MO*magazine 114

Page 1

MO114-001_Cover WIT_MO114-001 Cover 25/11/14 10:39 Pagina 1

© Illustratie Klaas

Verplancke

WWW.MO.BE - WINTER 2014 - NR 114 - P309696 - 5.5 EURO - KWARTAALUITGAVE


MO114-003_Voorwoord_MO114-003_Voorwoord 25/11/14 10:40 Pagina 3

VOORWOORD

door Gie Goris

Een nieuw klimaat ❱

De regering-Michel vindt het klimaat heel erg belangrijk. Dat wil zeggen: het investeringsklimaat en het ondernemingsvriendelijke klimaat. Wat klimaatverandering en het daarbij horende beleid betreft, is het echter vaagheid troef. De federale overheid belooft onder andere de gewesten te stimuleren om hun engagementen te formuleren, zegt het regeerakkoord. Dat treft! Het regeerakkoord van de Vlaamse regering-Bourgeois ademt dezelfde ambitie. We lezen onder andere dat ‘elke overheid binnen de federale staat voldoende ambitie aan de dag moet leggen om de Belgische klimaatdoelstellingen te bereiken’. In een gesprek dat we op MO.be publiceerden, zegt ook minister van Ontwikkelingssamenwerking De Croo dat er meer zand dan olie in de machine zit: ‘In België geraken we het voorlopig niet eens over wie wat moet bijdragen om tot een fatsoenlijke bijdrage aan het mondiale klimaatfonds te komen. Ontwikkelingssamenwerking zal daar toe bijdragen, als de anderen – met name de gewesten – ook over de brug komen. Ik hoop dat we dat binnenkort kunnen rond krijgen, zodat België niet met het schaamrood op de wangen naar de klimaattop in Lima moet.’ De stilstand in het klimaatbeleid illustreert dat de Belgische institutionele software lang niet zo efficiënt en innovatief is als vaak beweerd werd. Maar dat is het mindere probleem. Indien alleen dit koninkrijk met zijn federale, gewestelijke en gemeenschapsregeringen niet tot de nodige klimaatdaden zou komen, dan zou het voor de planeet nog meevallen. De realiteit is dat het communautaire spel in België verhult wat in de meeste andere landen duidelijk is: overheden, bedrijven én burgers hechten meer belang aan de kortetermijngroei van hun economie dan aan de langetermijndreiging van een snel veranderend en opwarmend klimaat. Zelfs al waarschuwen klimaatwetenschappers en moedige politici nu al jaren dat de onvermijdelijke kosten voor aanpassing en omschakeling exponentieel hoger worden met elk jaar dat we echte actie uitstellen. ‘Nooit eerder waren de

tekenen van een opwarmend klimaat zo duidelijk en de wetenschappelijke gegevens hierover zo overvloedig’, schrijft Alma De Walsche verder in dit nummer. ‘En nooit eerder werd al die kennis zo pertinent genegeerd als vandaag.’ Het is niet dat er niets gebeurt. De EU heeft haar doelstelling voor de vermindering van CO2-uitstoot aangescherpt en in november kondigden zelfs de presidenten van de Verenigde Staten en China – de grootste economieën en de grootste uitstoters van broeikasgassen – een akkoord over vrijwillige verbintenissen aan. Het is dat er te weinig gebeurt. Indien het AmerikaansChinese akkoord uitgevoerd wordt – wat met een Republikeinse meerderheid in beide kamers van het parlement vrij onwaarschijnlijk lijkt – blijft het toch onmogelijk de klimaatopwarming te beperken tot de afgesproken 2°C deze eeuw. Specialisten zien deze plannen eerder passen in een 4°C-opwarmingsscenario. En dat, stelde de Wereldbank al twee jaar geleden in het wetenschappelijk gereviseerde rapport Turn Down the Heat, is een scenario dat ongeziene hittegolven en droogtes, overstromingen en orkanen, en daardoor conflicten en armoede zal teweegbrengen. Het is allemaal al zo vaak gezegd dat er, ook in de media, een zekere moeheid is ontstaan. De klimaatverandering is geen nieuws meer. Dat is waar, maar de klimaatverandering is ook niet een probleem zoals we er nog een paar tientallen andere aan te pakken hebben. Het gaat zelfs niet alleen om de sociale én economische kosten van inactiviteit, het gaat om het overleven van de menselijke beschaving zoals we die kennen. En dan is het toch vreemd dat zoveel mensen en beleidsniveaus liever afwachten. Après nous le déluge. Het is nog nooit zo waar en zo cynisch geweest als in deze tijden van aanzwellende klimaatcrisis. Volg op MO.be de klimaatgesprekken en de klimaatconferentie in Lima. Alma De Walsche bericht van ter plaatse.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

3


MO114-004_Inhoud NEW_MO114-004_Inhoud 25/11/14 10:41 Pagina 4

colofon

INHOUD

HET BEGIN VAN DE GESCHIEDENIS trends 6 - 25

verhalen 76 - 98

6

76

In Beeld: Syrië Met de winter voor de deur

In Beeld: Niger West-Afrika is niet alleen ebola

8

78

30 Francis Fukuyama

Opvallende trends deze winter Eerlijke belastingen, pleinrevoltes, islamofobie, verkiezingen in LatijnsAmerika, de sterke man in Europa, delen zonder winstoogmerk

Fiji vecht tegen het wassende water Fiji ligt in de frontlinie van de klimaatverandering. De eilandenstaat ondergaat de gevolgen van stijging van temperatuur en zeewater verontrustend snel.

Interview met de auteur van The End of History?, die een lans breekt voor goed bestuur.

78

84

Investeren in defensie Jonathan Holslag versus Tom Sauer

De schaamte van de kerk Gesprek met Karlijn Demasure, directeur van het Centrum voor de Bescherming van Kinderen, over de schande en de schaamte van de kerk.

12 Reportage Wit-Rusland Een modeldemocratie is Wit-Rusland hoegenaamd niet maar het land is meer dan president-voor-het-leven Loekasjenka, stelt Julie Reniers vast.

28 In Beeld: Sjanghai In China begon de geschiedenis opnieuw.

34 De nieuwe toekomst © Gie Goris

10

focus 27 - 74

Democratie, graffiti, Afghanistan, CERN, digitale revolutie, gemeenschapsgoederen

36 Het begin van vele geschiedenissen Hoe de geschiedenis, dood verklaard in 1989, een kwarteeuw later terug is van nooit weggeweest. Analyse door John Vandaele 44 Reportage Ecuador Alma Dewalsche onderwerpt de revolutie van president Correa aan een duurzaamheidstest.

96

Recensies Nelson Mandela intiem, Afghanistan na 2014, Guantanamo wereldwijd

16

98

58 De eeuw van het

62 Het juiste doen De Duitse socioloog Harald Welzer houdt een pleidooi voor een duurzaam beleid. 66 Museum Europa De EU bouwt aan een gezamenlijk verleden. Dure vergissing? 70 De kracht van verandering Podemos (Spanje) en Syriza (Griekenland) zetten de politiek op haar kop.

88

© Stefaan Anrys

Het Laatste Woord door Hugo Van de Voorde

62

© Bruno en David Cénou

92

56 Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomst In Marokko dagen jongeren de samenleving uit met selfies die criminaliteit suggerreren. Een kreet om erbij te horen, zegt schrijfster Fatima Mernissi. kalifaat

Atjeh: tien jaar na de tsunami Fotografe Matilde Gattoni portretteert in Indonesië overlevers van de tsunami die op 26 december 2004 aan 280.000 mensen het leven kostte.

Reportage Nigeria Nigeria is Afrika’s grootste economie en volkrijkste land. Stefan Anrys sprak met jonge Nigerianen over de toekomst.

pluralistisch’ Pankaj Mishra over koloniale actualiteit en radicaal verzet.

Het uitroepen van de Islamitische Staat in delen van Syrië en Irak maakt het kalifaat brandend actueel.

88

16

52 ‘De toekomst is

74 Lectrr over geschiedschrijving.

Kwartaalcijfers: klimaat Nooit eerder waren de wetenschappelijke gegevens over klimaatverandering zo overvloedig.

4

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Contact Vlasfabriekstraat 11 - 1060 Brussel Tel. 02.536 19 77 - info@MO.be - www.MO.be Hoofdredacteur ❙ Gie Goris Redactie ❙ Stefaan Anrys, Samira Bendadi, Najet Boulafdal, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche en John Vandaele Eindredactie ❙ Herman Jacobs Webredactie ❙ Kilian De Jager, Jago Kosolosky Stagiairs ❙ Hümeyra Cetinel, Charis Bastin, Willem Staes, Thomas Van Roey, Aurélie Hombroukx en Lothar Boeykens Werkten mee ❙ Harald Welzer, Matteo Fagotto, Matilde Gattoni, Tom Sauer, Jonathan Holslag, Hugo Van de Voorde, Julie Reniers, Laurens Cerulus, Lisa Develtere Creatie en vormgeving ❙ Chris Defossez en Inge D’haen Kaarten en grafieken ❙ Dirk Billen Illustraties ❙ Klaas Verplancke, Lectrr, Fatinha Ramos en Jeroen Los Coverontwerp ❙ Klaas Verplancke / www.klaas.be Druk ❙ Roularta Printing Marketing, communicatie en agenda ❙ Jan Buelinckx reclameregie ❙ ADeMAR www.ademaronline.com - 03 448 07 57 Administratie ❙ Dominique De Groote Zakelijke leiding ❙ Wim Depickere Verantwoordelijke uitgever ❙ Frank Beke ISSN 1379-5619 Abonnementen MO* Postbus 360 - 8800 Roeselare Tel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 14 mo@abonnementen.be, www.abonnementen.be Lezersservice, voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement Prijs Jaarabonnement België: 20 euro voor 4 nummers Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen. Betaling Ofwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht. Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 en BIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres. Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart (American

Express, Diners, Eurocard, Visa). • MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht van Wereldmediahuis vzw. Volwaardige leden van Wereldmediahuis vzw zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, Stichting Liedts en Vredeseilanden. Gewone leden zijn FOS, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Trias en Wereldsolidariteit. • MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toegestaan mits bronvermelding en toestemming van de hoofdredacteur.

© Fatinha Ramos

© Matilde Gattoni

24

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

5


MO114-006_INBEELD_MO114_006_INBEELD 25/11/14 10:42 Pagina 6

in beeld

tekst Hümeyra Cetinel beeld Kai Pfaffenbach

Syrië: met de winter voor de deur

Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in maart 2011 zijn naar schatting 9 miljoen Syriërs het conflict ontvlucht. De burgeroorlog eiste ondertussen al meer dan 190.000 doden. The Syria Campaign is een burgerbeweging die meer aandacht wil voor het Syrische conflict. In oktober van dit jaar deed de organisatie een oproep voor handtekeningen en financiële steun met de niet mis te verstane boodschap: ‘Turkije heeft meer Syrische vluchtelingen opgenomen de laatste drie dagen dan Europa in de laatste drie jaar. Vraag Europa om meer te doen.’ Vooralsnog lijken Syrische vluchtelingen inderdaad niet al te welkom in Europa.

meerderheid is intern vluchteling Meer dan 3 miljoen Syriërs zijn gevlucht naar buurlanden Turkije, Libanon, Jordanië en Irak. De overige 6,5 miljoen is vluchteling in eigen land. Ongeveer 150.000 vluchtelingen vonden asiel in Europa. Dat is anderhalve procent van het totaal aantal Syrische vluchtelingen. In België vonden 150 Syriërs een (tijdelijke) thuis. Hulporganisaties zoals Oxfam hekelen de Europese houding tegenover de Syrische vluchtelingencrisis. Europees Commissaris voor Binnenlandse Zaken Cecilia Malmström zei in juli van dit jaar dat Europa meer Syrische vluchtelingen zou moeten accepteren. België heeft beloofd het aantal te verdubbelen maar dat blijft een druppel op een hete plaat.

© Kai Pfaffenbach

Er zijn meer middelen nodig Basisvoorzieningen zijn in de vluchtelingenkampen vaak afwezig. Met de winter op komst dreigt de situatie voor de vluchtelingen nog moeilijker te worden. De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, heeft een nieuw kantoor en een opslagplaats geopend in de zuidelijke Syrische stad Sweida. Men poogt op die manier humanitaire hulp te bieden aan de vele interne vluchtelingen. Het kantoor in Sweida biedt opvang, onderwijs en gezondheidszorg. De UNHCR is verder ook actief in Damascus, Aleppo, Al-Hassakeh, Qamishly, Homs en Tartus. Men helpt waar men kan, maar de middelen zijn niet toereikend.

7


MO114-008_Trendwatchen_MO114-008_Trendwatchen 25/11/14 10:42 Pagina 8

WERELDWATCHEN trends

Opvallende trends deze winter In drie presidentsverkiezingen na elkaar heeft Zuid-Amerika dit najaar zijn sociaal georiënteerde koers bekrachtigd. In Bolivia sleepte Evo Morales een derde ambtstermijn in de wacht. In Brazilië kreeg Dilma Rousseff, zij het heel nipt, een nieuw mandaat. En in Uruguay ziet het ernaar uit dat het Breed Front (Frente Amplio) met Tabaré Vázquez in de tweede ronde van 30 november voor de derde keer na elkaar de overwinning zal behalen. Daarmee hebben de leiders loon naar werken gekregen: ze hielden de economie op koers en verminderden armoede en ongelijkheid. Toch ontbrak het niet aan verhitte politieke discussies en conflicten. Ook de komende jaren zullen Morales en

inhoud van de primeur waren bijzonder vervelend voor de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, die net enkele dagen eerder was aangetreden. Voorheen was hij immers jarenlang premier van Luxemburg. Nadat ICIJ met zijn Offshore Leaks-onderzoek naar belastingparadijzen in 2013 eerlijke belastingen op de agenda van de G20-top zette, zwengelt zijn werk nu het internationale debat over fiscaliteit opnieuw aan. De Oeso krijgt daarmee de wind in de rug voor haar project om tot nieuwe internationale belastingafspraken te komen. Lees het hele dossier en alle details op MO.be. (kc)

8

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

niet verboden. Ik maak me wel zorgen over het langetermijneffect van IS of al-Qaeda 2.0 in een samenleving die sowieso al wantrouwig tegen de islam staat.’ Volgens De Witte hebben media maar vooral politici een grote verantwoordelijkheid om het tij te keren. Alleen is het klimaat er niet naar. ‘In juli, tijdens het Gaza-offensief, roept de burgemeester van Antwerpen op de Belgische joden niet te identificeren met Israël. In augustus zegt die zelfde burgemeester dat de Belgische moslims zich moeten distantiëren van de IS in Syrië en Irak. Compleet onevenwichtig, maar met beide boodschappen oogst hij wel applaus.’ (td)

Rousseff niet op hun lauweren kunnen rusten, want er is fundamentele kritiek, naar aanleiding van samenleven in etnische diversiteit, economische groei versus milieubeleid, historische achterstelling, consumptiedrang en politieke participatie. Het laaghangende fruit is al geplukt – de sociale maatregelen, betaald met extra inkomsten uit natuurlijke rijkdommen. De drie presidenten staan op een tweesprong: ofwel werken aan diepere, structurele veranderingen voor een sociaal en ecologisch duurzame samenleving. Ofwel terugvallen op oude (neoliberale) recepten. (adw)

❱ Delen zonder winstoogmerk Autodelen, gedeeld gebruiken, boekenruilkasten... Het rijtje “deeleconomische” initiatieven die de jongste jaren in het kielzog van de crisis én door het groeiend milieubewustzijn zijn ontstaan, wordt almaar langer. Het concept is even eenvoudig als succesvol. Deel spullen die je niet voortdurend nodig hebt met mensen die er ook gebruik van kunnen maken. Geefpleinen en freecycle-gemeenschappen gaan nog een stap verder. Hier wordt niet geruild of gedeeld, maar gegeven. De geefpleinen willen solidariteit tussen de mensen bevorderen en opnieuw een geefcultuur creëren. De freecyclegroepen hebben dan weer een groeiend succes op sociale media. In Gent en Antwerpen tellen deze gemeenschap-

De gespierde bestuursstijl van Vladimir Poetin lijkt sommige leiders in Europa te inspireren. De Hongaarse premier Viktor Orbán sympathiseert met Poetin: ook hij staat sceptisch tegenover westerse “aberraties” als homorechten en wil ngo’s die buitenlandse steun ontvangen aanpakken. Hij ondertekende – tegen de zin van de Europese Unie - contracten met Rusland voor de bouw van twee kerncentrales. ‘De wind waait uit het Oosten’, liet Orbán onlangs noteren. De Turkse premier Tayyep Erdogan trad dan weer in Poetins spoor door het premierschap in te ruilen voor het presidentschap. In principe is dat een veeleer cere-

© Reuters/Umit Bektas

© Reuters/Damir Sagolj

Kiev struikelden Europese en Amerikaanse politici over elkaar om als eerste of meest uitgesproken pleitbezorger van democratie in beeld te komen. In Islamabad en Hongkong was er minder internationale steun. Drie tips voor succesvolle pleinbezetters: 1. succes lijkt makkelijker tegenover een verzwakte dictator dan tegen een functionele democratie; 2. internationale steun helpt om de interne doelstellingen te realiseren, maar die is afhankelijke van de geopolitieke belangen van het Westen; 3. zorg vooraf voor ordediensten, degelijk materiaal en voldoende financiering – klop eventueel eens aan bij George Soros voor een kredietje. (gg)

❱ De terugkeer van “de sterke man” in Europa

moniële functie, maar Erdogan gaf al te verstaan dat hij een actieve president zal zijn. Erdogan en Poetin staan dicht bij hun respectieve nationale religie en ambiëren een vroeger groot rijk te herstellen. Ook Orbán betreurt dat zoveel voormalige Hongaarse gebieden nu bij de buurlanden horen. De mix van verwijzingen naar de nationale volksaard en het roemrijke verleden, een gespierde invulling van hun mandaat en meer afstand tegenover de westerse democratieën en hun vrijheden is wat deze leiders verenigt. De lakmoesproef is hoeveel ruimte er blijft voor oppositie. (jvd)

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

© Cambio

❱ Zuid-Amerika heeft gekozen

De geweldsexcessen van IS en het fenomeen van de Syriëstrijders hebben tot nu toe niet geleid tot zichtbare groei van de islamofobie in België. Maar die blijft toenemen in Europa, al blijft ze onderbelicht. Dat zegt het Europese Netwerk tegen Racisme. En de berichtgeving over IS en de Syriëstrijders doet het beeld van moslims en de islam geen goed, waarschuwen organisaties. ‘We zien geen directe invloed op het aantal meldingen van strafbare discriminatie, haatboodschappen of haatmisdrijven, maar het haatdiscours is een ander paar mouwen’, zegt Jozef De Witte van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. ‘Beledigen van een religie of een cultuur valt onder de vrijheid van meningsuiting en is

© Reuters/Ueslei Marcelino

❱ Islamofobie groeit

Wie een centraal plein in een belangrijke stad bezet, wordt gehoord door de macht. Dat was de boodschap van Tahrir in 2011. Toch moesten zowel de Spaanse Indignados als de Amerikaanse Occupy-beweging hun tenten afbreken zonder zichtbaar resultaat. Ook 2014 had zijn pleinrevoltes. De Oekraiense opstand op Euromaidan wist president Janoekovitsj van de macht te verdrijven. Een vergelijkbare poging in het Pakistaanse Islamabad bloedde dit najaar echter dood na weken van volgehouden protest. Ook de paraplu-opstand in Hongkong kon de massa’s niet echt op straat houden. Niet alleen het binnenlandse succes van de pleinopstanden is moeilijk voorspelbaar, ook de internationale steun ervoor varieert erg. In

© Reuters/Yves Herman

❱ Pleinrevoltes

Uit een recent onderzoek door ruim 80 journalisten in 26 landen, waar ook MO* aan deelnam, blijkt dat meer dan 340 bedrijven confidentiële belastingafspraken hebben gemaakt met de Luxemburgse overheid. Daardoor liepen andere landen miljarden euro’s aan belastinginkomsten mis. Het nieuws, uitgebracht door het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) met zijn #LuxLeaks-project, sloeg in als een bom, niet het minst in België: ook 26 steenrijke Belgische families en bedrijven hebben in het groothertogdom om fiscale voordelen aangeklopt. De regering-Michel veroordeelde de Luxemburgse praktijken, net als vele andere regeringen wereldwijd. De timing en de

© Tim Meko / Shutterstock

❱ Eerlijke belastingen

pen respectievelijk 35.800 en 22.500 leden. Mensen zoeken niet alleen creatieve oplossingen voor de economische crisis waarin we verzeild zijn geraakt. Ze zijn in veel gevallen op zoek naar manieren om anders met onze economie, maar ook met ons milieu om te gaan. Het westerse consumptiemodel leidt namelijk tot een wegwerpmentaliteit en daardoor ook tot een immense afvalberg. Vlaanderen is nog ver van een deeleconomie af, maar de exponentiële groei van dergelijke initiatieven toont aan dat steeds meer mensen overtuigd zijn van de voordelen van delen. (kdj)

9


MO114-010_Opinie_MO114-010_Opinie 25/11/14 10:43 Pagina 10

OPINIE trends

© Belgaimage/Andy Wolfe

Meer defensie-investeringen voor meer vrede en veiligheid? door Kristof Clerix

De besparingen die regering-Michel I bij defensie wil doorvoeren, beroeren de gemoederen. Op de Navo-top in Wales verbonden alle lidstaten van het bondgenootschap zich er toe om binnen de tien jaar hun defensiebudget te verhogen tot twee procent van hun bbp. Zijn extra investeringen in defensie de juiste keuze om te komen tot meer vrede en veiligheid? MO* vroeg het aan Tom Sauer, hoofddocent aan het Departement Politieke Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen, en Jonathan Holslag, die als onderzoeker verbonden is aan het Brussels Institute of Contemporary China Studies van de Vrije Universiteit Brussel.

‘Rusland vormt géén bedreiging’

‘Ik ben geen pacifist die zegt dat je het leger helemaal moet afschaffen. We hebben een leger nodig. Maar je moet een redelijk evenwicht vinden tussen wat nodig is voor defensie en voor alle andere maatschappelijke doelstellingen en behoeften. Het armoedecijfer in Vlaanderen blijft steken op 15 procent. Dat is schrikbarend hoog, en in Brussel ligt het nog veel hoger – 40 procent van de jongeren in de hoofdstad heeft geen baan. En de gebouwen waar onze kinderen les volgen dateren uit de jaren vijftig, zestig.’

10

‘Het veiligheidsklimaat zal verslechteren’

‘We mogen zeker niet verzanden in een dogmaoorlog. Voor mij is noch de 2% de heilige graal, noch het standpunt van een aantal mensen dat het in Europa best met wat minder kan voor de defensie-uitgaven. Het belangrijkste uitgangspunt is dat defensie niet noodzakelijk als doel heeft om vrede te bewerkstelligen, omdat je dat nooit met wapens kan doen. Wel kan defensie een bijdrage leveren aan de veiligheid van onze Belgische en Europese samenleving. Verder ben ik het ermee eens dat het voor Europa nooit zaak

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

‘Ik denk niet dat het nu het juiste moment is – ook al gelet op de besparingen en de financieel-economische crisis die aanhoudt – om meer te gaan uitgeven aan defensie. Dus stel ik voor om de defensiebegroting te bevriezen. België geeft vandaag de facto ongeveer één procent van zijn bbp uit aan defensie. Dat is genoeg. Twee procent is absoluut onhaalbaar.’ Generaal Delcour, de voormalige stafchef van het Belgische leger, waarschuwde in november op deredactie.be echter voor een ‘uitdovingspolitiek’. Sauer: ‘Als de huidige begroting van defensie ontoereikend is, dan moet het ambitieniveau naar omlaag worden bijgesteld. Het is tijd om af te stappen van een volwaardige defensie met een lucht-, zee- én landmacht die – bijna – alle taken wil waarmaken. We moeten ze niet alle drie blijven doen, te meer daar we in een Europees kader zitten waarbij we afspraken maken en de Europese defensie meer en meer geïntegreerd wordt.’ Investeringen in nieuw materieel wegen zwaar op de defensiemiddelen. Sauer is géén voorstander van een nieuwe generatie Belgische gevechtsvliegtuigen. ‘Die zijn er genoeg in Navo-verband, ook los van de VS. Geen gevechtsvliegtuigen betekent ook eindelijk verlost worden van de inhumane kernwapens op ons grondgebied. Wel moeten we specialiseren in dingen die Europa niet of nauwelijks heeft – denk aan strategische transportfaciliteiten, special forces… Ook bestaat er een grote behoefte aan vredestroepen, die na een interventie het grote werk aanvatten.’ ‘Natuurlijk moeten we ons defensiebeleid afstemmen op de reële bedreigingen. Maar geen haar op mijn hoofd gelooft dat Rusland zo’n reële bedreiging is, dat Moskou de intentie – laat staan de capaciteit – zou hebben om het Westen aan te vallen of tot in Tom Sauer Brussel te wandelen. Wel is er vandaag een probleem in Oost-Oekraïne.’ ‘Ik denk dat wij daar zelf mee schuldig aan zijn. Ons buitenlands beleid – meer bepaald het basisidee dat wij deel moeten uitmaken van een collectief defensiesysteem – is vandaag fundamenteel verkeerd. Eigenlijk hadden we na de Koude Oorlog ons collectief defensiesysteem moeten omvormen tot een collectieve veiligheidsorganisatie. Een mini-VN als het ware, hier in Europa, misschien ook met een rol voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. In ieder geval moest die Navo structureel worden aangepast, en dat hebben we niet gedaan. Integendeel, we hebben ze behouden en uitgebreid. Zo creëer je natuurlijk problemen. We moeten de Navo dan ook omvormen tot een veiligheidsorganisatie en Rusland opnemen als lid.’

‘Vorm de Navo om tot een veiligheidsorganisatie.’

kan zijn om een sterke verdediging te bouwen rondom een zwakke samenleving. Het heeft inderdaad weinig zin om te staan brullen voor meer bewapening als je samenleving zelf verder blijft afbrokkelen.’ ‘Je mag niet aan doemdenken doen, maar de grote trends die zich in de wereld manifesteren zijn bijzonder weinig geruststellend. Je kunt de conflicttheaters een voor een aflopen. Volgens mij is de kans heel erg groot dat het veiligheidsklimaat in onze onmiddellijke omgeving en daarbuiten zal verslechteren.’ ‘Rusland bevindt zich momenteel in een slecht demografisch en economisch klimaat om een nieuwe Koude Oorlog en een nieuwe financiële uitputtingsslag te wagen. Ik ben er dan ook redelijk gerust op dat het conflict in Oekraïne in de komende maanden zal luwen. Wel blijft er één grote factor van onzekerheid: wat zijn de aspiraties van Vladimir Poetin en hoezeer kun je hem als een echte rationele actor beschouwen?’ ‘Harde macht is nooit de enige oplossing. Europa moet in de eerste plaats het partnerschap met Rusland corrigeren, en tegelijkertijd zijn economische invloed versterken in landen als Oekraïne. Voorts moet Europa werk maken van een nieuw economisch paradigma. Het huidige groeimodel loopt op zijn laatste benen – niet alleen in Europa, maar ook internationaal. Als Europa niet snel mee helpt zoeken naar een alternatief, zal het niet alleen intern meer problemen ondervinden, maar zal het ook heel moeilijk in staat zijn om meer stabiliteit in zijn nabuurschap te brengen.’ ‘Dat alles brengt me ertoe bijzonder voorzichtig te blijven in de inschatting van de veiligheid in onze omgeJonathan Holslag ving. En dan heb je nog het grote machtsspel in en rondom de Stille Oceaan, en de vraag hoe zuidelijk Azië en sub-Saharaans Afrika zich verder zullen ontwikkelen. Vraagtekens genoeg, denk ik, die maken dat je veiligheid en defensie ernstig moet nemen.’ ‘Op Belgisch niveau – en ik hoop dat onze nieuwe minister van Defensie dat echt gaat stimuleren – moeten we een grondige analyse maken van waar het met de wereld naartoe gaat. Zekerheden heb je niet, maar ik denk wel dat je een aantal trends kunt aflezen. Op basis daarvan kan je je belangen bepalen. De kwestie is niet zozeer of we meer of minder geld moeten uitgeven aan defensie. De eerste en de belangrijkste vraag is of we überhaupt een stevige defensie nodig hebben. En dan neig ik op dit moment toch naar een stellig ja.’

‘De grote trends zijn weinig geruststellend.’

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

11


MO114-012_WITRUSLAND_MO114-012_WITRUSLAND 25/11/14 10:44 Pagina 12

REPORTAGE TRENDS

verslag dat niet de ultieme waarheid over Wit-Rusland bevat maar in de eerste plaats eerlijk wil zijn, een verslag van aparte indrukken en ontmoetingen in die blinde vlek van Europa, wars van de propaganda – en ook de clichés, hopelijk. Wanneer je de nieuwe supermoderne trein neemt die Vilnius en Minsk verbindt, kan het contrast nauwelijks groter zijn. Er is een duidelijke keuze gemaakt: in Litouwen staan de oude Sovjetmonumenten er triest en verlaten bij, voor zover die niet vernietigd zijn of verbannen naar het “Sovjetdisneyland” in Druskininkai. Zo heb je het Sportpaleis, een ontwerp dat misschien nog het meest wegheeft van een golf, en waarvan elke Sovjetrepubliek er wel eentje toebedeeld kreeg: in Vilnius staat het weg te rotten aan de overkant van de rivier, een lompe herinnering aan bezetting, gruwel en gevangenschap die niemand nog wil zien. Het enige waartoe de Litouwse overheid zich verwaardigde, was een groezelig papiertje laten ophangen met de waarschuwing dat het verboden is er alcoholfeestjes te houden. In Minsk staat krek hetzelfde gebouw – maar dan onlangs nog blakend wit geschilderd, trots en drukbezocht. En niet alleen aan de oever van de Nemiga, ook op de bankbiljetten prijkt dit staaltje van sovjetarchitectuur. Die totaal andere kijk op de geschiedenis aan deze kant van de grens krijgt een stem bij een tentoonstelling gewijd aan sovjetantiquaria. ‘Waar komt u vandaan? O, België! Hier komen veel jonge mensen kijken, maar de meesten komen uit Rusland, die kennen de Sovjet-Unie nog uit de verhalen van hun ouders en grootouders. Misschien hebt u in België ook weleens horen praten over de Sovjet-Unie? De Sovjet-Unie, wel, dat was de tijd vanaf de Wereldoorlogen dat alle volkeren van Litouwen tot Kazachstan in vrede samenleefden.’

Wit-Rusland, een land tussen de plooien

Modern sovjetantiek Er is ook een Wit-Rusland achter de clichés. Nee, een modeldemocratie is het land zeker niet. Geen democratie überhaupt. Maar er is meer dan president-voor-het-leven Loekasjenka (zo heet hij in het Wit-Russisch). Een verslag van een vijfdaags verblijf in een moeilijk te kennen land. door Julie Reniers

Vijf dagen bracht ik in Wit-Rusland door, een land dat hier over het algemeen weinig bekend is, behalve dan in clichés: een vergeten uithoek van ons continent, het rijk der aardappeleters, zoals Jeroen Meus het ons een keer voorschotelde op Eén. Een primitieve halve wildernis, afgesloten van de wereldeconomie en van de zee, ingesloten tussen Polen, de Baltische staten en het “echte” Rusland. “De laatste dictatuur van Europa”, misschien vooral dat. En een dictatuur is het, met politieke gevangenen, een president die nu zijn twintigjarige jubileum viert en zich om de zoveel tijd laat herverkiezen, een uitgebreid netwerk van interne “veiligheidsdiensten” en verklikkers, zonder vrije pers, zonder algemeen betrouwbare informatie of statistieken van de overheid. Daarom ook: een land dat moeilijk te kennen is, en waarvan het onmogelijk is na nauwelijks vijf dagen een volledig beeld te schetsen. Wat volgt is een

‘De Sovjet-Unie, wel, dat was de tijd vanaf de Wereldoorlogen dat alle volkeren van Litouwen tot Kazachstan in vrede samenleefden.’

vernis

12

MOQ • herfst 2014 • www.mo.be

© Nick Hannes

Niks geen verhalen over goelags of dwang hier. De geheime dienst, die haar hoofdzetel heeft in een enorm okerkleurig gebouw met

zuilen en fronton op de centrale laan van Minsk, draagt nog steeds compromisloos de naam KGB. ‘De beweging van het volk zal tot in eeuwigheid leven’, ‘De beweging van het volk is onsterfelijk’ – in metershoge letters staan de slogans uitgespeld op flatgebouwen in de stad. Een stad waar je overigens van de straten kunt eten, zo schoon als die zijn, geen papiertje of hondenpoep te bekennen. Fietspaden langs de rivier, peddelbootjes op het water, kleuters die spelen in en rond de fonteintjes aan het monument voor de sovjetpartizanen. Overal bloemen, en woontorens die, van buitenaf gezien in ieder geval, in betere staat lijken te zijn dan wat je in Brussel bij het Weststation of aan de Papenvest ziet. Is ze dit dan, de communistische utopie, bewaarheid een kwarteeuw na het einde van de superstaat die haar propageerde? Nou nee. Een laagje vernis, een pose lijkt het wel. En het hele land wekt eigenlijk een beetje de indruk te doen alsof: zo zijn alle straatnamen en officiële bordjes in het WitRussisch, maar slechts 20procent van de bevolking spreekt het ook af en toe, Russisch is de gangbare taal. De mevrouw naast me in de trein heeft Wit-Russisch geleerd uit principe. ‘Mijn grootouders vochten in de ondergrondse tegen de nazi’s, voor Wit-Rusland. En nu hebben we met vriendinnen een dichtclubje in het Wit-Russisch opgericht.’ ‘Wat is een moedertaal?’ werpt iemand anders op wanneer ik haar dezelfde vraag stel. ‘Is het de taal die je met je moeder spreekt, of de taal die je verkiest? Als het het eerste is, zou mijn antwoord “Russisch” zijn, maar als je moedertaal een keuze is, is het voor mij het Wit-Russisch.’

buur beer De relatie met Rusland is een gevoelig punt. Naast Oekraïne is Wit-Rusland het echte kleine Slavische broertje ten westen van de beer. Rusland is levensbelangrijk: een groot deel van de inkomsten komt uit de export van geraffineerde olieproducten, en dat op basis van ruwe Russische olie die Minsk ver

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

onder de marktprijs kan aankopen. WitRusland erfde een redelijke industriële basis uit de sovjetperiode, en na een aantal kleine golven van privatisering en hernationalisering is nog steeds driekwart van de bedrijven staatsbezit. Zo’n 70procent van de bevolking werkt voor de staat. Tot 2008 deed de economie het bijzonder goed, met een groei van zo’n 8procent per jaar. Maar vanaf dat jaar kreeg het land enkele rake klappen: de wereldwijde financiële crisis arriveerde, en Rusland schroefde zijn energiekortingen terug. Het resultaat: nulgroei en een inflatie van meer dan 100 procent. De centrale bank hanteerde de hakbijl en besloot dat de WitRussische roebel vanaf nu nog maar de helft waard was. De crisis werd pas echt beteugeld eind 2011, toen president Loekasjenka toegaf aan Moskou en de nationale gasleiding verkocht aan de Russische energiereus Gazprom. De goedkope energieleveringen werden hervat, en er kwamen een paar stevige leningen om de put te dempen. Dat neemt niet weg dat mijn reis begon met even vijf miljoen af te halen – in WitRusland tellen ze in honderdduizendjes, de koers van de nationale roebel staat tegenwoordig op zo’n 13.800 voor één euro. In 2011 trad het land ook toe tot de douaneunie met Rusland en Kazachstan, de eerste fase van Poetins Euraziatische droomproject. Niet dat de Wit-Russen altijd even braaf aan de leiband lopen. Bij momenten weet Loekasjenka de twee machtsblokken waartussen zijn land zich bevindt, het Kremlin en de Europese Unie, bijzonder handig tegen elkaar uit te spelen. En verzekert hij zo zijn regime van een continue geldstroom. Sinds Aljaksandr Loekasjenka in 1994 aan de macht kwam, bij de eerste en meteen ook laatste Wit-Russische verkiezingen die naar westerse normen vrij en eerlijk verliepen, is hij de belichaming van vadertje staat. En hij kan relatief goede cijfers voorleggen: een bnp per inwoner dat een stuk hoger ligt dan in buurland Oekraïne, een scholingsgraad tot zestien jaar van net geen honderd procent, een relatief gelijke verde- ❱

13


MO114-012_WITRUSLAND_MO114-012_WITRUSLAND 25/11/14 10:44 Pagina 14

REPORTAGE TRENDS

❱ ling van de rijkdom, vergelijkbaar met de

Wit-Rusland heeft een bnp per inwoner dat een stuk hoger ligt dan in buurland Oekraïne en een scholingsgraad tot zestien jaar van net geen honderd procent.

