillende wetten goed die het dragen van Indisch textiel verboden’, schrijven Amartya Sen en Jean Drèze in hun pas gepubliceerde studie An Uncertain Glory (zie recensie blz. 60). Het was de kolonisering zelf die tot economische achteruitgang en dus armoede leidde. De voorbije twee decennia verscheen India opnieuw op het internationale toneel als een economische macht, met een groeipercentage dat alleen voor het Chinese moest onderdoen. Namen als Mittal, Ambani, Tata, Singh, Nilekani en Premji werden een begrip in zowel de economische katernen als de lifestyleroddelrubrieken van kranten wereldwijd. De snel groeiende rijkdom kwam echter niet terecht bij de honderden miljoenen armen. ‘Binnen een cirkel van vijfhonderd meter met als middelpunt de plek waar ik verblijf, tref je een inkomensverschil aan van één tot een miljard. Dat is niet houdbaar.’ Aan het woord is Mukesh Ambani, voorzitter van Reliance Inc., in Planet India van Mira Kamdar. De ‘plek waar hij verblijft’ is Antillia, een privéflatgebouw van 27 verdiepingen met extra hoge plafonds, in het hart van Mumbai, waar een leger van zeshonderd bedienden een van de rijkste families van India het leven zo aangenaam mogelijk moet maken. Antillia is berekend op aardbevingen van 8 op de schaal van Richter. Of de Amerikaanse architecten en Australische ingenieurs het gebouw ook resistent gemaakt hebben tegen het aanzwellende ongenoegen over ongelijkheid en blijvende armoede is onbekend. ‘De geschiedenis van de ontwikkeling

in de wereld biedt weinig voorbeelden, indien die er al zijn, van een economie die zo snel en zo lang groeit met zo weinig resultaten op het gebied van het terugdringen van menselijke ontbering’, schrijven Sen en Drèze. De armoede blijft de steen des aanstoots. Dat moest de regerende, hindoenationalistische partij BJP in 2004 vaststellen, toen haar India Shining verkiezingsslogan als een boemerang terugkwam, met de boodschap van de arme meerderheid dat zij niets van al het groeien en boomen en schitteren gezien had. Als de huidige meerderheid onder leiding van de Congrespartij van premier Manmohan Singh en Sonia Gandhi volgend jaar naar de stembus moet, is de kans groot dat zij op haar beurt afgerekend wordt op het gebrek aan sociale mobiliteit voor de 350 miljoen Indiërs die onder de armoedegrens overleven. Ter informatie: die armoedegrens is door de Indiase overheid vastgesteld op 32 roepies per persoon per dag in steden en op 26 roepies in landelijke gebieden. Begin september was één euro 87 roepies waard.

REGEL VIJF.

In de rij staan is voor losers. De Britse kolonisatie heeft veel sporen nagelaten, waaronder de spoorwegen, het aanzien van een baan in de ambtenarij, een professioneel leger en, uiteraard, het Engels. De Indiase schrijvers behoren al meer dan twintig jaar tot de creatiefste en succesvolste auteurs in de taal van Her Majesty. Wat zeker niet tot de erfenis van de Britse Raj behoort, is aanschuiven in een nette rij, op de Britse eilanden een tot in de perfectie beoefende uiting van de volksaard. In India heeft iedereen een reden om meteen naar het hoofd van de rij te gaan: oude vrouwtjes omdat ze oud zijn, belangrijke mannen omdat ze belangrijk zijn, ongeschoolde boeren omdat ze ongeschoold zijn, brutale slungels omdat ze een fooi krijgen van de andere categorieën wachtenden om de snelprocedure voor hen uit te voeren. Wie gewoon

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

zijn beurt afwacht, staat er nu nog. Het fenomeen doet zich niet alleen voor aan loketten en treindeuren. Ook in de economie gaan de machtigen recht naar de bronnen van de winst, zonder de tussenliggende stappen van sociale en ecologische regels in acht te nemen. Ambtenaren gaan recht op een verhoging van hun inkomen af door hun cliënten fooien af te troggelen. Kleine boeren, adivasi’s, landlozen, dalits en sloppenwijkbewoners moeten toezien hoe de machtigen zichzelf eerst royaal bedienen en hoe ze daarbij de grond, het water en de wouden inpikken of vernietigen. Driekwart van de 1,2 miljard Indiërs is het echter beu voortdurend opzijgeduwd te worden door de scherpe ellebogen van de rijken of hun goonda’s. Er is het dramatische verzet van de honderdduizend zelfmoorden op het platteland. Er is het geweldloze verzet van boerenorganisaties die de macht van hun getal in de democratische weegschaal proberen te leggen. Er is het gewapende verzet van de maoïsten, die dit jaar al in zeven verschillende deelstaten aanslagen pleegden en in veel meer staten actief zijn. Er is verzet, dus wie nu nog aan komt dragen met een theorie over fatalisme op basis van karma en dharma voor dummies, moet zich dringend een handleiding voor het reëel bestaande India aanschaffen. Of Europalia India die betrouwbare gids naar het echte, onkenbare India zal zijn, is niet zeker. De greep van de afdeling culturele diplomatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken op het programma is daarvoor te groot geweest. Het enige wat we zeker weten, is dat Europalia een helder inzicht zal geven in het beeld dat India van zichzelf wil tonen aan de rest van de wereld. Dat levert ongetwijfeld een rijk en boeiend, maar niet noodzakelijk werkelijkheidsgetrouw programma op. Voor de toetsing aan de werkelijkheid hebben we gelukkig de journalistiek, die in België traditioneel veel aandacht heeft voor analyses en reportages uit Bharat. Toch? www.europalia.eu

51


PORTRET

© Dieter Teleman

mensen & verhalen

Bahman Ghobadi, Koerdisch cineast

De Koerdisch-Iraanse filmmaker Bahman Ghobadi is een gevoelsmens. Dat zie je absoluut in zijn laatste film Rhino Season, die hij een gedicht in beelden noemt. Hij is een pessimist en een optimist. Hij is wars van politiek, maar kan er niet van wegblijven omdat de Iraanse politieke context zijn levenskeuzen bepaalde.

