Jaarverslag 2009

Page 1

Agentschap voor Natuur en Bos Jaarverslag 2009

1


©D

ann

i Els

kens

Wie zijn we? Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), een agentschap van de Vlaamse overheid, werkt elke dag aan het behoud, de bescherming en de ontwikkeling van natuurgebieden, bossen en parken. De missie van het ANB is: ‘Meer, beter en samen.’ Door samen te werken met veel verschillende partners probeert het ANB een groter draagvlak voor natuur te creëren. De deur staat open voor iedereen: van een grote multinational die bomen wil planten tot een lokale jeugdbeweging die in een stukje natuur wil kamperen. Als grootste groenbezitter van Vlaanderen heeft het ANB bijna 40 000 hectare bossen, natuurgebieden en domeinen in handen. Aangezien het agentschap ook anderen helpt bij het beheren van hun domeinen, komt het totaal op zo’n 70 000 hectare. Het ANB staat dus duidelijk met zijn twee ‘botten’ op het terrein. Die terreinkennis en ervaring vormen belangrijke pijlers om het beleid te helpen voorbereiden.

2


Inhoud Het ANB als organisatie

5

Beleid

10

Beheer

21

Het ANB in de provincies Antwerpen

30

Vlaams-Brabant

39

Scheldeproject

49

Oost-Vlaanderen

58

Limburg

66

West-Vlaanderen

72

Š ANB

3


Rood 2009 gaat de geschiedenis in als het jaar na de beurscrash. Het jaar van het stille en stage herstel, van een record aantal faillissementen en toch wat groene cijfers op de beurs. Op en neer, hoop en wanhoop, eb en vloed. Zo is het in de economie en zo is het ook met ecologie. Die twee hebben veel meer gemeen dan u denkt. Ook in de natuursector is af en toe een ramp nodig om aandacht te krijgen voor het probleem. Rode cijfers, rode lijsten. Groen valt soms gewoon te weinig op.

Toch wil dit jaarverslag groen in de schijnwerpers plaatsen. Groen in de stad, groen in Vlaanderen. Het is niet al kommer en kwel dat bloeit en groeit. De overheid heeft de ambitie om tegen 2020 Vlaanderen op de kaart te zetten als groen stedengewest. Aan die ambitie is een heel actieplan gekoppeld waarin ook het ANB zijn verantwoordelijkheid zal opnemen. Nu en straks werkt het ANB aan drie prioriteiten. Eén: door van Vlaanderen een volwaardig onderdeel van het Natura 2000-netwerk te maken, wil het ANB in samenwerking met talrijke partners de Europese natuur alle kansen geven. Twee: met de campagne ‘Groen in de Stad’ bouwt het ANB mee aan groene, lees gezonde, leefbare en duurzame steden voor Vlaanderen. Drie: het ANB stelt alles in het werk om al wie haar natuurgebieden en bossen bezoekt, als een welkome gast te ontvangen. Zo kan iedere Vlaming mee genieten van al die inspanningen om onze natuur écht de moeite waard te maken. Dit jaarverslag stelt scherp op deze drie pijlers. Groen valt dan wel niet altijd even hard op, dat betekent niet dat het ANB zich niet minder hard dan voorheen inzet voor natuur en bos. Om dat extra kracht bij te zetten, wordt het jaarverslag niet meer in grote oplage op duur papier gedrukt. ‘Less is more’ en bij deze ook goedkoper en milieuvriendelijker…

Geniet van het groen in dit jaarverslag, heradem bij het zien van de verbluffend mooie beelden en als u zin krijgt in meer, surf gerust naar www.natuurenbos.be

Veel lees- en kijkplezier,

Marleen Evenepoel, Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur en Bos

4


Het ANB als organisatie

Š Vilda Yves Adams

5


1. Het agentschap in cijfers en letters In 2009 werkten 819 mensen bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Dat zijn er zeven minder dan het jaar ervoor. Bijna 80 % zijn mannen. Net zoals in 2008 bedroeg het totale budget van het agentschap ongeveer 115 miljoen euro. Ongeveer de helft daarvan gaat naar wedden, toelagen en subsidies. Het aantal contractuelen is sterk gedaald ten opzichte van 2008. In 2009 is ruim 40 % van de ANB’ers contractueel. Het jaar ervoor waren dat er nog 56 %. Dit heeft alles te maken met de grote groep arbeiders die statutair werden in 2009.

Het ANB blijft in hoofdzaak een ‘mannenbastion’. Acht op de tien medewerkers zijn mannen. Vooral onder de arbeiders is het overwicht groot: daar zijn 95 % mannen.

Totaal

Man

vrouw

Totaal (in hoofden)

819

79%

21%

Niveau A

175

63 %

37%

Niveau B

64

63%

37%

Niveau C

270

76%

24%

Niveau D

310

95%

5%

Personeel is ook een serieuze hap uit het budget van het agentschap. Ruim een kwart van alle middelen gaat naar wedden en toelagen. Het totale budget van het agentschap blijft ongeveer gelijk. Het agentschap beschikt over 114,5 miljoen euro.

© Tom Linster

Het agentschap heeft een heel ruim werkingsveld. Officieel staat het agentschap in voor ‘het beleid, het duurzaam beheren en versterken van natuur, bos en groen in Vlaanderen, samen met alle partners’. Je vindt in de tabel hiernaast een aantal relevante cijfers binnen het beleidsveld natuur dat een directe impact heeft op de evoluties van de natuur, het bos en het groen. Deze cijfers zijn in zekere zin een maat voor de inspanning van het beleid om de toestand van de natuur, het bos en het groen te verbeteren.

6

6

Thema

Cijfers 2009

Cijfers 2008

Totale oppervlakte Vlaamse natuurreservaten

6 586 ha

6 160 ha

Totale oppervlakte Erkende natuurreservaten

13 862 ha

13 435 ha

Totale oppervlakte Aangewezen bosreservaten

2 568 ha

2 547 ha

Totale oppervlakte Erkende bosreservaten

257 ha

218 ha

Aantal lopende natuurinrichtingsprojecten

17 in uitvoering,

16 in uitvoering,

1 in onderzoek

6 in onderzoek

Totale oppervlakte VEN

89 331 ha

87 022 ha

Totale oppervlakte Speciale Beschermingszones

166 187 ha

163 499 ha

Aantal soortenbeschermingsprogramma’s in uitvoering

15

8

Aantal erkende Regionale Landschappen

14

10

(+3 in oprichting)

(+3 in oprichting)

Aantal erkende Bosgroepen

19

17

Aantal Vlaamse Bezoekerscentra

15

15

Totale oppervlakte door ANB beheerde domeinen

40 871 ha

38 125 ha

Totale oppervlakte door ANB beheerde domeinen met beheerplan

16 367 ha

15 000 ha

Totale oppervlakte domeinen in medebeheer

30 597 ha

31 362 ha

Openbaar bos

20 770 ha

21 843 ha

Militair domein

9 827 ha

9 519 ha

Verleende adviezen, erkenningen en vergunningen

16 786

17 754

Adviezen

12 786

11 634

Vergunningen

4 023

5 742

Erkenningen

414

378

Totaal aantal jachtverloven

13 073

12 189

Totaal aantal visverloven

6060 000

56 789

Processen-verbaal opgemaakt in 2008

1 232

853

(5 voorlopig)


PRAKTI SCHE Wanneer

Woensdag

23 septem

Waar

Heempark,

© Tom Linster

Deelnam

Hoogzij

INFORM

ATIE

ber 2009,

7, 3600

13.15 u.

– 17.00

MEER IN

eprijs

Tel 09 264

Deelnam e inschrijven kost 5 euro (dra nkje en is verplich infomap t. inbegr

(Marlies epen),

Inschrijve

n

FORMAT

IE

Vereniging Geraardsb voor Bos in Vla anderen ergsesteen vzw (VB 9090 Gon weg 267 V) trode

u.

Genk.

Vormings

Bosspel met pite! n moment

90 57

Vanlerberg

he – Em

ma Den

orme)

Inschrijve n male aan kan tot 16 septem tal deelnem ber (ten - door zij voordie ers ber een e-m n het ma ail te stu eikt wordt): xivermeld ren naa je naam - door en de keu r weekvanhetbo te s@ ze van de Inschrijvin bellen naar VBV workshop. vbv.be, : 09 264 g is volledig Natuur numme en Bos na betalin 90 57. r 448-36 g van 5 05351-56 euro op of IBAN reke De BE20 448 nin ste laat Bereikbaa grote bos 3 6053 515 grheid inventaris Binnen 6. kor Het Hee atie geb t bezoek mp eurde tien en onze Deze me www.heem ark is vlot toegan jaar me etploegen tingen zull geleden kelijk. Nee park.be . Tijd dus voor de weer dui en ons opn gedetaillee m een kijkje op om een zenden ieuw ver tweede gew bossen en Openbaar rde routeb tellen wat bosjes, om vervoer: estelijke eschrijving er in onz het station het Hee bosinvent er gedeta . e bossen mp arisatie Bos in Vla illeerde voorkomt. park (lijn , waar bussen vert ark ligt op twe te doen. metingen anderen e kilome 45 rekken tot uit te voe toestand Fiets: van en G2). van aan de halt ter ren. Provincie uit het cen 20 00 e HeemBos (ha) het Hee trum van mpark. Ander openb eigendom Genk zijn van aar Privé-b Vlaam bos (ha) s Gewes os (ha) er wegwijz Antwerpen t Totale Limburg 3.963 ers naa bosoppervla Bosindex r West-Vlaande 7.285 kte (%) 6.151 (ha) ren 35.285 Oost-Vlaande 12.709 Op basis 1.587 ren 46.533 31.229 van het Vlaams-Brab 2.258 1.308 ant 16,2 houtvolum 50.088 3.477 loofboom 1.525 Vlaanderen 5.103 e zijn de 20,6 7.322 soorten 14.136 1.557 18.111 meest voo populier 2,3 16.969 18.808 (14 %). 25.335 rkomende (30 %), De belangr 5,6 25.468 102.935 zomereik In Vlaand ijkste naa 12,0 146.381 (60 %) en (20 %) en eren bed ldboom 10,8 Corsicaans beuk raagt de soorten Dit kom totale bos e den (27 zijn grove t overee oppervlakt %). n met een den De landopper bos e bos bes 146.381 index (= tanden in vlakte) van ha. aandeel Vlaandere 55 % is jon 10,8 %. de bosarm van n Hiermee de totale zijn erg ger dan ste streken jong: 40 jaar. is Vlaand Slechts hebben in Europa ere 6 n % alleen Ierl één . Binnen van de bos van and (8,6 de Europe is ouder Verenigd %), Ned dan 60 jaar bestanden se Unie Koninkrijk erland (10 en 21 % van (10,3 %) 2000). De ,0 %) en een lage de bossen het bosarmste re bosind telt bomen van (bosind provincie ex (bron: ex = 2,3 verschilis West-V VN, %), de bos laanderen lende leef (bosind rijkste pro ex = 20, tijden. vincie is 6 %). Limburg v.u. Dirk Bogaert Agentschap 70 % van voor Natuu de bossen r in Vlaand en Bos is eigendo eren is priv m van het é-eigendom Vlaamse van and ere openba Gewest , 13 % en 17 % re eigenaa gemeen is eigendo rs zoals ten, OCMW m provincies, 's, kerkfab Het aan deel ope rieken en nbare bos intercomm de provinc sen is pro unales. ie West-V cen tueel het laan provincie hoogst in Oost-Vlaan deren (53 %) en het laag deren (17 st in de %). In Vlaand eren bes taat het 36 % uit bos voo naaldbos r 50 % uit en voor niet beb loofbos, 11 % uit oste opp voor gemeng ervlakte de bestan brandvlakt (2 %) om den. De es, lig- en vat o.a. speelweid recente braakligge kap- en en, hooilan nde terr einen die den en behoren tot het bos domein. Agen

tscha

p voo r

BOS

2. Communicatie. Veel verhalen, één (stijgende) lijn. Woensda g

Het ANB

in Vlaande re

inventar

iseert he

23 septem

ber 2009 13.15 u. – 17 Heempa .00 u. rk - Genk

In 2009 zette het ANB een aantal zeer belangrijke stappen op communicatievlak. De website ging online en de perswerking werd een versnelling hoger geschakeld. De campagnes, de vlaggenschepen van het ANB, profiteerden volop van deze nieuwe wind. Meer info

Op 1 februari 2009 ging de website van het agentschap online. Dit ambitieuze project nam maanden voorbereiding in beslag. De website beperkt zich dan ook niet tot een droge samenvatting van het werkveld van het ANB. De lat ligt hoger. De site wil niet alleen informeren, maar ook enthousiasmeren. De website moet mensen warm maken om naar buiten te komen en van de natuur te genieten.

Web 2.0 De nieuwe website biedt de mogelijkheid om op zoek te gaan naar een natuurgebied in de buurt. Er is een activiteitenkalender en een overzicht van een aantal nieuwsberichten. De foto van de week biedt de bezoeker de mogelijkheid een foto op onze website te plaatsen. Heel wat zogenaamde web

7

op: www.

2.0-toepassingen zijn geïntegreerd. Zo zijn RSS-feeds mogelijk en kan je via facebook, twitter en andere sociale netwerksites op de hoogte blijven. Wie fan wordt van het ANB op facebook, krijgt elke dag een overzichtje van alle nieuwsberichten (www.facebook.com/natuurenbos).

De geïnteresseerde bezoeker vindt nog altijd heel wat inhoudelijke informatie in de verschillende themapagina’s. Dit is de plek waar gespecialiseerde doelgroepen zoals de

natuuren

bos.be

n

t bos

Verantwo Agentschaordelijke uitgever: Koning Albep voor Natuur en Dirk Bogaert Bos rt II-laan 20, 1000 Brussel

jagers, vissers, milieuambtenaren en boseigenaars terecht kunnen.

De website lokte in 2009 exact 209 158 unieke bezoekers. Per dag bezochten gemiddeld zo’n 630 mensen de site. Vooral tijdens de Dag van het Park keken veel mensen op de website. Telkens wanneer het ANB in het nieuws kwam, was dit duidelijk te zien in de bezoekersaantallen op de website.


Spoorzoeker Daarnaast is in 2009 hard gewerkt om de bestaande communicatieproducten nog beter te maken. De externe nieuwsbrief van het agentschap, Spoorzoeker, is een belangrijk uithangbord. Het concept en de vormgeving zijn in 2009 sterker gemaakt. Er is op het einde van het jaar een extra oplage gedrukt naar aanleiding van het themanummer rond Europa en de Europese natuurdoelen. Ongeveer 15 000 Spoorzoekers zijn toen verspreid.

Liefde in het Park en Zaad met Pit Gespreid over 2009, organiseerde het ANB ook haar drie grote campagnes: het Boompjesweekend, de Dag van het Park en de Week van het Bos. Net als de voorbije edities was het Boompjesweekend een succes. Op zes locaties in Vlaanderen is een nieuw Kom op Tegen Kanker – bos aangeplant. Een afscheid in schoonheid, want in 2009 is in overleg met de partners Vereniging voor Bos in Vlaanderen en Kom Op Tegen Kanker beslist om het Boompjesweekend stop te zetten. Dit omwille van budgettaire en praktische redenen.

Spoor Zo e k DriemaanDelijks nieuwsmagazine van het agen tschap voo jaargang 4 i n r natuur en ummer 1 i Bos april 2010 i afg erkenningsnum iftekantoo mer 708746 r 8400 oost i pB-nummer 2/1 enDe 11

eR

De Dag van het Park ging voor de 19de keer door. Met als thema ‘Liefde in het Park’ werd het een record editie: 120 000 mensen trokken onder een stralende zon naar het park. Ook de media aandacht was overweldigend. Alle grote nieuwszenders besteedden ruim aandacht aan de campagne. De Week van het Bos kreeg als thema ‘Zaad met Pit’. Deze vaste waarde loste ook in 2009 de verwachtingen in. Heel wat scholen trokken tijdens de tweede week van oktober naar het bos. En ook hier was de persaandacht groot.

Stijgende persaandacht In 2009 is ook echt werk gemaakt van een actief persbeleid. Er is een databank met persadressen en er zijn tientallen persberichten verstuurd. Die uitbouw loont. In 2008 verschenen 691 krantenartikels waarin het ANB aan bod kwam. In 2009 waren er dat al bijna 1066. Een stijging met bijna 60 %.

Er is daarnaast ook gewerkt aan een nieuwe communicatiestrategie. Het agentschap zal in de toekomst nog meer proberen om beeld- en doelgroepdoorbrekend te communiceren.

Je kan Spoorzoeker en andere publicaties bekijken via www.natuurenbos.be (Rubriek Over Ons)

Dossier: Natuu

r in de stad

8

Interv met Vlaam Bouwmeesteier w Marcel Smetss Jaar van de Bio diversit (W)onderwaeteitr: Jeugdbewegin ge natuur met dne epn groen: aplepel


3. Natuurinspectie op kruissnelheid

© Tom Linster

ter Als voor de Natuurinspectie 2008 het jaar was van Lins om ©T de start, dan is 2009 het jaar waarin ze helemaal tot ontplooiing is gekomen: de ontwikkelde procedures en richtlijnen op het gebied van handhaving werden voor het eerst volledig toegepast. Zes nieuwe natuurinspecteurs zijn aangeworven. Zij kijken erop toe dat de wetgeving en reglementering die de natuur moeten beschermen, wordt nageleefd. Zonder handhaving blijft de wet immers dode letter. Hierdoor waren er eind 2009 in totaal 25 natuurinspecteurs actief.

In 2009 hebben de inspecteurs in totaal, samen met de collega-boswachters, 1232 processen-verbaal opgesteld. Vergeleken met 2008 is dat goed voor een stijging van bijna 40 %. Ook al zegt dit cijfer niet alles over de kwaliteit van de handhaving, het geeft toch alleszins aan dat de Natuurinspectie op het terrein alomtegenwoordig was. 2009 is ook het jaar waarin het Milieuhandhavingsdecreet in werking trad. Dat decreet harmoniseert het toezicht, de handhaving en de veiligheidsbepalingen van de belangrijkste milieuregelgeving. Ook de handhaving op het vlak van bos, natuur, jacht, openbare visserij en vogelbescherming is hierin geïntegreerd. Het decreet levert een hele waaier aan middelen waarmee boswachters en natuurinspecteurs doeltreffend kunnen optreden op het terrein. Nieuw is bijvoorbeeld dat overtreders administratief bestraft kunnen worden wanneer het parket beslist om niet strafrechtelijk te vervolgen. De Natuurinspectie kan dan alsnog een geldboete opleggen. De handhaver kan daarnaast maatregelen opleggen om de natuurschade te herstellen. Ook voor de burger is het decreet goed nieuws: het zal meer klaarheid scheppen over de handhaving van het milieu- en natuurbeheerrecht.

9

om ©T

ter

Lins


10

Š Tom Linster

Beleid


© Tom Linster

Instandhoudingsdoelstellingen in Vlaanderen 2009 was een mijlpaal in het IHD-verhaal. De Vlaamse Regering keurde de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) principieel goed. Deze instrumenten tekenen de krijtlijnen uit voor heel Vlaanderen waarbinnen de Specifieke Instandhoudingsdoelstellingen (S-IHD) per Speciale Beschermingszone (SBZ) uitgewerkt kunnen worden. Tezelfdertijd werd met de betrokken belangengroepen en Vlaamse administraties afgesproken hoe die S-IHD zullen worden opgesteld. Ook het overlegproces werd samen uitgetekend. Het overlegproces start met een controle van de wetenschappelijke zijde van het verhaal en de leesbaarheid daarvan. In de volgende fase wordt de maatschappelijke en beleidsmatige kant grondig besproken. In 2009 is op basis van de methodiek gestart met de opmaak van S-IHD-rapporten. Die zijn een concrete vertaling van de gewestelijke (G-IHD) naar gebiedsspecifieke natuurdoelen. De globale natuurdoelen worden zo verfijnd per SBZ: in welke gebieden moeten we inspanningen leveren voor welke soorten en habitats?

11

Limburg In elke provincie wordt hard gewerkt aan de opmaak van instandhoudingsdoelstellingen. Zo zijn bijvoorbeeld in Limburg de ontwerprapporten van de Habitat- en/of Vogelrichtlijngebieden het Vijvergebied MiddenLimburg, de Maten en de Maas grotendeels geschreven. Het ontwerp­rapport voor de Mangelbeek is in opmaak, en ook met de andere zal gestart worden.

De Maten In het natuurgebied De Maten vind je vooral zeldzame Vlaamse water- en moerasvegetaties. Door de grote variatie in de waterkwaliteit van de vijvers tref je hier bovendien een enorme verscheidenheid aan habitattypes. Dat is het gevolg van de historische viskweek en het beekwater dat in de vijver stroomt. Vroeger was het gebied vooral gekend voor de voedselarme en zwak tot matig gebufferde vijver- en moerashabitats van zandige bodems en droogvallende oevers. Door al-

lerlei ontwikkelingen geraakte het beekwater dat de vijvers doorstroomt, echter meer en meer aangerijkt. De verrijking van het water met nutriënten in combinatie met het wegvallen van de traditionele viskweek zorgde ervoor dat zich een voedselrijker zoetwaterhabitattype in de Maten ontwikkelde. De matig gebufferde vijver- en moerashabitats komen vandaag nog amper voor. De voedselarme types zijn zelfs volledig verdwenen uit De Maten. De enorme verscheidenheid aan habitat­ types lokt heel wat zeldzame soorten. Je treft hier typische Europees beschermde planten en dieren aan, zoals gevlekte witsnuit, drijvende waterweegbree, knoflookpad, woudaap, roerdomp, ijsvogel, kwak, porseleinhoen en krakeend.

De Maas Ook de Maas is een bron van zeldzame habitats. Zo herbergt deze rivier zelfs de habitat van drijvende en onderdoken waterplanten, die tot het verbond van vlottende waterranonkel behoren. De dynamische rivier geeft ook leven aan slikoevers met zeer zeldzame vegetaties. Ook voor verschillende dieren zoals rivierrombout, visdief, bever, otter en verschillende vissen (rivierdonderpad, rivierprik, kleine modderkruiper, bittervoorn en zalm) is de Maas een belangrijk leefgebied en migratieroute.


© Danni

Het Vijvergebied Midden-Limburg

12

Het Vijvergebied Midden-Limburg is een zeer gevarieerd Habitatrichtlijngebied met ook twee Vogelrichtlijngebieden. Het westelijke deel van de SBZ-H bestaat uit een aan-

In het zuiden van het vijvergebied ligt Bokrijk. Het oostelijke deel daarvan is al geruime tijd in de goede handen van Natuurpunt. Hier vind je tal van zeldzame planten en dieren zoals grote modderkruiper, woudaap, roerdomp en drijvende waterweegbree. In het westelijke deel zijn de afgelopen decennia bijna alle natuurwaarden verloren gegaan. Hopelijk kunnen de

ste r Lin

De grindplassen herbergen dan weer drijvende en onderdoken waterplanten. Deze plassen spelen ook een belangrijke rol voor vissen (bittervoorn, kleine modderkruiper), eenden (tafeleend en rakeend), ganzen (grauwe gans, kolgans en rietgans) en visdief. Door de kwaliteit van deze plassen te verbeteren en de rust te garanderen, zullen deze watervogels zich hier meer dan ooit thuis voelen.

