◆
◆
WEF 26
10 Regio
WEF 27
Na alle mislukte plannen is Poort van Hoorn toe aan een impuls. Een uitleg over de toekomst en vier bouwprojecten die als voorbeeld kunnen dienen.
zaterdag 4 januari 2020
zaterdag 4 januari 2020
Regio
11
Het Funenpark, wonen langs het spoor kan aantrekkelijk zijn.
Cultureel cluster De Rozet in Arnhem.
Funenpark, hoogwaardig wijkje langs de spoorlijn
Cultureel cluster met bieb, kunstuitleen en universiteit
Amsterdam ■ Het Funenpark is een wijkje op de Oostelijke Eilanden in Amsterdam tussen de Czaar Peterbuurt, Cruquiuskade en de spoorlijn Amsterdam CS-station Muiderpoort. De wijk bestaat uit zestien woonblokken, ieder met een ander ontwerp.
Arnhem ■ Een gebouw dat Jonathan de Veen onder de aandacht brengt met het oog op de Poort van Hoorn is De Rozet in Arnhem.
Jonathan de Veen noemt het een sprekend voorbeeld van wonen in de luwte van een stedelijk gebied. ,,Dit wijkje bewijst dat wonen nabij het spoor kwalitatief hoogwaardig kan zijn. Het Funenpark zou daardoor als prima voorbeeld voor de Poort van Hoorn kunnen dienen. De openbare ruimte is parkachtig waarbij de auto’s slim
zijn opgeborgen.’’ Het Pelmolenpad zou als onderdeel van de Poort van Hoorn op deze wijze kunnen worden ingericht. De Veen: ,,Een eigentijdse toevoeging aan de binnenstad en niet meer als een rand die er niets mee te maken heeft. Het is de bedoeling om op het Pelmolenpad mooie dingen te creëren. Het droombeeld is een gemengde woonwijk, niet alleen voor de happy few. Tegelijkertijd moet het geen vinexwijk worden. Hoorn heeft een historische binnenstad met kwaliteit, maar met de Poort van Hoorn een onderontwikkeld gebied. Die gouden rand, zoals wij het noemen, is de toegevoegde waarde.’’
De Rozet is het najaar van 2013 geopend en in het gebouw zijn de bibliotheek, het erfgoedcentrum, Kunstbedrijf Arnhem, de kunstuitleen en de Volksuniversiteit gevestigd. ,,Een combinatie die ook Hoorn aan zou moeten spreken’’, vindt De Veen. ,,Arnhem heeft aan de zuidzijde van de stad een stadsdeel dat ondergeschikt was aan de overige wijken, maar door gemeenschappelijke inzet en de bouw van een cultureel cluster is die omgeving van De Rozet is dat opgebloeid.’’
Het stationsgebied van Hoorn dat de komende jaren op de schop zal gaan met aan de rechterkant van het spoor het beoogde stationsplein.
AANGELEVERDE FOTO’S
,,Het gebouw heeft een open uitstraling en een mooi uitzicht op de stad’’, stelt De Veen. ,,Daarnaast heeft het ook een functie als ontmoetingsplaats en is het een plek waar studenten samenkomen of waar spelletjes in het internetcafé worden gespeeld.’’ Die omgeving zou vergelijkbaar met Hoorn kunnen zijn. ,,Het is nu nog een equivalent voor parkeerplaatsen en misschien voor het Dijklander Ziekenhuis, maar ook een soort gat in de stad. Dat gold dus ook voor De Rozet en door de nieuwe invulling heeft het stadsdeel een flinke impuls gekregen.’’ Met eventueel een bibliotheek of het stadhuis zou Hoorn meer cachet kunnen geven aan het stationsgebied.
LUCHTFOTO HANS VAN WEEL
’Station verdient nieuwe identiteit’ Hans Brandsma h.brandsma@mediahuis.nl
Het station van Delft, veel meer dan een verbindingsknooppunt alleen.
