Spoorzoeker april 2011

Page 1

Spoor ZoekeR Magazine over het natuurbeleid in Vlaanderen – jaargang 5 – april 2011 – www.natuurenbos.be afgiftekantoor 8400 Oostende - Erkenningsnummer 708746 - PB-nummer 2/111

Het Jaar van de Bossen De natuur als filmdecor: wikken en wegen Het laboratorium van Moeder Natuur Van bits & bytes naar plaggen & kappen De carrièreswitch van Bruno Rutten


Focus Het Internationaal Jaar van de Bossen

©Colin Monteath/AGE Fotostock

inhoud

6

12 De natuur als filmdecor

© Ruud Vangestel

Hoe het ANB omgaat met vragen over filmopnames in haar gebieden

en vogels 28 “Vlinders weten waar het goed is”

© Inverde

Ecologische tuinlessen zitten in de lift

16 20 24 26 30

Van bits & bytes naar plaggen & kappen Het laboratorium van Moeder Natuur Vissen tellen op het Albertkanaal Het Maria Hendrikapark: koningin der parken Ambassadeurs van de heide

RUBRIEKEN

3 18 22 33 4|34

2

Seizoen in beeld Natura 2000 Bossen Buiten Beeld

Ieder zijn lentekriebels In het voorjaar halen de rammelaars alles uit de kast om indruk te maken op het andere geslacht. Staand op hun achterpoten geven deze boksende mannetjeshazen elkaar rake klappen met hun voorpoten. Ook haasje over komt eraan te pas, en wie niet uitkijkt krijgt van zijn belager een harde trap. Virtuoze kickboksers, die hazen …

Groen in de stad? Terwijl ik dit schrijf keren de eerste boerenzwaluwen terug uit hun winterverblijfplaatsen in West- en Centraal Afrika. 19 centimeter groot, 22 gram en een spanwijdte van 33 centimeter. Dit alles volstaat voor het jaarlijks weerkerende huzarenstukje van de natuur: de voorjaarstrek. In de lente ­keren deze trekvogels terug naar hun broedplaatsen. Zo ook in Vlaanderen. En ik weet het ‘één zwaluw maakt de lente niet’, maar toch kan je er prat op gaan dat wanneer de zwaluwen verschijnen onze landschappen en steden weer groener kleuren. Fris groen. Zowel de boerenzwaluw als de huiszwaluw zijn ook om een andere reden fascinerende vogels. Zo wijst de naamgeving op de verwevenheid van deze dieren met die andere diersoort: de mens. En laat dat nu juist essentieel zijn voor het gros van de natuur in Vlaanderen. Vlaanderen is met zijn 6 miljoen inwoners immers mondiaal gezien een middelgrote stad. Een kwart van de Vlamingen woont daadwerkelijk in een stad. Een voldoende reden voor de Vlaamse overheid om in het kader van Vlaanderen In Actie (VIA) plannen te ontrollen om van Vlaanderen een groen en dynamisch stedengewest te maken. Als agentschap hebben we hier, samen met een groeiend aantal partners, een verpletterende verantwoordelijkheid. En voor ons is het duidelijk: ‘Meer groen, ’t zou deugd doen.’ Onder die vlag organiseren we zondag 29 mei de volgende editie van de Dag van het Park. Een dag waarop we hopelijk ook jou samen met tienduizenden andere Vlamingen kunnen laten genieten van groen in de buurt. Hiernaast lanceerden we ook een nieuwe projectoproep bij Vlaamse steden en gemeenten voor groenprojecten met aandacht voor kunst. Hierbij kan het gaan over vernieuwende en kunstzinnige ingrepen in de groene omgeving, maar ook om tijdelijke projecten of een performance. Kortom nieuwe wijzen van kijken naar en genieten van groen. Twee zaken die ook aan bod komen in deze Spoorzoeker. Die, zoals je al gemerkt zult hebben, ook in een nieuw kleedje steekt.

Veel leesplezier. Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur en Bos

Spoorzoeker Kort

Colofon Spoorzoeker is het magazine van het Agentschap voor Natuur en Bos. Verantwoordelijke uitgever en hoofdredacteur: Dirk Bogaert, directeur Communicatie. Redactie: Pantarein. Layout: F-Twee. Redactieadres: Koning Albert II-laan 20 bus 8, B-1000 Brussel, tel. 02 553 81 13, spoorzoeker@vlaanderen.be. Werkten mee aan dit nummer: Dirk Bogaert, Inge Buteneers, Bert De Doncker, Evelien De Munter, Carl De Schepper, Veronique De Smedt, Guy de Veth, Christine Goethals, Dries Gorissen, Filip Hubin, Tom Impens, Els Martens, Wouter Mortier, Katelijne Norga, Marc Punt, Wouter Rombouts, Bruno Rutten, Regine Vanallemeersch, Bernard Van Elegem, Liesbet Van Laer, Wouter Van Lerbergen, Jan Vannoppen, Stijn Verdickt, Patrick Verheye, An Wouters, Rudi Yseboodt. De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van het ANB.


3

Š Vildaphoto

het seizoen in beeld


Kijk eens binnen bij spinnen Waarom zijn zoveel mensen bang bij het zien van een spin? Is spinnenrag echt sterker dan staal? En hoeveel soorten leven er in Vlaanderen? We kennen deze weinig aaibare achtpotigen allemaal, maar eigenlijk weten we er maar bitter weinig over. Wie zijn kennis over spinnen wil bijspijkeren, kan nog tot 1 mei terecht op de spinnententoonstelling in Turnhout. Bezoekers ontdekken er hoe stadsspinnen jagen en zich verdedigen, in welke habitats ze het liefste vertoeven, en … waarom deze diertjes voor de mens zó nuttig zijn. De spinnententoonstelling kwam tot stand met de medewerking van het Ecohuis Antwerpen en de Belgische Arachnologische Vereniging Arabel. De toegang is gratis.

© DeKoloGi

Meer info: Lotte Struyf, Natuurpunt Museum, tel. 014 47 29 55, museum@natuurpunt.be

Spelend het bos in!

© An Wouters

Kinderen houden van zorgeloos ravotten. Dat kan sinds afgelopen winter in het Domeinbos ’t Broek in Willebroek. Geholpen door tientallen kinderhanden heeft het ANB er een tweede speelzone aangelegd. De nieuwe speelplek in het bos is bijna tien voetbalvelden groot. Om het de kinderen naar hun zin te maken, werden grachten en poelen (opnieuw) aangelegd en tal van jonge struiken en bomen geplant. Helemaal op maat van het jonge volkje zijn de berm en speeltunnel, deze laatste mét graffiti. De informatieborden met illustraties van tekenaar Jan Van Lierde maken kinderen en hun

4

ouders attent op wat wel en niet mag in een speelzone en in de natuur erbuiten. Wil je graag een overzichtskaart van alle erkende speelzones in Vlaanderen? Of ben je op zoek naar een kant-en-klaar bosspel voor je vereniging, school of familiefeestje? Alle info op www.natuurenbosspel.be Meer info over de speelzone in het Domeinbos ’t Broek: an.wouters@lne.vlaanderen.be


spoorzoeker kort

Boomhut, droomhut op de Hoge Rielen De Hoge Rielen, een 230 hectare groot natuurdomein bij Kasterlee, is vanaf nu ook te beleven met de voeten in de lucht. Rondom een honderdjarige eik in het natuurgebied is eind vorig jaar een majestueuze boomhut gebouwd. Bijzonder aan de hut is dat ze uitsluitend uit milieuvriendelijke materialen is opgebouwd. De boomhut biedt je een weergaloos uitzicht op een idyllisch vennetje in het gebied, dat naar de toepasselijke naam ‘Kikkerkwartier’ luistert. De tweede (!) verdieping is dan weer ideaal om net onder de kruin van de eik te picknicken of gewoon gezellig samen te zitten. Een plek om weg te dromen … Voor meer info: na@dehogerielen.be, tel. 014 55 84 22

Word boomkenner met de bomenwaaier

© Roland Kums

Een beukennootje of een eikenblad herkent iedereen met zijn ogen dicht. Maar hoe onderscheid je een veldesdoorn van een gewone esdoorn? Of een fijnspar van een douglasspar? Bij twijfel komt de bomenwaaier als geroepen. Hij helpt je om de veertig meest voorkomende bomen in België te herkennen. Het handige, geïllustreerde boekje in zakformaat, toont in één oogopslag de belangrijkste kenmerken van boom en blad. De bomenwaaier kost 5 euro. Bestel hem via www.inverde.be/informatie/boeken

Natura 2000 breidt uit 739 sites of omgerekend 27 000 km2: met die oppervlakte is Natura 2000, Europa’s netwerk van beschermde­ natuurgebieden, recent uitgebreid. Natuurgebieden op zee op onder meer Frans, Deens en Spaans grondgebied nemen meer dan de helft voor hun rekening. Er zijn geen Vlaamse of Waalse gebieden toegevoegd. Honderden vierkante kilometers aan de monding van de Loire kregen wél Natura 2000-bescherming. Dit gebied staat te boek als een vitale stopplaats voor de Atlantische zalm. Op het vasteland krijgen onder meer Tsjechische beukenbossen extra bescherming, en ook Poolse meren en grasland. Die streken geven onderdak aan enkele van Europa’s meest bedreigde en zeldzame soorten, zoals de marmerschildpad en de otter. Natura 2000 dekt intussen 18 % van het Europese land en meer dan 13 000 km2 op zee. Meer info: www.natuurenbos.be/natura2000

Fietsen voor de natuur Op zondag 29 mei 2011 nodigt de Meetjeslandse Gordel voor de zesde keer uit tot eindeloos fietsen. Vier themaroutes van 25 tot 50 kilometer loodsen je langs de mooiste plekjes van de streek, zoals het Drongengoed en de Kalevallei.

Meer info: www.meetjeslandsegordel.be, info@meetjeslandsegordel.be of tel. 09 377 93 00

© Partners Meetjesland

Starten is mogelijk van 10 u tot 16 u op het dorpsplein van Bellem of Merendree, aan het Drongengoed in Ursel of in het Heldenpark in Eeklo. De opbrengst van het evenement gaat integraal naar de Meetjeslandse natuur. De Meetjeslandse Gordel is een initiatief van Natuurpunt, Partners Meetjesland en het Regionaal Landschap Meetjesland, met steun van het ANB.

