![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/50dc95c6ef39cf1b069eddffa7c91bd5.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
3 Ruimtevaarttechnologie en satellietgegevens beter benutten
Onbekend maakt onbemind. Dat geldt zeker ook voor satellietgegevens. Veel mensen, ook ambtenaren bij de overheid, zijn nog onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die satellietgegevens bieden. Het NSO stimuleert het gebruik van ruimtevaartdata met het Satellietdataportaal en door samenwerking te initiëren tussen potentiële gebruikers van satellietdata en partijen die waardevolle toepassingen kunnen ontwikkelen. De mogelijkheden zijn werkelijk grenzeloos.
Highlights
Advertisement
→ 10 Jaar Satellietdataportaal
Het NSO koopt sinds 2012 centraal satellietgegevens in van Nederland, om ze daarna kosteloos beschikbaar te stellen aan alle ingezetenen in Nederland via het Satellietdataportaal. Satellietgegevens zijn van toegevoegde waarde voor talloze gebruikers. Van wadloopgidsen tot docenten en van bedrijven die commerciële toepassingen ontwikkelen tot overheidsinstellingen die hun werkprocessen efficiënter maken. In 2022 werd bekend dat de satellietgegevens in het Satellietdataportaal opnieuw tot en met 2025 worden aangeboden. Het geeft innovatieve bedrijven een voorsprong bij nieuw te ontwikkelen toepassingen die vervolgens internationaal kunnen worden uitgerold. Continuïteit van het Satellietdataportaal is belangrijk voor alle gebruikers die investeren in satelliettoepassingen. Daarom maakte en maakt het NSO zich hard voor de langdurige voortzetting ervan.
→ SBIR trajecten afgerond
Het was een goed jaar voor de SBIR-regeling (Small Business Innovation Research). Het NSO ondernam de SBIR Bouwfasen samen met de Nederlandse Arbeidsinspectie. De toepassing die hier uit komt, moet verschillende bouwfasen herkennen en identificeren. Daarnaast moet hij helpen toegangswegen van middelgrote tot grote bouwprojecten te verbeteren. De SBIR Klimaatmitigatie en -adaptatie leidde tot 27 ideeën. Zes inzenders werden uitgenodigd om, voorzien van een opdracht, een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Dan is er nog de SBIR Hyperspectraal met defensie, met als doel geografische bodemeigenschappen geautomatiseerd te analyseren. En in 2022 is ook Terravisie 2.0 gestart, een doorontwikkeling van de SBIR Illegaal grondverzet. Met dit systeem monitoren de Nationale Politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport illegale verplaatsingen van bijvoorbeeld bouwgrond en vervuilde grond.
→ Informeren en inventariseren
Net als elk jaar, organiseerde het NSO ook in 2022 verschillende sessies om partijen bij elkaar te brengen die baat hebben bij het gebruik van satellietgegevens. In juni werd een kennisdelingssessie georganiseerd in het kader van satellietdata voor gemeentelijke vraagstukken. Gemeenten zijn voor het NSO een belangrijke doelgroep, omdat veel oplossingen voor maatschappelijke problemen zijn gedelegeerd naar het gemeentelijke niveau .Op de GeoBuzz conferentie organiseerde het NSO een sessie over klimaatmitigatie en -adaptie. Als makelaar tussen vraag en aanbod van waardevolle satellietgegevens denkt het NSO mee. Het activeert en informeert zowel overheden als bedrijfsleven als de onderzoekswereld, zodat ze gezamenlijk maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen.
→ Digitale tweeling
Digital Twins: Europa heeft het concept omarmd. In Destination Earth wil de Europese Unie een digitale tweeling van de aarde maken, een model van de werkelijkheid op basis waarvan overheden beleid kunnen maken. Beleid waarmee we de doelen van de Europese Green Deal moeten gaan halen. Geo-informatie, inclusief Copernicus satellietdata, zijn daarvoor essentiële ingrediënten. In november organiseerde het NSO samen met Surf een evenement voor wetenschappers en onderzoeksorganisaties onder de titel ‘Digital Twins for Earth Sciences’ en sinds medio 2022 vertegenwoordigt NSO de Nederlandse belangen bij de EC.
