Spoorzoeker Winter 2009

Page 1

SpoorZo e keR Driemaandelijks Nieuwsmagazine van het Agentschap voor Natuur en Bos Jaargang 3 I nummer 4 I December 2009 I afgiftekantoor 8400 Oostende Erkenningsnummer 708746 I PB-nummer 2/111

Dossier: Europa “Natuur is een basisbehoefte” Interview met minister Joke Schauvliege Turnhouts Vennengebied neemt nieuwe start Het natuurtalent in Stefan Schöning


Winterprik 2009

Interview met Joke Schauvliege Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur

6

Dossier Europa

9

26

Foto: Tom Linster

Een nieuwe start voor het Turnhouts Vennengebied

“Onze vallei van toen” Historisch onderzoek in de IJzer- en Handzamevallei

29

Rubrieken Spoorzoeker kort

4 en 34

Fotowedstrijd

18

Buiten Adem

24

Natuurtalent: Stefan Schöning

32

Foto cover: HR Shutterstock Europa vanuit de lucht bekeken: een behoorlijk groen continent, de inspanningen van Natura 2000 meer dan waard.

2

Vlaanderen zendt zijn zonen uit. De Winne naar de ruimte. Van Rompuy eerste president van Europa. Soms mogen we onze bekende bescheidenheid toch eens afgooien en inwisselen voor een winnaarsperspectief. De coverfoto van deze Spoorzoeker geeft een ‘De Winne’perspectief van Europa. Een satellietbeeld waaruit blijkt dat Europa één geheel vormt. Eén netwerk dat zelfs behoorlijk groen oogt. Om dit groene karakter te behouden, moeten alle lidstaten hun verantwoordelijkheid opnemen. Ook Vlaanderen. Meer en betere natuur in Vlaanderen kan alleen als er niet gedacht wordt in klassieke termen van winnaars en verliezers. Meer en betere natuur in Vlaanderen lukt enkel als er daadwerkelijk wordt samengewerkt. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, maar ook krijgt. In de tweede helft van 2010 neemt België het voorzitterschap waar van de Europese Unie. De participatieve aanpak van de realisatie van het Vlaamse stukje uit de Europese natuurpuzzel mogen we dan gerust als ‘good practice’ presenteren. Voor de echte realisatie op het terrein rekenen we op een ‘De Winne’perspectief, géén klassiek winnaarsperspectief. De natuur bekijken in zijn Europese context, met aandacht voor de bijdrage van iedereen. Deze Spoorzoeker illustreert dat we dit al volop doen én dat ook onze minister resoluut deze kaart trekt. Het Agentschap voor Natuur en Bos is klaar voor de grote uitdagingen. Ook in 2010 zullen al onze medewerkers alles in het werk stellen om de natuurdoelen te realiseren. We hopen dit terug met u allen te mogen doen. In de hoop dat onze volgende De Winne een even groen Europa mag zien. Een Europa waar iedereen bij wint...

Marleen Evenepoel Administrateur-generaal ANB

Foto: Kalmthoutse Heide - Yvan De Smet

Foto: Marc De Vos

Een ‘De Winne’ perspectief graag

Foto: Finse wetlands - HR Shutterstock

In dit nummer

SpoorZo e keR

vijf van de voor een plaats in de top 2009 is ultieme kanshebber . 1850 in tie istra sreg peratuur warmste jaren sinds de tem 2009 af en toe venijnig om van ter win de te prik Desalniettemin Heide uari was de Kalmthoutse zich heen. In de maand febr uld. geh d klee wit nd wekenlang in een betovere


3

Seizoen in beeld


Kalmthoutse Heide groeit Spoorzoeker kort

De Kalmthoutse Heide was met ruim 1000 hectare al het grootste natuurreservaat van Vlaanderen, maar wordt nu nog een stuk groter. De Vlaamse overheid koopt het vroegere landgoed ‘de Mont Noir’ aan, waardoor het natuurreservaat met zo’n 100 hectare uitbreidt. De Kalmthoutse Heide is een zeldzaam overblijfsel van een ooit uitgestrekt Europees heidelandschap. Het gebied kent een lange beschermingsgeschiedenis en kreeg al in 1941 het statuut van beschermd landschap. Het is een van de oudste en grootste natuurreservaten van Vlaanderen en vormt een cruciaal onderdeel van het Europese Natura 2000-netwerk, gebieden in Europa die ecologisch bijzonder waardevol zijn. De uitbreiding is niet alleen goed nieuws voor de biodiversiteit in Vlaanderen en Europa. De regio Antwerpen krijgt er bovendien een mooi wandelgebied bij.

Meer info: an.wouters@lne.vlaanderen.be, tel. 03 224 62 62 71, www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen)

Foto: Neigembos - Marc De Vos

Egel meet milieuvervuiling

Steeds meer bossen in Vlaanderen, op dit moment al meer dan 11 000 hectare, halen een FSC-certificaat als garantie voor verantwoord bosbeheer. Voor het eerst zijn er dit jaar FSC-bossen in alle provincies. Nog een primeur is dat er nu ook privébossen onder het FSC-certificaat vallen. Het succes is te danken aan het ambitieuze project rond FSC-groepscertificering van het ANB. Het ANB wil met dit project de FSC-certificering halen voor alle bossen die ze zelf beheert, maar ook haalbaar maken voor kleine privéboseigenaars door ze in het groepscertificaat te laten stappen.

4

Meer info: tim.audenaert@lne.vlaanderen.be, www.fsc.be Tel. 02-553 27 79

Foto: Vilda - Rollin Verlinde

Vlaams FSC-bos doet het goed

Dat egels voor de natuur nuttige dieren zijn, was al lang bekend. Maar nu blijkt uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen dat ze ook geschikt zijn om milieuvervuiling te meten. De haren en stekels van egels verraden hoe hoog de concentraties van moeilijk afbreekbare schadelijke stoffen, zoals arseen en lood, in een bepaald gebied zijn. De wetenschappers onderzochten een egelpopulatie in Hoboken, op ongeveer 1 kilometer van een metaalverwerkend bedrijf, en zes populaties op andere plaatsen in de provincie Antwerpen. De Hobokense egels bleken meer zware metalen opgestapeld te hebben. De concentraties van zilver, arseen, cadmium en lood lagen tientallen keren hoger dan bij egels uit het minst vervuilde park.


Foto: Kalmthoutse Heide - Vilda - Yves Adams

Vliegveld wordt natuur

Foto: Purperreiger - Bernard Van Elegem

Birdlife International

In het natuurgebied Eksterheide in Beerse is deze zomer een oud vliegveld opgebroken en ingericht als natuur. Ongeveer de helft van de open vlakte werd afgegraven tot het oorspronkelijke niveau, zodat hier opnieuw een ven is ontstaan: het historische Ekstergoor. In de rest van de vlakte werden tot vier meter hoge landduinen aangelegd, geflankeerd door kleinere vennetjes.

63 000 mensen keken tijdens het weekend van 3 en 4 oktober op meer dan 1700 locaties in 35 landen reikhalzend uit naar de doortocht van de trekvogels. Samen telden ze meer dan 2,6 miljoen trekvogels. Vinken, spreeuwen en aalscholvers werden het vaakst gezien. Ook in Vlaanderen stonden tientallen vrijwilligers op post, maar door de regen en felle wind viel het aantal trekvogels mager uit. In totaal werden bij ons 86 trekkende vogelsoorten geobserveerd. De graspieper werd het vaakst gespot.

Meer info: : luc.vanassche@lne.vlaanderen.be, tel. 0477 42 91 54 Wandelingen in het gebied: www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen)

Meer info: www.birdlife.org

Het natuurgebied Middenvijver, de centrale schakel in de groene ring rond Antwerpen, haalt goede punten. Dat blijkt uit een enquĂŞte die het ANB deze zomer bij meer dan honderd bezoekers afnam. De bezoekers noemen de rust, de mooi verzorgde wandelpaden en de rijke biodiversiteit als grootste troeven van het gebied. Bijna de helft van de ondervraagden brengt tenminste eenmaal per week een bezoek aan het natuurgebied. Dit nieuwe natuurgebied dat het natuurverlies ten gevolge van de Oosterweelverbinding compenseert, kent dus op korte tijd een trouw publiek. Meer info: lucas.bergmans@lne.vlaanderen.be, www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen)

Foto: Patrick Engels

Middenvijver scoort

5


Foto: Marc De Vos

“Topprioriteit: samen slagen in de Europese opdracht”

Interview met Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege

S

inds afgelopen zomer heeft Vlaanderen een nieuwe regering en een nieuwe minister voor Leefmilieu en Natuur. Spoorzoeker ging praten met Vlaams minister Joke Schauvliege: over Vlaamse topnatuur in Europa, bossen in de stadsrand, over natuur met de paplepel. “We mogen trots zijn op de manier waarop we hier in Vlaanderen het natuurbeleid samen met alle betrokken partners aanpakken.”

6

Mevrouw de minister, duurzame ontwikkeling is een van de leidende principes in het beleid van de Vlaamse Regering. Welke rol dicht u natuur en bos toe in een duurzaam Vlaanderen? “Duurzame ontwikkeling is hét leidende principe in het hele beleid van de Vlaamse Regering, en dus ook in het natuur- en bosbeleid. In de eerste plaats moeten de bestaande natuurgebieden en bossen in Vlaanderen zo goed mogelijk beheerd worden, zodat de ecologische kwaliteit hoge toppen kan scheren. Maar in mijn beleid wil ik ook volop aandacht geven aan de toegankelijkheid van de bossen en de natuurgebieden. Dat is de sociale dimensie van het natuur-

beleid: mensen zoeken de natuur op om hun vrije tijd door te brengen en elkaar te ontmoeten. Dat moet niet alleen kunnen in de domeinen van de Vlaamse overheid, maar ook in bossen en natuurgebieden die door verenigingen, lokale besturen en zelfs particulieren beheerd worden. Ik wil daartoe het aanmoedigingsbeleid en het subsidiesysteem dat eigenaars stimuleert om hun gebieden open te stellen, herzien.” “Ten slotte wil ik ook de economische functie van natuur in de verf zetten. We nemen al heel wat initiatieven om de privéboseigenaars te ondersteunen. Ik wil bekijken hoe we de bestaande subsidiesystemen voor bebossing kunnen evalueren en eventueel


bijsturen. Op die manier moet het lukken om meer mensen warm te maken om te investeren in bos. Daarnaast geeft het concept ‘ecosysteemdiensten’ een nieuwe, frisse kijk op de economische waarde van natuur, en de relaties tussen maatschappij en natuur. Het vernieuwende is dat de diensten die de natuur levert, zichtbaar gemaakt worden. Zeker in het dichtbevolkte en intens gebruikte Vlaanderen is dit een zinvol concept om belangen en partijen bij elkaar te brengen.”

Het Vlaamse natuurverhaal is onlosmakelijk verbonden met het Europese. De komende jaren zijn van cruciaal belang voor Natura 2000: wat zijn de verwachtingen van Europa, en hoe pakt Vlaanderen dit aan? “De ambities van Europa zijn torenhoog. Het Vlaamse Regeerakkoord is hierover bijzonder duidelijk en even ambitieus: tegen 2015 moet het merendeel van de maatregelen dat nodig is om die instandhoudingsdoelstellingen (de Europese natuurdoelen, nvdr) te realiseren, effectief in uitvoering zijn. Ook los van Europa legt Vlaanderen voor zichzelf de lat hoog. We willen tot de top behoren van soortgelijke regio’s in Europa op het vlak van biodiversiteit: ook dat staat in het Vlaamse Regeerakkoord en in het Pact 2020.” “Natura 2000 is een grote uitdaging. Maar ik maak me sterk dat ze haalbaar is. In dit hele proces vinden we het enorm belangrijk om de betrokken partners mee te hebben. We werken al langer samen met verenigingen, boseigenaars, landbouwers, jagers en ondernemingen voor de realisatie van het natuurbeleid. Nu denken al deze partners ook mee over hoe we de Europese beschermde natuur in stand kunnen houden en over maatregelen om die kwaliteitsdoelstellingen op het terrein te behalen. Die samenwerking is door een intentieverklaring van alle partners bekrachtigd. Ik geloof heel sterk in dit overlegmodel: willen we de forcing voeren, dan moet iedereen mee doen. Dat bespaart ook discussies en tijd achteraf. Een groot draagvlak voor de Europese beschermde natuur in Vlaanderen: dat is waar we samen met het ANB voor gaan. Vanaf dag één, want we hebben geen tijd te verliezen: 2015 zal er snel zijn.” “We moeten niet verbloemen dat er veel bezorgdheden zijn als het over Natura 2000 gaat. Wij kiezen voor de weg van geven en nemen. Dat gaat misschien in het begin trager, maar dat betekent ook dat je uiteindelijk een duurzamer resultaat krijgt. Maar laat ons consequent zijn: we moeten

de partners niet alleen betrekken, maar hen ook helpen. Flankerend beleid en compenserende maatregelen zullen in elk geval nodig zijn om alles voor iedereen verteerbaar te maken.”