52

door Tine Danckaers

© Dieter Teleman

‘Ik heb geleerd gelukkig te zijn met het kleine’ Uiterlijk heeft de Koerdisch-Iraanse filmmaker Bahman Ghobadi niets gemeen met de hoofdrolspeler in zijn film Rhino Season. Mentaal delen de Iraanse ster Behrouz Vossoughi en Ghobadi hun ballingschap en het zwarte gat dat de gedwongen vlucht in hun hoofd sloeg. Bij Ghobadi is het gat nog groot want recenter. Vossoughi leeft al dertig jaar in ballingschap, maar Ghobadi vluchtte pas in 2009 uit Iran. Van Turkije ging hij naar New York en belandde ten slotte in Berlijn om daar werk te zoeken. ‘Het slechtst denkbare plan voor een dolende ziel’, zegt hij. ‘De winter in Berlijn had de zon opgeslorpt en een grijze deken over de stad geworpen. Ik kampte met een depressie, kreeg tot overmaat van ramp te maken met een vreemde inbraak waarbij mijn persoonlijke spullen werden stukgeslagen.’ Ghobadi keerde terug naar Istanboel. ‘Om wakker te worden, om mezelf bezig te houden, me iets om handen te geven om niet mentaal dood te gaan.’ Hij stortte zich op het dagboek van de bevriende Koerdisch-Iraanse dichter Sadegh Kamangar, schreef bevriende acteurs, een scenarioschrijver en geldschieters aan en begon aan de film. Rhino Season werd vijftig procent Kamangar, vijftig procent Ghobadi. ‘Het is echt de reflectie van onze zielen geworden.’ De film vertelt het verhaal van dichter Sahel en zijn vrouw Mina (Monica Bellucci) die ten onrechte worden opgesloten tijdens de Islamitische Revolutie van Iran in 1979. De liefdesgeschiedenis speelt zich duidelijk af in een totalitair politiek raamwerk waarin onschuldige mensen jarenlang worden opgesloten. Rhino Season is echter ook het verhaal van de

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

innerlijke strijd van een man die na dertig jaar cel de bevrijding niet meer kan vinden. ‘En die man werd steeds meer ik’, aldus Ghobadi.

schildpadden Ghobadi’s vorige fictiefilms hebben meer een documentaire insteek, maar in deze film ging hij totaal anders te werk. ‘Doorgaans neem ik, wanneer ik een film maak, een vel wit papier en probeer op te schrijven welk punt ik wil maken. Ik ga op zoek naar een antwoord. Nu heb ik dat niet gedaan. Het script heb ik naast me neergelegd en ik heb me in de dichter verplaatst. Noem het therapeutisch of nog anders als je wilt, maar de film was bedoeld om me te bevrijden van negativisme. Net zoals de dichter probeer ik iets te zeggen, probeer ik die negatieve zwarte beelden uit mijn hoofd weg te vertalen.’ Met zijn camera schreef Ghobadi op zijn beurt poëzie, een tragisch verhaal in een donker perspectief. De beelden doen het werk, Ghobadi stond slechts anderhalve pagina dialoog toe, en alleen maar om de geldschieters en de producer te paaien. Ghobadi werkt graag met dieren, nog een element dat hij deelt met de dichter Sadegh Kamangar. Zo staat de neushoorn in de film

voor onheil. Het prachtige beeld van de regen van schildpadden, dat hij ook gebruikte in zijn vorige film, Turtles Can Fly, ontleende hij aan een boek van Sadegh Kamangar. ‘Ik heb er mijn eigen interpretatie aan gegeven. Voor mij symboliseren de schildpadden de Koerden, die een heel oude geschiedenis delen, heel intens, maar die als volk niet vooruitkomen. We blijven steken in minderheden, in armoede. We bewegen heel langzaam, blijven aanbotsen tegen politieke problemen in Iran, Turkije, Irak, Syrië, wat onze vooruitgang fnuikt. De schildpadden verbeelden de opeenhoping van tragedie.’ En er is het verlaten land, filmische beelden van uitgestrekte en lege vlakten, nog zo’n element dat Ghobadi vaker gebruikte en dat verwijst naar de Koerdische thuisloosheid. Ghobadi is geen separatist, hij pleit niet voor een onafhankelijk Koerdistan dat de Koerden uit de vier grensstreken verenigt. Wat hij wil, is volledig burgerschap. ‘Dat heb je simpelweg nodig om je ergens opgenomen en thuis te voelen, zo moeilijk is het niet. Vijfenveertig miljoen Koerden vragen al zolang rechten, en die verdienen we, ook als soennieten in een sjiitisch land als Iran. Iran is mijn enige vaderland, maar ik wil er met alle vrijheden leven, niet als angstige tweederangsburger.’ ❱

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

53


PORTRET mensen & verhalen

bedrog Hij is geen voorstander van nationalisme, want dat vertaalt zich in meerderheidsdenken, zoals dat van de Ottomanen. Hij hekelt wat hij noemt de idiote sjiitische expansiedrang van Iran, vertaald in onder meer steun aan de sjiitische Libanese militie Hezbollah. ‘Nogmaals, ik ben een Koerd van Iran, mijn vaderland. Alleen heb ik nooit een Koerd gezien als president of premier. Hoe moeilijk kan het zijn om respect op te brengen, te zorgen dat een grensvolk centraler gaat leven? In Iran vind je meer dan vijftien naties terug, maar de machtsapparaten leggen dat naast zich neer.’ De oplossing ligt voor Ghobadi in

konden Egyptenaren kiezen tussen twee presidentskandidaten: Mohamed Morsi en Ahmed Shafik, td). In Iran werden na een preselectie, gemaakt door een niet-democratisch keurgroepje, zes kandidaten behouden, van wie vier conservatieven. Dat is geen democratie, maar bedrog. Er moet nog zoveel veranderen.’

geestdodende politiek ‘Niet te veel politieke vragen stellen’ was ons voor de aanvang van het interview gezegd. De vraag over hoe Ghobadi dan wel denkt over de Turkse opening naar de Koerden, via de gesprekken met PKK-leider Abdullah Öcalan, is een rode lijn. Dan komt de politieke pessimist in

‘Politiek, zeker in het Midden-Oosten, drijft me tot het uiterste cynisme. Als burger sta je machteloos.’ federalisme, een Iran met deelgebieden. ‘Want zonder dat kan Iran nooit respect opbrengen voor de soennieten, voor de Koerden of voor anderen.’ Maar hij blijft voorzichtig, hecht weinig geloof aan de duurzaamheid van politieke akkoorden. ‘De Koerdische regering in Noord-Irak is goed bezig. Ze hebben de wind in de zeilen. Maar ik stel me daarin gematigd optimistisch op. Hoelang zullen de Koerden kunnen regeren zonder dat ze worden teruggefloten of zonder dat ze moeten buigen? De situatie in Irak is zo breekbaar, er hangt voortdurend een nieuw conflict in de lucht.’ Democratie in het Midden-Oosten noemt Ghobadi een rekbaar begrip, verkiezingen worden er te vaak gemanipuleerd door lokale en geopolitieke groepen. ‘Verkiezingen in het Midden-Oosten zijn niet vrij, wat ook wordt beweerd. In Egypte konden mensen voor het eerst “vrij” kiezen tussen de pest en de cholera (in 2012