→ Ontwikkelingen Europese satellietnavigatie
In 2022 ontwikkelde CGI een op software gebaseerde PRS-ontvanger die het beveiligde signaal van de Galileo navigatiesatellieten kan ontsluiten. Tijdens een aantal praktische tests bleek de ontvanger goed te werken. Het grote voordeel van het beveiligde signaal is dat dit niet gejammed of gespoofd kan worden. Een van de tests vond plaats rond de registratie en inspectie van de mesttransporten. Het beveiligde Galileo PRS signaal voor de registratie van laden en lossen kan fraude helpen tegen te gaan. In 2023 wordt het systeem op grotere schaal getest. Het NSO is in gesprek met de Dienst Justitiële Inrichtingen en de Nationale Politie over zinvolle toepassingen van het PRS signaal. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzocht op eigen initiatief welke kritieke overheidsdiensten gebruik zouden moeten maken van het beveiligde signaal.
→ 5 jaar satellietdata van Tropomi
Alweer vijf jaar lang houdt het Nederlandse satellietinstrument Tropomi wereldwijd de luchtkwaliteit in de gaten. Dat leverde veel waardevolle informatie op over onder meer stikstofdioxide, methaanlekken en de verspreiding van vulkaanas. ESA Directeur-Generaal Josef Aschbacher roemde de bijdrage die Nederland met Tropomi leverde aan het Europese Copernicus programma: ‘Tropomi is op dit moment het beste instrument voor het waarnemen van broeikasgassen vanuit de ruimte. Het is een cadeau aan de wereld.’ Ook de komende jaren blijft Tropomi waardevolle data verzamelen over de ozonlaag en de zonkracht en levert het instrument input voor zeer gedetailleerde verwachtingen van de luchtkwaliteit.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/68f2e000d98448093b2c446169113989.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/3192c18f99087eea6e94f44a731e0d26.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/7036f37c21244c2db5c2dc4bac298a7f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/7b96d8085eb6d334dd30605a19d2f934.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/c9c1dba3586adecebc126f40ed063509.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/d505cb3ddfe01e472b907ca185fa19f6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/b9d6b92e351a6a04b2bb82e13d07cb0a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/d863df4f2d52953072f5487b552e0652.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/8e948236f39db3ba82b5649b09345aff.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/93b11302627ef6343c6621eda4848476.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/1a08ba724a90b53361e6d7ab332f79bb.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/7039ffa6680642e32cefcfec3e659fad.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/3d1e5a151ee3a816bfd09c228f948c9a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/bf6cd5d27ebcbf61cd0c3f5a21ba9820.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/83b5f37efc1ab39081d4c191852373c2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/4743b17dc95725b268ffa751d7485947.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/90540836c112d7588f45fc1f739d22c9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/527493c202eea43d492c33670d061ccf.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/c54bf8c493645f9ac01dcd35a237173c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/fea12c0d3e1e0a65e855b6484d8bd365.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/bd05e81af0060049f000397eeef01087.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/ce7188f93f3a461b821b188b1537c86d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/5c54dddcdc6ddebeb61379132862fd13.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/325784fa9ba4116d95bc45ab4a9cdb8c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/a1cc92ab4c8ab04a197a827622dd49ef.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/3ccd42b9480914287bef716a9e1b5b91.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/6f07ce943bfd0191584c41b5b658ba1e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Interview
Gerard van der Steenhoven Oud-directeur KNMI
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/399fda8b78a3f6ac9ab9e0a01f2a3afb.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Gerard van der Steenhoven was negen jaar lang hoofddirecteur van het KNMI. Ook na zijn afscheid, in februari dit jaar, blijft hij zich inzetten voor de ruimtevaart in Nederland: ‘De overheid moet méér gebruikmaken van de mogelijkheden die satellieten ons bieden.’
Laten we meteen met de deur in huis vallen: u vindt dat de samenleving het belang van ruimtevaart onderschat. Hoe komt dat, denkt u?
