Gezin en Gezondheid

Page 1

New Covenant Publications International Ltd Dutch

Auteursrecht © 2020. Internationale Publicaties van het Nieuwe Verbond

Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit boek mag worden gereproduceerd of verzonden in welke vorm dan ook of op welke wijze dan ook zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de auteur, behalve in het geval van korte citaten belichaamd in kritische artikelen en beoordelingen. Stuur alle relevante vragen door naar de uitgever.

Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit boek mag worden gereproduceerd of verzonden in welke vorm dan ook of op welke wijze dan ook, elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopiëren, opnemen of door een informatieopslag- en ophaalsysteem - behalve door een recensent die korte passages kan citeren in een recensie die in een tijdschrift of krant moet worden afgedrukt - zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

ISBN: 359-2-85933-609-1

ISBN: 359-2-85933-609-1

Catalogiseren in Publicatiegegevens

Redactie en Ontwerp door : Internationale Groep van het Nieuwe Verbond

Gedrukt in het Verenigd Koninkrijk.

Eerste druk op 26 mei 2020

Gepubliceerd door : Internationale Publicaties van het Nieuwe Verbond

New Covenant Publications International Ltd., Kemp House, 160 City Road, London, EC1V 2NX

Bezoek de Website: www.newcovenant.co.uk

Gezin en Gezondheid

Ellen G. White

Macbeth: Kun je een zieke geest niet bedienen.., Verwijder uit het geheugen een geworteld verdriet, Wis de geschreven problemen van de hersenen, en met een zoet vergeetachtig tegengif... de belaste boezem reinigen van het gevaar... Die op het hart drukt?

Acte V, Scene III

Macbeth, 1606

William Shakespeare

Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten.

New Covenant Publications International Ltd. Gereformeerde Boeken, Getransformeerde Gedachten New Covenant Publications International Ltd., Kemp House, 160 City Road, London, EC1V 2NX Email: newcovenantpublicationsintl@gmail.com

Dit boek wordt opgedragen aan Here God.

Dankwoord

New Covenant Publications International verbindt de lezer opnieuw met het goddelijke plan dat hemel en aarde verbindt en de eeuwigheid van de wet van liefde versterkt. Het logo, de Ark van het Verbond, vertegenwoordigt de intimiteit tussen Christus Jezus en zijn volk en de centrale plaats van Gods wet. Zoals er staat geschreven: “Maar dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des HEREN: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.” (Jeremia 31: 31-33; Hebreeën 8: 810). Inderdaad, het nieuwe verbond getuigt van een verlossing, geboren door onverminderde strijd en verzegeld door bloed.

Gedurende ontelbare eeuwen hebben velen lijdende kwelling en onbegrijpelijke onderdrukking doorstaan, berekend om de waarheid uit te wissen. Vooral in de donkere middeleeuwen was dit licht enorm in de war en verduisterd door menselijke tradities en populaire onwetendheid, omdat de inwoners van de wereld de Opperste Wijsheid hadden veracht en verworpen en het verbond hadden overtreden. De plaag van het compromis met zich wijdverbreid kwaad veroorzaakte zo'n gesel van ongebreidelde degeneratie en duivelse onmenselijkheid, dat veel levens ten onrechte werden opgeofferd en weigerden zich over te geven aan de gewetensvrijheid. Niettemin werd een om verloren kennis te herstellen, met name in de tijd van de Reformatie.

De plaag van het compromis met zich uitbreidende kwaden veroorzaakte zo'n gesel van ongebreidelde degeneratie en duivelse onmenselijkheid, dat veel levens ten onrechte werden opgeofferd vooral al degenen die weigerden zich over te geven aan de gewetensvrijheid. Niettemin werd een verloren kennis nieuw leven ingeblazen, met name in de tijd van de Reformatie. De hervorming van de 16e eeuw leidde tot een moment van waarheid, fundamentele verandering en de daaruit voortvloeiende turbulentie, zoals weerspiegeld in de contrareformatie. Door dit boek ontdek je echter de onmiskenbare betekenis van deze unieke revolutie vanuit het perspectief van de hervormers en andere moedige pioniers. Uit hun verslagen kan men de verwoestende veldslagen, de redenen voor dergelijke fenomenale weerstand en bovennatuurlijke interventies begrijpen.