© Nick Hannes

Scandinavische landen. Voorwaar, niet zo’n vreselijke dictator. Niet zo’n nachtmerrie als die andere postsovjetdinosaurussen die het contact met de werkelijkheid een beetje lijken kwijt te zijn, zoals Rachmon in Tadzjikistan of de Aliëv-clan in Azerbeidzjan. Een welwillende autoritaire leider zeg maar, die het beste met zijn land voorheeft. Toch?

loekasjenkisme In Vitebsk ontmoet ik Nikolaj*, decorbouwer bij de opera van deze oostelijke stad. Hij is geen fan van de president. ‘Het systeem dat we vandaag hebben, is geen kapitalisme, geen communisme of socialisme, maar “loekasjenkisme”.’ Hij maakt een weids gebaar, om de hele stad te omvatten. ‘Al die nieuwe kerken, terwijl de kwaliteit van de stukken die in de opera en het theater hier gespeeld worden zienderogen keldert. Hij wil de mensen dom houden.’ We wandelen langs de rivier vanaf het Plein van de Overwinning, waar het monument van de Drie Fronten staat ter herdenking van het slagveld dat Vitebsk tijdens de Tweede Wereldoorlog was. Na 1944 stond er nauwelijks nog iets van de stad overeind, de talrijke joden (volgens een volkstelling van vijftig jaar eerder was de helft van de inwoners joods, een van hen de kunstschilder Marc Chagall) werden uitgemoord onder de nazibezetting. Nikolaj wuift naar een bouwput die wat lager ligt. ‘Dat is weer zo’n prestigeproject. Er werken mensen die niet betaald worden, leerkrachten. Ze werden gedwongen door de directie van de school, met de boodschap: als je niet gaat, ben je geen goede burger en verdien je het niet hier les te geven. Dwangarbeid.’ Een verhaal dat ik niet kon controleren. Het sluit wel aan bij een ander dat doet denken aan de donkerste sovjetjaren: werkloosheid zou strafbaar kunnen worden in Wit-Rusland.

vrede, vrede, vrede Vrede is het Wit-Russische sleutelwoord. Na

14

Het hele land wekt eigenlijk een beetje de indruk te doen alsof. de Tweede Wereldoorlog was het land een totale ruïne, vermalen tussen de heen en weer schuivende frontlinies. Ook vandaag nog lijkt dat trauma de basis van Loekasjenka’s propaganda te vormen. ‘Ik of de chaos’ is de boodschap. In Brest, aan de grens met Polen, ontmoet ik Galina*. Het is de stad van de vrede van Brest-Litovsk, het verdrag dat de bolsjewieken na de Oktoberrevolutie sloten met de Duitsers om Rusland van verdere oorlog te vrijwaren, en zo de ruimte te hebben om hun communistische staat uit te bouwen. Het werd ondertekend in het fort van Brest, een plek die twee decennia later opnieuw onder de voet gelopen werd. Vandaag is het een verbijsterend monument. Als je wilt weten waar de Sovjet-Unie zelf voor wilde staan, moet je door die massieve ingang, die bestaat uit een constellatie van betonblokken waarin een ster is uitgespaard. En dan zie je de megalomane sovjetsoldatenkop, 35meter hoog, naast de obelisk met de eeuwige vlam. Galina werkt voor de cultureel-geschiedkundige organisatie die zich met de vesting bezighoudt. Ze studeerde aan de EHU, de Wit-Russische universiteit in ballingschap in Vilnius. Die instelling werd opgericht in Minsk in 1992, en wilde studenten voorbereiden op een nieuw land, vrij van het rigide sovjetonderwijs, dat vooral neerkwam op “luister en herhaal”. Maar dat was buiten Loekasjenka gerekend, en toen hij zijn

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

macht consolideerde, zag de universiteit zich gedwongen te verhuizen om haar onafhankelijkheid te bewaren. Als ons gesprek op het regime en vrijheid komt, glimlacht ze een beetje cynisch. ‘We zijn nog nooit zo vrij geweest als nu. WitRusland is eeuwenlang verscheurd en gedomineerd door Polen, Duitsland, Litouwen en Rusland. Vandaag hebben we ons eigen land, onze eigen taal. Onze eigen tolerantie ook, als het bijvoorbeeld over religie gaat. We hebben twee officiële kerstdagen: 25 december voor de katholieken en protestanten, 7 januari voor de orthodoxen.’ Galina is geen politiek beest, ze is een cultuurmens. Ze trekt op met de mensen van het Vrij Wit-Russisch Theater, een toneelgroep die zich verzet tegen de beperkingen die het regime de kunsten oplegt, en daardoor vooral in het buitenland optreedt. In eigen land treden ze op in kleine flats, bij mensen thuis.

voor elke dag die je in de Europese Unie doorbrengt vijftig euro op je bankrekening hebt staan.’ Om historische en politieke redenen – Polen heeft een broertje dood aan Rusland en doet alles wat in zijn mogelijkheden ligt om de invloedssfeer van de beer in te dijken – hebben de Polen nog een extraatje in het leven geroepen voor de inwoners van Brest: de “karta poljaka”, “Polenkaart”. De grenzen in deze regio waren lange tijd bijzonder onvast, Brest heeft in de geschiedenis een aantal keer van natie gewisseld. Het werd pas definitief deel van de Sovjet-Unie na de Conferentie van Jalta aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Wit-Russen die vandaag een paar woorden Pools spreken, kunnen bewijzen dat hun voorouders op een bepaald moment Pools waren en op het Poolse consulaat “op eer verklaren zich Pools te voelen”, krijgen een soort verblijfs-

vergunning die hun het recht geeft in Polen te werken en te wonen, inclusief een Schengenvisum voor een jaar. In de straat waar het consulaat gevestigd is, staan lange rijen. Wat verderop wordt handel gedreven in verzekeringen, want dat is een van de visumvoorwaarden.

oekraïens scenario? En dan de grote vraag: staat Wit-Rusland op de drempel van een Oekraïens scenario? Of zijn de schone straten en de lage huurprijzen voldoende om het protest binnenskamers en Loekasjenka in het zadel te houden? Bij de presidentsverkiezingen van 2006 en 2010 kwamen mensen op straat, op het hoogtepunt waren er telkens zo’n tienduizend betogers tegen het regime. De Oekraïnecrisis lijkt echter meer zegen dan vloek voor de president. In zijn rol als bemiddelaar en gastheer voor de onderhan-

delingen tussen het Kremlin en Petro Porosjenko leek hij zich kiplekker te voelen: Rusland zal er zich voor hoeden het kleine broertje al te zeer te ontstemmen, en ondertussen kan hij nog eens aantonen hoe het Wit-Russische vredesidee het land behoedt voor de chaos die de buren verscheurt. Veel animo voor revolutie lijkt er niet te zijn – ‘Wij Wit-Russen zijn rustige mensen, dat ligt niet in onze aard, zulk geweld’ is de algemene teneur. Het land is ook niet etnisch en taalkundig verdeeld zoals Oekraïne. Dat is de buitenkant, en die is erg gemoedelijk, een beetje saai haast. Dieper zitten de strafkampen, de politieke gevangenen, de frustraties vermoedelijk. Eén ding is wel zeker: op zijn laatst op de dag dat evenwichtskunstenaar Loekasjenka het voor bekeken houdt, dan gaat het stomen – en zullen we allemaal weten waar Wit-Rusland ligt. *Niet zijn of haar echte naam.

Q

karta poljaka Brest ligt dus aan de grens met Polen, en daarmee ook aan die met de Schengenzone, waarin vrij verkeer van goederen en mensen geldt. Galina vertelt hoe het relatief makkelijk is om een Schengenvisum voor een paar weken te krijgen. ‘Landen als Litouwen en Polen doen er niet moeilijk over om tijdelijke visa aan Wit-Russen te geven. Het grootste probleem is dat je moet bewijzen dat je

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

15


MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:44 Pagina 16

REPORTAGE TRENDS

© Stefaan Anrys

Jongeren onder één afdak in Ikota, een slum in Lagos.

Welke toekomst voor jonge Nigerianen?

In het land van man no man Volgend jaar in februari gaan de Nigerianen naar de stembus. De campagne wordt overschaduwd door aanslagen van Boko Haram. Zelfs de VS kijken er met argusogen naar. Nigeria is immers Afrika’s grootste economie en het volkrijkste land van heel Afrika. De West-Afrikaanse reus kampt echter met groeiende ongelijkheid en corruptie. MO* zocht uit hoe jonge Nigerianen daarmee omgaan. Deel een van een reportage in twee delen. door Stefaan Anrys

16

‘De jeugd is de toekomst van Nigeria’, parafraseert een jonge zakenman het discours van zijn regering. ‘Dat hoor ik al van kindsbeen af. Denken die politici nu echt dat ik ga wachten tot er grijs haar op mijn ballen staat?’ Henry Obi Okeyia is na een lang verblijf in België teruggekeerd naar Nigeria en heeft een jaar lang het land afgereisd. Hij is zijn geloof in vadertje staat al lang kwijt, maar gebruikt niettemin zijn politieke connecties om Belgische bedrijven aan lucratieve contracten in de bouwsector te helpen. De Nigeriaanse bevolking wordt geraamd op tussen de 170 en de 200miljoen: een immense markt voor ondernemers met ballen aan hun lijf, om het op zijn Henry’s te zeggen. Toen in maart Nigeria zijn rekeningen nog eens maakte, bleek het land plotseling de grootste economie bezuiden de Sahara. Sectoren die voordien nooit

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

meetelden, zoals mobiele telefonie, e-commerce en Nollywood (de Nigeriaanse filmindustrie), hadden het bnp opgekrikt tot 510miljard dollar, een stuk meer dan ZuidAfrika (370miljard dollar bnp). Nigeriaanse expats hebben die cijfers echter niet nodig om in te zien wat een potentieel er voor het grijpen ligt. ‘Tegen 2050 zal Nigeria meer inwoners hebben dan de Verenigde Staten. Kunt u zich dat voorstellen?’ vraagt Henry. In Lagos ontmoet ik nog meer jonge returnees: consultants, bankiers of HR-managers, hooggeschoolde emigranten die the Queen’s English spreken en zich al dan niet definitief hervestigd hebben in Lagos of Abuja, respectievelijk de economische en de administratieve hoofdstad van het land. Henry neemt geen blad voor de mond, is vriendelijk en hartelijk, zoals de meeste Nigerianen die ik op mijn reis ontmoet. Van dag twee af val ik als een blok voor dit hartverscheurende en enthousiasmerende land. Onmetelijke rijkdom en ontiegelijke armoede. Eindeloze mogelijkheden en nauwelijks regelneverij. Dat doet iets met een mens.

duik namen. Hoogopgeleide Nigerianen vonden geen werk en raakten gefrustreerd door de corruptie van hun militaire leiders. Volgens sommigen stonden de praktijken van generaal Ibrahim Babangida (1985-1993) model voor de wilde verhalen die 419-fraudeplegers nog altijd opdissen in hun brieven. Have you got something for me? Ik ben amper geland of het clichébeeld wordt bevestigd. ‘Ik heb papier voor u’, zeg ik met een uitgestreken gezicht en geef de douanebeambte mijn paspoort. ‘Ik eet geen papier’, antwoordt hij. Ik ook niet. Ik kom weg met een grap. ‘Aan de corruptie in Nigeria is niets te doen’, geeft een politicus zelf toe. ‘Iedereen wil een greep in de kassa doen en van de ene dag op de andere rijk worden.’ Tonye Amatoru was tussen 2011 en 2014 gemeenteraadslid in Port Harcourt en verdiende

corruptie en 419-mails

naar eigen zeggen maandelijks 650.000 naira (3250 euro), onkostenvergoedingen inbegrepen. “Dat geld was niet alleen voor mij en mijn familie. Aan een werkloze geef je wel eens 1000 naira (5 euro). Dan vraagt iemand 30.000 naira voor het ziekenhuis. Die mensen moet je helpen, want per slot van rekening hebben zij op jou gestemd.’ Port Harcourt ligt in de Nigerdelta, in het zuiden van Nigeria. Shell en andere grote oliemaatschappijen pompen er olie op, maar de hele regio is zwaar vervuild en achtergesteld. Een rapport uit 2011, opgemaakt door het VN-Milieuprogramma, heeft uitgewezen dat een eventuele sanering van Ogoniland – een deel van de Nigerdelta – alleen al 25 tot 30 jaar zou vergen.

In Nigeria is de helft van de bevolking jonger dan achttien jaar. De helft van de bevolking is met andere woorden jonger dan achttien. Het gros van die jongeren is opgegroeid nadat Olusegun Obasanjo in 1999 een einde maakte aan de militaire dictatuur. Helaas hebben die jaren van corruptie en ongelijkheid een lange nasleep. De fraudeuleuze mails uit Nigeria zijn daarvan een van de bekendste manifestaties. Met de valse belofte grote sommen naar je bankrekening te zullen sluizen, vragen zogenaamde “hoogwaardigheidsbekleders” uit Afrika, hoge officieren, bankdirecteuren of weduwen van ex-dictators, je in gebroken Nederlands bankgegevens te sturen of een voorschotje te storten. Google even “Nigerian 419 scams” en je weet genoeg. Het fenomeen is vernoemd naar strafwetartikel 419, dat fraude vervolgt, en ontstond in de jaren tachtig, toen de olieprijzen een

merendeel van de Nigerianen leeft in absolute armoede en het zuiden is ondanks de olierijkdom niet beter af. ‘Wij voeden Nigeria, maar krijgen alleen kruimels’, zegt een groenteverkoopster in Port Harcourt. Het onverharde marktplein in de oude stad ligt er drassig bij, zelfs na het einde van het regenseizoen. Er is weinig werk en het percentage van de olie-inkomsten dat door de federale regering in Abuja wordt teruggestort naar de zes staten die samen de Nigerdelta vormen, blijft bespottelijk laag. In de plaatselijke supermarkt praat ik met hooggeschoolde jongeren die de rekken vullen. ‘Het is mogelijk werk te vinden bij oliebedrijven in Port Harcourt, maar niet zonder connecties. Man no man, zoals wij het zeggen. Wie erin raakt, zal alles doen om zijn familieleden aan een contract te helpen.’ Tonye Amatoru heeft zich na zijn carrière

‘De corruptie is hopeloos. Iedereen wil een greep in de kassa doen en van de ene dag op de andere rijk worden.’

een meisje op het strand Het bnp van Nigeria is de laatste vijf jaar gegroeid met gemiddeld 7 procent, maar tegelijk nam ook de ongelijkheid toe. Het

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

als lokaal politicus ingelaten met illegale oliehandel. Hij voorziet nu jongeren van de nodige logistiek, zoals motorboten, om in de bush illegaal olie af te tappen en te raffineren. Ongezond en levensgevaarlijk, maar soms de enige uitkomst voor verpauperde visserskinderen, wier kreken vervuild en vergiftigd zijn. Ons gesprek wordt vroegtijdig onderbroken als een meisje komt aanzetten met in haar hand een emmer vol groene slakjes. Rachel heeft vrij genomen van school om naar de kreken te roeien en er slakken te plukken. Ze is een hele dag in de weer geweest en probeert de lekkernij nu aan de man te brengen. In haar emmertje drijft een roestig blikje. Eén zo’n portie brengt nog niet eens een euro op. Later die dag zie ik op weg naar de vissershaven een danfo, een minibusje dat als taxi dienst doet, tanken bij een krakkemikkig kraampje waar de illegale brandstof aan de man wordt gebracht. ❱

17


MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 18

REPORTAGE

Jaarlijks zakken duizenden Yoruba’s en andere aanbidders van watergodin Osun af naar Osogbo, één van Nigeria’s laatste heilige wouden.

occupy nigeria Bij aankomst in de hoofdstad van Nigeria begrijp ik de wrevel van de groenteverkoopster beter. Abuja ligt er kraaknetjes bij. Er zijn nauwelijks files op de veel te brede wegen. Overal zie ik groen en bouwkranen steken af tegen een staalblauwe hemel. Toch is dat glas en beton maar schijn, of althans maar een deel van het verhaal. Lawrence Owunna is de kruier van House 14. Wanneer hij mijn koffers naar mijn hotelkamer draagt, is het alweer 24 uur geleden sinds hij van de hotelbaas een maaltijd heeft gekregen. ‘Een hongerige man is een boze man’, citeert hij Bob Marley. Hij is 23 en verdient 23.000 naira, 115 euro, per maand. Daarmee moet hij de bus heen en terug naar huis betalen en op de koop toe zijn drie zussen en broer in de provincie onderhouden. Hij woont in een van de vele sloppenwijken die als een krans om de stad liggen. ‘Als ik kon, ging ik naar het buiten-

land’, zegt hij me wanneer hij me thuis ontvangt. ‘Maakt niet uit waarheen, als er maar met euro’s of dollars wordt betaald.’ Sterke valuta kan hij bij terugkeer inwisselen tegen naira’s en zo een eigen zaak beginnen. Bij de toegang tot zijn sloppenwijk ligt een enorme vuilnisbelt. Elektriciteitskabels hangen als een spinnenweb over de golfplaten daken. ‘Nigeria valt alleen maar niet uit elkaar omdat het een petro-economie is’, zegt Jeremy Weate, een Britse uitgever en mijnbouwconsultant uit Abuja. ‘Wie de macht kan grijpen in Abuja, heeft toegang tot miljarden dollars. Haal olie en gas uit de vergelijking en Nigeria houdt op te bestaan. In dat geval zou de vetpot over vele kleintjes verdeeld moeten worden en is er voor de winnende partij gewoon minder te rapen.’ De eenhoud van het land zou dus onder druk komen, nu internationaal de olieprijzen dalen en Nigeria’s rol als olieproducent tanende is.

Minder olie betekent ook minder overheidsgeld voor de regering, die vooralsnog voedsel en brandstof kunstmatig goedkoop kon houden. Een daling van de overheidssubsidies kan de vlam in de pan doen slaan, zoals in januari 2012, toen liefst één miljoen Nigerianen op straat kwamen uit protest tegen een plotselinge verdubbeling van de brandstofprijs. De eerste Occupy Nigeria was een feit. Weate: ‘Het klopt dat die betogingen maar een paar weken geduurd hebben, maar de schrik zit er sindsdien goed in bij onze leiders. Er hoeven alleen maar een paar subsidies te worden geschrapt en het protest zal weer in alle hevigheid oplaaien.’ Dat valt nog te bezien. Nigerianen mogen dan wel al een rebels kantje hebben, ze zijn na jaren dictatuur en hardhandige ordediensten ook bang. Bovendien sneuvelt niemand graag voor een verloren zaak. Wie met het hoofd een kokosnoot breekt, zal nooit genieten van zijn smaak.

Q

Wanneer rijk en arm tegen elkaar aanschurken

Area boys, straatraces en hekserij

Jongeren kijken naar een voetbalmatch op het drassige marktplein in Port Harcourt.

© Stefaan Anrys

© Stefaan Anrys

TRENDS

18

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Al weert men bedelaars, venters en motortaxi’s uit het straatbeeld, toch zitten rijk en arm in Nigeria heel dicht tegen elkaar aan. Deel 2 van onze Nigeria-reportage: MO* ging kijken bij de area boys in Lagos, de straatracers in Abuja en dook een kerk binnen in Port Harcourt. Rijke en arme jongeren: een gedwongen samenlevingscontract, doortrokken van afkeer en verlangen, angst en medeplichtigheid.

Olubukoza Macarthy, Pele voor de vrienden, is een kale man met harde trekken. Hij is naar eigen zeggen CSO van Freedom Park, Chief Security Officer. Ons is verteld dat hij een van de area boys is uit de wijk rond Broad Street en Marina. We zijn in Ikoyi, een van Lagos’ duurste wijken. Lagos telde aan het eind van de achttiende eeuw 5000 inwoners, maar is intussen een megalopolis met een geschatte bevolking van tussen de 17 en de 21 miljoen. Freedom Park is een oase van rust en cultuur in een van de duurste hoogbouwwijken van Lagos. In 2011 werd van dit terrein waar vroeger een Britse gevangenis stond een heritage centre gemaakt, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Nigeriaanse onafhankelijkheid. Theo Lawson is de architect: ‘Het terrein heeft lang braak gelegen, omdat de opeenvolgende militaire regeringen altijd andere projectontwikkelaars wilden plezieren.’ Freedom Park is ommuurd en omvat onder meer een restaurant en café, een museum en repetitielokalen. Waar vroeger de galg stond, staat vandaag een ❱

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

19


MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 20

REPORTAGE TRENDS

❱ podium. De Duits-Nigeriaanse zangeres

Nneka is zopas ingevlogen en paradeert met haar adembenemende afrokapsel langs de haagjes die de oude celmuren verbeelden. ‘Noodgedwongen hebben we de area boys uit de buurt moeten aannemen als parkwachters’, zegt Theo, ‘want dit was hun terrein. Vandaag beschouwen zij Freedom Park als van hen en vallen zij niemand lastig. Integendeel. Sinds zij onze security officers zijn, houden ze andere amokmakers weg.’ Zogenaamde area boys bestonden eigenlijk al onder de Britse bezetter, maar maakten vooral in de jaren negentig de straten onveilig, door bewapend met zwepen, riemen en stokken geld te eisen van passanten. De mannen en vrouwen aan wie Pele me ’s anderendaags voorstelt, in Broad Street en langs de Marina, zien er ongevaarlijk uit. Sommigen werken als ambtenaar of chauffeur. Heel anders dan de werkloze area boys in de wijk Isole Eko, die naar verluidt bewapend zijn door politici. ‘Om met het oog op

de verkiezingen van volgend jaar hun vuile klussen op te knappen en opposanten uit te schakelen’, weet Pele. Iemand biedt me schnapps aan in een zilveren scheurzakje en ik steek een sigaret op. De sfeer is ontspannen. Adelaja, die zichzelf de koning van de boys noemt, draagt glimmend zwarte schoenen en verrast mij door zijn belezenheid. ‘Ze noemen mij area boy, maar kijk nu toch. Ik ben godbetert vijftig jaar’, sakkert hij. ‘Politici behandelen ons als vuil, terwijl zij wel over onze ruggen in weelde baden! We mogen stemmen, maar nooit krijgen wij een stuk van de taart.’ Hij klaagt over de slechte staat van de wegen, de constante stroomstoringen en de gebrekkige gezondheidsvoorzieningen op Lagos Island.

stroper wordt boswachter Door werkloze area boys nu in te schakelen in Lastma en KAI, meent de regering van Lagos State twee vliegen in één klap te slaan. Lastma staat voor Lagos State Traffic

Management Authority. Samen met hun collega’s van KAI, Kick Against Indiscipline, surveilleren zij in opdracht van het lokale bestuur de straten. Ze jagen straatventers weg of beboeten doorroodrijders en andere verkeersovertreders. Zij krijgen een inkomen, de staat heft belastingen en de verkeersdoorstroming in Lagos verbetert. ‘Sinds er heel wat van hen bij Lastma werken, zijn er aanzienlijk minder problemen’, weet Ijeoma Nwachukuru. Zij werkt voor Bethesda, een organisatie van de pinksterkerk die een schooltje runt in de sloppenwijk Ikota bij Lekki, het nieuwe stadsdeel van Lagos. ‘Helaas zijn niet alle straatjongens hun oude streken verleerd.’ In de krant lees ik dat er aardig wat Lastma-boys in de cel zitten. Ook Ikota heeft zijn gevaarlijke buurtjongens. Area boys wordt verweten dat ze gewelddadig en corrupt zijn, zelfs in hun uniform van Lastma of KAI. Anderzijds profiteren chauffeurs ook van die speelruimte. In Why Radio DJs are Superstars in Lagos beschrijft A. Igoni Barrett hoe een stel terechtkomt in

de go slows: de beruchte files van Lagos. Syreeta, de vrouw in het verhaal, hoopt na een verkeersovertreding makkelijk weg te komen met een steekpenning aan that Lastma guy. De auteur laat in het midden of het haar lukt. ‘Lagos is bipolair’, vindt Barrett. Hij is een van de schrijvers die zijn gelecteerd voor het in Port Harcourt gepresenteerde Africa 39, een bloemlezing met jong Afrikaans schrijftalent onder de 39 jaar. ‘Lagos is chaos, maar daaronder zit structuur. Er

‘Lagos is chaos, maar daaronder zit structuur. Er staan amper wegwijzers en toch vindt iedereen zijn weg.’ staan amper wegwijzers en toch vindt iedereen zijn weg.’ Het is een stad van stilzwijgende afspraken, van compromissen, van grijswaarden en grijze zones. ‘Met onze graad van ongelijkheid had Nigeria allang moeten ontploffen, zoals Somalië. Toch gebeurt dat niet. Ik krijg er kop noch staart aan.’

20

© Stefaan Anrys

© Stefaan Anrys

straatraces in abuja

(links) Elke zondag komen jongeren in Abuja bijeen tijdens illegale streetraces. (rechts) Lawrence heeft zijn eigen stek in een slum van Abuja.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

naar de races. ‘Pure verkwisting. Zeg nu zelf. Twee nieuwe achterbanden stukrijden in geen drie minuten, terwijl veel toeschouwers geen nagel hebben om hun gat te krabben?!’ Zijn collega’s hebben in kranten en online media al vaker afgegeven op de illegale straatraces, die op de koop toe levensgevaarlijk zijn voor de omstaanders. ‘Is dit nu het leiderschap dat we willen promoten? Die gasten geven het slechte voorbeeld.’ Wanneer de chauffeurs uit hun wagens

In een buitenwijk van Abuja, vlak bij het gloednieuwe Turkse ziekenhuis Nizamiye, komen de telgen van de politieke en economische elite elke zondagmiddag rondjes rijden met hun dure auto’s. Op een weinig bereden asfaltweg draaien ze driftig in het rond tot hun banden klappen en het publiek – meestal onbemiddelde Nigerianen uit de buurt of de sloppen rond Abuja – aan het juichen gaat. De verlaten weg draagt de littekens van remsporen. Opeengepakt in de zwarte mensenzee zien we rond vijf uur de grote lichten van een metallic Mercedes E vervaarlijk snel onze richting uitzwenken. De motor loeit en de geur van verbrand rubber prikt in mijn neusgaten. ‘Een schande’, roept Uwaisu Idris. Uwaisu is de Hausa-sprekende correspondent voor Deutsche Welle, de Duitse openbare wereldomroep die ook actief is in Nigeria. Op mijn verzoek heeft hij me meegenomen

stappen, gedragen ze zich inderdaad als chiefs. Ze stappen met rustige tred op me af, schouder aan schouder, in het midden van de verlaten weg, onder de nieuwsgierige blikken van honderden toeschouwers. Slechts één van hen, een zekere Sir Runs, wil mij kort te woord staan. De anderen willen zelf geen interviews geven zolang hun voorzitter niet gearriveerd is. Voor Sir Runs is het louter een uitlaatklep, een verzetje na een drukke werkweek. ‘Op één avond 500 euro weggooien aan drank en vrouwen? Dan zit ik liever achter het stuur van mijn BMW.’

rolex en mercedes Ik stel mij voor hoe de toeschouwers met afgunst naar deze parvenu’s staren en niettemin gebiologeerd zijn door de rijkdom die ze uitstralen. De bijna tastbare nabijheid van zoveel glamour verschaft de bezitlozen misschien even de illusie dat zoveel glitter op hen zal afstralen. Nigerianen hebben een haat-liefdeverhouding met geld én met hun elite, weet Baba Tunde, een journalist uit Lagos. ‘Nergens worden zoveel Mercedes G-modellen verkocht als in Nigeria’, zegt Tunde. ‘Het lijkt wel alsof wij Nigerianen met een minderwaardigheidscomplex kampen en overcompenseren. Een discreet horloge is niet goed genoeg. Het moet een knoert van een Rolex

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

zijn.’ Al mag iedereen druk in de weer zijn met ritselen om de dag door te komen, toch is het fout om Nigerianen van geldzucht te betichten. Jongeren vallen beslist voor de verlokkingen van het geld – wie is daar helemaal ongevoelig voor? –, maar toch klinkt, zacht of minder zacht, hun afkeer van zoveel ongelijkheid en corruptie. Seculiere ngo’s, zoals het bewonderenswaardige LEAP Africa, helpen young potentials om goed van kwaad te onderscheiden en religieuze organisaties preken goede zeden en vooral hoop, in barre tijden. ‘Vandaag verandert jullie peil’, roept Ene Nkechi, de pastor van de Carpenter Church in Port Harcourt. Aan haar gehoor van duizenden gelovigen vraagt ze met dwingende stem: ‘Hoe moet jullie peil veranderen?’ Ook ik durf niet anders dan mijn duim op te steken. ‘Ja, jullie peil gaat omhoog.’ Morgen kan nooit slechter zijn dan vandaag, besluit ze tevreden. Het klopt dat pinksterkerken behalve spiritueel heil ook materiële welvaart in het vooruitzicht stellen. Hun toenemend succes in het Zuiden is echter ook te wijten aan het morele en politieke verval, de ongelijkheid en de corruptie. Niet toevallig hangen er in de straten van Port Harcourt meer affiches voor pinksterkerken dan voor politici, terwijl we toch voor de verkiezingen van volgend jaar staan.

baby in een vijzel Pinksterkerken en Boko Haram, area boys en burgerwachten, etnisch nationalisme en militantisme, studentenbendes of secret codes, ja zelfs hekserij wordt door sommige wetenschappers in verband gebracht met de stijgende ongelijkheid in Nigeria. Een heks werd vroeger gezien als iemand die zijn eigen kinderen of verwanten opat om na afloop, boem pats, gezegend te worden met rijkdom. Hij of zij deelde dus niet in zijn geluk, maar teerde voor zijn eigen winstbejag op zijn eigen vlees en bloed. In veel traditionele samenlevingen mocht je rijk worden als je de familie of de clan maar ❱

21


MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 22

REPORTAGE TRENDS

❱ liet delen in je welstand. In ruil verkreeg je

prestige en bleef de ongelijkheid tussen de verschillende leden van je samenleving binnen de perken. In dat opzicht is de zelfzuchtige kapitalist dan ook een anomalie, een “heks”. In de kranten lees je wel vaker over afgehakte hoofden of babylijkjes die ergens in het land gevonden zijn, zogenaamd gebruikt tijdens occulte rituelen die de klant

Online extra’s op MO.be • Boko Haram, studentenbendes & Occupy Nigeria. Jonge schrijvers vertellen hun verhaal • LEAP leert young potentials ethisch zakendoen • Van Fela tot Nneka: muziek uit Naija • Mode-ontwerpers stoppen traditie in nieuw kleedje • ‘Olie houdt Nigeria samen’ (Jeremy Weate) • Africa39 bundelt jong schrijftalent uit sub-Saharaans Afrika. • schrijver Ben Okri geeft reistips voor Nigeria.

Abuja dat hij een goedbetaalde overheidsbaan zou krijgen. Nadat hij door vier mannen was ontvangen, moest hij zich helemaal uitkleden en een wit gewaad aantrekken. Hij werd naar een kamer gebracht waar hij met een stamper een levende baby moest verbrij-

‘Met onze graad van ongelijkheid had Nigeria allang moeten ontploffen, zoals Somalië. Toch gebeurt dat niet.’ op slag rijk moeten maken. Ook Nollywoodfilms zoals Jujuwood zijn doorspekt met wel erg verwrongen verwijzingen naar Nigeria’s rijke traditie. Zelfs Tunde hecht geloof aan dit soort verhalen: ‘Ik weet van een vriend in

22

zelen. Die lag in een vijzel waar wij gewoonlijk yamswortel in stampen. Hij is gevlucht.’ Of dit soort broodje-aapverhalen waarheidsgetrouw zijn of niet doet er weinig toe, vindt Igoni Barrett, die deze en andere ver-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

halen verwerkte in zijn verhalenbundel From Caves of Rotten Teeth. Enerzijds drukken de verhalen het afgrijzen van Nigerianen uit over de schrijnende ongelijkheid en de willekeur waarmee de petrodollars verdeeld worden. Anderzijds spreekt er ook fascinatie uit: wat als het manna mij ooit ten deel valt? ‘Even afzien of vreselijke dingen doen lijkt voor sommigen aanlokkelijker dan knokken voor je baan.’ Niet zo verrassend, denk ik dan, in het land van man no man, waar connecties je toekomst mee bepalen.

Q


MO114-024 Kwartaalcijfers_MO114-024 Kwartaalcijfers 25/11/14 10:45 Pagina 24

De kwartaalcijfers Klimaat bedreigt pensioen?

Ik ga naar Lima en ik neem mee... door Alma De Walsche Nooit eerder waren de tekenen van een opwarmend klimaat zo duidelijk en de wetenschappelijke gegevens hierover zo overvloedig. En nooit eerder werd al die kennis zo pertinent genegeerd als vandaag. Toch is de enige hoop op vooruitgang op de Klimaattop in Lima, Peru, dat politici de cijfers bekijken en ernaar willen handelen.

Atlanta, VS

Barcelona, Spanje

Jim Yong Kim, voorzitter van de Wereldbank, vergeleek klimaatverandering met de ebola-epidemie: bij beide problemen komt de internationale gemeenschap te laat in actie en dat onvermogen kost mogelijk miljoenen mensenlevens. MO* vat enkele belangrijke vaststellingen uit het jongste klimaatrapport samen en signaleert nieuwe inzichten.

Een opwarmende wereld Uit het recentste rapport van het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) van de VN blijkt dat de opwarming sneller gaat dan verwacht: tussen 2002 en 2011 kromp de Groenland ijskap zesmaal sneller dan gemiddeld in het vorige decennium ook de ijskap van Antarctica smelt vijfmaal sneller dan vorig decennium de zeespiegel stijgt met 3,17 mm per jaar. De vorige eeuw steeg de zeespiegel met gemiddeld 1,78 mm per jaar. Met de huidige uitstoot stevenen we af op een opwarming van 4 tot 6°C, volgens onderzoekers van het Tyndall Centre. We zouden al in 2046 een opwarming van 2°C kunnen bereiken. vorig jaar overschreed de concentratie van broeikasgasdeeltjes in de atmosfeer de 400 ppm (deeltjes per miljoen). Als we de temperatuurstijging willen beperken tot 2°C, mag de concentratie de 450 ppm niet overschrijden. Maar volgens klimaatexperts als James Hansen en Bill McKibben, daarin gevolgd door de kleine eilandstaten, is 2°C al te veel en moeten we ons focussen op 1,5°C, wat neerkomt op een concentratie van niet meer dan 350 ppm. De olie-industrie blijft een enorme subsidieslurper: wereldwijd gaat nog steeds zo’n 1,4 biljoen euro overheidssubsidie naar deze belangrijke bron van broeikasgasuitstoot.

24

Om de opwarming onder de 2°C te houden, mag er maximaal nog 565 tot 886 gigaton CO2 bijkomen in de atmosfeer. Concreet komt dat erop neer dat nog maar 20procent van de nu bekende reserves van fossiele brandstoffen opgebruikt mag worden. De overige 80 procent, waar oliebedrijven nu al reële investeringen in doen, moet onder de grond blijven. Toch hebben de top tweehonderd olie-, gas- en mijnbedrijven in 2013 nog 530miljard euro in de zoektocht naar nieuwe voorraden fossiele brandstoffen gepompt. Indien werkelijk beslist wordt dat al die voorraden niet meer mogen worden aangeboord, dreigt de beurswaarde van deze bedrijven meteen in te storten. Op 31 december 2013 vertegenwoordigden de aandelen in de tien grootste oliebedrijven een waarde van 1,4 biljoen euro. Bij zo’n crash zouden ook de investeringen in de olie- en gasindustrie van pensioenfondsen waardeloos worden. Het Overheidspensioenfonds van Noorwegen heeft al een groep experts aangesteld om de portefeuilles te analyseren en risicokapitaal uit de olie-en gasindustrie weg te halen. Het Noorse Pensioenfonds Storebrand besliste vorig jaar zijn investeringen in negentien olie-en gasbedrijven weg te halen wegens het toekomstrisico. Het Zweedse Pensioenfonds AP4 besloot om dezelfde reden zijn investeringen in koolstofintensieve bedrijven te reduceren en het Pensioenfonds AP2 trok zijn aandelen in twaalf steenkoolbedrijven en acht olie- en gasbedrijven terug, in totaal voor een waarde van 116miljoen dollar. Ook de Zweedse stad Örebro haalde haar investeringen weg uit fossielebrandstofindustrieën, voor een waarde van 225miljoen euro. De Nederlandse ASN Bank heeft zichzelf tot doel gesteld om tegen 2030 in al haar investeringen “koolstofneutraal” te zijn.

Het groene klimaatfonds 10 km

10 km

Steden maken het verschil Tegen 2030 woont 60procent van de wereldbevolking in steden. Steden staan nu al voor 70procent van de broeikasgassen, hoewel ze slechts 2procent van het landoppervlak beslaan. Een recent rapport van de Global Commission on the Economy and Climate, Better Growth, Better Climate, stelt dat steden de komende vijftien jaar 2,3 biljoen euro kunnen uitsparen in infra-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

structuuruitgaven als ze compact en klimaatbestendig bouwen. De organisatie van het openbaar vervoer in de groeiende steden is van cruciaal belang voor het beheersen van de uitstoot. Atlanta (VS) en Barcelona (Spanja) hebben ongeveer evenveel inwoners en een vergelijkbare levensstandaard, maar Atlanta stoot tienmaal zoveel broeikasgassen uit afkomstig van transport als Barcelona.