De Europese Commissie complimenteerde Vlaanderen voor de doorgedreven participatieve aanpak van Natura 2000. Kan Vlaanderen haar natuurverhaal ook internationaal uitspelen? “Onze weg is inderdaad vernieuwend, en dat wordt ook Europees opgemerkt. Biodiversiteit is een van de thema’s die Vlaanderen gaat behartigen tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft van 2010. En ik geloof inderdaad dat Vlaanderen ook voor wat natuur betreft andere lidstaten kan inspireren. Dat hoeft niet altijd over de cijfers te gaan, het kan ook gaan over de manier waarop. Het doelgroepenoverleg over de instandhoudingsdoelstellingen is zo’n voorbeeldmodel.”

“Ik geloof dat Vlaanderen ook voor wat natuur betreft de rest van Europa kan inspireren. Dat hoeft niet altijd over de cijfers te gaan, het kan ook gaan over de manier waarop.” “Het grote voordeel van het Europese natuurbeleid is: de lat ligt voor iedereen even hoog. Het is niet vrijblijvend, er is geen andere weg - anders tikt Europa ons op de vingers. Maar we vragen ook dat Europa begrip heeft voor de specifieke situatie hier in Vlaanderen. Niet in alle regio’s zijn de doelstellingen even snel of gemakkelijk te halen. Onze sterk verstedelijkte regio beschikt uiteraard niet over even grote oppervlakten bos en natuurgebied als pakweg Finland.”

Vlaanderen als het ‘groene stedengewest’ is een van de doorbraakprojecten van het Vlaamse Regeerakkoord. Wat is het belang van groen in de stad? Op welke manier gaat u hieraan meewerken? “Duizenden Vlamingen wonen in de stad of in een stedelijke omgeving. Dan is groen in de onmiddellijke omgeving een basisbehoefte, een stuk levenskwaliteit waar iedereen van kan genieten. En bovendien

vermindert het de druk op de meer kwetsbare natuurgebieden op het platteland. Het Parkbos is een mooi voorbeeld: een gebied waar Gentenaars, en zij die in de rand wonen, op adem komen en waar hun kinderen de natuur ontdekken.” “In de eerste plaats willen we het toegankelijke groen dat er al is, behouden en aantrekkelijker maken. Om nieuwe stadsbossen of stadsrandbossen aan te leggen, kan de Vlaamse overheid zelf gronden aankopen en bebossen. Maar dat kan niet overal de bedoeling zijn. Ik sprak al van een herziening van het bestaande subsidiesysteem voor bebossing. Privéboseigenaars, gemeentebesturen, OCMW’s, natuurverenigingen, landbouwers en hun organisaties: met al die partners willen we nauwer samenwerken. Ik ga ook gemeentebesturen stimuleren om geïntegreerde groenprojecten op te zetten. Ik wil ze ondersteunen en inspireren met vorming, met technische vademecums en met toepasselijke studiedagen.”

Natuur beschermen is niet alleen een zaak van de overheid. Om ook de Vlaming warm te maken voor natuur(behoud), besteedt het ANB veel aandacht aan natuurbeleving, goed toegankelijke natuurgebieden en bossen, wandelinfrastructuur... Een goede zaak? “Zeker. Als kind trok ik er vaak op uit in de Lembeekse bossen. Eigenlijk mocht je daar niet van de paden … De natuur openstellen, ook ‘privénatuur’: het is zó belangrijk om kinderen spelenderwijs de natuur te laten ontdekken. Zo groeit immers de appreciatie en de betrokkenheid. Zelf heb ik vroeger heel wat natuurkampen meegemaakt, ik was ook lid van de Pandaclub van het WWF. Niet dat ik toen vermoedde dat ik ooit minister voor Leefmilieu en Natuur zou worden (lacht), maar mijn liefde voor de natuur is daar wel gekiemd. Ons pleidooi voor natuurbeleving en -educatie kan niet sterk genoeg zijn.”

Wat is uw grootste uitdaging? “Het natuur- en bosbeleid verander je niet van vandaag op morgen. De afgelopen jaren heeft mijn voorgangster Hilde Crevits een aantal belangrijke lijnen uitgezet. Zo werd, samen met de diensten van Ruimtelijke Ordening, de natuurlijke en agrarische structuur uitgetekend. De uitdaging waar ik voor sta, is het realiseren van kwaliteitsvolle natuur, bos en groen. De instandhoudingsdoelstellingen en het groene stedengewest

7


Foto: HR Schutterstock Wetlands behoren tot de meest bedreigde habitats ter wereld. De erkenning van deze Finse watergebieden in het kader van de Ramsar Conventie en de opname in het Natura 2000 netwerk moeten helpen om deze weergaloze vogelgebieden een veilige toekomst te geven.

zijn de grote pijlers van het natuurbeleid van de komende jaren. Bovendien zal ik in 2010, als minister voor Leefmilieu en Natuur tijdens het Europees voorzitterschap, ook een belangrijke rol spelen in Europese en internationale dossiers. Maar nogmaals: ik wil niet alleen op korte termijn denken. Dit soort processen vraagt veel tijd, maar op het einde moet de barometer positief staan.”

“Tijdens de week ben ik heel vaak onderweg met de auto. Dus als ik er in het weekend op uit kan trekken, dan wil ik fietsen of wandelen. Het Leen in Eeklo, de Bourgoyen in Gent, de Lembeekse bossen: het zijn stuk voor stuk mooie wandelgebieden op fietsafstand. Natuur dicht bij huis is ook voor mij een voorwaarde om me goed te voelen.”

Mevrouw de minister, hartelijk dank voor dit gesprek.

Foto: Greetje Van Buggenhout

Vlaanderen telt heel wat mooie groene gebieden en plekjes waar mensen de drukte ontvluchten. Waar komt een minister zelf op adem?

“Laat ons consequent zijn: we moeten onze partners niet alleen betrekken, maar hen ook helpen. Flankerend beleid is nodig om de veranderingen voor iedereen verteerbaar te maken.”

8


Dossier

Europa

Op de bres voor het natuurlijk erfgoed in Europa Natura 2000 in Vlaanderen Tien keer samenwerken aan Europese natuur in Vlaanderen Soortenbescherming krijgt steviger grond In Kruibeke groeit een tweede Zwin

10 12 15 20 22

9


Op de bres voor het natuurlijk erfgoed in Europa

E

uropa is een smeltkroes van nationaliteiten, culturen, talen en identiteiten. Die diversiteit wordt ook weerspiegeld in de natuur en in het landschap. Bijna nergens ter wereld vind je op zo’n kleine oppervlakte zo’n levendig lappendeken van met elkaar verweven habitats, natuurgebieden en cultuurlandschappen. Precies dat maakt de natuur in Europa zo bijzonder: Natura 2000 geeft dit natuurlijke erfgoed toekomst.

10

Niet groot, wel rijk

Levensnoodzakelijke diensten

Europa is niet de grootste in de rij der continenten: het beslaat minder dan 5 % van de landoppervlakte van de aarde. Toch heeft Europa een verbazingwekkend rijke en unieke diversiteit aan planten, dieren en landschappen. Van de poolcirkel tot de Middellandse Zeekust en van de Atlantische kust tot de steppe in Oost-Europa: Europa kent een ongeëvenaard scala van natuurlijke leefgebieden. De eeuwenlange wisselwerking tussen mens en bodem heeft bovendien een belangrijke stempel op het Europese landschap gedrukt. In de loop der eeuwen zijn door toedoen van de mens talrijke ‘halfnatuurlijke’ habitats ontstaan: hooiland, open heidevelden, bosweiden … De planten en dieren die daar leven, zijn voor hun voortbestaan voor een groot deel afhankelijk van de mens en zijn grondgebruik.

Door het natuurlijke erfgoed van Europa kansen te geven, blijft de rijke biodiversiteit van ons continent bewaard voor de volgende generaties. Zo kunnen ook onze kinderen al wandelend, zwemmend of vissend de natuur verkennen en van het landschap genieten. Maar naast deze landschapswaarde heeft de natuur ons ook op een minder zichtbare manier oneindig veel te bieden. De natuur levert ons levensnoodzakelijke diensten zoals zuiver water, voedsel, een gezonde bodem, een zuurstofrijke lucht … Waterrijke gebieden bieden bescherming tegen overstromingen, bossen zijn een natuurlijke opslagplaats voor koolstofdioxide, rietvelden helpen bij de zuivering van verontreinigd water, bijen bestuiven onze gewassen en ga zo maar door. Bovendien betekent de natuur voor ontelbare bedrijven een onmisbare bron van inkomsten.

Natura 2000 telt meer dan 25 000 gebieden en is het grootste netwerk van beschermde natuurgebieden waar ook ter wereld.


Foto: Shutterstock

Lynx en huismus Het natuurlijke erfgoed van Europa staat steeds meer onder druk: de achteruitgang van de soortenrijkdom is alarmerend. Het zijn overigens niet alleen zeldzame Europese soorten zoals de beer en de lynx die worden bedreigd. Ook de populaties van bijvoorbeeld de huismus zijn de afgelopen twintig jaar flink geslonken. De achteruitgang is te wijten aan het verlies van en de versnippering van de plekken waarin de soorten leven, voedsel zoeken, zich voortplanten … En ook de diensten die de natuur de mens levert, staan onder druk. De klimaatwijziging stelt deze problemen alleen maar scherper.

Er is nog een andere reden om natuurbescherming in Europees verband aan te pakken: een gelijk speelveld in heel Europa is de enige manier om een eerlijke concurrentie te creëren voor ondernemers (boseigenaars, landbouwers, kmo’s, …) die Natura 2000-gebieden gebruiken.

Eén wettelijk kader

Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn

Europa heeft een wetgeving goedgekeurd om het natuurlijke erfgoed in de hele Europese Unie een toekomst te geven. Hierdoor kunnen alle lidstaten met hetzelfde wettelijke kader maatregelen treffen om Europa’s soorten en habitats te beschermen. Die gezamenlijke aanpak is belangrijk, omdat de natuur geen rekening houdt met nationale grenzen. Denk bijvoorbeeld aan de trekvogels die heel Europa doorkruisen op zoek naar rust-, eet- en broedplaatsen. Deze soorten zijn maar echt geholpen, als hun habitats in alle delen van Europa beschermd worden.

De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn de pijlers van de Europese natuurwetgeving. De Vogelrichtlijn uit 1979 heeft als doel alle wilde vogels en hun belangrijkste habitats in de hele Europese Unie te beschermen. Ze verplicht de lidstaten de gebieden te beschermen die belangrijk zijn voor alle trekvogelsoorten en voor meer dan 190 bijzonder bedreigde soorten. De maatregelen van de Habitatrichtlijn (1992) zijn vergelijkbaar, maar ze hebben betrekking op een veel groter aantal Europese soorten. De Habitatrichtlijn vraagt bovendien een doelgerichte bescherming van zeldzame en bijzondere habitattypen, gaande van de wetlands in Finland, over de kalkrotsen aan de Atlantische kust tot de heidegebieden in de Vlaamse Kempen.