54

Ghobadi naar boven. ‘Genoeg alsjeblieft, ik wil er niet verder over praten want ik haat politiek. Politiek, zeker in het Midden-Oosten, drijft me tot het uiterste cynisme. Ik geloof geen enkele regering in het MiddenOosten, merk dat de geschiedenis zich blijft herhalen, merk een ingebakken nepotisme. Als burger sta je machteloos en nogmaals, het stemrecht verandert niets als geen rekening wordt gehouden met de verwachtingen achter die stem. Wat er is gebeurd tijdens de zogenaamde Arabische Lente, tijdens de jongste protesten in Turkije, is niet nieuw. En het leidt niet tot meer en beter.’ Dan wordt zijn toon milder. Ghobadi legt uit waarom hij niet meer over politiek wil praten. ‘Juist dit soort onderwerpen en thema’s duwde me te veel in een hoek en doodde mijn geest. Het is de politieke context die me de kansen heeft ontnomen om een normaal leven te

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

leiden in mijn land Iran.’ En toch, ondanks de onrust die hem niet loslaat, is hij gelukkig, vertelt hij. Hij verhuisde naar Erbil in NoordIrak, heeft zijn woning in New York. In de VS heeft hij twee nieuwe filmprojecten op stapel staan, onder meer over een Koerdische bokser. In Erbil opende hij een filmschool, en richtte hij een culturele televisiezender op. Beide zijn projecten waarmee hij wil investeren in jongeren, de generatie van de toekomst in Noord-Irak. Hij richtte een bedrijf op dat jonge getalenteerde filmmakers helpt om hun eerste film te in roulatie te krijgen, een doorstartbedrijf zeg maar. ‘Het detail’, antwoordt Ghobadi op de vraag wat hem doet hopen. ‘Vroeger wilde ik dat het grote geheel zou veranderen. Vandaag weet ik dat dat een verlangen is dat me kapotmaakt. Wanneer dat ene beeld me raakt, ben ik gelukkig. Als die ene veelbelovende filmmaker me een schitterende korte film toezendt, ben ik gelukkig. Ik heb ook geleerd mijn eigen kleine intuïtie te volgen, dingen te verwezenlijken op microschaal, met mijn kleine zender, mijn kleine onderwerpen.’ ‘Vandaag ben ik gelukkig met de dingen die ik doe in Erbil. Ik moet nog leren balanceren op die lijn tussen herinneringen, heden en toekomst. Ik herinner me te veel slechte dingen, draag Koerdisch Iran in me mee, ik heb de revolutie meegemaakt, heb veel mensen zien sterven of wegkwijnen. Ik herinner me acht jaar oorlog tussen Iran en Irak. Ik herinner me de schaduwpolitie, denk soms terug aan dat geweer dat ik als filmmaker voortdurend bij me droeg, omdat ik conflicten had met het ministerie van Cultuur, dat me niet de toestemming gaf om te filmen, laat staan om mijn films te vertonen. Maar ik leef nog en kan nog glimlachen. Ik heb nog hoop. Dat is heel wat, vind ik.’

Q


8 oktober Who will bring us enough food? In het kader van de serie Debating Development: een debat over het belang van boerenlandbouw. Met Vandana Shiva (milieu-activiste en auteur uit India) en Alexander Woollcombe (Bill & Melinda Gates Foundation). Moderator: Alma De Walsche (MO*). Dinsdag 8 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

Tijdens de label-battle is het de bedoeling om de labels ‘Fair trade’, ‘Bio’, ‘Eco’ en ‘Duurzaam’ te verduidelijken en te vergelijken. Debat met Lieve Vercauteren (Bioforum Vlaanderen), Vera Dua (Centrum voor Duurzame ontwikkeling UGent), Xavier Gellynck (Professor landbouweconomie UGent) en een vertegenwoordiger van Max Havelaar. Moderator: Alma De Walsche (MO*). Donderdag 10 oktober, 12u.30, UFO, Sint-Pietersnieuwstraat 33, Gent. Info: www.ugent.be/fairtrade

15 oktober Food aid in conflict zones In het kader van de serie Debating Development: een debat over voedselhulp in conflictzones. Met Zlatan Milisic (World Food Programme) en Linda Polman (journaliste en auteur van ‘k Zag Twee Beren). Moderator: Gie Goris (MO*). Dinsdag 15 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

22 oktober Global food value chains Is de inschakeling van ontwikkelingslanden in de globale waardeketen voor voedsel een goede zaak? Of is het net de val waar ze niet in mogen trappen? Met Miet Maertens (KULeuven) en Arne Schollaert (Oxfam-Wereldwinkels). Moderator: Maarten Lambrechts (MO*). Dinsdag 22 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 2000 Antwerpen. Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

Info en inschrijvingen: www.uantwerpen.be/debatingdevelopment

56

Wereldwijd lijden 870 miljoen mensen honger. Nog eens 1 miljard mensen heeft geen toegang tot kwalitatief en gezond voedsel. Toch wordt er genoeg voedsel geproduceerd om de wereld 1,5 keer te voeden. Inleiding: Jan Van de Poel (11.11.11). Debat met –onder voorbehoud– Vera Dua (CDO), Dorien Knockaert (Kok/auteur) en Herman Strobbe (Delhaize). Moderator: Gie Goris (MO*). Kom zeker ook de Ik Kook Van Woede-soep proeven! Donderdag 24 oktober, 20u., Zebrastraat, Zebrastraat 32, Gent.

 Info: www.zebrastraat.be - www.mo.be www.ikkookvanwoede.be.

10 oktober Label-battle

24 oktober Mondiaal Café: Hoe duurzaam is eten uit de supermarkt?

29 oktober European Agricultural Development Cooperation in Africa Europa is de belangrijkste donor voor Afrikaanse landen, maar het is op landbouwvlak ook vaak een concurrent. Debat met Jean Pierre Halkin (Europese Commissie, Unit Rural Development, Food Security and Nutrition) en Jeske van Seters (European Centre for Development Policy Management). Dinsdag 29 oktober, 19u., Stadscampus UA, Rodestraat 14 - R. 002 2000 Antwerpen.

Organisatie: IOB, USOS, MO* en VLIR-UOS.

29 oktober Radicalisering Debat over de zin en onzin van de “strijd tegen radicalisering”. Europese toppolitici roepen op om militair in te grijpen in Syrië, maar problematiseren tegelijkertijd de moslimjongeren die de daad bij het woord voegen. Het mediadebat focust eenzijdig op wat we moeten doen als de “geradicaliseerde elementen” terug zouden komen naar ons dorp. Een debat met Hasna Ankal ( journaliste bij het Belang Van Limburg en al.arte.magazine, ex-stagiaire MO*) en Brahim Laytouss (imam en voorzitter van de moskee en educatief centrum Al Markaz et-Tarbawi aan de Elyzeese Velden in Gent). Moderator: Samira Bendadi (MO*) Dinsdag 29 oktober, 20u., Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 SintGillis.