5


ŠColin Monteath/AGE Fotostock

6


FOCUS

2011: het Internationaal Jaar van de Bossen Bossen: ze zijn een voorraadschuur vol biodiversiteit, de longen van onze aarde, de leefplek van meer dan 300 miljoen mensen, een recreatieoord voor jong en oud, en nog zoveel meer. En toch gaat de ontbossing op wereldschaal nog steeds oerend hard. Om het tij te keren, hebben de Verenigde Naties het jaar 2011 uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Bossen. Onder de baseline ‘Forests for People’ staan het bos en zijn ontelbare diensten aan de mens een jaar lang in de spots. Bossen behoren tot de meest biodiverse gebieden op aarde. Niet alleen bestaat er een ongelooflijke variëteit aan bostypes – tropische bossen, boreale bossen, loof- en naaldbossen … –, samen hebben ze liefst 80 % van de biodiversiteit op het land onder hun dak. “Bovendien helpen bossen als opslagkamer van CO2 en andere broeikasgassen de klimaatopwarming tegen te gaan”, vertelt Carl De Schepper van het ANB. “En ze leveren al duizenden jaren een duurzaam bouwmateriaal en dito brandstof. Driekwart van het drinkwater op aarde komt uit beboste stroomgebieden. En heel wat moderne geneesmiddelen, zoals aspirine, vinden hun oorsprong in bosplanten. Voeg daarbij dat het bos voor heel wat mensen een inspiratiebron is én een ideaal decor om op adem te komen, te sporten en te spelen. Dat bossen onmisbaar zijn voor mens en natuur, zal niemand durven ontkennen.”

Minder bossen, minder welvaart Toch staan bossen de laatste decennia, juist door toedoen van de mens, zwaar onder druk. Ontbossing, overmatig gebruik en verontreiniging zijn de belangrijkste oorzaken. “Bosgebieden worden omgevormd tot landbouw-, woon- of

industriegebied. Of kampen met vervuiling, de gevolgen van de klimaat­ verandering, het oprukken van invasieve ­soorten…­ Elk jaar verdwijnt er ongeveer 13 miljoen hectare bos in de wereld. Dat is 24 hectare of ongeveer 36 voetbalvelden per minuut. Doordat bossen zoveel functies hebben, ondergraven we op die manier langzaamaan ook de welvaart van de mens: dat merken we nu al, en dat

Bossenforum Het wereldwijde behoud van bossen staat gelukkig al een tijdlang hoog op de internationale agenda’s. “Sinds de conferentie van Rio in 1992, die het idee van duurzame ontwikkeling op de wereldkaart zette, is er een hele dynamiek ontstaan rond duurzaam bosbeheer. Het was ook in de aanloop naar deze conferentie dat voor het eerst de vraag naar

“Elk jaar verdwijnt er ongeveer 13 miljoen hectare bos in de wereld. Dat is 24 hectare per minuut.” zullen we in de toekomst nog harder voelen. Er komt natuurlijk ook bos bij, jaarlijks zo’n 6 à 7 miljoen hectare. Zo plant China op grote schaal nieuwe bossen aan als industriële grondstof, voor brandhout en om de bodem te beschermen. Die plantages dragen dan wel minder bij tot de biodiversiteit dan de oerbossen die stelselmatig verdwijnen. Maar op langere termijn kunnen ook zulke nieuwe bossen uitrijpen tot rijkere ecosystemen.”

een Bosconventie werd gesteld. Een internationaal bindend verdrag rond bossen, zeg maar. Zo’n Bossenverdrag kwam er uiteindelijk niet, maar het idee leeft vandaag nog altijd voor een stuk voort, onder meer in het VN-Bossenforum. Die VN-commissie brengt sinds 2000 beleids­ makers, ngo’s, wetenschappers en handelsfederaties samen om het duurzame bosbeheer te bevorderen en de internationale samenwerking te versterken.”

7


“Het Bossenforum mikt op vier globale objectieven. Eén: het verlies aan bossen omkeren, twee: de op bos gebaseerde sociale, economische en ecologische voordelen versterken, drie: het areaal aan beschermde en duurzaam beheerde bossen doen toenemen en vier: de ontwikkelingssamenwerking rond bossen promoten. Ook andere internationale processen en verdragen krijgen oog voor bossen, bijvoorbeeld het Klimaatverdrag en het Verdrag rond Biodiversiteit. Die wereldwijde aanpak heeft zichtbaar effect. De laatste tien jaar blijkt uit luchtopnames en satellietbeelden dat de snelheid van ontbossing afneemt. Traag maar gestaag... met de snelheid van een groeiende boom.”

Forests for people De negende sessie van het Bossenforum begin 2011 (in het VN-hoofdkwartier in New York) luidde officieel het Internationaal Jaar van de Bossen in. Twee weken lang bogen deskundigen en beleidsmakers van over de hele wereld zich over de culturele en sociale aspecten van het bos. Denk: boseducatie, de veiligheid van bosarbeiders, toegankelijkheid van bosgebieden, maar ook heikele kwesties zoals gebruiks- en eigendomsrechten. “Het VNforum wil met het Jaar van de Bossen de boodschap geven: bossen zijn nog zoveel meer dan opgeslagen koolstof in bomen en bodem, en een hotspot voor biodiversiteit. Ze staan ook ten dienste van de mens en hebben ons ook ontzettend veel te bieden op sociaal en cultureel vlak. De belangrijkste krachtlijnen van het forum werden op het einde van de twee weken durende sessie in een resolutie gegoten.”

Op het Bossenforum kwam ook het REDD+-systeem ter sprake, dat tijdens de Klimaatconferentie in Cancún is uitgedokterd. “Landen die inspanningen leveren om ontbossing en bosdegradatie te bestrijden, zullen die in de toekomst kunnen inbrengen in de strijd tegen klimaatverandering. Het REDD+-systeem, wat staat voor Reducing Emissions from Deforestation and Degradation, is een toepassing van dat principe. Het idee is dat bosrijke landen de wereld een dienst

in ontwikkelingslanden is dat niet altijd duidelijk. Het waarborgen van de rechten van inheemse bevolkingsgroepen en van een eerlijke opbrengstverdeling is sowieso een basisprincipe.”

En Vlaanderen? Bijna 11 % van Vlaanderen is op dit moment bedekt met bos. Hiermee is Vlaanderen één van de bosarmste streken in Europa. Binnen de Europese Unie scoren alleen Ierland (8,6 %), Nederland (10 %)

“Landen die inspanningen leveren om ontbossing en bosdegradatie te bestrijden, zullen die in de toekomst kunnen inbrengen in de strijd tegen klimaatverandering.” bewijzen als ze hun bossen laten staan. Maar door dat te doen, lopen ze wel inkomsten mis, bijvoorbeeld uit hout, landen mijnbouw. Daarvoor moeten ze dus gecompenseerd worden, bijvoorbeeld aan de hand van koolstofkredieten, die opbrengen op de koolstofmarkt. Het systeem vraagt nog een verdere uitwerking vooraleer we het in de praktijk kunnen brengen. Wat niet evident is: als je zorgt dat bossen behouden blijven dankzij een bepaald beloningssysteem, moet je wel weten wie recht heeft op een stuk van die beloning. Wie is de rechtmatige eigenaar van die bossen, wie heeft inspanningen geleverd om ze te behouden? Zeker

en het Verenigd Koninkrijk (10,3 %) nog lager. Die beperkte bosgebieden moeten we zo goed mogelijk beschermen. Maar het is in Vlaanderen, met zijn grote druk op de open ruimte, niet evident om bosuitbreiding te realiseren. Nog een probleem is versnippering van bossen. Het ANB zorgt voor behoud en uitbreiding van de bosoppervlakte in Vlaanderen. Dat doet het door gebieden voor bos af te bakenen, door particulieren of organisaties die bossen aanleggen te steunen en door zelf gronden aan te kopen om ze te bebossen. Door meer inheemse boomsoorten te kiezen en dood hout te laten liggen in

©Yann Arthus-Bertrand/Altitude

Duizelingwekkende bossen

8

• Bossen stockeren meer dan 1 triljoen ton CO2. • Bossen herbergen circa 80 % van de biodiversiteit op land. • Ontbossing draagt bij tot 12 tot 20 % van de broeikasgassen, verantwoordelijk voor de klimaatwijziging. • Er wordt jaarlijks tot 13 miljoen hectare ontbost. • Meer dan 1,6 miljard mensen zijn rechtstreeks afhankelijk van het bos. • Tijdens de voorbije 8000 jaar is 45 % van het oorspronkelijke bos op aarde verdwenen. • Wereldwijd bestrijkt bos 31 % van het landoppervlak. • Gabon, Suriname, Guyana en een aantal eilanden in de Indische Oceaan zijn de enige landen in de wereld die voor meer dan 75 % bedekt zijn met bos.


FOCUS

©Yann Arthus-Bertrand/Altitude

zijn domeinen werkt het ANB ook aan ecologisch waardevollere bossen. “Daarnaast willen we ook de economische en sociaalrecreatieve waarde van het bos meer uitspelen. Doordat bossen zo sterk versnipperd zijn, is het voor individuele boseigenaars vaak onmogelijk om ze efficiënt te beheren. Bovendien hebben lang niet alle eigenaars voldoende bosbouwkundige kennis. Door eigenaars in een bepaalde regio via de Bosgroepen samen te brengen, wordt de economische waarde van de Vlaamse bossen beter benut.”

Een rol in de internationale bospolitiek “Hetzelfde voor de toegankelijkheid van bossen. Met het oog op een goed gastheerschap maken we de bossen die we zelf in beheer hebben toegankelijker. Daarnaast zijn 70 % van alle bossen in Vlaanderen privébezit. Om ook die bossen zo veel mogelijk open te stellen voor het brede publiek, steunen we de Bos-

groepen, die boseigenaars in een bepaalde regio met elkaar in contact brengen. De Bosgroepen slaan dus eigenlijk de brug tussen de overheid en de boseigenaars. Ze helpen om bepaalde initiatieven rond bijvoorbeeld toegankelijkheid of veiligheid breed te verspreiden.” De slogan van het Internationaal Jaar van de Bossen weerklinkt dus ook luid in de bossen van Vlaanderen? “Je kan gerust zeggen dat het ANB het internationale bosbeleid verder doortaalt naar het Vlaamse niveau en het lokale niveau. Dat is maar logisch ook. Het spreekt vanzelf dat we ons beleid ijken op internationale tendensen. Maar we leveren ook zelf, vanuit de Europese Unie, een belangrijke bijdrage aan het internationale debat. Het ANB treedt namelijk namens België op als nationaal contact voor verschillende processen rond internationale bospolitiek. Het was bijvoorbeeld op aansporen van Europa dat de laatste resolutie aandacht geeft aan de veiligheid en de gezondheid van bosarbeiders.”

Tijdens het Jaar van de Bossen heeft het ANB heel wat in petto. Op 17 maart ging al een symposium over bos door voor jonge Vlaamse wetenschappers. In het najaar is ook een internationaal wetenschappelijk congres gepland over de informatiebehoeften rond duurzaam bosbeleid. Natuurlijk zal ook de Week van het Bos (9 – 16 oktober) - de jaarlijkse hoogweek voor het Vlaamse Bos, georganiseerd door het ANB, Natuurpunt en de Vereniging voor Bos in Vlaanderen - zich aan het Jaar van de Bossen linken.