Op de klimaattop van 2010 gingen de rijke landen akkoord met de afspraak dat overheden en privé tegen 2020 jaarlijks 100miljard dollar zouden samenbrengen voor klimaatfinanciering van de arme landen. Tot nog toe is er slechts 2,3miljard dollar toegezegd, wat nog fors onder de 10miljard dollar ligt die VN-secretaris generaal Ban Ki Moon vooropgesteld had om tegen het einde van dit jaar in te zamelen. Privébanken hebben beloofd voor 20miljard dollar groene obligaties uit te geven, en dat tegen 2015 op te trekken naar 50miljard. Verzekeraars beloofden om tegen 2015 hun groene investeringen te verdubbelen, tot 82miljard dollar. Frankrijk en Duitsland beloofden een miljard dollar de komende jaren, Zwitserland en Zuid-Korea 100miljoen dollar, Tjechië 5,5miljoen dollar. Denemarken trekt 70miljoen uit en Noorwegen 33miljoen dollar. België beloofde om tussen 2010 en 2012150miljoen euro te storten, maar dat bleef beperkt tot 92miljoen in 2012. In 2013 kwam daar nog eens 3,35miljoen bij, maar dit jaar heeft ons land nog geen nieuwe toezegging gedaan.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

25


MO114-027_Binnencover _MO114-027_BINNENCOVER 25/11/14 10:46 Pagina 27

FOCUS

Het begin van de geschiedenis 28 In China herbegon de geschiedenis 30 Francis Fukuyama vreest het einde van het regeren 34 De nieuwe toekomst 36 Het begin van vele geschiedenissen 44 Ecuador: het Correaanse model 52 Pankaj Mishra: de toekomst is pluralistisch 56 Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomst 58 De eeuw van het kalifaat? 62 Geschiedenis zonder groei 66 Het museum van Europa 70 Podemos en Syriza: de kracht van verandering

© coverillustratie Klaas Verplancke / www.klaas.be

74 Lectrr

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

27


MO114-028_INBEELD_MO114_028_INBEELD 25/11/14 10:46 Pagina 28

in beeld

door John Vandaele foto Mads Nissen

In China begon de geschiedenis opnieuw

© Mads Nissen

Als er één land is dat zijn eigen geschiedenis en die van de wereld herschreef de voorbije 25 jaar, dan wel China. Het land tekende voor de snelste economische ontwikkeling en de grootste verstedelijkingsgolf uit de menselijke geschiedenis. Honderden miljoenen mensen die generaties lang aan het voorvaderlijke land of dorp waren gebonden, waar ze zo’n klein stuk land bewerkten – zo gaat dat in het volkrijkste land ter wereld – dat ze daar nooit welvarend konden van worden, trokken naar de stad, waar ze ander emplooi vonden. Waarom vonden ze daar werk? Omdat China door zijn opname in de wereldeconomie het atelier van de wereld werd. Multinationals aller landen verenigden zich in hun lange mars naar China. Gevolg: uw hemd, i-Pad, gsm of kerstversiering worden tegenwoordig massaal in het Rijk van het Midden geproduceerd. China wordt wellicht dit jaar al de grootste economie ter wereld. Maar vooral in China zelf is de verandering zichtbaar. Waar Beijing in 1989 nog een fietsstad was, verlammen nu enorme files het verkeer, ondanks de razendsnelle bouw van het grootste metronet ter wereld. Milieuvervuiling en groeiende ongelijkheid zijn de keerzijde van de economische bloei: China is ’s werelds grootste producent van broeikasgassen. De boom steunt vooral op de bouw van massaal veel nieuwe steden: overal in China werd in een ongelooflijk tempo hoogbouw opgetrokken om de nieuwe stedelingen te huisvesten. Daarvoor moeten vaak oude wijken tegen de grond, waarvoor dan eendere rijen betonblokken in de plaats komen. De vraag bij dat alles is of de rijker wordende Chinezen hun autoritaire bestuursmodel blijven aanvaarden. China was zo succesvol als leverancier van goedkope maar relatief goed geschoolde arbeidskrachten dat het die rol nu al ontstegen is. Onlangs raakte bekend dat China dit jaar voor het eerst zelf meer buitenlandse investeringen zal doen in de rest van de wereld dan omgekeerd. Overal ter wereld beleeft de Chinese aanwezigheid een stormachtige opgang. Of en hoe dit opkomende China zich kan inpassen in de wereldorde die zich voor de 21ste eeuw ontwikkelt, daarover zal de komende 25 jaar nog veel te doen zijn.

29


MO114-030 Interview Fukuyama_MO114-030 Interview Fukuyama 25/11/14 10:48 Pagina 30

INTERVIEW FOCUS

Francis Fukuyama vreest het einde van het regeren

‘Goed bestuur is moeilijker dan democratie’ Francis Fukuyama zag na de val van het communisme het einde van de geschiedenis opdoemen. Een deel van wat hij toen schreef, is achterhaald. Dat geeft hij zelf ook toe, maar democratie blijft de norm, vindt hij. In de loop der jaren ging hij steeds meer wijzen op het belang van goed bestuur: ‘We lijden nog steeds onder Reagans erfenis, die zo laatdunkend deed over besturen.’

Een tekst kan het leven van een mens veranderen. Francis Fukuyama is in dat geval. In 1989 publiceerde hij in het Amerikaanse tijdschrift The National Interest zijn artikel The End of History? en toen de Berlijnse Muur enkele maanden later viel, werd hij wereldberoemd. De val van de Muur betekende volgens hem dat kapitalisme en democratie voor altijd het model zouden zijn. De naam Fukuyama zal voor altijd met het einde van de geschiedenis verbonden blijven, ook al schreef hij intussen boeken die aantonen dat hij niet de eendimensionale verdediger van het kapitalisme en de westerse democratie is die hij in 1989 leek. Het gewicht van dat verleden blijkt als we hem bellen voor een interview over zijn nieuwe boek De oorsprong van de politiek en verwijzen naar de lezing ‘De terugkeer van de geschiedenis’ die hij in Amsterdam zal

30

geven. Fukuyama hoort het in Keulen donderen: ‘Hebben ze er die titel aan gegeven?’ Er ontsnapt hem een kleine zucht: hij lijkt er niet helemaal tevreden mee. Het zijn dezer dagen zonder twijfel soms vervelende tijden voor wie 25jaar geleden het einde van de geschiedenis uitriep. Ook wij willen natuurlijk, een kwarteeuw na de feiten, beginnen bij zijn vaststellingen van toen. Lijkt het er inderdaad niet op dat de geschiedenis terug is? Francis Fukuyama: Het zijn niet echt goede tijden voor de democratie, dat klopt. 2014 is een moeilijk jaar. De geopolitiek is terug. Twee grote autoritair geleide staten, China en Rusland, stellen zich assertief op en stellen territoriale eisen. Islamitische Staat veroverde grondgebied in Syrië en Irak; ook dat is niet meteen een democratische beweging. Dat is een uitdaging voor het Wes-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ten. Temeer omdat de democratieën het niet zo goed gedaan hebben de jongste tijd. Zowel de VS als de EU reageerden niet krachtig op de financiële crisis. De financiële sector behoudt zijn greep op de politiek. De democratie gaat op zijn minst door een moeilijke periode.

Francis Fukuyama: ‘2014 is een moeilijk jaar. De geopolitiek is terug.’

Weerlegt dat uw stelling niet? Francis Fukuyama: Je moet dat in perspectief zien. Tussen 1970 en nu steeg het aantal democratieën van 35 naar 120. Zelfs al gaan we nu door turbulente tijden, tot nader order blijft de democratie – bij gebrek aan beter – dé bestuursvorm. Het einde van de geschiedenis heb ik nooit op een mechanistische manier bedoeld: natuurlijk zullen er dingen blijven gebeuren. Wat ik wilde zeggen is dat de toekomst van de geschiedenis de democratie is. Dat is nog steeds het geval. Of gelooft u dat het socialisme de toekomst heeft? Of het Poetinisme? Of het kalifaat? Denken we echt dat veel Japanners of Brazilianen zich daardoor aangesproken voelen? Ik denk van niet.

Het Chinese model lijkt ontwikkelingslanden als Rwanda of Ethiopië wel te inspireren. Francis Fukuyama: Dat is de plausibelste kandidaat. Al worstelt ook China onder de oppervlakte van zijn half-kapitalistische systeem met spanningen. De vraag is of de

© Reuters/Larry Downing

door John Vandaele

geschiedenis op dat model afkoerst. Het Chinese model is sterk verbonden met de Chinese cultuur.

U stelde voorop dat democratie en kapitalisme voortaan het model zouden zijn, maar er zijn grote spanningen tussen de twee. Het lijkt geen goed stel. De ongelijkheid is door het globale kapitalisme zo sterk toegenomen dat ze de democratie bedreigt. Francis Fukuyama: Die enorme ongelijkheid bedreigt inderdaad de democratie. De oligopolistische elites hebben greep op de politiek, waardoor die laatste erg polariseert. Populisme tiert welig en de instabiliteit neemt toe.

Maar u schreef toen dat het klassenprobleem in de VS was opge-

lost, dat het de egalitaire samenleving was zoals Marx die had gedroomd. Francis Fukuyama: Ik zou dat vandaag niet meer zeggen. Ongelijkheid is overigens een mondiaal probleem dat veroorzaakt wordt door globalisering en technologie. Europa verzet zich met zijn grote herverdeling voorlopig vrij goed tegen die ongelijkheid, maar de vraag is of het dat financieel kan volhouden. Dat weet ik dus niet. Een andere vraag is of je de middenklassebanen kunt beschermen zonder aan groeipotentieel en concurrentievermogen te verliezen.

Als je het niet doet, dreigt het draagvlak voor de globalisering te verdwijnen. Populistische partijen stellen vragen bij migratie, vrijhandel, vrij kapitaalverkeer… Francis Fukuyama: Het klopt dat de meeste

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

populistische bewegingen steunen op de angst van de lagere klassen om hun baan te verliezen. Maar betekent dat dat de democratie niet langer het ideale model is? Ik zie geen alternatief. Autoritaire regimes geven evenmin een antwoord op de globalisering en haar gevolgen. Klopt het dat globalisering en ongelijkheid de democratie bedreigen? Ja. Het beste is dat we in de context van de democratie herverdelings maatregelen nemen zonder dat die kansen vernietigen.

Dat is ook wat Thomas Piketty voorstelt, al wijst hij er wel op dat je, om dat goed te doen, internationale samenwerking nodig hebt. Francis Fukuyama: Zijn voorstel van een mondiale vermogensbelasting vergt onrealistisch veel internationale samenwerking. Al worden er de voorbije jaren stappen ❱

31


MO114-030 Interview Fukuyama_MO114-030 Interview Fukuyama 25/11/14 10:48 Pagina 32

INTERVIEW FOCUS

❱ vooruit gezet in dat verband. Belas-

tingparadijzen staan onder druk om transparanter te worden. Er is meer druk op staten om financiële informatie uit te wisselen.

U noemt democratie wel het einde van de geschiedenis, maar hebt er geen heilsverwachtingen over. Francis Fukuyama: Er zijn veel spanningen tussen democratie en goed bestuur. Zowel in democratieën als in autoritaire systemen is er corruptie. Er zijn autoritaire systemen waar de leiders vooral aan hun eigen belangen denken, neem Zimbabwe of NoordKorea, maar er zijn er ook waar de leiders handelen vanuit een besef van het algemeen belang, zoals in Singa-

ren gaan, in de VS maar ook in delen van de EU. Griekenland en Italië lijden zwaar onder cliëntelisme. In noordelijk Europa ligt het anders. Daar vind je sommige van de beste democratieën, die ook het beste bestuur hebben.

Is die onderschatting van de moeilijkheid om goed te besturen niet begonnen bij de neoliberale golf? Francis Fukuyama: Helemaal mee eens. De manier van denken die ontstond onder Ronald Reagan – de regering is niet de oplossing maar het probleem – was al te geringschattend over het belang van bestuur. De VS en heel de wereld lijden nog steeds onder die erfenis. Het is makkelijk om te

‘Bedreigen globalisering en ongelijkheid de democratie? Ja. Het beste kunnen we in de context van de democratie herverdelingsmaatregelen nemen.’ pore of China. Elites verbinden er zich tot een beleid dat in grote lijnen gunstig is voor de samenleving. Democratie is daarvoor geen garantie. In Oekraïne wisten de leiders na de Oranje Revolutie blijkbaar niet hoe ze goed moesten besturen: ze gingen door in de vertrouwde postsovjetstijl, waardoor ze de volgende verkiezingen verloren en Janoekovitsj aan de macht kwam. En die deed weer hetzelfde. De grote vraag is of de nieuwe regering anders zal besturen.

U zegt eigenlijk dat we de kunst van het besturen onderschatten? Francis Fukuyama: Absoluut. We leven in de VS in een democratie en zijn vooral bang van tirannie, maar hoe we goed moeten besturen, dat staat amper op de agenda. Soms lijkt het erop dat we naar het einde van bestu-

32

spreken over goed bestuur, maar hoe verander je Nigeria in Zweden? Het zijn beide democratieën, maar er zijn geen eenvoudige recepten voor. Max Weber omschreef in de negentiende eeuw al wat een goede bureaucratie is, maar hoe kom je daar? Er is politieke wil voor nodig.

Het heet dat mensen in een democratie corrupte leiders wegstemmen. Francis Fukuyama: Verkiezingen zijn niet genoeg om dat te realiseren: cliëntelisme is sterker. Politici raken verkozen door dingen te beloven. De kiezers worden zo “gekocht”, het kortetermijnbelang gaat voor, maar de politici slagen er daardoor niet in een coalitie te vormen, zelfs al wil de meerderheid misschien een zuiverder politiek. Soms is wel aan de politieke voorwaarden voldaan om die cirkel te

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

doorbreken: in de VS wilde de opkomende middenklasse in de negentiende eeuw goed bestuur. Als dat gebeurt, kan het lukken. Maar er is dus geen toverformule: het is een politieke kwestie. De kwaliteit van het bestuur verbeteren is moeilijker dan democratische instellingen invoeren.

Kunnen ontwikkelingslanden iets leren van China, dat tweeduizend jaar geleden al effectief staatsbestuur ontwikkelde? Francis Fukuyama: Het is moeilijk om van China te leren omdat veel kenmerken diep ingebed zitten in de Chinese geschiedenis. Neem de nadruk op onderwijs. Dat is er zo belangrijk omdat staatsexamens voor ambtenaren er al tweeduizend jaar bestaan. Overal in het confucianistische OostAzië vind je “tijgermoeders” die er alles aan doen opdat hun kinderen hard studeren. In Afrika, het MiddenOosten of Latijns-Amerika zijn die tijgermoeders er niet. Als Afrikaanse leiders dwepen met het Chinese model, denken ze vooral aan het autoritaire. Andere elementen – meritocratie of geloof in het algemeen belang – ontbreken. Dan kun je ook niet dezelfde resultaten verwachten.

Mijn indruk is dat u in de loop der jaren steeds meer bent gaan wijzen op het belang van de staat, van goede instellingen, van bestuur. Francis Fukuyama: Daar hebt u gelijk in.

Nochtans leek u als auteur van Het einde van de geschiedenis vooral een voorvechter van het kapitalisme. Francis Fukuyama: Het is een focus die ik over de jaren heb ontwikkeld. Het is inderdaad niet hoe ik begonnen ben. Ik ben veranderd.


MO114-034_de nieuwe toekomst_MO114-034_de nieuwe toekomst 25/11/14 10:49 Pagina 34

OVERZICHT trends

6 x de nieuwe toekomst

door de MO*redactie

gemeenschapsgoederen

❱ Hoe omgaan met de digitale revolutie?

❱ De medische toepassingen van CERN

Het wereldwijde web in combinatie met nieuwe technologieën biedt ongekende mogelijkheden om onze samenleving rechtvaardiger en duurzamer te maken. Dat is de drijfveer achter de P2P Foundation van de cyberfilosoof Michel Bauwens. Al een paar eeuwen draait het beheer van de samenleving om de twee dominante krachten van de markt en de staat. Een alternatief is de logica van de gemene goederen, waarbij kennis of goederen beschikbaar gesteld worden binnen een gemeenschap van gelijkgestemden die samen waarde creëren en delen. Iedereen draagt bij en het resultaat is meer dan de optelsom van de delen. Een voorbeeld: ruw geschat telt Europa vijf

Het lijkt erop dat de menselijke samenleving grote veranderingen zal ondergaan door de nieuwe technologie die nu op ons afkomt – veranderingen die misschien wel even diepgaand zullen zijn als destijds de industrialisering. De reden is dat de wet van Moore nog altijd geldt: elk jaar wordt computerkracht half zo duur, of anders gezegd: voor hetzelfde geld kun je twee keer zoveel computerkracht kopen. Dat klinkt banaal, maar exponentiële evoluties hebben grote gevolgen. In de volgende twee jaar komt er evenveel computerkracht bij als in de hele geschiedenis tot nu toe. De digitalisering van alles en nog wat betekent dat heel wat producten perfect en

In het Europese laboratorium voor deeltjesfysica CERN in Genève doen 3000 topwetenschappers experimenten in deeltjesversnellers. ‘We brengen deeltjes met elkaar in botsing en proberen na te gaan wat er dan precies gebeurt’, zegt Steve Myers, hoofd Medische Toepassingen bij het CERN. ‘Het pad tussen fundamentele ontdekkingen en hun toepassingen is heel moeilijk te voorspellen. Toen we 25jaar geleden een manier aan het zoeken waren om een enorme hoeveelheid data onder wetenschappers te verspreiden, stelde een van onze medewerkers, Tim Berners-Lee, een wereldwijd web voor. Dat heeft uiteindelijk ons leven compleet veranderd. Een klein deeltje van ons

vanuit het concept van een nationale gemeenschap op basis van één ras, één volk of één taalgemeenschap.’ Decentralisatie van de macht is een recept dat in veel landen uitgeprobeerd wordt. In Mali voorkwam decentralisatie niet dat het noorden zich probeert af te scheuren, in Indonesië zorgt ze wel voor grotere nationale samenhang, net als in Mishra’s eigen India. Maar nergens worden de concepten van de natiestaat echt ter discussie gesteld, en op veel plaatsen wordt juist gezocht naar schaalvergroting, waardoor de afstand tussen burger en bestuur alleen maar toeneemt. Zie: Europese Unie. (gg)

34

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

maken, namelijk het verjongen van zijn regering, zal de toekomst uitwijzen. Afghaanse jongeren willen niet wachten en verenigen zich, onder namen als “Afghanistan Nieuwe Generatie Organisatie”, om hun stem te laten horen. ‘De generatiekloof tussen de oude elite en de jeugd is acuter dan ooit’, zegt Najib Sharifi van de organisatie. ‘Maar er zijn best wel wat uitdagingen om ons als jeugd te verenigen.’ Daarvan is de grootste wellicht de enorme diversiteit van de Afghaanse jeugd: de verschillen tussen stedelingen en jongeren uit afgelegen gebieden, tussen middenklasse en ongeletterden, tussen radicalen en gematigden. (td)

miljoen daklozen en elf miljoen lege flats. Een duidelijk geval waar de markt niet werkt, aldus Bauwens. Men zou die huizenmarkt gemeenschappelijk kunnen beheren en ze zo in concessie geven. Zo’n economie kan ook exponentieel duurzamer zijn. Bauwens: ‘Driekwart van de kostprijs van een auto zijn transportkosten. Via 3D-printen kunnen we de productie relokaliseren en die kosten uitsparen. Terwijl de gangbare economie gebaseerd is op een extractieve logica, gaat het hier om een generatieve logica. In plaats van schaarste te genereren, creëren we overvloed.’ (adw)

© Reuters/Andrea Comas

CC Wolfgang Sterneck

nis. Ze zien het als hun plicht de stadsmuren te beschilderen om de ware toedracht van politieke gebeurtenissen op te tekenen. In de eerste plaats beogen ze met hun artistieke getuigenissen de officiële versie van dagelijkse gebeurtenissen tegen te spreken. Deze kunstenaars zijn zich bewust van het risico dat de revolutie op langere termijn ingekapseld of gedemoniseerd wordt. Daarom gaan ze met borstels, spuitbussen en een forse dosis humor de straat op en schuwen de controverse niet. (nb) Met dank aan Ruud Gielens, theatermaker in Caïro, voor de achtergrondinformatie.

gratis gekopieerd kunnen worden. Robots die even goed diagnosticeren als huisartsen, auto’s die rijden zonder bestuurders, en eindeloze combinaties van technologieën kunnen de weg effenen naar een samenleving die veel productiever wordt, maar waar tevens de ongelijkheid en de werkloosheid enorm toenemen. Wie overbodig wordt gemaakt door de machines zal moeite hebben om een inkomen te verwerven. Wie de machines ontwerpt, ermee kan werken, of ze bezit, kan er (veel) rijker van worden. De grote vraag is hoe we als samenleving met die uitdaging zullen omgaan. (jvd)

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

© CERN

❱ Een economie van

Door Kaboel waait een democratische bries, zacht nog maar toch voelbaar. Terwijl het aantal jongeren in Afghanistan blijft groeien, neemt ook hun honger naar politieke hervorming en toegang tot economische bronnen toe. Driekwart van de Afghaanse bevolking is niet ouder dan 25 jaar, terwijl de macht in handen van de oude elites is. De presidentsverkiezingen waren in die zin niet alleen een test voor de kandidaten, maar ook voor de Afghaanse generaties. Jonge kiezers werden massaal opgeroepen om te stemmen en voor het eerst werd een Afghaanse verkiezingscampagne gevoerd via sociale media en mobiele netwerken. Of huidig president Ashraf Ghani de belofte van zijn verkiezingscampagne zal kunnen waar-

CC DanThompson BY NC ND 2.0

❱ Jong, begaafd en Afghaans

In het Midden-Oosten is onafhankelijke kunst van oudsher politiek getint. Voor de opstanden van de Arabische Lente was de maatschappijkritische boodschap vaak verholen en alleen te duiden door de goede verstaander. Maar er is intussen veel veranderd. Opvallend is het wegvallen van de schroom om bijvoorbeeld als kunstenaar aan de slag te gaan. Vooral de beeldende kunsten beleven een ware explosie, die zich openlijk manifesteert in het stadsbeeld. Kunstenaars zien het als hun plicht het volk een geweten te schoppen. Net zoals in de andere Arabische postrevolutionaire staten ruilden Egyptische kunstenaars grootse werken over de farao’s in voor kunst over de hedendaagse geschiede-

© Ruters/Ahmad Masood

❱ Graffiti voor geschiedenis

‘Het oorspronkelijke idee van democratie in de Griekse stadstaat was niet voorzien op de enorme complexiteit en schaal van de huidige natiestaten, waardoor burgers steeds verder verwijderd raken van beleid en keuzeprocessen. Het antwoord op die impasse is meer gelijkheid, meer lokale democratie en kleinere staten. We moeten af van die autoritaire mammoetstaten zoals China en India’, zegt de Indiase auteur Pankaj Mishra. Voor sommigen er een pleidooi voor het opbreken van België in lezen, er toch even aan herinneren dat België bezwaarlijk tot de mammoetstaten gerekend kan worden. En: ‘Als we vandaag nadenken over decentralisatie, moeten we dat vooral niet doen

© Reuters/Amit Dave

❱ Klein is democratischer

onderzoek had dus enorme gevolgen. Toen Einstein zijn relativiteitstheorie bedacht, kon hij niet vermoeden dat die kennis later ooit in gps-systemen zou opduiken.’ Over toekomstige toepassingen durft Myers zich niet uit te spreken, maar hij wijst erop dat sommige CERN-technologieën op andere gebieden gebruikt kunnen worden. ‘Zo werken we momenteel onder meer aan nieuwe kankertherapie, aan verbeterde MRI-scanners en betere technieken voor medische beeldvorming, en aan de verwerking en opslag van grote hoeveelheden data – wat ook van belang is in ziekenhuizen.’ (kc)

35


MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 36

ANALYSE focus

1

Het begin van vele geschiedenissen Hoe de geschiedenis, dood verklaard in 1989, een kwarteeuw later terug is van nooit weggeweest. Een verhaal in tien delen over de geschiedenissen die sinds de val van het communisme (opnieuw) zijn begonnen. Over grote nieuwe wendingen, mondiale monsters, de verzwakkende sheriff en zijn wrekers en de zoektocht naar gemeenschappelijke grond om de wereld de goede richting uit te sturen.

door John Vandaele

36

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

2

Enkele maanden daarvoor, in de zomer van 1989, publiceerde de toen onbekende Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama een artikel dat stelde dat de mensheid het einde van de geschiedenis had bereikt: kapitalisme en democratie hadden de Koude Oorlog gewonnen en zouden nu voor eeuwig het model worden. Fukuyama werd op slag wereldberoemd. “Het einde van de geschiedenis” Een vrijdagavond begin november 1989. We klonk goed en hielp sommigen wellicht om de geschiedenis een duwtje in de reden van Gent met enkele vrienden naar de “juiste” richting te geven. Ardennen om daar het weekend door te brengen, Fukuyama was erg optimistisch. ‘Het klassenprobleem is succesvol opgetoen we op de radio hoorden dat de Berlijners de lost in het Westen,’ schreef hij. ‘Het egalitarisme van het moderne Amerika Muur die hun stad verdeelde aan het afbreken is de verwezenlijking van de klassenloze maatschappij van Marx.’ Hoezeer waren. Dat was zulk verbijsterend nieuws dat we kun je je vergissen? In een interview in dit magazine geeft Fukuyama dat ook bij Jezus-Eik even van de autoweg af gingen om te toe. De ongelijkheid is in de VS intussen zo groot dat velen er een bedreiging delibereren of we niet meteen zouden doorrijden van de democratie in zien. naar Berlijn. Om de historische gebeurtenis en het Fukuyama verwachtte ook dat de wereld, op zijn Europees, één gemeenvolksfeest mee te kunnen schappelijke markt zou worden. Dat werd dan de globalisering, die inderdaad een hoge vlucht maken. We deden het niet, nam. In zo’n wereld zouden staten geen oorlog meer met elkaar voeren. Nationalisme en religieus maar enkele weken later fanatisme bleven bestaan, maar zouden niet meer tot conflicten leiden. ‘Er is geen behoefte meer reden we naar Praag om er de aan grote principes, bijgevolg ook niet meer aan generaals en staatslieden: wat overblijft, is vooral Fluwelen Revolutie mee te economische activiteit.’ beleven. Na Berlijn vonden Toch doet de huidige wereld bij momenten meer denken aan de botsing der beschavingen, dat immers ook in de andere andere beroemde post-Koude-Oorlogsverhaal, dat de Amerikaanse hoogleraar Samuel HuntingOost-Europese landen revoton in 1992 verkondigde. Huntingtons indeling van de wereld in zeven grote beschavingen had metluties plaats. een iets kunstmatigs, maar dat “beschavingen” een gevoeligheid zijn waarop politici kunnen inspeHet is intussen een kwartlen, lijkt dezer dagen onmiskenbaar. eeuw geleden dat de Berlijnse Fukuyama voorspelde tevens dat er geen politieke en militaire concurrentie tussen landen meer Muur en het IJzeren Gordijn zou zijn. Anderen voorspelden daarentegen dat we zouden terugkeren naar de negentiende-eeuwvoor onze ogen verkruimelse machtsevenwichten en coalities. Zeker een deel van de internationale realiteit is vanuit de logiden. Voor de tijdgenoten was ca van het machtsevenwicht te begrijpen: als Japan en India dezer dagen tegen elkaar aanschurhet nauwelijks te geloven. De ken, is dat om een tegenwicht te vormen tegenover China. Fukuyama’s verhaal was dus veel te als in steen gehouwen tweeidealistisch, maar wat is er dan wel gebeurd? deling van de wereld in een communistisch en een kapitalistisch blok verdween in enkele jaren. Een gebeurtenis van historische omvang waarbij amper bloed vloeide. Maar Het kapitalisme had de Koude Oorlog gewonnen, en dat werd geïnterpreteerd als een pleidooi des te meer inkt over wat dit voor een mondiale markt met zo weinig mogelijk regels. ‘Diegenen onder ons die de jaren dertig nu betekende. hadden meegemaakt, konden niet geloven dat men opnieuw ging pleiten voor een markt zonder regels’, noteerde de Britse historicus Eric Hobsbawm begin jaren negentig. Ideologische euforie speelde een rol: de neoliberale golf die in de jaren tachtig met Reagan en Thatcher inzette, werd na de val van de Muur een tsunami. De zogenaamde Washington-consensus begon aan zijn reis rond de wereld: het ideeëngoed dat IMF, Wereldbank en het Amerikaanse ministerie van Financiën – alle drie gebaseerd in Washington – voor de wereld in gedachten hadden. Financiële liberalisering, vrijhandel, minder staat. Uiteraard speelden ook belangen: westerse multinationals stuurden aan op een wereldeconomie met zo vrij mogelijk handels- en geldverkeer. Zo konden ze immers onder de sociale, fiscale en milieubeschermende regels van de welvaartsstaten uit komen. Die wereldeconomie zonder regels werd mondialisering of globalisering genoemd. Anti- of andersglobalisten stelden daar al snel vragen bij en voorspelden dat het verkeerd zou aflopen als er geen sociale, financiële of ecologische regels voor die mondialisering kwamen. Ze zouden gelijk krijgen, maar eerst kregen ze ongelijk. ❱

De vrolijke tijd van de vallende muren 1989-2014: 25 turbulente jaren

Het einde van de geschiedenis en concurrerende verhalen

3

Zegedronken ❱

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

37


MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 38

ANALYSE focus

5

De terugkeer van de ongelijkheid ❱ Mondialisering was ook een deur voor individuen die ze wisten te vinden. Het IJzeren Gordijn

was er in de eerste plaats geweest om mensen (en geld en goederen) tegen te houden. Toen het verdween, gingen de migratiesluizen open voor inwoners uit het voormalige Oostblok en alle Aziatische landen ten oosten daarvan. De Europese uitbreiding legaliseerde bovendien de migratie vanuit Oost-Europa. Ook uit Afrika nam de stroom almaar toe: de Middellandse Zee werd een massagraf. De migratie gaf kansen aan immigranten, maar stootte ook op weerstand. Autochtonen voelden zich bedreigd in hun baan en hun tradities. Heel wat rijke landen zagen succesvolle antimigratiepartijen ontstaan. Mondialisering had immers ook verliezers. Doordat er geen sociale regels waren in deze mondialisering, moesten de werknemers in de rijke landen concurreren met mensen die hetzelfde werk wilden doen tegen veel slechtere voorwaarden – in 2000 verdienden Chinese arbeiders 60 euro per maand voor ellenlange werkdagen. Dat zette de lonen van een deel van de westerse middenklasse onder druk, een deel van hun banen verdween naar lagereloonlanden. De voorstanders wezen erop dat mondialisering Bezitters van kapitaal of speciale talenten profiteerden dan weer van de voor iedereen goed zou zijn: de ontwikkelingslanden globalisering. Gevolg van dat alles is dat de ongelijkheid tussen landen zouden erop vooruit gaan en zouden nieuwe afzetwat afnam, maar dat binnen de meeste landen de inkomensongelijkheid markten worden voor de rijke landen. Ook onze vaksterk groeide en de vermogensongelijkheid nog sterker. Economen als bonden geloofden erin. Thomas Piketty brachten die evolutie de voorbije jaren steeds duidelijEn het klopte. Mondialisering opende een deur voor ker in kaart. In de VS bezit één procent van de bevolking 35procent van ontwikkelingslanden die er klaar voor waren, het het vermogen, in de EU is dat een kwart. Het kapitalisme zo bijsturen dat goed aanpakten en voldoende “sexy” waren: zij konalle mensen een aanvaardbaar deel van de koek krijgen, wordt een van den kapitaal, technologie en knowhow uit de rijke de grote uitdagingen van de 21ste eeuw. landen aantrekken en hun producten wereldwijd uitvoeren. China is daarvan hét grote voorbeeld. De andere Aziatische reus, India, volgde voorzichtig. Dat China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie bleef haast onopgemerkt maar had grote gevolgen. Het land kreeg zo toegang tot de markten van de rijke landen en kon het mondiale productiestation van de multinationals worden. We wisten het toen nog niet, maar daarmee liep tweehonderd jaar westerse dominantie op haar einde. Een grote nieuwe wending is aan de gang. Zeker, de meeste westerse kolonies waren op dat moment al decennia onafhankelijk, maar dat had de verhoudingen niet echt veranderd. Tot lang na de dekolonisering bleef het Westen militair, economisch en technologisch dominant. Die machtsbasis begon pas echt af te kalven na de Val van de Muur. China begon aan zijn opmars, met in zijn kielzog de meeste ontwikkelingslanden. De Chinese boom deed de vraag naar grondstoffen exploderen – China was in zijn eentje goed voor de helft van de wereldvraag naar ertsen. Dat liet de kassa van de vele ontwikkelingslanden (Angola, Peru, Congo, Bolivia…) die leven van grondstoffenexport rinkelen. Hun bruto nationaal product groeide sterk, wat nog niets zegt over hoe die groeiende koek er werd verdeeld – meestal erg ongelijk. Latijns-Amerika – veel land, water, grondstoffen en relatief weinig mensen – profiteerde sterk van de grondstoffenexplosie en koos voor zijn eigen varianten van socialisme en sociaaldemocratie. Waardoor zijn traditioneel hoge ongelijkheid wat verminderde. Arvind Subramanian en Martin Kessler berekenden vorig jaar dat tussen 1960 en 2000 nog geen dertig procent van de ontwikkelingslanden sneller groeide dan de VS. Tussen 2000 en 2011 was negentig procent van de ontwikkelingslanden in dat geval. De crisis versterkte die dynamiek nog. China wordt wellicht dit jaar al ’s werelds grootste economie. We beseffen het hier te weinig, maar in veel ontwikkelingslanden zijn dit hoopvolle tijden. De grote vraag is welke geschiedenis de opkomende landen gaan schrijven.

4

Het daghet in den Zuyden ❱

38

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

We beseffen het hier te weinig, maar in veel ontwikkelingslanden zijn dit hoopvolle tijden. De aarde wordt kleiner

6

7

Een ander groot nieuw begin dat zich voor onze ogen ontvouwt, is dat de mens voor het eerst in zijn geschiedenis echt op de grenzen van de aarde stoot. Lokale vervuilingen zijn er altijd geweest – kwik in rivieren, Tsjernobyl, smog in megasteden… – maar de wereldeconomie is door het wereldwijde succes van westerse productie- en consumptiepatronen zo groot geworden dat ze mondiale ecosystemen onder druk zet. Klimaatverandering is daarvan het voorbeeld bij uitstek. De mondialisering zwengelde de klimaatverandering nog stevig aan – mondiaal monster nummer twee, om zo te zeggen. In 2013 bevatte de atmosfeer van de aarde voor het eerst 400 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes. De eindigheid van de aarde doet zich In de financiële sector nam de deregulering – bewerkook voelen in de schaarste van somstelligd door de bankenlobby – een Icarisch hoge vlucht mige grondstoffen. De EU publiceeren schiep een financieel kapitalisme zonder veel grenzen de in 2010 een lijst van veertien krien beperkingen. Zo ontstonden gigantische financiële tieke grondstoffen. Ook water wordt ondernemingen, die bovendien met elkaar verbonden steeds schaarser, van China over Iran waren. Als er één failliet ging, dreigden ze allemaal over tot Californië. de kop te gaan en het hele systeem in hun val mee te De schaarste werkt wedijver tussen sleuren. Daardoor werden ze te groot om bankroet te landen en regio’s om natuurlijke rijkgaan, en de zekerheid dat de staat hen wel moest redden dommen in de hand: zal elk land als het mis ging, zette hen aan tot steeds grotere risico’s vechten voor zijn deel, of slagen we en steeds complexere producten. De sector bleef groeien erin de verdeling van natuurlijke rijken de bankiers verdienden schatten door het nemen van dommen met elkaar af te spreken en uitzinnige risico’s onder het welwillende oog van de toezuiniger om te springen met de rijkzichters. Zo ontstond de grootste financiële crisis sinds dommen van de aarde? Op een verde Grote Depressie. standige manier omgaan met een Sindsdien weten we dat we echt met een systemisch prokleinere wereld is een zeer grote uitbleem zitten. Martin Wolf, hoofdeconoom van de Financidaging voor deze eeuw. In een wereld al Times: ‘De liberalisering heeft een monster geschadie kleiner wordt, heeft extreme rijkpen: een financiële sector die in staat is economieën van dom een nieuwe dimensie: als de binnenuit te verscheuren.’ Sinds 1970 telde de wereld superrijke erg veel consumeert, blijft 147 financiële crisissen en die werden steeds groter. De er misschien niet genoeg meer over laatste crisis trof het hart van het systeem. Om het te redvoor de anderen. den, moesten de betrokken landen even grote schulden aangaan als voor een heuse oorlog. Als we bij een volgende crisis het systeem, bij gebrek aan middelen, niet meer kunnen redden, gaan we alsnog naar een Grote Depressie, met alle gevolgen van dien. ‘Dit is in feite een wanhopige situatie’, aldus nog Wolf. Het financiële systeem weer dienstig maken aan de samenleving wordt een hele opdracht. ❱

Een mondiaal monster ❱

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

39


MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 40

De verzwakkende sheriff en zijn wrekers ❱

8

Het einde van de Koude Oorlog bleek niet het aanbreken van de eeuwige vrede, zoals Fukuyama verwachtte. Zeker, er was een vredesdividend – de mondiale bewapeningsuitgaven daalden met vijftig procent tussen 1990 en 1996 – en het aantal gewapende conflicten tussen landen nam af. Maar verschillende staten stortten in toen ze de steun uit Washington of Moskou verloren. Dat leidde tot falende staten en vreselijke burgeroorlogen in Somalië en Congo. Voorts waren er de VS die genoten van hun unipolaire moment, de korte periode (zo bleek achteraf) dat ze als enige supermacht onaantastbaar leken. Nu het tegenwicht van de Sovjet-Unie weg was, voelden de VS zich vrijer om militair in te grijpen in andere landen, vaak door het gooien van bommen. Een rechte lijn zat daar niet in: de VN-regel dat landen andere landen niet mogen aanvallen, werd selectief toegepast. Toen het Irak van Saddam Hoessein Iran binnenviel in 1980, kreeg het steun van de VS. Toen datzelfde Irak in 1990 het kleine Koeweit binnenviel, brachten de VS meteen een internationale coalitie op de been om Irak te verdrijven. Israël mocht dan weer wel, onder Amerikaanse bescherming – meer dan tien Amerikaanse veto’s in de Veiligheidsraad –, decennialang Palestijnse gebieden bezetten. De aanwezigheid van ’s werelds grootste olievoorraden en de staat Israël betekende dat het Midden-Oosten de regio bij uitstek was die in een soort neokoloniale houdgreep van het Westen bleef. Dat verklaart waarom zich daar het hevigste verzet ontwikkelde. En waarom de zwakheden van de Amerikaanse aanpak zich daar het meest deden voelen. Een leider of een regime wegblazen lukte de VS wel, maar een stabiel democratisch nieuw regime op de been brengen bleek veel moeilijker: zie Irak, Libië, Afghanistan… Het gevolg van de bombardementen, bezettingen en zogenaamde zijdelingse schade (collateral damage) was gewelddadig verzet – een bomwagen, de luchtmacht der armen, is snel gemaakt. Al-Qaeda, dat zich stoorde aan de “bezoedeling” van de heilige Saoedische grond door westerse troepen, bracht een kettingreactie van wraak en weerwraak op gang. 9/11 leidde tot de inval in Afghanistan en in Irak. Die leidde dan weer tot aanslagen in onder meer Madrid en Londen. Omdat de Amerikaanse bommen vaak op moslimlanden vielen, voelden veel moslims zich het mikpunt. Dat werkte in op het gevoel van uitsluiting dat veel moslimjongeren in westerse landen sowieso al hadden. Is het De wereld zoals wij hem hier schetsen, roept verzet op die combinatie die verklaart waarom westerse moslimin allerlei vormen. Gewelddadig verzet tegen Amerikaanjongeren nu in Irak en Syrië gaan vechten voor het kalise bemoeienissen in het Midden-Oosten, Chinese werkfaat? nemers die opkomen voor betere arbeidsvoorwaarden of Dat het economische gewicht van de VS afneemt, knaagt zogeheten kleurenrevoluties voor meer democratie. Van aan hun vermogen om politieman van de wereld te spetijd tot tijd ontstonden globale verzetsnetwerken: andersglobalisten, Occupy, Indignados. Die hadden niet len. En als zij het niet meer doen, komt er dan een nieumeteen de kracht om systemische veranderingen door te we hegemoon om orde te scheppen, of moeten we op drukken, maar beïnvloedden vaak wel het politieke onze kleine wereld leren leven zonder hegemoon? Neidebat. Ongelijkheid staat nu echt op de agenda, de Tobingen we dan naar anarchie, of kunnen de internationale taks is een reële optie geworden, fiscale paradijzen staan instellingen die na de Tweede Wereldoorlog werden onder druk. Zo zijn er vele voorbeelden. geschapen om de vrede te bewaren dienst doen? Geweld Vaker nog lijken groepen mensen zich terug te trekken in en wie dat mag gebruiken in de 21ste eeuw, het is een zichzelf of in iets wat ze ervaren als van hen, lokaal, tradigigantisch probleem. Intussen zijn de defensie-uitgaven tioneel: lokale warmte als bescherming tegen de monsinds 2000 weer sterk gestegen, niet het minst in opkodialiseringsstorm. Die reactie zien we ook in kernlanden mende landen als China. De wereld geeft nu meer uit van het Westen. Migratie maakte van het Front National aan wapentuig dan in 1989.