Organisatie: Pianofabriek ism Kif Kif, Masereelfonds en MO*.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be


recensies Ongemakkelijke waarheid Vanuit het perspectief van de internationale media lijkt de schaduw van Nelson Mandela altijd groter en belangrijker dan de geschiedenis die hij mee mogelijk gemaakt heeft. De man is een mythe en die krijgt meer aandacht dan de alledaagse –en allesbehalve succesvolle– worsteling met armoede, corruptie en onvervulde beloftes. Daarom alleen al is Een tijd als nooit tevoren een noodzakelijk boek. Nadine Gordimer, Nobelprijswinnaar Literatuur in 1991, vertelt het verhaal van de voorbije twee decennia in Zuid-Afrika vanuit de beleving van een gemengd koppel jonge revolutionairen, hooggeschoolden die elkaar in het maquis van Swaziland vonden en die na 1994 schoorvoetend maar nog steeds geëngageerd deel gingen uitmaken van de nieuwe middenklasse. Dit is echter geen familiale vertelling. Gordimer gebruikt een ingehouden schrijfstijl, die soms eerder doet denken aan dagboeknotities. De karakterschetsen zijn ondergeschikt aan het politieke debat dat Steve en Jabu voortdurend voeren met zichzelf, elkaar en de kleine kring geestesgenoten waarmee ze in een buitenwijk van Johannesburg wonen. Wie dit boek begint te lezen zonder enige voorkennis van Zuid-Afrika na de apartheid en de interne strubbelingen van het ANC, zal zo nu en dan toch eens naar Wikipedia moeten grijpen. Die ingebouwde drempel wordt echter ruimschoots goedgemaakt door het feit dat Gordimer net niet de geschiedenis maar de persoonlijke omgang ermee verbeeldt. De desillusie met de leiders die voortgekomen zijn uit de anti-apartheidsstrijd is heel reëel en wordt door zowat iedereen in Mandelaland bevestigd. In de roman krijgt die frustratie halverwege de vorm van Steve’s plan om naar Australië te emigreren. Daarmee gaat zijn relatieve gebrek aan verbondenheid met het land botsen met Jabu’s diepe Zoeloewortels. De geplande emigratie staat voor de vraag of persoonlijke ambities na de revolutie een verraad zijn aan die revolutie, zolang de zwarte meerderheid haar betere en rechtvaardige toekomst nog niet gekregen heeft. En voor de vraag of je als individu in een complexe samenleving het verschil kunt maken. En altijd blijft de vraag hangen hoe het toch mogelijk is dat de kameraden, die zo sterk waren in de strijd, achteraf niet bestand blijken tegen de macht en de verleiding van het geld. (gg)  Een tijd als nooit tevoren door Nadine Gordimer is uitgegeven door De Geus / Novib. 473 blzn. ISBN 978 90 445 1974 7

58

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Incredible India

Ongewone ontmoeting

Rebellen

Slagveld internet

Het is niet dat India een gebrek heeft aan uitstekende verhalenvertellers, maar Alice Albinia verdiende als buitenlandse het volle respect voor haar boek Indus, de fascinerende neerslag van haar reis langs de moederrivier van de Zuid-Aziatische beschaving. Dat haar eerste roman zich ook in India afspeelt, hoeft dus niet te verbazen. Albinia voert vier families op in een uitdrukkelijke opzet om de uitdagingen van hedendaags India te personaliseren. De gezinshoofden zijn respectievelijk een wat zielige hindoenationalist, een succesvol internationaal zakenman die terugkeert naar Delhi, een gerenommeerde hoogleraar met progressieve ideeën en een hardwerkende, alleenstaande moslimvrouw die zich tot net boven de armoedegrens opgewerkt heeft. Daarmee bevinden we ons volop in het India van de lezers van Engelstalige boeken, niet in het India van de 800 miljoen armen, maar dat is niet het voornaamste probleem van Leela’s boek. Albinia doet zo hard haar best om de verhaallijnen op zoveel mogelijk plaatsen aan elkaar te knopen, dat er echt te veel overbodige onwaarschijnlijkheden geconstrueerd worden, waarmee ze de toeristische slogan Incredible India! een geheel nieuwe invulling geeft. Het is pas na 200 bladzijden dat het verhaal werkelijk rond zijn eigen middelpunt begint te draaien: het geheim van hoofdpersonage Leela. De manier waarop dat ontrafeld wordt, is wat haastig en de verzoening die moet plaatsvinden mist haar emotionele uitwerking omdat er geen echt drama aan voorafgaat. Misschien moet de uitgever de auteur gewoon overtuigen dat non-fictie een perfect legitiem genre is, en dat ze daar beter, veel beter, in is dan in fictie. (gg)

Elina Hirvonen is schrijfster, journaliste en documentairemaker. Ze woonde twee jaar in Zambia en schreef met Naar het licht een opmerkelijke roman met twee opvallende hoofdpersonages. Hirvonen heeft duidelijk heel goed om zich heen gekeken tijdens haar verblijf, zo sprekend zijn haar beelden en zo onmogelijk is het om als lezer niet mee te voelen met de personages. Het land Zambia heeft voor de twee hoofdpersonages een verschillende connotatie. Voor Paul is het land uit zijn jeugdjaren een verloren paradijs; hij bracht er de mooiste tijd van zijn leven door. Hij keert er terug om te verdwijnen na zijn mislukte huwelijk en nadat zijn zoon op het foute pad belandde. Voor Esther, een Zambiaanse, is het een land waar ze moet vechten voor een dokter, het land van weinig kansen en waar met meisjes kan gedaan worden wat mannen maar willen. Ze verzet zich tegen de dokters die alleen voor de elite bestemd zijn en tegen het feit dat kinderen er in het niets verdwijnen. Hun ontmoeting is bijzonder maar al gauw blijkt dat ze elkaars demonen kennen en begrijpen. Het idee van zijn paradijs botst met de grauwe realiteit van Esther, die de zorg voor Susan, een weeskind, op zich genomen heeft. De puzzelstukken van het verhaal passen niet meteen in elkaar, maar dat geldt ook voor de levens die beschreven worden. De lezer moet zich dus samen met de personages inspannen om tot uitzicht te komen. (km)

Elke geschiedschrijving wordt ingekleurd naargelang het perspectief van het dominante kader of de auteur. Ontelbare feiten blijven in de schaduw of vallen door de mazen van het net, tot een gedreven historicus ze weer opdiept, ze uitspit en zo een heel nieuw licht werpt op een vergeten luik, vergeten dimensies, vergeten groepen. Dat is ook wat het boek Rebellen. Van de Galliërs tot de Indignados doet. Historica Anne Morelli brengt bijdragen van verschillende historici samen over belangrijke maatschappelijke en politieke veranderingen die onze Belgische geschiedenis doordesemd hebben. Passages uit ons verleden die door de officiële geschiedschrijving onder de voet werden gelopen, komen hier aan bod: de strijd voor politieke autonomie in de middeleeuwen, de middeleeuwse boerenopstanden, de rol die religie speelde als vorm van protest van de 16de tot de 18de eeuw, de bewegingen rond de Belgische onafhankelijkheid en de breuklijnen van de twintigste eeuw, met het syndicale reformisme, de verzetsbewegingen van de Tweede Wereldoorlog en de koningskwestie nadien. De verschillende hoofdstukken worden omkaderd door een uitgebreide inleiding van Morelli en een nawoord van Thomas Blommaert. Een lovenswaardig initiatief, maar een hele kluif voor wie slechts een oppervlakkige kennis bezit van onze vaderlandse geschiedenis. Maar dat bewijst precies de thesis van het boek, namelijk dat die geschiedenis aaneen hangt van onderbelichte processen en onvolprezen personages. (adw)

