1 minute read
Downtown Uptown
Orlando di Lasso Lamentationes Jeremiæ Prophetæ
Evelin Seppar Cities
Advertisement
Luciano Berio Cries of London
Marijn Simons City of the Soul
Nederlands Kamerkoor - Peter Dijkstra chef-dirigent
Radna Fabias dichter, voordracht
Het Nederlands Kamerkoor vierde 900 jaar stadsrechten voor Utrecht met een muzikale ode aan ‘ons stadsie’ in de videoregistratie Downtown Uptown. Vanuit de Utrechtse Werkspoorkathedraal bezong het Nederlands Kamerkoor onder leiding van chef-dirigent Peter Dijkstra de stad in al zijn verschijningsvormen: van de bruisende metropolis in Luciano Berio’s Cries of London tot een herinnering aan het desolate straatbeeld van de pandemie in Di Lasso’s meesterlijke klaagzangen van de profeet Jeremia, gebaseerd op de verwoesting van de stad Jeruzalem. De muziek werd afgewisseld met bijdragen van de Utrechtse dichter Radna Fabias, die op adembenemende wijze voordroeg uit haar debuutbundel Habitas. Op deze manier experimenteerden we met de digitalisering van ons aanbod.
podium: De Tranen van Petrus
Orlando di Lasso Lagrime di San Pietro
Györgi Ligeti Nonsense Madrigals
Nederlands Kamerkoor i.s.m. Dance Company Nanine Linning
Peter Dijkstra chef-dirigent
Alexandre Riabko dans
Tido Visser co-regie en concept
Nanine Linning co-regie en choreografie
Irina Shaposhnikova kostuumontwerp
Pink Steenvoorden (Einstein Design) licht- en decoradvies
Geniale koormuziek naar het nu trekken – dat is één van de dingen die het Nederlands Kamerkoor erg goed doet. (...) De voorstelling bezit momenten van grote schoonheid in klank en beeld, en dat het Kamerkoor zo snel is ingehaakt op het isolement dat nu velen plaagt verdient extra lof.
In De Tranen van Petrus plaatste het Nederlands Kamerkoor Orlando Di Lasso’s meesterwerk in een actuele context: wat gebeurt er met de mens ten tijde van isolatie, eenzaamheid en wanhoop? In de voorstelling werd met een ontroerende dansrol het verhaal van Petrus vertolkt – apostel en misschien wel de trouwste volgeling van Jezus. Toch verloochent hij Jezus. De desillusie en eenzaamheid die volgen, kwamen in de voorstelling tot leven in een scenisch samenspel tussen Petrus en het koor. Petrus’ worsteling werd gadegeslagen en begeleid door zeven zangers in levensgrote glazen zuilen. Het riep vragen op als: wie is er eenzamer? Hij die opgesloten is, of hij die niemand heeft om zijn vrijheid mee te delen? Hoe verhoudt zijn idealisme zich vandaag de dag tot een wereld waarin mensen kiezen voor eigenbelang, een maatschappij waarin cynisme regelmatig de overhand heeft? Publiek én zangers werden getuigen van Petrus’ leed. Poëtisch, confronterend, en actueel.