9 ❱

40

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Politieke verbrokkeling in een

ANALYSE focus

Het kapitalisme zo bijsturen dat alle mensen een aanvaardbaar deel van de koek krijgen wordt een van de grote uitdagingen van de 21ste eeuw.

10

De geschiedenis is terug

samenhangende wereld van Marine Le Pen de grootste partij van Frankrijk en van UKIP de grootste van het VK. Zij stellen het vrije personenverkeer in de EU en de Europese integratie ter discussie. Dat lukt des te makkelijker omdat de werkloosheid in heel wat eurolanden erg hoog is sinds de crisis. Schotse, Catalaanse of Vlaamse onafhankelijkheid spreekt meer mensen aan. Het globale kapitaalverkeer is gehalveerd sinds de crisis. Wereldhandelsakkoorden lukken al twintig jaar niet meer. Rusland en het Westen leggen elkaar economische sancties op. De mondialisering heeft nationalisme gebaard en dat nationalisme fnuikt nu de mondialisering. Bovendien is er niet echt meer één land dat zo machtig en visionair is dat het de andere in zijn orde kan inkopen en/of afschrikken. Het land dat het meest in de buurt komt, de VS, kan en wil minder een orde overeind houden die macht herverdeelt onder tegenstanders.

De democratie heeft gewonnen, daarover zal niet meer geredetwist worden, voorspelde Fukuyama. Nu moet hij vaststellen dat ‘de geopolitiek terug is. Niet-democratische staten – Rusland en China – stellen territoriale eisen aan het Westen.’ Ze stellen expliciet hun model tegenover het westerse. Heel wat ontwikkelingslanden, onder de indruk van de Chinese groei, zien wel iets in het Chinese autoritaire model, te meer omdat het Westen door de crisis krediet heeft verloren. Zelfs in Europa neigen het Hongarije van Orbán en Erdogans Turkije naar het Poetinmodel. Bovendien maakt Fukuyama zelf in zijn laatste boeken duidelijk dat democratie niet per se leidt tot goed bestuur. Ook die andere poot van Fukuyama’s magische duo loopt mank: als het kapitalisme zich niet hervormt, leidt het tot ongelijkheid en crisissen. En dat ondergraaft de democratie. Zelfs al houdt Fukuyama vol dat kapitalisme en democratie de minst slechte modellen zijn, dat brengt ons niet dichter bij de oplossing van fundamentele problemen als klimaatverandering, ongelijkheid of financiële instabiliteit. Een kwarteeuw na de val van de Berlijnse Muur gaat het erom te zeggen welk kapitalisme en welke democratie. Die zoektocht is een constante strijd. Dat is precies de geschiedenis, weten we nu. Een geschiedenis die nooit af is. Zeker niet omdat nu de vraag rijst hoe we het groeiende aantal internationale problemen samen kunnen aanpakken. Ebola, financiële instabiliteit, klimaatverandering, terrorisme, fiscale fraude: zulke kwesties kun je alleen met internationale afspraken, liefst zo democratisch mogelijk, aanpakken. De mondiale monsters temmen en de grote wendingen de goede richting uitsturen, vergt internationaal beleid. Maar hoe komen we tot internationaal bestuur op een moment dat mensen en volkeren zich meer terugtrekken in het lokale? De noodzaak om samen mondiale publieke goederen te realiseren botst met die politieke fragmentering. Een ander probleem is dat de rijke democratieën wel voor democratie zijn in eigen land, maar veel minder op mondiaal niveau. Daardoor is het moeilijk om de bestaande internationale instellingen aan te passen aan de nieuwe machtsverhoudingen. Waardoor ze hun legitimiteit dreigen te verliezen en de opkomende landen hun eigen instellingen oprichten. Kunnen we leren samen de wereld te sturen? Dat wordt misschien wel de grootste uitdaging van de 21ste eeuw. Regeringen en sociale bewegingen aller landen zullen het antwoord op die vraag moeten geven. Besturen is, ondanks alle lelijkheid en ellebogenwerk die er meestal mee gepaard gaan, een kunst.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

41


MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 44

REPORTAGE focus Enthousiaste aanhangster van de burgerrevolutie van Rafael Correa.

Het Correaanse model

Een nieuw begin voor Ecuador?

© Alma De Walsche

door Alma De Walsche

© Reuters / Sergio Moraes

Zeven jaar geleden begon Ecuador aan een nieuwe bladzijde in zijn geschiedenis. Na de historische onderontwikkeling en een decennium van politieke instabiliteit zou Rafael Correa het land de toekomst inloodsen, niet langer als een olie- of bananenrepubliek, maar als een kennismaatschappij. Die vernieuwingsdrang stuit vandaag op grenzen. Er is gemor en frustratie, en er is te weinig geld. Zijn dit groeipijnen of ontspoort het proces? En hoezeer kan een land, ingebed in een geglobaliseerd kapitalisme, revolutionair hervormen? MO* ging ter plaatse kijken.

❱ Rafael Correa is anno 2014 de langst rege-

VERBODEN TE VERGETEN

rende Ecuadoraanse president sinds de terugkeer naar de democratie in 1978. Onder zijn bewind is Ecuador een modern land geworden. In de internationale statistieken klom het op van ontwikkelingsland tot middeninkomensland. Die evolutie is zichtbaar: tot in de verste uithoeken werden asfaltwegen aangelegd, kwam er elektriciteit en werden inheemse gemeenschappen ontsloten. Elke stad die zichzelf respecteert heeft vandaag zijn winkelcentra en verkeersopstoppingen. Het onderwijssysteem wordt op een nieuwe leest geschoeid en een miljoen Ecuadoranen werd uit de armoede getild, op een bevolking van 15miljoen. De Ecuadoranen hebben de president ook beloond voor die transformatie. Bij de presidentsverkiezingen van 2013 behaalde Correa al in de eerste ronde een absolute meerderheid. Maar het tij lijkt te keren. Bij de lokale verkiezingen van februari 2014moest zijn partij Alianza País (AP) een ernstige nederlaag incasseren. In tien van de belangrijkste Ecuadoraanse steden is vandaag de oppositie aan de macht en op 17 september kwamen, voor het eerst in al die jaren, mensen massaal op straat omdat ze geen vertrouwen meer hebben in de goede afloop van het experiment.

‘Wij zijn Correístas!’ Greta is Belgische, heeft jarenlang op de Belgische ambassade gewerkt en is gehuwd met een Ecuadoraanse arts. Al meer dan veertig jaar woont ze in Ecuador. ‘We mogen niet vergeten hoe het vroeger was!’ Prohibido olvidar, verboden te vergeten, het is een van de slogans van Rafael Correa. Het minimumloon is opgetrokken tot 540 dollar per jaar, de bonus aan de armen verdubbelde van 50 tot 100 dollar. De sociale zekerheid werd in orde gebracht en bedrijven en instellingen werden verplicht hun werknemers erbij aan te sluiten. Het belastingsysteem werd grondig hervormd. Er wordt geïnvesteerd in de basisgezondheidszorg, meer dan 3000 Ecuadoraanse artsen zijn teruggekeerd uit het buitenland en er zijn nog eens 300 Cubaanse dokters bijgekomen. ‘Maar de conservatieve restauratie is ook reëel’, vervolgt Greta. ‘Vanuit Peru en de VS worden de Ecuadoraanse media bestookt met goedkope, ongefundeerde kritiek. Die vindt gehoor bij mensen die het altijd goed gehad hebben maar met de recente hervormingen moeten inleveren. Wij zijn Correístas, niet omdat we het financieel nodig hebben maar omdat er vandaag meer sociale rechtvaardigheid is dan vroeger.’ Dora Bravo, een leerkracht van middelbare leef-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

45


MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 46

REPORTAGE focus

veranderd, we zijn bezig aan een hergeboorte. En ja, dat lokt verzet uit, omdat sommigen nu pas doorhebben dat het echt om iets helemaal nieuws gaat. De president is een sterke persoonlijkheid, hij durft in te gaan tegen sterke machtsgroepen en bezit de gave van het woord. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik geneigd ben een president te bewonderen. Van mij mag hij nog een tijd doorgaan. Hij moet alleen soms de volumeknop een beetje dicht draaien.’

HET MINISTERIE VAN VERANDERING Cambia, todo cambia. Dat prachtige lied van Mercedes Sosa is het lijflied van Rafael Correa en is te horen op alle publieke manifestaties van zijn partij. Alles verandert, inderdaad: hervormingen in het onderwijs en de pensioenen, bij de politie en het leger, op de arbeidsmarkt, in de media, in het politieke landschap en bij de middenveldorganisaties. Ook het economische model zelf moet veranderen. Sinds de herverkiezing van Correa in 2013 ligt de nadruk op “verandering van productiemodel” en “verandering van energievoorziening”. Sinds augustus loopt er een campagne van de overheid om de Ecuadoranen – 3,5miljoen huishoudens – ertoe aan te sporen hun gasvuur te vervangen door een elektrisch inductiefornuis, want de regering wil af van de subsidies voor gas. Het is een moedige maatregel, die hip en groen oogt: subsidies aan fossiele brandstoffen afschaffen en vervangen door groene energie. De elektriciteit zal geleverd worden door de acht waterkrachtcentrales die in aanbouw zijn en tussen 2015 en 2016 in gebruik worden genomen. De eerste drie jaar zal die elektriciteit nog gesubsidieerd worden, nadien zullen de consumenten de volle pot betalen. In 2013 betaalde Ecuador 6,6miljard dollar aan subsidies, waarvan 68,75procent aan brandstof (diesel, benzine en gas). Ecuador is een olieland, maar heeft onvoldoende verwerkingscapaciteit, waardoor het gas invoert uit Panama, Peru, Argentinië, de VS en Nigeria. Die hoge subsidies zijn nog een restant

46

van de dictatuur in de jaren zeventig, toen de oliehausse begon, en nooit eerder heeft een president het gewaagd die af te schaffen. De inductiefornuizen zouden ook door eigen Ecuadoraanse bedrijven geleverd worden, om zo de eigen industrie te stimuleren. De mensen reageren maar lauw op het initiatief. De installatie, met aangepast kookgerei, is duur en ook het net moet aangepast worden: inductiefornuizen werken op 220 volt, terwijl de netspanning 110 volt is. Ook de eigen productie blijft achterop, zodat er toch weer ingevoerd moet worden uit Duits-

groot deel van dat geld is geleend bij China en zal deels in geld, deels met olieleveringen betaald worden. Een kleiner deel wordt door Venezuela gefinancierd, de rest is voor rekening van de staat. Die olieafhankelijkheid en de terugbetalingsverplichtingen aan China waren ook de belangrijkste reden waarom Ecuador zich gedwongen zag om de oliereserves in het natuurpark Yasuní toch te gaan ontginnen. Zes jaar lang is er een internationale campagne gevoerd om die olie onder de grond te houden, in ruil voor een gedeeltelijke compensatie door de internationale gemeenschap. Ecuador oogstte overal lof voor dit initiatief en stond in de kijker op verschillende klimaatconferenties. Tot in augustus

‘Het is de eerste keer in mijn leven dat ik geneigd ben een president te bewonderen. Van mij mag hij nog een tijd doorgaan.’ land, Spanje en Frankrijk. Mauricio León is econoom en als expert verbonden aan het ministerie voor de Verandering van het Productiemodel. León: ‘Jammer genoeg blijven we na zeven jaar nog altijd een economie die in zeer grote mate afhangt van petroleum, die 60procent van onze export uitmaakt en 11procent van het bnp. Maar Ecuador is Venezuela niet. We hebben nog olie voor maximaal twintig jaar en dan is ze op. De komende jaren moeten we gebruiken om onze economie te diversificeren. En die transitie moet gefinancierd worden met oliegeld.’ De grootste bedreiging op dit moment is een daling van de olieprijs, vindt León. En dat is precies wat er gebeurt, de prijs is gedaald van meer dan 100 dollar per vat in 2008 naar iets van 84 dollar vandaag.

WEG UIT DE OLIE Om zelf meer olieverwerkingscapaciteit te hebben, begint Ecuador weldra met de bouw van een nieuwe raffinaderij in de kuststad Manta. Kosten: 10miljard dollar. Een

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

2013 president Correa bekendmaakte dat Yasuní toch ontgonnen zou worden, ‘omdat de internationale gemeenschap onvoldoende respons gaf’ en ‘omdat het nodig is om de armoede te overwinnen’. Ecuadors olieafhankelijkheid is een dilemma. De regering zoekt naar uitwegen maar de context is complex en de wereld draait nog steeds op olie. Alberto Acosta is hoogleraar economie aan de Flacso-universiteit in Quito. Hij is een van de pioniers van deze revolutie, was minister van Energie in de eerste regering-Correa in 2007 en vervolgens voorzitter van de Grondwetgevende Vergadering. Hij was een van de bedenkers van het Yasuní-initiatief. Vandaag heeft hij gebroken met de president. Ik leg hem het argument voor van de Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang, die in het verleden ook de regering van Ecuador geadviseerd heeft. Als een land uit de onderontwikkeling wil geraken, heeft het niet zoveel mogelijkheden, stelt Chang. Ofwel het buit zijn mensen uit, zoals ZuidKorea gedaan heeft, of het buit zijn

Het wekelijkse tvprogramma van president Correa wordt in real time vertaald naar inheemse talen.

natuur(lijke rijkdommen) uit. Acosta is het daar fundamenteel mee oneens. ‘Denken dat je van de olie afraakt door nog meer olie te gaan ontginnen, dat is als een dokter die iemand van zijn verslaving wil genezen door een hogere dosis voor te schrijven. Ecuador kan niet van de ene dag op de andere stoppen met olie te exploiteren. Maar nieuwe gebieden ontginnen en dan zeggen dat men af wil van dit model, dat is een contradictie. Er is gewoon geen beleid om af te komen van het ontginningsmodel.’

BANANENREPUBLIEK EN DE EU Ecuador wil ook eigen productieketens opzetten voor koffie en cacao, fruit, melkproducten, farmaceutische producten en software. Een nobel plan, maar juist nu, in augustus, heeft Ecuador de onderhandelingen afgerond voor een handelsverdrag met de Europese Unie en dat akkoord legt het land voorwaarden op die lijnrecht ingaan tegen de ontwikkeling van eigen productieketens. De Ecuadoraanse markt zal overspoeld

© Alma De Walsche

❱ tijd, zit helemaal op dezelfde lijn. ‘Dit land is

worden door Europese bedrijven en geen kans krijgen om zich te ontwikkelen, vreest Mauricio León op het ministerie voor de Verandering van het Productiemodel: ‘Er is binnen de regering hevig gedebatteerd over dit akkoord. Vooral de thema’s van openbare aanbestedingen en intellectuele eigendomsrechten en patenten liggen heel gevoelig. Ik vrees inderdaad dat er een negatieve impact zal zijn.’ Omdat Ecuador drie jaar na elkaar door de Wereldbank gekwalificeerd is als land met middelhoog inkomen, verliest het de voorkeurstarieven van het GSP (General System of Preferences) voor de Europese markt. Dat betekent dat het hoge invoerrechten moet betalen op zijn bananen. Colombia, dat al een akkoord heeft met Europa, betaalt die niet. Het niet sluiten van een akkoord met Europa zou de bananensector dan ook kelderen en 300.000 banen op de tocht zetten. Ook de garnalenkwekers zouden 120miljoen dollar per jaar aan invoerrechten moeten betalen. Ambitieus als hij is, droomt Rafael Correa ervan om Ecuador op te tillen tot een ken-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

nismaatschappij met academische instellingen die meetellen in de internationale rankings. Vier nieuwe universiteiten moeten het uithangbord worden van de hele operatie. Vooral het Yachay-complex is een ambitieus miljardenproject. Het moet een kennispark worden voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, met behalve een universiteit ook een gedeelte voor bedrijven, laboratoria en wooneenheden. Critici vragen zich af of het zin heeft voor een land als Ecuador om de concurrentie te willen aangaan met de VS of Singapore. Anderen stellen dat dit alleen gefinancierd kan worden met onderzoeksgeld van de grootste multinationals en welk soort ontwikkeling stimuleert men dan? Past dit nog bij een alternatief project? Het vrijhandelsverdrag met Europa maakt de ontwikkeling van eigen kennis voor Ecuador ook heel moeilijk. Maar Yachay is het paradepaardje van de president en zal er komen.

GELDPROBLEMEN Al die plannen en projecten kosten ontzettend veel energie, inzet van de medewer- ❱

47


MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 48

REPORTAGE focus Indignado- maskers waren prominent aanwezig op de betoging in Cuenca.

tingsysteem werd op orde gebracht, wat heel wat inkomsten genereerde. En een geniale verdienste was dat Rafael Correa een doorlichting liet maken van de buitenlandse schuld die Ecuador in het verleden had opgebouwd. Dat resulteerde in een reductie tot 30procent van het totale af te betalen bedrag. Vandaag liggen de kaarten anders: de olieprijs is gedaald en het petroleumfonds is leeg. Correa, die bij zijn aantreden een einde wilde maken aan “de lange nacht van het neoliberalisme”, brak met de Wereldbank

en het IMF, en ging lenen bij China. Die leningen hebben echter een rente van meer dan 7 procent, tegenover 4procent bij de Wereldbank. De maximale kredietlijn bij China is inmiddels bereikt. In augustus heeft Ecuador aan het IMF toestemming gevraagd om staatsobligaties op de markt te brengen voor 2miljard dollar. In ruil daarvoor heeft het de helft van zijn goudvoorraad in pand moeten geven bij Goldman Sachs. Correa is ook opnieuw bij de Wereldbank gaan aankloppen, voor een lening van een miljard dollar.

HET VOLK MORT De creativiteit om geld te vinden is groot en gaat ver. Migranten die pakjes of geld naar

MINISTERIE VAN HET GOEDE LEVEN

48

nieuw hebben over eerlijkheid, goedheid, solidariteit, verantwoordelijkheid, geduld en vrede. Ecuador heeft behoefte aan een revolutie van de geest, een culturele revolutie.’ We hebben een hele tijd gepraat. Een medewerkster komt langs en fluistert iets in het oor van de minister. Ehlers: ‘Het is twaalf uur, en dan wordt hier altijd twintig minuten zen-meditatie gedaan voor wie dat wenst.’ Ik ga mee naar de stille ruimte. Ehlers nodigt me uit een tekstje te lezen op een willekeurige pagina van Eckhart Tolles En Unidad con la Vida. Dan volgt er twintig minuten stilte, elk verzonken in zijn of haar gedachten. Na afloop vraag ik waarom hij dat doet. ‘Het verfrist de geest, ze doen dat ook bij Google’, antwoordt Ehlers. ‘Maar vooral: zen is de beste remedie om het ego te bestrijden. En het ego, dat is het grootste probleem. Zowel in het huwelijk als bij presidenten.’ Freddy Ehlers, minister van Het Goede Leven

© Alma De Walsche

Het is wat zoeken naar de locatie in het complex van de oude luchthavengebouwen in Quito. Geen vlaggen of wimpels, slechts een bescheiden letterbord onder een luifel. Daar is het ministerie van het Goede Leven gevestigd. Ik heb een afspraak met de minister, Freddy Ehlers. Ehlers werkte dertig jaar als journalist en documentairemaker, met een bijzondere aandacht voor milieuthema’s. Ik vraag hem hoe je “het goede leven” – een concept ontleend aan de indiaanse filosofie – vertaalt naar een politieke agenda. Ehlers neemt een lange aanloop: ‘Het goede leven betekent geluk en leven in harmonie met de medemens en met de natuur. De moderniteit heeft de verhoopte verwachtingen niet ingelost. Winsthonger heeft een wereld gecreëerd die gebukt gaat onder ongelijkheid. We moeten ons veel meer richten op het geluk van mensen. Al die materiële goederen maken mensen niet gelukkig. Je mag groei niet verwarren met ontwikkeling.’ Goed, zeg ik, maar wat hebben mensen die de noodzakelijke basisvoorzieningen missen daaraan? ‘Ik heb hierover discussies met de president’, vervolgt Ehlers. ‘Volgens hem is armoede het ergste, maar ik denk dat consumptiedrang even erg of erger is. Het kapitalistisch model vernietigt de planeet. Armoede moet uitgeroeid worden, maar waardigheid is veel belangrijker voor de armen dan opstapeling van materiële goederen.’ Is het beleid van de regering georiënteerd op het goede leven? ‘Neen’, antwoordt Ehlers onverbloemd. ‘Voorlopig blijft het bij mooie woorden en goede voornemens. Ecuador is ingebed in de globalisering, een globalisering die wij niet sturen, maar die ons stuurt. En die ons indoctrineert met reclame, elk moment van de dag en tot in de verste uithoeken van de wereld. We moeten het op-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

huis sturen, moeten daar voortaan belasting op betalen. De fastfoodpatio’s in de winkelcentra doen gouden zaken en dus vindt de president dat er een groter aandeel van de winst naar de staat mag. De mobiele telefonie is een booming business. Daar geldt de regel dat op het einde van het jaar 15procent van de winst onder de werknemers wordt verdeeld. De regering wil dat nu afromen: 3procent voor de werknemers, de rest voor

Grote mediaconcerns in de zogenaamd linkse landen van Latijns-Amerika (van Argentinië en Brazilië over Ecuador en Bolivia tot in Venezuela) gebruiken steevast hun macht om rechtse oppositie te voeren, vaak op; basis van goedkope lastercampagnes. De nieuwe mediawet van Ecuador wil daar paal en perk aan stellen, maar Correa is wel hypergevoelig. Een karikatuur van de president of een kritische opmerking bij een of

Correa wilde af van IMF en Wereldbank en ging lenen bij China. Daar betaalt hij echter 3procent rente meer dan bij de Wereldbank. de staat. Leerkrachten die nu met pensioen gaan, krijgen niet meteen een pensioen uitbetaald, maar worden in ruste gestuurd met een pakket obligaties ter waarde van 50.000 dollar, die over vijftien jaar geïnd mogen worden. De bedoeling is dat je intussen van de rente leeft. Maar in vijftien jaar kan er van alles gebeuren, als je 65 bent. Dat alles wekt frustraties. Te veel veranderingen, te snel, te arbitrair. Men verwijt de president ook een gebrek aan dialoog en een allergie voor kritiek. De media en de middenveldorganisaties zijn daar het directe slachtofer van.

andere maatregel wordt publiekelijjk afgestraft in het zaterdagse tv-programma van de president. En dus passen kranten en tijdschriften die willen overleven zelfcensuur toe. Decio Machado werkte twee jaar als coördinator voor de communicatie van de president. Vandaag verdient hij zijn brood als freelancer. ‘De macht van de grote mediaconcerns is gebroken, maar in plaats daarvan is er niet een vrije, objectieve pers gekomen maar een mediaholding van de overheid, met verschillende kranten, tv- en radiozenders, en daarnaast een handvol media die zelfcensuur hanteren om te overleven.’ Rafa-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

© Alma De Walsche

Ecuador was, namen in twee weken tijd drie ministers ontslag. De druk is enorm en de president veeleisend. De sociale programma’s, de energietransitie, de productieomschakeling, onderwijs en ontwikkeling, en het staatsapparaat zelf dat is aangegroeid tot 500.000 ambtenaren: de verandering kost ook hopen geld. In een eerste periode was dat geen probleem. De olieprijs stond historisch hoog en Correa had nieuwe contracten met de oliebedrijven bedongen, zodat er een groter aandeel van de opbrengst naar de staat vloeide. De president deed ook een beroep op een petroleumfonds dat Ecuador in het verleden bijeen gespaard had. Het belas-

© Alma De Walsche

❱ kers en slopende discussies. Terwijl ik in

Jongeren in Cuenca tegen het besparingsbeleid van de regering.

el Correa neemt intussen wel Julian Assange in bescherming in naam van de persvrijheid. Ngo’s zijn het andere doelwit. De meeste taken die ngo’s uitvoerden, worden nu door de overheid behartigd, zo heet het. In de praktijk krijgen ngo’s die zich met politiek inlaten of enige scepsis aan de dag leggen tegenover het beleid het knap lastig. Decreet 16, de wet op niet-gouvernementele organisaties die vorig jaar werd uitgevaardigd, betekende de doodsteek voor Pachamama, de ngo die de campagne rond Yasuní ondersteund heeft. Dat decreet legt de lat zo hoog dat verschillende organisaties niet aan de criteria kunnen beantwoorden. Wie minder last heeft van het Decreet 16 is een ngo als Vredeseilanden, die focust op productieve ketens. Hanneke Renkens, die de activiteiten van Vredeseilanden in Ecuador coördineert: ‘De regering doet een beroep op onze knowhow en onze lokale netwerken. Zowel het ministerie van Landbouw als dat van Buitenlandse Handel heeft gevraagd om samen te werken in lokale projecten. Onze activiteiten liggen helemaal in de lijn van wat het ministerie van Sociale en Solidaire Economie doet.’

PROTEST CRIMINEEL? Op 17 september trokken de Ecuadoranen met al hun frustraties de straat op. Het was

49


MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 50

REPORTAGE focus

❱ het eerste massale protest tegen deze

© Alma De Walsche

regering. De betoging was samengeroepen door de koepel van vakbonden, inheemse organisaties, sociale verenigingen en studenten. Een veel gehoorde slogan was: Correa, escucha, el pueblo está en lucha (‘Correa, luister, het volk trekt ten strijde’). Uitgerekend die dag had president Correa zijn aanhangers – partijgenoten en ambtenaren dus – ertoe opgeroepen om ook op straat te komen voor het Festival van de Arbeid. ‘Dat is de confrontatie zoeken’, werd er gefluisterd. In Quito liep het die avond uit de hand. Een aantal jongeren schopte rel op het historische San Franciscoplein en gooide met kasseien. Aan het Montúfarcollege kwam het tot incidenten, met jongeren die molotovcoctails gooiden. Uiteindelijk werden tientallen jongeren gearresteerd. De zater-

dag erop hield de president zijn wekelijkse tv-programma vanuit een zwaar bewaakt Montúfarcollege. Wanneer ik uit de taxi stap om de uitzending live bij te wonen, en de rijen militairen zie, hoor ik achter me iemand vragen: ‘Wat gebeurt hier? Een staatsgreep?’ Het schetst de sfeer van het moment. ‘We hebben geen behoefte aan jongeren die

50

stenen werpen, maar die ideeën lanceren’, is de rode draad van Correa’s betoog tijdens de hele uitzending. ‘Men beschuldigt de regering van het criminaliseren van protesten. Maar dit zijn criminele protesten.’ Het is, in de interpretatie van de president, allemaal het werk van de rechtse restauratie, van gemanipuleerde jongeren, van leugenachtige vakbondsleiders en van belangengroepen die het niet waar kunnen maken in de stembusslag. Tijdens de uitzending onderbreken Alianza País-aanhangers de president geregeld met de aansporing ‘Herverkiezing!’ De herverkiezing van de president is een van de

Elke zaterdag is er een live tv-programma waarbij de president op verplaatsing gaat en de hoofdlijnen van de week overloopt. Hier: Zaterdaguitzending in het Montúfar College in Quito

zeventien voorstellen voor grondwetswijziging die het parlement heeft aangevraagd. Alianza País heeft de absolute meerderheid in het parlement. Het grondwettelijk hof moet zich uitspreken over de vraag of het parlement kan beslissen over die wijzigingen, dan wel of het volk hierover geraadpleegd moet worden in een

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

referendum. Maar de president wil liever geen referendum. ‘Die herverkiezing interesseert me het minst’, zegt Correa in zijn zaterdagshow. ‘We zijn allemaal nodig, maar niemand is onmisbaar. Maar de rechtse restauratie zal mijn opvolger willen vernietigen en de revolutie kapotmaken. Voor mij persoonlijk hoeft die herverkiezing niet, maar ik ben bereid mijn leven te geven voor deze revolutie.’ Hij heeft dat al vaker gezegd, en hij meent het.

‘MET CORREA IS ALLES MOGELIJK’ ‘De president is op een punt gekomen dat hij zichzelf niet meer kan voorstellen zonder macht. Hij vreest het moment dat de mensen niet meer geloven dat “met Correa alles mogelijk is”’, zegt Felipe Abril. Abril behoort tot Ruptura 25, een beweging die na de dictatuur is opgekomen voor democratie en in de eerste jaren deel uitmaakte van Alianza País. De droom die verankerd ligt in de progressiefste grondwet ter wereld, waarin de rechten van de natuur erkend worden en “het goede leven” als na te streven paradigma, is ver weg, vindt Fernando Carvajal, hoogleraar economie aan de Universiteit van Cuenca. ‘Vandaag gaat het over een heel ander model. De regering-Correa staat voor een modernisering van het kapitalisme, dat Ecuador optilt en aansluiting geeft bij het internationale kapitalisme. Na het neoliberalisme van de jaren tachtig en negentig had het internationale kapitalisme behoefte aan een nieuwe dynamiek, een sterke staat om orde op zaken te stellen.’ Alberto Acosta van de Flacso-Universiteit in Quito zit op dezelfde lijn: ‘Dit is geen rechtse regering, dit is geen neoliberalisme, maar een modern kapitalisme. Met een leider die absoluut gelooft in een lineair model van vooruitgang. Dat staat haaks op het concept van “het goede leven” voor een pluriculturele staat. In plaats van een alternatief project hebben we hier een caudillo van de eenentwintigste eeuw die de droom helemaal naar zijn hand gezet heeft, om zijn eigen machtspositie te verankeren.’

Q


MO114-052 Pankaj Mishra_MO114-052 Pankaj Mishra 25/11/14 10:52 Pagina 52

INTERVIEW FOCUS

Pankaj Mishra heeft diepe wortels in kleinstedelijk India, maar is tegelijk thuis in de westerse metropolen. Zijn stukken verschijnen in gerenommeerde internationale bladen zoals de New York Review of Books, maar zijn kritiek op het Britse imperialisme van weleer en op de ongelijke machtsverhoudingen van vandaag maken hem niet altijd geliefd bij de mondiale elite. Om het zacht uit te drukken.

grantenpartijen overal stemmen, en wordt racisme steeds meer mainstream in Europa.

Pankaj Mishra, afscheid van het universalisme

‘De toekomst is pluralistisch’ ❱

Syrië. Libanon, Irak, Jemen, Palestina, Afghanistan en Pakistan. De gemeenschappelijke noemer van de landen die anno 2014 in brand staan, is hun gedeelde meerderheidsreligie, de islam. Dat zorgt in het Westen voor veel bezorgdheid en voor tal van studies over de wezenlijke band tussen die islam en geweld als manier om politieke ideeën op te leggen. Toch is er nog iets anders dat deze landen delen: hun koloniale verleden. Daarover wordt veel minder nagedacht in het Westen. Als het al ter sprake komt, dan is het in de vorm van nauwelijks verhulde nostalgie naar de orde van toen. Of men veegt de vraag van tafel met de zucht dat die tijd al lang achter de rug is en niet eeuwig kan blijven gelden als excuus om armoede en slecht bestuur te verklaren. Pankaj Mishra: Het is een gekoesterde mythe in Groot-Brittannië dat het land op ordentelijke wijze uit zijn koloniale gebieden vertrokken is, in tegenstelling tot Frankrijk, Nederland of Spanje. “Wij” zijn vrienden gebleven met de landen die we veroverd hadden, de nieuwe leiders kregen

52

allemaal een opleiding in Cambridge of Oxford, en ga zo maar door. Die illusie is behoorlijk ongeschonden gebleven, ondanks alle feitelijke tegenargumenten, zoals de gewelddadige opdeling van het Indische subcontinent, de opdeling van Palestina en de opdeling van Soedan. De onrust in het Midden-Oosten heeft directe wortels in de manier waarop GrootBrittannië en Frankrijk de regio gekoloniseerd en gedekoloniseerd hebben. Maar dat maakt geen deel uit van de geschiedenislessen en de meeste journalisten die voor mainstream media werken, hebben ook geen idee van dat soort historische verbanden. Daardoor kunnen nationale mythes nog steeds gebaseerd worden op de imperiale verwezenlijkingen en successen van meer dan honderd jaar geleden, zonder dat de werkelijkheid van geweld en onrecht die overtuiging in de weg staat.

Uw artikels hierover en met name uw polemiek met Nial Ferguson zijn behoorlijk heftig.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Pankaj Mishra: Misschien wel, maar er is reden tot verontwaardiging. Als je de boekenrekken ziet die gevuld werden met boeken over het Britse Rijk, dan word je toch vanzelf kwaad als je ziet hoe weinig daarvan het niet-westerse standpunt recht doen? En als er dan iemand is van nietwesterse afkomst die een uitgebreide poging doet om dat andere perspectief naar voren te brengen, dan wordt hij meteen polemisch genoemd, omdat hij de gekoesterde beelden en waarheden ter discussie stelt. Nochtans is de waarheid goed voor iedereen, ook voor wie haar niet graag hoort.

In Groot-Brittannië is een zekere nostalgie naar de tijd dat het Westen zijn eigen wil en orde nog onverkort kon opleggen niet ongewoon. Pankaj Mishra: Die imperiale nostalgie is een soort terugvalpositie voor intellectuelen in Europa, maar ik geloof dat daar echt verandering in komt. Het is voor een deel

© Belga Image / Hendrik Schmidt

door Gie Goris

een generatiewissel, want de intelligentsia die eraan komt, is opgegroeid in een heel ander Europa dan de vijftigers en zestigers die vandaag de macht hebben in de politiek, de bedrijven en de media. Die oudere generatie is nog opgegroeid in een wereld waarin de overtuiging gold dat vooruitgang erin bestond dat volkeren overal ter wereld westerse ideeën en praktijken zouden overnemen. De dertigers van vandaag leven in een heel andere wereld en zijn omringd

door veel diversere ideeën. Ze staan veel meer open voor de wereld en voor de ervaringen van anderen. Het zal tien, twintig jaar duren, maar de verschuiving zal onvermijdelijk een andere publieke opinie opleveren in Europa, en dus ook een ander beleid.