De kans is klein dat u na lectuur van Cyberoorlog. Slagveld internet uw computer, tablet of smartphone nog helemaal vertrouwt. In het boek presenteert de Nederlandse socioloog Albert Benschop (Universiteit van Amsterdam) onthutsende feiten over de kwetsbaarheid van de informatie- en communicatietechnologie die we niet meer kunnen wegdenken uit ons dagelijkse leven. Eenvoudige vaststellingen maken duidelijk hoe ernstig het probleem is: de besturingssystemen van Windows en Apple bijvoorbeeld bevatten meer dan 80miljoen coderegels, en daarin zitten naar schatting 1,2 tot 1,4miljoen fouten. Een geraffineerde hacker kan tienduizenden van die fouten uitbuiten om in het systeem binnen te dringen. Slotsom: we zijn voortdurend kwetsbaar. ‘We bouwen systemen die ons vermogen tot intellectuele beheersting te boven gaan ‘, schrijft Benschop. ‘Een hacker hoeft in zo ‘n complex programma slechts één losse draad te vinden om de veiligheid van het gehele systeem te compromitteren.’ Uiteraard spelen machtige landen op die situatie in –dat is dankzij klokkenluider Edward Snowden nog maar eens duidelijk geworden. En volgens Benschop beschikt ook China vermoedelijk over een ‘cyberleger van 50.000 tot 100.000manschappen’. Cyberoorlog leest veeleer als een academische cursus dan een spannend geschreven pageturner, maar vormt een prima introductie in de mysterieuze cyberwereld van kill switches, zero day-exploits, Anonymous en de NSA. (kc)

Leela’s boek door Alice Albinia is uitgegeven door De Bezige Bij. 429blzn. ISBN 9789023474166

Naar het licht van Elina Hirvonen is uitgegeven door De Geus, 284blzn, ISBN 9789044522990

Rebellen. Van de Galliërs tot de Indignados door Anne Morelli is uitgegeven door Epo. 343blzn. ISBN 9789491297236

Cyberoorlog door Albert Benschop is uitgegeven door De Wereld, 332blzn, ISBN 9789079051069.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Exclusieve korting voor MO*lezers MO*lezers krijgen een exclusieve korting van €2,5 bij aankoop van elk gerecenseerd boek in volgende boekhandels: De Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop van het boek. De korting is 2 maanden geldig na publicatie van dit MO*nummer (25/09/2013).

59


Anderstalige boeken GROEI VOLSTAAT NIET

HONGER IN OVERVLOED

Is India goed bezig? Onder die titel verscheen eind 2011 een tekst van Amartya Sen (Nobelprijswinnaar Economie 1998) en de BelgischIndiase econoom Jean Drèze, ook uitgegeven als MO*paper. Die paper hebben de twee top-economen intussen uitgewerkt tot een volwassen boek dat deze zomer voorgesteld werd. An Uncertain Glory wijkt niet af van de fundamentele vaststellingen die twee jaar geleden al gedaan werden maar werkt ze beter uit en onderbouwt ze met meer cijfers en argumenten. Kort samengevat zeggen Drèze en Sen dat de snelle economische groei van de voorbije twee decennia niet of nauwelijks gebruikt werd om de miserabele levensomstandigheden van de honderden miljoenen armsten in India te verbeteren. Daardoor ontstaat de paradoxale situatie dat India snel veel rijker wordt dan zijn buurlanden, maar dat die buren –uitgezonderd Pakistan– tegelijk India voorbijsteken op het vlak van sociale ontwikkeling. Drèze en Sen zijn zeker niet tegen snelle economische groei, integendeel, maar ze verwijten de Indiase beleidsverantwoordelijken dat ze de opportuniteiten van die groei niet gebruiken om te zorgen voor meer en beter onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid voor iedereen. Uit de vergelijking met buurlanden, BRIC-landen en deelstaten onderling concluderen de auteurs dat een performante staat die zich actief op sociaal beleid richt een groot verschil kan maken. Dat sociaal beleid moet dan best gestoeld zijn op het principe van universele dienstverlening, op het bestrijden van ongelijkheid in plaats van enkel armoede, en op het cultiveren van de capaciteiten van de hele bevolking, ongeacht kaste, klasse of gender. Daarbij maken de auteurs duidelijk dat ongelijkheid in India vele gezichten heeft, die elkaar versterken, wat het bestrijden ervan ongemeen moeilijk maakt. Opvallend zijn bijvoorbeeld de cijfers over de dominantie van hogere kasten in leiderschapsposities in ngo’s en vakbonden –respectievelijk 80 en 90 procent– en in de media –85 procent. ‘Zelfs anti-establishmentkrachten reproduceren de oude tegenstellingen in hun politieke acties’, schrijven Drèze en Sen. An Uncertain Glory is een boek met een helder standpunt, dat op wetenschappelijke én toegankelijke wijze onderbouwd wordt. Het is ook het soort boek dat we zeker tot 2020 als referentiewerk zullen gebruiken in de discussie over economische groei en sociale ontwikkeling. En voor wie India wil kennen en begrijpen, is het zonder meer onmisbaar. (gg)