Meer info: carl.deschepper@lne.vlaanderen.be www.natuurenbos.be/jaarvandebossen www.goodplanet.org/forests

9


Š VLM

De Blankaart

Geef ze de ruimte, die open ruimte ‌ Vlaanderen is na het Ruhrgebied de meest verstedelijkte regio van Europa. Met meer dan 65 000 km wegen behoort het Vlaamse wegennet bovendien tot de meest fijnmazige van het continent. Echte open ruimte is in Vlaanderen dan ook met een kaars te zoeken. Weidse natuur en uitgestrekte bossen zijn nochtans cruciaal voor de biodiversiteit: grote zoogdieren bijvoorbeeld moeten over een grote afstand kunnen rondzwerven om voldoende voedsel en een partner te vinden. Door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in de praktijk te brengen, werkt het ANB mee aan een groener en opener buitengebied. 10


beleid In 1997 publiceerde de Vlaamse overheid haar Ruimtelijk Structuurplan: een wetenschappelijk geschraagd plan van hoe de schaarse ruimte in Vlaanderen het beste gebruikt wordt. Een van de krachtlijnen van het plan is dat natuur en bos in het buitengebied alle ruimte moeten krijgen. Met de natuur- en landbouworganisaties werd afgesproken om de natuur in ons gewest met 38 000 hectare en het bos met 10 000 hectare te doen groeien. Dat was het antwoord van de Vlaamse overheid op negatieve evoluties in het buitengebied, zoals versnippering door bebouwing, achteruitgang van de biodiversiteit …

bestaande gewestplannen en leggen de bestemming van perceel tot perceel vast. Ondanks alle inspanningen is het aantal hectare natuur en bos in het buitengebied de afgelopen jaren nog niet voldoende toegenomen. Om de opmaak van de uitvoeringsplannen te versnellen­,

Lokale actoren Het coördinatieplatform bestudeert voor welke gebieden een uitbreiding van het areaal bos en natuur via een RUP van start kan gaan. De acties worden elk jaar gebundeld in een ‘gebiedsgericht programma’. Er is afgesproken dat voor

“ Voor elke zes hectare die als landbouw­ gebied wordt herbevestigd komt er één hectare bos- of natuurgebied bij.”

AGNAS Welke gebieden voor de landbouw herbevestigd worden, en waar er ruimte is voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding, gaat de Vlaamse overheid momenteel na. Deze afbakening van landbouw-, natuur- of bosgebieden, ook AGNAS ­genoemd (kort voor ‘Afbakening van de Gebieden van de Natuurlijke en Agrarische Structuur’) wordt concreet door de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s). Die vervangen de

richtte de Vlaamse Regering in mei 2010 een AGNAS-coördinatieplatform op. Daarin zitten vertegenwoordigers van verschillende ministeriële kabinetten, ­administraties en natuur- en landbouworganisaties. Met dit platform wil de Vlaamse Regering het project meer slagkracht geven. En meer garanties krijgen dat de partners de beslissingen ook werkelijk realiseren.

elke zes hectare die als landbouwgebied wordt herbevestigd, er één hectare bosof natuurgebied bijkomt. Een planningsteam met leden van verschillende administraties moet al deze RUP’s voorbereiden. Dit team overlegt intensief met de lokale besturen en middenveldorganisaties (Boerenbond, VOKA, UNIZO …). Naast de Afdeling Ruimtelijke Planning, de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling en het Agentschap Ruimte en Erfgoed, zetelt ook het ANB in dit team. Voor bepaalde aspecten geven de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) specifieke ondersteuning.

© VLM

Natuur en landbouw verenigd

Overleg voor een betere open ruimte Eind 2010 keurde het coördinatieplatform het ‘gebiedsgericht programma 2011’ goed. Dat somt de acties op waarvoor het overleg in 2011 start. De natuur- en landbouworganisaties in het coördinatieplatform hebben zich expliciet achter de nieuwe aanpak geschaard. Via het overlegmodel hopen alle partners de komende jaren samen te werken aan meer en betere open ruimte in Vlaanderen.

In totaal moet het planningsteam voor ongeveer 600 gebieden gewestelijke RUP’s voor landbouw, natuur en bos voorbereiden. Welke gebieden eerst worden aangepakt, hangt nauw samen met een aantal strategische projecten van de Vlaamse overheid. Het beschermen van onze regio tegen overstromingen, het in stand houden van het Europese Natura 2000-netwerk en het realiseren van randstedelijke groengebieden en stadsbosprojecten zijn bijvoorbeeld prioriteiten. Meer info: liesbet.vanlaer@lne.vlaanderen.be www.rsv.vlaanderen.be (rubriek Planningsprocessen)

11


© Independent Films

De natuur als filmdecor “Afwegen wat wel kan, en wat niet” Voor een vurige liefdesscène of een bloedstollende achtervolging is een onaangeroerd decor van natuur en bos niet mis. Alleen: aan dit mooie schouwspel op het witte doek of televisiescherm gaat een opname vooraf, en die verloopt voor de natuur niet altijd even rimpelloos. Verzoening tussen pellicule en pure natuur is niet altijd mogelijk, maar vaak is een goed compromis dat wel. “De film Frits & Freddy is voor een groot deel opgenomen in de Lommelse Sahara, die deel uitmaakt van Bosland. Die toelating gaven we, onder specifieke voorwaarden natuurlijk”, zegt Dries Gorissen van het ANB. 12


reportage De belangen van de filmproducent aan de ene kant, en de natuurbeheerder aan de andere zijn allesbehalve gelijklopend. De eerste wil efficiënte, knappe shoots en idyllische decors die de kijkers beroeren. De tweede wil niet alleen gastvrij zijn, maar tevens schade aan kwetsbare natuur vermijden. Maar soms komen de twee elkaar tóch tegen, en gaat dat met het grootste respect gepaard.

“Met Peter Van Den Begin, Tom Van Dyck, Tania Kloek … in mijn kielzog door het domein: dat maak je natuurlijk niet iedere dag mee. Maar iedereen was oprecht geïnteresseerd.”

Dries Gorissen: “Op vrijdagnamiddag rinkelde hier de telefoon. Of we een geschikte filmlocatie op een verlaten heidegebied ter beschikking hadden? Al gauw kwam de Sahara in Lommel in beeld. En daarna is alles heel snel gegaan. De opnames moesten enkele dagen later al starten. Daarom hebben we vanuit het ANB toen per telefoon met de Stad Lommel (de eigenaar van het gebied, n.v.d.r.) overlegd wat wel en niet mogelijk was. De stad heeft deze afspraken de dag nadien al doorgesproken met de productieploeg.” “Als je voor het eerst in de Sahara komt, begrijp je niet dat dit een stukje Vlaanderen is. Het lijkt wel een uit een ander continent overgewaaide miniwoestijn. Dezelfde verbazing was er ook bij de acteurs en de filmploeg. Vanuit die verwondering groeide spontaan een groot respect voor de omgeving. Uiteindelijk zijn alle opnames doorgegaan in het deel van de Sahara dat ook voor recreanten toegankelijk is. Een minder kwetsbaar deelgebied waar altijd wel beweging is.”

Bosland “We stelden ook als voorwaarde dat de hele filmploeg - de regisseur, maar ook alle acteurs -, zou worden rondgeleid in het gebied. We wilden immers heel duidelijk maken dat ze een film zouden opnemen in een van de meest uitzonderlijke natuurgebieden van Vlaanderen. Waar heel bijzondere planten en dieren voorkomen, die zelfs internationaal echt zeldzaam zijn – ik noem ze vaak de pandaberen van Vlaanderen. Met ­Peter Van Den Begin, Tom Van Dyck, Tania Kloek … in mijn kielzog door het domein: dat maak je natuurlijk niet iedere dag mee. Maar iedereen was oprecht

© Ruud Vangestel

Woestijn

“Heldere afspraken tussen filmploeg en beheerder” Filmen in natuur- of bosgebied: het ANB wikt en weegt of het kan. An Wouters van het ANB in Antwerpen: “Een tijd geleden komt hier een eenvoudige vraag binnen. FC De Kampioenen zoekt een vijver voor een scène met drie acteurs, tot aan hun middel in het water. We bespreken het plan met de regiobeheerder en de boswachter. Uiteindelijk beslissen zij: is er geen of niet te veel schade, vallen de draaidagen buiten het broedseizoen, …? Dan bekijken we wat mogelijk is.” “Achteraf gezien, lijkt ‘drie acteurs in een vijver’ alleen maar eenvoudig. Want de boswachter trok grote ogen toen hij zag hoeveel entourage daarbij kwam kijken: de filmploeg, de regie, de catering, … Dat zorgt voor behoorlijk wat beweging in de buurt van die vijver. Daarom blijft de boswachter permanent op post – tijdens deze en andere opnames – om te helpen en een oogje in het zeil te houden. Vóór de opnames spreken de (film)ploeg en de boswachter met elkaar. Samen maken ze duidelijke afspraken. Over de plaats waar ze mogen staan én de plekken waar niemand mag lopen. Heel concrete dingen zoals: ‘Je mag alleen van op de weg filmen.’ Alleen zo weet iedereen hoever ie kan gaan zonder schade aan te richten. Mocht er toch iemand in de verleiding komen, dan herinnert de boswachter aan de afspraken. Maar hij helpt evengoed met poorten en slagbomen op tijd te openen. Of hij geeft suggesties als de ploeg daarnaar vraagt. Voor al die extra inspanningen vragen we een vergoeding.”