Het oostelijke deel van het gebied ziet er volledig anders uit. Hier bepalen uitgestrekte heidelandschappen het uitzicht. Ze worden doorsneden door enkele beekvalleien die leven geven aan heel wat uiteenlopende biotopen. Hier vind je een heel ander gamma aan typische soorten. Zo is het gebied zeer belangrijk voor natte en venige heiden met bloeiende veenorchissen en voor soorten als nachtzwaluw en knoflookpad.

To m

Langs de Maas zijn er voedselrijke ruigten van het verbond van harig wilgenroosje, kalkrijke stroomdalgraslanden en glanshaverhooilanden. Die dienen als leefgebied voor onder andere kwartelkoning, grauwe klauwier en boomkikker.

eenschakeling van honderden vijvers, hooilanden en oude bosjes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tal van typische soorten (roerdomp, woudaap) zich hier als een vis in het water voelen. Je treft hier ook tal van zeldzame habitats aan.

©

Dit ecosysteem hangt nauw samen met onder meer de zeer goede waterkwaliteit, het hoge zuurstofgehalte en de matige watertemperatuur.

Elskens

vooropgestelde doelen en het aankomende landschapsbeheerplan hier een hefboom voor de natuur vormen.

Op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s > Natuur) ontdek je het laatste nieuws over de Instandhoudingsdoelstellingen in Vlaanderen


Vlaming helpt de bruine vuurvlinder De Vlaamse dagvlinders hebben het hard te verduren. Zo gaat meer dan één derde van de soorten erop achteruit en nog eens 30 % is helemaal verdwenen. Ook verschillende algemene soorten komen vergeleken met vroeger veel minder voor. Eén van deze soorten is de bruine vuurvlinder. Dat is een dagvlinder uit de familie van de blauwtjes en vuurvlinders, die tot de jaren 1950 algemeen verspreid was in de Kempen en in Vlaams-Brabant. Daarna ging het van kwaad naar erger: in de jaren 1990 kwam hij nog amper op twee plaatsen voor. Sinds 1997 heeft de vlinder in Vlaanderen niets meer van zich laten zien. Op de Rode Lijst staat de bruine vuurvlinder dan ook in de categorie uitgestorven.

Met de hulp van privé-eigenaars Op basis van dit plan heeft het ANB een driesporenbeleid uitgestippeld. Zo werden voor de terreinen van het ANB richtlijnen opgemaakt en geïmplementeerd in de bestaande beheerplannen. Een gelijkaardig scenario kwam tot stand voor de erkende natuurreservaten. De mogelijkheden in deze gebieden zijn echter beperkt, gezien hun ligging in de vochtige valleien en in bosgebieden. Omdat het voortplantings-

gebied van de bruine vuurvlinder voor een groot deel bestaat uit hooiland, is er ook een derde spoor uitgewerkt, gericht op de kleinschalige terreinen van privé-eigenaars. Via overeenkomsten zetten deze privé-eigenaars zich in om de kwaliteit van waarden nectarplanten in graslandvegetaties te verbeteren en een gevarieerd landschap te creëren. In 2009 hebben al acht grondeigenaars zich geëngageerd om de bruine vuurvlinder alle kansen te geven op hun terreinen. En met succes: in 2009 werden 81 bruine vuurvlinders waargenomen in de streek, tegenover 9 vlinders het jaar voordien en 59 in 2007. Hopelijk zet de stijgende trend zich in 2010 voort.

13

© Tom Linster

© Tom Linster

In de zomer van 2005 werd onverwacht een aantal exemplaren van de bruine vuurvlin-

der gespot op verschillende locaties in de regio Tremelo-Begijnendijk-Aarschot. Het ANB startte daarom een onderzoek naar de verspreiding van de bruine vuurvlinder. De resultaten werden neergeschreven in een soortbeschermingsplan.


Š Tom Linster

Het kerkzolderproject: de eerste resultaten

Joachim De Maeseneer

Verschillende vleermuissoorten doorstaan barre tijden in Vlaanderen. Door het verdwijnen van hun natuurlijke overwinteringplaatsen, zomerverblijven en jachtgebieden krijgen ze het steeds moeilijker. Via het Life-project Bataction wil het ANB deze dieren dan ook opnieuw meer kansen geven. In de eerste plaats werden de voorbije jaren al tal van winterverblijven vleermuisvriendelijker ingericht. Voor de inrichting van zomerverblijfplaatsen was er echter nog weinig actie ondernomen. Nochtans zijn zes bedreigde vleermuissoorten tijdens de zomer afhankelijk van grote zolders om hun jongen groot te brengen. Kerkzolder wordt paradijs voor vleermuis

Š Tom Linster

Het ANB is daarom een project gestart, waarin een honderdtal kerkzolders op maat van vleermuizen worden ingericht. Het project kon al vroeg rekenen op de nieuwsgierigheid van de nationale media, zodat snel tal van kerkraden bereid waren om mee te helpen. De samenwerking mondde uit in een duidelijke werkwijze: het ANB engageert zich om de inrichting van de kerkzolders tot een goed einde te brengen, terwijl de kerkraad zich in de toekomst zal inzetten om de maatregelen in stand te houden. Bij de inrichting van de zolders staan drie maatregelen centraal: de zolder moet on-

14

toegankelijk worden voor duiven, de plaats moet donkerder worden en er moet ruimte zijn voor verschillende microklimaten. Dat is nodig omdat verschillende soorten vleermuizen verschillende eisen stellen aan hun leefomgeving. Bovendien moeten vleermuizen zowel in warme als koude periodes een geschikte hangplek vinden op de zolder. Ondertussen heeft het ANB al 20 kerkzolders, verspreid over heel Vlaanderen, ingericht voor vleermuizen.

Blijf op de hoogte over het Life-project BatAction via www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > BatAction)


Invasieve exotische planten en dieren zijn soorten die van nature niet in Vlaanderen voorkomen, maar zich hier toch op sommige plaatsen massaal vestigen. Hun explosieve groei kan leiden tot ecologische en economische schade. Ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren is het probleem nog lang niet onder controle. Samen met 23 partners uit Vlaanderen en Nederland heeft het ANB met Europese steun een Interreg-project gestart. Dat project mikt op een grensoverschrijdend, kosteneffectief en ecologisch verantwoord beheersysteem voor exotische soorten. Eén van de aandachtsoorten binnen dit project is de stierkikker. De soort is door de ‘Invasieve species specialist group’ van de International Union for the Conservation for Nature (IUCN) opgenomen in de lijst van de 100 meest invasieve soorten. Zowel in Vlaanderen als Nederland worden momenteel zware inspanningen geleverd om de populaties van inheemse amfibieënsoorten te beschermen en te herstellen. Om deze inspanningen niet te ondermijnen, is bestrijding en beheer van de stierkikker essentieel. Bij de aanpak van de stierkikker staan drie doelstellingen voorop: - communicatie van de problematiek van invasieve soorten/stierkikker naar de verschillende bestuurlijke niveaus en naar de burger; - evaluatie en optimalisatie van gangbare bestrijdings- en beheertechnieken; - ontwikkeling van innovatieve methoden om populaties uit te roeien of te controleren.

Palingbeheerplannen goedgekeurd Eind 2008 diende België het palingbeheerplan in bij de Europese Commissie met als doel de palingpopulatie te herstellen. Het palingbeheerplan voor Vlaanderen focust vooral op het mogelijk maken van vrije migratie voor de paling, het uitzetten van glasaal en het aanpakken van illegale stroperij. In 2009 gingen al enkele maatregelen van start. Eén van de maatregelen is de uitzet van glasaaltjes. Dat zijn jonge palingen, die zoals hun naam al doet vermoeden, een doorzichtig uiterlijk hebben. Na een lange reis van meer dan 6000 kilometer vanuit de Sargassozee, hun geboorteplaats, komen deze visjes toe aan de Europese kust. De Belgische kust is voor hen steeds moeilijker te bereiken. Daarom heeft het ANB glasaaltjes aangekocht en ze uitgezet in geschikte opgroeigebieden in de Vlaamse waterlopen. In totaal heeft het ANB in 2009, 152 kilo glasaal aangekocht, goed voor ruim een half miljoen stuks.

Zoeken naar oplossingen voor migratieknelpunten

15

Een andere belangrijke maatregel is het herstel van de migratie. Om een duurzaam herstel van de palingpopulatie mogelijk te maken, is het van belang dat glasaal en jonge paling de stroomopwaarts gelegen opgroeigebieden in de binnenwateren kunnen bereiken. Momenteel is dit onmogelijk door tal van migratieknelpunten, zoals sluizen en stuwen. De komende jaren wor-

den daarom visdoorgangen aangelegd. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft in 2009 in opdracht van het ANB onderzocht hoe zeesluizen kunnen aangepast worden, zodat ze passeerbaar zijn voor glasaal. Een ander knelpunt zijn pompgemalen die dienen om de lager gelegen polders te ontwateren. Deze poldergebieden zijn belangrijke opgroeigebieden voor paling. Wanneer de volwassen paling richting zee trekt om te gaan paaien, moeten ze de pompgemalen passeren. Dergelijke pompen blijken vaak een dodelijke hindernis voor de paling. Het INBO zal onderzoeken welke pompgemalen de meeste schade aanrichten. Tot slot is het optreden van de Natuur­ inspectie tegen palingstroperij cruciaal. Vooral de gebieden grenzend aan de Schelde en de polders in West-Vlaanderen werden nauwlettend in de gaten gehouden. In dit kader werd fuikvisserij in de BenedenZeeschelde ook verboden. Ook in 2010 en daarna zal het ANB tal van maatregelen nemen om de palingpopulatie te herstellen.

© Alain Dillen

Europees project tegen invasieve exoten van start


© Tom Linster

Het Soortenbesluit: de regelgeving gebundeld Op 1 september 2009 is het nieuwe Soortenbesluit in werking getreden. Het besluit legt in de eerste plaats de krijtlijnen vast waarbinnen een Vlaams soortenbeleid kan worden gevoerd.

Een aanpassing van de bestaande Vlaamse regelgeving voor planten- en diersoorten drong zich al enkele jaren op. Onder meer het versnipperde karakter van de bestaande regelgeving, een gebrekkige eenvormigheid met de Europese normering rond biodiversiteit en het ontbreken van een rechtsgrond om een actieve soortenbescherming mogelijk te maken, waren belangrijke redenen om te streven naar een geïntegreerde Vlaamse regelgeving.

16

© Tom Linster

In totaal worden maar liefst vijf bestaande besluiten opgeheven en omgevormd tot één geheel.


Vlaanderen leefbaar maken, nu en in de toekomst, vormt al tien jaar een rode draad doorheen het beleid van de Vlaamse overheid. Ook de natuur speelt hierin een belangrijke rol. Zo tonen verschillende studies aan dat een groene leefomgeving bijdraagt tot een positieve ingesteldheid, tot de gezondheid … kortom, tot een betere levenskwaliteit. In sterk verstedelijkte gebieden (zoals Vlaanderen) klinkt de vraag naar een meer leefbare, groene omgeving dan ook steeds luider. Dit is niet verwonderlijk: op een beperkte oppervlakte moeten alle (economische, sociale, recreatieve …) functies van een maatschappij ingevuld worden. In het verleden was de directe economische impact van een functie echter vaak heel bepalend. Dat openbaar groen daardoor in de verdrukking kwam, zal niet verbazen. Meer dan een oase van rust

© Tom Linster

Openbaar groen wordt vandaag maatschappelijk hoog gewaardeerd; er bestaat een breed draagvlak voor het realiseren van meer groen in de stad. Mensen die in een niet-groene omgeving leven, voelen zich immers vaak minder goed, zowel lichamelijk als geestelijk. Wie er toe in staat is, zoekt plekken op waar hij wel een groene, leefbare omgeving vindt: ofwel trekt hij naar kwaliteitszones binnen de stad, ofwel naar het buitengebied. Deze trend zorgt ervoor dat de scheiding tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de stad versterkt wordt. Daarnaast wordt ook extra druk gelegd op het buitengebied, door bewoning en recreatie. Dat openbaar groen aan belang wint, komt ook omdat het steeds meer functies vervult: - als katalysator voor de leefbaarheid en de leefkwaliteit in verstedelijkte omgevingen; - als publieke ruimte voor sociaal-recreatieve functies; - als stimulans voor integratie en het opbouwen van een sociaal weefsel; - als middel om een schoner leefmilieu in de stad te bereiken;

17

- als toevluchtsoord voor de biodiversiteit; - als onderdeel van het integraal waterbeheer, met belangrijke kansen om water vast te houden. De positieve gevolgen van openbaar groen voor de burgers zijn legio. Investeren in openbaar groen zorgt ervoor dat burgers een positief beeld hebben van het beleid. Dit kan nog versterkt worden door burgers te laten meewerken aan het openbare groenbeleid.

Stadsgroen krijgt nieuwe invulling De maatschappij legt op het openbaar groen - bewust en onbewust - een steeds grotere druk. Het is belangrijk om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan openbaar groen, zonder dat dit de eigenheid en de duurzaamheid van het gebied hypothekeert. Het ANB wil de uitdaging aangaan om groen, bos en natuur een plaats te geven in een steeds meer verstedelijkt Vlaanderen. Daartoe heeft het een nieuw beleid uitgestippeld. Het beleid ‘Groen in de stad’ focust op volgende thema’s: • De mens centraal Natuur, bos en groen worden ingezet in functie van en voor de mens met oog voor de basisnatuur en de biodiversiteit. Het ANB streeft naar aantrekkelijke en kleurrijke steden waar het aangenaam wonen, werken en ontspannen is, waar de burger zich thuis voelt en de ruimte krijgt om die plek mee uit te denken en uit te werken. • Dubbele winst De groenrealisaties in functie van de mens worden flankerend ingezet als antwoord op actuele en toekomstige maatschappelijke

uitdagingen. De focus ligt op het behalen van doelen op het gebied van ruimte, welzijn, gezondheid en energie. • Via centrumsteden naar een groen stedengewest Vlaanderen Vlaanderen in Actie wil tegen 2020 verschillende ambitieuze doelen op het gebied van leefbaarheid, gerealiseerd hebben. Een groen stedengewest is er één van. ‘Groen in de stad’ moet hiertoe bijdragen. • Ruimtelijk geïntegreerde projecten als knooppunt tussen stad en buitengebied Het concept ‘ruimtelijk geïntegreerde projecten’ (onder de vorm van bijvoorbeeld een stadsbos, stadsrandbos of groenpool) is de sleutel om stad en buitengebied met elkaar te verbinden. Zo’n groenpool of stadsbos is een gevarieerd en geïntegreerd gebied dat zowel voor verbinding als voor buffering zorgt. Lopende projecten worden geactiveerd en nieuwe projecten worden opgestart: hierdoor beschikt elk verstedelijkt gebied over een geïntegreerd natuur-, bos- en/of groenproject tegen 2014. • Innoverende topregio groen stedengewest Werken in de stad is werken in een dynamische en complexe omgeving. Vlaanderen zal zich binnen Europa profileren als levend laboratorium waar het groene en dynamische stedengewest van overmorgen vorm krijgt. Dat Vlaanderen voortdurend evolueert, kan de wereld op een vijfjaarlijkse internationale tentoonstelling komen aanschouwen. In de ban van stedelijk groen? Op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s > Groen) vind je meer informatie

© Tom Linster

Op weg naar een groen stedengewest


© Tom Linster

Recreatie versus ecologie: het toetsingskader toont de juiste weg

Het toetsingskader geeft niet expliciet aan welke beslissing dient te worden genomen in een bepaalde situatie, maar reikt enkele richtlijnen aan om een beslissing te ondersteunen.

Handig werkinstrument Het toetsingskader wil de natuurbeheerder op drie niveaus bijstaan: - als hulpmiddel bij de opmaak van de toegankelijkheidsregeling (beslissingsondersteunend); - als legitimering en ruggensteun wanneer hij het voorstel van toegankelijkheidsregeling wenst te bespreken met de betrokken actoren; - als instrument om de administratie toe te laten eventuele problemen te detecteren tijdens de goedkeuringsprocedure.

18

Door de verschillende functies die dit toetsingskader moet vervullen, is de uitwerking pragmatisch en laagdrempelig opgevat. Het toetsingskader moet een handig werkinstrument vormen, dat zowel op het terrein als op kantoor voor een breed publiek zijn diensten kan bewijzen. De studie geeft in een uiterst bruikbare vorm de beschikbare kennis weer over het samengaan van recreatie en natuur. Hoewel in deze uitgave niet uitgebreid verwezen wordt naar bestaande wetenschappelijke literatuur, ligt een wetenschappelijke onderbouwing aan de grondslag van het instrument. Dit toetsingskader maakt het mogelijk om, door overleg met alle betrokkenen, een doordachte oplossing te vinden die maatwerk biedt voor de problematiek van toegankelijkheid tot de natuur.

Meer dan een zuiver ecologische afweging Sociaal-maatschappelijke en economische afwegingen maken geen deel uit van het toetsingskader. Deze worden tijdens het overleg tussen de betrokken actoren geïntegreerd en kunnen zo de beslissing sturen. De ecologische draagkracht zal dus uiteindelijk niet de enige bepalende factor zijn in het beslissingsproces, ook maatschappelijke trends en evoluties maken er deel van uit. Ook de historische en actuele toestand (recreatiedruk, inrichting …) en de afstemming met beheerplanning zal telkens meespelen in de beoordeling. Klik hier voor meer info

© Tom Linster

Natuurgebieden zijn vaak kwetsbaar. Wie een natuurgebied wil openstellen voor bezoekers, moet dan ook voortdurend recreatieve en ecologische wensen afwegen: een lastige evenwichtsoefening. Om de natuurbeheerder in zijn keuze meer houvast te geven, heeft het ANB in 2009 een opdracht uitgeschreven met als doel een toetsingskader op te maken.


V.u. Dirk Bogaert

(Agentschap voor Natuur

en Bos) - Koning

Albert II-laan 20

bus 8 - 1000 Brussel

| Creatie: www.mag

elaan.be

© Marc De Vos

Week van het Bos zet autochtone bomen en struiken in de kijker

11-18 oktober 2009 Programma:

www.weekvanhetbos.b

of via de Vlaamse

e

Infolijn

Themakrant te verkr

ijgen in uw geme

entehuis of biblio

theek.

De Week van het Bos is een begrip. Sinds de start in de jaren 1980 is deze actie uitgegroeid tot de grootse boshappening in Vlaanderen. Ook in 2009 bracht dit event heel wat volk op de been. Het thema dit jaar was ‘Zaad met Pit’ en had als doel de autochtone bomen en struiken, een deel van ons natuurlijk erfgoed, in de kijker te zetten. Deze planten zijn door eeuwenlange natuurlijke selectie als geen ander aangepast aan de lokale Vlaamse situatie. Toch komen ze steeds meer in de verdrukking door het verdwijnen van hun habitat en het aanplanten van exoten of uitheemse planten. Volgens onderzoek is vandaag nog amper 5 % van de bomen en struiken in Vlaanderen autochtoon.

Studiedag krijgt weerklank

19

Om de inheemse Vlaamse bomen en struiken in de schijnwerpers te plaatsen, heeft het ANB op 5 oktober een studiedag georganiseerd. Wetenschappers, beleidsmedewerkers en praktijkdeskundigen gaven vanuit hun vakgebied een toelichting over de uitgevoerde inventarisaties, het behoud en de opkweekacties (met onder andere het ‘Plant van Hier-project’ van de Limburgse Regionale Landschappen). De leerrijke na­ middag werd afgerond met een discussieronde.

De studiedag zette haar blik ook scherp op een nieuwe databank met inventarisatiegegevens en kaartmateriaal. Deze databank bevat de opnamegegevens van een gebiedsdekkende inventarisatie die al sinds eind jaren 1990 in Vlaanderen liep en recent werd afgerond. Deze databank geeft een snellere toegang tot gegevens over autochtone bomen en struiken. Om de gegevens voor iedereen toegankelijk te maken, is de GIS-laag ook via Google Earth beschikbaar.

Meer info en een deel van de rapporten kan je hier terugvinden. Meer info over de presentaties en een verslag van de studiedag: www.weekvanhetbos.be > terugblik > 2009


© Danni Elskens

ANB is present op Dag(en) van de Duurzame Ontwikkeling Duurzame ontwikkeling krijgt de laatste jaren meer en meer aandacht in de samenleving, ook op beleidsniveau. Een belangrijk initiatief is de ‘Dag(en) van de Duurzame Ontwikkeling’, dat dit jaar doorging van maandag 5 tot en met vrijdag 9 oktober 2009. Dit event wil ambtenaren laten proeven van duurzame ontwikkeling; het thema in 2009 was ‘Duurzaamheid? Ik doe mee!’.

Het ANB kon natuurlijk niet ontbreken. Het nam samen met de Fair Timber deel met een stand op de drukbezochte infomarkt in het Boudewijngebouw in Brussel. Fair Timber is de Belgische vertegenwoordiging van het FSC-label (Forest Stewardship Council). Het event was een uitgelezen kans om de link tussen het duurzaam uitgevoerde bosbeheer in de Vlaamse bossen en het beschikbare gelabelde hout toe te lichten voor de Vlaamse ambtenaren. Velen kennen immers het FSC-label, dat garant staat voor verantwoord bosbeheer, maar brengen dit vooral in verband met tropische bossen en hout. De informatie op de stand rond het Vlaamse groepscertificeringsproject zette deze misvatting recht.

20

Verder kwamen er vooral praktische vragen naar boven, zoals met welke houtsoorten je duurzaam kan renoveren, waar je ze vindt en welke garantie je ontvangt als consument. Informatie over de Chain of Custod-certificering bracht verheldering. Zo’n certificering garandeert dat alle bedrijven in de handelsketen, van de zagerij tot de fabrikant van eindproducten, de stroom FSC-gecertificeerde houtproducten apart houden van de overige producten. Meer info vind je hier http://www.natuurenbos.be/Home/Thema/Bos/Bosbeleid/Certificering.aspx Op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s) kom je meer te weten over de FSCcertificering

© Danni Elskens

FSC-label


21

Š Danni Elskens

Beheer


Aankopen voor meer natuur

22 22

Het ANB is met bijna 40 000 hectare bossen, natuurreservaten en parken in eigendom en meer dan 70 000 hectare in beheer, de grootste groenbezitter en -beheerder van Vlaanderen. Maar dit is allerminst een eindpunt. Elk jaar weer zet het ANB heel wat middelen in om zijn areaal te vergroten. Daarbij is ‘de grootste zijn’ niet de drijfveer; het is gewoonweg de invulling van de missie om door het streven naar ‘meer’, de natuur, het bos en het groen in Vlaanderen te versterken. Voor het ANB is het aankopen van terreinen dan ook één van de belangrijkste pijlers om meer natuur in Vlaanderen te realiseren. De beleidsverklaring van de minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur heeft de ambities van het ANB op dat vlak alleen maar bevestigd.