Ons motto: “Gereformeerde Boeken, Getransformeerde Gedachten,” benadrukt het onderscheidend genre van de literatuur, gecomponeerd in een kritisch tijdperk en de impact ervan. Het benadrukt ook de urgentie van persoonlijke hervorming, wedergeboorte en transformatie. Al sinds de uitvinding van de boekdrukkunst de Gutenberg, in combinatie met het kracht van vertaling, de principes van het hervormde geloof verspreidde, ongeveer 500 jaar geleden, zouden de gedigitaliseerde pers en

Voorwoord

elektronische media in elke taal het licht van de waarheid communiceren in deze laatste tijden.

1 Gezin en Gezondeid
2 Gezin en Gezondeid
3 Gezin en Gezondeid Inhoudsopgave Kapitel 1 Ons voorbeeld..........................................................................................................5 Kapitel 2 Dagen van dienstbaarheid......................................................................................10 Kapitel 3 Met de natuur en met God 19 Kapitel 4 De aanraking van het geloof..................................................................................23 Kapitel 5 Genezing van de ziel..............................................................................................30 Kapitel 6 Gered om te dienen 40 Kapitel 7 Samenwerken tussen God en mens........................................................................48 Kapitel 8 De arts, een opvoeder.............................................................................................57 Kapitel 9 Onderricht en genezing..........................................................................................65 Kapitel 10 Het helpen van verzochten...................................................................................78 Kapitel 11 Werken voor de onmatigen..................................................................................84 Kapitel 12 Hulp aan werklozen en daklozen.........................................................................92 Kapitel 13 De hulpeloze armen ...........................................................................................103 Kapitel 14 Dienstwerk voor de rijken..................................................................................108 Kapitel 15 In de ziekenkamer..............................................................................................113 Kapitel 16 Gebeden voor de zieken 116 Kapitel 17 Het gebruik van geneesmiddelen.......................................................................121 Kapitel 18 Genezing voor de geest......................................................................................125 Kapitel 19 In contact met de natuur 136 Kapitel 20 Algemene hygenië .............................................................................................140 Kapitel 21 Hygiëne bij de Israëlieten ..................................................................................144 Kapitel 22 Kleding 149 Kapitel 23 Voeding en gezondheid......................................................................................154 Kapitel 24 Vlees als voedsel................................................................................................162 Kapitel 25 Uitersten in het dieet 166 Kapitel 26 Stimulerende en bedwelmende middelen ..........................................................170 Kapitel 27 De handel in drank en het verbod daarop ..........................................................177 Kapitel 28 De invloed van het huisgezin.............................................................................184 Kapitel 29 De stichters van het gezin 188 Kapitel 30 De woning..........................................................................................................192
4 Gezin en Gezondeid Kapitel 31 De moeder 196 Kapitel 32 Het kind..............................................................................................................200 Kapitel 33 De invloed van het gezin....................................................................................206 Kapitel 34 Wat is het doel van ware opvoeding Ieder waar christen is een 210 Kapitel 35 Een ware kennis van God ..................................................................................218 Kapitel 36 Het gevaar van speculatieve kennis...................................................................229 Kapitel 37 De valse en ware opvoeding..............................................................................237 Kapitel 38 Het belang van ware kennis...............................................................................245 Kapitel 39 Kennis door Gods Woord ontvangen.................................................................250 Kapitel 40 Hulp in het dagelijks leven ................................................................................255 Kapitel 41 In contact met anderen.......................................................................................263 Kapitel 42 Ontwikkeling en dienst......................................................................................272 Kapitel 43 Een hogere ervaring...........................................................................................276

Kapitel 1 Ons voorbeeld

'Maar Ik ben in uw midden als dienaar

Onze Heer Jezus Christus kwam naar deze wereld als de onvermoeide dienaar van °s mensen noden. Hij heefi onze zwakheden op zich genomen en onze ziekten heefi Hij gedragen, (l) opdat Hij in elke nood van de mensheid zou voorzien. De last van ziekte, ellende en zonde kwam Hij wegnemen. Het was Zijn zending om de mens volledig herstel te brengen; Hij kwam om hem gezondheid, vrede en volmaaktheid van karakter te geven.