13


© Monique Bogaerts

Ingezoomd De Sahara in Lommel doet zijn naam alle eer aan: de grote zandvlakte lijkt wel een miniatuurwoestijn. De natuur die er leeft, heeft zelfs trekjes van die immense en kurkdroge vlakte. Het contrast met de nabij gelegen waterplassen - het zijn voormalige zandgroeves - maakt dit gebied tot een speciale plek. Berken- en dennenbossen liggen als een zoom rond de open zandvlakte en waterplassen. Het gebied is erg kwetsbaar. Delen ervan zijn daarom afgesloten, daar krijgt de natuur voorrang. Het gedeelte aan de grote waterplas is wel toegankelijk. In de zomer kan het er erg druk zijn, maar gedurende de rest van het jaar én in de vroege ochtend en avond heerst er een zalige rust. Natuur? Vorig jaar bracht Natuurpunt tijdens de actie ‘Levend Zand’ de biodiversiteit in de Sahara en de naburige Maatheide in kaart. In de Sahara alleen werden 580 soorten aangetroffen, waaronder verschillende Rode-Lijstsoorten. Vooral voor geleedpotigen zoals grote oorworm en dikkoploopkever is het op het eerste zicht doodse gebied een echte levensader. Weten wat er nog meer werd aangetroffen? www.waarnemingen.be (project Levend Zand) Wandelen? In de Sahara liggen twee bewegwijzerde wandelroutes van 4 km (oranje route) en 7 km (rode route). Starten doe je aan evenementenhal De Soeverein, Sportveldenstraat in Lommel. Meer info: www.bosland.be

14


reportage © Ruud Vangestel

“Dit was het desolate, heideachtige gebied waar we de sfeer van niemandsland konden vastleggen! Je gelooft hier amper nog dat je in België bent.”

geïnteresseerd­. Tijdens de wandeling zag je het respect nog groeien.” De Sahara ligt in Bosland, waar het ANB samen met de gemeenten Hechtel-Eksel, Overpelt en Lommel het grootste bos van Vlaanderen realiseert. “Op het grondgebied van deze drie gemeenten liggen zesduizend hectare bos die we ecologisch, economisch en sociaal opwaarde-

stond ook dat de ploeg zou helpen om het Bosland-project onder de aandacht te brengen. En dat hebben ze ook gedaan. Tijdens interviews spraken de acteurs hun bewondering uit voor dit stuk natuurpracht. Bekende mensen die onze zaak promoten – de bescherming van en de bewustwording rond een groots bosgebied –, dat was voor ons een ge-

“Als de uitzonderlijke waarde van het gebied hierdoor extra aandacht krijgt, is deze samenwerking ook voor het grootste bos van Vlaanderen een goede zaak.”

ren. We werken hard om de natuurwaarden te verbeteren en werken nieuwe educatieve projecten uit. Het bos moet straks niet alleen uitgroeien tot een ecologisch waardevol gebied, we willen het project ook toeristisch in de kijker zetten. Met een uitgebreid wandel- en fietsaanbod bijvoorbeeld, en avontuurlijke doewandelingen voor kinderen.” “In de voorwaarden om te mogen filmen,

zonde ruil. We hopen ook op een verdere samenwerking om het gebied blijvend de aandacht te geven die het verdient.”

Niemandsland Marc Punt van Independent Films: “Twee dagen voor de opnames zouden starten, zaten we met een gigantisch probleem. De filmlocatie die we eerst op het oog hadden, was plots geen optie meer. Alles

was ingepland, dus moesten we razendsnel op zoek naar alternatieven. We kwamen de Sahara op het spoor via internet, we zijn een kijkje gaan nemen en waren meteen verkocht. Dit was het desolate, heideachtige gebied waar we de sfeer van niemandsland konden vastleggen! Je gelooft hier amper nog dat je in België bent. Via Ivan Bynens, het diensthoofd Milieu en Natuur van de stad Lommel kwamen we bij de mensen van het ANB terecht.” “Na de opnames hebben we het domein verlaten zoals we het gevonden hebben: dat was de afspraak. En dat is toch even plannen. Want op de set bouwden we twee huizen met een weg én verlichting. Zonder de omgeving te beschadigen, reden we alles met één tractor naar zijn bestemming. Een week na de opnames was daar niets meer van te zien. De verantwoordelijken van het ANB en de stad bezochten de set geregeld en volgden het filmproces intensief, om te kijken of we ons wel aan de afspraken hielden. We zijn zeer content dat we uitgerekend hier hebben mogen filmen. Het snel reageren op onze vraag, de duidelijke afspraken en de vlotte samenwerking: het was voor ons allemaal een grote meevaller.”

15


MIJN JOB IN DE NATUUR

Op een dag vind je de job van je leven en dan ben je weg natuurlijk! In een vorig leven was Bruno Rutten als informaticus aan de slag bij een Amerikaanse multinational. Vandaag werkt hij als ploegbaas bij de sociale werkplaats De Winning in Limburg, waar hij in opdracht van onder meer het ANB natuurbeheerwerken uitvoert. “Een grote verandering, maar een verademing.” Bruno Rutten, 45 jaar, is van vele markten thuis. Hoewel hij van opleiding licentiaat vertaler is, ging hij na zijn studies aan de slag in de sociale sector, als begeleider van jongvolwassen meervoudig gehandicapten. Vier jaar later koos hij voor een loopbaan als informaticus. Zeven jaar deed hij deze job, eerst nog als helpdeskmedewerker, daarna als teamleider. “Ik werkte bij een groot Amerikaans concern. Op den duur werd je een nummer. Er kwam geen waardering en dan verdwijnt de arbeidsvreugde gaandeweg. Als je je luidop afvraagt “Waar doe ik het nog allemaal voor?”, dan weet je dat het tijd is voor een nieuwe uitdaging. En zo kwam ik uit bij mijn eerste liefde: de natuur.”

De Winning Voor Bruno Rutten is het ideale vakantieconcept rondzwerven in bos en groen. Het natuurleven zit in hem. “Ik dacht: door een job in de groene sector te zoeken, kan ik elke dag met een vakantie-

16

gevoel gaan werken. Voldoende kennis had ik niet. Om die broodnodige theorie op te doen heb ik eerst twee jaar lang de ene cursus na de andere gevolgd bij Inverde. Natuurbeheer, waterbeheer, veldvegetatiekunde, omgaan met grote grazers, noem maar op. Met als hoogtepunt natuurlijk Bosbouwbekwaamheid, de boswachtercursus. Ook behaalde ik mijn diploma Landbouw- en Natuurgids bij het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie.” Met een voorraad vorming op zak zocht Rutten de praktijk op. Na één jaar als natuurarbeider bij het Turnhoutse Natuurwerk vzw werkt hij nu als monitor (zeg maar ploegbaas) voor Groenwerk vzw in Genk. Dat is een dochter-vzw van De Winning, een sociale-economiebedrijf. “Mijn ploeg bestaat uit mensen die het in het leven wat moeilijk gehad hebben. Samen voeren we werken uit die de ­natuur een stuk vooruithelpen. Aanvankelijk was dat vooral maaien en afrasteringen plaatsen, soms zelfs wieden. Maar

©Tom Linster

Van bits & bytes naar plaggen & kappen

Bruno Rutten (45) • Eerst: informaticus bij multinational • Switch: schoolde zich om tot ploegbaas in de groene & sociale economie

intussen staat ons werk uitsluitend in het ­teken van de biodiversiteit. Zo voeren we grootschalige Amerikaanse vogelkersbestrijdingsprojecten uit (van meer dan 100 hectare), mede onder supervisie van het ANB. We verzamelen autochtone zaden en bessen in opdracht van de Limburgse Regionale Landschappen in het kader van het ’Plant van Hier’-project. Dat autochtone bosplantsoen planten we hier in de streek ook massaal aan. Ook hiervoor werken we nauw samen met het ANB.”

Derde keer, goeie keer? Zijn nieuwe leven bevalt Bruno wel: “Ik weet dat ik vroeger mijn carrière al meer dan eens helemaal overhoop heb gegooid, maar nu heb ik echt mijn draai gevonden. Van job veranderen zie ik me niet meer snel doen. Daarvoor doe ik het veel te graag. En bovenal is de werkomgeving als nergens anders. Het enige waar ik spijt van heb, is dat ik hier niet eerder aan gedacht heb.”


NATURA 2000

Nieuwe centerfold: Natura 2000 Natura 2000 beschermt in Vlaanderen 107 Europese soorten, waarvan 4 plantensoorten, 65 vogelsoorten en 38 andere diersoorten. Voortaan prijkt op de middenpagina van Spoorzoeker een van de zeldzame Europese soorten die ook in Vlaanderen extra bescherming krijgen.

Wat is Natura 2000? In Natura 2000, het grootste netwerk van natuurgebieden ter wereld, nemen alle lidstaten van de Europese Unie maatregelen om de Europese soorten en hun leefplekken duurzame kansen te geven. Daarbij laten ze zich leiden door de instandhoudingsdoelstellingen of kortweg natuurdoelen. Deze mikken op een betere bescherming van de soorten uit de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Wat zijn de natuurdoelen? De Vlaamse Regering heeft de gewestelijke natuurdoelen (G-IHD) voor Vlaanderen al goedgekeurd. Die geven weer wat in het totaal in Vlaanderen nodig is om de bedreigde Europese soorten en habitats een veilige toekomst te geven. Hoeveel broedparen van een bepaalde vogelsoort, welke oppervlakte van een bepaald habitat … De G-IHD worden vervolgens verder vertaald naar specifieke natuurdoelen (S-IHD) voor de verschillende Natura 2000-gebieden.

Deze geven aan welk aandeel van het totale doel voor Vlaanderen ieder Natura 2000-gebied voor zijn rekening neemt.

Wat gebeurt er vandaag? Over de omzetting van G-IHD naar SIHD voert het ANB een breed overleg. Per Natura 2000-gebied, met alle gebruikers en actoren die daar aanwezig zijn: landbouwers, natuurverenigingen, bedrijven, jagers, de recreatiesector, de landeigenaars … Lokale factoren en maatschappelijke gevoeligheden krijgen zo hun plaats. Vandaag zit Natura 2000 volop in de fase van dit lokale overleg. Het is onmogelijk om het overleg in alle gebieden tegelijk te voeren, daarom wordt er in stappen gewerkt.

En straks? Wanneer de specifieke natuurdoelen zijn goedgekeurd, komt er voor elk Natura 2000-gebied een draaiboek: het gebiedsplan. Daarin zal staan hoe de natuurdoelen voor dat gebied gehaald kunnen worden, en wie voor welke maatregelen verantwoordelijk is. Meer info over Natura 2000 vind je op www.natuurenbos.be/natura2000 En verder … laten we de beelden spreken.

Begin 2010 is het ANB gestart met het overleg voor acht gebieden, waaronder het Zoniënwoud en de Kalmthoutse Heide. In december 2010 startte een tweede reeks van overlegmomenten voor onder meer het Hallerbos, de Bosbeekvallei en de Fortengordel rond Antwerpen.

17


Boomkikker voelt het verschil Nauwelijks enkele centimeters groot, is de boomkikker ongetwijfeld de meest fotogenieke kikkersoort van het land. Maar tegelijk is hij een sterk bedreigde diersoort. Je treft hem nog maar op enkele plaatsen aan, zoals vlak bij het Zwin, en in en nabij het vijvergebied van Midden-Limburg. Ook op andere plekken in Europa duikt de boomkikker nog maar zelden op: reden waarom hij in Natura 2000 bescherming krijgt. Goed nieuws is er ook: door een samenwerking van Natuurpunt, het Limburgs Landschap en het ANB klom de boomkikker in Limburg de laatste jaren stilaan uit een dal. Dat ging van 400 mannetjes in 2007 tot meer dan 1000 vandaag. Met dank aan de tientallen poelen, die de boomkikker met financiĂŤle steun van de provincie kreeg toebedeeld. Helder water is voor de boomkikker immers onmisbaar om zich voort te planten. Alertheid blijft voor deze kikkersoort geboden. Zijn opleving in Limburg maakt alvast zonneklaar dat goed gekozen maatregelen ĂŠcht het verschil kunnen maken.