© Danni Elskens

20,5 miljoen euro Het budget voor aankoop is al jaren een belangrijke post op de begroting van het ANB. Dat was in 2009 niet anders. Op 31 december werd ongeveer 20,5 miljoen euro goedgekeurd om nieuwe terreinen mee aan te kopen. 1 miljoen euro daarvan is afkomstig uit het boscompensatiefonds. Dat is goed voor een potentiële uitbreiding van het areaal met zowat 790 hectare. In realiteit is de oppervlakte zelfs nog hoger, omdat een deel van het vastgelegde budget is toegewezen aan grondenbanken.


© Danni Elskens

772 hectare Een bepaalde som geld opzijleggen om gebieden mee aan te kopen is één zaak, het terrein verwerven een ander. Geld op tafel leggen is enkel het startschot om met alle betrokkenen samen te zitten en te onderhandelen over de aankoop. Dit leidt meestal tot een succesvolle afronding van een dossier, maar dat is niet altijd een sinecure. Voorlopig is de teller voor de effectief gerealiseerde aankopen in 2009 afgeklokt op 772 hectare. De komende maanden verwacht het ANB nog aktes van aankopen die in 2009 zijn gerealiseerd. De gerealiseerde aankopen vertegenwoordigen een budget van net iets meer dan 12 miljoen euro.

Van De Panne tot het Meerdaalwoud Net zoals ieder jaar zijn er ook in 2009 enkele grotere aankopen gerealiseerd. In het duinengebied is meer dan 10 hectare aangekocht in het Oostvoorduinengebied (Koksijde) en bijna 7 hectare in het Garzebekeveld (De Panne). In Vlaams-Brabant heeft het ANB een aantal militaire domeinen aangekocht: iets meer dan 11 hectare in Houtembos en bijna 100 hectare aanvullend aan het Meerdaalwoud. In het gebied van de Lage Moere werd het areaal uitgebreid met 26 hectare. In het West-Vlaamse Heuvelland werd ook de symbolisch belangrijke Cosmos-site aangekocht. De aankoop van grotere gebieden is belangrijk om voelbaar vooruitgang te boeken. Maar minstens even belangrijk is de aankoop van kleinere percelen om zo te streven naar steeds grotere, aaneengesloten gebieden. Die zijn veel efficiënter te beheren en komen ook de natuur ten goede.

Recht van voorkoop geoptimaliseerd

© Danni Elskens

Het recht van voorkoop is een wettelijk (of contractueel) recht dat het ANB de mogelijkheid geeft om gronden die worden verkocht, aan te kopen boven de andere kandidaat-kopers. Het is dan ook een heel belangrijk instrument voor het realiseren van de ANB-doelen. Er wordt heel bedacht-

23

zaam gebruik van gemaakt. Om het inzetten van het instrument verder te verfijnen is in 2009 een overeenkomst onderhandeld met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Tevens werden de lopende dossiers uit het verleden aangezuiverd.

Een blik op de toekomst 2009 was een belangrijk jaar voor de natuur omdat met het aantreden van de nieuwe Vlaamse Regering de lijnen voor de volgende jaren worden uitgezet. Zowel de Regeerverklaring als de Beleidsnota van de minister voor Leefmilieu zijn duidelijk: de lijn van de aankopen wordt doorgetrokken. Meer nog, het is de ambitie om in budgettair moeilijker tijden het huidige aankoopritme aan te houden en zelfs te versterken. Drie aankoopprioriteiten worden naar voor geschoven: - het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen; - het realiseren van stadsbossen; - het verder realiseren van aangesloten gebieden in functie van een optimale functievervulling en een efficiënt beheer.


© Shutterstock

Twintig hectare extra bos voor Ter Rijst

Een waardevol bos Het aangekochte bos is een gemengd loofhoutbos met eiken, beuken, elzen, essen, esdoorns en zoete kers. Er komen ook bijzonder veel kruiden voor zoals de wilde hyacint, de gevlekte aronskelk en de wilde narcissen. Wie rustig observeert, kan ook heel wat vogelsoorten en reeën zien. Het is de bedoeling om het bos open te stellen voor wandelaars, zoals dat ook al met een groot deel van het bestaande domein het geval is.

24

© Danni Elskens

Het domein Ter Rijst in Heikruis behoort tot het prachtigste natuurschoon dat het Pajottenland te bieden heeft. Een park, een kasteel, een bosreservaat en een golvend landschap met machtige bomen en talrijke vogels maken het domein tot een pareltje. Samen goed voor 49,5 hectare en 28 hectare bosreservaat. Hier werd in 2009 nog eens 20 hectare bos aan toegevoegd. Zo heeft het ANB de delen aangekocht die aansluiten bij het park in de richting van Edingen.


© Shutterstock

Meer bos voor Meerdaal Het aankoopbeleid in de beheer­ regio Meerdaal stelde in 2009 scherp op drie gebieden: de vallei van Dijle en bijrivieren, het Meer­ daalwoud en het Houtem­bos.

De vallei van Dijle en bijrivieren Met de aankoop van het Rodebos in 1984 werd de aanzet gegeven voor de uitbouw van een gebied waarin beboste plateaugronden aansluiten bij gevarieerde natte hooilanden in de valleien van de Laan, de IJsse en de Dijle. Vertrekkende vanaf het Egenhovenbos (vlak bij Leuven) werd in die 25 jaar een gebied van meer dan 360 hectare eigendom verworven. Meer en meer begint het samen met de domeinbossen en het Natuurreservaat ‘Doode Bemde’ (Natuurpunt, VHM) een aaneengesloten gebied te vormen. In 2009 werd aan de uiterste zuidrand van dit gebied een bos met een bijzondere geschiedenis verworven. Het gaat over ruim 20 hectare vallei- en hellingbossen gelegen tussen de Laan en het gekende sanatorium Lemaire. De volgende jaren zal er werk worden gemaakt van de omvorming van valleibossen met populier tot een essenbronbos. Hier staat er ook een bijzonder gebouw: het mortuarium van het voormalige sanatorium. In overleg met lokale verenigingen zoekt het ANB naar mogelijkheden om dit mortuarium te restaureren en een (liefst hartverwarmende) functie te geven voor de bosbezoekers. Ook in Margijsbos (Loonbeek - Huldenberg) werd een aaneengesloten bos van 9 hectare aangekocht.

© Danni Elskens

Meerdaalwoud In het Meerdaalwoud ligt de nadruk eerder op bosversterking en bosverbinding dan op bosuitbreiding. In 2009 werd met de aankoop van 98 hectare militair domein een belangrijke barrière tussen het Heverleebos en het Meerdaalwoud weggenomen. 60 jaar lang zorgde het munitiedepot van Meerdaal voor een scherpe ecologische en recreatieve scheiding. Na meer dan 10 jaar onderhandelen met Defensie, staan de boswachters scherp om de rijke potenties van dit gebied te ontwikkelen. In een eerste fase zal het gaan over grootschalige opruimwerken: vele kilometers betonplaten en rasters, tientallen munitiebunkers en duizenden kubieke meters schutsdammen. Nadien komt de tijd om het gebied passend in te richten. De aandacht zal vooral gaan naar restauratie van meer dan 20 hectare heide en heischraal grasland.

Houtembos De derde groeipool is het Houtembos in Vilvoorde. Hier werd in 2009 meer dan 7 hectare bos- en 5 hectare te bebossen grond verworven. Het betreft vooral delen van het militair domein van Peutie. Op minder dan 10 jaar tijd werd van nul ha een aaneensluitend domeinbos van meer dan 60 hectare verworven. Ongeveer de helft ervan is nieuw bos. De kern van dit bosgebied wordt gevormd door het ‘Witte Kinderwandelbos’.

25


ADAGIO : het ANB als goede gastheer

Op kruissnelheid

Er zijn de voorbije jaren al heel wat succesvolle en losstaande initiatieven gelanceerd, zoals het organiseren van leerrijke wandelingen, het aanleggen van kijkhutten en avontuurlijke vlonderpaden … Om deze initiatieven beter te ondersteunen heeft het ANB in 2009 het project ADAGIO gelanceerd. Met dit project wil het ANB, als een goede gastheer, bezoekers beter onthalen in zijn domeinen: zowel op het vlak van infrastructuur, informatieverstrekking als de dynamische werking rond de domeinen. Om het project te versterken, zal het ANB duurzame partnerschappen sluiten.

Tijdens de zomer van 2009 is het ANB begonnen met het inventariseren van zijn domeinen. De onthaalinfrastructuur en de aanpak per regio werden in kaart gebracht. Op basis hiervan worden de domeinen met gelijkaardige kenmerken gegroepeerd; per groep wordt het aanbod aan onthaalinfrastructuur vastgelegd. In ADAGIO staat niet alleen het verbeteren van het onthaalbeleid centraal, het ANB gaat ook initiatieven nemen om meer Vlamingen op een innovatieve en inspirerende manier te laten kennismaken met zijn domeinen.

Op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s >Toegankelijkheid) vind je meer informatie

© Tom Linster

26

Van losse initiatieven naar ADAGIO

© Tom Linster

De natuur zoveel mogelijk openstellen voor het publiek, zonder dat de natuur daar zelf schade van ondervindt: het is één van de paradepaardjes van het ANB. Het ANB geeft alvast zelf het goede voorbeeld, door haar eigen domeinen zoveel mogelijk open te stellen. Maar het ANB wil meer doen en stelt alles in het werk om bezoekers optimaal van de Vlaamse natuur te laten genieten.


© Tom Linster

Veiligheid voor alles Veilige werkomstandigheden creëren voor al zijn werknemers: het is één van de speerpunten van het ANB. Het globaal preventieplan 2010-2014 en het jaaractieplan 2010 spelen hierin een belangrijke rol. Deze twee documenten leggen de belangrijkste initiatieven rond veiligheid vast voor de komende vijf jaar. Het ANB is het eerste agentschap dat deze documenten heeft opgemaakt. Enkele projecten die hierin centraal staan, zijn al gestart.

Veiligheidsrichtlijnen, loodsbezoeken, screening Er traden het voorbije jaar ook verscheidene richtlijnen en procedures in werking over onder meer de preventie en aangifte van de ziekte van Lyme, de terugbetaling van de EpiPen (een noodpen om adrenaline toe te dienen) en het voorkomingsbeleid. Om de achterstand weg te werken voor het gebruik van machines, startte het ANB een inhaalbeweging. Naar jaarlijkse gewoonte stonden er ook

27

officiële welzijnsrondgangen op de agenda: negen in totaal, aangevuld met vijf loodsbezoeken. Ook het Ferrarisgebouw in Brussel, de hoofdzetel van het ANB, werd op het vlak van veiligheid gescreend. In het project ‘Procesmanagement‘ zijn de processen ’beheren van indienststellingsverslagen’ en ’beheren van instructiekaarten’ onder de loep genomen. Dat leverde een heel aantal verbetervoorstellen op. Tot slot zijn er heel wat vragen van de provinciale diensten en de overlegorganen rond veiligheid, omgezet in acties. Zo zijn er veiligheidsmappen voor in de loodsen aangeleverd en is er een informatiecampagne gestart over gevaarlijk, ongezond en hinderlijk werk. Foto: Tom Impens

Zo zag in de loop van 2009 een aantal instructiekaarten het levenslicht over werken met grazers, contact met asbest, wespen- en bijensteken en knotten van bomen. Instructiekaarten over elektrisch vissen en de functie van natuurinspecteur zitten in de pijplijn.


ntarisatie te doen. uit te voeren.

BOS

in Vlaanderen

Het ANB inventariseert het

bos

meest voorkomende mereik (20 %) en beuk oorten zijn grove den

erg jong:

Het ANB zet stevig in op monitoring Worden de bossen diverser? Komt er meer inheems loofhout voor dan voorheen? En hoeveel dood hout ligt er eigenlijk in de Vlaamse bossen? Het zijn vragen waar het ANB op dit moment geen duidelijk antwoord op kan geven. Nochtans is dergelijke informatie cruciaal om het natuur- en bosbeleid in Vlaanderen te ondersteunen. Vandaar dat het ANB in 2009 met een nieuwe bosinventarisatie is gestart.

beheer van de ANB-domeinen een plan opmaken. Het ANB is samen met het INBO verantwoordelijk voor de uitvoering van het project, dat drie jaar zal lopen. Het opmaken van de monitoringsplannen gebeurt op basis van de handleiding ‘Leidraad voor het ontwerp en de evaluatie van meetnetten voor het milieu- en natuurbeleid’. Hierbij worden volgende fasen doorlopen: - informatiebehoeften duidelijk in kaart brengen; - steekproefontwerp en de gegevensinzameling uitwerken; - gegevensverwerking plannen;

De komende tien jaar worden de Vlaamse openbare- en privébossen bemonsterd volgens een meetnet van 1 kilometer x 0,5 kilometer. Jaarlijks zoekt het ANB een tiende van alle meetpunten op. Voor 2009 waren dit 411 punten. Omdat het ANB zowel in bossen in eigen beheer als in openbaar bos en privébos wil meten, werden de eigenaars van de bosjes waar het ANB metingen wilde uitvoeren, gecontacteerd. Zo ontvingen in 2009 436 personen een brief waarin om hun medewerking werd gevraagd. Slechts een tiental personen weigerde mee te werken.

© Danni Elskens

In april startte het ANB met het opzoeken van de punten op het terrein. In juni 2009 werden de eerste vegetatiemetingen uitgevoerd. Tussen oktober 2009 en maart 2010 heeft het ANB een aantal bosbouwparameters (boomsoort, omtrek, hoogte, houtkwaliteit...) opgemeten van alle levende en dode bomen binnen de steekproefcirkel.

28

Om zeker te zijn dat de metingen gedurende tien jaar voortdurend van hoog niveau zijn, heeft het ANB een controlemeetnet (schaduwmeetnet) in het leven geroepen. Jaarlijks meten de verschillende terreinploegen een aantal punten opnieuw. Wanneer de verschillen tussen de eerste en de tweede meting (te) groot zijn, betekent dit dat er een probleem is met de kwaliteit van de gegevens. Het schaduwmeetnet laat toe om tijdig in te grijpen, zodat de bosinventarisatie correcte cijfers oplevert.

Monitoringsplannen In september 2009 ging met ‘Monitoring Natura 2000 en monitoring beheer’ een tweede belangrijk project rond monitoring van start. Het project wil een plan opmaken voor de monitoring van de IHD en van het

- rapportering en communicatie plannen; - implementeren en kwaliteitszorg organiseren. Hierbij moet steeds de financiële haalbaarheid voor ogen worden gehouden. Indien de kosten te hoog oplopen, is het nodig de meetvragen en de methodologie aan te passen. Eens de meetvragen eenduidig geformuleerd zijn, moet het zonneklaar zijn welke gegevens ingezameld worden en welke (bestaande) meetnetten hiervoor ingezet worden. Dan kan ook beslist worden wie welke gegevens inzamelt (ANB/INBO/derden).

Je komt meer te weten over de bosinventarisatie op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s > Bos)


Š Shutterstock

Het ANB in de provincies

29


Š Marc De Vos

Antwerpen

30


Vliegveld verandert in duinen- en vennenlandschap Droge heiden, venrelicten, bossen en … een landingsbaan

ferrobedrijf dat tot 2006 eigenaar was van het domein.

Sinds 2006 is het ANB eigenaar van het 170 hectare grote domein Eksterheide in Beerse. Je vindt hier tal van Kempense biotopen, zoals naaldhoutaanplantingen op voormalige heide- en duingronden, elzenhakhout, eiken-berkenbos, stukjes natte en droge heide, venrelicten en heischrale graslanden.

De aanleg van het vliegveld deed het oorspronkelijke relïef compleet teniet: een nu volledig met naaldhout beboste landduinengordel werd doorsneden en afgegraven. Een natte depressie - het historische Ekstergoor - werd ontwaterd en (licht) opgehoogd, met alle gevolgen van dien voor de natuur.

Vliegveld ruimt baan voor natuurherstel In augustus 2009 startte het ANB met de afbraak van de landingsbaan en het herstel van het oorspronkelijke landschap. De tien

Hierna heeft het ANB het historische Ekstergoor in ere hersteld door de opgevoerde grond tot aan het oorspronkelijke niveau af te graven. Het resultaat is een reliëfrijke depressie, met hogere en lagere delen. Over een lengte van 500 meter en over de ganse breedte van het vroegere vliegveld heeft het ANB ook een nieuwe duinengordel aangelegd. De basis van deze duinen bestaat uit de afgegraven teeltlaag en het uitgezeefde funderingszand van de landingsbaan, met daarboven een laag mager zand (zavel).

© Luc Van Assche

Centraal in het gebied strekte er zich tot voor kort ook een heus vliegveld uit met een landingsbaan van 800 meter lang. Het vliegveld werd sinds de jaren 1960 tot in de jaren 1980 gebruikt door de voormalige directeur van Metallo Chimique, het aanpalende non-

centimeter dikke asfaltlaag werd verwijderd en ongeveer 5000 m³ mager zand en maasgrind, dat dienst deed als funderingsmateriaal, werd deels afgevoerd en deels verwerkt in vernieuwde boswegen.

31


© Danni

Oase voor libellen en amfibieën

32

e ssch an A uc V

Tijdens de laatste maanden van 2009 heeft het ANB in het gebied zitbanken, picknickplaatsen, een knuppelpad, en drie kijkhutten geplaatst. Hierdoor kunnen bezoekers op een comfortabele manier de fonkelnieuwe Eksterheide komen bewonderen.

Deze werken zijn geen eindpunt, maar wel de start van grootsere plannen. In 2010 begint het ANB met de opmaak van het beheerplan voor de Eksterheide. In de huidige beheervisie is voorzien dat het vroegere vliegveld deel zal uitmaken van een groter open gebied, dat ook grotendeels de huidige beboste landduinen en de venen heiderelicten zal omvatten. Bovendien zullen ook twee zijlobben van het vroegere Ekstergoor, die voorlopig nog grotendeels onder bos liggen, hersteld worden.

Wil je weten wat er zoal te beleven valt op Eksterheide? Ga dan naar www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen)

©L

Naast het vliegveld lag er ook een tien meter brede drainagegracht, die zich over de ganse lengte van het vliegveld uitstrekte. Deze gracht werd volledig gedempt over een afstand van zo’n 750 meter. De rest van de gracht werd geherprofileerd: sommige stukken werden gedempt, de overblijvende grachtdelen natuurtechnisch bijgewerkt. Zo ontstonden vrij natuurlijk ogende ‘vennetjes’, in de onmiddellijke nabijheid van de nieuwe landduinen. Deze plasjes werden afgevist, zodat amfibieën (zoals heikikker en poelkikker) en libellen hier voortaan vrij hun gang kunnen gaan. Naast deze grootschalige inrichtingswerken werden ook nog drie nieuwe amfibieënpoelen aangelegd, en twee bestaande poelen vergroot en natuurtechnisch bijgewerkt. Een groot deel van de Eksterheide - een onderdeel van de historische, ruim 900 hectare grote Abtsheide - is aangeduid als Habitatrichtlijngebied, met de kamsalamander als prioritaire soort. Deze soort komt nu niet meer in het gebied voor, maar houdt zich wel nog in de omgeving schuil. Door nieuwe voortplantingsplaatsen aan te leggen, probeert het ANB de kamsalamander opnieuw richting de Eksterheide te lokken.

Werken Eksterheide lopen in 2010 door

Elskens


Natuurherstel op de Abtsheide

Het noordelijke deel van de Abtsheide is op het einde van de negentiende eeuw op kleinschalige wijze uitgegraven om klei te winnen voor de lokale steenbakkerijen. Dat zorgt voor een unieke natuur. Hier vind je nog enkele kleinere kleiputjes met zeldzame flora als naaldwaterbies en loos blaasjeskruid. Daarnaast tref je er vooral gemengd loofbos en enkele naaldhoutaanplantingen aan. Het zuidelijke deel van het domein heeft zijn oorspronkelijke reliëf wél kunnen behouden en bestaat uit vergraste heide met enkele vennetjes, die omringd zijn door gemengd bos en wilgenstruweel. Alhoewel dit gebied hoger ligt dan de rest van de Abtsheide, is het toch opmerkelijk natter. Dat is het gevolg van een (niet doorgraven) schijngrondwatertafel die op de ondiepe kleilagen rust. Dit deel van de Abtsheide is dan ook erg in trek bij libellen. Er zijn hier al meer dan dertig soorten waargenomen, waaronder de zeldzame vengla-

33

zenmaker, noordse witsnuitlibel en bruine winterjuffer. Om de natte heide in ere te herstellen, heeft het ANB in de zomer van 2009 bijna de volledige oppervlakte vergraste heide afgeplagd: goed voor 6,5 hectare. Locaties waar nog vrij veel doelsoorten (zoals dophei en veenpluis) aanwezig waren, werden uitgespaard. Hetzelfde geldt voor enkele ‘eilanden’ met pijpenstrootje, die voor onder meer de levendbarende hagedis en heidesabelsprinkhaan geliefkoosde plekjes zijn.

Een groene buffer Het ANB heeft een boomrijke middendijk, die dwars door de natte hei liep, ontbost, gefreesd en vervolgens afgeplagd: dat moet leiden tot een wat droger heidetype waar vooral struikheide goed gedijt. Enkele boomgroepjes en mooie individuele bomen werden gespaard, om landschappelijke én

ecologische redenen: voor de broedende boompieper bijvoorbeeld zijn bomen zijn favoriete zangpost. Met het afgeplagde materiaal wordt er later een wal aangelegd, die als buffer dienst zal doen tussen het industrie- en natuurgebied. Na afloop van de plagwerken werd de afgeplagde zone bekalkt. De jarenlange emissies van de nabijgelegen industriële bedrijven hebben immers een sterk vermestend en verzurend effect gehad op de heidevegetaties, en hebben de snelle en sterke vergrassing mee in de hand gewerkt. In de nabije toekomst zal het ANB ook een 1,5 hectare groot deel van het aanpalende grove dennenbos vellen en afplaggen, zodat de heideoppervlakte nog gevoelig toeneemt. Het is nu te hopen dat ook vroegere broedvogels zoals wulp, boomleeuwerik en nachtzwaluw hun weg naar de Abtsheide terugvinden. © Luc Van Assche

Van kleiputten tot libellenparadijs

© Shutterstock

Abtsheide, een voormalig industriegebied en eigendom van het recyclagebedrijf Campine, bestaat voornamelijk uit bos en (vergraste) heide. Het ANB kreeg in 2005 het beheer in handen, nadat enkele kleinere stukken natuurgebied langs het kanaal Schoten-Dessel een bestemming als industrieterrein kregen. Ter compensatie werd dit gebied groen ingekleurd. Het nieuwe natuurgebied kreeg de passende naam Abtsheide, aangezien het een restant is van het ooit 900 hectare grote gelijknamige gebied dat zich over de gemeenten Beerse, Rijkevorsel en Merksplas uitstrekte. Het door het ANB beheerde stuk maakt helemaal deel uit van het Habitatrichtlijngebied ‘Kempense kleiputten’.