Om de biodiversiteit in de toekomst kansen te geven, is op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn een samenhangend Europees netwerk van beschermde gebieden aangeduid: Natura 2000. Dit telt meer dan 25 000 gebieden en is het grootste netwerk van beschermde natuurgebieden waar

Europa

Foto: Bosreservaat Kersselaerspleyn - Vilda - Yves Adams

Natura 2000, netwerk van beschermde natuur

De natuur levert ons levensnoodzakelijke diensten zoals zuiver water, voedsel, een gezonde bodem, een zuurstofrijke lucht … ook ter wereld. Het bestrijkt bijna een vijfde van Europa’s landoppervlak en een belangrijk deel van de omringende zeeën. Natura 2000 draagt bij tot het behoud van uitermate zeldzame Europese soorten en habitats, en is bovendien een veilig toevluchtsoord voor honderden andere dier- en plantensoorten.

Meer informatie over Natura 2000: http://ec.europa.eu/environment/nature

11


Foto: Patrick Vanhopplinus

Natura 2000 in Vlaanderen Samen werken aan meer en betere natuur

H

oeveel kamsalamanders kunnen er huizen in de Vlaamse poelen? En waar in Vlaanderen moet gewerkt worden aan het herstel van laagveen, elzenbroekbossen en natte heide? Op deze en andere vragen geven de natuurdoelen straks een antwoord. Voor heel wat betrokkenen is Natura 2000 - speciale beschermingszones, instandhoudingsdoelstellingen, gebiedsplannen… - een wirwar van begrippen. Spoorzoeker zet alles nog eens op een rij. Aanduiding van Natura 2000-gebieden In Vlaanderen zijn 62 Natura 2000-gebieden aangeduid, ook speciale beschermingszones (SBZ) genoemd. Sommige SBZ zijn aangeduid op grond van de Vogelrichtlijn, andere op grond van de Habitatrichtlijn en weer andere op grond van beide richtlijnen. Deze gebieden samen vormen een netwerk van 166 187 hectare natuur. Wil je weten of er een Natura 2000-gebied in je buurt ligt? Raadpleeg dan het geoloket Natura 2000 via www.agiv.be

De natuurdoelen Voor een hele reeks van zeldzame habitats en soorten vraagt Europa om de ‘gunstige staat van instandhouding’ vast te leggen. Daartoe moeten we weten hoeveel individuen van een soort nodig zijn om te kunnen spreken van een leefbare populatie. En hoe groot bijvoorbeeld een heidegebied moet zijn om onderdak te kunnen bieden aan alle typische heidesoorten. De natuurdoelen helpen om duidelijk te maken waar we naar toe willen met een bepaald gebied. De doelen geven ook richting aan de maatregelen in de beschermde gebieden.

Hoeveel en welke natuur we in heel Vlaanderen nodig hebben, ligt al vast: hoeveel bos, hoeveel heide, hoeveel duinen … Deze Natura 2000-doelen voor heel Vlaanderen worden de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen genoemd, of kortweg G-IHD’s. Ze geven weer wat in het totaal in Vlaanderen nodig is om de bedreigde Europese soorten en habitats een toekomst te geven.

Iedereen mee Meer en betere natuur in Europa en Vlaanderen: dat is het doel van Natura 2000. Maar naast het geven van kansen aan de natuur - het hoofddoel - wil Natura 2000 ook (economisch) gebruik van en natuurbeleving in de beschermde gebieden stimuleren. In een Natura 2000-gebied zijn tal van eigenaars en gebruikers actief: landbouwers, boseigenaars, bedrijven, steden of gemeenten, natuurverenigingen, wandelaars, vissers, jagers … Voor de realisatie van Natura 2000 is samenwerking noodzakelijk. Het ANB kiest daarom voor een doorgedreven overleg. Sinds 2007 is er overleg op Vlaams niveau. Vertegenwoordigers van belangenorganisaties zitten geregeld rond de tafel om te overleggen over de opmaak van de Europese natuurdoelen onder leiding van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Natuur. Met deze belangenorganisaties zijn ook afspraken gemaakt om de achterban te informeren. Zo heeft het ANB in september 2009 samen met de organisaties regionale informatiemomenten georganiseerd. Vanaf 2010 wordt dit overleg verder uitgebreid. Vooraleer de Vlaamse Regering de Europese natuurdoelen definitief goedkeurt, organiseert het ANB samen met de doelgroepen een gebiedsgericht overleg. Bij de bepaling van de natuurdoelen moet immers rekening gehouden worden met plaatselijke gevoeligheden en mogelijkheden. In een volgende stap, vanaf 2012, maakt het ANB gebiedsplannen op in samenwerking met plaatselijke vertegenwoordigers van de eigenaars en gebruikers. Vóór de definitieve goedkeuring van deze plannen organiseert het ANB een openbaar onderzoek. Dan kan ook iedere burger zijn mening geven.

12


Europa De Natura 2000-doelen komen op een wetenschappelijk bestudeerde manier tot stand. Het ANB werkt hiervoor samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Zo zijn bijvoorbeeld betrouwbare cijfers nodig over de minimale populatie van de boomkikker of de middelste bonte specht om de soorten op lange termijn overlevingskansen te geven. En uiteraard ook over het huidige voorkomen van soorten in Vlaanderen. Omdat de natuur voortdurend verandert, is ook een voortdurende opvolging en evaluatie nodig.

De gewestelijke natuurdoelen (G-IHD’s) geven de globale natuurdoelen voor heel Vlaanderen weer. De specifieke natuurdoelen (S-IHD’s) vertellen in welke gebieden we welke inspanningen moeten leveren voor welke soorten en habitats.

Foto: Marc De Vos

In een volgende stap worden de globale natuurdoelen verfijnd per Natura 2000-gebied: in welke gebieden moeten we inspanningen leveren voor welke soorten en habitats? In de beken van de Antwerpse Kempen moeten we de grote modderkruiper aandacht geven, in de Scheldevallei verdienen de zeldzame wilgenvloedbossen eerherstel, terwijl aan de kust de zeldzame duintypes gevrijwaard moeten worden van verdroging en verbossing. Er wordt met andere woorden bekeken welk deel van de opdracht ieder gebied voor zijn rekening kan nemen: we spreken ook van de specifieke instandhoudingsdoelstellingen, of kortweg S-IHD’s.

13


De gebiedsplannen Eens de natuurdoelen zijn goedgekeurd, wordt er voor elk Natura 2000-gebied een gebiedsplan opgemaakt. Hierin staat wat er moet gebeuren om de natuurdoelen voor dat gebied te halen en wie wat gaat doen. Belangrijk is dat deze gebiedsplannen geen nieuwe wettelijke instrumenten in het leven roepen. Wel worden bestaande instrumenten toegepast op maat van de gebieden, de juiste maatregelen op de juiste plaats dus. De maatregelen moeten bovendien haalbaar en betaalbaar zijn. Die afweging tussen natuurdoelen enerzijds en bevolkingsdichtheid, economie, cultuur, recreatie‌ anderzijds, zit in het gebiedsplan vervat.

Wanneer moet alles klaar zijn? De Vlaamse Natura 2000-gebieden zijn al aangeduid, de gewestelijke natuurdoelen liggen vast. Het is de bedoeling dat eind 2010 de specifieke natuurdoelen zijn vastgelegd voor deze gebieden. Binnen vijf jaar

na de definitieve aanwijzing van een gebied moet een gebiedsplan zijn vastgesteld.

Het ANB wil straks, bij het overleg over de specifieke natuurdoelen, rekening houden met plaatselijke gevoeligheden en kansen.

Werkt het? De partners in een Natura 2000-gebied gaan aan de slag met de goedgekeurde gebiedsplannen. Om de zes jaar moet Vlaanderen bij Europa rapporteren over de staat van instandhouding van de soorten en habitats en over de maatregelen die ze neemt om deze soorten en habitats kansen te geven. Europa stelt met de rapporten van de verschillende lidstaten voor elke soort en habitat de staat van instandhouding vast op het niveau van de Europese Unie. Zo wordt duidelijk of het Natura 2000-netwerk in zijn opzet slaagt, en waar we bijkomende inspanningen moeten leveren.

Meer info: www.natuurenbos.be (rubriek Natuur)

De das is ĂŠĂŠn van de bedreigde Europese soorten die het ook in Vlaanderen moeilijk heeft. Foto: Marc De Vos

14


Europa

Tien keer samenwerken aan Europese natuur in Vlaanderen

N

atura 2000 synoniem voor strikt gereglementeerde natuurgebieden, waar elke vorm van menselijke activiteit onmogelijk is? Hoegenaamd niet. Het vertrekpunt van Natura 2000 is juist dat de mens deel uitmaakt van de natuur, en dat beide best in partnerschap functioneren. En dat gebeurt nu al, op verschillende plaatsen in Vlaanderen. Zelf eigenaar, beheerder of gebruiker van een Natura 2000-gebied? Laat je inspireren!

Foto: Olivier Bruyts

Boseigenaars helpen het vliegend hert Het vliegend hert, de grootste kever van Midden-Europa, heeft het de laatste jaren steeds moeilijker. “Nog maar op enkele plaatsen in Vlaanderen kan je deze Europees beschermde keversoort zien. Onze bossen zijn te donker geworden en er ligt te weinig dood hout in”, vertelt Jeroen Franssens, coördinator van de Bosgroep Dijle-Geteland. “In de streek rond Overijse komt het vliegend hert wel nog voor. Onze Bosgroep komt het vliegend hert te hulp door samen met het INBO broedhopen aan te leggen in een aantal bossen. Dat zijn kunstmatig aangelegde houtstapels met gedeeltelijk ingegraven stammetjes. Ze bootsen de ondergrondse, vermolmde wortelstronken na waar de larven van de kever van leven. Na de aanleg van een eerste broedhoop, zijn intussen ook twee boseigenaars bereid om in hun bos een broedhoop aan te leggen. Op die manier helpen ze mee om de toekomst van dit Europees bedreigde diertje te verzekeren.”

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) beheert heel wat waterlopen die door Natura 2000-gebied stromen. De Abeek in Noord-Limburg is daar één van: deze beek stroomt van bron tot monding (38 kilometer lang) door Europees natuurgebied. Koen Martens van de VMM: “De Abeek is een ecologisch waardevolle beek, die rijk is aan vis. In totaal zitten er op de Abeek vijftien vissoorten, onder andere de Europees beschermde beekprik zwemt hier nog rond. Heel wat vissoorten moeten doorheen het netwerk van waterlopen kunnen bewegen om zich te kunnen voortplanten. Maar op de Abeek zijn heel wat obstakels aanwezig die vismigratie moeilijk maken. Aan de Clootsmolen en de Luysmolen bouwen we daarom twee vistrappen, zodat de vissen straks het hoogteverschil kunnen overbruggen. Over een lengte van vier kilometer hebben we ook een twintig meter brede oeverzone aangekocht waar we afspraak hebben met de landbouwers om geen mest of bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Dat verbetert de waterkwaliteit. Als waterbeheerder vinden we het niet meer dan normaal mee te werken aan de Europese natuurdoelen.”

Foto: Abeek - VMM

Oeverzone redt de Abeek

Foto: Sonja Wijnants

Bed & Breakfast met natuur als troef Monique Maes runt in Herselt, aan de rand van de bossen van de Merode, de Bed & Breakfast Zinnen en Minnen in Herselt. “Duurzaam omspringen met de natuur zit in mijn bloed. Mijn gastenverblijf is al jaren op en top natuurvriendelijk. Als een van de weinige B&B’s in Vlaanderen heb ik de Groene Sleutel gekregen, een keurmerk voor toeristische bedrijven die zich inzetten voor de natuur.” Via Collabor8, een Europees project dat ondernemers en erfgoedhouders uit de streek verenigt om het gebied op de toeristische kaart te zetten, wil Monique nieuwe duurzame initiatieven uitdenken. “Net zoals mensen nu over de kust of over het Meetjesland spreken, help ik met mijn Bed & Breakfast mee om van de Merodebossen een begrip te maken. Dat kan door samen te werken en bezoekers te overtuigen van de waarde van dit natuurrijke gebied. Dit prachtige gebied in stand houden, is ook goed voor de lokale economie.”