De omstandigheden en noden van hen die om hulp smeekten, waren zeer verschillend, en niemand die tot Hem kwam heefi Hij ledig weggezonden. Uit Hem vloeide een stroom van genezende kracht en men werd genezen naar lichaam, ziel en geest.

Het werk van de Verlosser werd niet beperkt tot enige tijd of plaats. Zijn medelijden kende geen grenzen. Hij voerde Zijn werk van genezing en onderwijs op zo°n grote schaal uit, dat er in Palestina geen gebouw groot genoeg was om de menigten die om Hem heen drongen, onder te brengen. Op de groene he rghellingen van Galilea, aan de hoofdverkeerswegen, aan de oevers van het meer, in de synagogen, en overal waar zieken hij llem gebracht konden worden, vond men Zijn ziekenhuis.

In elke stad en ieder dorp waar Hij doorheen reisde, legde Hij de lijdendcn de handen op en genas hen. Waar harten gereed waren om Zijn boodschap te ontvangen, troostte Hij hen met de zekerheid van de liefde van hun hemelse Vader. De gehele dag verschafte Hij hulp aan wie tot Hem kwamen; en ”s avonds schonk Hij Zijn aandacht aan hen, die overdag moesten werken om in het onderhoud van him gezin te voorzien. Jezus droeg de vreselijke last van de verantwoordelijkheid voor de verlossing der mensheid. Hij wist dat allen verloren zouden zijn, tenzij er een besliste verandering kwam in de beginselen en doelstellingen van het menselijk geslacht. Dit was de last die op Zijn ziel drukte en niemand kon het gewicht, dat op Hem drukte, begrijpen. In Zijn kinderjaren en als man ging Hij Zijn weg alleen. Toch ging er een hemelse invloed van Hem uit.

Dagelijks ontmoette Hij beproevingen en verleidingen; dagelijks werd Hij in contact gebracht met het kwaad en was Hij getuige van de macht van het kwaad over degenen die Hij zocht te zegenen en te redden. Toch werd Hij niet teleurgesteld of ontmoedigd. In alle dingen maakte Hij Zijn wensen ondergeschikt aan Zijn zending. Hij verheerlijkte Zijn leven door alles ondergeschikt te maken aan de wil van Zijn Vader. Toen Zijn moeder Hem als jongen in de school van de rabbi”s vond en vroeg: Waaromhebt gij ons dit aangedaan?" - antwoordde Hij - en Zijn antwoord was het sleutelwoord van Zijn levenswerk - "Waarom hebt gij naar Mij gezocht?" Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen Mijns Vaders?" (2)

Zijn leven was een voorbeeld van voortdurende zelfopoffering. Hij had geen thuis in deze wereld tenzij de vriendelijkheid van vrienden Hem als reiziger opnam. Voor ons leefde Hij

5 Gezin en Gezondeid

het leven van de armsten, Hij trok rond en werkte voor de behoeftigen en lijdenden. Niet erkend en ongeëerd wandelde Hij onder het volk waarvoor Hij zoveel gedaan had.

Hij was altijd geduldig en opgewekt; de lijdenden riepen Hem aan als een boodschapper van leven en vrede. Hij zag de nood van mannen en vrouwen, kinderen en jeugdigen, en allen nodigde Hij uit, "Komt tot Mij."