U bent hoopvol gestemd, ook al zien we geregeld etnisch geweld en rellen in Europese steden, winnen anti-immi-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Pankaj Mishra: Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof niet in sprookjes. Maar de overtuiging dat de westerse heerschappij in de wereld vanzelfsprekend en eeuwig is, die is niet meer houdbaar. Dat is niet tegengesteld aan de vaststelling dat er voortdurend allerlei extreem rechtse uitbarstingen plaatsvinden, die hun bron vinden in sociaaleconomisch ongenoegen en bedreigingen. In zekere zin is die gewelddadige polarisatie de Europese norm en is de periode tussen 1945 en de jaren tachtig –met zijn welvaartsstaat, democratische participatie en progressieve consensus – de uitzondering. Met de terugkeer van een diepe en continentale economische crisis is het niet verwonderlijk dat ook de rechtse regeringen en de zondebokmechanismen terugkeren. Tegelijk zijn de minderheden die ontstonden door migraties ook politiek volwassen geworden en zijn ze niet langer bereid over zich heen te laten lopen. Dat leidt tot conflict, uiteraard.

In uw jongste boek, Op de ruïnes van het imperialisme, beschrijft u een aantal Aziatische intellectuelen van het einde van de negentiende eeuw die de vernieuwende ideeën leverden waarop de onafhankelijkheidsstrijd tegen de westerse imperialistische ❱

53


MO114-052 Pankaj Mishra_MO114-052 Pankaj Mishra 25/11/14 10:52 Pagina 54

INTERVIEW FOCUS

machten gebaseerd werd. Zijn er aan het begin van de eenentwintigste eeuw ook dergelijke figuren, die nieuwe ideeën ontwikkelen om een nieuwe emancipatie op te baseren?

Pankaj Mishra: De historische omstandigheden zijn radicaal verschillend. Mensen als Jalal-al-Din al-Afghani, Rabindranath Tagore en Liang Qichao leefden op een moment dat de natiestaat in Azië pas aan de horizon verscheen en zeker nog niet zo’n gestolde realiteit was als vandaag. Dat gaf hen enorm veel intellectuele vrijheid en manoeuvreerruimte. Die ruimte is vandaag radicaal gekrompen. Bovendien is het intellectuele leven verregaand geprofessionaliseerd, waardoor denkers als al-Afghani, zonder formele academische geloofsbrieven, vandaag niet eens meer ernstig genomen zouden worden.

Misschien ontstaan de echt nieuwe ideeën over hoe maatschappijen moeten functioneren vandaag minder in het denken van uitzonderlijke individuen en eerder in de praktijk van groepen of bewegingen die alternatieven gaandeweg proberen te realiseren? Pankaj Mishra: Dat klopt. De focus ligt minder op heldere ideeën en meer op daadwerkelijk handelen. Dat alternatieve handelen kan de vorm aannemen van het regionalisme van Schotten of Catalanen, de opkomst van de arbeiderspartij in Brazilië, de decentralisering in Indonesië, de emancipatiebewegingen in Bolivia en Uruguay… Er zijn overal krachten, bewegingen en mensen die verzet en alternatieven vorm geven, je moet die punten verbinden om het grotere beeld van verandering te zien. Elke beweging heeft haar specifieke historische context en traject. Nieuwe ideeën en alternatieve voorstellen moeten daarbinnen relevant zijn. We moeten daarom ook afscheid nemen van het idee van universalisme. De toekomst is pluralistisch.

54

De voorbeelden die u geeft, zijn elk op hun manier uitgesproken positief. Een ander alternatief voor het gemondialiseerde kapitalisme dat vandaag gestalte krijgt, is de politieke islam, variërend tussen de eerder gematigde Moslimbroeders en de extremistische kalifaatstrijders van Islamitische Staat of Jabhat-al-Nusra. Pankaj Mishra: Het is in elk geval belangrijk om de enorme diversiteit onder die noemer “politieke islam” voor ogen te houden. In Tunesië, waar de islamisten actief betrokken zijn, verloopt de machtsverschuiving na de Arabische Lente veel bevredigender dan in Egypte, waar de islamisten met geweld van de democratisch verworven macht verdreven zijn door machthebbers die dictatorialer zijn dan de Moslimbroeders of zelfs Moebarak. De extreme versies die we in Irak en Syrië te zien krijgen, gedijen in de extreme chaos die in die landen ontstaan is na de invasie door de VS en Groot-Brittannië in Irak in 2003. Nu oproepen, zoals Tony Blair doet, tot een grote oorlog tegen het islamisme, is contraproductief en vooral: het is het probleem bestrijden met het wapen waarmee het geschapen werd. Je kunt de actuele situatie in het MiddenOosten nog het best vergelijken met de situatie in de jaren zeventig in Cambodja, waar de Amerikaanse bombardementen resulteerden in een machtsvacuüm en politieke chaos, waaruit allerlei extremistische groepen ontstonden, waaronder de Rode Khmer. Tegelijk is het ook belangrijk te blijven zien dat de politieke islam in al zijn verscheidenheid niet de enige tendens is die zich verzet tegen het opdringen van de kapitalistische moderniteit. In India gebeurt dat door inheemse gemeenschappen, traditionele boeren of dorpsbewoners. Zij gebruiken ook vaak religieuze symbolen als ze zich verzetten tegen het in beslag nemen van hun land, woud of water. Ik begrijp hoe mensen hun toevlucht nemen tot geweld

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

als ze geconfronteerd worden met gewelddadige aanslagen op hun al precaire bestaan. Dat neemt niet weg dat het verzet zélf gewelddadig en repressief kan worden en dat de toevlucht tot religieuze taal en symbolen als uitsluiting kan werken, ook al is de eerste functie van religie in die strijd er een van solidariteit en verzet tegen krachten die nog veel gewelddadiger en uitsluitender zijn.

In Europa gaat het debat vooral over de zogenaamde Syriëstrijders. Dat creëert angst voor de toekomst en onzekerheid over het verleden. Pankaj Mishra: Het is een vraag die ik zowel in Groot-Brittannië als in India tegenkom, waar gewapende militanten ook een directe bedreiging voor de veiligheid vormen. Er zijn ook Indiërs naar Syrië vertrokken en we hebben de ervaring van duizenden landgenoten die naar Pakistan gegaan zijn om daar getraind te worden als terroristische strijders. Wie zijn afschuw uitdrukt voor het extremisme en het geweld waartoe deze jongeren bereid zijn, zou even verontwaardigd moeten zijn over de vele vormen van discriminatie en uitsluiting die de gewone leefomgeving van die jongeren en hun gemeenschappen definiëren –zeker in India. Waar je zeker ook niet aan voorbij kunt gaan, zijn de fiasco’s van het westerse buitenlandse beleid van het voorbije decennium. De invasies van islamitische landen en de dood van honderdduizenden moslimburgers als gevolg daarvan, zijn feiten die nauwelijks voorkomen op de radar van de meerderheid in Europa, maar die een zeer diep gevoel van vervreemding en ongenoegen gecreëerd hebben bij veel moslims in de wereld, ook in Europa.

Wat is de oorzaak van die radicaal verschillende percepties van de internationale realiteit tussen meerderheid en moslimminderheden in Europa?

Pankaj Mishra: De media zouden beter en ruimer moeten informeren, maar ze zijn niet de enige optie om de andere te leren kennen. Je kunt goede romans lezen, je inzetten in diverse wijken, zelf op zoek gaan naar andere perspectieven op internet, noem maar op. Je moet beseffen wat er gebeurt in de wereld, maar je moet je even goed bewust zijn van de verhalen die met de feiten gesponnen worden. Want het zijn die betekeniskaders die het handelen van mensen richten, niet de feiten op zich.

Getuigt de nieuwe populariteit van deze politiek-religieuze bewegingen ook van het falen van de seculiere, socialistische of nationalistische, alternatieven voor het kapitalistische imperialisme? Pankaj Mishra: De tendens maakt duidelijk dat de ideologieën die ontstonden in het Europa van de negentiende eeuw ontoereikend zijn voor het Azië van vandaag. Dat geldt zowel voor het kapitalisme met zijn eindeloze groeibehoefte als voor het socialisme en zijn revoluties. Die ideeën werden de wereld rondgedragen met de belofte van welvaart en macht voor al wie ze zou aannemen en realiseren. Ze werden overgenomen, maar ze leverden absoluut niet het resultaat op dat ervan verwacht werd. De ideeën en ideologieën die een kleine minderheid van de wereldbevolking sinds de negentiende eeuw zeer goed gediend hebben, blijken onvruchtbaar voor de rest.

Heeft het gemondialiseerde kapitalisme de voorbije twintig jaar niet gezorgd voor de vermindering van de armoede in China en India, waar honderden miljoenen mensen erop vooruitgegaan zijn? Pankaj Mishra: Natuurlijk kennen landen als China en India een groep mensen die echt rijk of welvarender geworden zijn. Maar dat blijven ook daar kleine minderheden, terwijl het grootste deel van de bevolking in wanhopige armoede blijft leven. Dat

‘De waarheid is goed voor iedereen, ook voor wie haar niet graag hoort.’ levert groeiende tegenstellingen op, wat leidt tot conflicten en onbeheersbare situaties. En dan heb ik het nog niet over de ecologische crisis die door dat groeimodel veroorzaakt wordt. Dus: ja, er zijn beperkte successen, maar laten we onszelf toch niet verblinden door dat verhaal.

Hoe verklaart u dat falen van socialisme, nationalisme en kapitalisme in de Derde Wereld? Pankaj Mishra: De historische omstandigheden waarbinnen deze ideeën werden ontwikkeld en gerealiseerd, waren heel specifiek. De natiestaat bijvoorbeeld krijgt concreet vorm in de negentiende eeuw als gevolg van de acties van Frankrijk onder Napoleon. De constructie van die staten ging gepaard met enorme kosten voor diverse minderheden die al eeuwen in deze rijken woonden en hun eigenheid moesten opgeven om binnen dat nieuwe staatsconcept te passen. Dat hele proces van natiestaatvorming en de daarmee samenhangende, elkaar beconcurrerende imperialismen is medeverantwoordelijk voor de onvoorstelbaar gewelddadige eerste helft van de twintigste eeuw. Vandaag bekijken we dat verleden vooral door de lens van zijn relatieve successen: het tot stand komen van grote welstand voor een behoorlijk groot deel van de bevolkingen van Europa, samen met de burgerlijke vrijheden van de liberale democratieën. En we denken dat we een “model” hebben dat ook elders kan werken. Maar zonder een functionerende natiestaat, succesvol imperialisme, een industriële revolutie en een krachtig maatschappelijk middenveld zouden de huidige resultaten in

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Europa ook niet behaald zijn. Wie dus denkt dat de Europese ervaring een “model” is, moet toch nog eens goed nadenken. Bovendien beseffen we nu dat er ecologische grenzen zijn aan het onderliggende economische systeem met eindeloze groei als motor. Nu de hele wereld dat model, met zijn natievorming en industriële revoluties navolgt, wordt het allemaal nog gewelddadiger.

Er zijn mensen die stellen dat het falen van democratie en staatsvorming vooral een uiting is van de andere normen en waarden waarnaar mensen streven, van de verschillende culturen waarbinnen het model uitgeprobeerd wordt. Pankaj Mishra: Die culturele uitleg grenst aan de racistische verklaring. Ik kan me absoluut niet vinden in de stelling dat bepaalde samenlevingen wezenlijk niet in staat zouden zijn individuele vrijheden, individuele waardigheid, religieuze vrijheid of democratie na te streven. Natuurlijk zijn er veel samenlevingen waar democratie het moeilijk heeft, maar dat is niet beperkt tot landen in het Zuiden. Kijk maar naar de impasse waarin de democratie in de Verenigde Staten zich bevindt, of naar de veralgemeende teleurstelling of zelfs vijandigheid van de Europese burgers tegenover hun parlement en commissie die zichtbaar werden tijden de jongste Europese verkiezingen. Mensen voelen zich niet meer vertegenwoordigd en hebben het gevoel dat politici vooral de belangen van grote bedrijven en van de eigen kaste behartigen. Is dat een cultureel probleem? Of is het een kwestie van machtsverhoudingen die verschoven zijn? Ik ben meer geneigd om die tweede verklaring te kiezen. De voorbije decennia heeft de elite een heleboel macht teruggenomen van wat mensen in lange jaren van strijd verworven hadden. Het resultaat zijn extreem ongelijke maatschappijen, waardoor de democratie slecht functioneert.

Q

55


MO114-056_MAROKKO_MO114-056_MAROKKO 25/11/14 10:53 Pagina 56

ANALYSE focus

No future in Marokko

Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomst Sinds enkele maanden is Marokko in rep en roer over jongeren die zich als gewelddadige punks manifesteren. De goegemeente en de ordediensten reageren geschokt en repressief. Schrijfster Fatima Mernissi leest in de provocerende beelden een heel ander verhaal: een noodkreet van jongeren die erbij willen horen. door Najet Boulafdal

Uitdagende beelden die Marokkaanse jongeren op hun eigen Twitter- of Facebookprofiel plaatsten.

56

❱ In welvarende steden als Rabat en Casablanca liggen, niet zo ver van de cultuurhuizen, bruisende zakencentra en hippe terrassen, wat men heel mooi “de volkswijken” noemt. Uit het zicht van de gegoede middenklasse leeft een klasse die zich van dag tot dag een bestaan bij elkaar probeert te schrapen. Jongeren uit deze wijken zagen decennialang de oversteek naar Europa als enige uitweg uit de armoede. De overheid

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

bood hun geen opvang of begeleiding bij werkloosheid, de samenleving vergat hen liever dan zich met hen te bemoeien en de jongens zelf leken zich neer te leggen bij hun uitsluiting. Tot dit voorjaar. In april manifesteerden de verloren jongens van de sloppenwijken zich op een uitermate verontrustende manier. In de volkswijken van Marokkaanse grote steden maken jongeren sinds dit voorjaar de straten, of in ieder geval de sociale media, onveilig. De nationale media berichten over de tsjarmiel-beweging, waarin jongeren, de zogeheten msjarmlien, poseren met gestolen gympen en modieuze petten terwijl ze zwaaien met slagersmessen en provocerend pronken met hun Mario Balotelli-kapsel – lokaal een hanenkam genoemd. De “bende” ontleent haar naam aan de Marokkaanse keuken: tsjarmiel staat immers voor de vleesmarinade, bereid door de slager, die net als de msjarmlien uitgerust is met grote, scherpe messen. Het is niet duidelijk of ze de uitgestalde luxegoederen echt gestolen hebben dan wel of ze dat beweren om de samenleving uit te dagen. In de collectieve verbeelding van zowel politie als de brede samenleving vormen deze msjarmlien een heuse bedreiging voor de openbare orde. Aanvankelijk vatten de ordediensten de foto’s wel heel letterlijk op en bij gebrek aan tastbare aanwijzingen arresteerden ze lukraak jongens met een hanenkam. Zelfs jongeren die een videoclip opnamen als bewustmakingsactie tégen de tsjarmiel werden opgepakt en veroordeeld. Nochtans zijn bendevorming en al dan niet verbeeld geweld uit de sloppenwijken oud nieuws. Dus waarom reageert de politie plots zo resoluut hardhandig? Wellicht stuit het brutale karakter van de beweging het meest tegen de borst. De Marokkaanse samenleving tolereert afwijkend gedrag immers zolang het zich niet openlijk manifesteert. In dit geval doen de msjarmlien er heel bewust een schepje bovenop door het geweld, de diefstal en zelfs het kapsel niet

FATIMA EN DE JONGENS Fatima Mernissi verzamelde een team van negen Marokkaanse deskundigen die de schrijfster zelf “de wevers van waardigheid” noemt: jeugdwerkers, psychiaters, journalisten, socialemedia-experts en een voormalige politieke gevangene. Samen binden ze in een boek dat nog moet verschijnen de strijd aan tegen visueel analfabetisme. MO* mocht de inleiding lezen. Enkele fragmenten. ‘Het lijkt mij dat deze jonge msjarmlien, die de politie vervolgt voor het tonen van schoenen en luxehorloges die ze zich niet kunnen veroorloven, een wanhoopskreet tot ons richten. Zij willen deel uitmaken van de

wereld van de rijke consumenten, in plaats van zich tegen hen te keren. Poseren met hippe schoenen, petten en horloges laat zien hoezeer deze jongeren uit de volksbuurten de klassenongelijkheid proberen uit te roeien.’ ‘(Tijdens de Arabische opstanden) schreeuwden jonge revolutionairen om karâma of waardigheid. Daarmee hekelden ze de ostentatieve rijkdom die de staatsleiders tentoonspreidden, evenals de eindeloze stroom van reclame voor luxe-objecten die de doorsnee burger zich niet kan veroorloven. Hierop reageerden reclameagentschappen, meestal gedomineerd door westerse

alleen te tonen, maar ook te claimen als hun identiteit. Het hardhandige optreden van de politie tegen jongeren met Mohikanenkapsel mondde uit in een dramatisch incident toen de politie van een dorpje een jonge landbouwer arresteerde en hem vervolgens kaalschoor. De jongen pleegde daarop zelfmoord. Er bestaat geen twijfel over dat de msjarmlien de samenleving willen uitdagen met hun selfies. Toch is de beweging minder bezig met het vernietigen van de gevestigde orde dan met het zoeken van een manier om echt deel uit te kunnen maken van de samenleving. Het verlangen naar luxeproducten als smartphones, gympen en designer jeans wijst daarop.

RECHT OP WAARDIGHEID De sociale ongelijkheid in Marokko is voldoende zichtbaar en geeft ieder een realis-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

lobby’s, met verschillende fora en conferenties waar Arabische experts het woord nemen over “Adverteren in tijden van Revoluties”, zoals het tijdschrift Middle East het samenvatte.’ ‘Zo heeft deze generatie de reclamesector gedwongen zichzelf ter discussie te stellen door het enigma van de waardigheid te willen kraken. En Kamal had gelijk toen hij tsjarmiel, het fenomeen dat jongeren poseren met luxeproducten die ze zich alleen kunnen aanschaffen door ze te stelen, interpreteerde als een herinnering aan de schreeuw om waardigheid tijdens de Arabische Lente.’

tisch beeld van de levenskwaliteit van de ander. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de minst bevoorrechten zich gekwetst en verwaarloosd voelen. Van de lerarenstakingen tot de betogingen van de 20 februaribeweging, is elke eis eerst en vooral een pleidooi voor het recht op waardigheid. Volgens het Marokkaanse middenveld is de reactie van de politie op de msjarmlien meer dan een kwestie van machtsmisbruik. Fatima Mernissi, auteur van onder andere Het verboden dakterras, De Europese harem en Sheherazades weblog, verwijt de ordediensten een gebrek aan wat ze visuele geletterdheid noemt. Het gevolg daarvan is dat ze de beelden enkel letterlijk opvatten en hun acties afstemmen op een werkelijkheid die niet of slechts zeer gedeeltelijk bestaat. Na de arrestatie met fatale afloop is de politie overigens te rade gegaan bij experts over beeldcultuur om zulke uitspattingen te voorkomen.

Q

57


MO114-058_KALIFAAT_MO114-058_KALIFAAT 25/11/14 10:54 Pagina 58

BESCHOUWING focus

De eeuw van het kalifaat? door Najet Boulafdal

Het uitroepen van de Islamitische Staat in delen van Syrië en Irak heeft het debat over jihad en westerse dominantie plots een heel andere wending gegeven. Toch komt dit idee niet uit de lucht vallen. De (fictieve) kleinzoon van Bin Laden zag het tien jaar geleden al aankomen.

Oost-Syrië: de moskee in het dorp Tel Marouf werd opgeblazen door IS-strijders.

❱ De wederopstanding van het kalifaat was een van de acht mogelijke toekomstbeelden voor 2020 die de Amerikaanse Nationale Inlichtingenraad (NIC) reeds in 2004 voor zijn ministerie van Defensie onderzocht. De neerslag van dat onderzoek bestaat uit een brief, geschreven door de fictieve kleinzoon van Osama Bin Laden, waarin hij de prille jaren van het kalifaat beschrijft, met zijn verwezenlijkingen en grootste uitdagingen. ‘Achteraf bekeken vraag ik me af hoe we de opkomst van de jonge kalief over het hoofd gezien hebben. We waren allen, moslim en ongelovige, verbaasd. De jonge prediker had een wereldwijde aanhang. Nog voor hij uitgeroepen was tot kalief, opvolger van de Profeet (vzmh), werd hij vereerd door de gelovigen’, schrijft de fictieve Muhammad Bin Laden in dat scenario. Zes jaar eerder dan voorzien door de NIC is het kalifaat een feit. Dat is althans wat de Islamitische Staat en Aboe Bakr al-Bagdadi de moslimwereld willen laten geloven. Hoewel er enkele cruciale verschillen zijn tussen het verbeelde kalifaat van NIC en de huidige Islamitische Staat, valt het op dat het denkbeeld van een kalief reeds een decennium geleden ook door niet-moslims overwogen werd. Stille wens van moslims of self-fulfilling prophecy van het Amerikaanse onderzoeksbureau, sinds eind juni jongstleden schudt de wereld op haar grondvesten door het kalifaat. Nochtans is het begrip op zich vrijwel onbekend bij de meeste mensen, en zij die de benaming wel kennen, associëren de term vaak met een ver vervlogen tijdperk uit de geschiedenisboeken, hoofdstuk ‘De val van het Ottomaanse Rijk’. Maar wat was dat kalifaat precies? Welke legitimiteit geniet het huidige kalifaat bij moslims van de diaspora en moslims in ‘Moslimistan’? Maar de belangrijkste vraag luidt wellicht: waarom zouden moslims behoefte hebben aan de restauratie van zo’n achterhaalde ruïne van een staat?

VAN RECHTSCHAPEN NAAR RIVALISEREND Na de dood van de profeet omstreeks 633 had de prille staat die we vandaag identificeren als islamitisch een nieuwe leider nodig. De eerste vier soennitische opvolgers van Mohammed, of kaliefen, maakten deel uit van de volgelingen van het eerste uur. Aboe Bakr, Oemar, Othman en Ali kregen later de ietwat romantische eretitel van ‘rechtschapen kaliefen’ vanwege hun rechtvaardig bestuur en hun integriteit. Sjiieten wijzen elke andere opvolger dan Ali af. Het kalifaat, in zijn oude vorm of in de huidige situatie, betreft bijgevolg enkel de soennitische moslims. De islamitische staat van de zevende eeuw groeit in nauwelijks een eeuw van het huidige

Marokko tot de grenzen van Afghanistan en India, met het grootste deel van het Iberisch schiereiland erbij. Tot dan is het kalifaat een verenigde islamitische staat waarin de overgrote meerderheid van de moslims verblijft. Ook nadien groeit het islamitische rijk langzaam maar zeker, in relatieve stabiliteit. Hoewel er in die eeuwen verschillende oorlogen gewoed hebben, denk aan de kruistochten en de verovering door de Mongolen (in de dertiende eeuw), is er steeds een continuïteit geweest, zij het dat er rivaliserende en/of parallelle kaliefen waren. Wanneer Mustafa Kemal in 1924 het kalifaat ontmantelt, omvat het Ottomaanse Rijk, het tot dusver langst regerende kalifaat, Turkije, Syrië, Libanon, Palestina, Jemen, Jordanië en delen van Saoedi Arabië. Ten tijde ❱

© Reporters / Eddie Gerald / Laif

Een steen in de vijver van het mondiale debat

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

59


MO114-058_KALIFAAT_MO114-058_KALIFAAT 25/11/14 10:54 Pagina 60

ACHTERGROND focus

❱ van de laatste kalief, Abdülmecid II, is het

kalifaat volledig zelfvoorzienend en biedt het onderdak aan de helft van de “vrije moslims” (lees: moslims uit niet door Europese naties bezette gebieden). De huidige Islamitische Staat gaat er prat op niet-moslims en andersdenkende moslims letterlijk een kopje kleiner te maken en beroept zich daarvoor op de koran. In de vorige kalifaten waren bekeringen niet verplicht op straffe van de dood. Wel moesten niet-moslims, dat wil zeggen: de andere ‘Volkeren van het Boek’, christenen en joden dus, bijzondere belastingen betalen en waren ze bij de wet tweederangsburgers. Tegelijk bekleedden zowel sjiieten als joden en christenen vaak hoge politieke functies. Over het algemeen ging het religieuze minderheden goed, op enkele bijzonder wrede uitzonderingen na. Zo werden de Arabische christenen tijdens de kruistochten tot buiten de stadswallen verdreven, uit angst dat ze hun geloofsbroeders zouden bijstaan.

SUCCES VAN DE ISLAMITISCHE STAAT Volgens islamoloog Rachid Benzine is het succes van IS te danken aan een opeenvolging van gebeurtenissen, omstandigheden en politieke beslissingen, zoals de opdeling van het Midden-Oosten naar aanleiding van het Brits-Franse Sykes-Picotverdrag (1916). ‘In het collectieve geheugen van de IS-aanhangers is zelfs de herinnering aan de kruistochten, de eeuwenlange confrontaties tussen de islamitische en de wester-

se wereld, nog steeds levendig. Ook de herinnering aan de koloniale ondernemingen van Napoleon in Egypte, tot de oprichting van Israël in 1948. IS teert op een diep gevoel van vernedering van de Arabische volkeren door het Westen.’ Niet alleen externe factoren, zoals de voortdurende inmenging van westerse grootmachten, brengen deze crisis in de moslimlanden teweeg, ook interne spelers beïnvloeden de huidige situatie. Een van de meest doorslaggevende factoren is zonder twijfel het sektarische gedachtegoed van de puriteinse en steil orthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië, dat de breuklijn tussen sjiieten en soennieten zowel binnen de Saoedische grenzen als daarbuiten cultiveert. De islamitische diaspora in het Westen, geconcentreerd in de steden, zorgt al decennia voor spanning in de Europese samenlevingen. Daarbij krijgt het zogenaamde migrantenvraagstuk en in het bijzonder het “moslimdebat” de proporties van het voormalige rode en gele gevaar. Sinds de aanslagen van 9/11 is de spanning niet alleen verscherpt, de vijandigheid tegen moslims wordt nauwelijks nog verhuld. Meer dan eens vragen publieke personen en zelfs politici moslims in het Westen om verantwoording voor feiten gepleegd door mensen met wie ze, behalve hun geloof, niets gemeen hebben. De zogenaamde Oorlog tegen de terreur is in de hoofden van velen en in de ervaring van anderen een Oorlog tegen de islam.

KALIFAAT ALS TOEKOMSTSCENARIO Aan beide kanten van de geloofsgrens leeft het idee dat de islam de alle andere overtreffende identiteit zou moeten zijn van iedere moslim. Ondanks deze sterke identiteitsfactor die moslims aller landen zou moeten verenigen ontbreekt echter een zogenaamd islamitisch vaderland, waardoor deze omvangrijke bevolkingsgroep steeds meer vervreemdt van de wereldorde. De oprichting van een islamitische staat of kalifaat zou het zelfbewustzijn van de moslimbevolking vergroten, doordat het burgerschap van deze staat moslims wereldwijd zou verbinden en internationaal tot een serieus te nemen speler zou maken. Tijdens de kolonisering van verschillende landen met een moslimbevolking na de ontbinding van het Ottomaanse Rijk in 1924, is de postume waardering voor het laatste kalifaat gestegen. De erkenning en romantisering van het laatste kalifaat wordt versterkt door het ontbreken van een overkoepelende politieke structuur die moslims op wereldniveau vertegenwoordigt. In de huidige context zijn moslims in vrijwel elk internationaal conflict een partij, hetzij als onderdrukker in Syrië, of als onderdrukte in Palestina, om maar twee voorbeelden te nemen. En het vaakst strijden ze tegen elkaar. In die context stijgt de aantrekkelijkheid van een jonge charismatische figuur die sereen de opdracht aanvaardt moslims van overal ter wereld het lichtende pad te tonen. De harde werkelijkheid van het kalifaat dat IS in

werkelijkheid realiseert, is van een heel andere aard. In tegenstelling tot de projectie van het Amerikaanse onderzoeksbureau is de kalief niet uitverkoren door de moslims en is hij allerminst geliefd binnen en buiten de moslimgemeenschap. De gewelddadige maar succesvolle militie die eind juni het nieuwe kalifaat afkondigde, is in een notendop wat Salman Sayyid, auteur van Recalling the Caliphate, beschrijft als een xenofobe autoritaire entiteit, een soort Saoedi-Arabië op steroïden. De aanhang van IS lijkt vooralsnog beperkt tot gemarginaliseerde jongeren die zich niet altijd bewust lijken te zijn van de toedracht van de strijd. De zogeheten Syriëstrijders zijn er vooral op uit “iemand” te worden, of

onschuldig bloed de gelovigen afschrikte, waardoor de heroprichting van een kalifaat niet mogelijk was. In tegenstelling daarmee verwachtten de onderzoekers de opkomst van een jonge charismatische prediker die nooit gelieerd was aan al-Qaeda, noch ooit een politieke beweging geleid had. Zijn volgelingen wereldwijd zouden hem uitroepen tot kalief, waardoor hij niet besmet werd met het ‘onvermijdelijke vergieten van onschuldig bloed’, in tegenstelling tot grootvader Osama. Het heeft niet mogen zijn. De grootste voldoening put de fictieve kleinzoon van Bin Laden uit het ontrafelen van de structuren die het Westen ‘de moslimstaten door de strot geramd heeft: de democratie, natiestaten en een internationaal systeem

Een van de bepalende factoren in deze hele kwestie is het sektarische gedachtegoed van de puriteinse en steil orthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië. ze denken zo een einde te maken aan de ondergang van de moslimwereld en de tirannieke onderdrukking door de Arabische leiders – die daarin gesteund worden door westerse grootmachten.

HET KALIFAAT SLAAT TERUG In de brief die de Amerikaanse Nationale Inlichtingenraad presenteert als zijnde van de hand van de kleinzoon van Bin Laden, lees je al dat het geweld dat zijn grootvader gebruikte en vooral het vergieten van

waarin het Westen unilateraal de spelregels bepaalt’. Zowel Benzine en Sayyid als de experts ten dienste van het Amerikaanse ministerie van Defensie zijn het erover eens dat de huidige situatie van ongelijkheid, waarin het Westen bepaalt en het Midden-Oosten uitvoert, onhoudbaar is en onvermijdelijk zal leiden tot een explosieve reactie. Het NIC gaf in zijn dossier van 2004 ook drie aandachtspunten voor de hachelijke situatie in het Midden-Oosten, maar die werden in

de wind geslagen. De studie wijst ten eerste op de dominante rol van de sociale media en de digitalecommunicatierevolutie, waardoor de botsing tussen de westerse en de moslimwereld zou kunnen verergeren. Ten tweede, zo stelt het NIC, zou de afkondiging van het kalifaat de terreurdreiging niet doen afnemen, integendeel. Het cultiveren van conflicten zou een nieuwe generatie terroristen voortbrengen die zowel binnen als buiten de grenzen van het Islamitische Rijk kunnen opereren. Ten slotte moeten westerse staten in een aanpak op maat voorzien om de aantrekkingskracht van het kalifaat tegen te gaan. Ze zouden ook gebruik moeten maken van het dilemma waar Europese moslims voor staan: de aantrekkingskracht van het idee van een spiritueel kalifaat enerzijds en het materieel comfort dat de mondialisering hen in het Westen belooft anderzijds. De ontwikkelingen in Syrië en Irak zijn uiteraard niet exact wat het NIC “voorspelde”. Salman Sayyid waarschuwt in elk geval dat het idee van een kalifaat, ten goede of ten kwade, als een steen in de vijver van het mondiale debat gegooid is. Ook volgens de Franse islamoloog Benzine is het einde van het kalifaat niet in zicht. ‘Zelfs als de militaire coalitie erin zou slagen Baghdadi uit te schakelen, zou er meteen een opvolger of kalief opstaan. De mogelijkheid van het kalifaat heeft zich immers opnieuw in de hoofden van moslims genesteld.’

Q

60

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Het gouden tijdperk van de islam. De meest geromantiseerde Harun al-Rachid kalief regeerde van 786 tot 809 en werd zelf gefictionaliseerd in het beroemde boek 1001 nachten.

Oemayyaden van Cordoba in het grootste deel van het Iberisch schiereiland.

Almohaden regeerden in NoordAfrika en Zuid-Andalusië.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

1453-1924

4. Parallelle kalifaten

1147-1269

Tijdens deze dynastie kende het islamitische rijk zijn grootste expansie.

3. De Abbassiden

929-1031

• Aboe Bakr, de eerste opvolger van de Profeet, stierf op zijn sterfbed en stelde Oemar Ibn Khattab aan als opvolger. • Umar regeerde van 634 tot 644, toen hij vermoord werd door een slaaf. • Othman werd verkozen door een commissie en heerste van 644 tot 656. Ook hij breidde het islamitische rijk verder uit. Hij werd vermoord door rebellen. • Ali, verkozen door de overige kompanen van de Profeet, regeerde van 656 tot 661, toen hij vermoord werd.

2. De Oemayyaden

750-1517

1. De Rechtschapen Kaliefen

661-750

632-661

HET KALIFAAT DOOR DE EEUWEN HEEN

Ottomaanse Kalifaat (1453-1924) De eerste kalief was Fatih Sultan Mehmed, de laatste Abdulmecid II.

61


MO114-062 Welzer_MO114-062 Welzer 25/11/14 10:55 Pagina 62

BESCHOUWING focus

Pleidooi voor een duurzaam beleid

Het juiste doen De juiste inzichten hebben is belangrijk – maar “woorden wekken, voorbeelden strekken”, betoogt de Duitse socioloog Harald Welzer. Het is niet alleen van belang de wereld te begrijpen, maar vooral ook haar te veranderen. En wel in duurzame richting. Hieronder enige voorzetten tot denk- en met name ook doewerk. door Harald Welzer

© Fatinha Ramos

De vooral door jonge mensen gedragen duurzaamheidsbeweging is weliswaar fascinerend, maar maakt tegelijk een zeer beperkte indruk. Zeker, de cijfers zijn indrukwekkend: honderden steden met Transition Towninitiatieven, in Duitsland alleen al meer dan duizend bedrijven die het principe van de welzijnseconomie onderschrijven, in iedere wat grotere stad van de wereld een stedelijke moestuin. De Commons-beweging groeit zienderogen en “sharing” is het nieuwe toverwoord. Maar er nu nog even van afgezien dat het kapitalisme, als soepelste van alle bekende economische systemen, nu juist in de sharingeconomie bliksemsnel verdienmodellen ontdekt en ze zo in haar winstmaximaliserende tegendeel doet verkeren – zit die hele beweging niet fundamenteel in een tegenspraak tussen haar mondiale probleemanalyse en een alleen op de rijke samenlevingen toegesneden oplossingsstrategie? Meer nog: zijn die vaak erg indrukwekkende, maar alles welbeschouwd toch particuliere voorbeelden van verandering niet heel klein tegenover de reuzenparty die het gemondialiseerde kapitalisme nu viert? Want terwijl in de niches van de rijke samenlevingen nieuwe manieren van leven en nieuwe economische prak-

tijken uitgeprobeerd en duurzame technieken herontdekt of uitgevonden worden, worden overal ter wereld duurzame manieren van leven ingeruild voor niet-duurzame – in Peking nemen auto’s de plaats van fietsen in, en zelfs zeer arme landen beginnen steeds meer vlees te consumeren. En in de rijke landen, waar dan toch iets als een duurzaamheidsbewustzijn bestaat, viert het permanente opbod van de zinledigste luxe triomfen: van absurditeiten als “stadsterreinauto’s” en cruisevakanties zou je zeggen: wie verzint het – maar ze hebben wel een eclatant en steeds groeiend succes.