18


19

© Bart Heirweg

NATURA 2000


Het laboratorium van Moeder Natuur Beter goed gejat dan slecht bedacht: dat zou het levensmotto kunnen zijn van de Amerikaanse biologe Janine Benyus. Zij gaat al sinds de jaren 1990 op zoek naar duur- en leerzame oplossingen uit de natuur, om er milieuvriendelijkere producten of procedés mee te ontwikkelen. Met haar pionierswerk ligt Benyus aan de basis van de biomimetica of biomimicry. Een nieuwe wetenschap die de beste ideeën in de natuur tracht na te bootsen om menselijke problemen op te lossen. Leentjebuur bij de natuur: Spoorzoeker zocht enkele knappe vondsten op.

Het idee De natuur van vandaag is het resultaat van vier miljard jaar evolutie, ontwikkeling en perfectionering. Fossielen zijn ‘mislukkingen’. De dieren, planten en microben die vandaag leven, zijn de volmaakte ingenieurs. Zij hebben reeds uitgevonden wat werkt, wat geschikt is en wat het leven op aarde doorstaat. Kijk naar de natuur en naar de oplossingen die zij heeft bedacht! Dat leert ons de biomimetica - een samentrekking van de Griekse woorden ‘bios’ (leven) en ‘mimesis’, wat nabootsen betekent.

20

De ijsvogel: een neus voor innovatie Een van de bekendste toepassingen van de biomimetica is het nieuwe ontwerp van de Shinkansen, de Japanse hogesnelheidstrein. Oorspronkelijk vertraagde deze trein bruusk: dat zorgde voor een oorverdovend lawaai, telkens wanneer hij een van de vele tunnels op de lijn Tokyo­-Osaka binnenreed. Een logisch, maar heel vervelend gevolg van het drukverschil buiten en binnen de tunnel.


natuur en wetenschap Een nieuwe neus zou kunnen helpen. Maar hoe moest die er uit zien? Een ingenieur en gepassioneerd vogelliefhebber vroeg zich af hoe dieren die met vergelijkbare omstandigheden te maken krijgen, zich hebben aangepast. Hij richtte zijn onderzoek op ijsvogels. Die worden bij het duiken tegen hoge snelheid ook geremd door de bruuske overgang tussen twee omgevingen: lucht en water. De spitse vorm van hun snavel blijkt een technologisch hoogstandje van de natuur. De snavel van een ijsvogel is namelijk zo gebouwd dat de weerstand in de lucht en het water minimaal is. De ingenieur hertekende de locomotief van de hst zo, dat die op de kop van een ijsvogel leek. De nieuw ontworpen trein maakt veel minder lawaai, rijdt 10 % sneller en verbruikt 15 % minder energie.

De lotus: wassen zonder schrobben De bladeren van de lotus groeien dan wel in de modder, ze ogen altijd kraaknet. Dat heeft te maken met de microscopische structuur van hun oppervlak. De bladeren zijn bedekt met voor het oog onzichtbare oneffenheden. Die zorgen ervoor dat het water er in druppels op blijft liggen en geen laagje vormt. Omdat de bladeren iets afhangen, lopen de druppels er gemakkelijk af. Daarbij voeren ze al het stof van op het blad met zich mee. Een lichte bries is voldoende om de bladeren schoon te blazen. Door die structuur te kopiëren, zijn ont-

werpers erin geslaagd om zelfreinigende ruiten, gevelpleisters en autoverf te maken. Het hoeft alleen maar te regenen en het water spoelt het glas schoon. Er is ook al een zelfreinigende dakpan op de markt gebracht, die werkt volgens het principe van het lotusblad.

Spinrag: sterker dan staal, beter voor het milieu De wetenschap investeert volop in de zoektocht naar duurzame materialen. Hulp komt daarbij uit onverwachte hoek: de spinnenwereld. Spinrag is namelijk zo stevig, dat het veertig keer het gewicht van een spin kan dragen. Het is zelfs vijf keer sterker dan staal. De spin heeft ­alleen maar voedsel in de vorm van vliegjes­ nodig­om spinrag te produceren. Bovendien ontstaat er bij de ‘fabricage’ geen restafval en kan spinrag makkelijk gerecycleerd worden. Er loopt momenteel een onderzoek om synthetische spinnenzijde op massale schaal te produceren. Als dat lukt, denken wetenschappers het lichtste en sterkste bouwmateriaal ter wereld te hebben uitgevonden.

Koolstofdioxide: van probleemnaar bouwstof

het basisbestanddeel van een schelp. Op dit moment zijn er al bedrijven die met behulp van de basisprincipes van biomimicry CO2 afvangen en gebruiken voor de productie van beton. Waar vroeger voor elke ton cement 1 ton koolstofdioxide werd uitgestoten, wordt met deze techniek per ton cement een halve ton CO2 opgeslagen … Met dank aan het recept van de schelpdieren.

Water uit nevel In de Namibische woestijn regent het zo goed als nooit. Alleen in de dikke ochtendmist waait er wel eens wat vocht voorbij. De kever Stenocara die in dat onherbergzame gebied woont, haalt zijn drinkwater uit de lucht. Op zijn achterlijf liggen er kleine bobbeltjes, die als een magneet voor water werken. Een aantal bouwbedrijven en architectenbureaus wil nu de techniek van dit kleine beestje toepassen op de façades van gebouwen, om water uit mist te halen. Voorlopig nog toekomstmuziek, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend. Meer voorbeelden vind je op www.biomimicry.net

De CO2-uitstoot is een van de belangrijkste oorzaken van het broeikaseffect. Planten en dieren die schelpen maken, vangen CO2 op en gebruiken het als bouwsteen. Naast calcium in het water en carbonaten, is CO2 immers het derde hoofdingrediënt van calciumcarbonaat,

21


Oude bossen, rijke bossen In een dichtbevolkt gebied als Vlaanderen draagt elke vierkante meter wel sporen van de mens. Echte oerbossen, zoals in Zuid-Amerika, Afrika of dichterbij, zoals in Polen en Rusland, komen hier dan ook nergens meer voor. Toch zijn er hier en daar in Vlaanderen nog wel resten van oude bossen te vinden. Ze dragen vaak de rijke biodiversiteit van hun voorouders in zich mee.

22

© Patrick Huvenne

Spoorzoeker laat het Internationaal Jaar van de Bossen niet zomaar voorbijgaan. Een jaar lang zetten we in elke editie een ander bostype in de kijker. Het oud bos bijt – hoe kan het ook anders – de spits af.


Natuurlijke oerbossen van duizenden of miljoenen jaren oud komen niet meer voor in Vlaanderen. We spreken in onze streken al van een ‘oud bos’ als het sinds de laatste 230 jaar onafgebroken bos is geweest. Het jaar 1780 wordt gebruikt om oude bosgebieden aan te duiden. Dat komt omdat de oudste gebiedsdekkende informatiebronnen over grondgebruik in Vlaanderen, de Ferraris-kaarten (genoemd naar de ontwerper ervan: Graaf de Ferraris) rond deze tijd gemaakt zijn.

Restanten van het Kolenwoud

Oude bossen, jonge bomen? De ouderdom van een bos zegt niets over de leeftijd van de bomen. Zo is het Hallerbos een oud bos met jonge bomen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet de Duitse bezetter bijna alle grote bomen kappen en werd het bos ei zo na verwoest. Tussen 1930 tot 1950 werd een groot deel van het bos opnieuw aangelegd. Jarenlang hakhoutbeheer, waarbij het bos periodiek gekapt wordt en de stronken daarna opnieuw kunnen uitlopen, heeft ervoor gezorgd dat het bos continu verjongde. Toch wordt het Hallerbos als ‘oud’ aanzien: het was door de eeuwen heen immers steeds bos, en kende nooit een ander gebruik. In Vlaanderen komen ook échte oude bossen met zeer oude bomen voor: het Zoniënwoud bijvoorbeeld. Kathedralen

Jaar van de Bossen

van bomen wisselen af met dode exemplaren. De grote hoeveelheden dood hout zijn een weldaad voor honderden soorten zwammen en insecten. Verspreid in het oude bos komen ook open plekken voor. Die zijn rijk aan licht en geven jonge bomen opnieuw een kans.

Voorjaarsbloeiers en oud bos Wat alle oude bossen gemeenschappelijk hebben, is hun intacte bodem, die nooit werd verstoord. Het onafgebroken gebruik als bos zorgt vaak voor een rijke flora. Voorjaarsbloeiers zijn typisch voor oud bos en komen soms uitbundig voor in bossen waar eeuwenlang aan hakhoutbeheer werd gedaan. Ook de bodemgesteldheid bepaalt welke soorten voorkomen. Voorjaarsbloeiers zijn bijvoorbeeld heel nadrukkelijk aanwezig in de Vlaamse Ardennen. Typische oudbosplanten zijn bosanemoon, wilde hyacint, daslook en eenbes.

© Lars Soerink

© Bernard Van Elegem

De grootste oppervlakten oud bos in Vlaanderen zijn restanten van het Kolenwoud, dat vroeger MiddenBelgië bedekte. Het ontstond zo’n 10.000 jaar geleden na de laatste ijstijd. Overblijfselen van het Kolenwoud zijn de bosgebieden rond Brussel, waaronder het Zoniënwoud en het Hallerbos, en het

Meerdaalwoud in Leuven. Andere oude bossen in Vlaanderen zijn een pak kleiner en komen verspreid over Vlaanderen voor.

© Bernard Van Elegem

Hoe oud is oud?

Violette schallebijter

Eenbes

Middelste bonte specht

De violette schallebijter is een opvallende loopkever, die zich prima thuis voelt in oud bos. Net zoals heel wat andere grote loopkevers, is ook de schallebijter ongevleugeld en verplaatst zich daardoor niet gemakkelijk. Deze loopkevers zijn dus eigenlijk gebonden aan het bos, en verdwijnen doorgaans tijdens lange periodes van ontbossing. Ze hebben achteraf veel tijd nodig om jonge bossen via houtkanten opnieuw te veroveren.

Een typische inheemse oud-bosplant is de zeldzame eenbes. De soort is gemakkelijk herkenbaar aan de vier brede langwerpige bladeren die in een kransje staan. In het midden van die krans verschijnt in de lente een merkwaardig groen gekleurde bloem. Na de bloei wordt het een giftige, donkerblauwe bes.

Hoe ouder het bos, hoe meer de middelste bonte specht zich in zijn nopjes voelt. De laatste jaren is deze specht aan een opmars bezig. In de oude eikenbossen van Meerdaal en Zoniën worden nu steevast broedparen waargenomen. Maar ook in de Voerstreek en de bossen van de Vlaamse Ardennen komt deze soort meer aan zijn trekken.