‘Er is genoeg voedsel en toch is er honger’, stelt de 11.11.11-campagne van dit jaar. De komende maanden zullen ook andere ngo’s aandacht vragen voor de paradox dat boeren de wereld voeden, maar daar zelf alleen maar armer van lijken te worden. Er zal dus geen gebrek zijn aan informatie. Toch loont het de moeite ook Full Planet, Empty Plates van Lester Brown te lezen. Brown is als oprichter van Worldwatch Institute en Earth Policy Center een van de belangrijkste milieudenkers in de VS. In het boek presenteert Lester Brown een kort maar met veel cijfers onderbouwd overzicht van de mondiale voedselcrisis: haar omvang, oorzaken en mogelijke oplossingen. Het is geen vrolijk boek, want volgens Brown zien we vandaag nauwelijks het topje van de ijsberg en zal de voedselcrisis de komende jaren nog veel urgenter worden. ‘Voedsel is de zwakke schakel in onze moderne beschaving’, schrijft Brown. ‘Net zoals dat het geval was bij de Sumeriërs, de Maya en zo veel andere beschavingen die gekomen en gegaan zijn. Zij konden hun lot uiteindelijk niet loskoppelen van dat van hun voedselvoorziening. En wij kunnen dat ook niet.’ Brown concludeert: ‘Voedsel is de nieuwe olie. Grond is het nieuwe goud.’ Empty Plates gaat niet enkel over honger in het Zuiden, maar over een crisis die de hele mensheid bedreigt als we doorgaan op de ingeslagen weg met biobrandstoffen (‘een derde van de Amerikaanse graanoogst wordt vandaag omgezet in ethanol’), groeiende vleesconsumptie (China consumeert vandaag zesmaal zoveel varkensvlees als in 1978), bevolkingsgroei, watergebruik (voor de productie van uw dagelijkse hoeveelheid voedsel is 2000 liter water nodig; daarbij drinken we 4 liter), erosie en woestijnvorming (in Nigeria gaat jaarlijks 400.000 hectare landbouwgrond verloren)... Onnodig eraan toe te voegen dat de tekorten en dreigende tekorten die de combinatie van deze factoren veroorzaakt nog eens met een factor tien verergeren als er niet dringend en radicaal ingegrepen wordt om de klimaatverandering tegen te gaan. Er is een ander beleid nodig, maar iedereen moet ook zijn eigen verantwoordelijkheid nemen. ‘Saving civilization is not a spectator sport’, luidt de slotzin van boek. (gg)

An Uncertain Glory. India and its Contradictions door Jean Drèze en

Amartya Sen is uitgegeven door Princeton University Press. 433blzn. ISBN 9780691160795

60

Full Planet, Empty Plates. The New Geopolitics of Food Scarcity door Lester R. Brown is uitgegeven door W.W. Norton. 141blzn. ISBN 978039308891 5

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be


agenda Week van de Fairtrade

© GF

Tien dagen lang staan fairtrade en fairtradeproducten in de kijker op diverse locaties doorheen Vlaanderen. Ontdek de vele concerten, proeverijen en spelletjes. Als afsluiter kunnen bedrijven die zich inzetten voor eerlijke handel dingen naar de Be Fair Award. Info:www.befair.be

Time to go. Dertig jaar na de grootste (vredes)manifestatie ooit in België. 'Het is de hoogste tijd dat die kernwapens uit ons land, uit het continent en uit de wereld verdwijnen. Dertig jaar de stem van het volk negeren, is onaanvaardbaar. Maar dan moet dat volk wel opnieuw zijn en haar stem laten horen. Luid en krachtig, op straten en pleinen. De tijd om echt aan een wereld zonder atoomwapens te werken is nu. '

3 oktober – 24 januari

Europalia: India Vier maanden lang kan u de immense culturele rijkdom van India ontdekken in een multidisciplinair programma met tentoonstellingen, concerten, dans- en theatervoorstellingen en nog veel meer. Op verschillende locaties in Brussel. Info:www.europalia.eu 4 oktober

Nacht van de Fairtrade

© GF

Het duo Sousou & Maher Cissoko brengt West-Afrikaanse muziek met invloeden uit reggae, mbalax, pop en blues. Voorts ook een gevarieerd spoken word programma en (h)eerlijke hapjes. 20u., Rijschoolstraat 4, Leuven. Info en tickets:www.30cc.be 12 oktober

Wereldwinkeldag

Tiendaags festival in hartje Brussel waarbij de vrijheid in onze wereld centraal staat. Op het muzikale programma staan onder andere El Gusto, Rokia Traoré en IAM. Ook een gevarieerd aanbod aan theater, documentaires en films Info en tickets:www.festivaldeslibertes.be

1-20 oktober

MO trakteert

Fotograaf Frederik Buyckx schept een beeld van het leven in de favela’s in Rio in de aanloop van de grote sportevenementen. 14-18u., (vr-za-zo), ccbelgica, Kerkstraat 24, Dendermonde. Info:www.ccbelgica.be

10 oktober

Vredesloop Ieper 16de editie van de Vredesloop, een sportief evenement waarbij gestreden wordt tegen de waanzin van de oorlog. Inschrijven voor 15 oktober. 14u., Fenix (Jeugdstadion Ieper), Leopold III-laan 16, Ieper. Info en inschrijvingen:www.vredesloop.be

13 oktober

Het Penhuis met Lieve Joris Schrijfster Lieve Joris praat over haar recente werk en gaat dieper in op de relatie tussen Afrikanen en Chinezen. 10u.30, Oranjerie Broelmuseum, Broelkaai 6, Kortrijk. Info en inschrijvingen op:www.kortrijk.be/broelmuseum

20 oktober

Time to Go: betoging tegen kernwapens Grote manifestatie in het Brusselse Jubelpark voor de verwijdering van kernwapens in België. Organisatie in handen van Pax Christi Vlaanderen, Vrede vzw, Vredesactie en CNAPD. Info:www.timetogo.be

13 oktober

In gesprek met Chika Unigwe Schrijfster Chika Unigwe praat over haar historische en tegelijk actuele roman De Zwarte Messias. 10u.30, Warandestraat 42, Turnhout. Info en tickets:www.warande.be

27 oktober

Lobbyen voor oorlog

16 oktober

Vredesactie stippelde samen met Corporate Europe Observatory een wandeling door de Europese wijk in Brussel uit om de wapenlobby aan u voor te stellen. 14u., Rondpunt Schuman, Brussel. Info en inschrijvingen:lene@vredesactie.be

Atlantihda Zes muzikanten en een fadozangeres slaan een brug tussen traditionele folk en Portugese fado. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan 286, Borgerhout. Info en tickets: www.deroma.be

62

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

3 oktober

Klimaatcafé: Energie van de Toekomst Wat moeten we ons voorstellen bij die energie van de toekomst? Wat zijn de voordelen en beperkingen? 20u., Kamp C, Britselaan 20, Westerlo. Info en inschrijvingen:www.kampc.be

Chika Unigwe is letterlijk wereldberoemd maar blijft relatief onder de Vlaamse radar. Wie op 13 oktober niet in Turnhout kan zijn, heeft vanaf eind september de kans haar observaties en irritaties te volgen in de serie MO*columns. De hele ploeg columnisten is overigens de moeite om volgen: Geert Van Istendael, Ben Caudron, Birsen Taspinar, Bie Vancraeynest, Jan Mertens, An Olaerts, Hans Van Dyck, Olivia Rutazibwa, Ignace Pollet, Sidi Larbi Cherkaoui, Sabine Denis en Chika Unigwe. www.MO.be/mocolumns

5 oktober

Vredesconferentie: Time to Go Workshops en debatten over kernontwapening in aanloop naar de grote manifestatie op 20 oktober. 13u., De Markten, Oude Graanmarkt 5, Brussel. Info en inschrijvingen:www.vrede.be 11 oktober