15


“Vroeger kwamen we hier ravotten, hengelen en meewerken op de akkers en weiden. Nu koesteren we het gebied als natuurgebied én jachtterrein”, vertelt Willy Van Hoey van de natuur- en wildbeheereenheid Scaldania uit Moerzeke-Kastel. “Onze vereniging ontstond uit een groep vrienden die sinds hun jonge jaren actief zijn in het buitengebied. Wij jagers vullen eigenlijk maar een klein deel van onze tijd met jagen, voor de rest doen we aan natuurbeheer. We hebben hier al tal van bomen geplant, beken uitgegraven, poelen, rietkragen, struiken, bloemen- en kruidenakkers en een hoogstamboomgaard aangelegd, en bermen ingezaaid met streekeigen bloemen. Het wildbestand kon zich zo op een natuurlijke manier ontwikkelen en verrijken. Ons jachtgebied ligt grotendeels in Natura 2000-gebied. We maken dan ook graag werk van de Europese natuurdoelen, en staan open voor duurzame maatregelen. Voor onze inspanningen om dit 130 hectare groot moerasgebied langs de Schelde te beheren, ontvingen we enkele jaren geleden al de prijs van de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu België.”

Foto: Griet Buyse

Galloways van Natuurpunt onderhouden Heidebos Het Heidebos is een prachtig natuur- en wandelgebied in Wachtebeke en Moerbeke. Natuurpunt herstelt hier, in het kader van het Europese Life-project Vlaams Veldgebied, de bijzondere Natura 2000-habitats. “Het Heidebos is een Europees belangrijk, maar tegelijk kwetsbaar groen lappendeken van heide en bossen”, vertelt Tom De Beelde van Natuurpunt. “Door hier Gallowayrunderen te laten grazen, houden we open plekken in stand en verbeteren we de verspreiding van typische heideplanten. Elk jaar maaien we een grote oppervlakte met adelaarsvaren zodat er opnieuw heideplantjes kunnen groeien. We voeren ook dunningen uit in de naaldbossen zodat het bos opnieuw evolueert naar een natuurrijk loofbos. En ook de bestrijding van invasieve exoten is een belangrijk actiepunt. Vooral de Amerikaanse vogelkers is hier sterk verspreid. Door die invasieve soort te kappen, herstellen de oorspronkelijke planten zich, en kan tegelijk het broedgebied van Europees bedreigde soorten zoals boomleeuwerik en nachtzwaluw uitbreiden.”

“De natuur gaat mij aan het hart” Bernard Haspeslagh is sinds kort de eigenaar van het 30 hectare groot kasteeldomein Ter Heyde in Sint-Andries. Het domein ligt in Natura 2000-gebied en was tot dan bijna twintig jaar lang volkomen verwaarloosd. Maar Haspeslagh, een jager met een hart voor de natuur, wil ook de biodiversiteit in zijn domein opnieuw een hart onder de riem steken. “Samen met het Regionaal Landschap Houtland ga ik een aantal landbouwpercelen herbebossen, zodat de natuur hier opnieuw opleeft. In de oudere bossen voer ik dunningen uit, zodat ze rijker en waardevoller worden. En vorig jaar heb ik ook al een poel uitgegraven, die hopelijk op termijn de amfibieën opnieuw hierheen zal lokken. Het is uiteraard mooi meegenomen dat die acties binnen de Natura 2000-doelen passen. Maar dat vormt voor mij niet het referentiepunt. Het gaat mij om de dieren en de planten: die gaan mij aan het hart.”

Gemeenten adopteren soorten

16

Foto: Inge Nevelsteen

De steenuil in Tongeren, de knoflookpad in Peer of wilde bijen in Houthalen-Helchteren: in het kader van het GALS-project (Gemeenten Adopteren Limburgse Soorten), gecoördineerd door de provincie Limburg ontfermde elke gemeente zich over een typische Limburgse dier- of plantensoort. Elke gemeente heeft zich geëngageerd om haar soort in bescherming te nemen. Dat doen ze bijvoorbeeld door op het terrein maatregelen uit te voeren, zoals het plaatsen van nestkasten, het aanleggen van poelen of het aanplanten van een hoogstamboomgaard. Maar even goed door sensibilisatieacties zoals het organiseren van een kunstwedstrijd of het samenstellen van een educatief pakket voor de dorpsschool. De adoptiesoort kan voor gemeenten ook een aanleiding zijn om ook in andere, bijvoorbeeld Europese natuurprojecten te stappen. GALS kent nu een vervolg via Solabio, een Interreg-project waarmee de provincie Limburg samen met 26 andere partners uit Vlaanderen en Nederland de biodiversiteit in de grensregio Vlaanderen-Nederland zal versterken.

Foto: Peter Van Hoey

“Natuurherstel verrijkte ons wildbestand”


Foto: Olivier Dochy

“De laatste jaren kan je bij de boeren hier in de streek een echte omslag vaststellen” vertelt Rik Delhaye, voorzitter van de vzw Boerenlandschap. “Landbouwers die enkele jaren geleden nog heel weigerachtig stonden tegenover natuur- en landschapsbeheer, behoren nu tot de meest enthousiasten uit de buurt.” Met steun van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels wil Boerenlandschap boeren aan de slag krijgen voor de natuur. “Dat kan bijvoorbeeld door het aanleggen en beheren van meidoornhagen, waar allerlei soorten vogels zoals grasmussen op afkomen. Maar ook door het graven van poelen en het aanplanten van hoogstamboomgaarden helpen we mee om kleine landschapselementen in ere te herstellen. Dat zorgt niet alleen voor een mooiere leefomgeving en voor de instandhouding van bedreigde dieren. Hopelijk wordt het zo ook duidelijk dat landbouwers heel veel energie in de natuur investeren.”

Europa

Boeren aan de slag voor de grasmus

Foto: Oeverzwaluw - Bert Dejaegher

Oeverzwaluw huist op industrieterrein Enkele jaren geleden maakte een kolonie oeverzwaluwen nesten in een zanddepot in eigendom van BASF. Het bedrijf klopte daarop bij Natuurpunt aan om samen een duurzame oplossing te zoeken. “Oeverzwaluwen zijn een bedreigde vogelsoort”, vertelt Stefaan Versweyveld, voorzitter van Natuurpunt Antwerpen Noord. “Ze vinden nog maar weinig nestgelegenheid in de oevers van beken en rivieren. Maar graafwerken, zandhopen of zandafgravingen zijn wel optimale plekken om nesten te bouwen. En laat nu juist daaraan geen gebrek zijn in de haven van Antwerpen. Daarom stelt BASF een aantal zandhopen als broedgebied beschikbaar. Natuurpunt vlakt de andere zandhopen van het bedrijf schuin af, zodat oeverzwaluwen daar geen tunnels kunnen bouwen. Op die manier helpt de onderneming om de doelstelling voor de bedreigde oeverzwaluw te bereiken en kan ze tegelijkertijd haar activiteiten ongehinderd voortzetten.”

Landeigenaars verenigen zich voor de Wijers Verspreid over de gemeenten Zonhoven, Hasselt, Genk en Heusden-Zolder ligt de Wijers. Een betoverend gebied met zo maar even 1175 vijvers, goed voor meer dan 2500 ha water en riet, al jaren een ankerplaats voor heel wat bijzondere planten en dieren. “Deze plek is internationaal bekend om zijn hoge biodiversiteit met belangrijke natuur- en bosgebieden” vertelt Pierre Crahay van European Landowners Organization (ELO), dat de belangen van de Europese privélandeigenaars behartigt. “Voor diersoorten zoals de roerdomp, de boomkikker en de knoflookpad is de Wijers de hotspot in Vlaanderen. Maar die dieren kunnen zich steeds moeilijker handhaven” vertelt Crahay. “In 1997 kreeg de natuurontwikkeling in het gebied al een eerste impuls vanuit Europa via een Europees Life-project. Tien jaar later hebben de landeigenaars, alle lokale partners en de Vlaamse overheid een tweede Life-project ingediend. Dat moet de parels van het gebied herstellen over de eigendomsgrenzen heen. Vooral de boomkikker en de roerdomp zullen hiervan profiteren.” “We willen met het project niet alleen de natuur, maar ook de plaatselijke economie nieuwe kansen geven. Een mooie streek met een rijke biodiversiteit waar ook nog eens de lokale ondernemers goed bij varen: is dat geen gedroomde combinatie? Een samenwerkingsverband op zo’n grote schaal tussen privélandeigenaars en de overheid is tot nu toe uniek in heel Europa.”

17


Fotowedstrijd

µ

“Het was niet later dan zes uur ‘s ochtends, het zonlicht brak net door toen twee baltsende korhanen voor mijn camera kwamen pronken met hun prachtig zwart verenkleed en liervormige staart. Om de vrouwtjes te imponeren, gooien ze al hun schoonheid in de strijd! Maar ook door schijngevechten, het spreiden van vleugels en een hoop gefladder en gesis proberen zij een hen voor zich te winnen. Ik dacht: ‘Dit is een kans uit de duizend, houd je zo stil mogelijk.’ Ik kon het moment gelukkig op tijd vastleggen.” ( Jacky Launoy ) De korhoen is sinds 1979 een Europees beschermde broedvogel. Het aantal broedparen neemt elk jaar af als gevolg van de klimaatverandering en het verdwijnen van de broedbiotoop. Op dit moment zijn er in heel Europa nog 550 000 paren. In België kan je de korhoen alleen nog in de Hoge Venen aantreffen.

18


19


Soortenbescherming in Vlaanderen krijgt steviger grond H

et beschermen, ontwikkelen en beheren van natuurgebieden is niet altijd genoeg om de verscheidenheid aan planten- en diersoorten in stand te houden. Bovendien komen veel soorten ook buiten natuurgebieden voor: daarom is er soortenbescherming. Sinds kort heeft Vlaanderen een nieuw juridisch kader voor de bescherming van bedreigde soorten.

500 soorten Van adder tot zwarte specht, van dopheide tot jeneverbes: ondanks de aanwijzing van beschermde gebieden kunnen sommige planten en dieren in ons land maar met moeite overleven. De wetgeving in Vlaanderen om bedreigde soorten te beschermen, was sterk verouderd en helemaal niet aangepast aan de problemen waarmee de biodiversiteit vandaag kampt. Bovendien was het Europese soortenbeleid onvoldoende opgenomen in de Vlaamse wetgeving. Met het nieuwe Soortenbesluit liggen nu de basisregels vast waarmee het ANB, samen met haar partners, een actief soortenbeleid kan voeren. Tegelijk zorgt het besluit voor de volledige integratie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De juridische fundering van de soortenbescherming in Vlaanderen is daarmee compleet.

20

“Ongeveer 500 bedreigde planten- en diersoorten vallen onder het Soortenbesluit”,

zegt Nico Verwimp van het ANB. “Sommige soorten zijn in heel Europa bedreigd. Andere, bepaalde vlindersoorten bijvoorbeeld, verkeren enkel in Vlaanderen in moeilijkheden. In de praktijk komt het erop neer dat beschermde planten en dieren zoveel mogelijk met rust gelaten moeten worden. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om planten te plukken of uit te steken en dieren te doden, te vangen of te verstoren.”

over planning en uitvoering, tot en met opvolging en monitoring. Ook een strategie voor communicatie en sensibilisatie hoort erbij. Een beschermingsprogramma geeft eigenlijk een samenvatting van alle kennis over een soort, de bedreigingen en de mogelijkheden om ze te beschermen, maar ook van de concrete doelstellingen en maatregelen.”

“Soms is er meer nodig” “Maar om kwetsbare planten en dieren in stand te houden, volstaan die verbodsbepalingen niet altijd. In bepaalde gevallen is een soort zo in nood, dat een actievere bescherming nodig is. Dan kan de minister een soortenbeschermingsprogramma vaststellen. Dat is een volledig, integraal plan om een bepaalde soort de bescherming te geven die ze nodig heeft: van onderzoek

“Soms is een soort zo in nood, dat een actievere bescherming nodig is. Dan kan de minister een soortenbeschermingsprogramma vaststellen.”


