6 minute read
Peerfeedbackformulier Thuisopdracht schrijven van een betoog 56
Onderdeel Kenmerken beschouwing
Samenhang
Advertisement
Structuur
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordgebruik en woordenschat
Spelling, interpunctie en grammatica
Leesbaarheid
(Peer)Feedbackformulier schrijfproduct ‘singlepoint rubric’
Verbeterpunten Criteria De kandidaat plaatst het onderwerp binnen een context. De kandidaat gaat uit van een open vraagstelling. De kandidaat haalt minstens twee verschillende gezichtspunten aan. De kandidaat verbindt het slot aan het te beschouwen onderwerp. De kandidaat laat ruimte aan de lezer om tot een eigen afweging te komen. De kandidaat brengt op duidelijke wijze samenhang aan in zijn tekst. 1. Expliciet aandachtspunt: het onderscheiden van deelonderwerpen. 2. Expliciet aandachtspunt: de opbouw van alinea’s. 3. Expliciet aandachtspunt: een correct en ondersteunend gebruik van verschillende voeg- en verwijswoorden. Keuze van een structuur voor de beschouwing is in de kern doorgevoerd. De kandidaat geeft aan met welk doel hij de tekst schrijft. 1. Expliciet aandachtspunt: de tekst draagt bij aan de meningsvorming van de lezer. De toon en het woordgebruik passen bij de lezer. De kandidaat heeft een gevarieerd woordgebruik en een passende woordkeuze. 1. Expliciet aandachtspunt: uitdrukkingen en (vaste) voorzetsels worden vrijwel altijd correct gebruikt. De kandidaat past correcte zinsconstructies toe. Leestekens worden vrijwel altijd correct toegepast. 1. Expliciet aandachtspunt: het gebruik van interpunctie in samengestelde zinnen. 2. Expliciet aandachtspunt: de schrijfwijze van samengestelde woorden. 3. Expliciet aandachtspunt: de verbuiging van werkwoorden die in de tegenwoordige tijd en in het voltooid deelwoord hetzelfde klinken. De kandidaat gebruikt in dien nodig een heldere lay-out met witregels, Expliciet aandachtspunt: het gebruik van dekkende tussenkopjes. Expliciet aandachtspunt: Het gebruik van overgangszinnen (inleidende zinnen / slotzinnen). Sterke punten
Thuisopdracht schrijven van een betoog aan de hand van een schrijfplan
Vak en periode: Nederlands Schrijven periode 4 leerjaar 2
Doel
Je verwoordt jouw mening en schrijft een vakgerichte betogende tekst, waarin je een verandering of toepassing bepleit op je stagewerkplek en / of stelling neemt in een maatschappelijke discussie die je vak raakt. De opdracht presenteren Px gaat hierop door. De doelgroep voor je presentatie is 4 vmbo/ 4 havo.
Je bedenkt een aantal documentatievragen om informatie te verzamelen voor het onderbouwen van je argumenten. Je bedenkt een aantal relevante (combinaties) zoektermen. Je beoordeelt bronnen op betrouwbaarheid (auteur / organisatie, doel, inhoud, actualiteit en bronnen van de bron).
Inleveren / toets
Inleveren: - Schrijfplan betoog vakgerichte stelling inleveren12 juni in Teams. - Toets betoog: je voorbereide betoog schrijven in een lesuur bij wijze van toets. Je mag daarvoor een spiekbriefje gebruiken met ongeveer 15 steekwoorden. Schrijftoets: Herkansing – na opgave - : xxxx Voor de hele groep.
Opdracht
Denk eens na over jouw vakgebied. Waar erger jij je wel eens aan, wat is naar jouw mening een wenselijke ontwikkeling, wat vind jij dat echt ANDERS MOET? Je gaat je overtuiging delen met studiegenoten om hen te overtuigen van jouw standpunt inzake de kwestie. Je schrijft de tekst voor het betoogboekje van de opleiding (doelgroep medestudenten / vakgenoten in opleiding). Bedenk hoe je dat voor elkaar gaat krijgen in 400 woorden.
Betoog opzet
Originele titel [Je schrijft geen mening in de titel!]
Inleiding - Het onderwerp noemen. - Het belang van het onderwerp introduceren. Een wetenschappelijk nieuwtje benoemen, een actualiteit of een herkenbaar voorbeeld geven, kan ook. [Zie functies inleiding bij Lezen Nu Nederlands] - De stelling noemen / uitleggen. In de inleiding ga je deze nog niet onderbouwen.