23


© ANB

Vissen tellen op het Albertkanaal Kaarsrechte waterwegen die binnenland en zee met elkaar verbinden: kanalen zijn zowat de autostrades van de scheepvaart. Dat ze economisch gezien van groot belang zijn, staat vast. Maar zijn ze ook levensvatbaar? Het ANB zocht het uit aan de hand van een visstandonderzoek in de Haven van Antwerpen, op het Albertkanaal en het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. 1 Wat is een visstandonderzoek? Een visstandonderzoek laat toe om de visstand of de totale populatie vissen in een watersysteem in kaart te brengen. Belangrijk, want de visstand is een goede graadmeter voor de ecologische staat van een waterloop, een vijver, enzovoort. Zulke onderzoeken leveren bovendien interessante informatie op voor de hengelsport en het beheer van de visstand. Concreet zoekt men in dit onderzoek antwoorden op vragen zoals welke en hoeveel vissoorten er in de waterlopen leven,

24

wat de verhouding is tussen jonge en oude vissen, … Tot nu toe was er nog maar weinig onderzoek verricht in havens en grote kanalen. Wetenschappers richtten zich vooral op kleinere en natuurlijke waterlopen. Het visstandonderzoek van het ANB is het eerste dat de zogenaamde kunstmatige watersystemen op zo’n grote schaal heeft onderzocht.

2 Wie heeft meegeholpen? Het ANB, verantwoordelijk voor de visserij in Vlaanderen, is de opdrachtgever van het visstandonderzoek. Om wetenschappelijk gefundeerde uitspraken te kunnen


Vinger aan de pols

NatuurBarometer

3 Welke zijn de resultaten? Uit het onderzoek blijkt dat vooral de biomassa in de Vlaamse kanalen teleurstellend is: het aantal kilogram vis per hectare. Het Albertkanaal ‘spant de kroon’ met gemiddeld amper 10 à 15 kilogram per hectare. Terwijl je hier minstens 200 à 300 kilogram per hectare zou mogen verwachten. Wellicht als gevolg van de drukke scheepvaart en de harde betonnen oevers zijn hier slechts een tiental soorten gevangen. Voor de Haven van Antwerpen en het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is het rapport iets gunstiger. In de Haven van Antwerpen, waar zowel zoet- als zoutwatervissen zich thuis voelen, zijn 16 soorten geteld (blankvoorn, brasem, paling, bot, snoekbaars, haring,…). De biomassa schommelt hier tussen 50 en 80 kilogram per hectare. Het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, dat het minst druk wordt bevaren, scoort het best met 17 soorten en gemiddeld 205 kilogram per hectare.

4 Wat is de waarde van het onderzoek? Een visstandonderzoek in Vlaamse kanalen is op deze schaal nooit eerder uitgevoerd. Voor het eerst is nu aangetoond hoeveel en welke vissen in de haven en de kanalen leven. Bovendien beschikt het ANB met dit onderzoek over een nulmeting, waartegen het latere studies en maatregelen kan afwegen. Het ANB zal de resultaten ook gebruiken om waterbeheerders te stimuleren om visvriendelijke maatregelen te treffen. Denk maar aan het aanleggen van vispaaiplaatsen en natuurvriendelijke oevers.

© Rollin Verlinde

Heel wat vissoorten liggen in de lappenmand, andere herstellen zich langzaamaan. Zo boekt de brasem een opvallende vooruitgang, terwijl het de snoek heel wat minder goed gaat. Spoorzoekers NatuurBarometer zoekt uit waarom.

© Rollin Verlinde

doen, heeft het ANB een beroep gedaan op Nederlandse beroepsvissers voor de bemonstering. Zij zijn in eigen land al langer vertrouwd met dit soort onderzoek en kennen de methodiek door en door. Via fuiken, sonar, sleepnetten en elektrovisserij (enkel gebruikt in de oeverzone) hebben ze op verschillende locaties een aantal hectare afgevist. Het gespecialiseerde onderzoeksbureau VisAdvies stond in voor de wetenschappelijke analyse van de visstand in de Haven van Antwerpen en het Albertkanaal. Het milieuadviesbureau Tauw analyseerde de gegevens voor het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Een stuurgroep met onder meer het ANB, de waterbeheerders en provinciale visserijcommissies begeleidde het onderzoek.

Heeft het moeilijk: de snoek Algemene kenmerken

Voortplanting

Jacht

Voedsel

Verspreiding

Eigenaardig!

Aan een opmars bezig: de brasem

• Tot 125 centimeter lang • Tot 25 kilogram • Voornamelijk in zoet water • Roofvis

• Tot 70 centimeter lang • Tot 6 kilogram • Ook in brak water • Bodemvis, karperachtige

Om eitjes af te zetten hebben snoeken waterplanten nodig. In kunstmatige watersystemen groeien er hiervan te weinig.

De brasem stelt geen hoge eisen: ze kan haar eieren zowat overal afzetten. Zelfs op stortstenen of zwerfvuil.

De snoek jaagt op zicht en heeft dus helder water nodig. Door de drukke scheepvaart en bodemwoelers is het water hem te troebel.

De brasem kan het leven in zeer troebel water aan. Meer nog: hij is ook zelf een bodem­woeler.

In kanalen leven er te weinig (grote), roofbare vissen.

De brasem is minder kieskeurig. Deze vis eet zowat alle kleine levende organismen die hij tegenkomt.

Er zijn weinig tot geen exemplaren geteld in het Albertkanaal en de Haven van Antwerpen. In het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is de situatie beter. Maar daar is dan ook snoek uitgezet.

Brasem is overal geteld. Uitgedrukt in biomassa was het vaak de belangrijkste vis.

Het gebrek aan waterplanten (schuilplaatsen) in kanalen en havens doet dat jonge snoeken ten prooi vallen aan kannibalisme.

De brasem kan door z’n eigen succes voedseltekort veroorzaken. Er treedt dan dwerggroei op.

25


Š Kristine Daem

Het Maria Hendrikapark: koningin der parken Oostende: dan denk je aan zon, zee en strand, het Kursaal, de Wellingtonrenbaan, het Domein Raversijde, de zanger Arno ‌ Minder bekend is dat de koningin der badsteden ook een van de mooiste parken van Vlaanderen heeft: het Maria Hendrikapark. Met financiÍle steun van het ANB en onder impuls van de stad Oostende onderging dit park, op een zucht van het stadscentrum, een ware metamorfose. 26


“In de negentiende eeuw was het park er enkel voor ‘the rich and famous’, vandaag voelt iedereen er zich thuis.”

Disney Sindsdien heeft de stad Oostende een inhaalbeweging gemaakt die mag gezien worden. Tussen 2003 en 2006 onderging het Maria-Hendrikapark een grondige renovatie, volgens de principes van het Harmonisch Parkbeheer. Nieuw aange-

legde paden loodsen wandelaars, joggers en fietsers door het park. Hoofdtoegangen verbinden de groene long met het stadscentrum. Speelzones en ligweiden lachen de wandelaars toe. En op het vernieuwde speelplein gaan kinderen urenlang uit de bol. Op en rond de Koninginnevijver is het heerlijk toeven. Vissen tussen de bomen, ronddobberen op een bootje of waterfiets: het kan hier allemaal. Zittreden, ligweiden, picknicktafels en een evenementenweide maken deze ontmoetingsplek compleet. Het absolute pronkstuk is de lange voetgangers- en fietsbrug over de Koninginnevijver. Het hele plaatje lijkt zo weggelopen uit een Disneyfilm. De herinrichting werd doordacht aangepakt. Landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, biologen, communicatiedeskundigen: allemaal zaten ze mee aan de tafel. De inwoners van Oostende

Dag van het Park: ‘Meer groen, ‘t zou deugd doen!’ De lente is in het land, en dat betekent dat er weer een frisse editie (de 21e alweer!) van de Dag van het Park voor de deur staat. Dit groenste evenement van Vlaanderen - met een niet te missen aanbod van wandel- en fietstochten, buurtpicknicks en andere activiteiten - gaat door op zondag 29 mei. Het centrale thema is de heilzame werking van de natuur op de mens. Of kortweg: ‘Meer groen, ’t zou deugd doen!’. Studies tonen immers aan dat groen een kalmerende werking heeft en de stress verlaagt. Dat een groene omgeving uitnodigt om (meer) te bewegen, en dat bomen en struiken helpen om luchtverontreiniging tegen te gaan. Volg de Dag van het Park op www.facebook.com/dagvanhetpark voor info, foto’s en filmpjes. Klik op ‘vind ik leuk’ en laat je vrienden kennismaken met Dag van het Park 2011! Meer info: www.dagvanhetpark.be

Licht op Groen

Elke rechtgeaarde Oostendenaar noemt het steevast ’t Bosje. De officiële naam van de groene Oostendse long is het Maria-Hendrikapark, naar de vrouw van koning Leopold II. De grote bezieler van het park was dan ook niemand minder dan koning Leopold II zelf. Hij nam eind negentiende eeuw de bekende Duitse landschapsarchitect Eduard Keilig (die ook het Ter Kamerenbos uittekende) onder de arm. Op basis van zijn schetsen en tekeningen werd het park tussen 1888 en 1892 aangelegd. Maar het zou niet lang de grandeur uitstralen die van een koninklijk park verwacht kan worden. Na de eeuwwisseling gebeurde er aan het park een tijdlang nauwelijks iets. Sinds de Tweede Wereldoorlog liet het zelfs een verloederde indruk na. Wanneer in 2000 de Oostendenaars bevraagd worden over wat ze graag zouden zien veranderen in hun stad, scoort de renovatie van ‘t Bosje’ tot niemands verbazing hoog.

werden tijdens de renovatie op de hoogte gehouden en gehoord via brochures, overlegmomenten en rondleidingen. Dankzij de samenwerking tussen verschillende stadsdiensten en de ideeën van de bevolking spitste de herinrichting zich toe op een multifunctioneel gebruik: voor elk wat wils, met zowel ruimte voor ontspanning en park, als plaats voor natuur. In de negentiende eeuw was het park er enkel voor ‘the rich and famous’, vandaag voelt iedereen er zich thuis: jong of oud, Oostendenaar of kusttoerist.

In goede banen In de buurt van de Konijnenvijver voelt de natuur zich in zijn nopjes. In dit deel van het park worden bezoekers letterlijk in goede banen geleid, over verhoogde vlonderpaden. De natuurlijk aangelegde oevers, het bos en de grasweiden worden ecologisch beheerd. Dood hout mag blijven liggen. Een houtril, waar heel wat kleine dieren schuilgaan, omgeeft een groot stuk van deze zone. Ook de derde vijver van het park, De Spiegelvijver, spreekt tot de verbeelding. Hier voert de traditionele parkaanleg de boventoon. Rond het meer ligt een immense border van vaste planten en heesters: een knipoog naar de oorspronkelijke ‘arabesque de sable’ (een border met sluiers van kiezelsteentjes). De vaste planten sterven af in de winter, maar komen in de lente opnieuw tot volle bloei: een adembenemend zicht.