SOCIALE INTELLIGENTIE Zijn al die aarzelende of energieke stappen in een duurzame richting dan vergeefse moeite en alleen goed om het eigen geweten te sussen? Absoluut niet. Je kunt immers, punt een, niet weten welke verdere, onbedoelde en onvoorzienbare, gevolgen een trajectverandering heeft zoals die in de “kleine” niches wordt uitgeprobeerd. Elke stap in een richting die afwijkt van het business as usual vergroot de waarschijnlijkheid dat ook de daarop volgende tweede, derde, vierde stap in die richting wordt gedaan – net zoals omgekeerd het volgen van het conventionele, ❱

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

63


MO114-062 Welzer_MO114-062 Welzer 25/11/14 10:55 Pagina 64

BESCHOUWING focus

❱ niet-duurzame pad de waarschijnlijkheid

kleiner maakt dat er ooit iets afwijkends ontstaat. De eerste stap is zelf transformatief, hij leidt tot nieuwe ervaringen en zo tot een nieuwe zienswijze. Omdat men dingen anders begint te zien, komen er mogelijkheden voor verdere stappen. Beginnen is alles. Natuurlijk rijzen bij de tweede, derde, vierde stap dezelfde vragen weer. Daarom is er training nodig, een soort politiseringsgymnastiek, die je beter maakt in het afwijken. En precies hier krijgen, punt twee, succesrijke veranderingsprojecten hun sociale en politieke functie: ze zijn immers allemaal, van open bron over het meergeneratieshuis tot de energiecoöperatie, oefeningen in trajectverandering. Ze slaan immers allemaal niet alleen een ander pad dan het conventionele in, maar leveren daarmee tegelijk de inspiratie voor verdere trajectveranderingen. Een voorbeeld. In een Britse school moesten te veel leerlingen zich in de pauzes tegelijk door de gangen persen. Men stond op het punt over te gaan tot een verbouwing die meer dan tien miljoen zou hebben gekost – tot iemand op het idee kwam dat de moeilijkheid niet lag in te smalle gangen, maar in het feit dat er maar één bel was. Als die ging, stortte iedereen zich uit de klaslokalen de gangen in. Toen kwam er dus in elke klas een bel, én werd er niet meer voor elke klas tegelijk gebeld. Probleem opgelost, niet met zware materiële ingrepen, maar met sociale intelligentie. Als je zulke voorbeelden kent, dan kom je bij vergelijkbare problemen ook veel sneller op vergelijkbare oplossingen dan als je dit voorbeeld niet gekend had. En bovendien worden afhankelijkheids- en machtsverhoudingen veranderd wanneer er nieuwe opties en speelruimten voor actie ontstaan. Wie een handmaaier gebruikt, zelf fruit en groenten teelt of een wikihuis bouwt, wordt geleidelijk minder afhankelijk van fossiele energie, industriële landbouw, conventionele samenlevingsmodellen, enzovoort. De rol die bio-energiedorpen en

64

Sinds 2010 hebben zich al meer dan duizend bedrijven bij de welzijnseconomie aangesloten. energiecoöperaties bijvoorbeeld in Duitsland spelen en hoe ze, met name sinds de “Energiewende”, de grote energieconcerns steeds meer klem zetten laat zien wat een veralgemeende trajectverandering zou kunnen betekenen. En hoe meer van zulke concrete veranderingen er komen, des te waarschijnlijker wordt de aantrekkelijkheid, en om te beginnen eenvoudigweg de zichtbaarheid, van een maatschappelijke transformatie. Tegelijk zit je met zo’n perspectief nog met het bezwaar, dat met de correcties die hier aangebracht en de levensstijlen die hier ontwikkeld worden nog lang geen algemeenmaatschappelijke laat staan mondiaal betekenisvolle trajectverandering is ingezet. Het zou ook naïef zijn erop te vertrouwen dat het betere de bovenhand haalt louter omdát het beter is. Het betere, dat hebben alle sociale bewegingen aangetoond, haalt pas de bovenhand als de conflicten die zijn introductie altijd met zich meebrengt met succes beslecht worden én wanneer het in de basis van de productie- en reproductieverhoudingen wordt verankerd. De onder Stalin in 1938 terechtgestelde Russische econoom Nikolaj Kondratjev, die de theorie opstelde dat de kapitalistische ontwikkeling in cycli van vijftig tot zestig jaar verloopt, heeft onder meer de volgende aantekeningen nagelaten: ‘De meeste organisaties waarin mensen zich collectief te weer kunnen stellen, hebben geen eigen productiestructuur. Als het erop aankomt, zijn ze chantabel. We moeten naar organisaties van de solidariteit zoeken die een eigen productiestructuur bezitten. Die bestaan. In zulke organisaties kunnen mensen zich niet alleen verdedigen, maar ook (zonder een systeem direct aan te vallen) autonome alternatieven presenteren. Niet utopie, maar heterotopie.’ Zonder economische autonomie blijven protestbewegingen afhankelijk van de bestaande productieverhoudingen. Daaruit volgt dat

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

tegenbewegingen tegen het verwoestende principe van de kapitalistische groei-economie het niet bij bewustmaking, protest en argumenten kunnen laten, maar met een alternatief voor de bestaande economie, politiek en cultuur van alledag moeten komen. Een paar voorbeelden:

DIVESTMENT De Amerikaanse milieuactivist Bill McKibben mikt op het aanvallen van de zakenmodellen zelf van verwoestende industrieën – die overigens absoluut van de steeds schaarser wordende grondstofvoorraden kunnen profiteren. Want de expansieve strategieën worden steeds meer geïntensiveerd naarmate je duidelijker steeds grotere schaarste krijgt, die uit conventioneel economisch perspectief trouwens ook wenselijk is. Hoe schaarser een grondstof, des te groter de niet voldane vraag ernaar, en des te hoger de prijs die je ervoor kunt krijgen. Hoe ongunstiger de situatie voor de vragende partij wordt, des te plezieriger worden de zaken voor de aanbieder. Schaarste is dus fundamenteel helemaal niet slecht voor de omzet. Op basis van dit principe is de kapitalistische economie tot nu toe buitengewoon succesrijk geweest – en misschien blijft ze dat ook tot het dodelijke einde. Want het systeem is op zeker punt begonnen de tak af te zagen waarop het zit. Van dat ogenblik af echter, en dat is de clou, presteert ze beter dan ooit – want dan is het zaak, er nu nog zoveel mogelijk uit te slepen. Hieruit blijkt dus niet alleen dat het kapitalisme – afgemeten aan zijn eigen doelstellingen – nog altijd prima functioneert, maar ook dat de tot nu toe gevolgde interventiestrategieën een dergelijk systeem nauwelijks van de wijs kunnen brengen. We moeten dus op zoek naar strategieën die het fantastisch soepele, maar helaas verwoestende principe van het kapitalisme niet kan inkapselen. De Fossil Fuel Divestment-cam-

pagne gaat uit van de eenvoudige maar hoogst brisante gedachte dat je het kleed onder hele bedrijfstakken weg kunt trekken door er je geld uit te halen. Dat levert al op het niveau van gewone privé-investeerders een niet onaanzienlijk bedrag op, maar krijgt nog heel wat meer gewicht als ook Amerikaanse colleges en universiteiten, kerkelijke organisaties en gemeenten meedoen. De campagne is een doorslaand succes: intussen zijn er op bijna 400 Amerikaanse scholen, colleges en universiteiten soortgelijke initiatieven, tien steden, waaronder Seattle en San Francisco, desinvesteren al. In Europa heeft zich het University College London bij de actie aangesloten, en je hoeft alleen maar aan de bedragen te denken die stichtingen in Duitsland beheren om een idee te krijgen van hoeveel kapitaal er aan verkeerd zakendoen kan worden onttrokken.

WELZIJNSECONOMIE Een verdere aanzet die poogt het economische handelen weer sterker met de democratische basiswaarden én met de sociale en ecologische doelstellingen van de huidige westerse samenlevingen in overeenstemming te brengen is het door Christian Felber ontwikkelde concept van der wel-

‘tegelijk het welzijn van de gemeenschap dienen’ moet. In de Beierse grondwet staat zelfs: ‘Het gehele economische bedrijf dient het gemeenschappelijke welzijn.’ In de welzijnseconomie moet dus niet verboden worden dat bedrijven winst (proberen te) maken, alleen hoort dat wel niet het ultieme doel van het economische handelen te zijn en niet ten koste van milieugoederen, mensenrechten en sociale rechten te gaan. Daarom stellen bedrijven in zo’n economie een zogeheten algemeenwelzijnsbalans op, waar de nadruk op komt te liggen bij het ondernemen, in plaats van op de winstbalans uit het klassieke kapitalistische ondernemen. In deze algemeenwelzijnsbalans moet zijn terug te vinden hoe er in de bedrijfspraktijk met de waarden “menselijke waardigheid”, “solidariteit”, “ecologische duurzaamheid”, “sociale gerechtigheid” en “democratische inspraak & transparantie” rekening wordt gehouden. Sinds 2010 hebben zich al meer dan duizend bedrijven bij de welzijnseconomie aangesloten (www.gemeinwohl-oekonomie.org). Een algemeenwelzijnsbalans is in de afgelopen jaren voorgelegd door honderden bedrijven, in Duitsland, Griekenland, GrootBrittannië, Italië, Liechtenstein, Oostenrijk, Portugal, Zwitserland, Spanje en de VS zijn

Het is niet voldoende gewoon ergens vóór te zijn. Je moet ook tegen de niet-duurzame mainstream ingaan. zijnseconomie. De kerngedachte daarvan is dat geldelijk gewin niet langer het doel van ondernemen mag zijn, maar puur het middel om het eigenlijke doel te bereiken, en wel een zo groot mogelijke bijdrage aan het algemeen welzijn te leveren. Felber zelf wijst erop dat een oriëntering van het economische handelen in de richting van het gemeenschappelijke welzijn nu al spoort met hoe vele ondernemers aankijken tegen wat ze doen, en ook past in een lange traditie van de democratische constitutionele staten. Zo staat in de Duitse grondwet dat ‘eigendom verplicht’ en het gebruik ervan

er mensen mee bezig. De algemeenwelzijnsbeweging stelt zich op de langere termijn ten doel dat de algemeenwelzijnsbalans wettelijk bindend wordt en voor ieder bedrijf verplicht gesteld moet worden. En niet alleen dat: hoe meer algemeenwelzijnspunten een bedrijf scoort, des te meer wettelijke voordelen zou het in de toekomst moeten gaan genieten. Te denken valt hier bijvoorbeeld aan lagere btw voor bedrijven met een goede algemeenwelzijnsbalans, goedkoper krediet bij staatsbanken, voorrang bij openbare aankoopprogramma’s en aanbestedingen en

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

dergelijke. En fair geproduceerde en verhandelde evenals ecologisch duurzame producten en diensten zouden op de middellange tot lange termijn goedkoper moeten worden dan ethisch problematische producten en wegwerpartikelen.

ONVOORWAARDELIJK BASISINKOMEN Het zogeheten onvoorwaardelijke basisinkomen gebruikt de ruimte die uit de steeds toenemende arbeidsproductiviteit voortkomt, als alternatief voor de vandaag dominante groeilogica. De kern ervan is dat iedere burger recht heeft op een financiële basisgarantie, zonder daar een tegenprestatie voor te hoeven leveren. Het idee komt voort uit voornamelijk humanistisch-emancipatorische overwegingen: iedereen dient, ongeacht de rol en de functie die men heeft in het systeem van maatschappelijke arbeidsdeling, als individu met gelijke rechten en behoeften erkenning te krijgen. In Duitsland is, opmerkelijk genoeg, een ondernemer een van de prominentste voorstanders van het basisinkomen. Götz Werner, de oprichter van drogisterijketen dm, stelt voor de invoering ervan te financieren uit zwaardere belastingen op consumptie. Zulke aanzetten raken de huidige economische praktijk in het hart en kunnen, anders dan goede argumenten voor een kleiner beslag op de natuur en minder uitstoot, wél tot diepgaande veranderingen leiden. Dat wil niet zeggen dat de vele kleinere aanzetten, initiatieven en experimenten uit de burgersamenleving onbelangrijk zouden zijn. Ze vormen veeleer het in de praktijk beproefde maatschappelijke fundament waarop “grotere” en wellicht ook radicalere proeven kunnen voortbouwen. Alles bij elkaar, wil het mij voorkomen, moet die beweging wél wezenlijk politieker worden dan ze nu is. Het is niet voldoende gewoon ergens vóór te zijn. Je moet tegelijk ook tegen de niet-duurzame mainstream ingaan.

Q

Harald Welzer is op 31 januari in Gent, op het Oikos Feestcongres. www.oikos.be

65


MO114-066_ESSAY_MO114-066_ESSAY 25/11/14 10:55 Pagina 66

ESSAY verhalen

De onzekere toekomst van het Europese verleden

De Europese Unie bouwt een museum om haar eigen geschiedenis en de Europese identiteit in de kijker te zetten. Doen Europese beleidsmakers in hun zoektocht naar de band met de burger aan herinneringspolitiek? En werkt dat negentiende-eeuwse trucje nog wel in deze digitijden? door Laurens Cerulus

© Belgaimage

❱ Het Huis van de Horror. Een ijdelheids-

66

Paul-Henri Spaak, die mee aan de wieg stond van de VN en de EU, mag zeker niet ontbreken in het Huis van de Europese Geschiedenis.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

project. Het Huis van de Kleinste Gemene Deler. Een nieuw Europees project kreeg het al stevig te verduren, met name in de Britse pers. Schietschijf is het Huis van de Europese Geschiedenis, een museum waarin Europa’s verleden centraal moet gaan staan. De Duitse conservatieve politicus Hans-Gert Pöttering opperde het idee in een toespraak bij zijn intrede als Europees parlementsvoorzitter, in 2007. ‘Europese geschiedenis wordt in nationale musea bijna altijd volledig uit nationaal perspectief voorgesteld’, meende Pöttering. ‘Ik zou een plaats willen voorstellen voor de geschiedenis en de toekomst, waar het idee van Europa kan blijven groeien.’ Het Huis van de Europese Geschiedenis moet een plaats worden ‘waar onze herinnering van de Europese geschiedenis en het werk van Europese eenmaking gezamenlijk gecultiveerd worden’. In concreto wordt het Eastmangebouw, een art-decomonument in het Leopoldpark in Brussel, in gereedheid gebracht om het museum in onder te brengen. Sinds de lancering van het project in 2007 schieten critici met scherp. De eurosceptische Europarlementariërs en hun mannetjesmakers gooien het meestal over de boeg van het geld: initieel werd de kostprijs op

zo’n 70miljoen euro begroot, maar recentere schattingen komen meer in de buurt van 170miljoen. Een onaanvaardbare investering in tijden van besparingsbeleid, volgens critici. De verbouwingen lopen achter op schema en het bij elkaar brengen van een permanente collectie liep tot nu toe niet van een leien dakje. Initieel was de opening gepland voor 2014, maar dat wordt nu wellicht 2016. Het Parlement mort.

VAN ATHENE TOT OSLO Maar de kritiek strekt zich uit tot ver buiten de politieke wereld. Het museum, een geheel nieuw project in de presentatie van de EU, krijgt de wind van voren van een groot deel van de geschiedkundige wereld. Europese historici lieten in tal van publicaties hun ongenoegen blijken. Niet uit woede, maar uit bezorgdheid dat het museum zijn doel mist als het over geschiedenis gaat. Dat het te politiek is. Dat de geschiedenis een instrument van de EU-honger naar legitimiteit wordt. Het blijft ook onduidelijk wat het museum concreet zal inhouden. De publieke documenten die het team van historici en museumkundigen vrijgaf, zijn op één hand te tellen. De Conceptuele Basis, uit 2011, licht een tip van de sluier op. Het document bepaalt onder meer dat het een modern museum moet zijn, dat de toegang gratis moet zijn en dat het zich tot alle bevolkingsgroepen moet richten. Maar het document geeft ook een historisch

Europa is geworteld in de waarden democratie, rechtvaardigheid en rationaliteit. Dat is het officiële verhaal, dat echoot in het publieke discours van de EU en al wie haar liefheeft. Het vredesverhaal is er een verlengstuk van: de EU was een antwoord op de verdeeldheid van Europa tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog. De Unie was noodzakelijk om het nationalisme te overstijgen en vrede te verwezenlijken. Met een Nobelprijs tot gevolg, in 2012, zes decennia na de oprichting van de allereerste embryonale unie. Uiteraard is die Nobelprijs voor de Vrede, medaille en oorkonde incluis, opgenomen in de collectie van het Huis van de Europese Geschiedenis. Hij moet het sluitstuk vormen van een unieke Europese museumcollectie.

EUROPA’S CANON KLINKT VALS Het strookt allemaal met wat men “de canon van de Europese geschiedenis” kan noemen. Maar klopt het wel? ‘Heel veel mensen kennen dit verhaal, maar er is heel wat kritiek op’, zegt Patrick Pasture, hoogleraar geschiedenis aan de KU Leuven, die zich op Europese identiteit toelegt. Dingen als de koloniale erfenis of de Keltische en de Germaanse invloeden vallen al te makkelijk tussen de plooien. ‘Tal van figuren die bij het ontstaan van de Europese eenmaking betrokken waren, zagen Europa als een federatie of confederatie, maar ook als complementair aan de ontwikkeling van de natie. De motivatie voor

Het museum krijgt de wind van voren van een groot deel van de geschiedkundige wereld. overzicht van Europa’s favoriete referenties, van de Grieks-Romeinse beschaving, over de middeleeuwen, de renaissance en de verlichting, tot de wereldoorlogen. Het eindpunt is de Europese Unie, die als leidraad geldt door de tweede helft van de twintigste eeuw, getekend door de Koude Oorlog en het IJzeren Gordijn die het continent verdeelden.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

de oprichting van de EU was voor een groot stuk ook koloniaal’, merkt Pasture op. Als voorbeeld geldt Eurafrique, een politiek project dat Europa en Afrika samen vooruit moest stuwen en dat vooral de Fransen in het achterhoofd hadden in de begindagen van de Europese integratie. Daarbovenop komen de talloze keren dat Europese staten of gebieden met elkaar ❱

67

© Reporters / Eddie Gerald / Laif

Opening Huis van de Europese Geschiedenis zou nog even kunnen duren


MO114-066_ESSAY_MO114-066_ESSAY 25/11/14 10:55 Pagina 68

ESSAY verhalen

❱ overhoop lagen. De geschiedenis van het

continent is behoorlijk gruwelijk en in vele gevallen zijn die gebeurtenissen nog niet verwerkt. Denk maar aan de heropleving van het debat over de slachtoffers van Franco’s dictatuur in Spanje. Of de Nederlandse staat die dit jaar nog stevig worstelde met zijn schuld in het drama van Srebrenica tijdens de Bosnische burgeroorlog. Geschiedenis wordt door de overwinnaars geschreven, naar men zegt. Maar dat laat

worstelt met een pijnlijk gebrek aan legitimiteit bij haar burgers. De voorstanders winden er ook geen doekjes om: een kijk op onze gemeenschappelijke geschiedenis moet de burgers verenigen, en liefst ook dichter bij de EU brengen. De Europese identiteit aanwakkeren is ‘meer dan ooit nodig’, klinkt het bij Doris Pack, een Duitse conservatieve Europarlementariër die in de stuurgroep van het museum zat tot ze eerder dit jaar haar par-

De ratio achter het project is het pijnlijke gebrek aan legitimiteit bij haar burgers waar de EU mee worstelt. soms een beschaamde overwonnene achter, die zich niet vindt in het officiële plaatje. Europa lijkt doortrokken van stukjes onverwerkt verleden. Nog het meest van al komt dit tot uiting als het over de Tweede Wereldoorlog gaat. ‘Wat was het moeilijkste thema om te behandelen? Dat is wel duidelijk...’ bevestigt Taja Vovk van Gaal, die aan het hoofd van het academische team staat dat in het Europese Parlement aan de voorbereiding van het museum werkt. In 2011 kwam aan het licht dat de permanente tentoonstelling van het Huis mogelijk pas bij 1946 zou beginnen. Eén jaar na de oorlog dus. Om redenen van politieke druk. Maar ook het academische team zelf had grote moeite tot een eensgezind standpunt te komen over hoe dit stukje geschiedenis behandeld moest worden. De consternatie die ontstond toen het nieuws de kranten haalde, leidde ertoe dat het plan toch verlaten werd. ‘Maar het zou de zaken wél eenvoudiger hebben gemaakt (namelijk in 1946 te beginnen, nvdr.), ‘ zucht een Europarlementariër die het op de eerste rij meemaakte.

POLITIEK VAN DE HERINNERING Waarom waagt de EU zich aan een project waarvan al wie Europa een beetje volgt zou zeggen dat het zéér gevoelig ligt? De EU

68

lementszetel moest afstaan. ‘Een begrip van de geschiedenis maakt ons allemaal betere Europeanen’, stemt ook Andrew Duff, Brits liberaal Europarlementslid, in. Het collectieve geheugen draagt bij tot een samenhorigheidsgevoel en levert zo de basis voor politieke macht. Die theorie werd uitgewerkt in een bekend exposé van de politicoloog Benedict Anderson in 1983. In zijn Verbeelde gemeenschappen legt Anderson uit hoe mensen in gedachten tot een gemeenschap behoren, op basis van verbeelde eigenschappen en gedeelde referenties – zelfs als velen binnen die gemeenschap elkaar nooit of te nimmer zullen ontmoeten. Geschiedenis is er een hoeksteen van: een gemeenschappelijk verleden is wat ons ons maakt. Het dient zo als politiek instrument om een identiteit op te bouwen. Europese denkers dromen al langer van zo’n samenhorigheidsgevoel bij de burger. In 1973, toen de unie nog negen lidstaten telde, tekenden de ministers van Buitenlandse Zaken een Verklaring over de Europese Identiteit. Die zou bijdragen tot een eengemaakt Europa, aldus de Verklaring. De Europese vlag, diepblauw met gele sterren, gaat terug tot 1955. Ode aan de Vreugde, een gedicht op muziek gezet door Beethoven, werd in 1985 goedgekeurd als “volkslied” van de EU. En in de jaren 2000 werd heftig gedebatteerd over de vraag of de Europese

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Unie in haar preambule van de (in 2005 weggestemde) Europese grondwet moest verwijzen naar de christelijke traditie waaruit Europa voortgekomen was. Een vlag, een volkslied, een grondwet. Het zijn de instrumenten waarmee een identiteit gebouwd kan worden. Het Huis van de Europese Geschiedenis kan daar nu het verleden aan toevoegen, ter ‘cultivering van Europese eenmaking’ – lees: de EU. Of dat beleid zijn vruchten afwerpt, is minder duidelijk. Burgers omschrijven zichzelf wel eens als “Europees”, maar de nadruk ligt op de nationale identiteit. In de pogingen om de Europese identiteit te versterken, zit sinds 1992 weinig verandering, zo blijkt uit Europees opinie-onderzoek . De band met de EU zelf blijft ook problematisch. De verkiezingen van mei 2014 legden de vinger op de wonde. De kiezer stemde meer eurosceptici het parlement in dan ooit tevoren in de geschiedenis van het Europese politieke project.

PLAATS VOOR DISCUSSIE Andersons Verbeelde gemeenschappen toont hoe identiteit tot instrument van politieke macht gemaakt wordt. Alleen, zijn exposé is een omschrijving van en kritiek op het verschijnsel nationalisme. Dat de EU haar toevlucht neemt tot identiteitspolitiek vloekt met het vredesverhaal dat ze zichzelf toeschrijft. De onderzoeksgroep die het project nu moet verwezenlijken is zich ten zeerste bewust van die kritiek. Zo zou de groep de rode draad van de Europese identiteit al hebben veranderd in het verbindende idee van het collectieve geheugen: het team gaat op zoek naar processen en evenementen die de Europese burgers delen, ook al heeft iedereen er een andere kijk op. Dat het dan tot conflicten kan komen in de interpretatie ziet Vovk van Gaal eerder als voordeel. ‘Het doel is het uitlokken van nieuwsgierigheid bij de bezoeker, en een plaats voor discussie creëren.’ Of die discussie voldoende kansen krijgt in het Huis van de Europese Geschiedenis blijft een open vraag.

Q


MO114-070_PODEMOS_MO114-070_PODEMOS 25/11/14 10:56 Pagina 70

ANALYSE focus

Podemos en Syriza zetten de politiek op haar kop

De kracht van verandering door Tine Danckaers

Er is iets aan de hand in Spanje en Griekenland, twee crisislanden bij uitstek. Terwijl de regeringspartijen zich plooien naar de eisen van de Trojka, dagen twee politieke partijen, het Griekse Syriza en het Spaanse Podemos, hen uit in de politieke arena. Hun belofte dat ze het echt anders en socialer willen doen, doet hun achterban groeien. Waarheid, durven of doen?

❱ De een combineert een scherpe redenaarstong met een ietwat foute paardenstaart. El libertador weigert zich te conformeren aan kledingvoorschriften die te ver afwijken van jeans en t-shirt en gaat als een matador het gevecht aan met de gevestigde Spaanse macht. Winnen met als opdracht het installeren van een nieuw Spaans politiek concept is de enige uitkomst. De ander is een Griekse rebel in kostuum: conformistisch dus, maar dan wel zonder de stropdas. Hij belichaamt een nieuw idee, ontsproten aan de oude politieke tijd: een anti-imperialist die links Griekenland, van de radicalen tot het centrum, opnieuw wil verenigen. Ze verschillen in stijl en aanpak, maar Pablo Iglesias, leider van de Spaanse politieke partij Podemos, en Alexis Tsipras, leider van het Griekse Syriza, vechten voor dezelfde zaak: verandering. Beiden zijn de voortrekkers van politieke partijen die met groeiende populariteit de traditionele regeringspartijen het nakijken geven. Zowel Podemos als Syriza verraste bij de Europese verkiezingen in mei 2014 vriend en vijand met onverwachte scores. Syriza klokte af op 26,6 procent, terwijl de rechtse Nea Dimokratia (ND) en haar centrumlinkse coalitiepartner Pasok respectievelijk 22,7 en 8procent van de stemmen behaalden. In Spanje behaalde Podemos met een XScampagnebudget, opgehaald via crowdfunding, een vierde plaats. De vijf zetels die Podemos daarbij binnenhaalde waren een

Podemos volgens de krant El País de populairste partij van Spanje, met een score van 27,7 procent. In Griekenland haalde Tsipras’ partij 35procent en de regeringspartij van premier Samaras, ND, 25 procent. Pasok overtuigt nog nauwelijks 5 tot 6procent van de Grieken.

CRISISSUCCES Zowel in Spanje als Griekenland heeft de crisis geleid tot verregaande sociale afbraak. Volgens een groeiende groep critici hebben de traditionele regeringspartijen de burgers berooid gemaakt om kredietverleners en banken te bedienen. De belofte van Syriza en Podemos om de macht van “de neoliberale dictatuur” te breken als ze straks mee mogen regeren, spreekt steeds meer Grieken en Spanjaarden aan. ‘Syriza dankt haar succes in de eerste plaats dankt aan de proteststem’, zegt Bruno Tersago, VRT-correspondent in het Griekse Piraeus. ‘De Grieken hebben hun buik vol van de oude politiek, die na vijf jaar crisis en vier jaar in de wurggreep van de Trojka geen verandering heeft gebracht. Rechts en links, ND en Pasok, die de afgelopen veertig jaar afwisselend geregeerd hebben en sinds 2012 in een coalitie zitten, betoonden zich twee kanten van dezelfde medaille’, aldus Tersago. Terwijl de economische crisis continu inhakte op het welzijn van de Grieken, bleven de beloofde hervormingen door de regeringscoalitie veeleer dode letter. De schuldenlast aan de EU verminderde nauwelijks. In 2010

70

onwaarschijnlijk resultaat voor een partij die nauwelijks drie maanden oud was. De Partido Popular van premier Rajoy en de socialisten van de PSOE verloren meer dan 30procent in vergelijking met de Europese verkiezingen van 2009. Het succes bleef groeien. In recente peilingen heeft zowel Podemos als Syriza een nog hogere vlucht genomen. In november bleek

MOQ • herfst 2014 • www.mo.be

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

daalden de lonen in de publieke sector met gemiddeld 15 procent, bij de staatsbedrijven met 30 procent. Sindsdien blijft de armoede bij de Grieken stijgen. Meer dan een derde van de Grieken leeft vandaag op of onder de Griekse armoedegrens. De officiële werkloosheid bedraagt 26,4procent (juli 2014, cijfers van Eurostat). ‘De coalitie beloofde de economie aan te ❱

71

© Reporters / Eddie Gerald / Laif

Alexis Tsipras (partijleider van Syriza) en Pablo Iglesias (secretaris-generaal van Podemos) op een ontmoeting in Madrid midden november.

© Reuters / Juan Medina

‘Politici kijken de andere kant op, omdat ze allemaal mee in het corruptiebad zitten.’


MO114-070_PODEMOS_MO114-070_PODEMOS 25/11/14 10:56 Pagina 72

ACHTERGROND focus

geven. Dat is niet gebeurd’, zegt Nick Malkoutzis, journalist bij de krant Kathimerini. ‘Men beloofde stellig investeringspakketten en administratieve vereenvoudiging om het ondernemerschap te steunen. Maar in plaats van daar werk van te maken, bleef de regering kruipen voor de eurozone.’ Ook de Spanjaarden hebben genoeg van de oude politieke elites. De Volkspartij (PP) en de socialisten (PSOE), beide post-Francoregeringspartijen, brachten een politieke klasse voort die zich verrijkte door corruptie. Intussen leverden de burgers zwaar in. 5,9miljoen Spanjaarden zijn werkloos en Spanje zag al meer dan 700.000 burgers emigreren naar werkzekerheid over de grens. De huisuitzettingen a rato van honderden gezinnen per dag blijven voortduren. Na de Europese kapitaalinjecties, die vorig jaar afliepen, ligt ook de Spaanse staatsschuld nog steeds ver boven de Europese richtlijnen. ‘Intussen volgen de corruptieschandalen elkaar op, tegen bankiers, politici, de koninklijke familie’, zegt VRT-correspondent Sven Tuytens vanuit Madrid. ‘Het schokkendste is dat het recente feiten betreft die dateren uit volle crisistijd. De PP en de PSOE zijn niet in staat om in eigen huis orde op zaken te stellen, ondanks het groeiende ongenoegen van hun achterban. Politici kijken de andere kant op, omdat ze allemaal mee in het corruptiebad zitten. Niemand durft de andere aan te klagen, uit angst voor zijn eigen vel.’

Naast een verhoging van de pensioenen, de lonen en dus de koopkracht staan ook de strijd tegen corruptie en een politiek saneringsplan hoog op de agenda. Volgens de critici zijn de voorstellen van Podemos niet haalbaar en getuigen ze van een naïeve economische kijk. ‘Podemos heeft goed opgeleide leden die op de universiteit hebben gezeten’, reageert socioloog Jesús Rodríguez Morales. ‘Wie hun economisch alternatief niet haalbaar acht, moet zich dringend afvragen waar de crisis vandaan komt. Is het huidige economischegroeidenken en de daaraan gekoppelde politiek dan wél haalbaar? De burger betaalt de schulden af van een kapitalistisch systeem dat gefaald heeft. In tijden waarin Luxleaksschandalen de ongelijkheid tussen grootkapitaal en de modale burger qua belastingen blootlegt, verwachten we verandering.’ De uitdaging om het Griekse bbp, dat in 2014met 25procent is gekrompen, weer te laten groeien is enorm. ‘We moeten, evident, opnieuw een productieve economie installeren’, legt de Griekse econome Marika Frangakis uit. ‘Maar dat is een langetermijnproces, waarbij zowel investering,

Athene, mei 2014: Alexis Tsipras, partijleider van Syriza, tijdens de verkiezingscampagne.

BELOFTEN ‘Bovenaan op het programma van Podemos staat hoe de torenhoge Spaanse overheidsschuld moet worden aangepakt’, zegt Tuytens. ‘Podemos wil niet langer naar het pijpen van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds dansen. Met een grotere overheidscontrole op de energiesector, nationalisering van de banken en vermogensbelastingen wil Podemos de Spanjaard opnieuw greep doen krijgen op zijn land.’

72

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ondernemerschap als vraag moeten worden gestimuleerd. Ondertussen wil Syriza een internationale conferentie bijeenroepen, om de afbetaling van de schulden te herzien en te koppelen aan economische groei of krimp.’ Op korte termijn wil Syriza zich richten op een noodplan om de sociale crisis in te dijken. Op de tafel: hogere minimumlonen, een tijdelijke en overdachte pauze in de afslanking van de buitenmaatse ambtenarij, belastingshervormingen van indirecte heffingen – zoals de ENFIA-heffing, een belasting op vastgoedeigendom – naar progressieve belastingen die in verhouding staan tot het inkomen. ‘De Grieken zijn murw gebeukt met belastingen die elkaar blijven opvolgen’, zegt Frangakis. ‘Tegelijk betalen de reders geen inkomstenbelasting. Ook daar wil Syriza iets aan doen.’

HET NIEUWE LINKS? ‘Podemos wil, als burgerpartij, de burgers echt mee laten beslissen waar ze naartoe willen met hun land en samenleving’, zegt Rodríguez Morales. De partij heeft haar wortels in de 15-meibeweging van de indignados. Deze beweging ontstond in Spanje in © Reuters / Alkis Konstantinidis

❱ zwengelen, de privésector zuurstof te

2011 als reactie tegen het kapitalisme en de onverzadigbare hebzucht van banken en speculanten. Ook na de grote protesten bleven wijkgroepen of círculos elkaar ontmoeten en acties opzetten rondom voedselbedeling en tegen huisuitzettingen. ‘Podemos wil verandering brengen. Dat kan alleen door met een nieuwe politieke oplossing te komen’, zegt Rodriguez Morales. ‘De manier waarop Podemos dat doet, via lokale volksraadplegingen, is zeker nieuw. Podemos richt zich daarbij tot de meerderheid, en niet louter tot de linkse kiezer.’ Podemos doet een beroep op het patriottisme van de Spanjaarden, roept op om de Spaanse waardigheid te herstellen. ‘En juist dat’, zegt Sven Tuytens, ‘spreekt ook rechtse kiezers aan.’ Of de Griekse collega’s van Syriza een soortgelijk politiek alternatief voorstellen is onderwerp van debat. ‘Hun boodschap, de partijstructuur, hun doelen zijn zeker nieuw’, zegt Malkoutzis. ‘De partij is een coalitie van verschillende fracties, van radicaal links tot meer in het centrum. Dat is nieuw, net zoals sterkere banden met de samenleving, het middenveld, de jongeren. Tegelijk herinnert het discours van Syriza

ooit de kans krijgt om te regeren, zal het geld uit de banken vertrekken. Geen euro zal er overblijven’, verkondigde premier Samaras. Nochtans wil Syriza geen euro-exit, toch? ‘De officiële lijn van Syriza is niet altijd makkelijk te volgen’, antwoordt Tersago. ‘Het klopt dat Alexis Tsipras vroeger wel sprak van het verscheuren van het memorandum met de Trojka. Maar hij heeft internationaal aan zijn imago gewerkt, en heeft zijn toon intussen sterk gematigd, richting centrum. Syriza werkt aan verruiming, maar dat de partij nu te veel water bij de wijn doet, met het oog op electorale winst, wekt ook argwaan.’ Tersago gelooft niet dat Syriza de nieuwe politiek zal brengen die de partij wordt toegeschreven. ‘Je moet ook weten dat Syriza onderdak heeft geboden aan een aantal ex-Pasokleden die zich niet kunnen vinden in de neoliberale koers die de ooit socialistische partij nu vaart. Anders dan de grassrootspartij Podemos, die wél een nieuw model voorstelt, is Syriza een klassieke partij die dogmatisch gegroeid is.’ Marika Frangakis is het daar niet mee eens. De econome is ervan overtuigd dat Syriza een nieuwe wind doet waaien en net als het

‘Anders dan de grassrootspartij Podemos, die wél een nieuw model voorstelt, is Syriza een klassieke partij die dogmatisch gegroeid is.’ soms aan de oude politieke taal. Zal Syriza de wortels van de economische crisis aanpakken, zal het de burger opnieuw een stem geven en de centrale rol van de staat loslaten? Die vragen vormen de reden waarom de partij nog niet echt overtuigend genoeg uit de peilingen komt.’ En toch. Syriza beroert wel degelijk de zenuwen, in Griekenland én in het buitenland. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble noemde Tsipras vorig jaar nog de gevaarlijkste man van Europa. Bij de regeringspartijen regent het waarschuwingen tegen de radicaal linkse en anti-Europese club van Syriza. ‘Als Syriza

Spaanse Podemos vele thema’s in het vizier neemt waar de traditionele linkse partijen met een wijde boog omheen lopen. ‘Met verschillende groepen, met verschillende ideeën een coalitie vormen is niet gemakkelijk, het is wel innovatief.’

VERKIEZINGEN EN VALKUILEN Griekenland bereidt zich in ieder geval voor op het scenario van vervroegde parlementsverkiezingen in februari 2015. Verwacht wordt dat de geplande presidentsverkiezingen, waarbij de kandidaten een meerderheid van 180 stemmen moeten halen, zullen worden geboycot.’Als er geen meerder-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

heidskandidaat wordt gevonden, wordt het parlement ontbonden en komen er verkiezingen’, legt Tersago uit. Maar de uitdagingen om een land met een bankroete samenleving te besturen zijn op alle niveaus groot, zegt Frangakis. ‘De sociaal-economische situatie is echt extreem. De afbraak van de gezondheidszorg en het onderwijs is niet te harden. Op dit moment protesteren zelfs leerlingen uit het lager onderwijs, kinderen nog, op straat tegen de onhoudbaar grote klassen.’ Precies daarom krijgt Syriza vandaag het voordeel van de twijfel, simpelweg omdat het als enige een alternatief voorstelt. Zowel Tersago, Malkoutzis als Frangakis zouden Syriza aanvinken, als ze nu zouden stemmen. Een ander paar mouwen is het financiële plaatje. Waar willen beide partijen het geld vandaan halen? Tuytens: ‘Volgens Pablo Iglesias moet dat komen van vermogensbelasting, de strijd tegen corruptie en belastingontduikers, eerlijke belastingen voor de multinationals en grote bedrijven, luxeheffingen op luxegoederen. Of het genoeg zal zijn? Ik denk dat Iglesias de krachten onderschat waartegen hij zal moeten vechten.’ De aanpak van de crises die Griekenland en Spanje al zes jaar droogleggen vergt tijd, en in het oude politieke denken is die er niet. ‘Op dit moment liggen vijf voorstellen op de tafels van de círculos: over de staatsschuld, een kwaliteitsinjectie in het staatsonderwijs en de gezondheidssector, anticorruptie, en belastinghervormingen. Er is tijd nodig om die voorstellen te bespreken, en er in alle volksvergaderingen over te stemmen’, zegt Rodríguez Morales. ‘En dat is koren op de molen van Podemos’ tegenstanders.’ ‘Podemos is als een steen in het water’, vindt Rodríguez Morales. ‘Zelfs als ze de regering niet halen, zullen ze al verandering gebracht hebben. Burgemeesters van de PP en de PSOE vragen raad aan de bevolking, iets wat tevoren ze nooit gedaan hebben.’ Het Podemos-effect is nu al voelbaar in de andere partijen, die eindelijk op zoek zijn gegaan naar young potentials, besluit Sven Tuytens.