‘In de media gaat verreweg de meeste aandacht naar twee onderwerpen: bemenste ruimtevaart en sterrenkunde. Historisch gezien snap ik dat. Als mensheid willen wij ontdekken, verkennen, antwoorden vinden op de grote vragen in het heelal. Maar kijk je vanuit een maatschappelijk perspectief naar ruimtevaart, dan kun je het belang van bijvoorbeeld aardobservatiesatellieten bijna niet overschatten.’
Met die kant van de ruimtevaart had u als directeur van het KNMI dagelijks te maken… ‘Alleen al voor de weersverwachting. Het weer dat we over veertien dagen in Nederland verwachten, is nu aan de andere kant van de aarde. Het kan uit de richting van het Caraïbisch gebied komen, of vanuit Nieuw-Zeeland. Hoe dan ook: het reist nog een hele afstand over de oceaan. Daar kunnen we niet allerlei weerstations neerzetten. Een innovatieve satelliet als Aeolus helpt door windprofielen te meten boven de oceaan. En ook de derde generatie Meteosat satellieten, waarvan de eerste vorig jaar gelanceerd werd, is belangrijk voor de kwaliteit van onze weersverwachting.’
Iedereen praat over het weer. Niemand praat over de satellieten die het weer in kaart brengen. Onbekend maakt onbemind?
‘Zo is het. Aardobservatiesatellieten zijn van wezenlijk belang voor onze maatschappij. Maar je moet als makers én gebruikers van die satellieten wel een beetje de boer op. Je moet vertellen welke prachtige data ze produceren en waarom die data zo interessant is. En dat gaat veel verder dan alleen het weer.’
Kunt u een voorbeeld geven?
‘Voorbeelden zijn er te over. Neem de stikstofcrisis. Concentraties van ammoniak en stikstofdioxide kun je waarnemen vanuit de ruimte. Dat geldt ook voor de uitstoot van broeikasgassen en voor het gat in de ozonlaag. In het onderzoek naar de ozonlaag heeft Nederland altijd een leidende rol gespeeld. Al heel vroeg hadden wij in de gaten: zo’n mondiaal probleem kun je niet op een andere manier in beeld brengen, dan met satellieten vanuit de ruimte.’
Wat doet de Nederlandse overheid met al die gegevens over onze lucht en het klimaat?
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/acaf6b08152ad7122b7c1ff93f1e8ba6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/b9c09717c2d65aeb3736e353ffeb5265.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
‘Nog altijd te weinig, vind ik. Terecht is ooit vastgesteld dat ruimtevaart veel verder gaat dan alleen innovatie binnen de ruimtevaartindustrie en wetenschappelijk onderzoek. Het raakt aan de klimaatuitdaging, defensie, de volksgezondheid waar het gaat om de luchtkwaliteit en nog veel meer. De overheid zou veel meer gebruik moeten maken van de mogelijkheden die satellieten ons bieden. En ze moet middelen beschikbaar stellen die passen bij het belang van ruimtevaart.’
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/4652a30a8a60e366162ad504ee83d9cc.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Hoe kun je zorgen dat ruimtevaart de aandacht krijgt die het volgens u verdient?
‘Dat doe je door het NSO een prominentere plaats te geven in het gebouw van de rijksoverheid. Het zou, net als het KNMI, direct onder de secretaris-generaal moeten vallen. Zo worden ruimtevaarttechnologie en de toepassing daarvan een vanzelfsprekend gespreksonderwerp bij begrotingsbehandelingen en bij de vorming van een nieuw akabinet.’
Als u terugkijkt op negen jaar directeurschap van het KNMI, wat mag dan absoluut niet onbesproken blijven?
‘Het succes van Tropomi. Dit meetinstrument voor de atmosfeer wordt door vriend en vijand, van weerkundigen tot wetenschappers, gezien als een van de meest succesvolle aardobservatie-instrumenten van de afgelopen tien jaar. In heel Europa en zelfs wereldwijd is enorme waardering voor de norm die Nederland heeft neergezet met Tropomi. Zo innovatief kan de Nederlandse ruimtevaart zijn, als we ons daar samen voor inzetten.’
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/9702bb6eb8dcd15b1743ca7551ab5649.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230721124856-3a30bf5600924d96f855740dafa80cac/v1/096f82800855660a518b6ab48dbf84a2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)