Studiedag Grote Meren Wat en wie maakt of kraakt de toekomst van de Groten Merenregio? Workshops met ngo-medewerkers en onderzoekers en afsluitend debat met onder meer David Van Reybrouck en Filip Reyntjens. 15u., IOB, Lange Sint-Annastraat, Antwerpen. Info en inschrijvingen:

De regio van de Grote Meren is voor de Belgische samenwerking met Afrika een vanzelfsprekende prioriteit. Het is echter uitzonderlijk dat zowat alle experts terzake samengebracht worden in een conferentie om inzichten en strategieën uit te wisselen en te discussiëren over hoe wij kunnen bijdragen tot hun betere toekomst. 11 oktober, Antwerpen: daar moet iedereen zijn die zich betrokken voelt op de toekomst van Congo, Rwanda, Burundi, Oeganda en Tanzania.

www.provant.be/dnz

19 oktober

Pensées Noires: Miriam Makeba

Deugdzame Stad

Gesprek over het leven van de zangeres, activiste, maar ook de vrouw achter Miriam Makeba. Vimbai Zimuto, een Zimbabwaanse zangeres, zorgt voor de muzikale omkadering. 20u., De Centrale, Kraankindersstraat 2, Gent. Info en tickets: www.afrikaansplatform.be

Ontmoetingen met vooraanstaande Europese en Arabische sprekers, gebaseerd op De deugdzame stad van filosoof Al Farabi. Een gezonde visie op mens en maatschappij en een pleidooi voor kennis en tolerantie staan centraal. 20u.30, CC Berchem, Driekoningenstraat 126, Berchem. Info en tickets: www.ccberchem.be –

Doe mee op www.MO.be/wedstrijd!

www.moussem.be 23 oktober

Stacey Kent

Atlantihda

INFORMATIEF

15 oktober

© GF

Q 5 duotickets voor het concert van Atlantihda op 16 oktober in De Roma in Borgerhout. Q Telkens 1 duoticket voor de concerten van El Gusto, Nouvelle Vague, Oxmo Puccino, Rokia Traoré en IAM op het Festival van de Vrijheid van 17-26 oktober in Brussel Q 5 duotickets voor de trilogie Human Machine van Yuri Ancarani op 17 oktober in de Beursschouwburg in Brussel. Q 5 duotickets voor de Deugdzame Stad op 19 oktober om 20u.30 in CC Berchem. Q 5 duotickets voor het concert van Stacey Kent op 23 oktober in Bozar in Brussel.

de Braziliaanse muziek. 20u., Bozar, Ravensteinstraat 23, Brussel. Info en tickets:www.bozar.be

De favela’s van Rio

© GF

Oxfam viert de Wereldwinkeldag. Wie die dag een lege chocopot meebrengt naar de wereldwinkel, krijgt gratis een volle pot Oxfam-choco in ruil. Info: www.allekaartenoptafel.be

CULTUUR

Festival van de Vrijheid

© Frederik Buyckx

2-12 oktober

17-26 oktober

Jazzdiva Stacey Kent stelt in het kader van het Skoda Jazz Festival haar nieuwe cd The Changing Light voor, een ode aan

17 oktober

Turkije, weg van Europa? Turkije-correspondent Dirk Vermeiren vertelt hoe hij Turkije de afgelopen jaar heeft zien veranderen. 20u., Gentpoortstraat 1, Deinze. Info en inschrijvingen: www.bibliotheek-

deinze.be

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

© GF

EVENEMENTEN

63


colofon

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

WEER THUIS! 10 oktober

Still from Il Capo

vrijdag 17/10/13 documentaire

Perspectief voor een verloren generatie?

20:30 €7/5

Aansluitend bij het dossier Ik ben 20 in 2013 (zie bladzijde 30) organiseert MO* een debat over identiteitsvorming bij allochtone jongeren. Inleiding door Amy Jane Gielen (NL). Debat met o.a. Mohammed Chakkar (Federatie van Marokkaanse Verenigingen), Marc Hendrickx (N-VA, eerste schepen Mechelen bevoegd voor Integratie en Gelijke Kansen), Norah Karrouche (Erasmus Universiteit Rotterdam). Moderator: Gie Goris (MO*) Donderdag 10 oktober, 20 u., Thomas More, Campus De Vest (aula 2), Zandpoortvest 60, Mechelen.

Yuri Ancarani Human Machine Trilogy i.h.k.v.

Work Hard / Play Hard

Contact Vlasfabriekstraat 11 - 1060 Brussel Tel. 02.536 19 77 - info@MO.be - www.MO.be

Drie korte documentaires rond het thema werken, in de sfeer van een spannende sciencefictionfilm film. Il Capo, 2010, IT, 16 min Piattaforma Luna, 2011, IT, 25 min Da Vinci, 2012, IT, 25 min

beursschouwburg

Info: www.prismavzw.be

HET VLAAMS-NEDERLANDS HUIS BRENGT literatuur | kunst | politiek wetenschap | media AAN HET BRUSSELSE MUNTPLEIN www.deburen.eu www .deburen.eu

23 oktober De toekomst van Pakistan

Deugdzame stad #1 Het rationele versus het religieuze denken in de islam Met Dr. Jan van Reeth, Khalid Ben Haddou en Layla El-Dekmak za 19 oktober – 20:30 in CC Berchem

Voor meer info en het volledige programma: moussem.be

NAJAAR N AJAAR 2013

Abonnementen MO* Postbus 360 - 8800 Roeselare Tel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 14 mo@abonnementen.be www.abonnementen.be (voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement)

Prijs Jaarabonnement België: 36 euro. Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.

TICKET S: WWW W.DER .DEROMA.BE + 0033 292 9977 40 + FNA TICKETS: WWW.DEROMA.BE FNACC

Asma Jahangir

Betaling

© GF

MER AN MERD N TAPLAK TAPLAK A AK AP A MERDAN ATLANTIHDA ATLA A TLA ANTIHD NT H A S AEL L BELOUCH B BELOUCH ISMAEL HA LTON H HAMIL N DEE HOLANDA HOLAND NDA TRIO TR RIO HAMILTON YASMINE S SMI SM E HAMDAN HAMD MDAN AN YASMINE MAR AR A FARANT ARIA F A AN ARANT NT TOURI U MARIA FARANTOURI VIEUX FARKA FARK A KA T TO OURÉ U VIEUX TOURÉ MARIZA SHANTEL UB ORKE STAR & BUCOVINA CLUB ORKESTAR BUCOVINA CL

© GF

12/10 16/10 20/10 24/10 24/10 25/10 25/10 09/11 09/11 115/11 5/11 30/11 11/12

© GF

Een reeks van vijf gespreksavonden over de toekomst van de stad met vooraanstaande denkers uit Europa en de Arabische wereld. Niet de irrationaliteit en het extremisme, wel een gezonde visie op mens en maatschappij en een pleidooi voor kennis en tolerantie staan hier centraal.