Ook voor de bruine vuurvlinder, een vlindersoort waarvan de laatste populaties zich schuilhouden in de streek tussen Aarschot en Heist-op-den-Berg, springt het ANB op

knaagdier niet wenselijk is omdat het bijvoorbeeld wateroverlast kan veroorzaken. Maar tegelijk geven we de bever ook een actieve bescherming op plaatsen waar hij geen kwaad doet.”

Europa

Foto: Europese hamster - Vilda - Rollin Verlinde

voorkomt, hebben we met verschillende landbouwers afspraken gemaakt. Zij engageren zich om tegen vergoeding zes jaar lang een ‘hamstervriendelijk’ beheer te voeren, door op enkele van hun gronden graan en luzerne te telen. De hamster kan zich te goed aan het graan, en de luzerne biedt bescherming tegen roofdieren. Zo kan de populatie opnieuw rustig aangroeien.”

Ook voor de zilvermeeuw en de mantelmeeuw zit een beheerregeling in de pijplijn. Die meeuwen kunnen aan de kust immers, zeker in het hoogseizoen, voor behoorlijk wat overlast zorgen. “Het is niet de bedoeling de meeuw zelf actief te bestrijden, maar wel te kijken en te regelen op welke wijze de overlast van meeuwen te minimaliseren

“Her en der in Vlaanderen melden vissers dat aalscholvers veel vis wegroven en de sector schade toebrengen. In overleg met de visserijsector brengen we momenteel het probleem in kaart.” de bres. “Op de weilanden die we in eigen beheer hebben, stemmen we ons maaibeheer af op de levenswijze van de vlinders. Door gefaseerd te maaien, verhinderen we dat de eitjes en overwinterende rupsen met het maaisel worden afgevoerd. We vragen aan privé-eigenaars om hetzelfde te doen op hun weiden. En we sporen ook de gemeenten aan om in hun bermbeheer rekening te houden met de vlinders.” “We betrekken de plaatselijke actoren bij het uitstippelen van een beschermingsprogramma: omwonenden, landbouwers, vissers, bedrijven enzovoort. En ten slotte is het de bedoeling dat onze plannen financieel haalbaar zijn: in elk programma zit dus ook een financiële planning vervat. Voor alle duidelijkheid: niet voor iedere soort is zo’n lijvig programma nodig. Soms volstaan op zich staande maatregelen, denk maar aan sensibiliseren, het toekennen van subsidies of het sluiten van overeenkomsten om plaatselijke initiatieven van bijvoorbeeld verenigingen een steuntje in de rug te geven.”

Hamstervriendelijk Met de soortenbeschermingsplannen die de laatste jaren al werden gelanceerd, gaat het ANB gewoon verder. “We nemen al enkele jaren maatregelen om de wilde hamster nieuwe kansen te geven. Dit diertje heeft het ondanks zijn beschermde status in Vlaanderen bijzonder moeilijk; het komt nog maar op een paar plaatsen voor. Om de soort voor uitsterven te behoeden, werken we samen met lokale landbouwers. In het Vlaams-Brabantse Leefdaal en het Limburgse Widooie, waar de wilde hamster nog

Gouden middenweg De terugkeer van een bepaalde soort is niet overal voor iedereen goed nieuws. Soms kan de natuur ook voor overlast zorgen. Het ANB stelt dan, in overleg met de betrokkenen, een beheerregeling op. “We zoeken naar een leefbaar compromis, dat enerzijds wel de bescherming garandeert, maar anderzijds de hinder binnen de perken houdt. Het beverproject is een mooi voorbeeld: we duiden gebieden aan waar dit

met het behoud van een leefbare en duurzame populatie van deze vogels. De regeling wordt uitgewerkt samen met de kustgemeenten, Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen. Ook het probleem van de aalscholver is aan de orde. Her en der in Vlaanderen melden vissers dat aalscholvers veel vis wegroven en de sector schade toebrengen. In overleg met de visserijsector brengen we momenteel het probleem in kaart.” Het Soortenbesluit is sinds 1 september 2009 van kracht. Je kan de volledige tekst raadplegen op www.natuurenbos.be (rubriek Wetgeving). Of download de brochure op www.natuurenbos.be (rubriek Publicaties).

Meer info: nico.verwimp@lne.vlaanderen.be, tel. 02 553 75 03

2010, het Jaar van de Biodiversiteit Gezond voedsel en medicijnen, frisse lucht en schoon water, bescherming tegen natuurrampen, een verkwikkende boswandeling in de lente …: zonder biodiversiteit is ons leven nauwelijks voor te stellen, en een stuk minder aangenaam. Biodiversiteit is de verzamelnaam voor de grote verscheidenheid aan micro-organismen, dier- en plantensoorten en habitats. Helaas sterven steeds meer soorten uit, waardoor het natuurlijk evenwicht op veel plaatsen verstoord wordt en hele ecosystemen dreigen te verdwijnen. Dat brengt ook gevaren mee voor onze eigen basisbehoeften. De Verenigde Naties hebben het jaar 2010 uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Over de hele wereld zal in 2010 extra aandacht besteed worden aan het behouden en het duurzaam benutten van de biodiversiteit.

Meer info: www.biodiv2010.be

21


In Kruibeke groeit een Duurzame recreatie in de schoot van de Schelde

D

e polders rond Kruibeke geven de Schelde straks een zee van ruimte. De Vlaamse overheid werkt hier aan het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen. De inzet: een betere beveiliging van het Zeescheldebekken tegen overstromingen en een grote oppervlakte topnatuur op de grens van water en land. Maar ook: een nagelnieuw wandel- en fietsgebied in het hart van de Vlaamse Ruit. Onlangs stapte Vlaanderen in het Europese uitwisselingsproject STEP (Sustainable Tourism in Estuary Parks) om een duurzame recreatie uit te bouwen in dit unieke getijdengebied.

22


Europa

tweede Zwin Vijf keer veiliger Het gecontroleerde overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde (GOG KBR) is de laatste schakel van het Sigmaplan, dat na de stormvloed van 1976 tot stand kwam om het Zeescheldebekken beter te beschermen tegen stormvloeden. In 2005 besliste de Vlaamse overheid over de update van

het Sigmaplan, die voorziet in bijkomende dijkversterkingen en overstromingsgebieden langs de Schelde: het geactualiseerde Sigmaplan. “Het GOG KBR telt ongeveer 650 hectare die samen instaan voor het versterken van drie belangrijke functies”, vertelt Stefaan Nollet van Waterwegen en Zeekanaal NV. “In de eerste plaats maakt het gebied straks het Zeescheldebekken vijf keer veiliger. Eén à twee maal per jaar valt het springtij samen met een noordwesterstorm. Op die momenten rolt een enorme tijgolf de Schelde in. Door de top van die vloedgolf te bergen, zorgt het GOG KBR er voor dat overstromingen op andere, dichter bevolkte plaatsen vermeden worden.”

Een nieuwe thuis voor verloren natuur

Toekomstbeeld Kruibeeksepolder bij laagtij, W&Z

Dat de Schelde in dit gebied nu en dan vrij overstroomt, zorgt ook voor unieke natuur in en rondom het overstromingsgebied. En dat is nodig, want het GOG KBR moet mee de bijzondere natuur compenseren die doorheen de jaren langs de Schelde verloren is gegaan. Dat is de tweede functie van het gebied. “In een groot deel van de Kruibeekse en Bazelse Polder stroomt straks tweemaal per dag water binnen, en dat geeft het ontstaan aan unieke slikken en schorren” legt Laurent Vanden Abeele van het ANB uit. “Die getijdengebieden zijn erg zeldzaam geworden in Europa. Langs de Schelde zijn er de afgelopen jaren heel wat hectaren van verloren gegaan. Getijdennatuur die met de jaren verdween, krijgt nu een nieuwe thuis.” De natuur in het gebied is trouwens op zich al erg waardevol. De natte elzenbroekbossen in de GrootKruibeekse polder zijn een zeldzaamheid in Europa. Die bossen blijven vanzelfsprekend behouden en worden zelfs uitgebreid. Bovendien krijgen de waardevolle graslanden die moesten wijken voor de uitbreiding van de haven van Antwerpen (het Deur-

“Deze natuur, hoe waardevol en zeldzaam ook, is er ook om gezien en verkend te worden.” (Laurent Vanden Abeele, ANB)

ganckdok) een nieuwe plaats in dit landschap. Samengevat creëert het GOG KBR 300 hectare slikken en schorren, en daarbij nog eens 150 hectare weidevogelgebied en 150 hectare natte elzenbroekbossen, allebei eveneens indrukwekkende natuurtypes.”

Samen met de Biesbosch en The Broads Het overstromingsgebied in Kruibeke mag dan een cruciale rol spelen in noodsituaties, bij normale weersomstandigheden ligt het gebied er rustig bij. Het is dan een prachtig en gevarieerd natuurgebied om in te wandelen en te fietsen, de ideale plaats dus om de weergaloze Scheldenatuur vanop de eerste rij te beleven. Recreatie is dan ook de derde functie van het GOG KBR. De unieke combinatie van veiligheid, natuur en recreatie is ook Europa niet ontgaan. Samen met Waterwegen en Zeekanaal NV, de uitvoerder van het geactualiseerde Sigmaplan, neemt het ANB deel aan het Interreg-project Sustainable Tourism in Estuary Parks (STEP) in het kader van het programma IV A 2 Zeeën. Dat project heeft als doel om de toeristische troeven van Europese getijdengebieden op een duurzame manier uit te werken, en ervaringen uit te wisselen over de duurzame inrichting van zulke gebieden. De nationale parken de Biesbosch in Nederland en The Broads in het Verenigd Koninkrijk zijn de buitenlandse partners in het project. Er wordt nog contact gelegd met een Franse partner om ook met dat land kennis uit te wisselen. “De getijdegebieden zijn erg zeldzaam geworen in Europa. Langs de Schelde zijn er de afgelopen jaren heel wat hectaren van verloren gegaan”, maakt Laurent Vanden Abeele zich sterk.

Onthaalknooppunten De volgende jaren staat er in de polders heel wat te gebeuren. “Er komen verschillende onthaalknooppunten die de mensen welkom heten in het gebied. Op heel verschillende manieren: op de ene plaats kan er bijvoorbeeld een bezoekerscentrum komen met een tentoonstellingsruimte, op de andere plaats een taverne. Het lijkt ons leuk om vanuit het bezoekerscentrum, dat

23


Foto: Aanleg overloopdijk in het GOG KBR, W&Z

gelegen zou zijn aan de schiphoekpolder, rechtstreeks het aanpalende deel van het overstromingsgebied in te kunnen wandelen. Daar vinden bezoekers dan op een kleine oppervlakte de meest typische biotopen en planten van het natuurgebied terug. In dit onthaalgebied denken we ook aan de vissers. We willen nagaan of ze hun hobby kunnen blijven uitoefenen op een aantal natuurlijk ingerichte visputten.”

Aanstekelijke natuur “Het beleven en het verkennen van het gebied staan centraal. De bezoekers moeten de kans krijgen om onder meer de zeldzame getijdennatuur en elzenbroekbossen te bewonderen zonder ze te beschadigen. In het kader van het Europese project plannen we daarom een vlonderpad: een verhoogd wandelpad dwars door het slikken- en schorrengebied. Alle bestaande wandelpaden in het gebied blijven trouwens zoveel mogelijk behouden en krijgen ook nieuwe verbindingen, zodat de wandelmogelijkheden nog worden uitgebreid. Via vlonderpaden kunnen wandelaars de bijzondere elzenbroekbossen in. En voor fietsers bieden de kilometerslange dijken een schitterend uitzicht. Voor vogelliefhebbers denken we aan drijvende kijkhutten of een uitkijktoren. Kortom: zodra het project is afgewerkt, wacht hier een imposant natuur- en wandelgebied.”

24

Alle onthaalinfrastructuur van het GOG KBR zal de huisstijl van het geactualiseerde Sigmaplan uitstralen. “De onthaalpunten in het hele Zeescheldebekken krijgen een prominente vormgeving, dieper in de natuurgebieden zullen de signalisatie en de infrastructuur veel minder opvallend zijn.

“Dit gebied maakt straks het Zeescheldebekken vijf keer veiliger” (Stefaan Nollet, Waterwegen en Zeekanaal N.V.)