Mooiste plekje Het Maria Hendrikapark trekt meer bezoekers dan ooit tevoren. En er zijn ook meer en meer aanvragen om in het park evenementen te organiseren. In 2007 kreeg de stad Oostende van de Vlaams Bouwmeester de prestigieuze prijs ‘bouwheer’ voor de renovatie van het park. Als kers op de taart verkozen de inwoners van Oostende het park tot het mooiste natuurplekje van de stad. Meer info: eli.devriendt@oostende.be, tel. 059 80 55 00

27


© Inverde

“Vlinders en vogels weten waar het goed is” Ecologische tuinlessen in de lift De tuin! Wie er één heeft, steekt deze dagen de handen uit de mouwen om hem klaar te maken voor een eindeloze zomer buiten. Goed om weten is dat die instant oase dicht bij huis ook voor dieren een gerieflijk toevluchtsoord is. Met een beproefd recept helpt VELT tuiniers bij de aanleg en het onderhoud van een plek op maat van de natuur. Voor VELT (de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren) is het zo klaar als een klontje: de natuur alle kansen geven is niet enkel de taak van natuurorganisaties, maar een zaak van iedereen. Jan ­Vannoppen, directeur van VELT vzw: “En dat begint bij je thuis. Gewoon al letten op wat je eet, en bijvoorbeeld kiezen voor lokale, seizoensgebonden producten, is een stap in de goede rich-

28

ting. Maar je kan ook verder gaan en zelf je groenten ecologisch kweken. Of gewoon je tuin natuurvriendelijk inrichten. Zo’n natuurlijke tuin evolueert al snel tot een groene stapsteen tussen grotere natuurgebieden. Kijk naar de eenvoudige principes uit de natuur, en zo maak je het de dieren op doortocht in je tuin uitstekend naar hun zin.”


Samen uit, samen thuis

Zelf geplant, zelf geplukt met Inverde

Om het belang van zo’n ecologische moes- en siertuin in de verf te zetten, organiseert VELT al sinds haar oprichting in 1973 cursussen, lezingen en campagnes. Een boodschap die goed aankomt: VELT telt nu 13 000 leden. Gemiddeld gaat er elke dag wel ergens in Vlaanderen een ecologische tuincursus door. Intussen zijn ook al meer dan 550 hectare tuin natuurvriendelijk (her)ingericht. Ecologisch tuinieren is in, zoveel is duidelijk. Biodiversiteit is een steeds terugkerend aandachtspunt in de cursussen van VELT. Het beproefde recept om mensen er kennis mee te laten maken is ‘Siertuin ten huize van’. Die cursus werkt volgens het Tupperware-principe. Een lesgever komt samen met enkele andere cursisten bij iemand thuis en er worden ecologische tuintips uitgewisseld. Een week later komt iedereen dan weer samen bij iemand anders thuis. Vannoppen: “Wij willen vooral benadrukken dat het echt geen moeite kost om van je tuin je eigen natuurplekje te maken, waarin het heerlijk verdwalen is. Natuurlijk tuinieren krijg je gewoon heel snel in de vingers. De natuur toont je immers zelf hoe het moet. En het leuke is, dat je heel snel resultaat ziet: vlinders en vogels weten de beste plekjes zo te vinden.”

© Inverde

Ten huize van

“Dat een tuin je helemaal tot rust doet komen, hoef je mij niet te vertellen”, vertelt Annick Beeterens. “Ik heb een heel fijne job, maar één die af en toe ook voor flink wat stress zorgt. Als ik dan ’s avonds nog even in het groen kan zitten, dan voel ik me zo ontspannen. Toen mijn man en ik een nieuw huisje zochten in Brussel, was een tuin dan ook een must. Ons oog viel op een rijwoning in Sint-Pieters-Woluwe met een klein lapje groen van 2 are. Eén probleem: de tuin lag er woest en onverzorgd bij. En groene vingers had ik niet. Ik heb daarom bij Inverde een cursus Natuurvriendelijk tuinieren gevolgd. Een praktische opleiding zonder franjes, waar ik onder meer het belang van streekeigen planten voor de biodiversiteit leerde kennen. Palmbomen of andere exotische planten kom je bij mij niet tegen, wel veel inheemse fruitbomen en bessen. In de lente en de zomer, wanneer alles in bloei staat, trek ik met mijn vier kinderen de tuin in. Niets smaakt beter dan een stukje fruit van eigen bodem.”

Tips voor een gezonde natuurtuin Een ecologische moes- of siertuin: hoe begin je daaraan? Vier gouden regels: 1. Kunstmest en pesticiden = taboe. In een natuurlijke tuin voed je de grond met natuurlijke materialen, zoals compost, die het bodemleven stimuleren. Uit onderzoek blijkt dat 98 % van ziekten en plagen die je tuin kunnen schaden, vanzelf verdwijnen. Als je de natuur maar haar gang laat gaan en geen chemische middelen gebruikt. 2. Kies de juiste gewassen en planten. Als je heideplanten wilt laten groeien op een kleigrond, dan is je tuinproject al een misser nog voor je eraan begint. Kijk naar wat er groeit en bloeit in je omgeving, en pas je tuin daaraan aan.

Je tuin natuurvriendelijk ingericht en zin om je te outen als pesticiden- en kunstmestvrije tuinier? Vraag dan bij VELT gratis het bordje ‘Zonder is gezonder’ aan en hang het uit aan je huisgevel of tuinpoortje. Tijdens de VELT-ecotuindagen op 4 en 5 juni stellen meer dan 120 ecotuiniers hun tuin open voor het grote publiek: geen beter moment om inspiratie op te doen. Meer info: www.velt.be en www.durftuinierenzonder.be

3. Wat hebben dieren en planten nodig? Maak in een stille hoek in je tuin een ruig plekje, met brandnetels en andere kruiden waar muizen en ander klein grut zich kunnen schuilhouden. Of kies voor een natuurlijke haag waar vogels kunnen nestelen. En zorgt voor planten die lange tijd bloeien: zo komen vlinders en andere insecten niets te kort. 4. Invasieve exoten: geen goed idee. Inheemse soorten zijn altijd de beste ­keuze. Dotterbloem en glanzend fonteinkruid bijvoorbeeld voor in je vijver vormen goede alternatieven voor invasieve exoten zoals Amerikaanse waternavel. Deze exotische planten zijn te allen tijde te vermijden. Meer info vind je op de website van het Interreg-project Invexo: www.invexo.eu. In dit project, dat nog tot 2012 loopt, zoeken partners uit Vlaanderen en Nederland naar een grensoverschrijdend, kosteneffectief en ecologisch verantwoord beheer voor invasieve soorten.

29


Š Azouk Malek

Ambassadeurs van de heide Militairen op de bres voor fragiele natuur Met het LIFE-project DANAH (Defensie + ANB = NAtuurHerstel) balden het ministerie van Landsverdediging en het ANB de laatste jaren hun krachten. Het doel: de heide herstellen op twaalf militaire domeinen in Vlaanderen. Na afloop van het project in juni 2010 kon net geen 4000 hectare natuur met een schone lei beginnen. Nog geen jaar nadien hebben heel wat typische heidebewoners hun weg naar deze domeinen opnieuw gevonden. Mission accomplished, durven we voorzichtig zeggen. 30


Samen uit, samen thuis

Pioniers! Struikhei, gewone en rode dophei, draadgentiaan, moeraswolfsklauw, grondster … Het zijn allemaal planten die amper één jaar na voltooiing van de werken al in verschillende militaire domeinen opnieuw zijn opgedoken. Opvallend, maar niet toevallig: deze planten zijn echte

Nog even wachten op boompieper en tapuit De werken van DANAH moeten ook vogels opnieuw naar de heide lokken. Het is voor een aantal gebieden nog te vroeg om concrete resultaten te zien. Maar het ANB verwacht dat typische heidevogels zoals klapekster, nachtzwaluw,

“Rode dophei, draadgentiaan en grondster zijn nu al teruggekeerd: een pluim op de hoed van DANAH.” pioniersoorten. Na een grootschalige natuurinrichting zijn deze vegetaties de eerste om tot bloei te komen. In hoeverre hun toename echt duurzaam is, moet de komende jaren duidelijk worden. Maar hun aanwezigheid is alvast een beloftevolle start.

ANB en Defensie dus samen mee om de Europese natuurdoelen in het kader van Natura 2000 te realiseren.

Meer dan natuurherstel Een andere missie van het project was om ook de omwonenden bewuster te maken van de grote natuurwaarde in militaire domeinen. Precies doordat de natuur in deze gebieden decennialang haar gang kon gaan, is ze zo bijzonder. Die boodschap werd veelvuldig verspreid tijdens begeleide bezoeken en informatiesessies in een aantal gebieden. Meer info over dit grootschalige natuurproject, een overzicht van de projectgebieden en publicaties: www.danah.be

boomleeuwerik, boompieper, tapuit en grauwe kiekendief dankzij DANAH meer kansen zullen krijgen. Heel wat van deze zeldzame vogels zijn opgenomen in de Vogelrichtlijn. Via DANAH helpen het

Het groentje is een vlinder die dankzij DANAH danig opfleurt. Deze vlinder zet haar eitjes af op gewone dophei en gewone brem: typische heideplanten. Vóór de inrichtingswerken moest de vlinder het vaak stellen met karige restanten van heide. Nu lijkt het voortbestaan van deze soort een zekerheid. Onder meer in het Vloethemveld in Zedelgem - één van de twaalf militaire domeinen waar natuurherstelwerken zijn uitgevoerd – fladdert het groentje weer naar hartenlust rond. De zeldzame aardbeivlinder heeft zich dan weer laten zien in het militair domein in Houthulst. Deze soort komt maar op drie plaatsen in Vlaanderen voor. Ook het gentiaanblauwtje, dat vochtige heide en heischrale graslanden als biotoop heeft, leeft op. Deze vlinder, die in een bijzondere symbiose leeft met de klokjesgentiaan, is al veelvuldig gespot in Kamp Beverlo in Leopoldsburg.

© Yves Adams

Vlinders keren terug

De tapuit is een van de vogels die het ANB straks opnieuw verwacht in de Vlaamse heidegebieden.

31


© Azouk Malek

Samen uit, samen thuis

“Natuur en militaire oefeningen sluiten elkaar niet uit.” Majoor Guy de Veth was als piloot-officier van bij het begin betrokken bij DANAH. Hoe kijkt hij terug op zeven jaar heideherstel en samenwerking met het ANB? Waarom heeft Defensie deelgenomen aan DANAH? “Door te participeren in DANAH, boekten we vooruitgang op twee vlakken. Eén: heel wat van onze domeinen kampten al geruime tijd met verbossing. Dat is voor militaire oefeningen een grote bedreiging. Een dropping voor parachutisten bijvoorbeeld is gewoonweg ondenkbaar in bebost terrein. Dankzij DANAH konden we, met de expertise en hulp van het ANB, onze terreinen opnieuw omvormen tot heidegebied. Waar militaire oefeningen in alle veiligheid kunnen doorgaan. Twee: het LIFE-project was ook de ideale gelegenheid om de natuurwaarden van onze domeinen op een hoger niveau te brengen. Het zijn in Vlaanderen belangrijke schakels in het Natura 2000-netwerk. We gaan er prat op dat onze militaire activiteiten de biodiversiteit niet in het gedrang brengen. De natuurfunctie van onze domeinen is voor ons altijd al een aandachtspunt geweest. Sinds DANAH is milieu- en natuurzorg trouwens onderdeel van de militaire opleiding.”