Speelzone in Elsenbos geopend Op 4 oktober 2009 werd de speelzone in het Elsenbos plechtig geopend met de onthulling van een vier meter hoge totempaal. In deze speelzone kunnen kinderen naar hartenlust ravotten tussen eikenbomen en in weilandjes. De opening werd voorafgegaan door een geleide wandeling, waarna meer dan 150 kinderen van lokale jeugdverenigingen het terrein inspeelden. Nadien volgde een afsluitende receptie. Het Elsenbos neemt nu ongeveer 60 hectare in, waarvan 48 in eigendom van het ANB en 12 hectare van de gemeente Stabroek.

©

Da

nn

iE

lsk

en

s

Cel beleid doorgelicht: hoe integreert het ANB haar missie in maatschappelijke evoluties Het ANB trekt ten strijde op verschillende fronten: zo neemt het zijn verantwoordelijkheid om een duurzame instandhouding van de meest kwetsbare en waardevolle gebieden te realiseren, door deze gebieden te beheren. Maar deze doelstelling kan het ANB als organisatie nooit helemaal alleen verwezenlijken. Via het team Gebiedsgericht Beleid werkt het ANB op grotere schaal om via processen zoals natuurinrichting, instandhoudingsdoelstellingen, het afbakenen van het buitengebied en ontsnippering een robuust kader te scheppen voor een duurzame instandhouding. Het team Fauna en Flora werkt horizontaal vanuit de invalshoek van de soorten. Via de werking van het team Beleidsuitvoering werkt het ANB op een kleinschaliger manier: door te adviseren en waar gewenst bij te sturen levert het uiteindelijk ook een belangrijke bijdrage aan het behoud van kleine landschapselementen, waardevolle bossen en groen in de maatschappij. En zelfs al zijn de meeste adviezen gunstig, door gewoon al de impact van de aanvragen te toetsen, voorkomt het ANB in veel gevallen verdere achteruitgang van de natuur.

s

an

m

le ae

34

©

D

In de provincie Antwerpen bestaat het team Beleidsuitvoering uit zowel specialisten als uit drie teams die een breder gamma aan dossiers behandelen, elk voor hun regio. Dit biedt het voordeel dat er gemakkelijker verbanden worden gelegd tussen bouwvergunningen, milieuvergunningen en andere aanvragen.

Door de eigenheid van de provincie, het hoge aantal inwoners en een sterke bedrijvigheid, gecombineerd met de belangrijke natuur- en boswaarden in de provincie, is een efficiënte werking absoluut noodzakelijk. Meer dan één derde van de kapmachtigingen en de bouwvergunningsaanvragen voor Vlaanderen werden in 2009 ingediend in de provincie Antwerpen. Voor de ontheffingen op het verbod tot ontbossing werden vorig jaar meer aanvragen ingediend, door uitbreiding van de vergunningsplicht voor verkavelingen in zones voor verblijfsrecreatie. De ligging van de zetel in de stad, helemaal op de grens van de provincie, maakt dat de inbreng van terreinkennis van de beleidsadviseurs en de boswachters met een deeltijdse beleidstaak van cruciaal belang is om de werking vlot te laten verlopen.


© Tom Linster

Natuurinrichtingsproject Turnhouts Vennengebied-West gaat laatste fase in

De laatste 10 jaar stellen het ANB, de VLM en Natuurpunt alles in het werk om de bedreigde biotopen in het Turnhouts Vennengebied te herstellen en optimaal te beheren. Dat kadert binnen het overkoepelende Lifeproject ‘Grootschalig Habitatherstel in het Turnhouts Vennengebied’, dat Natuurpunt coördineert. Het gebied werd in verschillende deelprojecten aangepakt, en met gerichte studies onderbouwd.

35


© Tom Linster © Tom Linster

Grootste ven hersteld In 2009 was het derde deelproject aan de beurt. In dit deelproject stond het herstel van het grootste nog bestaande ven in Turnhout, de Grote Klotteraard, centraal. Ook het hoogstgelegen ven in Turnhout, Peerdsven, werd aangepakt. In dit deelproject stond allereerst een grondige studie- en inventarisatiewerk voorop. Hierin werd onder meer het gebied hydrologisch doorgelicht en kiezelwieren onder de loep genomen. Ook de milieudruk op de vennen heeft het ANB via cijfers aangetoond. Daaruit blijkt dat venherstel een ruimtelijke aanpak vraagt. In overleg met landbouwers, Natuurpunt en de VLM werden dan ook oplossingen op maat gevonden - door gebruiksruil, of lokaal, vervroegde ontpachting met vergoe­ding. Zonder een hydrologisch voldoende gebufferde situatie bestaat er immers geen duurzame toekomst voor kwetsbare, vanouds voedselarme habitats als vennen.

36

Propere lei

Natuur herleeft

Op basis van de verschillende studies is het ANB begonnen om gericht te plaggen, te graven en te ontslibben. Omdat er in de Grote Klotteraard nog historisch veen aan­wezig is, dat koste wat het kost moest behouden worden, heeft het ANB het ven op een unieke manier (via verplaatsbare sporen van rijplaten en overdwars gelegde dragline schotten, rupskranen met lange giek, kleine rupskranen en dumpers) ontslibd. De natuur kan hier zo met een propere lei herbeginnen. En met succes: na amper enkele maanden nam de soortenrijkdom al opnieuw toe. De zeldzame witbloemige waterranonkel bijvoorbeeld, groeit hier na meer dan 25 jaar opnieuw. Ook de plag- en graafwerken rondom zijn van groot belang: heide, veenslenken en - vooral - heischraal grasland kunnen zo weer tot volle ontwikkeling komen. Aan heikikker, blauwe kiekendief en dodaars om het nieuwe landschap op zijn waarde te schatten …

Voor het natuurbehoud zijn deze maatregelen van levensbelang. Het Turnhouts Vennengebied is immers de laatste Vlaamse groeiplaats van waterlobelia en drijvende waterweegbree. Ook de natte overgangen van de vennen naar de heide zijn echt bijzonder: ze vormen een ideale voedingsbodem voor unieke vegetaties met zonnedauw, witte en bruine snavelbies en klokjesgentiaan. En de oorverdovende rust en eindeloze openheid van dit gebied trekken talloze weidevogels aan. Voor grutto’s bijvoorbeeld staat het Turnhouts Vennengebied in de top drie van Vlaamse broedplaatsen, maar ook wulpen voelen zich hier uitstekend thuis.

Meer plaats voor Peerdsven Ook Peerdsven, eigendom van het ANB, werd in 2009 hersteld. Dit ven, dat vooral door regenwater wordt gevoed, groeide langzaam dicht met pitrus en knolrus, en het bos nam steeds meer plaats in. Afgelopen jaar werd het ven ontslibd en via kappingen en plagwerken geïntegreerd in een drie hectare grote open plek en verrijkt met een mantel- en zoomvegetatie.

En ook de landbouw heeft er indirect baat bij: de afvoer van afgegraven (voor landbouw nog steeds waardevolle) gronden en plagsel in samenspraak met landbouwers, werd verwerkt binnen de landbouwpercelen. Op die manier werd een win-winsituatie gerealiseerd, onder meer met de aanpalende ruilverkaveling Merksplas. Tegelijk is ook de kijktoren langs het Bels Lijntje afgewerkt en ingefeest. De uitkijktoren laat de bezoeker vanop een strategische plaats kennismaken met het landschap rond de Grote en Kleine Klotteraard en omgeving. De horizon zal de komende maanden en jaren nog verder worden opengemaakt, in het kader van het natuurinrichtings- en Life-project. Vooral het herstel van het Haverven – ooit het meest biodiverse ven van Turnhout – krijgt hier voorrang. Gepast beheer in het kader van het beheerplan, ingevuld door Natuurpunt, zal de cirkel rond maken.


© Bart Roelandt © Karel Molenberghs

Houtverkoop is succes Heideherstel in de Kalmthoutse Heide Heide herstellen en open gebieden aan weerszijden van de BelgischNederlandse grens met elkaar verbinden: daar draait het om in het Life-project Heideherstel op Landduinen (HELA), dat een gebied van 180 hectare omvat. De oorspronkelijke landschappen in deze streek zijn door intensieve bebossing, droogte en een gebrek aan een aangepast natuurbeheer jarenlang verwaarloosd. Het ANB en de Nederlandse Vereniging Natuurmonumenten herstellen aan beide zijden van de grens het areaal droge en natte heide, het open zand en de vennen. Dat gebeurt via de aankoop van 52 hectare bos en gerichte kappingen van bomen. Een eengemaakt heidegebied is goed nieuws voor verschillende bedreigde soorten zoals nachtzwaluw en drijvende waterweegbree.

37

Ook in 2009 is er heel wat werk verricht: eind augustus werd gestart met het plaggen van ongeveer acht hectare in de omgeving van Paalberg. Hierdoor krijgen typische heidesoorten opnieuw volop kansen. Op vochtige plaatsen kunnen bijzonder waardevolle vegetaties ontstaan met onder andere kleine zonnedauw, bruine en witte snavelbies, dophei, ... Op de drogere plaatsen is het de beurt aan struikhei om te schitteren. Het wandelpad ‘Schaap’, dat tijdelijk werd om-

gelegd buiten de werkzone, is opnieuw toegankelijk. Aanvullend zijn nog sterke dunningen voorzien in de bosrand ten zuiden van het projectgebied. Hierdoor kan een meer geleidelijke overgang ontstaan tussen bos en open heide. Deze werken zijn voorzien voor 2010. Op www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen) blijf je op de hoogte van het Life-project HELA

In de domeinbossen, de Vlaamse reservaten en de bossen van de openbare besturen werd het afgelopen jaar in totaal 50 437 m³ hout verkocht in loten voor de houthandel. Dit is minder dan de voorbije twee jaar, maar duidelijk meer dan daarvoor. De totale opbrengst bedroeg € 1 428 628. Grote loten naaldhout haalden een prijs van ongeveer € 27/m³, met opvallend weinig speling (max. € 34/m³). De dikte of de kwaliteit zijn blijkbaar steeds minder belangrijk. Ondanks de economische crisis is de prijs, vergeleken met 2008 met meer dan een kwart gestegen. Daarmee ligt de prijs ongeveer even hoog als in 2007. De prijzen blijven dus jaar na jaar sterk schommelen. Heel wat kleine loten werden aan ongeveer dezelfde prijzen bijgekocht door de koper van een groot lot. De andere kleine loten haalden slechts € 12/m³ of zelfs nog minder. De prijzen voor kaalkappen van populier stabiliseerden zich op ongeveer € 23/m³, met een uitschieter van € 30/m³ en liggen dus lager dan die van de naaldhoutloten. De prijzen zijn vergelijkbaar met vorig jaar, en liggen ongeveer een derde hoger dan de historisch lage prijzen van 2007. In 2006 werd nog € 35/m³ en meer gehaald. De ruimingsmogelijkheden blijven een grote invloed hebben op de prijs. Loofhout van vooral Amerikaanse eik haalde zo’n € 35/m³, maar varieert zeer sterk


Vier Regionale Landschappen zien het levenslicht Een Regionaal Landschap is een samenwerkingsverband tussen ver­ schillende actoren, zoals natuurverenigingen, wildbeheereenheden, landbouwers, toeristische organisaties en lokale overheden in een streek met een eigen identiteit en met belangrijke natuur- en landschapswaarden. De verschillende partners ontwikkelen samen activiteiten rond duurzame streekontwikkeling die in de lijn liggen van de typische natuur in de regio, het landschap en de streekidentiteit. Vlaanderen telt momenteel 17 Regionale Landschappen. Daarvan zijn 14 voorlopig of definitief erkend door de Vlaamse minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur. B

©

AN

naargelang de kwaliteit en ruimingsmogelijkheden. Kleine loten beuk haalden ongeveer € 20/m³. Het meest opvallende lot was dat uit het Kapellekensbos in Lint, een inlands eikenbos van het OCMW van Lier. Een zomerstorm had daar veel windworp veroorzaakt. Dit lot van 527 m³ (bijna 2,5 m³ per boom) werd verkocht voor bijna € 79/m³. Dat is een nieuw record voor bomen op stam in de buitendienst Antwerpen. Daarnaast werden nog een 500-tal kleine loten brandhout openbaar verkocht aan particulieren.

In de provincie Antwerpen zijn op dit moment vier Regionale Landschappen actief: tussen de stad Antwerpen en de Kempen vind je het Regionaal Landschap de Voorkempen, in de regio rond Mechelen ontstond het Regionaal Landschap Rivierenland, in het oosten van de provincie vind je het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete en het uiterste zuidwesten van de provincie maakt deel uit van het Regionaal Landschap Schelde-Durme. Dit laatste Regionaal Landschap is als eerste in Vlaanderen actief over de provinciegrenzen heen. Hiermee heeft de provincie, waar tot voor kort geen enkel Regionaal Landschap actief was, haar achterstand ruimschoots ingehaald.

Meer informatie over de Antwerpse Regionale Landschappen Regionaal Landschap Rivierenland: www.rlrl.be Regionaal Landschap de Voorkempen: www.rldevoorkempen.be

Met steun van het ANB Het ANB begeleidt de Regionale Landschappen en ondersteunt ze financieel van zodra ze voorlopig erkend zijn. Hiervoor moet het samenwerkingsverband voldoen aan bepaalde vereisten: zo moet het kun-

B

©

38

nen aantonen dat het 2 jaar werkzaam is en activiteiten ontplooit op het vlak van natuur- en landschapszorg, natuurgerichte recreatie en educatie, en verbreding van het draagvlak voor natuur. Voor het Regionaal Landschap de Voorkempen en het Regio­ naal Landschap Schelde-Durme is deze stap gezet in 2009, het Regionaal Landschap Rivierenland zal een erkenningsaanvraag indienen in de loop van 2010. Het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete volgt in 2011.

AN

Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete: www.rlkgn.be Regionaal Landschap Schelde-Durme: www.rlsd.be

??

© Vilda Yves Adams


Š Marc De Vos

Vlaams-Brabant

39


Dood doet leven, ook in het Zoniënwoud Dat stukken dood hout een onontbeerlijk onderdeel vormen van de voedselketen, staat vast. Ze vormen een broedhaard van leven, waar heel wat dieren op af komen. Maar minder bekend is dat, net zoals dood hout, ook dode dieren van vitaal belang zijn voor planten en dieren in het bos. Ook al zien de kadavers er niet altijd even aantrekkelijk uit, vossen en everzwijnen smullen ervan en ook paddenstoelen halen er heel wat voedingsstoffen uit. Maar niet alleen als voedingsbron hebben deze kadavers hun nut. De leerachtige huid van de stoffelijke overschotten beschermt ook verschillende soorten insecten tegen de regen.

© Dirk Raes

In de eerste fase werd via dag- en nachtcamera’s en terreinverkenningen onderzocht welke dieren op de kadavers afkomen. Hier

40

Dat er ook gegevens beschikbaar zijn over de plaatsen waar de dieren doodgereden worden, is mooi meegenomen voor de op stapel staande ontsnipperingsstudie van het ANB in het Zoniënwoud. Kom meer te weten op www.natuurenbos. be (Rubriek Projecten > Dood doet leven)

werd noodgedwongen scherpgesteld op de grotere en gemakkelijk te herkennen soorten. Het was pas in een tweede fase dat het NICC actief betrokken werd in de studie. Het onderzocht in relatie met de studie op menselijke resten, welke insecten de kadavers aantrekken. Met het aan boord nemen van het NICC nam dit project een grote stap vooruit. Midden 2009 - na grondig terreinonderzoek - werd het project aan het publiek

© Dirk Raes

In het Zoniënwoud werd in 2007, in samenwerking met de Nederlandse collega’s van ARK Natuurontwikkeling, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, een studie gestart over kadavers en hun functies. Het voorbije jaar nam ook het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) hieraan deel.

voorgesteld. Dit gebeurde onder meer via krantenartikels, een educatief wandelparcours langsheen kadavers en via presentaties over de resultaten.


ANB restaureert Drie Fonteinen Het landgoed Drie Fonteinen in Vilvoorde is één van de oudste landschappelijke ‘Engelse’ tuinen van België. Zijn wortels liggen in het midden van de achttiende eeuw, toen de Brusselse bankier Jean-Jozef Walckiers op de flanken van het kanaal Brussel-Willebroek een buitenverblijf bouwde. Rond 1778 legde hij er een tien hectare grote Engelse tuin aan met onder meer een langgerekte vijver, zichtassen, paviljoenen, glooiende grasvlakten en kronkelende paden. Aangrenzende buitenverblijven die in dezelfde landschappelijke trend werden aangelegd, achtereenvolgende eigenaars die gedurende 150 jaar persoonlijke toetsen aanbrachten in de buitenaanleg van de landgoederen, en de vernielingen tijdens de Tweede Wereldoorlog resulteerden in een opmerkelijk, divers en uniek cultuurhistorisch park. In 1956 kocht de stad Vilvoorde het domein. De noordoostelijke hoek kreeg met onder meer een voetbalveld een sportieve invulling. Vijf hectare werd verkaveld voor de aanleg van de wijk De Lenterik.

© Danni Elskens

Ondertussen werd de rest van het prachtige

41

domein grotendeels aan zijn lot overgelaten. Het was dan ook hoog tijd om een degelijke en duurzame visie uit te werken voor het park. Samen met de stad Vilvoorde en Erfgoed Vlaanderen voert het ANB een stappenplan uit om het domein op een duurzame wijze te laten voortbestaan in de eenentwintigste eeuw. Het ANB is al sinds 2006 verantwoordelijk voor het beheer van deze groene brok tuinkunstgeschiedenis. De restauratie van de ‘Franse’ tuin was een van de eerste realisaties van het totaalconcept.

Het ANB als drijvende kracht achter restauratie In 2009 heeft het ANB de vijvers gerestaureerd en de parking en de vroegere dierenweide geïntegreerd in één landschapspark. Daarnaast werden belangrijke zichtassen hersteld zoals degene die over de vallei loopt tot aan de kerk van Vilvoorde: een zichtas van ruim 3 kilometer zoals je die alleen kan zien in de grote Engelse parken. Ook de zichtas vanaf de Franse tuin naar VTM werd hersteld. Bovendien heeft het ANB de historische toegangsbrug over de

holle weg hersteld, waardoor het park zijn ongekende grandeur herwint.

Van basiliek tot basiliek De restauratie van het park Drie Fonteinen past binnen het project ’Van basiliek tot basiliek’. Dat verbindt de basiliek van Grimbergen met de basiliek van Vilvoorde, goed voor een acht kilometer lange fiets- en wandelverbinding doorheen een natuur-, bosen parkgebied in de Vlaamse Groene Rand. © Danni Elskens

Brok tuinkunstgeschiedenis

©

ns

lske

ni E

Dan


De Ganzenpootvijver in Groenendaal: nieuwe kansen voor visteelt en natuur

Schuilplaatsen voor vissen en amfibieën Tegen het einde van de werken, op 10 september 2009, was er uit de 2,8 hectare grote vijver ongeveer 12 000 m3 nat slib geruimd. Dit slib was hoofdzakelijk afkomstig van bodemmateriaal dat door erosie werd afgespoeld. Het was niet verontreinigd, zodat het naar landbouwgronden kon worden afgevoerd.

Na de werken werd de vijver langzamerhand gevuld, zodat tal van planten kunnen kiemen in de pas geruimde bodem, wat bijzonder belangrijk is voor talloze vissen zoals de snoek. De snoeken verhuizen in het voorjaar van 2010 vanuit de viskwekerij in Linkebeek terug naar hun nieuwe leefomgeving. Deze snoeken worden gebruikt als kweekdieren voor de herbepoting van de Vlaamse openbare viswateren. De nieuwe Ganzenpootvijver zal op deze manier bijdragen tot een fraaiere en rijkere natuur in de vallei van Groenendaal.

© ANB

Na de slibruiming werd de Ganzenpootvijver waar mogelijk op een natuurvriendelijke manier ingericht. Enkele schanskorven moeten de oevers op een aantal plaatsen verstevigen. Op andere plaatsen werd de vijverbodem schuiner gemaakt zodat rietkragen hier meer plaats krijgen. Het ANB heeft verschillende dode en afstervende bomen niet geruimd of gekapt, zodat vissen en amfibieën ze kunnen gebruiken als schuilplaatsen en er later hun eieren op

kunnen afzetten. Daarnaast legde het ANB enkele ijsvogelwanden aan, zodat deze prachtige vogel hier opnieuw in alle rust kan broeden.

© Shutterstock

De eerste toegangspoort tot het Zoniënwoud (het Kasteel van Groenendaal) is nog maar net geopend, of het ANB zet al een nieuwe stap in de verfraaiing van de vallei van Groenendaal. Na maandenlange voorbereidingen, waaronder het uitvoeren van slibdiktemetingen en het afvissen van de vijver, startte het ANB begin augustus met de slibruiming, en de onderhouds- en herstellingswerken aan de Ganzenpootvijver.

42


Naar een meer inheems bos 2009 was ook het jaar van het nieuwe beheerplan. Belangrijke ingrepen die hierin zijn opgenomen, zijn onder andere het aanleggen van meer natuurlijke bosranden en de omvorming en de verjonging van beukenbestanden. Daarnaast wordt ook, door selectieve dunningen, systematisch gewerkt aan een meer gemengd en inheems bos. Het ANB is al begonnen met de uitvoering van een aantal van deze ingrepen. Zo heeft het ANB een hele strook homogene beukenrand en fijnspar geveld, om later een meer natuurlijke bosrand te creëren. De andere bestanden die in 2009 aan bod komen voor beheer, krijgen een selectieve hoogdunning. In het bosreservaat Vroenenbos heeft het INBO de 18 geplagde proefvlakken geïnventariseerd. Dit kadert in het beheerplan, dat

43

de oude zaadbomen wil omvormen naar een bos met een meer open structuur. Het bos wordt bovendien ook uitgebreid. Een voormalige maïsakker van 1,6 hectare wordt beplant met 6500 bomen en struiken. Het ANB kon bij de beplanting tijdens de eerste week van maart rekenen op de hulp van bijna 140 leerlingen van de lokale basischool. Op zondag 8 maart kreeg ook het brede publiek de kans om mee te helpen met de beplanting.

dens de Week van het Bos (van 2 tot 27 oktober). Ook de tentoonstellingen in het Bosmuseum over het Hallerbos brachten heel wat volk op de been. Op zondag 15 maart stond het Hallerbos in het kader van het Plan Boommarter in het teken van een publieksdag. Maar liefst 240 personen namen deel aan de geleide wandelingen en fietstocht. Ook doorheen het jaar kan je als bezoeker deelnemen aan meer dan 15 open wandelingen onder leiding van een natuurgids. Met twee wandeltochten op maat van kinderen worden ook de kleinsten niet vergeten. Elke donderdag van maart hebben 17 natuurgidsen de reeën in het bos geteld. Bij zonsopgang worden telkens vijf lussen gewandeld van ongeveer vijf kilometer. Met een gemiddeld aantal van 19 getelde reeën per ochtendwandeling zijn de resultaten mooier dan verhoopt.