Aan dit nummer werkten mee: Pieter Stockmans, Xander Stockmans, Bruno de Cordier, Toon Lambrechts, Dieter Teleman, Lisa Develtere, Hans Boons, Julie Reniers, Ivonne Yánez en Bie Vancraeynest Creatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haen Kaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten Lambrechts Illustratie Klaas Verplancke, Lectrr Coverontwerp Darwin. Druk Roularta Printing Marketing, communicatie en agenda Jan Buelinckx reclameregie ADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57 Administratie Jan Vanhuysse Verantwoordelijke uitgever Frank Beke ISSN 1379-5619

Pakistan heeft een nieuwe premier, een nieuwe president en krijgt dit jaar ook nog een nieuwe opperbevelhebber én een nieuwe opperrechter. Staat het land klaar om te vertrekken naar een nieuwe toekomst? Of blijft het radicalisme, terrorisme en armoede produceren?

DEUGDZAME STAD

Hoofdredacteur Gie Goris Redactie Samira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche, Olivia Rutazibwa en John Vandaele Eindredactie Kristof Clerix en Herman Jacobs Webredactie Maarten Lambrechts en Kilian De Jager Stagiairs Kaat Meys

Samina Ahmed

Shada Islam

Exclusieve avond met drie alom gerespecteerde vrouwen: Asma Jahangir (Voorzitter van de Vereniging van advocaten bij het Hooggerechtshof; voorzitster Human Rights Commission Pakistan; Koning Boudewijnprijs Internationale Samenwerking 1998), Samina Ahmed (International Crisis Group-verantwoordelijke voor Pakistan, Afghanistan, India en Nepal) en Shada Islam (journaliste, Head of Policy bij Friends of Europe). Gie Goris (MO*) en Bruno De Cordier (onderzoeker aan de Conflict Research Group, UGent) stellen de vragen.  Woensdag 23 oktober, 19.30 uur. Vlaams-Nederlands Huis deBuren, Leopoldstraat 6, 1000 Brussel. Organisatie: MO* i.s.m. Conflict Research Group, UGent en deBuren.

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be

Ofwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht. Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 en BIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres. Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart

(American Express, Diners, Eurocard, Visa). • MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht van Wereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Incofin cvso, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be. • MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toegestaan mits bronvermelding en toestemming van de hoofdredacteur.

65


BRUKSEL column

Gitaar door Bie Vancraeynest

66

© Dieter Telemans

Dit is haar plek. En van niemand anders. Een parkeerterrein, bovenop een van de flatgebouwen die deel uitmaken van wat met enige zin voor ironie de Manhattanwijk wordt genoemd. Tussen Rogier en het Noordstation moest een ooit bruisende volkswijk tegen de vlakte om plaats te maken voor deze betonwoestijn, die na de kantooruren nog killer wordt en leger loopt. Hier lapt zij haar ziel op. Ze is er toevallig beland voor een foto-opdracht en omdat ze alleen wou zijn. Omdat alles uit elkaar viel. Opnieuw. Toen het leek alsof patronen zich onherroepelijk herhalen. Amanda was toen net bevallen, op haar zestiende, van een zoontje. En het lukte maar niet met de vader van haar kind, hoe graag ze dat ook wilde. Ze kijkt er uit op de treinsporen van de noord-zuidas, dat slecht genezen litteken dat de stad in twee rijt. Ooit kwam ze er dingen op een rijtje zetten, nu komt ze hier dromen van alle reizen die ze nog zal maken, ver buiten de stad die ze zelden verlaat. Hoe jong en onbevangen ze leek op haar parking, zo volwassen oogt ze even later. In haar mooie flat met houten vloer, vol kunstfoto’s van haar hand. Het is vijf minuten voor bedtijd en ze hijst haar kleine hiphopper in een Sponge Bob-pyjama en is onvermurwbaar voor zijn smeekbedes om nog langer te mogen opblijven. Jason is nu vier en gaat naar de tweede kleuterklas, zij naar het zesde middelbaar, aan de andere kant van de stad. Hoe gaat dat ’s morgens vroeg? ‘Ik heb een hardnekkig probleem met te laat komen. Maar ik ga me niet achter mijn zoon verschuilen. Ik ben soms ook nog gewoon een luie tiener.’ Ze vraagt of ik iets wil eten, want dat is ongezond, maaltijden overslaan. Haar Frans is onberispelijk, maar ze schakelt, wollah, moeiteloos over op quartjees, dat Brusselse jongerentaaltje doorspekt met bastaardwoorden, en met een eigen eigenzinnige grammatica. Waar heeft ze dat Bargoens opgepikt? ‘Je kan me beter vragen waar ik heb geleerd om netjes te praten!’ Ze is grootgebracht in een instelling in het chique Ukkel, tussen een ratjetoe van halve straatkinderen, iedereen met een eigen verhaal, tongval en kort lontje. ‘Ik denk

dat ik mezelf heb opgevoed maar ik heb door de instelling wel de nodige structuur, een kader, gekregen.’ De lange weg van Ukkel naar deze stek aan de Haachtsesteenweg heeft ze zelf afgelegd, in haar eentje. Het scheelt dat ze taal kan geven aan haar parcours. Daar was tijd voor nodig. Om de woede, la haine, te laten wegebben. Nu vertelt ze vrijgevig haar verhaal. Lang had ze geen dromen. Want dat vereist een zekere lichtheid. Haar harde realiteit hield haar gekluisterd aan de grond. Nu er stabiliteit is, en ze kijkt even naar haar vriend Oussama, die wat verder in een tijdschrift ligt te bladeren, kan ze opstijgen. Nu kan ze voor opvoedster studeren. Ze weet alvast hoe het niet moet en ze doet het uitstekend met haar eigen zoon. Ze weet vooral hoeveel kinderen en jongeren in deze stad het nodig hebben dat voor hen wordt gezorgd. Ik kan me veel verbeelden bij bedelende mensen in het Centraal Station, maar niet dat zij een dochter hebben die Amanda heet bij wie zij sporadisch op de koffie mogen. Bij die inmiddels twintigjarige vrouw met mooie amandelvormige ogen en een zelfverzekerde glimlach. Taai maar teder. ‘Ik denk dat ik groei door sleutelmomenten. Het was belangrijk voor mij om voor mijn ouders te staan en hen te zeggen dat ik beschaamd was over hen. Toen ik dat hardop had gezegd, viel de schaamte ineens weg en zag ik gewoon twee breekbare mensen. De week erna kon ik mijn vader zelfs vergezellen in de metro, waar hij gitaar gaat spelen. Ik ging niet rond met de hoed, deed alsof ik hem niet kende en ging een beetje verder in de coupé zitten. Ik keek naar hem van op een afstand en dacht: “Dat is mijn papa. Wat speelt hij mooi gitaar.”

MOQ • oktober 2013 • www.mo.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.