Q

73


Š Lectrr

MO114-074_Lectrr_MO114-074_Lectrr 25/11/14 10:57 Pagina 68


MO114-076_INBEELD_MO114_076_INBEELD 25/11/14 10:58 Pagina 76

in beeld

door Lisa Develtere

West-Afrika is niet alleen ebola ❱

© Lisa Develtere

West-Afrika telt het hoogste aantal kindbruiden van het continent. Koploper in absolute cijfers is Nigeria. In 2010 waren er bijna 2,8miljoen Nigeriaanse kindbruiden. 39procent van de meisjes trouwt voor ze achttien zijn. In relatieve cijfers uitgedrukt kan Nigeria dan weer niet tippen aan buurland en wereldkampioen kindhuwelijken Niger, waar 75procent van de meisjes trouwt voor hun achttiende. Ruim één op de drie huwt zelfs voor haar vijftiende. Ford Foundation deed een trendanalyse van voortijdige huwelijken in West-Afrika tussen 2000 en 2012 en concludeerde dat in slechts drie WestAfrikaanse landen de mediane leeftijd om te huwen significant gestegen was (in Sierra Leone, Nigeria en Senegal). In vijf landen was er een trend naar lagere mediane huwelijksleeftijd (Kaapverdië, Togo, Burkina Faso, Benin en Mauritanië) en in vier landen veranderde er niets (Ghana, Niger, Ivoorkust en Mali). Ebola is dus niet het enige probleem in de regio. Toch wil Maikibi Kadidiato Dandobi, de Nigerese minister voor Bevolking, Vrouwen en Kinderbescherming kindhuwelijken niet als een probleem beschouwen: ‘Uit westers perspectief is dat misschien zo, maar u doet er goed aan om de context en de sociale normen van deze samenleving te begrijpen voor u het als een probleem benadert.’ Het huwelijk van een adolescent in Niger moet volgens de minister begrepen worden in de context waarbij het onaanvaardbaar is om een zwangerschap te hebben buiten het huwelijk. ‘Je moet communiceren en bewustmaken. Als een fenomeen zo groot is, is het belangrijk dat de bevolking aan de basis van de verandering staat.’ Yambaré is een dorp in het zuidwesten van Niger dat door de ngo Plan Niger aangewezen werd als dorp met een groot risico op kindhuwelijken. Op de vraag wat de gangbare leeftijd is waarop meisjes in zijn dorp trouwen, antwoordt de dorpschef van Yambaré: ‘Achttien jaar.’ Een meisje zegt iets in het Djerma, de lokale taal, waarop er wat rumoer ontstaat tussen alle mensen die intussen het interview zijn komen volgen. ‘Normaal trouwen meisjes hier tussen vijftien en achttien jaar,’ corrigeert de dorpschef. ‘Het gebeurt wel eens dat een meisje al vroeger trouwt, maar dat is uitzonderlijk.’ Later zegt het meisje in het Frans, terwijl niemand het kan horen: ‘Ze zeggen dat het uitzonderlijk is, maar dat is niet waar. Ik ken verschillende meisjes die op hun veertiende getrouwd zijn.’ Het meisje heet Hassane en is zeventien jaar. Ze maakt deel uit van een groep jongeren in het dorp die samen met Plan werken aan het propageren van onderwijs. Er is een sterk verband tussen kindhuwelijken en het onderwijsniveau in Niger. 81procent van de meisjes die niet naar school gaan en 63procent van hen die alleen basisonderwijs genoten, trouwt voor ze achttien zijn, in vergelijking met 17procent van de meisjes die middelbaar of hoger onderwijs volgen. Stoppen met school kan zowel een oorzaak als een gevolg zijn van kindhuwelijken. ‘Het is belangrijk om meisjes zo lang mogelijk op school te houden’, zegt Saa Gado van Plan Niger. ‘Maar je moet ook zorgen dat de leerkrachten goed zijn, dat er schoolboeken zijn en dat de benodigde infrastructuur er is.’ Op MO.be publiceerde Lisa Develtere uitgebreide reportages en interviews over kindhuwelijken in Niger. Ze bezocht het land met steun van Plan België.

76

77


MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 78

REPORTAGE verhalen

Klimaatkreet uit de Stille Oceaan

ten dak, een leeggemaakte kast waarvan het paars geschilderde middendeurtje herinnert aan de persoonlijke smaak van een van de bewoners, en het uitzicht op de Stille Oceaan. De Pacific, heet het onmetelijke blauw voor deze kust in het Engels: de Vredige. Dat is niet altijd terecht. Als de wind opsteekt, is de Stille Oceaan allesbehalve stil of vredig. Tussen oktober 2013 en april 2014moesten de Fiji-eilanden zes tropische orkanen en dertien tropische depressies doorstaan, waarbij windsnelheden tot 205kilometer per uur gemeten werden. Toch is het brutale geweld van de orkanen niet de reden dat de inwoners van Vunidogolo hun dorp aan de oostkust van Vanua Levu, het op één na grootste eiland van Fiji, verlaten hebben. Dat geweld hebben ze gedurende generaties zien komen en gaan. De wind brengt voorspoed en gevaar, toekomst en vernietiging. De Fijianen vrezen zowel zijn afwezigheid als zijn temperament. Het is de oceaan zelf. De nauwelijks hoorbare, roerloos wiegende oceaan die zich tot

ver voorbij de einder uitstrekt vanaf het met kokospalmen omzoomde strand. ‘De oceaan’, zegt Sailosi Ramatu met een gebaar dat zijn weidsheid moet onderstrepen, ‘is steeds dichterbij gekomen, tot hij over de drempels van onze woningen spoelde. Wij hebben er jaren over gedaan, maar het werd steeds duidelijker: wij konden hier niet blijven wonen, ook al was en blijft de oceaan onze bron van voedsel en inkomsten.’ De wassende getijden werden met name gevaarlijk als ook de steeds minder voorspelbare weergoden hun woede op Vanua Levu koelden. Tijdens de zwaarste dagen van het regenseizoen komt het water van alle kanten: uit de donkergrijze wolken, van de rivier die naast het oude dorp in de oceaan stroomt, en van de steeds stijgende oceaan. De verdedigingsmuren die de inwoners van Vunidogolo bouwden tegen al dat dreigende water mochten niet baten. De klimaatverandering laat zich niet afwenden met dergelijke huis-, tuin- en keukenmiddeltjes. ❱

© Gie Goris

Fiji vecht tegen het wassende water

❱ Wat rest, zijn wankele muurtjes met een verge-

Fiji ligt in de frontlinie van de klimaatverandering: de 330-eilandenstaat met zijn kleine 900.000 inwoners ondergaat de gevolgen van de stijging van temperatuur en zeewater verontrustend snel. ‘Onze toekomst hangt af van de impact van jouw artikel’, was de boodschap die Gie Goris meekreeg. En dat was maar half plagend bedoeld. door Gie Goris MOQ • zomer 2014 • www.mo.be

79


MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 80

© Gie Goris

De inwoners van Nakowaga, een vissersdorp op het eiland Mali, zien hun toekomst als vissers bedreigd door klimaatverandering én commerciële visbedrijven.

belofte Twee kilometer landinwaarts en enkele tientallen meters hoger bereiden de inwoners van het hervestigde Vunidogolo een ruime schaal kava, een traditionele, licht bedwelmende drank op basis van gedroogde yaqonawortel die bij elk formeel welkom in Fiji hoort. Terwijl de mannen om beurten een kokosbeker melkwitte kava drinken, begeleid door het ritmische, gedempte handgeklap van de anderen, vertellen ze over het lastige afscheid van het strand, over de lange jaren die nodig waren om iedereen in de gemeenschap te overtuigen van de noodzaak van de verhuizing en over de hulp van de overheid, die een kleine 900.000 dollar investeerde om dertig nieuwe woningen te bouwen, minimale infrastructuur aan te leggen en nieuwe economische activiteiten te stimuleren. Ze wilden het nieuwe dorp Kanaän noemen, het Land van Belofte. Maar dat kan zomaar niet in Fiji, waar grond, identiteit en gemeenschap zo intiem verbonden zijn dat de wet heel weinig individuele creativiteit of experimenten toestaat – ook niet als ze geworteld zijn in een gemeenschapskeu-

80

‘Het is bijna goedkoper om naar de markt in de hoofdstad te varen om er vis te kopen, dan de benzine te betalen om zelf op visvangst uit te gaan.’ ze en in een universeel gerespecteerde religie. De oude naam bleef dus behouden, maar net zo goed het gevoel van een nieuwe kans. Op de vanzelfsprekende vraag welke belofte ze van dit nieuwe Kanaän verwachten, welke droom ze koesteren voor hun kinderen, blijft het echter stil. De onzekerheid over het klimaat heeft elke toekomstverwachting aangetast. Deze mannen weten dat een opwarmende oceaan niet enkel hun oude dorp bedreigt, maar ook de visbestanden waarvan ze leven, ze weten dat de weerpatronen die ze kennen en de ziekten die ze gewoon zijn zullen veranderen. Maar ze weten niet hoe, dus wordt dromen een kwetsbare daad, waarover je niet al te luid vertelt.

taboes Dezelfde stilte valt onder de enorme bakaboom in Nakowaga, een vissersdorp op het

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

kleine eiland Mali voor de westkust van Vanua Levu. Het is zondagmiddag en de rustdag wordt hier ernstig genomen. De inwoners van Nakowaga leven van de visvangst, maar dat wordt jaar na jaar moeilijker. De commerciële bedrijven vissen de zee leeg. De suikerindustrie op Vanua Levu vervuilt het water. En het Grote Zeerif dat zich uitstrekt voor de kusten van Fiji heeft last van het opwarmende en zuurder wordende water, wat op zijn beurt negatieve gevolgen heeft voor de visbestanden. Op de vraag naar de toekomst van de vrolijk spelende kinderen laten de vissers de zeebries antwoorden. En wat de wind wil, zullen wij nooit weten, denk ik erbij. ‘Hoe komt het’, breekt een van de mannen het stilzwijgen, ‘dat het water stijgt?’ Want ook daar heeft dit dorp, dit eiland mee af te rekenen. Ik antwoord met de kortste samenvatting van de rapporten van hun

REPORTAGE verhalen

Fiji

alarm

IN CIJFERS ➡ 332 eilanden, waarvan een derde bewoond is. ➡ Viti Levu en Vanua Levu zijn de grootste eilanden met resp. 10.429 km² en 5556 km² oppervlakte. Samen vormen ze 87procent van de landmassa van Fiji. ➡ De volledige oppervlakte (Exclusieve Economische Zone) van de natie bedraagt 1,3miljoen km². ➡ 840.000 inwoners, waarvan meer dan 80procent op Viti Levu woont en ongeveer een half miljoen in de hoofdstad Suva. Bijna 55procent is inheems Fijiaans (Melanesisch), goed 40procent is van Indische afkomst (door de Britse kolonisator “ingevoerd” als contractarbeiders voor de suikerrietplantages). ➡ BNP per capita bedroeg 3900 US dollar in 2008. ➡ 70procent van de Fijianen werkt in de landbouw, al levert die sector samen met de industrie nog geen 25procent van het bnp op. Visserij staat slechts voor 1,9procent van het bnp, maar dat cijfer onderschat het belang van visvangst voor lokale consumptie. ➡ Suiker en toerisme zijn de belangrijkste exportproducten. ➡ Meer dan 80procent van de grond is in handen van (inheemse) gemeenschappen, en die grond is niet verkoopbaar of overdraagbaar. ➡ 58procent van het land is bosgebied, waarvan het grootste deel oorspronkelijk woud. ➡ 75procent van de bevolking heeft toegang tot leidingwater; 25procent heeft riolering. ➡ 80procent van de bevolking heeft elektriciteit; 67procent van de elektriciteit is hernieuwbare energie (grotendeels op basis van waterkracht).

eigen regering die ik doornam. De gemiddelde temperatuur van de oceaan rond Fiji is de voorbije halve eeuw met een halve graad gestegen, maar het oppervlaktewater wordt elk decennium 0,4°C warmer. Het zeepeil steeg daardoor gemiddeld met 6millimeter per jaar, want warmer water zet uit. Bovendien is de impact van smeltende gletsjers en ijsbergen nog onbekend, al gaat die zeker in de richting van nog meer zeespiegelstijging. Op het eiland Mali wonen zo’n driehonderd mensen. Vissersgezinnen die slechts marginaal met de geldeconomie verbonden zijn. Maar het zijn wel de hoeders van oeroude kennis van de oceaan. Ze weten hoe de biodiversiteit van deze exotische omgeving beheerd en aan de volgende generatie doorgegeven kan worden. Sally Riley van het Wereldnatuurfonds in Fiji bevestigt dat de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek

naar de bescherming van vissoorten in deze regio grote overlappingen vertoont met de traditionele taboegebieden, waar het jaar rond of gedurende bepaalde periodes een religieus gesanctioneerd visverbod gold. In toenemende mate worden die “taboes” – een origineel Polynesische term die verwijst naar religieus opgelegde verboden – opgenomen in de visserijlicenties van commerciële bedrijven. Dat betekent echter niet dat de strijd tegen stropers, commerciële cowboys en andere bedreigingen van het visbestand gestreden is. Dat bevestigen de inwoners van Nakowaga, die de afstand tussen regel en realiteit dagelijks gedemonstreerd zien in hun visnetten. ‘Het is bijna goedkoper om naar de markt in Labasa (de hoofdstad van Vanua Levu, nvdr.) te varen om er vis te kopen, dan de benzine te betalen om zelf op visvangst uit te gaan’, zegt iemand onder de baka-boom.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

In Togoru Navua, aan de zuidkust van Fiji’s grootste eiland Viti Levu, lijkt de stilte compleet. En doods. Het dorp heeft droge voeten, voorlopig, maar de graven van een vorige generatie liggen reeds als wrakhout op het strand, waar het zoute water het gesteente aanvreet en de getijden het zand errond wegspoelen. Paradoxaal genoeg zijn deze graven juist het anker dat de gemeenschap aan deze grond bindt, ook al verdwijnt die grond in de oceaan. Togoru Navua staat in de alarmlijsten van de regering hoog genoteerd als een dorp dat bedreigd wordt door het stijgende zeepeil, maar de inwoners lijken voorlopig niet geneigd hun voorouderlijke plek op te geven. Het was een grijze, regenachtige dag toen ik de troosteloze begraafplaats van Togore Navua bezocht. Die zelfde dag, maar een halve wereld verderop, stond Kathy JetnilKijiner uit de Marshalleilanden op het podium van de Verenigde Naties in New York. Tussen de slaapverwekkende toespraken van de wereldleiders door, las ze een gedicht voor, gericht aan haar zeven maanden oude dochter Matafele Peinam: ‘… ik wil je vertellen over die lagune / die heldere, slaperige lagune die aanleunt tegen de zonsopgang / sommigen zeggen dat die lagune / je op een dag zal verslinden / ze zeggen dat ze aan de kustlijn zal knagen / dat ze zal kauwen op de wortels van je broodvruchtbomen / je zelfgebouwde zeemuren zal neerslaan / en de verbrijzelde beenderen van je eiland zal vermalen / ze zeggen dat jij, je dochter / en ook je kleindochter / ontworteld zullen ronddwalen / met alleen een paspoort als jullie thuis…’ Voreque Bainimarama, de admiraal die in 2006 een staatsgreep pleegde en die met zijn partij Fiji First op 17 september een klinkende verkiezingsoverwinning boekte, maakte hetzelfde punt op het VN-podium in New York, maar dan met minder poëzie: ‘De geschiedenis zal een onverbiddelijk oordeel uitspreken over ’s werelds grootste koolstofuitstoters, tenzij ze onmiddellijke ❱

81


MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 82

REPORTAGE verhalen

➡ Tussen 1983 en 2012 tekende Fiji 106 natuurrampen op, waarvan 49 tropische orkanen en 38 overstromingen, met een schade van minstens 1,2miljard Amerikaanse dollar als gevolg. ➡ 676 gemeenschappen werden geanalyseerd als kwetsbaar voor klimaatgerelateerde problemen. 42 gemeenschappen werden al bestemd voor hervestiging in de komende jaren. Op dit moment zijn er al twee gemeenschappen collectief verhuisd. ➡ De gemiddelde temperatuur is de voorbije 50jaar met 0,52°C gestegen. Het oppervlaktezeewater in Fiji is sinds 1970 opgewarmd met ongeveer 0,4°C per decennium en het zeepeil steeg er gemiddeld met 6mm per jaar (dat is bijna het dubbele van het wereldgemiddelde). ➡ Indien de huidige mondiale uitstoot van broeikasgassen aanhoudt, verwacht het IPCC tegen 2100 een stijging van het zeepeil van wel 80cm, boven op de stijging van 20cm de eerste drie decennia van deze eeuw. ➡ De projecties gaan uit van minder, maar krachtigere orkanen, met een toename van de windsnelheden met 2 à 10 procent. Prof. Elisabeth Holland wijst er echter op dat de ervaring van de jongste jaren eerder wijst in de richting van meer orkanen, terwijl ook de tropische depressies in verwoestende kracht toenemen. Maar dat biedt geen houvast voor wetenschappelijke uitspraken, voegt ze eraan toe. ➡ Het veranderende klimaat heeft ook gezondheidseffecten, bijvoorbeeld de hogere incidentie van knokkelkoorts. Het voorbije jaar zouden zo’n 50.000mensen die ziekte opgelopen hebben. Ook worden meer gevallen van diarree verwacht, wat Fiji jaarlijks 300.000 dollar zou kosten tegen 2030. ❱ en doortastende stappen doen om hun uit-

stoot te beperken.’ Het is doodgewoon onaanvaardbaar, zei Bainimarama, ‘dat de wereld toelaat dat kleine eilanden langzaam onder de golven verdwijnen, omdat de geïndustrialiseerde landen de verdediging van hun eigen economische belangen belangrijker vinden’. Het gevoel van een onmiddellijke bedreiging van het puur overleven, en zeker van het cultureel floreren van de eeuwenoude gemeenschappen in de Stille Oceaan is tastbaar. Van hoog tot laag, van internationaal podium over nationaal regeringsbeleid tot gesprek in het vissersdorp. Als klimaatverandering ergens ter wereld boven aan de politieke agenda staat, dan is het op de eilanden in de Stille Oceaan.

eigen grond eerst? ‘Er worden veel te veel beloften gedaan en veel te weinig harde verbintenissen aangegaan’, zegt Pita Wise, hoofd van de administratie op het ministerie van Planning, in zijn kantoor in de hoofdstad Suva. Fiji en

82

Sailosi Ramatu uit Vunidogolo: 'De oceaan is steeds dichterbij gekomen, tot hij over de drempels van onze woningen spoelde.'

KLIMAATVERANDERING

andere kleine eilandstaten beseffen heel goed wat er op hen afkomt met de klimaatverandering, zegt Wise, maar ze beschikken jammer genoeg niet over de hefbomen om de rampzalige toekomst af te wenden. Het zijn de grote vervuilers –China, de Verenigde Staten, de EU, Australië – die volgens hem hun uitstoot van broeikasgassen snel en radicaal moeten terugdringen, en die bovendien mee de kosten van de aanpassing aan de onvermijdelijke klimaatverandering die ze veroorzaakten moeten betalen. Niet dat Fiji zich er met die redenering makkelijk van afmaakt. Dat bewijzen de talloze overheidsrapporten en beleidsdocumenten die zowel Pita Wise als zijn collega, Mahendra Kumar, directeur van de afdeling Klimaatverandering op het ministerie van Buitenlandse Zaken, op tafel legt. Ook uit academische en niet-gouvernementele hoek klinken vooral positieve geluiden over de manier waarop de regering de klimaatuitdaging aangaat. ‘Veel aandacht voor participatie’, zegt Sally Riley van WWF. ‘Ambitieuze

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

van een nieuwe bevolkingsgroep zou betekenen voor de eigen cultuur en samenhang.

slaap in vrede

© Gie Goris

Fiji

doelstellingen, gebaseerd op degelijk onderzoek’, zegt Elisabeth Holland, hoogleraar Klimaatverandering en directeur van het Pacific Centre for Environment and Sustainable Development (PaCE-SD). ‘De moeilijkheid om al onze klimaat- en groene-economieplannen te realiseren, zit niet alleen in het gebrek aan middelen’, zegt Mahendra Kumar. ‘De noodzaak om de komende jaren veertig tot vijftig gemeenschappen te hervestigen, bijvoorbeeld, stoot ook op culturele weerstanden.’ Daarmee verwijst Kumar niet alleen naar de inherent menselijke neiging om alles bij het oude te laten, maar ook naar de heel specifieke spanningen over grondbezit op Fiji. Wie een gemeenschap wil hervestigen, heeft daarvoor immers grond nodig. En die grond is in Fiji voor meer dan tachtig procent in handen van (inheemse) gemeenschappen, die hun grond bovendien niet kunnen verkopen of weggeven. Dat maakt het voor de Fijiërs van Indische afkomst zo goed als onmogelijk om landbouwgrond te

De onzekerheid over het klimaat heeft elke toekomstverwachting aangetast. verwerven, maar het leidt ook tot grote problemen bij vissersgemeenschappen die niet over hogergelegen grond landinwaarts beschikken. En helemaal ingewikkeld wordt het als buurlanden zoals Tuvalu, Kiribati of Vanuatu hun bevolking zouden willen evacueren als hun laaggelegen eilanden door de stijgende oceaan verzwolgen worden. Dat laatste is niet zomaar een theoretische mogelijkheid. De overheid van Kiribati heeft alvast een stuk grond van 20 km² op Vanua Levu gekocht van de methodistische kerk. ‘Om de voedselzekerheid te garanderen, nu de eigen eilanden verzilten en overspoeld worden’, luidt het. Maar iedereen houdt er rekening mee dat de grond ook als hervestigingsruimte

ingezet kan worden, als de nood echt aan de Kiribatiërs komt. ‘Vergis je niet’, waarschuwt Elisabeth Holland, als we haar over het onoverdraagbare grondbezit aanspreken. ‘De regels op Fiji zijn even vloeibaar en onderhevig aan getijden als de oceaan. Ze moeten problemen oplossen, niet creëren.’ Als dat anno 2014 nog zou gelden, is het goed nieuws voor heel wat gemeenschappen die in klimaatnood komen. Maar lang niet iedereen deelt het culturele optimisme van Holland. Peter Embarson van de Pacific Conference of Churches, bijvoorbeeld, signaleert dat er behoorlijk grote onrust bestaat bij inwoners van Vanua Levu over de bedoelingen van Kiribati, met name over de vraag wat de eventuele komst

Kathy Jetnil-Kijiner sloeg in haar poëtische hartekreet in New York een brug van de dreiging van de klimaatverandering naar het breed gedeelde engagement om er toch nog iets aan te doen: ‘Wij zijn / de kano’s die de kolenschepen blokkeren / wij zijn / de stralende dorpen op zonne-energie/ wij zijn / de rijke zuivere aarde uit het verleden van de boer / wij zijn / petities die ontspruiten aan de vingertoppen van tieners / wij zijn / families die fietsen, recycleren, hergebruiken / kunstenaars die schilderen, dansen, schrijven…’ Of het “wij” in de brief aan Matefele Peinam ruimer wordt getrokken dan de bedreigde burgers van de kleine eilandstaten valt nog te bezien. De grote buren uit Australië en NieuwZeeland geven in elk geval niet thuis als het op klimaatactie aankomt. De koloniale buren Nieuw-Caledonië, Frans Polynesië (Tahiti) en Guam voegen hun stem niet toe aan de luid roepende burgers en overheden in de kleine eilandstaten. En de rest van de wereld houdt zich niet bezig met het lot van de kleine bevolkingen in de grote oceaan. Toch besluit Jetnil-Kijiner met de belofte aan haar dochter dat uiteindelijk alles goed zal komen. ‘Sluit je ogen, schatje / en slaap in vrede / we zullen je niet in de steek laten / dat zul je zien.’

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Q

Bronnen: A Green Growth Framework for Fiji (goedgekeurd door de ontslagnemende regering in de zomer van 2014); Second National Communication to the United Nations Framework Convention on Climate Change (gepubliceerd begin 2014); National Climate Change Policy (2012); Climate Change in the Pacific: Scientific Assessment and New Research. Volume 2: Country Reports (2011)

83


MO114-084_Waardenormen_MO114-084_WAARDENENNORMEN 25/11/14 11:00 Pagina 84

NORMEN EN WAARDEN verhalen

Gelovige katholieken zijn wellicht de meest onderbelichte minderheid in westerse media, ook nu paus Franciscus voor een nieuwe wind in de gangen van het Vaticaan zorgt. ‘Meestal word je behandeld als iemand met een mentaal probleem’, lacht Karlijn Demasure. Zij is directeur van het Centrum voor de Bescherming van Kinderen, dat aan de Gregoriana Universiteit in Rome opgericht werd naar aanleiding van de misbruikschandalen in de kerk. Een gesprek over een theologie van de aanraking en Maria Magdalena, maar ook over de schande en de schaamte van de kerk. door Gie Goris

© GF

De normen en waarden van Karlijn Demasure

Daders zijn daders, ook al zijn ze gewijd 84

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Toen Karlijn Demasure in de vroege jaren zeventig aan haar eerste studie godsdienstwetenschappen begon, vertelde de toenmalige decaan van de Leuvense faculteit haar dat vrouwen de eerste veertig jaar niet op belangrijke of echt verantwoordelijke posities binnen de kerk mochten rekenen. Dat vond hij jammer, maar hij was er helaas wel van overtuigd. De man kon niet vermoeden dat de studente uit West-Vlaanderen, wie hij deze vaderlijke waarschuwing gaf, bijna exact veertig jaar later gevraagd zou worden een centrum aan de belangrijkste theologische instelling voor de katholieke kerk te leiden. Nog minder kon hij vermoeden dat het centrum opgericht zou worden om te zorgen voor meer inzicht in en een betere aanpak van seksueel misbruik binnen de kerk. Achteraf vraagt een mens zich wel af waarom een studente met veel potentieel en een gezonde dosis ambitie bij zo’n mededeling niet meteen de eerste trein westwaarts nam, op zoek naar een omgeving waar ze wél ernstig genomen werd. Op die vraag bestaat echter geen kort antwoord. ‘Ik ben na die studies wel twintig jaar lang met andere dingen bezig geweest. Ik heb vier jaar in Bwamanda, Congo gewerkt en daarna ben ik een aantal jaren thuisgebleven bij de kinderen. Toen ik in theologie ging doctoreren, was de toestand al sterk veranderd. En met dat doctoraat ben ik westwaarts getrokken, tot in Ottawa, Canada, waar ik aan de Saint Paul-universiteit decaan werd van zowel de faculteit Filosofie als die van Menswetenschappen.’

laat duizend psalmen bloeien ‘Ik heb in de kerk altijd kunnen doen wat ik wilde doen’, antwoordt Demasure op de vraag hoe moeilijk het is om het als vrouw in de kerk vol te houden. Ze kan toch niet ontkennen dat de kerk er tegenover vrouwen een discriminerende theologie op nahoudt? ‘Dat klopt als je, zoals iedereen altijd doet, op de hiërarchische kerk inzoomt, op het machtsinstituut. Maar de bevrijdingstheologie is

ook een deel van de kerk. De feministische theologie is ook een deel van de kerk. Voor mij is de kerk het volk van God, en dat is veel geschakeerder en rijker dan de hiërarchie. Door de vraagstelling telkens te verengen, spelen de media dat discriminerende discours zelfs in de kaart, want ze behandelen het als het enige legitieme spreken van de kerk.’ Karlijn Demasure komt er in de loop van het gesprek telkens op terug: de kerk is niet de clerus, niet de hiërarchie, niet het instituut. Of toch niet uitsluitend. Daarin toont ze zich een katholiek van de generatie van het Tweede Vaticaans Concilie en de jaren toen de ramen van de duffe kerk wijd opengegooid werden. Dat aggiornamento heeft echter niet lang geduurd en tegen het einde van de jaren zestig was de katholieke culturele revolutie alweer grotendeels voorbij. De restauratie die ingezet werd onder paus Paulus VI en systematisch doorgevoerd werd onder Johannes Paulus II maakte duidelijk dat het volk van God veelkleurig kan zijn, maar dat de klerikale kerk nog altijd de lakens en de hosties uitdeelt. Toch? Demasure: ‘Dat is waar, maar tegelijk heeft zowel de bevrijdingstheologie als de feministische theologie zich toch kunnen ontwikkelen binnen de kerk. Uiteindelijk waait de geest waar hij wil. Ik claim daarom mijn toebehoren tot de katholieke kerk, maar evengoed mijn feministische opvattingen. Ik laat mijn denken niet bepalen door dogmatici binnen de kerk, maar evenmin door degenen die aan de zijlijn staan en willen dicteren hoe christenen moeten denken en leven.’

laat de slachtoffers tot mij komen In 1996 kreeg Karlijn Demasure incestverhalen te horen van meisjes aan wie ze les gaf. ‘Ik gaf godsdienst en vond dat de kerk een belangrijke rol te spelen had in het opvangen van slachtoffers en het aanpakken van seksueel geweld in het gezin. Zodra ik daarmee aan de slag ging, kwamen al snel verhalen die niet alleen over misbruik in het gezin gingen, maar ook over misbruik door priesters. Dat leidde tot artikels, een boek, een interview in Tertio, lezingen voor mensen die in de pastoraal werkten en seminaristen…’ ❱

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

85


MO114-084_Waardenormen_MO114-084_WAARDENENNORMEN 25/11/14 11:00 Pagina 86

NORMEN EN WAARDEN verhalen

‘Ik ben fundamenteel ontgoocheld in het gedrag van de mannen die juist een voorbeeldfunctie zouden moeten hebben.’

Kinderen, dat Demasure nu leidt, heeft over heel de wereld partners: in India, Indonesië, Ghana, Kenia, Polen, Italië, Duitsland, Ecuador, Argentinië. ‘Die internationale samenwerking is belangrijk,’ zegt Demasure, ‘omdat signalen over seksueel misbruik erg variëren naar gelang van de culturele context. Ook de manier waarop de kerk omgaat met misbruik varieert heel erg. Op een aantal plaatsen zit men toch nog in de fase van de ontkenning, zowel binnenkerkelijk als maatschappelijk. In Afrika of in India is het bijvoorbeeld al moeilijk om een open gesprek te hebben over seksualiteit, laat staan over misbruik. Tijdens een cursus die ik deze zomer gaf aan een aantal priesters in Tsjaad, kreeg ik in eerste instantie te horen dat seksueel misbruik of incest niet bestaan, terwijl we weten dat het universeel voorkomende problemen zijn.’ Als ik vraag of het systeem van misbruik in de kerk vooral te verklaren is door machtsmisbruik, onderdrukte seksualiteit, of nog wat anders, vindt Demasure het toch belangrijk wat nuance aan te brengen. ‘Je moet voorzichtig zijn voor je spreekt over “een systeem van misbruik”. De vaststelling is dat de prevalentie van seksueel misbruik in de kerk niet significant hoger ligt dan die in gezinnen. Er is voorlopig ook nog geen wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat het verplichte celibaat de verklarende factor is. Dat wil, voor alle duidelijkheid, niet zeggen dat er niets moet gebeuren – integendeel. Dat geldt ook voor de machtsfactor: elke organisatie is onderhevig aan machtsmisbruik. Met andere woorden: in elke organisatie moet je de systemen onderzoeken die daar spelen, en op die specifieke structuren van misbruik moet je antwoorden formuleren.’

© GF

❱ Het Centrum voor de Bescherming van

wachten dat de kerkelijke reactie op seksueel misbruik door haar eigen, gewijde bedienaren veel strenger zou zijn dan die van de samenleving. Het tegendeel is echter het geval. Demasure: ‘Dat klopt. En dat is dan ook de schande en de schaamte van de kerk. Dat juist degenen die een strenge moraal prediken zich daar zelf niet aan houden. Al moeten we blijven herhalen dat het misbruik toch door een relatief klein aantal mensen van de clerus gepleegd is, niet door allemaal.’ En hoe hemeltergend de misdaden van die klerikale minderheid ook zijn, ze breken het geloof of het vertrouwen van Demasure in de brede kerk niet. ‘Voor mij zijn de daders exact dat: daders, geen heilige mannen van wie ik bovenmenselijke verwachtingen had. Dat neemt niet weg dat ik fundamenteel ontgoocheld ben in het gedrag van de mannen die juist een voorbeeldfunctie zouden moeten hebben.’ Naar aanleiding van alle ervaringen met seksueel misbruik heeft haar centrum een werkgroep opgezet om te onderzoeken welke gevolgen dat misbruik heeft voor de theologie. ‘Als we geloven dat God zich ook in de geschiedenis openbaart, dan moeten we de vraag durven stellen wat we leren uit die geschiedenis, ook voor de belangrijke punten van ons geloof.’

daders met een roeping Wanneer de samenleving veel meer openheid aan de dag legt voor allerlei seksuele relaties en gezinssituaties dan de kerk aanvaardbaar acht, dan zou je toch ook ver-

86

noli me tangere Na haar aanvankelijke inzet voor incestslachtoffers, volgden jaren van actieve betrokkenheid bij allerlei initiatieven rond-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

om misbruik in de kerk. Zo was Demasure onder andere lid van de commissieAdriaenssens. Twintig jaar actief bezig zijn met allerlei vormen van seksueel misbruik, heeft dat een impact op de manier waarop ze zelf haar seksualiteit beleeft? In de seksuele relatie met haar man heeft het werk en hebben de verhalen geen echte impact gehad. Denkt ze. ‘Ik zou het hem eens moeten vragen.’ Maar als je erotiek ruimer definieert, dan is de impact er zeker wel. Demasure: ‘Ik ben er een stuk afstandelijker door geworden. Ik was vroeger nogal fysiek in de omgang, spontaan, maar ook uit de overtuiging dat mensen aanraking nodig hebben. Dat is zeker veranderd. Vooral omdat slachtoffers van misbruik ongevraagd of onverwacht fysiek contact vaak ervaren als een nieuwe inbreuk op hun al geschonden integriteit.’ Dat is geen uitzonderlijke reactie. Er wordt wel eens gevreesd dat België door de schok van het seksueel misbruik – van Dutroux tot Vangheluwe – overreageert en terugkeert naar een samenleving waar een zwaar taboe op lichamelijkheid en seksualiteit rust. Demasure: ‘Dat gevaar is reëel, ja. Iemand die ik ken, geen priester, maar wel celibatair, vertelde me dat hij vroeger bij vrienden wel eens gevraagd werd om de kinderen in bad te doen als de ouders druk in de weer waren. Hij zou dat vandaag nooit meer doen, uit angst voor de verhalen, beschuldigingen, percepties. De aangescherpte aandacht voor misbruik dreigt uit te lopen op een aanrakingsarmoede, en dat hebben we in onze samenleving niet nodig. Maar misschien is er wel wat te zeggen voor grotere terughoudendheid tegenover mensen die we niet kennen, die niet tot onze onmiddellijke kring van familie of intimi behoren.’ De onzekerheid over fysiek contact en de behoefte aan aanraking vindt ook zijn neerslag in het theologische werk van Karlijn Demasure. In een nog te verschijnen artikel onderzoekt ze twee verhalen uit het Nieuwe Testament waarin de aanraking van Jezus door vrouwelijke gelovigen heel anders

geplaatst wordt. In het verhaal van de vrouw die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed, gaat het om een helende aanraking. In het verhaal van de verschijning van Jezus aan Maria Magdalena, wordt de aanraking verboden – in de beroemd geworden Latijnse vertaling: noli me tangere, raak mij niet aan. De tastzin is het zintuig dat over leven en dood gaat, leert Demasure van Aristoteles. En de filosofen Derrida en Jean-Luc Nancy, en de Belgische Luce Irigaray leveren het inzicht dat de aanraking het vrouwelijke zintuig is, tegenover zien en horen, die meer afstand creëren tussen subject en object, en daarom de voorkeur genieten van mannen. Ze citeert ook de Amerikaanse theologe Mindy Makant, die zegt dat trauma’s die veroorzaakt werden door een gewelddadige aanraking, ook geheeld moeten worden door aanraking. Maar terwijl het geweld een ongewenste overschrijding

was van de grenzen van het slachtoffer, moet de helende aanraking er komen op verzoek en met instemming van het slachtoffer. Demasure lijkt geneigd om het belang van rituele aanrakingen, zoals zalvingen, te erkennen, maar voegt daar met het noli me tangere toch een waarschuwend tweede perspectief aan toe. Aanrakingen zijn wederkerig, schrijft ze. Maar aanraken en aangeraakt worden impliceert nog niet dat er een gelijkheid in de relatie is. De meerdere moet veel omzichtiger omgaan met zijn cultureel aanvaarde voorrecht om de ander aan te raken. En dan gaat het helemaal niet over seksueel onaanvaardbare handelingen. Respect begint bij het weloverwogen dagelijkse contact.

vrouwen zijn betrouwbaar ‘Ik ben heel erg geboeid door de vele

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

sterke en belangrijke vrouwen die in de bijbel voorkomen’, zegt Demasure. Ze is met name gefascineerd geraakt door Maria Magdalena, ‘die niets heeft van de prostituee die van haar gemaakt is’. Het is geen toeval, zegt ze, dat in de verhalen over de dagen na de kruisdood Jezus eerst aan Maria Magdalena verschijnt. ‘Zij krijgt de taak de andere apostelen over de ontmoeting met de verrezen Christus te vertellen. Zo werd zij de apostel van de apostelen. Dergelijke teksten, waaruit de cruciale rol en verantwoordelijkheid van vrouwen in de vroege geloofsbeleving en -traditie blijken, behoren tot de kernteksten van mijn geloof. De verhalen draaien heel vaak om vrouwen die opvallen door hun grote geloof, terwijl Judas Christus verraden heeft, Petrus onbetrouwbaar leek en Thomas niet geloofde.