Kinderen de natuur in

Economische functie

Het Hallerbos is niet alleen vanuit ecologisch oogpunt goud waard, het vervult ook al lang een belangrijke educatieve functie. Zo genoten in 2009 bijna 200 klassen van de derde kleuterklas tot en met het zesde leerjaar een begeleide natuurwandeling tijdens de Week van de Hyacint (van 21 april tot 4 mei) en tij-

Voor het dienstjaar 2009 worden 24 brandhoutloten verkocht (1058,57 m³ beuk, 419,35 m³ eik, 211,3 m³ allerlei loofhout en 457,09 m³ allerlei naaldhout) en 11 zaag- en naaldhoutloten (1097,15 m³ beuk, 114,84 m³ eik, 313,12 m³ allerlei loofhout en 1309,49 m³ allerlei naaldhout).

© ANB ??

Goed nieuws voor het Hallerbos: afgelopen jaar heeft het belangrijkste bosgebied tussen de Zenne en Zoniën de FSC-certificering ontvangen. Dat heeft het te danken aan een degelijk beheer en een goedgekeurd beheerplan voor de periode 2009-2028, dat voldoet aan de richtlijnen van de internationale ngo Forest Stewardship Council. Zo’n certificering is een erkenning voor het jarenlange ecologisch verantwoorde bosbeheer van het ANB.

© Shutterstock

Verantwoord bosbeheer in het Hallerbos


© Filip Hubin

Nu ook Japanse rozen in de rozentuin van Coloma Dat de rozentuin van Coloma in Sint-Pieters-Leeuw voor bloemenliefhebbers een paradijs op aarde is, staat vast: van overal komen bloemenliefhebbers er heen om de meer dan 3000 rozenvariëteiten uit 25 landen te bewonderen, samen goed voor 300 000 rozen. En jaarlijks komen er nog rozenvariëteiten en landen bij. Het land van de rijzende zon Ook Japan krijgt nu zijn plaats in deze fenomenale rozentuin. Met de aanleg van deze Japanse rozentuin introduceert het ANB de Oosterse roos in het park Coloma. De voltooiing van een internationale rozentuin die zijn gelijke in Vlaanderen en daarbuiten niet kent, komt hierbij weer een stapje dichter. In samenwerking met een Japanse rozenvereniging zullen er in Coloma tegen 2010 in totaal 150 Japanse rozenvariëteiten te bewonderen zijn in een prachtig vormgegeven tuin. Met zijn halfrond grondoppervlak en rozen op de stralen verwijst deze nieuwe tuin naar het land van de rijzende zon. Centraal staan kraanvogels, het Japanse symbool voor de vrede. Enkele kunstwerken en Japanse bomen en heesters versterken de oosterse sfeer.

44

Deze mooie vorm heeft echter niet alleen een esthetische waarde. Japanse rozen hebben ook een specifiek biotoop nodig;

ze staan immers graag warm. Om de wind geen kans te geven, werd de Japanse rozentuin als een kom uitgegraven. Zo kunnen de rozen naar hartenlust groeien. Op 28 juni 2009 werd onder een stralend blauwe hemel deze tuin officieel geopend, onder grote belangstelling en in aanwezigheid van een delegatie van de Japanse ambassade in België.

Wereldfaam Ondertussen bieden verschillende landen hun rozenvariëteiten aan. Zo kwam er in 2009 een rozencollectie uit Bulgarije. Ook de komende jaren mag het ANB ongetwijfeld nog heel wat nieuwe en verrassende rozenvariëteiten verwelkomen. Op www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen) ontdek je het laatste nieuws over de Japanse en alle andere rozenvariëteiten

De Japanse roos: van aah tot zen De Japanner is een eilandbewoner en heeft doorheen de eeuwen een heel eigen politieke en culturele eigenheid ontwikkeld. Voeg daar nog een subtropisch klimaat en het gebruik van een andere onderstam aan toe, en het mag niet verbazen dat de Japanse roos en de rozenveredeling in dit land uniek zijn. In de Japanse rozentuin van Coloma vind je al typische voorbeelden van de rozenvariëteiten ‘Shino’, ‘Zen’, ‘Ichiyo’ en ‘Ryo’ van de groep van de ZEN-rozen, veredeld door Takashi Kawai. Hij wou met deze rozenvariëteiten de eigenheid van het Japanse volk illustreren. Met succes: de bloemkleuren van deze rozen veranderen volgens de seizoenen wat maakt dat ze een unieke verschijning hebben. Kenmerkend ook voor de Japanse rozen, is dat ze allemaal geuren, de ene subtiel, de andere heel intens.


Inrichting van de Speelberg in het Meerdaalwoud De opmaak van een ruimtelijke visie voor de bossen ten zuiden van Leuven, betekende een echte ommekeer voor het gebruik ervan. ‘Afnemende geleiding’ was hét na te streven principe om recreatie en bosbescherming met elkaar te verzoenen.

Van veel naar weinig infrastructuur Met de opmaak van een structuurvisie voor Meerdaalwoud en Heverleebos werd dit allemaal erg concreet. Als bezoeker word je hier met picknickruimtes, een ruime parking, infoborden en aantrekkelijke wandelpaden vanuit enkele goed gekozen onthaalzones in het bos geleid. Naarmate je verder het bos in trekt, verdwijnt de infrastructurele ondersteuning langzaam, tot volledig in de kwetsbare zones. Hierdoor zal de bosliefhebber voornamelijk de minder kwetsbare locaties bezoeken en blijft de verstoring in de ecologisch meer kwetsbare zones beperkt. Volgens dit principe heeft het ANB aan de

45

westzijde van het Meerdaalwoud, op de kruising van de Weertse Dreef en de Herculesdreef in Sint-Joris-Weert een toegangsport gecreëerd: de Speelberg. Ze werd ingericht als een halfopen ruimte die de geleidelijke overgang tussen het dorp SintJoris-Weert en het bos vormt. Het ontwerpplan van de Speelberg in het Meerdaalwoud is gebaseerd op enkele eenvoudige principes: de parking met schuilhut en sanitair zo dicht mogelijk bij de bewoning situeren en van daaruit een eenvoudig en logisch wegpatroon uittekenen. Van bij de aanvang heeft het ANB ervoor gekozen om vooral niet te bruuskeren en het landschap ‘open’ te laten.

ns

lske

ni E

an ©D

Bezoeker verwend Alleen het forum, een soort verzamelruimte, springt er uit door zijn strakke vormgeving en zijn locatie vlak tegen de Weertse Dreef. Bij de realisatie kregen ecologisch en duurzaam materiaalgebruik en toegankelijkheid de volle aandacht. De schuilhut is gebouwd uit eik van het Meerdaalwoud. De vormgeving past perfect in het totaalconcept. Hoewel de werken voor het grootste deel zijn uitgevoerd, zal de Speelberg nog verder vorm krijgen wanneer de pas geplante alleenstaande bomen, struikengordels en hagen verder uitgroeien. De bosbezoeker zal zich snel thuis voelen in deze groene ruimte. Daartoe dragen het buitenmeubilair met picknickbanken, rustbanken, fietsstalling, barbecues en de nabijheid van het avontuurlijke speelbos ‘Everzwijnbad’ zeker bij. Kom op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s > Toegankelijkheid) te weten waar in jouw buurt een speelzone ligt


Vijvers in het Park van Tervuren als herboren Š Danni Elskens

Na meer dan een jaar zijn de onderhoudswerken en de slibruiming van de vier vijvers van het zuidelijke vijversysteem in het Park van Tervuren afgerond. Het slib van drie vijvers werd afgevoerd naar omliggende akkers. Uit de analyse van het slib van de kleine Sint-Gertrudisvijver bleek echter dat dit slib niet geschikt was om op landbouwgrond te gebruiken. Om dit (vervuilde) slib te stabiliseren - noodzakelijk om het in een latere fase te hergebruiken -, heeft het ANB het gemengd met papieras, een afvalproduct dat vrijkomt bij de productie van papier. Hierna kon het ANB het slib gebruiken om de oevers her aan te leggen.

46

Ook tal van andere maatregelen dragen bij tot de herontwikkeling van de vijvers in het Park van Tervuren. Zo verstevigen rondhouten palen in Europees naaldhout de langsoevers. De kopse oevers van de twee Kanaalvijvers, die de golfslag moeten trotseren, en het eiland in de Grote Kanaalvijver, werden dan weer verstevigd met schanskorven en opgevuld met natuurlijke breuksteen. Achter de oeververdediging werd het gestabiliseerde slib geplaatst. Als afwerking plantte het ANB een laag plastisch slib met daarbovenop moeraszegge.

Weg met rioleringswater Ondertussen heeft Aquafin in de omgeving van het park grootse rioleringswerken uitgevoerd. Het vervuilde afvalwater van een groot gedeelte van de dorpskernen van Tervuren en Duisburg wordt voortaan via de nieuwe collector afgevoerd naar het nieuwe waterzuiveringstation in Vossem. Vanaf nu worden de vijvers nog enkel gevuld met hemelwater. Dat is voor de typische waterfauna- en flora erg goed nieuws. Door het kappen van de houtopslag op de

oevertaluds heeft het geheel nu een veel opener karakter gekregen. Het vergezicht vanaf de Vossemvijver, over de twee SintGertrudisvijvers en de Grote Kanaalvijver tot aan de Kleine Kanaalvijver, zal ongetwijfeld de vele bezoekers van het Park van Tervuren charmeren.


© Danni Elskens

Dikke en gereserveerde bomen in het Zoniënwoud geïnventariseerd In de loop van 2009 werd een volledige inventarisatie afgerond van alle dikke bomen in het Zoniënwoud. Er waren drie goede redenen om tot zo’n volledige inventaris over te gaan. Zo is het ten eerste bekend dat dergelijke bomen belangrijk zijn als biotoop voor een zeer groot aantal andere organismen (holenbroeders, paddenstoelen, insecten, epifytische planten ...). Daarnaast is er ook de ‘beheervisie’ van ANB, die formeel een aantal streefdoelen oplegt: “Per bestand worden individuele bomen of groepen aangeduid die hun natuurlijke leeftijdsgrens kunnen bereiken (…)”. Er is een richtwaarde voor individuele bomen (10 bomen per hectare of lager bij zeer zware bomen zoals Zoniën) en er is een richtwaarde voor groepen. Conform dezelfde beheervisie moet het beheer er ook naar streven voldoende dood hout in de bestanden te bereiken (4 % van de biomassa). Uit het bosreservatenonderzoek is bekend dat vooral het zwaarste dode hout (omtrekken van 300 cm en meer) de meest spectaculaire ‘dood hout’-organismen oplevert.

ook vervangen door een volinventaris van ‘dikke’ bomen, met een omtrek van meer dan 250 centimeter, en een meer gedetailleerde wetenschappelijke inventaris van gereserveerde bomen met een omtrek van meer dan 300 centimeter. Een belangrijk deel van de inventaris werd uitgevoerd in eigen regie. De hand-GPStoestellen die de boswachters ter beschikking hebben, zijn voldoende nauwkeurig voor deze opdracht. De positie van de bomen wordt bepaald met een foutenmarge tot ongeveer tien meter: ruim voldoende om een boom nadien eventueel weer op te sporen. Naast de positie worden van elke boom enkele basisgegevens genoteerd, zoals de soort en de omtrek. In augustus 2009 werd een laatste inspanning geleverd met de hulp van een extern bureau. De onderstaande tabel geeft de inventaris samengevat weer. De tabel heeft betrek-

Een derde aanleiding is de FSC-erkenning van het beheer van Zoniën. Bij eerdere FSCcontroles kwamen al volgende vragen aan bod als worden oude bomen in het bos geïdentificeerd en gedocumenteerd en wordt er voldoende aandacht besteed aan de ruimtelijke spreiding van oude bomen.

47

De databank van genummerde gereserveerde bomen die van 1995 tot 2005 werd bijgehouden, bleek geen antwoord te kunnen bieden op deze vragen. Ze werd dan

© Tom Linster


bomen met een omtrek van meer dan 250 centimeter aanwezig zouden zijn, bleek dat uiteindelijk minstens 30 % meer.

king op de oppervlakte (2150 hectare) Zoniënwoud in het Vlaamse Gewest buiten de bosreservaten. Eén van de opvallendste conclusies was wel dat de gemeten aantallen de (gefundeerde) schattingen ruim overtroffen. Waar het ANB oorspronkelijk vermoedde dat nog zo’n 12 000 tot 13 000

Hoe dan ook zal deze inventaris een waardevolle bijdrage leveren aan het beheerplan van Zoniën, dat verwacht wordt tegen 2012.

Aantal levende bomen in Zoniënwoud (> 250 centimeter omtrek) Omtrek (in centimeter)

aantal bomen

aantal bomen/hectare

> 250

16 809

7,8

> 260

12 974

6,0

> 280

8 489

3,9

> 300

5 338

2,5

> 320

3 107

1,4

> 340

1 788

0,8

> 350

1 292

0,6

> 360

926

0,4

48

Zoniënbos-zuid

Zoniënbos-noord

Park van Tervuren

Totaal ANB

Totaal aantal dode staande bomen

322

6

57

385

Totaal aantal dode liggende bomen

398

86

41

525

Niet gedefinieerd

36

26

0

62

Totaal aantal dode bomen

757

118

98

973

Aantal dode bomen/hectare

0,59

0,17

0,86

0,47

© Danni Elskens

© Danni Elskens

Aantal dode bomen in het Zoniënwoud (DBH > 40 centimeter)


Š B. Van Elegem

Scheldeproject

49


Š Danni Elskens

Weidevogelbeheer in de Kalkense Meersen De Kalkense Meersen, een 600 hectare groot natuurgebied langs de oever van de Schelde wordt in het kader van het geactualiseerde Sigmaplan verder ontwikkeld tot ‘wetland’. Door meer ruimte te geven aan de rivier, wordt niet alleen de regio van Antwerpen tot Gent beter beschermd tegen overstromingen maar krijgt ook de natuur in het Schelde-estuarium een serieuze boost. Zo zullen in 2010 maar liefst 200 hectaren in de Kalkense Meersen omgevormd worden tot weidevogelgebied. Ook de landbouwers helpen daarbij. Via een contract met de Vlaamse overheid engageren ze zich voor een aangepast weidevogelbeheer. Om de weidevogels de kans te geven hun kuikens groot te brengen, zullen de boeren hun percelen pas na 15 juni maaien. In ruil voor het natuurvriendelijkere, minder intensieve beheer, krijgen ze een vergoeding om het opbrengstverlies te compenseren.

50


In samenwerking met Regionaal Landschap Om de periode tot het aangepaste maaibeheer te overbruggen, heeft het ANB aan het Regionaal Landschap Schelde-Durme ook in 2009 de de opdracht gegeven voor een weidevogelproject. Zo willen we de weidevogelpopulatie beschermen. Dit door de maaidatum aan te passen, of door de nesten te markeren of te verplaatsen vlak voor de landbouwers begonnen te maaien. Hierdoor bleven heel wat kuikens gespaard. Bovendien kregen de landbouwers de kans om kennis te maken met het weidevogelbeheer. Wanneer straks het omvormings- en natuurbeheer start in het kader van het Sigmaplan hebben ze deze beheervorm al goed in de vingers.

Beheerovereenkomsten in de lift In 2009 hebben het ANB en het Regionaal Landschap op 55,77 hectare agrarisch grasland in de Kalkense Meersen beheerovereenkomsten ‘gruttobeheer’ gesloten voor de duur van één broedseizoen (1 april - 15 juli). Dat is bijna 20 % meer dan in 2008. In 2009 werden bovendien op alle ‘sleutelpercelen’ beheerovereenkomsten afgesloten. De percelen werden in het broedseizoen van 2009 intensiever gemonitord op broedende grutto’s en kieviten. Dit gebeurde in samenwerking met een masterproject van de vakgroep Biologie van de Universiteit Gent. Dit onderzoek loopt nog tot 2010 en tracht het

Brutto Terrioriaal Succes van beide soorten in drie deelgebieden vast te stellen.

Dichter bij elkaar Het ANB heeft dit project in het leven geroepen in de aanloop naar de realisatie van het Sigmaplan. Naast het in stand houden van de weidevogels, is het belangrijk een goede relatie te creëren met de diverse actoren in het buitengebied. Samen met het Regionaal Landschap en Natuurpunt slaagt het ANB erin om diverse groepen, zoals natuurliefhebbers en landbouwers, dichter bij elkaar te brengen en hen in team te laten samenwerken. Dankzij de kennismaking met weidevogelbeheer en de doorgedreven communicatie werkt het ANB verder aan de verbreding van het draagvlak voor de natuurontwikkeling binnen het Sigmaplan. Het weidevogelproject kreeg veel belangstelling in de lokale en bovenlokale pers en op het web. Op 6 oktober 2009 kreeg het weidevogelproject een eervolle vermelding bij de ‘Prijs voor het Leefmilieu’ (InbevBaillet Latour-fonds). Meer info: www.rlsd.be/weidevogels

© Vilda Yves Adams

©Filip Van Boven

© Danni Elskens

Het Regionaal Landschap Schelde-Durme heeft, met financiële steun van het ANB, de voorbije jaren een groep van gemotiveerde vrijwilligers uitgebouwd die continu instaan voor de bescherming van weidevogels.

Bovendien zijn er verschillende landbouwers bereid gevonden om op hun percelen weidevogels te beschermen. Hierdoor ontstaat een duurzame relatie tussen landbouwers en vrijwilligers, die garant staat voor een blijvende weidevogelbescherming. Het is niet toevallig dat alle in 2008 gestarte samenwerkingsovereenkomsten in 2009 op zijn minst zijn hervat en in veel gevallen zelfs werden uitgebreid.

51


Voorbereidingen Sigmaplan draaien op volle kracht Een ambitieus project als het Sigmaplan raakt de leefwereld van velen. Omwonenden, landbouwers en grondbezitters zijn erg nieuwsgierig naar wat er in hun omgeving gebeurt en voelen er zich graag bij betrokken. Goede communicatie is daarom van groot belang. Zo werd er voor elk projectgebied een algemene projectnieuwsbrief opgemaakt en werd de website in een nieuw kleedje gestoken. Voor betrokkenen is de besluitvorming echter niet altijd even duidelijk. Sinds de zomer van 2009 bieden 3D-visualisaties een duidelijk beeld van hoe de projectgebieden er in de toekomst zullen uitzien. Twee nieuwe folders, ‘Jouw stem in het gewestelijke uitvoeringsplan’ en ‘Onteigeningen toegelicht’, bieden geïnteresseerden meer inzicht in deze - vaak ingewikkelde - procedures. Vooraleer de plannen definitief vorm kregen, werden ook publieke inspraakmomenten georganiseerd. Elk deelproject uitgekiend

De GRUP’s van Vlassenbroek, Grote en Kleine Wal, Zwijn en Groot Schoor, de ‘Cluster Kalkense Meersen’ en de ‘Durmevallei’ zijn definitief goedgekeurd in het voorjaar van 2010.

Over het GRUP van het projectgebied Kalkense Meersen liep van 15 juni tot 13 augustus 2009 een openbaar onderzoek. De Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening (VLACORO) bezorgde haar adviezen aan de voogdijminister. Het ontwerp van het milieueffectenrapport (MER) werd intussen voorgelegd aan de Sigmastuurgroep. Onafhankelijke onderzoekers verwerken de reacties en ronden begin 2010 de studie af. Cruciaal voor de Kalkense Meersen is dat de verschillende deelgebieden of zelfs delen daarvan in verschillende fasen worden ingericht. Door een uitgekiende timing ontstaat een sluitende koppeling tussen het GRUP, de start van de nulbemesting, de onteigening en het omvormingsbeheer. In de Kalkense Meersen willen nv Waterwegen & Zeekanaal (W&Z) en het ANB de inspraak en samenwerking met de landbouwers, die er vandaag het land bewerken, stimuleren en respecteren. De meest intensieve landbouwgebieden worden het langste gevrijwaard.

© Evelien De Munter

In 2009 liepen openbare onderzoeken voor de ontwerpen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) in drie clusters: Durmevallei, Kalkense Meersen en Vlassenbroek-Wal Zwijn. Op drie infodagen werden deze projecten voorgesteld aan de geïnte-

resseerde bezoekers. In 2010 volgt de infodag voor de Dijlemonding.

De Kalkense Meersen

52


Het ANB stelde het project Kalkense Meersen ook voor tijdens de Dag van de Aarde in Kalken en tijdens de Week van het Bos. Ook op de Schelde-tentoonstelling in de bibliotheek van Laarne kreeg dit Sigmaproject ruime aandacht. Hierdoor slagen de projectpartners erin een breed publiek te bereiken.

Durmevallei In 2009 werden de MER-studies voor de estuariene projecten aan de monding en de wetlandprojecten stroomopwaarts opgemaakt. Begin 2010 werden de definitieve MER’s goedgekeurd. De GRUP’S werden voorbereid en er werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Naar aanleiding hiervan kon de lokale bevolking in juni op een infomarkt al haar vragen kwijt. Het GRUP werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering in maart 2010. Een studie voor het technische ontwerp van de wetlandgebieden werd uitgevoerd en afgerond in 2009. Ook voor de estuariene gebieden langs de Durme is een opdracht lopende voor de opmaak van een technisch ontwerp.

Vlassenbroek-Wal Zwijn

Dijlemonding Op de grens van Mechelen en Willebroek ligt een echt rivierenland: de Dijle, de Zenne en de Nete vloeien er samen en vormen zo de Rupel. Dat zijn allemaal getijdenrivieren die dagelijks twee keer, bij vloed, een golf Noordzeewater te verwerken krijgen. Die getijdenwerking maakt deze regio erg gevoelig voor overstromingen. Alle gebieden binnen dit project worden gecontroleerde overstromingsgebieden van in totaal 207 hectare. Terwijl de huidige activiteiten in Heindonk en een deel van de Grote Vijver behouden blijven, zal zich in het gebied ten noorden van de Grote Vijver, het Zennegat en de Oude Dijlearm straks getijdennatuur ontwikkelen die een positieve invloed heeft op de waterkwaliteit en heel wat unieke fauna en flora weet te bekoren. In 2009 werd gestart met de MER-studie. Ook de opmaak van de GRUP-procedure

begon in dat jaar. Een studiebureau is gestart met de opmaak van het technische ontwerp voor het project. In 2010 volgt de infodag voor de Dijlemonding.

MER Een MER of milieueffectenrapport bestudeert - stevig wetenschappelijk onderbouwd - de verwachte milieueffecten van een project. Het basisidee is dat de schadelijke effecten voor het milieu in een vroeg stadium van de besluitvorming worden meegenomen om de plannen tijdig bij te sturen.