Die huisstijl moet onze bedoelingen met het gebied onderstrepen: deze natuur, hoe waardevol en zeldzaam ook, is er ook om gezien en verkend te worden. Maar het enthousiast en aanstekelijk beleven van de natuur kan ook met respect voor de draagkracht ervan”, vindt Laurent Vanden Abeele.

Label voor Europese getijdengebieden Naast de inrichting van ieder afzonderlijk gebied, omvat het Europese project ook een aantal gemeenschappelijke studies. “Samen met onze partners gaan we nieuwe, duurzame vormen van bezoekers-

management uitproberen en innovatieve manieren van natuurbeleving, zoals gps-wandelingen en digitale natuurinformatie op locatie. In samenwerking met toeristische en horecabedrijven willen we ook duurzame vormen van toerisme ontwikkelen. Ten slotte wordt het duurzaam ondernemen in en rond het natuurgebied gestimuleerd, bijvoorbeeld met een label voor Europese getijdengebieden. Kansen zoals duurzaam toerisme, het creëren van ruimte voor water en natuur en maatschappelijk verantwoord ondernemen spelen in alle Europese estuaria. Een grensoverschrijdende samenwerking is dan ook dé manier om ze te benutten.”

De timing van het STEP-project is strak. Tegen 2013 moeten alle projectonderdelen gerealiseerd zijn. Momenteel is het GOG KBR nog een komen en gaan van vrachtwagens, bulldozers en kranen. Wie nu toch al niet meer kan wachten om het gebied te bezoeken, kan doorlopend terecht in de infokeet of op de open werfdagen. Je vindt er informatie over het Sigmaplan en krijgt er een beeld van hoe het gebied er straks zal uitzien.

Meer info: laurent.vandenabeele@lne.vlaanderen.be, tel. 09 265 46 47 www.gogkbr.be, www.natuurenbos.be (rubriek Projecten/Scheldeproject), www.sigmaplan.be, www.wenz.be


Een groenpool in de dop Stefan Schöning is van alle markten thuis: hij ontwierp de stationsklok van de NMBS, tekent in opdracht van de Vlaamse overheid de plannen voor nieuwe verkeerslichten en is de man achter baanbrekende concepten voor zitmeubelen. Toen Schöning de kans kreeg om in opdracht van het ANB samen met het studiebureau Omgeving de huisstijl van het Parkbos in Gent, De Pinte en Sint-Martens-Latem te ontwikkelen, was de beslissing snel genomen: “Zo’n kans wou ik niet laten liggen. Het Parkbos is een begrip: een groenpool van 1200 ha, op een steenworp van de stad, waar straks honderden Gentenaars en mensen uit de streek

op adem kunnen komen. Je vindt er bossen, maar ook park- en natuurgebied, landbouwgronden en tal van cultuurhistorische kastelen. Het is dus een heel divers landschap, dat bovendien nog in volle ontwikkeling is. Nu al een vastomlijnde beeldidentiteit voor dit gebied creëren, is niet evident. Maar juist die enorme uitdaging sprak me aan.‘

Parkbos en de Merode Voor Schöning en zijn medewerkers vormen de contrasten in het Parkbos het uitgangspunt. “Wie door het gebied wandelt,

komt van het verfijnde van de kastelen van de bourgeoisie al snel terecht in het woeste en het ongecultiveerde van de natuur. Dat is volgens mij de kracht van dit park. Ik stem mijn creaties hierop af: de zitbanken die rond de kastelen komen te staan, zijn sierlijker dan degene die je in en rond het bos vindt. Hoe verder je in de natuur trekt, hoe meer rudimentair de zitbanken er zullen uitzien. Dat idee probeer ik ook bij de andere creaties voor het Parkbos mee te nemen.” Schöning wil de natuur zoveel mogelijk voor zich laten spreken. Het liefst van al maakt hij gebruik van natuurlijke producten, die als het even kan ook nog uit de streek zelf komen. Voor de huisstijl van de bossen van de Merode, een opdracht voor de Vlaamse Landmaatschappij, maakte Schöning gebruik van naaldhout als basismateriaal. “In de Kempen zijn vorige eeuw massaal lariksen aangeplant om de mijnschachten te verstevigen. Maar nu de mijnen dicht zijn, kunnen de bomen eindelijk een nieuwe

Foto: Charlie De Keersmaecker

I

ndustrieel ontwerper. Het beroep van Stefan Schöning laat anders vermoeden, maar toch verdient de ‘designer of the year 2008’ alle aandacht als Natuurtalent. Op dit moment is Schöning niet alleen druk bezig om de huisstijl van het Parkbos in Gent, De Pinte en Sint-Martens-Latem uit te denken, ook doorheen zijn andere crea-ties vormt natuur de rode draad. Schöning mag dan wel vanuit hartje Antwerpen werken, op wandelafstand van de Meir, zijn inspiratiebronnen liggen ver daarbuiten: van de Vlaamse bossen tot de hoogvlakte van Peru.

Natuurtalent

Stefan Schöning: industrieel ontwerper in de ban van de natuur toepassing vinden: als bouwmateriaal voor picknicktafels, paardenstallen, de wegbewijzering, noem maar op. Staal gebruik ik zo weinig mogelijk en alleen als het niet anders gaat.” Over het prototype van de zitbank, dat aan de abdij van Averbode staat, was er op de Merodehappening dit voorjaar alvast niets dan positiefs te horen. In 2010 komen er normaal gezien 44 zitbanken bij, verspreid over heel het gebied.

Peru en Equador Het werken met en rond natuur bevalt Schöning best. “Of ik mezelf een natuurliefhebber in hart en nieren mag noemen, weet ik niet. Maar als ik op reis ben, bezoek ik heel vaak natuurgebieden en parken in de streek. In de eerste plaats uit algemene interesse, maar je kan het gerust ook beroepsmisvorming noemen. Ik doe er inspiratie op en ontdek hoe anderen een natuurgebied vorm geven. Ik ontwierp ooit een handdoekrekje in de vorm van een blad van een tropische plant. En de San Pedrocactus, die in Peru en Equador groeit, stond model voor… een kapstok.” De landschapscreaties van Schöning gaan niet onopgemerkt voorbij. Heel wat opdrachten voor de nabije toekomst hebben dan ook een groene tint. “Mijn team gaat ook de huisstijl uitdenken van het Sigmaplan en een reeks landschapsposten ontwikkelen in de Noorderkempen. De komende jaren blijft de natuur mijn actieterrein.”

Meer info: www.stefanschoning.com, www.parkbos.be, www.demerodeonline.be

25


Koning Winter is in het land Dat betekent: genieten van een knetterend haardvuur, een warme kop chocomelk, maar ook van een rustige winterwandeling in de betoverende Vlaamse natuur. Deze uitstappen zijn warm aanbevolen!

Op 4 oktober is de speelzone Elsenbos in Stabroek officieel geopend en ingespeeld. Kinderen kunnen er voortaan het hele jaar door naar hartenlust ravotten tussen de bomen, in de weiden of onder de nieuwe indrukwekkende totempaal. Nu is het enkel wachten op de cowboys en de indianen!

Foto: Shutterstock

Foto: Totempaal Elsnebos

Ravotten onder de totempaal in het Elsenbos

Het hele jaar door, Elsenbos in Stabroek, www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen)

Bokrijk by night Schemerwandelingen, winteravonden, fietstochten ‌ : ook tijdens de wintermaanden kan je in het Domein Bokrijk komen genieten van de betoverende natuur! De trekpleister bij uitstek is Bokrijk by night: een shuttle voert je ’s avonds langs de donkere bossen van Bokrijk naar het Vlaanderen van weleer, toen de mensen nog leefden op het ritme van zon, maan en sterren. Ideaal voor een gezellig en mysterieus avondje uit met familie of vrienden.

Van 8 januari tot 20 maart 2010 (telkens van donderdag tot zaterdag), Domein Bokrijk in Genk, www.winterinbokrijk.be

Vanuit de Vlaamse Bezoekerscentra worden de hele winter door excursies en geleide wandelingen georganiseerd. Je kan de kalenders van de Bezoekerscentra raadplegen via www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen, Bezoekerscentra)

Speyen is een van de laatste weidecomplexen in Brugge waar de akkerbouw niet dominant is. Het vormt dan ook een jachtgebied voor torenvalk, buizerd en slechtvalk, maar je treft er ook kleine rietganzen en roofvogels zoals blauwe kiekendief aan. Vergeet zeker niet warme kledij aan te trekken en een telescoop of verrekijker mee te nemen om er een onvergetelijke fietsnamiddag van te maken.

26

3 januari om 13.30 u, Scheepsdaelebrug in Brugge, www.natuurpunt.be/brugge

Foto: Domein Bokrijk - ANB

Fietstocht door Speyen


Buiten adem

Foto: Kasteel Geonenberg - ANB

Groenenberg bloeit ook hartje winter De bloei van de toverhazelaar in december brengt tijdens de donkerste maanden van het jaar geur en kleur op het 45 hectare grote domein Groenenberg, in de gemeenten Lennik en Sint-Pieters- Leeuw. Daarna is het de beurt aan de winterklokjes en de camelia’s om met alle aandacht te gaan lopen: vooral in de maand februari, wanneer beide in bloei staan, is Groenenberg een hemelse plek voor een winterwandeling. Domein Groenenberg, www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen) Op zoek naar een geschikte locatie voor een vergadering of presentatie in de omgeving van Brussel? Het ANB verhuurt vergaderzalen in het kasteel van Groenenberg.

Meer info: kim.destrycker@lne.vlaanderen.be

366 tips voor biodiversiteit Met meer dan 1,9 miljoen gekende soorten dieren, planten, zwammen en micro-organismen en nog een veelvoud aan onontdekte soorten, krioelt de aarde van het leven. 2010 is uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Op www.biodiv2010.be blijf je op hoogte van de talloze evenementen, tentoonstellingen en acties.

Foto: ANB

Help je graag zelf mee de biodiversiteit te versterken? Bestel dan gratis het boekje ‘366 tips voor de biodiversiteit’ en ontdek een jaar lang elke dag tips om de biodiversiteit een handje toe te steken. De voorraad is beperkt: snel zijn is de boodschap!

Het boekje is een initiatief van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Bestellen via www.biodiv2010.be

Binnenpret Klimaatheld of wattje? Foto: Shutterstock

Altijd al willen weten hoe biogas ontstaat en wat de gevolgen zijn van het broeikaseffect? Bezoek dan zeker Hé Watt-je: een doe-tentoonstelling over duurzame energie voor jong en oud. Ontdek het traject van poep tot biogas, krijg een idee over de impact van het broeikaseffect en laat je verrassen door de kansen die duurzame energie ons biedt. Voor kinderen vanaf acht jaar.

Nog tot en met 14 februari 2010 in de Lakenhallen in Ieper, en op tal van andere plaatsen in Vlaanderen.

Dit is onze aarde II Dit najaar waren alle ogen gericht op de klimaatconferentie in Kopenhagen. Maar ook dichter bij ons wordt nagedacht over een duurzame toekomst. Op de tentoonstelling ‘Dit is onze aarde II’ bijvoorbeeld, waar je via een kunstparcours en interactieve animaties alles te weten komt over hoe de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en bedreigde dieren te beschermen. Kijk in de toekomst naar een aarde waar de mens verdwenen is, word ruimtereiziger in het planetarium en doorloop in een fabelachtige bibliotheek de geschiedenis van de aarde. Voor een fijne middag uit met heel het gezin.

Nog tot en met 30 maart 2010 in Tour & Taxis in Brussel, www.expo-terra.be

De kust anders bekeken Deze fototentoonstelling met beelden van Misjel Decleer geeft je een verrassende kijk op onze kust: nieuwe warmwatervissen die de opwarming van Noordzeewater wel zien zitten of ronduit spectaculaire kreeksporen van de oude, verdwenen Zwingeul. Een aanrader voor iedereen die maar niet genoeg krijgt van de zee.