Q

87


MO114-088_ATJEH_MO114-088_ATJEH 25/11/14 11:00 Pagina 88

BEELDVERHAAL VERHALEN

Tien jaar na de tsunami: Atjeh vreest de stem van het water

‘Wij kunnen niet weggaan. Hier is ons leven’

88

MOQ • herfst 2014 • www.mo.be

❱ de horrorfilm

Het was één minuut voor acht, op de ochtend van 26 december 2004. Een zeebeving van 9,1 op de schaal van Richter, 160kilometer voor de westkust van Sumatra, veroorzaakte de grote tsunami die naar schatting 280.000 doden maakte en 1,6miljoen mensen uit hun huizen verdreef. Vier vijfde van de doden viel in de Indonesische provincie Atjeh, waar ook een half miljoen mensen have en goed verloren. Achthonderd kilometer kustlijn werd er weggevaagd door een van de krachtigste natuurrampen uit de recente geschiedenis. Matteo Fagotto en Matilde Gattoni gingen tien jaar na de ramp de kust van Atjeh af om de verhalen van de overlevenden op te tekenen. De vloedgolf gaat nooit meer voorbij, hoe kalm het water van de Indische Oceaan ook is..

MOQ • herfst 2014 • www.mo.be

‘Het was een muur van zwart water die uit twee verschillende richtingen op ons af rolde. Dichter bij de kust werd dat een enorme golf, die vlak bij de kust brak en tot aan de voet van de heuvel spoelde.’ Rifdali Rahmatullah zag het allemaal gebeuren alsof hij naar een 3D-film stond te kijken. Hij overleefde de gruwel ‘met dode vissen en lijken overal’, maar zat drie dagen vast omdat de vallei in een oogwenk een meer geworden was. Pas toen het water de vierde dag terugtrok, kon hij terug naar huis. Tevoren was dat een rit van een kwartiertje op de motor, maar nu werd het een helletocht van een volle dag door het water, langs lijken en puin van alles dat kapotgeslagen was. Bij zijn thuiskomst konden zijn ouders niet geloven dat hij nog leefde. Een neef was vermist en het duurde een volle maand eer Rahmatullah hem kon opsporen. ‘Maar ik was de hele tijd hoopvol’, vertelt hij. ‘Ik heb geen seconde geloofd dat hij verzwolgen was.’ ❱

© Matilde Gattoni

tekst Matteo Fagotto beeld Matilde Gattoni

89


MO114-088_ATJEH_MO114-088_ATJEH 25/11/14 11:00 Pagina 90

BEELDVERHAAL

© Matilde Gattoni

© Matilde Gattoni

© Matilde Gattoni

© Matilde Gattoni

VERHALEN

❱ harde tijden

❱ met eigen handen

❱ hier is ons leven

❱ de zee als graf

‘Voor de tsunami had ik een grote zaak. Ik verkocht wel honderd kilo vis per dag’, klaagt Nurul Hayati terwijl ze haar visstalletje opzet in Layuen, een dorp langs een hoofdweg in Atjeh. ‘Sindsdien zijn de vissers te bang om de zee op te gaan en is er haast geen vis meer om te verkopen.’ De tsunami trof dit slaperige kustdorp met volle kracht. Hayati toont drie vingers: ‘Na de eerste golf was het dorp overstroomd, maar kon je nog zwemmen. Na de tweede golf stonden alleen de moskee en een paar huizen nog overeind. De derde golf vernielde alles.’ Tegen die tijd was het Hayati en haar familie gelukt te ontkomen naar de heuvel achter hun huis. Dat geen van hen het leven liet, was een klein mirakel, want 250 van de 800 inwoners van het dorp kwamen om. Vroeger, herneemt Hayati, bleven de vissers wel twaalf uur op zee, zelfs tijdens het seizoen met de krachtige winden. Nu varen ze tot hooguit drie kilometer voor de kust en bij de minste stormwind keren ze terug. Dat leidde tot minder aanbod en hogere prijzen, en dus tot een aanzienlijke krimp in Hayati’s handel. Van een bloeiende zaak en een mooi huis ging het naar puur overleven. ‘Het zijn harde tijden, maar we hebben ten minste een dak boven ons hoofd. Dat is beter dan onder de bomen te slapen’, lacht ze.

‘Zie je deze kokospalmen?’ vraagt Suryani, en ze wijst naar de tien meter hoge bomen die langs de kustlijn staan. ‘Dat was hoe hoog het water kwam.’ Vandaag runt ze een winkeltje in Kuala Do, een afgelegen kustdorpje bij Calang. Er woont verdriet in de blik van deze vrouw. Toen de golven van de tsunami het dorp troffen, logeerde haar negenjarige dochter bij haar zuster. Ze verloor haar, net als haar man, die hun kind ging ophalen na de aardbeving. ‘We hebben hun lichamen nooit gevonden’, fluistert ze. Het Canadese Rode Kruis herbouwde haar huis, maar verder ontving ze geen enkele compensatie of hulp. ‘Ik heb alles met eigen handen moeten heropbouwen.’ De tsunami nam 70 van de 150 levens in Kuala Do. Uit voorzorg werd het nieuwe dorp achter de kustweg gebouwd, aan de voet van een heuvel waar mensen bij een nieuwe tsunami makkelijk toevlucht kunnen zoeken. Toch is de nieuwe locatie niet echt beter beschermd. Het dorp is niet meer wat het geweest is, en heel wat inwoners verhuisden naar Banda Aceh en Meulaboh, toch wil Suryani niet van wijken weten. ‘Het is niet makkelijk om te leven hier, maar ik heb mijn verantwoordelijkheid tegenover mijn twee overlevende kinderen.’

‘De herinnering stemt me treurig. Wat een vreselijke dag.’ Het gekakel en gelach in de kamer waar haar ouders en jongere zusters zaten te kletsen valt plots stil. Iedereen luistert naar het verhaal van Nurmalawati. Ze bracht die zondag 26 december thuis door, samen met haar echtgenoot en een nichtje. Terwijl ze haar acht maanden oude baby Malik aan het voeden was, werd het dorp plots door een zware aardbeving door elkaar geschud. Een paar minuten later begon het water van de oceaan zich terug te trekken. ‘Een Chinees die een geit heeft begon te schreeuwen dat we het dorp moesten verlaten en dat er een tsunami zou komen, maar we geloofden hem niet.’ Toen het water het dorp overspoelde, bond Nurmalawati’s echtgenoot de vier samen, in een poging de familie samen te houden. Maar de tweede golf nam toch het nichtje mee. Daarna werd Nurmalawati meegesleurd door het zuigende water. Ze belandde kilometers landinwaarts. ‘Dat was de laatste keer dat ik mijn man en mijn kind gezien heb’, zegt ze. Ze herstelde van kneuzingen en verwondingen in een nabijgelegen moskee, toen ze enkele dagen later het bericht kreeg dat haar zus Maliks lijkje gevonden had. ‘Ik vroeg haar om hem te begraven. Ik kon het niet meer aan hem te zien’, bekent ze met tranen in de ogen. Nurmalawati verloor vijftien familieleden, maar Malik mist ze het meest. Van de 3000 inwoners van Alue Naga overleefden maar 700 de tsunami. De regering probeerde het dorp te hervestigen achter een beschermende heuvel, maar Nurmalawati en de andere dorpsbewoners kampeerden twee jaar op hun grond. ‘Wij konden niet weggaan. Hier is ons leven’, zegt ze. Nurmalawati leeft van de garnaalvangst. ‘En vandaag zijn we er meer dan ooit van overtuigd dat we inderdaad hier moesten blijven.’

‘Soms komen de herinneringen aan de tsunami nog boven. Dan voel ik de kracht van het water in mijn gedachten.’ Kamisari is pas 59, maar hij lijkt veel ouder. Hij komt aan de kost met zijn zijspantaxi en woont in Calang, samen met zijn tweede vrouw en stiefdochter. De tsunami veegde zijn eerste gezin weg: zijn vrouw, twee zonen en drie schoonzussen. Hij was bezig met renovatiewerken aan de moskee, toen het water hem trof en meesleurde in open zee. Daar zwom hij uren rond, vergeefs pogend de kust te bereiken. ‘Het was vreselijk frustrerend. Telkens als ik dicht bij de kust kwam, werd ik teruggeslagen door de stroming.’ Hij schudt zijn hoofd, het klinkt bijna vermakelijk. Uiteindelijk belandde Kamisari op een strand acht kilometer van zijn dorp. De eerste hulp en de voedselrantsoenen arriveerden pas vier dagen later. Kamisari en vierhonderd andere overlevenden moesten het zo lang stellen met fruit en kokosnoten. ‘Dat was extreem moeilijk’, herinnert hij zich. ‘Iedereen moest voor zichzelf zorgen. Daar maakt je egoïstisch.’ Een paar dagen na de ramp bezocht een van zijn zoons hem in zijn droom, om zijn dood te melden. De lichamen van zijn familieleden werden nooit gevonden. ‘Ik denk altijd aan hen als ik naar de zee ga. Voor mij zijn ze daar begraven.’ Hij zegt het met een vredige en berustende glimlach.

90

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Q

91


MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 92

recensies Witmensen intiem met Mandela

Christo Brand was meer dan tien jaar gevangenisbewaarder van Nelson Mandela, toen die opgesloten zat op Robbeneiland, in Pollsmoor Prison en in Paarl. Zelda la Grange begon als typiste op het kabinet van president Mandela en werd later zijn vertrouwelinge en deurwachter. Pas na Mandela’s dood in december vorig jaar publiceerden zij hun levensverhaal.

92

© Reporters / Caters

door Stefaan Anrys

ken van schaamte, omdat ze niet ‘mijnheer de president’ had gezegd. Zeldina – zoals Mandela haar later zou gaan noemen – barstte in tranen uit. Slechts met moeite kon de bejaarde Mandela haar bedaren. Dit is de jonge Zelda la Grange ten voeten uit: een ietwat naïef, hardwerkend boeremeisie uit een middenklassegezin, dat weinig kaas gegeten heeft van politiek en daar ook eerlijk voor uitkomt, maar zich met volle overgave wijdt aan haar taak. ‘Mijn wens om iemand onvoorwaardelijk te behagen paste goed bij Mandela’s verlangen naar absolute loyaliteit.’ Het zou haar bloed, zweet en tranen kosten om de agenda te bestieren van een man die nooit moe scheen te worden. Zelf kon ze helaas geen privéleven uitbouwen die naam waardig en bij Mandela’s dood blijft ze wat verweesd achter. Mandela – zij mocht hem khulu, grootvader, noemen – nam haar aanvankelijk aan boord omdat hij vond dat zijn kabinet alle kleuren van Zuid-Afrika moest vertegenwoordigen. Ze blijft hem blindelings volgen en stelt ook geen vragen bij verkeerde keuzes, zoals wanneer Mandela zijn familie laten sponsoren door een koning of bedenkelijke relaties onderhoudt met de rijke Sol Kerzner. Precies zo heeft de gevangenisbewaarder Christo Brand zich weinig ingelaten met poli-

Brand en La Grange groeiden allebei op als blanke Afrikaners onder het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Hun leven veranderde radicaal toen ze op jonge leeftijd in de ban raakten van Mandela’s charismatische persoonlijkheid. Christo Brand schreef daarover Vriendschap in gevangenschap. Memoires van de gevangenisbewaarder van Nelson Mandela. Zelda gaf haar memoires de titel Good Morning, Mr Mandela. Dat laatste boek is vooralsnog niet in het Nederlands vertaald. Zelda la Grange was 23jaar oud toen ze, veeleer toevallig, terechtkwam op het kabinet van de nieuwbakken president. Mandela was komen aanlopen in de gang en schudde de jonge typiste de hand. ‘Goedemorgen, mijnheer Mandela.’ Ze kon wel door de grond zak-

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

tiek. ‘Je mocht geen politieke mening hebben als je op de B-afdeling werkte’, schrijft hij zelf. Wel was hij, zoals ook Mandela’s medegevangene Ahmed Kathrada aangaf, ‘een zeer zorgzame man die risico’s nam voor anderen, risico’s waardoor hij zelf in ernstige problemen had kunnen raken’. Brand bedankte op achttienjarige leeftijd voor het leger en moest verkassen naar de strengbewaakte gevangenis vlak bij Kaapstad, Robbeneiland. Daar kwam hij al snel in de ban van Mandela, die toen zestig jaar was en hem verraste door zijn openheid. Brand had een liberalere opvoeding genoten dan Zelda en kreeg van jongsaf ingepeperd iedereen goed te behandelen, ongeacht kleur of ras. Hij zou als cipier grote risico’s nemen door ANCgevangenen oogluikend te laten communiceren. Hij faciliteerde illegaal bezoek van familie of kneep een oogje toe als er lekkers werd binnengesmokkeld, een welkome afwisseling van de gaarkeukenkost op Robbeneiland. Het was veeleer toevallig dat Christo Brand ook overgeplaatst werd naar de gevangenis van Pollsmoor toen Mandela daarheen verhuisde. Opnieuw zou hij Mandela vergezellen, toen die kort voor zijn vrijlating in 1990 naar een villa in de Victor Verster-gevangenis werd overgebracht. ‘Het kostte Mandela zevenentwintig jaar om uit de gevangenis te komen en maar drie weken om er terug te keren.’ Na zijn vrijlating op 11 februari 1990 kwam Mandela inderdaad opnieuw op bezoek bij zijn exbewaker in Pollsmoor. ‘Hij was in de officiersmess geweest en had naar mij gevraagd.’ Beide mannen werden vrienden voor het leven, schrijft Brand. ‘Ik ben de enige die kan zeggen dat hij mijn gevangene was én mijn vriend.’ Vandaag is Brand boekhandelaar en gids op Robbeneiland.

Waarheidsgetrouwer Verwacht van beide boeken geen nieuwe inzichten over Mandela of de politieke context in Zuid-Afrika. Ze voegen weinig toe aan de baanbrekende bio’s die tijdens Mandela’s leven zijn verschenen, zoals onze persoonlijke favoriet, geschreven door Anthony Sampson. En wat Mark Gevisser vermocht met zijn biografie over Mandela’s opvolger Thabo Mbeki, namelijk een diepgravend psychologisch portret schetsen dat zelfs nieuw licht wierp op Mbeki’s aanpak van aids of buurland Zimbabwe, is onmogelijk in Mandela’s geval. Daarvoor was hij veel te gesloten. ‘De gevangenis had hem geleerd zijn gevoelens te verbergen’, zegt Zelda la Grange terecht.

| Vriendschap in gevangenschap. Memoires van de gevangenisbewaarder van Nelson Mandela door Christo Brand is uitgegeven door Luitingh-Sijthoff. 288 blzn. ISBN 9789021810461 | Good Morning, Mr Mandela door Zelda la Grange is uitgegeven door Penguin. 368 blzn. ISBN-10 0525428283

Een binnenvetter Toch zijn beide boeken aanraders, omdat ze een geprivilegieerd inkijkje bieden in Mandela’s leven en zijn entourage, en nu eens uit het standpunt van Afrikaners. Brands verhaal schetst onder meer hoe het eraan toeging aan de andere kant van de tralies. Zijn verhaal is dat van een diepe vriendschap over de kleurgrens heen. Volgens sommigen is het veel waarheidsgetrouwer dan James Gregory’s Goodbye Bafana, waarop de gelijknamige film is gebaseerd. Wie echter uit is op smeuïge details over Mandela zal bot vangen. Wel leren we meer over ’s mans manieën, zoals zijn onhebbelijke gewoonte om bekende mensen aan te spreken op hun gewicht – zelfs de Britse koningin! In La Granges relaas valt ook op hoe stroef de relatie was tussen ex-president Mandela en de regering die hem opvolgde, in de eerste plaats met Thabo Mbeki. Soms was die wrevel terecht, geeft La Grange toe, zoals wanneer Mandela snel even in een vliegtuig springt om ‘de oorlog in het Midden-Oosten te gaan oplossen’. Naar ons aanvoelen is Good Morning, Mr Mandela interessanter dan Vriendschap in gevangenschap, maar ook veel triester. Naarmate La Granges boek vordert en Mandela ouder wordt, wordt haar toon bijwijlen erg bitter. Mandela’s vertrouwelinge heeft diens aftakeling van dichtbij meegemaakt en zal uiteindelijk zelf door de familie verstoten worden. ‘Nu werd ik uitgesloten omdat hij niet langer op mijn aanwezigheid kon staan.’ De “portier” van Mandela staat nu zelf voor het hek. La Granges relaas van de ruzies tussen Mandela’s nazaten en van zijn slecht georganiseerde uitvaart is haar niet door iedereen in dank afgenomen.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Exclusieve korting voor MO*lezers MO*lezers krijgen een exclusieve korting van €2,5 bij aankoop van elk gerecenseerd boek in volgende boekhandels: De Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop van het boek. De korting is 2 maanden geldig na publicatie van dit MO*nummer Verschijnt op 3 december.

93


MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 94

recensies WAT GAAT ER GEBEUREN MET AFGHANISTAN?

Het einde van een oorlog die gewoon doorgaat door Gie Goris

Afghanistan was ook voor België een langdurige en dure militaire operatie, zeker nadat in 2008 de F16’s ingezet en er rond de 600 soldaten op drie plaatsen gestationeerd werden. Vanaf volgend jaar blijft er trouwens een honderdtal Belgische militairen actief in Afghanistan, om het Afghaanse leger verder op te leiden. Tussen 2002 en 2014 heeft dit Navo-engagement de Belgische schatkist een klein miljard euro gekost. Toch vindt daar zo goed als geen publiek debat over plaats. In de Verenigde Staten, waar de overheid de voorbije tien jaar meer dan 730 miljard dollar uitgaf voor de Afghaanse oorlog, verschijnen er wel boeken die de vraag naar de zin en het resultaat van deze mega-uitgaven stellen. ‘Het menselijke lijden is veel te groot geweest en we zijn dan ook verplicht ons af te vragen waardoor deze ramp veroorzaakt werd’, schrijft Carlotta Gall. Carlotta Gall, Hassan Abbas en Akbar Ahmed benaderen de oorlog vanuit de realiteit te velde. Ze kénnen dat veld ook, op een manier zoals in Vlaanderen niemand het doet. Carlotta Gall werkte van 2001 tot 2011 in Afghanistan als correspondente voor de New York Times; © Brecht Goris

De Navo beëindigt dit jaar haar gevechtsmissie in Afghanistan, al behouden de duizenden Amerikaanse militairen die achterblijven de toestemming de taliban te bevechten. Het is dus een goed moment om dertien jaar westerse interventie te evalueren. 'We voerden oorlog tegen de verkeerde vijand', besluit Carlotta Gall.

Hassan Abbas begon zijn carrière als politieman in de stammengebieden op de Pakistaans-Afghaanse grens en is nu een van de toonaangevende academische stemmen in de VS over de regio; Akbar Ahmed was ooit Pakistaans ambassadeur in Londen en leidt nu de faculteit Islamitische Studies aan de Amerikaanse Universiteit in Washington.

Wat met de taliban? De centrale vraag in de drie boeken is hoe de Afghaanse taliban, na hun verpletterende nederlaag tegen de Amerikaanse en Britse troepen in 2001, zo snel konden recupereren, en wat hun blijvende aantrekkingskracht verklaart. Tweede, maar niet minder belangrijke vraag: wat hebben de Pakistaanse taliban te maken met hun Afghaanse naamgenoten en met de internationalisten van al-Qaeda? Derde en beslissende vraag: waarom hebben westerse landen – hun overheden, ruimhartig gefinancierde legers en elkaar beconcurrerende inlichtingendiensten – de realiteit zo slecht begrepen dat ze de opstanden te laat gezien of zelfs actief aangewakkerd hebben? De antwoorden op de drie vragen variëren enigszins bij de drie auteurs. Akbar Ahmed, bijvoorbeeld, legt heel veel nadruk op de tribale – Pasjtoense – identiteit van de taliban. Zijn stelling is dat de Amerikaanse War on Terror in de feiten uitgedraaid is op een oorlog van het Westen tegen de tribale islam, en wel van de Pakistaans-Afghaanse grensgebieden over Jemen tot in Somalië. Het feit dat het Westen die oorlog steeds meer met drones voert, maakt de afstand met de stammenstrijders

alleen maar groter. Volgens Ahmed is de combinatie van onzichtbaarheid en de capaciteit om te doden zonder waarschuwing, proces of oordeel voor die stammenstrijders niet alleen een oneerbare manier van vechten, maar wordt ze ook ervaren als godslasterlijk. Door met name de tribale islam te treffen, versterkt het Westen trouwens de salafistische islam, die zich verzet tegen elke mogelijke vermenging van lokale culturen met wat zij beschouwen als de ahistorische en aculturele boodschap van de islam. Volgens Carlotta Gall verspeelde het Westen de kans op een vernieuwd en stabiel Afghanistan vooral door de militaire strategie van de beginjaren, toen de taliban nog uitgeteld in de touwen hingen en probeerden te hergroeperen in Pakistan. Ze geeft het ene na het andere voorbeeld van bombardementen op dorpen en bijeenkomsten, waarbij telkens tientallen burgerdoden vielen. Ze vertelt over de beruchte nachtelijke raids in de dorpen, waarbij geen enkele rekening gehouden werd met de Pasjtoense culturele codes. Gall bezocht deze plaatsen en sprak met de slachtoffers in de dagen na de incidenten. Ze argumenteert daarbij overtuigend dat de meeste dorpen en lokale leiders vragende partij waren om het talibanhoofdstuk af te sluiten, maar dat ze door de combinatie van westers geweld en regeringscorruptie terug in de armen van opstandelingen met een hoogstaand moreel verhaal gedreven werden. Dat die opstandelingen de westerlingen als bezetters konden afschilderen, werkte als een turbo op een al draaiende motor. Hassan Abbas, ten slotte, focust op het verhaal dat ook in de andere boeken centraal staat: de rol van de Pakistaanse staat, meer bepaald het leger en nog specifieker de militaire inlichtingendienst ISI. Dat de Afghaanse taliban na 2001 enkel konden overleven dankzij de actieve steun van de Pakistaanse staat is geen nieuws. Toch slaagt Pakistan er nu al dertien jaar in dat dubbelspel –overigens met grote financiële steun van het Westen – vol te houden. De Navo vocht, met andere woorden, al die tijd tegen een vijand die gesteund en gestuurd werd door zijn belangrijkste bondgenoot in de regio. Abbas schenkt daarbij uitgebreid aandacht aan de sociaaleconomische en politieke achterstelling van de stammengebieden in Pakistan (de Federally Administered Tribal Areas) waar de Afghaanse taliban en de internationale strijders van al-Qaeda onderdak vonden na 2001. ‘Met zestig procent van de inwoners onder de armoedegrens, een sterftecijfer van 600 baby’s op 100.000 geboorten en een alfabetiseringsgraad rond de vijftien procent, was een sociale implosie redelijk voorspelbaar.’

| The Taliban Revival. Violence and extremism on the Pakistan-Afghanistan frontier door Hassan Abbas is uitgegeven door Yale university Press. 280blzn. ISBN 9780300178845 | The Wrong Enemy. America in Afghanistan, 2001-2014 door Carlotta Gall is uitgegeven door Houghton Mifflin Harcourt. 329blzn. ISBN 9780544046696 | The Thistle and the Drone. How America’s War on Terror Became a Global War on Tribal Islam door Akbar Ahmed is uitgegeven door Brookings institution Press. 424blzn. ISBN 9780815723783

Rawalpindi Een zinvolle beoordeling van de Afghaanse oorlogen sinds 1979 is onmogelijk indien de regionale en internationale dynamiek niet meegenomen wordt, of zelfs centraal gesteld. De nieuwe Afghaanse regering is vanaf 2015 in theorie zelf verantwoordelijk voor de veiligheid en de ontwikkeling van het land. Ze zal dat moeten realiseren zonder de actieve militaire steun van de Navo en, belangrijker nog, met veel minder niet-militaire steun van de internationale gemeenschap. Degenen die vrezen dat er opnieuw een verwoestende burgeroorlog zal uitbreken, zoals in de jaren negentig gebeurde na de terugtrekking van de Sovjettroepen, herinneren zich het best dat de postcommunistische regering-Najibullah het drie jaar volhield tegen de verzamelde moedjahedien. Tot de Sovjetunie in elkaar klapte en de steunkraan dichtgedraaid werd. Als het Westen een herhaling van dat scenario effectief wil voorkomen, moet de regering-Ashraf Ghani op duurzame steun en financiering kunnen rekenen. Bovendien moet Pakistan bereid zijn het strategische gepoker met Afghanistan te stoppen. De jongste ontwikkelingen in Pakistan, waarbij het leger zijn greep op het buitenlands beleid, vooral tegenover India en Afghanistan, steviger dan ooit in hand genomen heeft, geven op dat vlak echter weinig redenen tot hoop. De toekomst van Afghanistan hangt nog altijd af van beslissingen die in Rawalpindi, waar het hoofdkwartier van het Pakistaanse leger is, genomen worden.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Exclusieve korting voor MO*lezers MO*lezers krijgen een exclusieve korting van €2,5 bij aankoop van elk gerecenseerd boek in volgende boekhandels: De Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop van het boek. De korting is 2 maanden geldig na publicatie van dit MO*nummer Verschijnt op 3 december.

95


MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 96

recensies GEVANGENENISSEN EN MENSENRECHTEN: OOK BIJ ONS EEN SOMS MOEILIJK VERHAAL

Onrecht in de rechtsstaat door Najet Boulafdal

96

Buiten het blikveld van de samenleving worden de mensenrechten van gedetineerden in België almaar vaker met voeten getreden, waarschuwt Luk Vervaet. In zijn jongste boek Guantanamo chez nous? toont hij aan hoe de grondrechten van individuen moeten wijken in naam van de staatsveiligheid. De voormalige gevangenisleraar baseert zich hiervoor op getuigenissen van zowel gevangenen als internationale mensenrechtenorganisaties, uitspraken van Belgische en Europese rechtbanken en parlementaire interpellaties, en uiteraard op zijn eigen ervaring met het gevangeniswezen en de manier waarop hij plots en zonder afdoende uitleg afgedankt werd. Sinds 2001 is de strafmaat verzwaard en worden rechten steeds vaker voorgesteld als voorrechten. Al gelden maatregelen zoals eenzame opsluiting uitsluitend voor extreme situaties, toch worden ze stilaan schering en inslag in bepaalde gevangenissen. Een uiterst verontrustende ontwikkeling is de toename van versterkte veiligheidsmaatregelen zonder aantoonbare reden, even alarmerend is het uitblijven van een draagvlak voor de bescherming van de grondrechten binnen de gevangenis, waar de beperkte bewegingsvrijheid en het schaarse contact met de buitenwereld probleemloos beknot worden. Ook justitie bezondigt zich aan ernstige overtredingen, zegt Vervaet. Voormalig minister van Justitie Turtelboom leverde op 3 oktober 2013 Nisar Trabelsi uit aan de Verenigde Staten, terwijl het Europees Hof voor de Mensenrechten gevraagd had de uitlevering op te schorten.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Aangezien het om misdadigers gaat, lijkt de schending van hun rechten en integriteit de publieke opinie koud te laten. Nochtans hebben verschillende gevangenen een proces aangespannen tegen gevangenispersoneel of directie vanwege onmenselijke en onterende behandeling, zij het met wisselend succes. De titel van Vervaets boek verwijst naar de klacht van Ashraf Sekkaki, de “ontsnappingskoning”. In 2008 slaagde hij erin vanuit zijn

© Bruno en David Cénou

Mensenrechten van gevangenen worden straffeloos geschonden in Europese en Amerikaanse strafinrichtingen. In ‘Panthers in the Hole’ doen de gebroeders Cénou het relaas van de mensonterende behandeling van drie Black Panthers. In ‘Guantanamo chez nous?’ wijst Luk Vervaet op de ongemakkelijke waarheid dat gevangenissen ook in België allesbehalve vakantiekampen zijn.

eenzame opsluiting brieven naar de Franse krant Le Monde te zenden waarin hij de wrede behandeling van de cipiers vergelijkt met de praktijken in Guantánamo. De vraag die rijst is niet zozeer of dat legale geweld moreel verantwoord is, als wel wat het de samenleving oplevert. Mag men verwachten dat een ex-gevangene zich integreert in de maatschappij wanneer hij jarenlang in eenzame opsluiting heeft gezeten? Vervaet gaat nog een stap verder in zijn analyse en wijst op onrustbarende ontwikkelingen, zowel in de wetgeving over als in de uitvoering van gevangenisstraffen. In tien hoofdstukken belicht hij het grotere plaatje van het Belgische gevangeniswezen en legt hij verbanden tussen het globale antiterrorismebeleid, islamofobie in het Westen en de onverschilligheid voor geweld tegen gevangenen van islamitischen huize.

In het hol van de panters Langdurige eenzame opsluiting is geen nieuw fenomeen. In de Verenigde Staten werden Robert H. King, Herman Wallace en Albert Woodfox ruim veertig jaar geleden veroordeeld tot levenslange opsluiting in “het hol”, de isoleercellen waar gevaarlijke gevangenen opgesloten werden om de veiligheid en de goede orde te bewaren. Voor het stripverhaal Panthers in the Hole bundelden Amnesty International en de gebroeders Cénou hun krachten om het verhaal te vertellen van de “Angola Three”. Tijdens hun opsluiting werden ze lid van de Black Panthers, de Afro-Amerikaanse politieke organisatie die eveneens actief was in de gevangenis. In april 1972 wordt de jonge cipier Brent Miller doodgestoken tijdens gevangenisrellen in de Angola-gevangenis in Louisiana, VS. Hoewel er geen enkel bewijs is dat Robert H. King, Herman Wallace en Albert Woodfox deze moord gepleegd hebben, veroordeelt een jury hen toch tot levenslange opsluiting in eenzame afzondering. Zelfs het waterdichte alibi van Robert King wordt genegeerd door de juryleden. Op de dag van het fatale incident zat King immers zijn oorspronkelijke straf uit in een andere gevangenis. Hij werd pas enkele dagen later overgeplaatst naar Angola. Gezamenlijk hebben de drie ruim honderd jaar doorgebracht in “het hol”, een cel van zes vierkante meter waar ze slechts een uur per etmaal uit mogen om met geboeide handen en voeten in een kooi te luchten. De gevangenen zijn er overgeleverd aan de goede wil van

| Guantanamo chez nous? door Luk Vervaet is uitgegeven door Antidote, 190blzn. ISBN 9782930802008 | Panthers in the Hole door Bruno en David Cénou is uitgegeven door La boîte à bulles, 126blzn. ISBN 9782849531952

de bewakers, wat vaak leidt tot machtsmisbruik en willekeurige straffen. Na 29 jaar in de isoleercel wordt Robert King in 2001 vrijgelaten. Sindsdien ijvert hij voor de vrijlating van zijn lotgenoten. Herman Wallace wordt in oktober 2013 vrijgesproken, maar overlijdt enkele dagen later. Amnesty International en zelfs de weduwe van de vermoorde bewaker pleiten nu voor de vrijlating van Albert Woodfox, de zeventiger die al ruim veertig jaar in eenzame detentie doorbracht.

Orde, veiligheid en gebruik van dwang In België moet het verblijf in de isoleercel zeer beperkt in duur zijn. Toch stelt het Internationaal Observatorium voor Gevangenissen vast dat deze periode veelal overschreden wordt. Gevangen krijgen er overigens ook andere dwangmaatregelen te verduren, zoals rectale fouilleringen en vierentwintig uur lang in een verlichte cel doorbrengen. De gevangenisdirectie kan het verblijf in de beveiligde afdeling verlengen, maar moet deze beslissing telkens motiveren. Deze verplichting is echter gemakkelijk omzeild dankzij de wet-Dupont, in geval van veiligheidsdreiging moet het motief niet meegedeeld worden. Zowel Panthers in the Hole als Guantanamo chez nous? kaart op zeer uiteenlopende manieren de problematiek aan van individuen die excessen van het gevangenispersoneel moeten ondergaan. En ze stellen vooral de vraag aan de lezers of die het normaal vinden dat de mensenrechten van gevangenen geschonden worden.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Exclusieve korting voor MO*lezers MO*lezers krijgen een exclusieve korting van €2,5 bij aankoop van elk gerecenseerd boek in volgende boekhandels: De Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop van het boek. De korting is 2 maanden geldig na publicatie van dit MO*nummer Verschijnt op 3 december.

97


MO114-098_Het laatste woord_MO114-098_HETLAATSTEWOORD 25/11/14 11:02 Pagina 98

HET LAATSTE WOORD verhalen

Duizelingwekkende jaren door Hugo Van de Voorde

98

2014 blijkbaar een climax bereiken. Deze en vele andere voorbeelden tonen aan dat het paradoxaal is om over het einde of het begin van de geschiedenis te spreken. De evolutie van de mensheid en van samenlevingen ontvouwt zich in verschillende lagen, in een op- en neergang. De Franse filosoof en sinoloog François Jullien spreekt liever over ‘transformations silencieuses’. Hij wijst op het fundamentele belang van een brede, langzame onderstroom; de feiten en gebeurtenissen zijn vanuit dat perspectief slechts erupties waardoor die onderstroom als het ware zijn bestaan signaleert. De drijfkracht van de evolutie wordt geleverd door de correlatie tussen factoren en niet door tegenstellingen, aldus deze in essentie Chinese visie op de historische evolutie. De historische visie die dat oosterse perspectief het dichtst nabijkomt, is die van Fernand Braudel. Hij zag de geschiedenis verlopen op verschillende niveaus en tegen verschillende snelheden. Volgens hem is vooral de interactie tussen de verschillende niveaus bijzonder waardevol. Braudels concept laat ook veel ruimte voor de inbreng van de menselijke wil: mensen – bijvoorbeeld grote historische figuren – kunnen door hun beslissingen en beleid de ontwikkeling een heel nieuwe richting uitsturen. Dat kan zowel positief als negatief uitpakken. Het einde of het begin van de geschiedenis? Vergeet het maar. Maar staar je niet blind op de korte termijn. Evenmin op de lange of de middellange termijn. Dan vermink je de geschiedenis. Heb oog voor de diepe onderstroom. Denk aan de interactie. Kies voor een integrale benadering van de geschiedenis. Die blijft de historische realiteit het meest nabij. En stelt de mens centraal in het historisch proces. © Brecht Goris

Mensen hebben steeds vaker de indruk in een kantelend tijdperk te leven. Ze voelen zich overspoeld door gebeurtenissen en ontwikkelingen dichtbij en veraf. Verandering troef. Dat was zeker zo in de jaren 1989-1990-1991. De val van de Berlijnse Muur, het einde van de Russische dominantie over Midden- en Oost-Europa, de eenmaking van Duitsland en de implosie van de Sovjet-Unie: de Koude Oorlog was voorbij. Het einde van een tijdperk. In Washington was de euforie groot: het fiasco van het communisme werd er gevierd als de definitieve triomf van het kapitalisme en de liberale democratie. De VS zouden voortaan het gidsland zijn in de Nieuwe Wereldorde. Francis Fukuyama publiceerde zijn “bijbel” over het einde van de geschiedenis. De westerse democratie had volgens hem haar superioriteit bewezen over alle andere politieke systemen. Vandaag erkent hij dat hij zich heeft vergist. ‘Het volkomen misplaatste geloof in de zelfregulering van de vrije markt is de oorzaak van de (huidige) crisis’, zegt Fukuyama nu. En intussen heeft het neoliberalisme het politieke leven in de VS geblokkeerd. De excessen van de neoconservatieven hebben zelfs het functioneren van de rechtsstaat op losse schroeven gezet. Maar dergelijke kantelmomenten zijn legio in de geschiedenis. Denk aan de jaren rond 1900. Het was een boeiende tijd, waarin de mensen, de samenleving, de economie, de technologie, de ethiek, de interne en externe machtsverhoudingen razendsnel veranderden, wat leidde tot vervoering maar ook tot diepe onrust. Het waren “vertigo years”. Ook het decennium 2000-2010 bestond uit duizelingwekkende jaren. In 2000 werd George W Bush tot president van de VS gekozen. In 2001 verbijsterden de terroristische aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon de hele wereld. De supermacht was kwetsbaar. De invasies in Afghanistan (2001) en Irak (2003) ontketenden ontwikkelingen in het Midden-Oosten die anno

Hugo Van de Voorde, Naar één wereld. De drie stappen van de globalisering. 16de-21ste eeuw, Pelckmans –Walburg Pers, 2014.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.