(G)RUP Een GRUP of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is een instrument om op het gewestelijke Vlaamse beleidsniveau een ruimtelijk structuurplan uit te voeren. Het bevat onder meer juridische bepalingen die aangeven welke stedenbouwkundige werken toegelaten zijn.

Inrichtingsplan Het inrichtingsplan geeft een geïntegreerd beeld van de vooropgestelde inrichtingsmaatregelen. Het vormt de basis voor het MER en het GRUP en wordt toegevoegd aan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.

Stedenbouwkundige vergunning Voor bepaalde bouwwerken is een stedenbouwkundige vergunning nodig. De werken in het kader van het Sigmaplan zijn vergunningsplichtig. Een vergunning kan alleen worden verleend als ze niet in strijd is met de geldende plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

© Danni Elskens

In september gaven de lokale besturen feedback op een voorlopige versie van het MER. Een onafhankelijk studiebureau verwerkt de opmerkingen in de definitieve versie. Het rapport zal klaar zijn in 2010, zodat de nodige stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd kunnen worden.

Ook hier kon de lokale bevolking naar aanleiding van het openbaar onderzoek in het kader van de GRUP-procedure op de infomarkt meer informatie krijgen. Het GRUP werd definitief vastgesteld in maart 2010. Een studie voor het technische ontwerp van zowel de dijkwerken als de natuurontwikkeling is begonnen voor zowel Vlassenbroek als Wal-Zwijn. Na de goedkeuring van het GRUP, de afwerking van het MER en de technische plannen, vragen W&Z en het ANB de stedenbouwkundige vergunningen aan. Wanneer deze goedgekeurd zijn, kunnen de werken beginnen.

53


© ANB

Flankerend landbouwbeleid in de Kalkense Meersen Om overstromings- en natuurgebieden in het kader van het Sigmaplan aan te leggen, is er veel open ruimte nodig. En die is in het dichtbevolkte Vlaanderen erg schaars. Een belangrijk deel van de open ruimte wordt momenteel ingenomen door de landbouw. Het Sigmaplan houdt dan ook zoveel mogelijk rekening met de landbouwsector. Zo werden bij de selectie van de overstromingsgebieden de meest landbouwgevoelige gebieden niet opgenomen. Voor landbouwers die toch grond verliezen, is een uitgebreide begeleiding voorzien: het flankerend landbouwbeleid. De Kalkense Meersen fungeert als een voorbeeldgebied. 84 hectare In 2009 maakte het ANB samen met de ander projectpartners en de landbouworganisaties in de Kalkense Meersen verder werk van het flankerend landbouwbeleid. Dankzij belangrijke stimuli zoals de ‘wijkersstimulus’, de ‘wederbeleggingsvergoeding’, de ‘grondenbank’ en de ‘dienstenconvenanten’ kon het ANB belangrijke gronden verwerven in de Kalkense Meersen. In 2009 bekrachtigde de Stuurgroep van het Sigma-

54

plan de uitgewerkte dienstenconvenanten. Dankzij deze flankerende maatregelen van het Sigmaplan konden het ANB en zijn partners al een behoorlijk aandeel gronden vrijwillig verwerven. In de projectgebieden van het ANB (Kalkense Meersen, Paardeweide en Paardebroek) is op dit moment meer dan 100 hectare verworven of in afhandeling. Het leeuwendeel hiervan (84 hectare) ligt in de Kalkense Meersen. In het zoekgebied van de grondenbank is al een

kleine 20 hectare verworven of in afhandeling.

Administratieve, financiële en praktische ondersteuning Wanneer een landbouwbedrijf ernstig wordt getroffen door het Sigmaplan, kan een landbouwer in hoofdberoep aan de grondenbank vragen om zijn volledige bedrijf aan te kopen. Zo heeft één van de meest getroffen melkveebedrijven in de Kalkense Meersen alvast beslist om het bedrijf op een andere locatie verder te zetten. De Vlaamse Landmaatschappij begeleidt de landbouwer bij diverse administratieve, financiële en praktische aspecten van de verhuis.

Wie graag op de hoogte blijft over het Scheldeproject, kan terecht op www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > Scheldeproject)


Hedwige-Prosperpolder krijgt facelift In het internationale Hedwige-Prosperproject krijgt het brakwatergetij straks 465 hectare extra speelruimte. Samen met het Verdronken land van Saeftinghe vormt het gebied een uitgestrekt bekken dat de dynamiek van een stormgolf breekt. Een stevige ringdijk bewaakt de veiligheid van het achterland. Ook de natuur vaart wel bij deze maatregelen. Het Scheldewater zal hier het gebied tweemaal per dag boetseren tot een waardevol landschap van slikken en schorren. Zeldzaam geworden getijdennatuur krijgt hier straks nieuwe kansen. Laurent Vanden Abeele, de projectleider van het ANB: “Naast het waterzuiverende vermogen vormen slikken en schorren het leefgebied voor tal van organismen. Vooral het rijke bodemleven in het ondiepe water en in de slikken is belangrijk. De slikken zijn de geliefkoosde voedselgronden voor vis, steltlopers en eenden. De luwe ondiepe waterzones zijn ook geschikte paaiplaatsen voor vis. De begroeide getijdenzones (schorren) dienen als broedgebied voor riet- en moerasvogels. Al deze leefgebieden kunnen in een natuurlijk evenwicht ontwikkelen tot één grote natuurkern: een uniek Vlaams-Nederlands project.”

Ringdijk rond Prosperpolder

© ANB

In Vlaanderen startten de werken aan de Prosperpolder al eind 2008. De bouw van een nieuwe ringdijk rond het toekomstige getijdennatuurgebied zal de omliggende dorpen en polders tegen het binnenstromende water beschermen. Eind 2008 begon de zandaanvoer over de Schelde, en tegen april 2009 was er maar liefst 250 000 m³ zand aangevoerd. Hierna kon de bouw van de nieuwe ringdijk beginnen. Sinds mei 2009 rijden opnieuw vrachtwagens vol zand af en aan langs de Zoetenberm. Half oktober 2009 arriveerde de

55

eerste lading voor een tweede zandstock van ruim 400 000 m³. Die levering loopt nog tot mei 2010.

Problemen rond Hedwigepolder van de baan Politiek en maatschappelijk gezien lag de ontpoldering van de Hedwigepolder zeer gevoelig. Vooral in Nederland bestonden er grote bezwaren. Hierdoor werd de ontpoldering uitgesteld en liep het project grote vertraging op. Ook de verhouding tussen de Nederlandse en Vlaamse partijen kwam onder druk te staan. Op 9 oktober 2009 herbevestigde de Nederlandse regering de afspraken met Vlaanderen over de ontpoldering van de Hedwigepolder. Het spoeddebat van 3 december 2009 in de Tweede Kamer bevestigde deze uitspraak. Verwacht wordt dat de werken op Nederlands grondgebied voor het einde van 2012 starten.

Informatie en overleg centraal Het Sigmaplan besteedt veel aandacht aan het informeren van lokale betrokkenen en wil hen zoveel mogelijk betrekken bij wat er gebeurt in de Hedwige-Prosperpolder. Vijf borden aan de rand van het gebied lichten de voorbijgangers in over het project. Elke drie maanden bereiken ook ongeveer 4600 nieuwsbrieven de inwoners van Prosperdorp en Ouden Doel. Zo kunnen ze op de hoogte blijven van de recentste ontwikkelingen. In september was de algemene projectnieuwsbrief klaar. Die geeft in een twintigtal pagina’s een overzicht van het project en een antwoord op de belangrijkste vragen. Visua-

lisaties tonen hoe het gebied er later zal uitzien. Er werd ook een nieuwe infokeet ingericht. Geïnteresseerden kunnen iedere werkdag in de infokeet terecht voor een bezoek aan de infotentoonstelling. Groepen krijgen er een projectpresentatie bovenop. In 2009 brachten al een tiental groepen een bezoek aan de infokeet.

Scheldedag succes Tijdens de jaarlijkse Scheldedag van Natuurpunt, op 27 september 2009, ontvingen het ANB en Waterwegen & Zeekanaal 600 bezoekers in de infokeet. Ze woonden er een presentatie bij en genoten van een skyview over het projectgebied. Een hoogtewerker ging hiervoor maar liefst twintig keer de lucht in. Laurent Vanden Abeele, projectleider bij het ANB gidste de bezoekers: “Dankzij het weidse uitzicht waren alle bouwstenen van het projectgebied in één oogopslag te zien. Onder meer de ligging van de ringdijk en het pompstation was heel precies te tonen. Ook de uitgestrektheid van het gebied is vanuit de lucht meteen duidelijk.” Niet alleen het hoge aantal bezoekers en de goede persreacties benadrukken het succes van deze dag. “Vooral het feit dat naast leden van Natuurpunt ook heel wat buurtbewoners, landbouwers en een aantal betrokkenen uit Zeeland een bezoekje brachten is positief. We kregen de gelegenheid om de totaalaanpak van het Sigmaplan met oog voor veiligheid, natuur, economie en recreatie uit te leggen. Vele bezoekers raakten zo overtuigd van de sterkte van het Sigmaplan.”


Werken GOG Kruibeke Bazel Rupelmonde op kruissnelheid

© Izaak Vereecken

met bemaaiing en beweiding komen er bloemenrijke graslanden. Extra bemesting wordt verboden, zodat allerhande kruiden de kans krijgen om zich te ontwikkelen.

Hoog bezoek

Al enkele jaren wordt er met man en macht gewerkt in de polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde. In 2009 was dat niet anders. Waterwegen & Zeekanaal bouwt er samen met het ANB aan het grootste gecontroleerd overstromingsgebied uit het oorspronkelijke Sigmaplan van 1977. Naast veiligheid is ook natuurontwikkeling hierin een belangrijk onderdeel. Met 600 hectare zal het overstromingsgebied het grootste natuurgebied in de regio worden met een talloze Europees beschermde natuurtypen: slikken en schorren, elzenbroekbos, natte graslanden en weidevogelgebied Kruibeeks sluizencomplex voltooid

56

De werken zijn in 2009 goed opgeschoten: de ringdijk in Kruibeke en Bazel is gerealiseerd en ingezaaid. De dijkdelen in Rupelmonde werkt W&Z verder af in 2010. De overloopdijken in Kruibeke en Bazel kregen in 2009 een flauwere helling aan de polderkant, een laag open steenasfalt, een extra laag vette grond en de kiemen van een stevige grasmat. De verschillende bouwlagen maken de dijkdelen stevig genoeg voor het

wassende water bij stormtij. Ook de in- en uitwateringsconstructies in de Kruibeekse Polder en aan de Kapelbeek zijn helemaal klaar.

Overgangsbeheer opgestart Voor het beheer van het weidevogelgebied werkt het ANB samen met de plaatselijke landbouwers. Zij vormen hun akkers om naar weiland. Door een aangepast beheer

Ook dit jaar kon het ANB rekenen op de hulp van de lokale natuurvereniging Kruin. Die speurde dagelijks het projectgebied af om alle vogels te inventariseren. Hierdoor is het mogelijk de evolutie van de vogelsoorten in het overstromingsgebied in kaart te brengen. Dit jaar bezochten al heel wat hoogvliegers zoals visarend, wespendief en tureluur het gebied. Ook de aanleg van kreekjes spelen hierin een belangrijke rol. Zij houden het weidevogelgebied drassig. De eerste natuurinrichtingsmaatregelen werpen dus hun vruchten af.

Boscompensatie Voor elke boom die plaats ruimde voor het open weidevogelgebied en de ringdijk, komt elders minstens één nieuwe boom in de plaats. Met de hulp van de lagere scholen uit de regio werden in februari enkele duizenden nieuwe boompjes aangeplant. Op enkele plaatsen laat het ANB de natuur ongestoord haar gang gaan, in de hoop dat boomzaad spontaan tot ontkieming komt. In de toekomstige boszone heeft het W&Z op enkele percelen de vette grond afgegraven om de ringdijk af te dekken. De ‘putten’ die daardoor ontstonden, inspireerden biologen tot een creatieve en natuurvriendelijke oplossing. Veen of turf dat elders moest wijken voor onder andere de fundering van de sluizen, werd naar de uitgegraven percelen vervoerd. Het INBO onderzoekt of hier een elzenbroekbos kan groeien.


Infokeet open Normaal gezien is de werf verboden terrein, maar op 10 oktober kwamen meer dan 300 nieuwsgierigen naar de infrastructuurwerken kijken. In de infokeet werden de plannen toegelicht aan de hand van een presentatie en projectfilm. De belangrijkste bouwstenen (de overloopdijk, de ringdijk en de in- en uitwateringsconstructies) waren voor één dag toegankelijk. Ook doorheen het jaar werd de Kruibekenaar geïnformeerd met een driemaandelijkse nieuwsbrief.

Duurzame recreatie Eind 2009 stapte het ANB samen met W&Z, Nationaal Park de Biesbosch in Nederland en National Park The Broads in Engeland in het Europese uitwisselingsproject STEP (Sustainable Tourism in Estuary Parks) om een duurzame recreatie uit te bouwen in deze unieke getijdengebieden. Tegelijk wordt met internationale knowhow bekeken hoe plaatselijke verenigingen, organisaties en bedrijven een rol kunnen spelen in de toeristische omkadering van het project.

© Danni Elskens

Meer info: www.sigmaplan.be/kbr

57

Broedvogels in de Sigmagebieden in kaart gebracht Het Sigmaplan heeft een dubbele doelstelling. Het moet enerzijds de veiligheid tegen overstromingen in het Schelde-estuarium verzekeren en anderzijds ook de ecologische instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) die voor het estuarium en de vallei zijn vastgelegd mee helpen realiseren. De doelstellingen voor broedvogels zijn voor een aantal soorten overigens behoorlijk ambitieus. Zo moet er binnen de Zeescheldevallei (inclusief zijrivieren) voldoende ruimte en geschikte habitat gecreëerd worden binnen strikt beschermde natuurgebieden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor 550 koppels blauwborst, 50 koppels bruine kiekendief, 100 koppels baardmannetje, maar ook voor 40 koppels kwartelkoning, 40 koppels porseleinhoen, 40 koppels paapje en zelfs 60 koppels purperreiger. In dit kader worden alle projectgebieden van het Sigmaplan geïnventariseerd op broedvogels. De broedvogelkarteringen worden uitgevoerd of gecoördineerd door wetenschappers van het ANB en het INBO. Het is de bedoeling om het broedvogelbestand vóór en ná de inrichting van de natuurgebieden te bepalen om na te gaan of de natuurin-

richting van het Sigmaplan effectief bijdraagt aan de doelstellingen. Met andere woorden, om na te gaan of de soorten de gecreëerde ruimte en leefgebieden ook effectief gebruiken.


Š Marc De Vos

Oost-Vlaanderen

58


Nieuwe start voor het Kluisbos In 2009 kreeg het Kluisbos in de Vlaamse Ardennen een complete make-over. Zo voerde het ANB er - in overeenstemming met het goedgekeurde beheerplan, opgemaakt volgens de criteria van duurzaam bosbeheer - een aantal dunningen uit. Deze ingreep was noodzakelijk om het Kluisbos een duurzame toekomst te geven. De beuken van het Kluisbos zijn immers ongeveer allemaal even oud. Binnenkort zullen deze bomen aftakelen en krijgen ze rotte plekken in hun kern. Door nu dunningen uit te voeren, kunnen andere boomsoorten en struiken zich hier al vestigen. Daarenboven verteren de bladeren van de beuk moeilijk, waardoor de bodem sterk verzuurt. Slechts enkele plantensoorten kunnen in deze zure bodem overleven. Dankzij deze ingreep zal op termijn een bloeiende kruidlaag met voorjaarsbloeiers tot stand komen. Op enkele plaatsen werd er intensiever gedund, zodat hier een bosrand kan ontstaan. Openstellingsplan

© Griet Buyse

Het Kluisbos lokt – ook al door de aanwezigheid van het recreatieoord in de buurt – bijzonder veel bezoekers. De oorspronkelijke inrichting was niet langer in staat om de talloze natuurliefhebbers op te vangen. Daarom sloegen het ANB en de gemeente Kluisbergen de handen in elkaar om een gemeenschappelijk openstellingsplan op te maken voor het deel van het Kluisbos dat ze samen in eigendom hebben (respectievelijk 35 hectare en

59

110 hectare). Dankzij intensief overleg met BLOSO, Toerisme Vlaamse Ardennen, buurtbewoners en trouwe bezoekers van het Kluisbos vond het ANB een duurzame en leefbare oplossing voor alle gebruikers (wandelaars, mountainbikers, ruiters). Dit leidde uiteindelijk tot uniform bewegwijzerde wandel-, mountainbike- en ruiterpaden, die bovendien naadloos aansluiten op de routes van het Kluisbos in Wallonië. Tegelijkertijd werd ook werk gemaakt van infoborden en een folder.

Samen met Regionaal Landschap In de zomer van 2009 stampte het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen in het Kluisbos een nieuwe speelzone uit de grond. Eddy Raepsaet, voorzitter van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen is fier op ‘zijn’ mannen die instonden voor de aanleg van de speelzone. “Alle speeltuigen zijn vervaardigd met hout uit het Kluisbos zelf, met hout dus dat op een duurzame manier werd ontgonnen. Die speeltuigen werden niet vervaardigd volgens ingewikkelde plannen maar volgens de ideeën van onze arbeiders. Naast speeltuigen in hout liggen hier ook nog losse stukken hout. Met dit hout kunnen de kinderen zelf aan de slag en kunnen ze hun eigen kamp maken of nieuwe speeltoestellen bouwen.” Om de kinderen te tonen van wat wel en niet mag in het bos, werden kindvriendelijke toegankelijkheidsborden voorgesteld waarop bosdieren de nodige richtlijnen verschaffen om het bos intact te houden. Ontdek op www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen) wat er allemaal te beleven valt in het Kluisbos


IJspret op de Kraenepoel Als koning winter zijn intrede doet, is de Kraenepoel in Aalter keer op keer één van de eerste waterplassen in het noorden van Vlaanderen die volledig dichtvriest. Van heinde en ver komen mensen dan massaal naar deze Europees beschermde waterplas om er hun schaatsen aan te binden. Draaiboek Schaatsen

© Gemeente Aalter

Het zuidelijke deel van de Kraenepoel is eigendom van het ANB en de gemeente Aalter. Het noordelijk deel is privé-eigendom. Al deze partijen zijn vertegenwoordigd in een commissie (met daarnaast ook de cel Ruimte en Erfgoed van de provincie OostVlaanderen, Natuurpunt en buurtbewoners) die het beheer van deze voedselarme en structuurrijke waterplas ter harte neemt.

60

De commissie nam begin 2009 het initiatief om een gemeenschappelijk Draaiboek Schaatsen uit te werken. Want plots is de winter in het land, loopt iedereen storm om te schaatsen en dan is het bijzonder moeilijk om alles nog in goede (schaats)banen te krijgen. Nu geeft dit draaiboek klaar en duidelijk aan wie wat moet doen en wanneer.

Met respect voor natuur Zodra de temperatuur onder nul duikt, controleren ijsmeesters of de brandweer de dikte van het ijs. Wanneer het ijs 10 à 12 centimeter dik is, kan de ijspret beginnen. Zolang dit niet het geval is, wijst een elektronisch infobord van de lokale politie ter plekke op het schaatsverbod. Als schaatsen toegelaten wordt, laat de gemeente in de aanpalende (smalle) straat het verkeer slechts in één richting toe en wordt het autoverkeer naar verschillende tijdelijke parkings geleid. Linten, dranghekkens en een loper brengen de schaatsers ‘op het juiste pad’ en leiden ze zo naar de schaats-

vlakte. Zo wordt vermeden dat schaatsers zich via de oevers op het ijs begeven en de bodem beschadigen.

Geslaagd met onderscheiding Vrijwillige ijsmeesters houden constant een oogje in het zeil. Vooraf vegen ze een lange en een korte ijspiste en voorzien ze ook een plek om ijshockey te spelen. Ze zien ook toe of iedereen zich aan de spelregels houdt – zo mogen sleeën en kinderwagens wel op het ijs, maar fietsen niet en maken hierbij dankbaar gebruik van het infobord aan de toegang die de schaatsers wijzen op wat mag en wat niet. In de winter 2009-2010 doorstond dit Draaiboek Schaatsen met glans zijn vuurdoop. Dat is alvast goed nieuws voor de Kraenepoel, maar ook de schaatsers waren in hun nopjes met de efficiëntere organisatie (parkeergeleiding, toiletten, afvalkorven, toezicht ...). Meteen levert deze aanpak ook het levende bewijs dat beschermde natuur en (veilige) ijspret elkaar niet in de weg hoeven te staan.


© Danni Elskens

De handhavingscampagnes in Oost-Vlaanderen Het Handhavingsplan 2009 van de Natuurinspectie legt een aantal prioriteiten vast op het vlak van toezicht en opsporing. De planmatige aanpak van de handhaving staat hierin centraal. Elke provincie maakt bij het begin van het jaar een uitvoeringsplan op voor de campagnes op het terrein. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgevoerde campagnes in het kader van toezicht en opsporing door de Natuurinspectie Oost-Vlaanderen. Aantal uitgevoerde georganiseerde acties in het kader van het toezicht en opsporing in 2009 Aard van de georganiseerde actie Toezicht Opsporing 1. Jachtcontrole 3 6 (stroperij, uitzetten van wild) 2. Roofvogelvergiftiging 0 2 3. Illegale vogelvangst 1 3 4. Illegale vogelhandel 2 5 1 0 6. Regio Schelde-estuarium: controleacties naar illegale palingfuiken Durme (Hamme) 2 0 7. Controle op de aanwezigheid van illegale palingfuiken: Leopoldskanaal en Krekengebied 8. Algemene controle van recreatieve hengelaars. Vissen in gesloten tijd en ’s nachts Controle in knelpuntregio’s Dender, Berlarebroek, Melkader 9. Controle op georganiseerde recreatieve organisaties: Lozerbos en Kluisbergen 10. Controle wildcrossers en quads Linkerscheldeoever Totaal De campagnes in het kader van het toezicht gebeuren hoofdzakelijk tijdens het weekend en zijn vooral preventief. Ze zijn bedoeld om toezicht te houden op recreatieve activiteiten zoals vissen en jagen en op georganiseerde recreatie in bos- en natuurgebieden.

Ondersteuning

61

Om jachtdelicten en misdrijven op het gebied van vogelhandel en vogelvangst op te sporen is een goede voorbereiding cruciaal. Verschillende opsporingsacties nemen verschillende dagen in beslag en zijn dikwijls het gevolg van jaren gegevens verzamelen.