32

Heeft DANAH ook bij de militairen iets teweeggebracht? “Weinig soldaten waren er zich vóór het LIFE-project echt bewust van dat de onze domeinen echt unieke natuurgebieden zijn, en een grote rol spelen als schatkamer voor de biodiversiteit. En onbekend is vaak ook onbemind. Via vorming en opleiding leren de militairen de natuur en haar belang appreciëren, en maken ze zich de knepen van het natuurbeheer eigen. Onze militairen zijn nu zowat de ambassadeurs van de heidegebieden. Hun enthousiaste reacties tonen dat ze die taak ook heel goed zien zitten.” Hoe gaat het nu verder? “Defensie en het ANB blijven samenwerken. Ook na het LIFE-project is het nodig om het beheer verder vorm te geven. Voor elk domein is een natuurbeheerplan opgesteld dat de duurzame instandhouding van de natuurwaarden moet verzekeren. De monitoring is in handen van het ANB, maar Defensie staat mee in voor de opvolging. Ecologische en militaire doelstellingen kunnen samengaan: die boodschap willen we door vorming en sensibilisering aan ons personeel doorgeven.”


fotowedstrijd

Buiten Beeld Gewapend met niets meer dan een camera en zin voor avontuur, zoeken elke week tientallen natuurliefhebbers de buitenlucht op. Dat dit vaak wonderbaarlijke plaatjes oplevert, kon je de voorbije weken en maanden al aanschouwen in de rubriek ‘Foto van de Week’ op de website van het ANB. Voortaan laat ook Spoorzoeker je mee genieten van de meest tot de verbeelding sprekende foto’s. Kijken moet!

© Bart Wellens

Apocalyps Op dinsdagochtend 4 januari was er een gedeeltelijke zonsverduistering in België. Jammer genoeg gooiden wolkenpakken hier en daar roet in het eten. Op heel wat plaatsen in het land ging de zonsverduistering dan ook onopgemerkt voorbij. Bart Wellens maakte van die wolken een bondgenoot, en schoot een prachtige, duister getinte foto in de vallei van de Zwarte Beek te Zelem.

© Ivan Aerts

Toverplant Een van de mooiste winterbloeiers is de toverhazelaar, met zijn gele, rode, witte of roodbruine bloemen. De bloemblaadjes krullen op bij mist, regen of kou om zich te beschermen, maar weerstaan de vorst wonderwel. Zodra de zon schijnt ontvouwen ze zich weer. De toverhazelaar, hier te zien op een foto van Ivan Aerts, heeft zijn naam niet gestolen: Noord-Amerikaanse indianenstammen dichtten aan deze plant genezende krachten toe en gebruikten ze om onder meer wonden te ontsmetten. De toverhazelaar is geen inheemse plant, maar werd in de vorige eeuw geïntroduceerd in onze Vlaamse parken en tuinen.

© Geert Cools

Stille getuige Een pluim van een fazant herken je met je ogen dicht. Oorspronkelijk afkomstig uit Azië werd deze vogel door de ­Romeinen naar onze streken gebracht. Je kan hem spotten op akkergronden en in bossen, maar in zijn element is hij pas echt op de heide. Straks tijdens de paartijd, wanneer de mannetjes zoveel mogelijk hennen voor zich proberen te winnen, maken ze een hels lawaai. Deze foto werd getrokken door Geert Cools vlak bij de Huwynsbossen in Lichtervelde.

De fotografeerkriebels beet? Ga je zelf vaak op stap met je camera in de Vlaamse natuur? Mail je favoriete foto in hoge resolutie (300 dpi op A4) naar webmaster.anb@­vlaanderen.be met vermelding ‘Foto van de Week’. Wie weet prijkt jouw foto binnenkort op onze homepage. V ­ ergeet ook niet te melden waar de foto genomen is en wie de fotograaf is.

33


BiodiverCITY:

een stadsavontuur voor jong en oud

© Museum voor Natuurwetenschappen

De stad mag dan soms somber en grijs lijken, toch zit ze vol verrassingen. Dieren en planten bijvoorbeeld, die je er nooit zou verwachten. Speciaal voor gezinnen en kinderen (vanaf 8 jaar) ontwierp het Museum voor Natuurwetenschappen BiodiverCITY: een gloednieuwe galerij waar je op verkenning trekt door de natuur in de stad. Aan de hand van foto’s, films, en interactieve toepassingen vertrouwt de stedelijke biodiversiteit je haar geheimen toe. Bovendien krijg je allerlei tips om de biodiversiteit in jouw stad te beschermen. De stad zoals je ze nog nooit zag. Meer info: BiodiverCITY. Museum voor Natuurwetenschappen, tel. 02 627 42 38, www.natuurwetenschappen.be

Opnieuw Scheldewater voor Burchtse Weel

©Lucas Bergmans

Na drie jaar natuurwerken stroomt er weer Scheldewater naar de Burchtse Weel. Deze plas, ooit door een dijkbreuk ontstaan, zal onder invloed van het Scheldetij opnieuw ontwikkelen tot een slikken- en schorrengebied. Zo groeit hier een paradijselijke plek voor broedvogels. De Burchtse Weel krijgt ook een andere functie: water bergen. Een bufferbekken moet bij hevige regen het water vanuit Burcht opvangen. In geval van watersnood voeren pompen het

34

­ ater via het natuurgebied naar de Schelde. Wandelaars en fietsers w kunnen van op de verharde dijk genieten van de weidse natuur. Het natuurproject Burchtse Weel maakt deel uit van het Parkproject Linkeroever, dat het natuurverlies ten gevolge van de Oosterweel­ verbinding moet compenseren. Meer info: an.wouters@lne.vlaanderen.be


spoorzoeker kort

De Schelde gevierd! De Schelde nodigt het hele jaar door uit om te wandelen, te fietsen, vogels te kijken, bootje te varen. Maar de komende weken staat ‘Vlaanderens langste rivier’ extra in de spots. Tijdens de tweede editie van de Scheldehappening op 25 april (Paasmaandag) kan iedereen al varend, fietsend en wandelend de natuurpracht van de Schelde en het Scheldeland beleven. Op acht locaties kan je voor 1 euro genieten van een gegidste boottocht op de Schelde of Rupel.

Liefdesnestje voor ooievaars

De Schelde is niet alleen in Vlaanderen een fenomeen. Tijdens de Internationale Scheldeweek zetten organisaties uit de verschillende Schelderegio’s de rivier in de kijker met een grensoverschrijdend activiteitenprogramma. Op 22 mei bijvoorbeeld laten het ANB en Waterwegen en Zeekanaal NV bezoekers op een heel aparte manier kennismaken met de Hedwige Prosperpolder: per huifkar of op 30 meter hoogte vanuit een kraan.

Ooit waren ooievaars vaak geziene gasten in het Waasland, maar de sierlijke dieren worden hier steeds zeldzamer. Slechts op enkele plaatsen zitten er broedende koppels. Elders vangen streekbewoners nog maar af en toe een glimp op van trekkende ooievaars. Het Regionaal Landschap Schelde-Durme plaatste in januari een nestplatform in het overstromingsgebied in Tielrode, waar vorig jaar nog trekkende ooievaars werden gezien. Volgens kenners is het de geknipte plek voor een nestplatform: het is er rustig en ooievaars kunnen zich in vochtige graslanden tegoed doen aan grote insecten en muizen. Het nest is goed zichtbaar vanaf de dijk tussen de Schelde en de potpolder. Nu is het wachten tot een broedend ooievaarspaartje het platform ontdekt en passend inwijdt.

Bekijk het volledige programma op www.scheldehappening.be en www.scheldeweek.org. Voor wie op de hoogte wil blijven van het reilen en zeilen in het Scheldeestuarium, is er de vernieuwde website van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC): www.vnsc.eu. Je kan je er ook inschrijven op de nieuwe digitale nieuwsbrief van de VNSC.

Meer info: info@rlsd.be

Wat gebeurt er als een kunstenaar met een eigenzinnige kijk (Dirk Van de Weyer) de pracht van de Zwarte Beek wil vatten op papier? Het resultaat is een indrukwekkende collectie van tot de verbeelding sprekende tekeningen. Die tekeningen zijn nu samen gebracht in de tentoonstelling ‘Down by the River’. De tentoonstelling gaat door tussen 1 april en 31 mei in het Bezoekerscentrum De Watersnip in Koersel. Toegang is gratis. De tentoonstelling is elke namiddag (behalve maandags) open. Meer info: www.dewatersnip.be, tel. 011 45 03 91, krista.bovens@lne.vlaanderen.be

Het ANB op de sociale netwerken Wil je ook online op de hoogte blijven van de Vlaamse natuur en de activiteiten van het ANB? Ga dan als de bliksem naar www.facebook.com/natuurenbos & www.twitter.com/natuurenbos. Je vindt er onder meer allerlei natuurnieuws uit diverse media. Natuurlijk blijft ook de officiële ANB-website www.natuurenbos.be het vertrekpunt voor informatie over natuur en bos in Vlaanderen.

© Vincent Van Den Bosch

Natuur en cultuur houden rendez-vous in Zwarte Beek

Vlaamse Ardennendag telt 33 lentes De Vlaamse Ardennendag lokt al meer dan dertig jaar talloze wandelaars naar de Zuid-OostVlaamse heuvels. Wil je er dit jaar ook bij zijn, kruis dan alvast zondag 17 april aan op de kalender. In de voormiddag kan je het Koppenbergbos verkennen: daar wordt de nieuwe wandelinfrastructuur officieel ingehuldigd. In de namiddag is het Volkegembos aan de beurt. Deelnemen aan de Vlaamse Ardennendag - een organisatie van Natuurpunt, Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, het ANB en de stad Oudenaarde - is helemaal gratis. Meer info vind je op www.vlaamseardennendag.be, via info@vlaamseardennendag.be of bij het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen (tel. 055 207 265).

35


Expeditie Groen, op safari in de stad, groene ouverture, groen podium, groen parkeren ... Het kan allemaal op 29 mei 2011, de Dag van het Park. Die staat dit jaar helemaal in het teken van de weldaden van meer groen zoals stadsparken, geveltuintjes en groene buffers in bebouwd gebied. Snuister naar tips en activiteiten voor deze lentegroene dag op www.dagvanhetpark.be

HĂŠt startpunt voor een avontuur in het groen: de Vlaamse Bezoekerscentra Alle adressen op www.natuurenbos.be Vind het ANB ook op de sociale netwerken via www.facebook.com/natuurenbos www.twitter.com/natuurenbos


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.