Gedurende Zijn dienstwerk wijdde Jezus meer tijd aan genezing van zieken dan aan prediking. Zijn wonderen getuigden van de waarheid van Zijn woorden, dat Hij niet kwam om te verderven, maar om te redden. Waar Hij ook heenging, de tijding van Zijn barmhartigheid was Hem voorgegaan. Waar Hij gepasseerd was, jubelden zij die genezen waren en beproefden hun nieuwgevonden krachten. Menigten verzamelden zich rondom hen omvan hun lippen de wonderen te horen die Hij gewrocht had. Zijn stemwas het eerste geluid dat velen ooit hoorden, Zijn naam het eerste woord dat zij uitspraken. Zijn gelaat het eerste dat zij aanschouwden. Waarom zouden zij Jezus niet liefliebben en Zijn lof verkondigen? Terwijl Hij door de steden en de dorpen trok, was Hij als een levenbrengende stroom, die gezondheid en vreugde verspreidde.

"Het land van Zébulon en het land van Naftali, aan de Zeeweg, over de Jordaan, Galilea der heidenen, Het volk, dat in duistemis gezeten is heeft een groot licht gezien, En voor hen, die gezeten zijn in het land en de schaduw des doods, Is een licht opgegaan." (3)

De Heiland maakte van iedere genezing een gelegenheid om de goddelijke beginselen in geest en ziel te planten. Dat was het doel van Zijn werk. Hij deelde aardse zegeningen uit om de harten van de mensen bereid te maken voor het ontvangen van het evangelie van Zijn genade.

Christus zou de hoogste plaats onder de leraars van de Joodse natie vervuld kunnen hebben; maar Hij gaf er de voorkeur aan het evangelie aan de annen te brengen. Hij ging van plaats tot plaats, zodat allen op de grote wegen en de zijwegen de woorden van waarheid konden horen. Bij de zee, op de berghellingen, in de straten van de stad. in de synagoge werd Zijn stem gehoord terwijl hij de Schrift uitlegde. Dikwijls leerde Hij in de buitenste voorhof van de tempel, zodat de heidenen Zijn woorden konden horcn. Zó anders was de leer van Christus dan de uitleg die de Farizeeën en schrifigeleerden van de Schrift gaven, dat de aandacht van het volk getrokken werd. De rabbi°sspraken over tradities, menselijke theorieën en speculaties. Dikwijls werd hetgeen de mensen over de Schrift geleerd en geschreven hadden in de plaats gesteld van de Schrifi zelf. Het onderwerp van de leer van Christus was het Woord van God. Hij kwam vragers tegemoet met een duidelijk: "Er staat geschreven," "Wat zeggen de Schrifi;en?" "Hoe leest gij ?" Bij iedere gelegenheid wanneer de belangstelling gewekt was, zowel bij vriend als vij and, bracht Hij het Woord. Helder en krachtig verkondigde Hij de evan- gelieboodschap. Zijn woorden wierpen een vloed van licht

6 Gezin en Gezondeid

over de leer van de patriarchen en profeten; en de Schriften kwamen tot de mensen als een nieuwe openbaring.

Nooit eerder hadden Zijn hoorders in de woorden van God zo”n diepe betekenis bespeurd. Nooit was er een evangelist als Christus. Hij was de Majesteit des Hemels, maar Hij vemederde Zichzelf en nam onze natuur aan, zodat Hij de mens kon ontmoeten waar deze zich bevond. Aan heel het volk, rijk en ann, vrije en slaaf, bracht Christus, de Boodschapper van het verbond, de tijding der verlossing. Zijn faam als de grote Heelmeester verspreidde zich door Palestina. De zieken kwamen naar de plaatsen die Hij zou passeren, zodat zij Zijn hulp konden inroepen. Ook kwamen er velen, verlangend Zijn woorden te horen en om door Zijn handen aangeraakt te worden. Zo ging Hij van stad tot stad, van dorp tot dorp, het evangelie predikend en zieken genezend, de Koning der heerlijkheid in het nederige kleed van de mensheid.