Totaal acties 9 2 4 7 1

2

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), voornamelijk voor afvalstorten in speciale beschermingszones. Er werden in 2009 36 prioritaire campagnes uitgevoerd. Deze resulteerden in meer dan 40 processen-verbaal. De Natuurinspectie in Oost-Vlaanderen was vooral succesvol op het vlak van de opsporing en/of controle van: - verboden tuigen waaronder de vossenklemmen; - spreeuwenvangsten in het noorden van de provincie; - roofvogelvervolging; - vogelhandel; - afvalstorten in speciale beschermingszones; - de vernietiging van kleine landschapselementen door overvloedig gebruik van herbiciden.

Dagelijkse bijsturing

3

0

3

5

0

5

1

1

2

1

0

1

19

17

36

Meestal staan hiervoor drie Natuurinspecteurs in, soms uitgebreid met of onder leiding van gespecialiseerde diensten. Zo geeft de lokale politie ondersteuning bij acties rond stroperij, nemen de federale recherchediensten het voortouw in het geval van internationale roofvogelhandel en begeleiden de diensten van het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) de Natuurinspecteurs bij de controle van vogelhouders en dierenhandelszaken. Soms wordt ook een beroep gedaan op de bouwinspectie van het departement Ruimtelijke Ordening, Woningbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) en de

Acties die voorzien zijn in het Handhavingsplan, moeten soms wijken voor de opsporing van gemelde delicten. De planmatige aanpak vraagt dan ook de nodige soepelheid en bijsturing in functie van wat zich dagelijks aandient. In 2009 werden daardoor minder acties uitgevoerd rond de illegale visserij in de Zeeschelde, die nochtans de vorige jaren steeds hoog op de agenda stond. Anderzijds is de doorgedreven aanpak van bepaalde overtredingen die doorheen het jaar worden gemeld, vaak een garantie dat in de daaropvolgende jaren het aantal meldingen gevoelig lager ligt. Blijvende aandachtspunten voor de Natuurinspectie zijn het gebruik van verboden tuigen in het buitengebied, de frequente uitzettingen van fazanten en het vernietigen van kleine landschapselementen.

Op www.natuurenbos.be (Rubriek Thema’s > Natuurinspectie) kom je meer te weten over de natuurhandhaving


© Tom Linster

Een eerste evaluatie van de dispatching in 2009 Voor al wie vragen of opmerkingen had over de handhaving, was het ANB in 2009 steeds telefonisch bereikbaar tussen 6 uur ’s ochtends en 22 uur ’s avonds, zowel op weekdagen als tijdens het weekend. Voor het startjaar 2009 werden de celverantwoordelijken Natuurinspectie (CVNI) aangewezen als dispatcher. In de praktijk heeft elke provinciale celverantwoordelijke de dispatchingtaak in zijn eigen provincie opgenomen. Tijdens vakantieperiodes werd die taak in onderling overleg opgenomen door een CVNI van een buurprovincie. Over heel Vlaanderen werden 129 meldingen geregistreerd. In bepaalde periode zijn er beduidend meer meldingen binnengekomen, zoals in het begin van het jachtseizoen, tijdens een duivenweekend, de opening van het visseizoen …

Oost-Vlaanderen nader belicht

62

Oost-Vlaanderen was goed voor 43 meldingen. Dat kon gaan van de melding dat een levende buizerd gevangen zat in een draad, over een sperwer die via de voordeur in de woonkamer terecht was gekomen, tot de melding van een dolfijn in de Schelde in Verrebroek … Voor tien meldingen, voornamelijk over vogels was een directe

interventie noodzakelijk: daarbij werd het Vlaams Opvang Centrum (VOC) ingeschakeld om de dieren uit hun benarde situatie te bevrijden. Tweemaal kwam er melding van uitgebroken dieren uit domeinen. Om veiligheidsreden was ook hier een direct optreden nodig. Nu het ANB voortdurend bereikbaar is, neemt de kans om het probleem snel en doeltreffend op te lossen, fors toe. Toch behoren niet alle meldingen die het ANB bereiken tot het takenpakket van de Natuurinspectie.

Eerste stap richting interventie Verschillende meldingen (33) die de Natuurinspectie aanbelangen, vroegen geen directe interventie. De burger wilt enkel gehoord worden en vraagt informatie of een bepaalde activiteit al dan niet mag, zoals jagen tijdens bepaalde periodes of vissen langs specifieke waterlopen. Er kwam ook een aantal meldingen bin-

nen van delicten die nog maar net hadden plaatsgevonden zoals de vergiftiging van een buizerd, de vernietiging van een klein landschapselement, het overdadig gebruik van herbiciden langs waterlopen, de omzettingen van graslanden. Deze meldingen worden na het weekend tijdens de reguliere diensten van de Natuurinspectie behandeld. In een aantal gevallen zijn de overtredingen zoals het kappen van bomen, jagen op andermans grond, vangen van vogels nog bezig terwijl de melding het ANB bereikt. Indien mogelijk wordt de weekendploeg dan ter plaatse gestuurd om de vaststellingen te doen.

Dispatching scoort De CVNI beoordelen het permanentiesysteem over het algemeen positief. Het permanentiesysteem is belangrijk voor de klantvriendelijkheid en bereikbaarheid van het ANB. Meestal zijn de meldingen niet dringend en behoren ze niet tot het takenpakket van de Natuurinspectie. Het verwijzen naar andere actoren zoals de VOC is bijzonder nuttig gebleken. Zwaktes van het huidige systeem zijn dat het oproepnummer niet voldoende gekend is, en de beperkte mogelijkheden van het ANB om snel op te treden.


© ANB

Natuurrichtplan Dendervallei goedgekeurd B

©

Hilde Crevits, voormalig minister van Natuur en Leefmilieu, heeft op 14 mei 2009 het natuurrichtplan Dendervallei tussen de gewestgrens en Ninove evenals het Raspaillebos en Geitebos definitief vastgesteld. In het kader hiervan organiseerde het ANB in samenwerking met de gemeenten Ninove, Galmaarden en Geraardsbergen drie informatiemomenten. In totaal daagden een 120-tal geïnteresseerden op. Tijdens het openbaar onderzoek maakten enkele landbouwers en bezorgde inwoners een aantal bezwaren. Aan de hand van bepaalde opmerkingen werd het plan nog aangepast. Dit natuurrichtplan vormt de leidraad voor het toekomstige beheer, de inrichting van dit gebied, en de vergunningsverlening. Met dit plan nodigt de Vlaamse overheid de verschillende eigenaars en beheerders uit om zich bij deze gebiedsvisie aan te sluiten. Enkel als iedereen samenwerkt, is het mogelijk om dit prachtige landschap in stand te houden en werk te maken van méér biodiversiteit in de Dendervallei.

Duwtje in de rug Om een aantal doelstellingen uit dit natuurrichtplan op het terrein te ondersteunen, zal het ANB starten met een onderzoek naar de haalbaarheid van twee natuurinrichtingsprojecten: één project speelt zich af ter hoogte van De Nuchten, Gemene Meers en Lestpolder; het ander project in de Europees beschermde gebieden van het Boelare-, Raspaille- en Geitebos.

63

In deze natuurinrichtingsprojecten staat het herstellen, ontwikkelen of behouden van waardevolle natuur via inrichtingswerken, centraal. Beide projecten hebben als doel om zowel het herstel van Europees beschermde soorten en natuurtypes mogelijk te maken (volgens de instandhoudingsdoelstellingen) als om een leefbaar toekomstperspectief voor de landbouwers in de streek te garanderen.

AN

Natuurinrichtingsprojecten voeren het natuurrichtplan uit Het natuurrichtplan valt uiteen in twee grote delen. Het behoud en herstel van het typische landschap langs de Dender is het streefdoel van het eerste natuurinrichtingsproject. Dat landschap bestaat uit open tot halfopen vochtige weilanden (bijvoorbeeld in Schendelbeke, Pollare en de Nuchten). Her en der geven hagen, bomenrijen en bosjes langs weilanden het landschap een meer gesloten karakter zoals in de Boelaremeersen. De landbouw blijft een belangrijke rol spelen om dit meersenlandschap in stand te houden. Ook populierenbossen behouden hun plek in het landschap. Op heel wat natte plekken in de vallei (bijvoorbeeld de kom van de Nuchten) gaat echter de voorkeur naar de ontwikkeling van natte broekbossen met zwarte els. Dit waardevolle bostype is de laatste eeuw sterk achteruitgegaan. Het natuurrichtplan besteedt ook aandacht aan het behoud en de ontwikkeling van de kasteelparken als cultuurhistorische stapstenen. In de bossen op de heuvels streeft het natuurrichtplan met een tweede natuurinrichtingsproject naar bos met een hoge natuurkwaliteit. Hagen en houtkanten kunnen de versnipperde bossen opnieuw met elkaar verbinden. Op lange termijn wordt waar mogelijk gestreefd naar bosuitbreiding.


Het Parkbos, een vijfsterrenbos Sinds juli 2007 coördineert het projectbureau Parkbos de werkzaamheden van het ANB, de VLM, de provincie OostVlaanderen, stad Gent en de gemeenten De Pinte en SintMartens-Latem. Dat moet leiden tot de voltooiing van het Parkbos tot een multifunctionele groenpool in het zuiden van Gent. Natuur en landbouw hand in hand Een belangrijke realisatie hierbij is de ondertekening van het landbouwprotocol op 29 april 2009. Naast 340 hectare oud en nieuw bos en 200 hectare park- en natuurgebied is er in het Parkbos immers ook ruimte voorzien voor 500 hectare duurzame landbouw. Dit protocol, uitgewerkt door de VLM, in nauw overleg met het ANB en de werkgroep ‘duurzame landbouw’, wil landbouwbedrijven in het Parkbosgebied alle kansen geven voor een duurzame bedrijfsvoering. Dit protocol reikt verschillende oplossingen aan zoals het aanbieden van ruilgronden, het inschakelen van landbouwers bij onderhoudsen beheerswerken, het uitwerken van

overgangsmaatregelen, en het faciliteren van omschakelingen en innovaties op de land- en tuinbouwbedrijven. Ondertussen zijn er in en rond het Parkbos ook al 25 hectare ruilgronden voor de landbouw aangekocht.

Boomplantactie Verder zijn ook al zo’n 30 hectare gronden aangekocht en ingericht overeenkomstig de natuur- of bosbestemming. Zo kon het ANB in maart rekenen op de hulp van 1100 kinderen uit alle scholen van de gemeente Sint-Martens-Latem om het Neckersbosje langs de Hooglatembeek aan te planten.

Via groenas het Parkbos in Een van de sleutelprojecten voor de groenpool is de realisatie van een groenas langs de oude spoorweg Gent - De Pinte. Zo’n groenas is een lang smal park voorzien van een wandel- en fietspad, dat de schakel vormt tussen de stadskern en de meer landelijk groene gebieden. Via de groenassen liften de Gentenaars rechtstreeks het Parkbos in. Bovendien staat deze groenas voor de

fietsende werk- en schoolpendelaars garant voor een veilige verplaatsing van en naar de woongebieden ten zuiden van Gent. De realisatie van deze langzame verkeersverbinding moet echter twee barrières overbruggen, met name de E40 en de Ringvaart/R4 overbruggen. Het Vlaamse Gewest, de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Gent en de gemeenten De Pinte en Sint-Martens-Latem hebben alvast in een formele overeenkomst de verdere werkwijze, de rol en de financiële bijdrage van elke partner vastgelegd.

Veelbelovend begin Tijdens de Week van het Bos kwamen ruim 700 mensen opdagen om - naar de formule van het televisieprogramma Fata Morgana het Parkbos tot een vijfsterrenbos te dopen. Op dit evenement oogstte de première van de Parkbosfilm niets dan lovende commentaren.

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen via www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > Parkbos)

rpe

e

nn

©

64

Ha

n Va

© Hannelore Vandorpe

do

e lor


© Patrick Verheye

Het Stropersbos in een nieuw kleedje

Dankzij een natuurinrichtingsproject, dat later opgevolgd en versterkt werd door een Europees Life-project, onderging het Stropersbos in het Waasland het voorbije jaar een ware gedaantewisseling. Na de werken kwamen op 15 november 2009 zo’n 800 bezoekers een kijkje nemen in het vernieuwde bos. En op dit gesmaakte evenement, met toneeltjes in het bos, kon iedereen zien dat er het voorbije jaar niet op een inspanning meer of minder is gekeken ... Stropersbos kan met propere lei beginnen

65

Vroeger was het Stropersbos een mozaïek van waardevolle biotopen zoals elzenbroekbossen, heide en zeldzame heischrale graslanden. Met het natuurinrichtings- en LIFE-project gaven het ANB en de VLM deze typische habitats opnieuw de kans om zich optimaal te ontwikkelen. In 2009 werden de laatste percelen in het noorden van het bos geplagd. Hierdoor kregen de zaden van de heide, die zich in de bodem schuil houden, opnieuw de kans om te groeien en te bloeien. Verder werden langs de Linie en de Maatbeek vistrappen en dammetjes aangelegd, die het water tijdens de zomer langer in het gebied ophouden. Hierdoor

kunnen waardevolle elzenbroekbossen zich opnieuw ten volle ontwikkelen.

Historische verdedigingswal Niet alleen op landschappelijk, maar ook op cultuurhistorisch gebied heeft het ANB het Stropersbos in ere hersteld. Dankzij het Interreg-IVa project Forten en linies ‘In grensbreed perspectief’ kon ook de Bedmarlinie in zijn oorspronkelijke staat hersteld worden. Deze historische verdedigingswal is in 1701 aangelegd om de grens te beschermen tegen invallen van de Nederlanders. Naar de reconstructie van de Bedmarlinie loopt een pad dat ook voor mindervaliden toegankelijk is.

ye

erhe ck V

©

ri Pat

Voor iedereen Verder kregen de paden, de gebiedstoegangen en de recreatieve infrastructuur een serieuze opknapbeurt. Twee wandellussen laten de bezoekers ten volle genieten van het Stropersbos. Ook de schapen, Gallowayrunderen en Konikpaarden die hier grazen, vormen een extra attractie. Er zijn ook verschillende routes voor ruiters en fietsers voorzien. En niet te vergeten: in het Stropersbos vinden kinderen ook een speelzone waar ze naar hartenlust kunnen ravotten.


66

Š Wilfried Rentmeesters

Limburg


Bosland mag prat gaan op de naam ‘grootste bosgebied van Vlaanderen’. Deze groene long van Noord-Limburg omvat meer dan 6000 hectare bos, verspreid over de gemeenten HechtelEksel, Lommel en Overpelt. De bossen bieden een ruime waaier aan sporten ontspanningsmogelijkheden. Tegen 2012 moet Bosland niet alleen het grootste maar ook het meest kindvriendelijke bos van Vlaanderen worden. De eerste stappen zijn alvast gezet …

Projectvoorstel goedgekeurd Een belangrijke stap is de goedkeuring van het projectvoorstel van Bosland door Vlaams minister van Begroting Philip Muyters. Dat is een erkenning van het bovenlokale en integrale karakter van Bosland en de vernieuwende aanpak op het vlak van functionele verweving, lokale betrokkenheid en samenwerking. Met de subsidie kan Bosland voor de komende drie jaar een projectcoördinator aanstellen en bijkomende initiatieven nemen om de ruimtelijke kwaliteit in het werkingsgebied te verbeteren. Het dossier maakt een onderscheid tussen processen, sleutelsites en sleutellandschappen. De processen hebben betrekking op het verder actualiseren van de structuurvisie voor Bosland en het vertalen van deze visie in ruimtelijke uitvoeringsplannen. De sleutelsites zijn vooral van groot belang voor het ontwikkelen van een kwaliteitsvol onthaal en het geleiden van de bezoekersstromen in het gehele werkingsgebied van Bosland. De sleutellandschappen ten slotte zijn elk op zich unieke deelgebieden die bijdragen tot de identiteit van Bosland als een belangrijk Vlaams open ruimtegebied. Door samen te werken zullen in deze landschappen extra initiatieven genomen worden om de natuur- en landschapswaarden, cultuurhistorische waarden en functionele verankering binnen het gebied te versterken.

Op www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > Bosland) ontdek je het laatste nieuws over Bosland

67

Naar een nog mooier landschap voor de Landcommanderij Alden Biesen De afgelopen jaren lag in de Landcommanderij Alden Biesen de klemtoon vooral op architectuur en cultuur. En dat is niet helemaal terecht, want ook de natuur is hier meer dan het bewonderen waard. Daarom zal in de toekomst het landschap van Alden Biesen meer in de kijker worden gezet. Sinds september is er dan ook gestart met een Harmonisch Park- en Groenbeheerplan waarin alle beschikbare informatie van de landerijen en tuinen gebundeld wordt. Landcommanderij kleurt groen Op dit moment is al een aantal werkzaamheden uitgevoerd. Zo is het herstel van de slotgracht afgerond en is de rode beuk in de Engelse tuin omwille van veiligheidsoverwegingen geruimd. Tijdens de winter werden ook de boomgaarden in ere hersteld met de (her)aanplanting van enkele honderden fruitbomen, historische hagen en dreven. De renovatie van de Engelse tuin staat de komende periode op het programma. Dankzij deze ingrepen zal de uitstraling van dit topdomein nog toenemen en kunnen de bezoekers ook in de toekomst blijven genieten van deze prachtige Vlaamse kasteelsite. Ook de stad Bilzen wil er alles aan doen om van de Landcommanderij een kasteel-, cultuurén parkcentrum te maken met een wijdverspreide uitstraling. De stad zal daarom het beheer van het aanliggende Rentmeesterij afstemmen op dat van Alden Biesen.

In samenwerking met … De kasteelsite Alden Biesen is al jarenlang

in handen van twee agentschappen: aan de ene kant is er het Agentschap voor Facilitair Management, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud en de verdere verfraaiing van het kasteel en de omliggende gebouwen. Aan de andere kant neemt ook het Agentschap Kunsten en Erfgoed cultureel aanbod op zich. Zo organiseert dit agentschap verschillende cultureel getinte activiteiten, zoals de Zomeropera en het Internationaal Vertelfestival. Met het ANB wordt nu een derde agentschap betrokken bij de Landcommanderij Alden Bisen. Het ANB zal er een werkgroep groenbeheer coördineren. Die zal het onderhoud van het park en de omliggende landerijen bestendigen en verder uitwerken. Op 10 juli 2009 werden deze doelstellingen bekrachtigd door de vier partijen. De stad Bilzen, het Agentschap voor Facilitair Management, het Agentschap Kunsten en Erfgoed en het ANB ondertekenden toen een samenwerkingsovereenkomst in Alden Biesen.

© Mathilde Bartels

Bosland erkend als strategisch project


Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip blikt tevreden terug

Voor de bezoekers tekende het ANB in 2009 een gevarieerd en interessant jaarprogramma uit. De activiteitenkalender met 97 activiteiten, waaronder midweekwandelingen, seizoenswandelingen in heel het beekdallandschap, cursussen, beheerswerkdagen, … was het hoogtepunt. Ook de feestelijke seizoensopening op zondag 29 maart met een schaapscheerfeest, het zomerprogramma met een tentoonstelling over ‘zomerse zwaluwen’, een tekenwedstrijd, een fotozoektocht en wekelijkse themawandelingen mogen niet in het rijtje ontbreken. Het standaardaanbod werd ook aangepast op maat van groepen en scholen.

© Shutterstock

Wil je meer weten over Bezoekerscentrum De Watersnip? Ga dan naar www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen)

68

Het ANB en Natuurpunt: een geslaagd team De algemene coördinatie en de financiering van het Bezoekerscentrum is in handen van het ANB. Drie medewerkers van Natuurpunt staan in voor de praktische uitvoering, zoals programma’s uitwerken, reservaties en de inrichting van het centrum opvolgen, evenementen en tentoonstellingen organiseren, de vrijwilligersgroep coachen en wandelingen begeleiden. Ook de begeleiding van de meeste groepen nam Natuur-

© Shutterstock

Bezoekers sensibiliseren en laten kennismaken met de uitzonderlijke natuurwaarden van de Vallei van de Zwarte Beek: het vormt al jaren de belangrijkste reden van bestaan van het Vlaamse Bezoekerscentrum ‘De Watersnip’ in Koersel. Het Bezoekerscentrum is dan ook de ideale uitvalsbasis om één van de grootste, meest gevarieerde en ecologisch waardevolste natuurgebieden van Vlaanderen beter te leren kennen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij, ook in 2009, is de permanente tentoonstelling over het beekdallandschap van de Zwarte Beek en haar bewoners. punt voor zijn rekening. Boswachters en andere medewerkers van het ANB zorgden voor de begeleiding van overheden en militairen. In 2009 bezochten 12 913 mensen het Bezoekerscentrum. Vergeleken met 2008 een lichte daling: het gevolg van het feit dat er het voorbije jaar geen grootschalige evenementen hebben plaatsgevonden. Het aantal individuele bezoekers en klassen blijft stijgen. Dat is positief, aangezien beide een belangrijke doelgroep vormen.

Evolutie van de bezoekersaantallen 1997 - 2009 Totaal 1997

7 585

Individuele bezoekers 2785

Groepsbezoek

Scholen

Wandelaanbod

Evenement

Vorming

1159

1871

100

1608

153

1998

10 456

3 279

1 756

3 273

675

824

358

1999

12 073

3 704

1 729

2 834

724

2 743

175

2000

7 778

2 415

1 355

2 052

650

1 050

246

2001

8 642

2 292

1 922

1 744

553

1 742

389

2002

7 707

2 555

2 261

1 227

764

766

134

2003

10 337

2 897

1 934

1 636

749

2 946

175

2004

10 695

3 151

1 653

2 509

1 108

2 190

84

2005

12 183

3 566

1 862

2 048

1 106

3 264

337

2006

12 996

3 964

2 838

2 730

1 145

1 214

2007

14 033

4 662

2 770

2 742

1 211

1 570

2008

13 139

4 551

2 069

2 254

1 127

2 131

2009

12 913

4 799

1 908

3 179

1 114

957

Overleg

361

744

539

539

410

586

368

588


Natuurherstel in de Hoge Kempen In het natuurrichtplan Hoge Kempen stond het afgelopen jaar de fase van de uitvoering centraal. In de Hoge Kempen hebben dan ook heel wat natuurorganisaties samen met het ANB de handen uit de mouwen gestoken. Dunnen om te groeien

Maaibeheer Niet alleen bos, ook grasland vormde het decor voor heel wat werkzaamheden. Zo heeft het ANB in de regio Hoge Kempen in 2009 ruim 60 hectare gemaaid en laat het 36 hectare (Duivelsberg, Ziepbeek, Asbroek, Kikbeekbron) door paarden en runderen begrazen. Bijzondere aandacht ging naar het maaibeheer van de bermen langs het vliegveld van het militaire domein van Wiemesmeer. Hier bevindt zich één van de laatste populaties van veldparelmoervlinder. In het militaire domein heeft het ANB ruim 30 hectare bermen in beheer. In de heidegebieden van de Hoge Kempen werd 27 hectare beheerd, deels in eigen regie, deels via het heidebestek. In het gebied Klaverberg tot slot, dat tot de gemeentebossen van As behoort, stond heideherstel centraal. Dennenopslag werd gekapt en over een oppervlakte van twee hectare werden vergraste heidepercelen geplagd. In samenwerking met de stad Genk is het ANB hier gestart met een begrazingsproject.