Mijn stelling luidt: ……. . Ik ben het met deze stelling eens / oneens. [Let op: in de stelling mag het woord ‘niet‘ niet voorkomen. Formuleer het dan ook bij voorkeur in de vorm van ‘ik ben voor…’. Daarmee maak je voor jezelf de lijn van betogen makkelijker. ]
Kern: - 2 argumenten noemen waarom eens / oneens - Beide argumenten ook onderbouwen (uitleggen waarom) - Ook een tegenargument opnemen (laten zien dat je weet dat anderen er anders over denken) en meteen daarna met een derde argument afzwakken / ombuigen. - Verdelen in alinea’s (alles wat bij een deelonderwerp/ één argument hoort, zet je bij elkaar. - Label je argument, dus geef de alinea een dekkende tussenkop.
Slot: - Een herhaling van de stelling. - Een eindafweging en conclusie of beste oplossing, een advies of de hoofdgedachte van de tekst, passend bij de gekozen structuur. Niet zo lang als in kern én met andere woorden. - Kun je terugkomen op de inleiding? Maak het betoog mooi rond, bijvoorbeeld in de vorm van een samenvatting in 15 woorden. Dat is meteen een sterk slot. - Betoog afsluiten met een uitsmijter.
Stappenplan schrijfopdracht
Je kiest een ( individuele) vakgerichte stelling. Om op ideeën te komen mag je in de les in een subgroep met elkaar stellingen bedenken die te maken hebben met je vakgebied.
Je zoekt bij jouw stelling minimaal drie vakgerichte bronnen. Je verzamelt uit de bronnen per stelling drie argumenten voor en drie argumenten tegen. Doe dat systematisch per artikel. Een formule per argument is: AUB: Argument-Uitleg- Bijvoorbeeld. Onderstreep in een artikel de zin waar het standpunt van de schrijver staat. Zet een A bij de argumenten waarmee de schrijver het standpunt onderbouwt. Zet een U bij de uitleg. Zet een B bij voorbeelden.. Zet een cirkel om de alinea waarin de schrijver een tegenargument weerlegt. Zet een C van conclusie bij de zin die de conclusie van dit betoog is. Orden dan alle A’tjes onder elkaar met de bijhorende U en B erbij. Wat is een logische volgorde? Orden alle tegenargumenten bij elkaar.
KIES: je gaat verder met twee argumenten, één tegenargument en argument dat dat weer afzwakt / ombuigt. Dat betekent dat de zwakkere argumenten sneuvelen en de sterkste argumenten overblijven. Zorg ervoor dat de argumenten onderscheidend zijn, dus niet méér van hetzelfde. Nu ga je verder met het maken van een schrijfplan bij je stelling. Je gaat dus nu alle input, jouw eigen aantekeningen en invallen invullen in het schrijfplan betoog. Noteer met trefwoorden of korte zinnen alles wat bijdraagt aan jouw betoog. Noteer de bron erbij en noteer bij citaten wie de uitspraak heeft gedaan. Zie document Betoog met uitleg en leeg schrijfplan. Stel van de gebruikte informatie een genummerde bronnenlijst op. [Klik in de Word-balk op verwijzingen, APA] Kies een bijpassende tekststructuur (argumentenstructuur / probleem-oplossingsstructuur / voor- en nadelenstructuur) en houd vast aan je standpunt. Het schrijfplan lever je in in Teams met bronnen volgens APA.
Schrijf eventueel je 1e versie van het betoog voor jezelf uit. Je mag nog extra informatie zoeken en toevoegen om je betoog te bekrachtigen. [Je hoeft in je uitgeschreven betoog geen bronnen op te nemen, wel in je schrijfplan]
Maak een spiekbriefje voor de Schrijftoets (Betoog). [Je mag dus niet een kladversie van je betoog meenemen naar de toets en ook niet het schrijfplan erbij houden.] Bewaar je bouwplan / schrijfschema goed, voor als er twijfel is over de kwaliteit van je geschreven toetsbetoog].
Materialen ter ondersteuning (optioneel)
Power \De materialen staan in Teams onder Uitleg in het mapje Schrijven. - PowerPoint Argumentatie opbouwen - Betoog met uitleg en leeg bouwplan - Padlet Schrijven van een betoog - APA-bronvermelding. - Document met openingszinnen, overgangszinnen en slotzinnen ter inspiratie. Je kunt deze toepassen op je eigen betoog. - Suggesties voor websites per domein. Kijk ook eens naar bronnen op Google Scholar, National Geographic, vakbladen.