Hij woonde de grote jaarlijkse feesten van de natie bij en tot de menigte, die verdiept was in de uiterlijke ceremonie, sprak Hij over hemelse dingen en bracht daarmee de eeuwigheid onder hun aandacht. Hij bracht een ieder de kostbaarheden van de schatkamer der wijsheid. Hij sprak tot hen in een taal, zo eenvoudig, dat zij niet anders konden dan Hem begrijpen. Door middel van methoden, Hem zo eigen, hielp Hij allen die onder zorgen en droefenis gebukt gingen. Met tedere, hoffelijke barmhartigheid verzorgde Hij door zonde verziekte zielen, die Hij genezing en kracht gaf. De goddelijke Leraar zocht ingang bij het volk door middel van de hen bekende voorbeelden en begrippen. Hij stelde hun de waarheid op zo”n wijzevoor,datzevoorZijnhoordersdaarnavooraltijdverwevenbleef methunmeestgewijde herimieringen en genegenheden. Hij onder- wees op zo°n wijze dat men voelde, dat Hij Zich volkomen met hen vereenzelvigde in hun belangen en geluk. Zijn aanwijzingen waren zo direct, Zijn illustraties zo toepasselijk, Zijn woorden zo sympathiek en opgewekt, dat Zijn toehoorders erdoor getroífen werden. De eenvoud en de emst waannee Hij de hulpbehoevenden aansprak heiligde elk woord.

Wat een druk leven leidde Hij! Dagelijks kon men Hem de nederige verblijfplaatsen van zorg en nood zien binnentreden, hoop brengend aan de temeer gedrukten en vrede aan de angstigen. Minzaam, teerhartig en medelijdend, ging Hij, terwijl Hij verslagenen moed insprak en bedroefden vertroostte. Waar Hij ook ging, bracht Hij zegen met Zich. Terwijl Hij de armen diende, zocht Jezus ook naar wegen om de welgestelden te bereiken. Hij zocht kennis te maken met de in weelde levende en ontwikkelde Farizeeën, Joodse edellieden en de Romeinse heersers. Hij aanvaardde hun uitnodigingen, woonde hun feesten bij, maakte zich bekend met hun belangen en bezigheden, zodat Hij toegang kon vinden tot hun harten en hun de onvergankelijke rijkdommen kon tonen. Christus kwam naar deze wereld om aan te tonen dat door het ontvangen van kracht uit de hoge, de mens een onberispelijk leven kan leiden. Met onvermoeibaar geduld en meelevende hulpvaardigheid kwam Hij de mens in zijn

7 Gezin en Gezondeid

behoefien tegemoet. Door de vriendelijke aanraking van genade verjoeg Hij onrust en twijfel uit de ziel, veranderde Hij vijandschap in liefde, ongeloof in vertrouwen.

Hij kon tegen iemand die Hem geschikt leek, zeggen: "Vo1g M i j," en de aangesprokene stond op en volgde Hem. De macht van wereldse betovering was verbroken. Op de klank van Zijn stem vluchtte de geest van hebzucht en eerzucht uit het hart en de mannen stonden op, bevrijd, om de Zaligmaker te volgen.

Broederlijke liefde Christus erkende geen onderscheid in nationaliteit of stand of geloofsbelijdenis. De schriftgeleerden en Farizeeën wensten een plaatselijk en nationaal voordeel te trekken uit de zegeningen des hemels, en de rest van Gods gezin in de wereld daarbuiten te houden. Maar Christus kwam om iedere scheidsmuur neer te halen. Hij kwam om aan te tonen dat Zijn genadegaven en liefde even onbegrensd zijn als de lucht, het licht, of de regenbuien die de aarde verfrissen. Het leven van Christus vestigde een godsdienst waarin geen plaats is voor stand of rang, een godsdienst waarin Jood en Heiden, vrije of slaaf, verbonden zijn in een gemeenschappelijke broederschap - voor God gelijk. Geen politieke overwegingen beïnvloedden Zijn optreden, Hij maakte geen verschil tussen buren en vreemdelingen, vrienden en vijanden.