69

Ontdek op www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > NP Hoge Kempen) de laatste ontwikkelingen

© Paul Princen

Zo werden onder meer in en nabij de Vallei van de Zijpbeek, in het domeinbos Heiweek en de bossen van de gemeente Dilsen bomen gekapt. Voornamelijk naaldbomen en exoten zoals de Amerikaanse vogelkers moesten de duimen leggen. Hierdoor krijgen voortaan het loofbos, de heide en de moerasvegetaties in deze gebieden meer kans om zich te ontwikkelen. Nabij de Gaarvijver is er ook een moeraszone aangelegd, die voor tal van zeldzame dieren zoals de speerwaterjuffer een geschikte biotoop vormt. Maar er zijn niet alleen bomen gekapt in de Hoge Kempen, er is ook heel wat hectare bos bijgeplant, zoals in Aertshouw, in het Drie Beukenbos en in Meeswijk in de Maasvallei.

Beekherstel op de Jeker in Tongeren-Lauw De voorbije jaren kregen de inwoners van de Tongerse deelgemeente Lauw regelmatig te kampen met overstromingen. De aanleg van een wachtbekken stroomopwaarts de Jeker moet dit probleem in de toekomst verhelpen. Dat wachtbekken zal gebouwd worden in een waardevol natuurgebied. Om de natuur te beschermen, zijn er dan ook milderende maatregelen uitgevoerd. Die moeten het unieke vallei-ecosysteem van de Jeker garanderen. Daarom heeft het ANB in samenwerking met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een goede uitgangssituatie voor natuurontwikkeling gecreëerd door de structuurkwaliteit van de waterloop te verhogen en de natuurlijke relatie tussen de waterloop en de vallei te herstellen. De voornaamste ingreep bestond uit het verlagen en het herprofileren van de oevers van de Jeker. Er werden ook waterkeerkrib-

ben geplaatst, om voor differentiatie in de stroming te zorgen. Door de opgehoogde oeverwallen te verwijderen, kan de Jeker zich beter integreren in het omliggende landschap. Van de gelegenheid werd ook gebruikgemaakt om een aantal poelen te graven om de kamsalamander alle kansen te bieden. Naast een groot aantal knotwilgen werden ook enkele waardevolle knotessen gesnoeid. De inrichtingswerken streven naar een verbeterde leefomgeving voor Europese Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten. Of de ecologische potenties optimaal benut werden, zal blijken uit de monitoringresultaten.


Bosplantactie in speelbos Kermisveldje

Voor het ANB is het verwerven van grond een belangrijke doelstelling. Het is dan ook al enkele jaren druk in de weer om grond te verwerven in een uitgestrekt boscomplex ten zuidwesten van de Herkrodeabdij. Momenteel heeft het ANB hier al ongeveer 130 hectaren in eigendom. In de toekomst zal het ANB proberen om nog aansluitende bosuitbreidingsoppervlakten te realiseren. Dat kadert in de plannen om er samen met de stad Hasselt een stadsbos te realiseren, dat het nu al aantrekkelijke groene gebied in de rand nog zal versterken. 16 000 bomen

In het kader hiervan vond er op 7 maart 2009 een bosplantactie plaats in Runkst. Vanaf 14 u kwamen meer dan 265 kinderen, leden van acht jeugdbewegingen, het terrein opgestormd. Ook de

Life-project DANAH succesvol afgerond Sinds 2004 leveren het ministerie van Defensie en het ANB grote inspanningen op 12 Vlaamse militaire domeinen in het kader van het door Europa ondersteunde Life-project DANAH. In 2009 werd dit project grotendeels afgerond. De resultaten na vijf jaar zijn gerust uitzonderlijk te noemen. Over niet minder dan 4 000 hectare, verspreid over 12 militaire domeinen in Vlaamse NATURA 2000-gebieden, werd de natuur hersteld. Het Life-project DANAH was hiermee het grootste natuurherstelproject in de hele Europese Unie. De herstelwerkzaamheden waren erg divers en hadden tot doel het enorme natuurpotentieel op de militaire domeinen volledig te doen ontluiken. Voornamelijk het herstel van heidelandschappen stond centraal. Laatste loodjes Het jaar 2009 was dan wel officieel het laatste projectjaar, toch was er op sommige militaire domeinen nog veel op te knappen. Vooral op de militaire domeinen Kamp Beverlo en de schietvelden van Kamp Brasschaat wachtten begin 2009 nog meer dan 300 hectare heide op herstel en moest het ANB nog 43 hectare plaggen. Een andere nog af te werken opdracht was de bestrijding van de Amerikaanse vogelkers; een taak die zich in totaal uitstrekte over maar liefst 1 526 hectare. Hoewel begin 2009 het grootste deel van deze klus geklaard was, stond er op Kamp Beverlo nog 342 hectare

kindergemeenteraad was present. In ludiek spel met heksen en kabouters ongeveer 16 000 bomen (essen, beuken, lorken, hazelaars, ‌) geplant.

70

Š Dominique Canniere

totaal hebben ze in de vorm van een

nabehandeling op het programma. Het verwijderen van Amerikaanse vogelkers verloopt immers gefaseerd. Na de hoofdbehandeling in het ene jaar, worden in het daaropvolgende jaar de hardnekkige zaailingen verwijderd. In de andere projectgebieden werden de opdrachten, die de voorbije jaren door het slechte weer niet konden worden voltooid, afgerond. Vooral het herstel van het ven Diepgoor op Tielenkamp in Kasterlee verdiende nog bijzondere aandacht. Op www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > DANAH) staat alle informatie gebundeld


Mooie resultaten

© Johan Vanswijgenhoven

De balans op het einde van 2009 is ronduit positief. Het gros van het natuurherstel is volledig gerealiseerd. De resultaten op het terrein ogen indrukwekkend en doen dagdromen over hoe het landschap er binnen enkele jaren uit zal zien. De heideherstelwerkzaamheden op de schietvelden van Kamp Brasschaat en het venherstel in Tielenkamp konden omwille van overmacht nog niet volledig afgerond worden. Zo zorgde onder meer het faillissement van een hoofdaannemer voor een aanzienlijke vertraging. Ook naast het terrein werden grootse resultaten geboekt. Defensie en het ANB werkten in 2009 beter dan ooit samen en goten hun gezamenlijk visie in richt- en beheerplannen. Na vijf jaar onderhandelen beschikken de projectpartners vandaag over instrumenten die een duurzaam beheer van 9 400 hectare militaire domein mogelijk maken. Militair en ecologisch beheer zijn daarbij harmonisch op elkaar afgestemd. De ecologische prioriteiten werden in beeld gebracht en vertaald. Het toekomstige beheer is voor een periode van zevenentwintig jaar uitgestippeld in de beheerplannen. Hierdoor kan Defensie de militaire gebieden volop blijven gebruiken, zonder dat de fauna en flora daaronder lijden. De terreinbeheerders van zowel Defen-

71

sie als het ANB kunnen de afspraken in de beheerplannen te allen tijde raadplegen via een geografische informatietool. Deze GIStool werd het afgelopen jaar gerealiseerd en is ook geïntegreerd in ‘ANB in kaart’.

Het ANB en Defensie reiken de handen Van 18 tot 20 mei 2009 organiseerden Defensie en het ANB in het kader van DANAH de internationale studiedag ‘NATURE in DEFENCE: back to life, after LIFE’. De studiedag ging door in de Abdijhoeve van Herkenrode. Het programma bestond uit presentaties, terreinbezoeken en workshops. In totaal werden een 50-tal gasten uit wel 20 verschillende landen ontvangen, met zowel een militaire als ecologisch - wetenschappelijke achtergrond. Daarnaast namen ook 50 medewerkers van het ANB en Defensie deel aan deze conferentie. Liefst 15 buitenlandse sprekers reikten ideeën aan om de samenwerking op een duurzame na de projecttermijn voort te zetten. Lokale besturen en verenigingen uit de omgeving van de militaire domeinen werden evenmin vergeten: tijdens de infosessies kwamen ze meer te weten over de belangrijkste resultaten van het project en kregen ze een zicht op het toekomstige beheer. De leerrijke en informele infosessies waren unieke ontmoetingsmomenten tussen de projectpartners

en de lokale sleutelfiguren uit omliggende gemeenten. Om een succesvol vervolg op het project te garanderen, werden ook milieu- en natuuropleidingen voor het militaire personeel voorbereid. Elke militair krijgt tijdens de basisopleiding een les natuur en milieu. Een film met Carry Goossens leidt de lessen passend in. De film kadert in de campagne ‘Forces in Nature’ waarvoor ook al kaartspelen, een kalender en T-shirts werden gemaakt. Op het Italiaanse militaire filmfestival ‘Eserciti e Popoli’ sleepte deze film in november 2009 de eerste prijs weg in de categorie ‘Natuur en milieu’.

Toekomst verzekerd De Europese Commissie ging DANAH steeds meer als een na te volgen voorbeeld beschouwen voor andere Europese lidstaten: om via samenwerkingsprojecten het NATURA 2000-netwerk vorm te geven. Dat is meteen een belangrijke reden waarom de Europese Commissie de resterende werken zo graag wil afgewerkt zien. Enkel en alleen voor de werken in Brasschaat en Tielenkamp werd eind 2009 een verlenging van zes maanden toegestaan. Deze werken zijn beëindigd voor het broedseizoen van start ging. De inspanningen van Defensie en het ANB mikten steeds op duurzame resultaten. Het Life-project is dan ook een goede voorbereiding op een geslaagde en duurzame samenwerking tussen beide overheden morgen. Binnen het project waren er tijdelijk meer middelen, personeel en tijd ter beschikking om het achterstallige beheer op het terrein weg te werken en om de militaire en ecologische noden op een duurzame en realistische manier te integreren. Eind 2009 - op enkele nog te beëindigen werken na - was het moment gekomen om de fakkel door te geven aan de protocolpartners. Defensie en het ANB zullen blijven samenwerken via de gewestelijke en lokale commissies voor natuur- en bosbeheer, die via de protocolovereenkomst geïnstalleerd werden. Een heuse inhaaloperatie op het terrein zorgde voor een prima uitgangssituatie voor een realistisch en duurzaam beheer, de plannen leggen de basis voor de integratie van militaire en ecologische noden.


Š Tom Linster

West-Vlaanderen

72


73

Voor iedereen wat wils

‘Onze Kust Anders Bekeken’

Niet toevallig was 2009 een recordjaar: het Bezoekerscentrum De Nachtegaal mocht maar liefst 61 861 bezoekers verwelkomen. Zowel groepen toeristen als scholen en gezinnen met kinderen vonden gretig hun weg naar De Nachtegaal. Zowel voor de kenner als de natuurliefhebber geeft De Nachtegaal informatie op maat. De Nachtegaal is bovendien het uitgelezen vertrekpunt voor een betoverende wandeling in en rond de mooie natuur aan de Westkust. Bezoekers kunnen verschillende wandel- en fietsroutes, natuurbrochures en determineerkaarten krijgen aan de balie. Ook de permanente tentoonstelling rond zee, strand en duin trekt heel wat volk. Elk jaar kan je daarnaast verschillende tijdelijke tentoonstellingen bezichtigen. Zo ging er in 2009 het cartoonfestijn door en de fototentoonstelling over het boek ‘Onze kust anders bekeken’.

Dat boek werd op 10 november in het VBNC De Nachtegaal ook officieel voorgesteld. In het boek dompelen zeewetenschapper Jan Seys en fotograaf Misjel Decleer je onder in 25 mysteries van onze kust. Ze nemen je mee op evenveel verrassingstochten langs mosselkweekpercelen op zee, markante gebouwen op de zeedijk en nog zoveel meer. Dit boek is een absolute must voor wie onze kust met andere ogen wil leren bekijken.

Gevarieerd (jaar)programma voor een breed publiek Ook de natuurtuin rond het centrum is de bron van heel wat activiteiten. Hier kan je kennismaken met de biotopen van de kust. Voor gezinnen met kinderen zijn er rugzakken met educatieve opdrachten en een speciale bloemen- en schelpengids. Ook voor scholen en andere groepen stelt De Nachtegaal verschillende leerrijke pakketten ter beschikking.

In samenwerking met ARGUS kon je in 2009 op een smokkelfietstocht. Deze fietstocht van 15 of 28 kilometer brengt de bezoeker langs fossiele duinen en doorheen de Moeren. Voor gezinnen met kinderen werd een rugzak met tal van doe-activiteiten uitgewerkt. Tijdens de zomervakantie was het genieten van een wandelzoektocht die georganiseerd werd in samenwerking met de gemeente De Panne. Deze zoektocht met start en einde aan De Nachtegaal kon meer dan 2000 deelnemers bekoren. Tijdens het eerste weekend van oktober zakten dan weer meer dan 2000 mensen af naar de tweede editie van het Natuurfestival voor een uitgebreid natuurprogramma met een vleugje cultuur. Het boek ‘Onze kust anders bekeken’ kost € 39,50 en kan in de groene winkel van De Nachtegaal aangekocht worden. Een 33tal foto’s uit het boek werden uitvergroot en kregen telkens een korte duiding in een tijdelijke tentoonstelling.

Ontdek op www.natuurenbos.be (Rubriek Projecten > NP Hoge Kempen) de laatste ontwikkelingen

© Marc De Vos

Gelegen tussen verschillende natuurreservaten is het Vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum (VBNC) De Nachtegaal in De Panne de ideale uitvalsbasis om er op uit te trekken in de natuur. Ook in 2009 vormde De Nachtegaal het decor voor heel wat activiteiten.

© Danni Elskens

Bezoekerscentrum De Nachtegaal, de poort tot de natuur aan de (west)kust


Š Danni Elskens

De nieuwe structuur van het ANB blijkt een schot in de roos te zijn voor de cel Natuurinspectie. Een gespecialiseerde cel blijkt veel beter in staat een handhavingsbeleid uit te stippelen en uit te voeren dan vroeger, toen het politionele werk nog een deeltaak was van elke boswachter. De onafhankelijkheid van de cel natuurinspectie leidt ook tot een slagkrachtiger handhaving.

De Natuurinspectie in West-Vlaanderen op koers

Dat blijkt ook uit de cijfers. Hoewel die niet de hele lading dekken, bieden ze wel een objectieve maatstaf. Zo geeft het aantal opgestelde processen-verbaal een beeld van de gepleegde inbreuken op diverse wetgevingen, en toont het aantal kantschriften, uitgevaardigd door de procureurs, de complexiteit aan van de dossiers en de samenwerking met de parketten. Interessant worden cijfers pas echt als ze verzameld worden over meerdere jaren, zodat trends kunnen worden afgeleid.

Internationaal

74

In Vlaanderen werden in 2009 858 aanvankelijke en 374 navolgende processen-verbaal opgemaakt. West-Vlaanderen had daarin een aandeel van 241 aanvankelijke en 107 navolgende.

bewijst dat een volgehouden handhaving het aantal overtredingen doet dalen. Deze cijfers zijn dan ook onontbeerlijk om het handhavingsbeleid te evalueren en eventueel bij te sturen.

Het grootste aandeel handelt over jacht en vogelvangstregelgeving. Een opvallende kentering in de vogelvangstdossiers is de meer gestructureerde aanpak, waarbij netwerken van vangers en verkopers worden aangepakt. Deze aanpak is een stuk efficiĂŤnter dan de ad hocbenadering uit het verleden. Zowel in West- als in Oost Vlaanderen lopen nu dossiers met internationale vertakkingen. In 2009 werden 1020 vogels vrijgelaten of overgebracht naar een vogelopvangcentrum. Daarnaast werden 155 mistnetten, 154 andere vogelvangstnetten en 416 stuks vangstmateriaal allerhande in beslag genomen. Opvallend, maar wel logisch is dat de overtredingen op vogelvangst samenvallen met het trekseizoen.

Voor de bos- en natuurwetgeving is er eveneens een stijging van het aantal processenverbaal vast te stellen in vergelijking met de vorige jaren. Dit komt vooral omdat de bescherming van permanente graslanden hoog op de agenda staat, al moet hier in de toekomst nog zwaar in geĂŻnvesteerd worden. Een van de belangrijkste aandachtspunten vormt de opmaak van een degelijk Vademecum Natuurwetgeving. Het blijkt immers dat door de vele wijzigingen in de uitvoeringsbesluiten de wetgeving zo complex is geworden dat natuurinspecteurs onzeker zijn geworden. Intussen wordt de laatste hand gelegd aan het Vademecum Visserij en het Vademecum Jacht en vogelvangst.

Vademecum in de pijplijn

Samen met politie

In 2009 werden 91 aanvankelijke processenverbaal gemaakt voor visserij. Op 2570 gecontroleerde visverloven betekent dit dat slechts 3,5 % van de vissers in overtreding was. In 2008 werden 2142 vissers gecontroleerd en werden 138 processen-verbaal opgesteld. Dit

Cijfers zeggen niet alles. Zo kan de sterk verbeterde relatie tussen het ANB en de parketten en verschillende politiediensten niet in cijfers worden uitgedrukt. Evenmin is het mogelijk om de sterk doorgedreven rationalisatie en uniformiteit in aanpak en optre-

den in cijfers te vertalen. Overleg tussen de provincies, uitwisseling van informatie en kennis, juridische ondersteuning, een erg performante centrale dienst Natuurinspectie, sterke IT-toepassingen voor de opmaak van processen-verbaal, bestuurlijke maatregelen, aanmaningen, klachten en meldingen: het zijn stuk voor stuk verdiensten van de voorbije twee jaar, waarmee de cel Natuurinspectie kordate stappen richting professionaliteit heeft gezet. De procureurs zijn erg tevreden met de hoge kwaliteit van de processen-verbaal van het ANB, zodat de Natuurinspectie stilaan wordt aangesproken om zaken, ingeleid door de politie, over te nemen, dagvaardingen naar vernieuwde wetgevingen te vertalen en deskundig advies te geven. Het uitgebreide Milieuhandhavingsdecreet, van kracht sinds 25 juni 2009, geeft vleugels aan de natuurinspecteurs, die nu eveneens bestuurlijke handhaving kunnen hanteren. De invoering van dit decreet betekent een flinke stap voorwaarts in de bescherming van natuur en milieu, en stelt paal en perk aan de eerder lage vervolgingsgraad uit het verleden.


Historisch-ecologisch onderzoek in de IJzer-en Handzamevallei In opdracht van het ANB ging Arnout Zwaenepoel van de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) de voorbije twee jaar op de koffie bij tal van oude landbouwers, jagers, vissers, waterbeheerders… in de IJzer- en Handzamevallei. Hij liet hen honderduit vertellen over de goeie oude tijd in de broeken en de veranderingen sinds de Eerste Wereldoorlog in beheer, waterkwaliteit, visstand … Terug naar vroeger Het ANB heeft in dit gebied een aankoopproject lopen. Om de natuur in dit uitgestrekte gebied optimaal te herstellen, is het noodzakelijk te weten hoe het gebied traditioneel beheerd werd en welke natuurwaarden hier vroeger aanwezig waren. De studie van Arnout Zwaenepoel leverde een grote en onschatbare bron van informatie over het reilen en zeilen in de broeken: informatie die heel vaak enkel nog in het geheugen van oudere bewoners aanwezig is. Gecombineerd met archiefonderzoek paste hij alle puzzelstukjes in elkaar zodat het ANB nu een veel beter zicht heeft op hoe dit halfnatuurlijke ecosysteem functioneerde

en geleidelijk is gedegradeerd tijdens de twintigste eeuw. Naast een flink pak leuke anekdotes en prachtige oude foto’s uit fotoalbums van de geïnterviewden, levert deze studie ook tips en aanbevelingen op voor het herstelbeheer.

Onze Vallei van Toen Het Vlaams Bezoekerscentrum (VBC) De Otter besloot, nadat de studie was afgerond, om met deze informatie de boer op te gaan. Het organiseerde vier verschillende winterse vertelavonden in samenwerking met de steden en gemeenten van de IJzeren Handzamevallei. De lezingenreeks kreeg de naam ‘Onze Vallei van Toen’ en werd een grandioos succes. Niet enkel door de hoge opkomst maar ook door de diversiteit in het publiek: zowel natuurliefhebbers en

heemkundigen als landbouwers, waterbeheerders, vissers en jagers vonden de weg naar de culturele centra van de gaststeden en -gemeenten.

Vlaams Bezoekerscentrum De Otter heeft succes En alsof dit niet genoeg is, heeft De Otter een recordjaar achter de rug. Niet minder dan 16 000 bezoekers kwamen langs. Dat betekent een stijging van 84 % ten opzichte van 2008. Daarnaast werd in januari 2009 een officiële samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de verschillende partners in het bezoekerscentrum: het ANB, Natuurpunt en het Regionaal Landschap IJzer & Polder. Hiermee engageren de partners zich om samen de schouders te zetten onder de werking en promotie van het VBC De Otter.

© Inge Mesuere

Leer dit natuurgebied beter kennen op www.natuurenbos.be (Rubriek Domeinen)

75


© VLM © VLM

Meetkerkse Moeren in ere hersteld De Meetkerkse Moeren bestaat uit ongeveer 370 hectare natuurschoon en ligt op het grondgebied van Sint-Andries, Nieuwege (Varsenare) en de lieftallige dorpjes Meetkerke en Houtave. Weilanden, hooilanden en akkers wisselen elkaar af. Hier en daar zijn populierenrijen of kleine bosjes aangeplant. Vooral tijdens de winter zijn de Meetkerkse Moeren meer dan een bezoekje waard: dan gaan ganzen en heel wat weide- en roofvogels er op zoek gaan naar eten. Om dit mooie natuurrijke gebied ook in de toekomst alle kansen te bieden, heeft het ANB (dat 150 hectare in beheer heeft) samen met de VLM van 2001 tot 2009 een natuurinrichtingsproject uitgevoerd. Dat project had tot doel om opnieuw vochtige weiden en hooilanden te creëren en het oorspronkelijke open karakter van het gebied te herstellen. Dat is de beste manier om de talloze zeldzame vogels en planten te beschermen. Sinds de jaren 1980 werd het gebied immers flink ontwaterd, zodat de Meetkerkse Moeren voor een groot deel

76

in cultuurgrasland en akkerland werd omgezet. In het kader van het natuurinrichtingsproject werd lokaal het waterpeil verhoogd met 25 centimeter en de landbouwers vergoed voor het landbouwverlies. Ook werden de karakteristieke ondiepe laantjes opnieuw uitgegraven om de hooilanden vochtig te houden. Bezoekers vinden er typische ‘natte’ planten zoals de egelboterbloem. Er zijn de voorbije jaren zes poelen uitgegraven, een ideale leefomgeving voor kikkers, salamanders en libellen. Rond de betonfabriek,

die aan de rand van het natuurgebied ligt, is een groenbuffer aangelegd. Ook aan de bezoekers is gedacht: via een nieuw wandelpad kunnen zij de Meetkerkse Moeren verkennen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.