Nog tot en met 28 februari gratis te bezoeken in het bezoekerscentrum De Nachtegaal in de Panne. Het gelijknamige boek kost € 39,50 en is in De Nachtegaal te koop

27


Turnhouts Vennengebied klaar voor nieuwe start

28


en noorden van Turnhout, tot aan de grens met Nederland, ligt een feeëriek koninkrijk van

heide en ven. Het Turnhouts Vennengebied is niet alleen het meest imposante in zijn soort in heel Vlaanderen, de natuur is er uniek én Europees beschermd. “De afgelopen jaren hebben het ANB, de

Licht op groen

T

VLM en Natuurpunt flink wat geïnvesteerd in de inrichting van dit magnifieke natuurgebied. De natuur kan nu als het ware een tweede start nemen”, zegt Mario De Block van het ANB.

Laatste Vlaamse groeiplaats Het Turnhouts Vennengebied is niet onder één hoed te vangen. Het bestaat uit een snoer van grotere en kleinere vennen met ronkende namen als Grote Klotteraard, Peerdsven en Zwart Water, uitgestrooid over een uitgestrekte mozaïek van heide, bossen, weilanden en akkers. Alles samen vormt dit een voor Vlaanderen groot en uniek open ruimtegebied van meer dan 500 hectare. “De venvegetaties en hun bewoners zijn op Europese schaal bedreigd”, verklaart Mario De Block. “Het Turnhouts Vennengebied is bijvoorbeeld de laatste Vlaamse groeiplaats van waterlobelia en drijvende waterweegbree. De natte overgangen van de vennen naar de heide zijn echt bijzonder: ze vormen een ideale voedingsbodem voor unieke vegetaties met zonnedauw, witte en bruine snavelbies en klokjesgentiaan. En de oorverdovende rust en eindeloze openheid van dit gebied trekken talloze weidevogels aan. Voor grutto’s bijvoorbeeld staat het Turnhouts Vennengebied in de top drie van Vlaamse broedplaatsen, maar ook wulpen voelen zich hier uitstekend thuis.”

“Door de aanleg van wegen, toenemende landbouwactiviteit en plaatselijke recreatie raakte het gebied nog eens extra versnipperd. Bovendien moest het gebied ontwaterd worden om de aanplant te laten renderen en exploitatie mogelijk te maken. Zo verdwenen de typische biotopen zoals de natte heide en de vennen. Uitgezonderd in de natste zone, waar de Kempische klei het dichtst aan de oppervlakte komt: deze Kempische klei was als het ware de levensverzekering voor de laatste vennen en heidegronden in het gebied.”

Een propere lei De laatste tien jaar stellen het ANB, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en Natuurpunt alles in het werk om de bedreigde biotopen in het Turnhouts Vennengebied te herstellen en optimaal te beheren binnen het Natura 2000-netwerk. De werken van het natuurinrichtingsproject, een samenwerking van het ANB en de VLM, startten in 2002 en lopen nog tot 2011 door. Het gebied werd in verschillende deelprojecten aangepakt, en met gerichte studies onderbouwd.

Foto: Turnhouts Vennengebied - Tom Linster

Van natuur naar halfnatuur Zoals bijna alle natuur in Vlaanderen, is ook het Turnhouts Vennengebied een staaltje van zogenaamde halfnatuur: natuur in stand gehouden door de mens. Mario De Block: “Heide en vennen waren in de Kempen eeuwenlang synoniem voor arme gronden: waardeloos voor de intensieve landbouw. De eigenaars probeerden vanaf de achttiende eeuw door het aanplanten van productieve houtsoorten toch nog rendement uit hun grond te halen. Amerikaanse eik en grove den palmden het gebied in ten koste van historische graslanden, moerassen en heide. Soorten als struik- en dopheide plooiden zich terug tot een beperkt aantal heidegebieden.”

de heide en de vennen nodig hebben. Enkele belangrijke vennen waren grotendeels dichtgeslibd. We hebben ze open gemaakt en geruimd. We legden de zandige bodem en de natuurlijke oevers opnieuw bloot, de ideale uitgangssituatie voor de vennen en hun bewoners. Het ven begint dan letterlijk met een propere lei: de natuur kan zich op haar eigen tempo herstellen. De Grote Klotteraard, met 6,8 hectare het grootste nog bestaande ven in Turnhout, is afgelopen zomer ontslibd met extra financiële steun van het Europese Life Natuur-fonds. Dat was een secuur werk, zeker omdat we de historische veenlaag wilden bewaren. Volgend jaar is het de beurt aan Haverven, ooit het meest soortenrijke ven van de streek.”

Zwart op wit: de natuur herstelt Nog met dit Europese geld wil Natuurpunt, de trekker van het Life Natuur-project, ruim 50 hectare extra aankopen, een oppervlakte ter grootte van 100 voetbalvelden. “Het gaat in de eerste plaats om percelen met een heel hoge natuurwaarde of om ontbrekende stukjes, zodat grote aaneengesloten

“De goede verstandhouding met de landbouwers in de streek heeft een flinke hand geholpen” (Marc Smets, Natuurpunt) Tom Vermeulen van de VLM vertelt hoe dit in zijn werk ging: “Heel wat ven en heide was in de loop van de jaren overwoekerd of zelfs dichtgegroeid. Door te maaien, te plaggen (dat is het wegschrapen van de bovenste, voedselrijke bodemlaag), plaatselijk dennenbossen te kappen en de gronden nadien te begrazen, krijgen we opnieuw een voedselarme bodem. En dat is precies wat

delen natuur ontstaan’ vertelt Marc Smets van Natuurpunt. “De goede verstandhouding met de landbouwers in de streek heeft een flinke hand geholpen. De boeren zijn vaak aan hun grond verknocht en zitten meestal niet te wachten op een kavelruil. Toch zagen veel boeren in dat het project ook voor hen voordelen inhoudt. We zoeken bijvoorbeeld naar gronden waar een

29


Sneller dan verwacht werpen de natuurinrichtingswerken vrucht af. Mario De Block is dan ook enthousiast: “Amper enkele maanden nadat de Grote Klotteraard is ontslibd, neemt de soortenrijkdom al opnieuw toe. De zeldzame witbloemige waterranonkel bijvoorbeeld, groeit hier na meer dan 25 jaar opnieuw: onvoorstelbaar. Hetzelfde za-

“De vennen beginnen hier letterlijk met een propere lei: de natuur kan zich op haar eigen tempo herstellen.” (Tom Vermeulen, VLM) gen we enkele jaren terug bij het herstel van enkele vennen bij Weversgoor. Terwijl de afgelopen jaren de heide al flink ontwikkelde na kappingen tussen Zand- en Koeven. Dat belooft voor de toekomst!”

Uitkijktoren toont dat het goed is De buurtbewoners en de talloze fietsers en wandelaars dragen het Turnhouts Vennengebied in hun hart. Pal naast de populaire fietsroute het Bels Lijntje is de 12 meter hoge uitkijktoren de kers op de taart. Mario De Block vertelt “Vanop de uitkijktoren heb je een prachtig uitzicht over de Kleine en de Grote Klotteraard. Volgend jaar komt daar de omgeving van het Haverven bij. En door gericht te kappen, wordt ook het uitzicht op het Zwart Water een stuk fraaier. Heel wat wandelaars houden hier halt.”

30

Foto: Tom Linster

En inderdaad, wanneer wij de toren beklimmen en onszelf trakteren op een wondermooi panorama, staan er verschillende natuurliefhebbers op post. ”Ik kom hier heel vaak, puur om te genieten van het uitzicht. Het perfecte perspectief om te aanschouwen hoe hier een schitterend natuurgebied groeit”, bevestigt een bezoeker.

Meer info: mario.deblock@lne.vlaanderen.be, tel. 03 224 62 69

Foto: De IJzer ter hoogte van Woumen 1933

duurzamere toekomst voor de landbouw mogelijk is, en de landbouwers mogen het vruchtbare plagsel uit het natuurgebied op hun akkers gebruiken. Ze krijgen ook de afgegraven landbouwgrond.”


“Onze vallei van toen� Oude gebruiken in de IJzervallei helpen natuurbeheer van vandaag

31


B

oeren die graslanden maaiden en hooi stapelden, herders die rondtrokken en hun schapen vrij lieten grazen, vissers, jagers, mandenmakers en hagenvlechters … Hoe onze voorouders de grond en de natuur gebruikt en beïnvloed hebben: het vormt een razend interessante informatiebron voor het huidige natuurbeheer. In de IJzer- en Handzamevallei liet het ANB de verhalen van de oudste bewoners optekenen. Hun sappige vertellingen en kleurrijke anekdotes vormen het vertrekpunt om dit authentieke West-Vlaamse valleigebied in ere te herstellen.

De vallei, een gesloten boek De IJzer- en Handzamevallei is een Europees beschermd Vogelrichtlijngebied en één van de meest opmerkelijke natuurgebieden van heel Vlaanderen. Een goeie 500 hectare zijn in beheer van het ANB. Natte graslanden, hooilanden rijkelijk getooid met bloemen, rietkragen en grachtjes wisselen elkaar af. Het weidse, natte natuurgebied is de hemel op aarde voor water- en moerasvogels. Toch is de natuur er de laatste decennia sterk op achteruitgegaan. Veranderingen in landbouw en waterbeheer hebben daar veel mee te maken. Om het natuurherstel in de IJzer- en Handzamevallei tot een succes te maken, is het belangrijk te weten hoe de vallei vroeger werd beheerd en hoe het traditioneel beheer de natuurwaarden heeft gevormd en beïnvloed. Maar daar knelt juist het schoentje, volgens Floris Verhaeghe van het ANB: “Historisch geschreven bronnen over de natuur of over het landgebruik zijn bijzonder schaars. Documenten die vertellen wanneer de oogst werd binnengehaald of waar herders rondtrokken, zijn op een hand te tellen. Zeker in dit gebied, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog de meeste archieven in vlammen zijn opgegaan. Alledaagse gebeurtenissen werden ook zelden of niet beschreven, laat staan bewaard. Maar juist die informatie is voor het natuurbeheer zo belangrijk.”

Zestigplussers aan het woord Kennis over de geschiedenis van de IJzer- en Handzamevallei bestaat dus enkel nog uit wat een steeds kleinere groep zestigplussers er over kan vertellen. Oudere waterbeheerders, vissers, jagers en landbouwers die de vallei nog in een min of meer ongeschonden toestand gekend hebben, vormen een ontzettend belangrijke historische bron. Ze hebben de broeken vroeger zelf beheerd en de veranderingen in de

32


landbouw, het landgebruik, de waterkwaliteit, de vissoorten, het jachtwild … van dichtbij meegemaakt. “Het was eerst de bedoeling een dertigtal personen te interviewen”, vertelt Arnout Zwaenepoel van de West-Vlaamse Intercommunale, die het onderzoek in opdracht van het ANB voerde. “Maar eenmaal op dreef was het moeilijk te

leken. “Op die manier leerden we hoe de broeken de voorbije eeuw zijn veranderd. Zo konden we bijvoorbeeld nagaan hoe het gewijzigde water- of hooibeheer de planten en dieren in de broeken heeft beïnvloed. Wat de bewoners me tijdens interviews vertelden, was ook niet altijd helemaal correct. De mensen vergisten zich al eens van

De meeste mensen die ik interviewde, waren op dat moment al ruim boven de zeventig, de oudste was zelfs 104 (Arnout Zwaenepoel, West-Vlaamse Intercommunale)

stoppen (lacht). We kwamen steeds meer mensen op het spoor. Iedereen had wel een boeiend verhaal te vertellen of kwam met unieke informatie over het waterbeheer, het grasland of de landbouw op de proppen. Uiteindelijk hebben we bijna honderd valleibewoners geïnterviewd. In de eerste plaats landbouwers en waterbeheerders, maar ook herders, mandenmakers, eendenkooiers, hagenvlechters, grootgrondbezitters, jachtwachters en jagers.

Verhalen vergelijken “Bijna iedereen die iets aan het verhaal kon toevoegen, hebben we gecontacteerd. En niemand heeft geweigerd. Gelukkig maar, want anders zou er onherroepelijk kostbare informatie verloren gaan. De meesten waren op het moment van het interview immers al ruim boven de zeventig, de oudste was zelfs 104. Drie personen zijn ondertussen al gestorven.”