Dat wat tot Zijn hart sprak was een ziel die naar het water des levens dorstte. Hij passeerde geen mens als was deze waardeloos, maar streefde ernaar genezende kracht aan iedere ziel mee te delen. In welk gezelschap Hij Zich ook bevond, Hij deelde een les uit, die bij de tijd en de omstandigheden paste. Elke tekortkoming of belediging door mensen aan een medemens bejegend, maakte Hem slechts meer bewust van hun behoefte aan Zijn godde- lijkmenselijke sympathie. Hij zocht de ruwsten en meest hopelozen met hoop te inspireren door htm de verzekering te geven dat zij onberispelijk en onschuldig konden worden en een karakter konden opbouwen dat hen als kinderen van God tekende.

Dikwijls ontmoette Hij personen, die in de macht van Satan verstrikt waren geraakt en die de kracht misten, zich daarvan los te maken. Tot dezulken, ontmoedigd en ziek, verleid en gevallen, zou Jezus woorden van het tederste medeleven spreken, woorden die zij nodig hadden en die begrepen konden worden. Anderen ontmoette Hij, die een persoonlijk gevecht tegen de vijand der zielen moesten leveren. Hen moedigde Hij aan om te volharden, hun de verzekering gevend, dat zij zouden overwinnen, want engelen Gods waren aan hun zijde, die hen zouden helpen te zegevieren. Aan de tafel der tollenaren zat Hij als een geëerde gast, door Zijnsympathie ensocialevriendschap toonde Hij,dat Hij de menselijkewaardigheid erkende; en men verlangde emaar Zijn vertrouwen waardig te worden. Op hun dorstige harten vielen Zijnwoorden met zegenende,levengevendekracht.Nieuweimpulsen werdengewekten voor dezeuitgeworpenenvande maatschappij werd de mogelijkheidvaneennieuw leven geopend. Ofschoon Hij een Jood was, mengde Hij Zich vrijelijk tussen de Samaritanen, en hief daarmede de farizeese gewoonten van Zijn volk op. Tegen hun vooroordelen in, accepteerde Hij de gastvrijheid van dit verachte volk. Hij sliep onder hun dak, at bij hen aan tafel - at van

8 Gezin en Gezondeid

het voedsel door hun handen bereid cn opgediend - leerde in hun straten, en bejegende hen met buitengewone vriendelijkheid en hoífelijkheid. En terwijl Hij hun harten tot Zich trok door banden van menselijk medeleven, bracht Zijn goddelijke genade hun het heil dat de Joden verworpen hadden.

Persoonlijk Dienstwerk

Christus verzuimde geen enkele gelegenheid om het evangelie der verlossing te verkondigen. Luister naar Zijn wondervolle woorden aan die ene vrouw uit Samaria. Terwijl Hij bij de Jacobsbron zat, kwam de vrouw om water te putten. Tot haar verbazing vroeg Hij haar om een gunst. "Geef Mij te drinken," /.ei Hij. Hij wenste een koele dronk en Hij wilde ook een weg openen waarlangs Hij haar het water des levens kon geven. "l loc kunt Gij als Jood," zei de vrouw, "van mij een Samaritaanse nouw, te drinken vragen? Want de Joden gaan niet om met de Srunaritanen." Jezus antwoordde en zei tot haar: "Indien gij wist van de gave Gods, en wie tot u zegt 'Geef Mij te drinken°, gij zoudt het Hem gevraagd hebben, en Hij zou u levend water gegeven hebben... Een ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen; maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem geven zal, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven." (4)

Hoeveel belang stelde Jezus in deze vrouw! Hoe emstig en welsprekend waren Zijn woorden! Toen de vrouw ze gehoord had, liet zij haar kruik staan, ging terug naar de stad, en zei tegen haar vrienden: "Kom en zie een mens, die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb: Is deze niet de Christus?" Wij lezen dat "vele Samaritanen uit die stad in Hem geloofden." (5) En wie kan de invloed bepalen die deze woorden uitgeoefend hebben tot redding van zielen in de jaren, die sedertdien zijn voorbijgegaan?