’Wonen, werken en verblijven in stationsgebied is populair’ Delft ■ De ontwikkeling van het nieuwe stationsgebied van Delft kende een lange geschiedenis waarbij een financieel debacle dreigde. Toch is het resultaat uit 2015 iets wat Hoorn voor ogen mag hebben, vindt Jonathan de Veen. ,,Het is veel meer dan een knooppunt, het is een plek van samenkomst geworden.’’ ,,Wonen, werken en verblijven op één knooppunt doen het heel goed’’, weet Jonathan de Veen. ,,Delft is op zijn eigen manier al heel lang bezig met de spoorzone. Het heeft tientallen jaren gekost voordat het concreet was. Dat is overigens gebruikelijk. Gebiedsontwikkeling duurt tientallen jaren en in stationsgebieden vaak
nog langer. Het zogeheten stapelen van functies is op en bij een station nog ingewikkelder en daarmee kostbaarder.’’ ,, Er zijn de nodige crises overheen gegaan’’, vervolgt De Veen. ,,Maar het is opgelost op een manier zoals waarschijnlijk alleen Delft dat kon doen. Het gevolg is dat de barrièrevorming die het spoor veroorzaakte, is opgelost. Dat heeft veel geld gekost, maar ze hebben iets om trots op te zijn. Er is een stationsknoop die veel meer is. Een verbinding, maar ook een plek van samenkomst. Dat inspireert. In dit gebouw is op een slimme manier met alle problemen omgegaan, waardoor een totaal nieuw woonmilieu zou kunnen ontstaan.’’
➔ Vervolg van regiovoorpagina Hoorn ■ Aan de oevers van ’t IJ wordt hard gewerkt aan de toekomst van Hoorn. Het Amsterdamse bedrijf Site Urban Development is vanaf de zomer van 2018 bezig met een nieuw ontwerp voor de Poort van Hoorn, de omgeving van het gedateerde stationsgebied. Jonathan de Veen is gebiedsontwikkelaar bij Site Urban Development en boog zich samen met zijn collega’s over een bouwproject dat beeldbepalend moet zijn voor de toekomst van de gemeente: de Poort van Hoorn. Vele plannen zijn er de afgelopen twaalf jaar al gesmeed, overeenstemming was er zelden. In 2018 kwam Site Urban Development ’aan boord’, zoals De Veen het omschrijft. ,,De gemeente Hoorn wilde verder, maar de plannen schreeuwden om hernieuwde aandacht. Betrokken partijen als NS, Prorail en de Provincie Noord-Holland vroegen zich
hardop af: ’moeten we dit nog wel nastreven?’ Het was een wake-upcall voor de gemeente Hoorn, die weer een mislukking vreesde. Ons is toen gevraagd om vanuit onze kennis en kunde aan de boom te schudden. Het station en het gebied eromheen verdiende een nieuwe identiteit.’’ Onder impulsen van Site Urban Development werd een volledig nieuwe start gemaakt. ,,In workshops hebben we met alle betrokken partijen gewerkt aan concepten wat je met die plek kon doen, niet belemmerd door de financiën en realiteit’’, verduidelijkt De Veen. ,,Wat zijn bijvoorbeeld de consequenties als je zegt ’de fietser is koning’. Hoe richt je het gebied dan in?’’
Hoofdkoers Het was een tijdrovend proces, erkent De Veen. ,,Lerende van alle plannen hebben we de essenties benoemd en de hoofdkoers ontwikkeld. Verreweg het belangrijkste is dat we de mobiliteit in het gebied niet meer als het belangrijkste thema zien. Hoewel er op dat gebied grote vraagstukken wachten, hebben we dat uitgangspunt losgelaten.’’
De Veen wijst op het toenemende belang die stationsgebieden in steden innemen. ,,In het hele land vormen stationslocaties het nieuwe hart van een stad. Vroeger was het kerkplein het centrum van de steden. Die zijn vervangen door vervoersknooppunten. Dat uitgangspunt verzinnen we niet. Nationale en internationale onderzoeken wijzen het uit en het wordt ook bekrachtigd door het Rijk en de provincie. Met de publicatie ’Maak plaats!’ wordt in Noord-Holland ingezet op dit soort knooppunten waarbij wordt aangedrongen op een mix van functies. De nieuwe hoofdambitie is om van de Poort van Hoorn een aantrekkelijke verblijfsbestemming te maken.’’ Die mogelijkheden zijn er zeker, is de overtuiging van De Veen. ,,Door onder meer de mogelijkheden voor woningbouw op het Pelmolenpad ligt er een mooie kans om met het gebied iets fraais te doen. En daar ligt ons tweede grote ambitie: Welkom in Hoorn. Maak Hoorn voelbaar voor inwoners en bezoekers. Als je op het station arriveert, kom je niet aan op een leuke willekeurige plek. Dat identiteitsvraagstuk moet op de agenda. Hoorn mag
geen Zaandam 2.0 worden.’’ Pas op de derde plek is het zogeheten multimodaal knooppunt op de lijst van prioriteiten terechtgekomen. ,,Modaliteit is een duur woord voor vervoersstromen. De essentiële vraag is: hoe meng je in de stationszone wandelaars, fietsers, treinen, bussen en automobilisten met elkaar? Het moet op een prettige en efficiënte manier gebeuren.’’