Foto: Geschoten otter - Vladslo 1959

Arnout Zwaenepoel onderzocht niet alleen de mondelinge getuigenissen, hij trok er met de meeste mensen ook op uit in de IJzer- en Handzamebroeken : “Op die manier konden de bewoners me op het terrein zaken aantonen en verduidelijken, waar ze tevoren over gesproken hadden. En ik merkte dat veel herinneringen pas terugkwamen als ze het opnieuw met hun eigen ogen konden zien en beleven.”

Herder met hoed Alle personen vertelden vanuit hun eigen indrukken. De informatie uit de uiteenlopende verhalen werd vervolgens met elkaar verge-

plaats of haalden data door elkaar. Logisch ook, want het is al zo lang geleden. Dat probeer je dan op te lossen door hen mee te nemen naar de plekken waar ze over verteld hebben. Maar ook door de verschillende verhalen naast elkaar te leggen.” Ook de talloze foto’s die de valleibewoners Arnout Zwaenepoel toevertrouwden - in totaal meer dan 600 -, vormen een historische bron van formaat. ”Foto’s kunnen de informatie van de geïnterviewden bevestigen of ontkrachten, én zelfs een volkomen nieuw licht op het vroegere beheer werpen.

“Grasland gaat best zo kort mogelijk de winter in: dat leerden de oudste valleibewoners ons” (Floris Verhaeghe, ANB)

Zo staat er op een foto uit de IJzerstreek een herder met een nogal karakteristieke hoed. Dezelfde herder duikt wat later op in Oost-Vlaanderen, zoals blijkt uit een andere foto. Op die manier kunnen we meer te weten komen over het herdersleven van vroeger. Waar we ook van opkeken, was dat hooivummen, een oude techniek om hooi te stapelen, in deze streek veel langer is toegepast dan gedacht.”

Nieuwe inzichten “Bij de start van een dergelijk onderzoek is het altijd de vraag hoeveel en welke antwoorden je krijgt” zegt Floris Verhaeghe. “Maar hier zijn de verwachtingen ruimschoots overtroffen. Het onderzoek heeft echt nieuwe inzichten opgeleverd. We leerden bijvoorbeeld dat we de bloemen die vandaag in het gebied groeien, niet als uitgangspunt mogen nemen. We zijn er jarenlang van uit gegaan dat de verdroging en het vroege maaien een belangrijke oorzaak waren van het verlies aan biodiversiteit. Maar nu is duidelijk gebleken dat het verdwijnen van heel wat typische plantensoorten, zoals de ratelaar, al veel vroeger is begonnen. Het gebruik van een bepaald type meststof had al na de Eerste Wereldoorlog de plantenrijkdom een flinke knauw gegeven.” “In de toekomst willen we in het beheer met deze vaststellingen rekening houden. Een van de aanbevelingen is bijvoorbeeld dat het grasland best zo kort mogelijk de winter in gaat. Uit de interviews en foto’s komt duidelijk naar voor dat deze verdwenen landbouwpraktijk voor de kieviten en smienten een aantrekkelijker winterbiotoop creëert dan gras dat ruiger overwintert, zoals vandaag. De oude jagers leerden ons bijvoorbeeld ook dat de ondiepe jachtvijvertjes in het gebied vroeger heel intensief beheerd werden en een open moerasvegetatie hadden. Terwijl het riet tegenwoordig veel hoger groeit, wat zeldzame moeras- en waterplanten onderdrukt.” Het ANB en het Regionaal Landschap IJzer & Polder organiseren vier vertelavonden over het historisch-ecologische onderzoek van de IJzer- en Handzamevallei. Deelnemen kan nog op donderdag 14 januari 2010 of op donderdag 11 februari 2010, telkens om 19u30. Inschrijven bij het Regionaal Landschap IJzer & Polder, inge.mesuere@ lne.vlaanderen.be, tel. 051 54 59 62.

Meer info: floris.verhaeghe@lne.vlaanderen.be, tel. 051 54 59 48 www.otter.be

33


Foto: Stierkikker - Vilda

Spoorzoeker kort

Heide herstelt zich in Hotond Invasieve soorten internationaal aangepakt Invasieve exotische planten en dieren zijn soorten die van nature niet in Vlaanderen voorkomen, maar zich op sommige plaatsen massaal vestigen. Hun explosieve groei kan leiden tot ecologische en economische schade. Ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren is het probleem van invasieve exoten nog lang niet onder controle. Samen met 23 partners uit Vlaanderen en Nederland is het ANB met Europese steun een Interreg-project gestart, dat mikt op een grensoverschrijdend, kosteneffectief en ecologisch verantwoord beheersysteem voor exotische soorten.

De Hotond is een van de schakels in een keten van unieke boscomplexen in het zuiden van Oost-Vlaanderen. Speciaal aan het gebied zijn de grote reliëfverschillen en de grote variatie aan bodemtextuur - zand, klei, zandleem en leem -, die een waaier aan biotopen opleveren. Bovenop de Hotond heeft het ANB in 2006 een bestand met naaldhout gerooid en de strooisellaag verwijderd om de oorspronkelijke droge heidevegetatie te herstellen. Met succes, want al heel wat typische heidekruiden zijn ondertussen terug van weggeweest. Een authentieke soort van het heischraal grasland, de blauwe knoop, werd geherintroduceerd. Ook de dieren merken het verschil: zo is de zeldzame vlindersoort keizersmantel sinds lang opnieuw in het gebied gespot.

Meer info: hans.deschryver@lne.vlaanderen.be, tel. 03 224 62 58

Meer info: xavier.coppens@lne.vlaanderen.be, tel. 09 265 46 41

Vraag jij je af hoe bossen beheerd worden? Of wil je op een veilige manier met de kettingzaag leren werken? Het opleidingsaanbod van Inverde voor 2010 is te raadplegen op www.inverde.be. Je kan er ook inschrijven op de elektronische nieuwsbrief van Inverde.

34

µ

Doe mee orzoeker met de Spoow d fot edstrije Vlaamse natuur

d orzoeker gen foto van Met jouw ei ns op publicatie in Spo’ p. 18-19. jd alleen ka briek ‘fotowedstri ek maak je niet in de ru rend fotobo . en k een schitte Je kan er oo amse natuur mee winn over de Vla pi (A3) imaal 300 d foto op miner@vlaanderen.be. e al it ig d je oek Stuur naar Spoorz r info en voorwaardene uurenbos.b Kijk voor mee op www.nat


Foto: Zwartebeek - VLM

Tweede fase natuurinrichting Bergerven van start Bergerven ligt op het grondgebied van de Limburgse gemeenten Dilsen-Stokkem en Maaseik, en was vroeger het brongebied van de Zanderbeek. Intensieve grindwinning heeft het gebied een heel ander uitzicht gegeven. Met een natuurinrichtingsproject geven het ANB en de Vlaamse Landmaatschappij de natuur de kans zich te herstellen en verder te ontwikkelen. Volgend voorjaar start de tweede belangrijke fase van de werken. Die mikt op het herstel van heidegebieden en omvorming van naaldbos naar soortenrijker bos. Ook de infrastructuur voor recreatie wordt aangepakt. Twee parkings krijgen een volledig nieuwe inrichting, er komen verschillende uitkijkpunten en een wandeling die toegankelijk is voor kinderwagens en rolstoelgebruikers.

Meer info: elvira.jacques@lne.vlaanderen.be, tel. 011 74 24 67, paula.ulenaers@vlm.be, tel. 011 29 87 14, www.vlm.be (Projectendatabank)

Bosplantengemeenschappen in Vlaanderen Samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft het ANB een lijvig en mooi geïllustreerd boek klaar dat de bosplantengemeenschappen in Vlaanderen beschrijft. De auteurs onderscheiden dertig bostypes, die ze grondig en met oog voor detail bespreken. Ook de relaties tussen de verschillende bostypes komen aan bod. Dit boek is in de eerste plaats bedoeld als naslagwerk voor al wie bossen beheert, beheerplannen opstelt of bosvegetaties karteert. Maar ook natuur- en bosliefhebbers kunnen hun hartje ophalen.

Het boek kost 35 euro. Je kan het bestellen via www.natuurenbos.be (rubriek Publicaties)

Dieren onder de wielen Met een geschatte 4 miljoen slachtoffers per jaar is het verkeer de belangrijkste onnatuurlijke doodsoorzaak van vogels, zoogdieren en amfibieën. Hoeveel en welke dieren precies omkomen en waar de grootste knelpunten zitten: op die vragen wil het project ‘Dieren onder wielen’ een antwoord geven. De Vlaamse overheid, Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen vragen aan iedereen die op de weg een dood of een gewond dier vindt, dit te melden op de website. Met deze informatie wil de Vlaamse overheid verkeersassen veiliger maken, zowel voor mensen als voor dieren.

Melden kan op www.dierenonderdewielen.be

In het volgende nummer

Foto: Tom Linster

Dossier Groen in de stad. Groen in de buurt bepaalt de kwaliteit van je leven, zegt onze minister voor Leefmilieu in deze editie. In het volgende nummer van Spoorzoeker tonen we hoe goed Vlaanderen op weg is om een gewest van groene steden te worden. Soorten gespot. In het kader van het Jaar van de Biodiversiteit brengt Spoorzoeker een heel jaar lang dieren en planten op het toneel. Geen doorsnee exemplaren, maar soorten waar om de een of andere reden ‘een kantje af is’. In de lente-editie zoeken we de raadselachtige onderwaterwereld van beken en poelen op.

35


Heel binnenkort verschijnt een wondermooi fotoboek over de natuur in Vlaanderen. Naast de schitterende beelden, maken ook de tekstbijdragen van Vlaamse topauteurs zoals Dimitri Verhulst, Bart Moeyaert en Annelies Verbeke, het boek tot een bijzonder hebbeding: leuk om kado te doen of een aanwinst voor op je eigen salontafel.

Centrale Diensten Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel tel. 02 553 81 02 fax 02 553 81 05 anb@vlaanderen.be www.natuurenbos.be

‘Meer beter samen. Een inspirerend kijkboek over natuur in Vlaanderen’. Verschijnt in het voorjaar van 2010. Het boek kost 25 euro en is te bestellen via www.natuurenbos.be (rubriek Publicaties).

Provinciale Diensten ANB – Antwerpen Gebouw Anna Bijns Lange Kievitstraat 111/113 bus 63 2018 Antwerpen tel. 03 224 62 62 fax 03 224 60 90 ant.anb@vlaanderen.be ANB – Limburg VAC-gebouw Koningin Astridlaan 50 bus 5 3500 Hasselt tel. 011 74 24 50 fax 011 74 24 99 lim.anb@vlaanderen.be ANB - Oost-Vlaanderen Gebr. Van Eyckstraat 4-6 9000 Gent tel. 09 265 46 40 fax 09 265 45 88 ovl.anb@vlaanderen.be ANB – Vlaams Brabant Hungariagebouw Vaartkom 31 bus 9 3000 Leuven tel. 016 21 12 20 fax 016 21 12 30 vbr.anb@vlaanderen.be ANB – West-Vlaanderen Zandstraat 255 8200 Brugge tel. 050 45 41 76 fax 050 45 41 75 wvl.anb@vlaanderen.be Vlaamse Bezoekerscentra Hét startpunt voor een avontuur in het groen: de Vlaamse Bezoekerscentra. Alle adressen op www.natuurenbos.be

36

Colofon Spoorzoeker is het driemaandelijks magazine van het Agentschap voor Natuur en Bos. Redactieraad: Mathilde Bartels, Dirk Bogaert, Griet Buyse, Dirk Demeyere, Evelien de Munter, Marc De Vos, Filip Hubin, Rosetta Iannicelli, Wouter Mortier, Katelijne Norga, Regine Vanallemeersch, Marie-Laure Vanwanseele, Patrick Verheye, An Wouters Redactie: www.pantarein.be Grafische vormgeving: Nadia De Braekeler Druk: Drukkerij Goekint V.U.: Dirk Bogaert Directeur Communicatie ANB Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Redactieadres: Redactie Spoorzoeker Team Communicatie ANB Koning Albert II-laan 20 bus 8 B-1000 Brussel tel. 02 553 81 13 spoorzoeker@vlaanderen.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.