Waar harten openstaan om de waarheid te ontvangen is Christus gereed om hen te onderrichten. Hij openbaart hen de Vader en de dienst die aanvaardbaar is voor Hem die de harten leest. Voor hen gebruikt Hij geen gelijkenissen. Tot hen, zoals de vrouw bij de bron, zegt Hij: "Ik, die met u spreek, ben het."

9 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen 1. Matth.8:l7. 3. Matth.4:15,16. 5. Joh.4:29,39. 2. Luc.2:48,49. 4. Joh.4:714.

Kapitel 2 Dagen van dienstbaarheid

In het vissershuis te Kapemaüm lag de schoomnoeder van Petrus ziek met "een hoge koo1ts," en "men sprak Hem over haar." Jezus vatte haar hand en de koorts verliet haar, en zij stond op en diende de Meester en Zijn discipelen. (1)

Snel verspreidde het gemeht zich. Het wonder was op de Sabbat venieht en uit vrees voor de rabbi”s durfde het volk niet te komen voor genezing voordat de zon was ondergegaan. Toen kwamen uit de huizen, de winkels en de marktplaatsen de inwoners van de stad en drongen op naar de nederige woning waar Jezus verbleef. De zieken werden op draagbaren gebracht, zij kwamen leunend op een staf, of ondersteund door vrienden, strompelden zij zwakjes naar de Verlosser.

Uur na uur kwamen en gingen zij; want niemand kon weten of de Heelmeester Zich de volgende morgen nog onder hen zou bevinden. Nooit eerder had Kapemaüm een dag als deze meegemaakt. De lucht was vervuld met de stem van triomf en kreten van bevrijding.

Niet voordat de laatste zieke genezing had gevonden, beëin- di gde Jezus Zijn werk. Het was diep in de nacht toen de menigte vertrok en de stilte over het huis van Simon neerdaalde. De lange opwindende dag was voorbij en Jezus zocht rust. Maar terwijl de stad in sluimer gehuld was, "stond de Heiland lang voor het dag werd op en ging naar een eenzame plaats en bad uldazlr." (2)

Vroeg in de morgen kwam Petrus en zijn metgezellen tot Jezus en zeiden dat er reeds mensen uit Kapemaüm waren die Hem zochten. Met verbazing hoorden zij Jezus” woorden: "Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen, want hiertoe ben Ik gezonden." (3) In de opwinding die toen Kapemaüm vervulde, was er gevaar, dathetdoelvanZijnzendinguithetoogverlorenzouworden.Jezuswildenietdatdeaandacht op Hem gericht zou worden als alleen maar een wonderdoener of genezer van lichamelijke ziekten.

Hij streefde emaar de mensen tot Zich als hun Zaligmaker te trekken. Terwijl de mensen graag geloven wilden, dat Hij als koning gekomen was om een aards koninkrijk op te richten, verlangde Hij emaar hun geest van het aardse naar het hemelse te richten. Aards succes alleen zou Zijn werk in de weg staan. En de verwondering van de zorgeloze menigte botste met Zijn innerlijk. Er was in Zijn leven niets, dat Zichzelf wilde doen gelden. De eer die de wereld aan positie, rijkdom of talent verleent, was de Zoon des mensen vreemd. Geen van de middelen, die de mens toepast om trouw of eer af te dwingen, gebruikte Jezus. Eeuwen vóór Zijn geboorte werd van Hem geprofeteerd: "Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. Het geknakte net zal Hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal Hij niet doven; naar waarheid zal Hij het recht openbaren." (4)