Structuur Voordat de expertise van Site Urban Development werd ingeroepen, was al vele malen geopperd het centrale stationsplein te verplaatsen van de zuid- naar de noordzijde. Een constatering waar De Veen zich in kan vinden. ,,Door de structuur van Hoorn is dat veel logischer. Aan de noordzijde van de stad wonen veel meer inwoners dan aan de kant van de oude binnenstadkern. Daarom snap ik de roep om de bussen vanaf de noordzijde te laten vertrekken.’’ De Veen ziet dat besluit als een noodzakelijke doorbraak . ,,Met het omklappen van de bussen, klap je ook de stationsfunctie om. Dan is de volgende vraag: hoe richt je het vervolgens in? In ga ervan uit dat de zuidzijde blijft bestaan, ook door
Mobiliteit niet het belangrijkste voor Poort van Hoorn het monumentale karakter. Je moet een manier vinden om de noordzijde meer gewicht te geven. Dat kan in gebouwde vorm, maar er zijn ook andere mogelijkheden om reizigers een warm welkom te geven.’’
Stoomtram Daarbij is een volgens De Veen een belangrijke rol weggelegd voor bijvoorbeeld de Museum Stoomtram. ,,Het is een museum van grote betekenis, niet alleen voor de regio maar voor heel Nederland. Het nadeel is dat het nu is ingepakt in restruimte. Dat kan beter en het zou ook logisch zijn als we iets doen met de stoomtram. We krijgen veel medewerking, ook het museum komt met inzichten en tekeningen. De lastigste fase breekt nu aan. We gaan rekenen en tekenen. Pas dit jaar zal dat concreet worden.’’
In de hele Poort van Hoorn hoopt De Veen op de bouw van minimaal duizend woningen. ,,Inclusief woningbouw aan het Pelmolenpad is dat een reële hoeveelheid, maar het is wel gekoppeld aan fasering: wanneer laat je wat bouwen. Je kunt niet met een toverstokje duizend woningen tegelijkertijd laten bouwen. Zo werkt het nooit. Het is van groot belang wat je wilt. Wat wil je aan de noordzijde van het station bouwen en wat aan het Pelmolenpad? Ook die vraag ligt nu voor.’’ Ondanks het complexe karakter proeft De Veen draagvlak voor een nieuwe impuls voor de Poort van Hoorn. ,,De raad heeft er unaniem over nagedacht en over de ambities is iedereen het eens’’, zegt hij. ,,Wel zijn er moeilijke vraagstukken die nog verdeeldheid zaaien. Dan heb je het over bereikbaarheid van de binnenstad, wel of geen parkeergarages. Dat zijn de hete hangijzers. Wat wij proberen te doen is het project verder te trekken en de discussies te voeren, maar die mogen niet direct de leidraad vormen. Dat is ook ook de reden dat we de twee grote ambities hebben uitgesproken. Die bepalen de toekomst van Hoorn.’’
De ondergrondse fietskelder bij het station van Utrecht.
’Principes voor verbouwing Utrecht CS hergebruiken’ Utrecht ■ Geen spoorknooppunt in Nederland is zo gecompliceerd als het centraal station van Utrecht. Jonathan de Veen is vol bewondering over de metamorfose die het station in het hart van het land heeft ondergaan. Hij durft de vergelijking met Hoorn niet te trekken, maar parallellen zijn er zeker te benoemen. ,,Utrecht is Utrecht en natuurlijk van een totaal andere schaal dan Hoorn, maar als je door je oogharen kijkt, kan je principes die goed functioneren zeker hergebruiken.’’ Als belangrijkste voorbeeld noemt De Veen het transferium, de wijze waarop Utrecht de toeloop van passagiers kan verwerken. ,,Wij
zien kansen in de vernieuwing die noodzakelijk is in Hoorn. De kracht van Utrecht is dat het een enorm knooppunt is, maar het domineert niet de sfeer. Auto’s zijn ondergronds weggewerkt en dat geldt ook de enorme hoeveelheid fietsen. Een financieel ingewikkelde opdracht die heel kostbaar is, maar voor Hoorn wel de moeite waard is om te bestuderen. Het parkeervraagstuk zal op een op een slimme manier aangepakt moeten worden. Dan kan met parkeergarages, maar ook met half verdiepte parkeerplekken. Die zijn minder kostbaar. Met een combinatie daarvan zou Hoorn dat in de toekomst op een prettige manier op kunnen lossen.’’