10 Gezin en Gezondeid

DeFanzeeënzochtenaanzien doorhun angstvalligpreciezeuitvoeringvande ceremoniën, de opzichtigheid van hun godsdienst en hun liefdadigheid. Zij bewezen hun ijver voor de godsdienst door het een onderwerp van discussie te maken. Twistgesprekken tussen elkaar bestnjdende sekten waren luid en langdurig en het was niet ongewoon om in de straten boze stemmen van strijd tussen wetgeleerden te horen. In opvallende tegenstelling tot dit alles was het leven van Jezus. In dat leven waren geen rumoerige twistgesprekken, geen opvallende godsdienst en geen handeling die om bijval vroeg, werd ooit geconstateerd. Christus was in God verborgen en God werd in het karakter van Zijn Zoon geopenbaard. Op deze openbaring verlangde Jezus de geest van de mensen te richten. De Zon der Gerechtigheid barstte niet op dewereldinprachtlosomdezinnentebedwelmenmetZijnheerlijkheid.ErstaatvanChristus geschreven, "Zijn opgang is als de dageraad." (5) Rustig en teer breekt de dageraad aan over de aarde, de duistemis vcrdrijvend en de wereld tot leven wekkend. Zo verrees de Zon der Gerechtigheid, "met genezing onder haar vleugelen." (6)

"Zie Mijn Knecht, die lk ondersteun; Mijn Uitverkorene, in wien Ik een welbehagen heb." (7)

"Want Gij zijt voor de geringe een sterkte geweest, Een sterkte voor de anne toen hij benauwd was, Een schuilplaats tegen een stortbui, Een schaduw tegen de hitte." (8)

"Zo zegt God, de Here, Hij, die de hemel schiep en hem uitspande; De aarde uitbreidde met al wat daaruit ontsproot; Die aan de mensen die daarop wonen, De adem gaf en de geest die daarop wandelen. Ik de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, Uw hand gevat, U behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk; Tot een licht der natiën; Omblinde ogen te openen, Om gevangenen uit de kerker te leiden, Uit de gevangenis wie in duistemis gezeten zijn." (9)

"Ik zal de blinden leiden op een weg die zij niet kenden; Op paden die zij niet kenden zal Ik hen doen treden; Ik zal de duisternis voor hen tot licht maken, De oneíïen plaatsen tot een vlakte. Dit zijn de dingen Die Ik doen zal en die Ik niet zal nalaten." (10)

Zingt de Here een nieuw lied, Zijn lof van het einde der aarde, Gij die de zee bevaart in haar volheid, Gij kustlanden en hun bewoners, Laten de woestijn en haar steden de stem verheffen, De dorpen waar Kedar woont; Laten de rotsbewoners jubelen, Laten zij van de top der bergen juichen. Laten zij de Here eer geven, En Zijn lof in de kustlanden vermelden. (ll)

"Jubelt gij hemelen, want de Here heeft het gedaan; Juicht gij, diepten der aarde! Breekt uit in gejubel, gij bergen! Gij woud met alle geboomte daarin, Want de Here heelt Jacob verlost, En verheerlijkt Zichzelf in Israel." (12)

Hij openbaarde Zijn heerlijkheid; en Zijn discipelen geloofden in Hem.

Vanuit de kerker van Herodes, waar Johannes de Doper teleurgesteld en verward het werk van de Verlosser gadesloeg en wachtte, zond hij twee van zijn discipelen tot Jezus met de boodschap: "Zijt Gij het, die komen zou, of verwachten wij een ander?" (13) De Heiland

11 Gezin en Gezondeid

beantwoordde de vraag van de discipelen niet dadelijk. En terwijl zij verbaasd stonden over Zijn zwijgen, kwamen de zieken tot Hem. De stem van de machtige Heehneester drong door tot in de oren van de doven. Een woord, een aanraking van Zijn hand, opende de blinde ogen om het daglicht te aanschouwen, de taferelen van de natuur, de gezichten van vrienden, en het gelaat van de Verlosser. Zijn stem bereikte de oren van de stervenden en zij stonden in gezondheid en kracht op. Verlamde bezetenen gehoorzaamden Zijn woord, hun krankzinnigheid verliet hen en zij aanbaden Hem. De arme boeren en arbeiders, die door de rabbi°s als onrein gemeden werden, verzamelden zich om Hem heen en Hij sprak tot hen woorden van eeuwig leven.

Zo verliepen de dagen, de discipelen van Johannes zagen en hoorden alles. Tenslotte riep JezushentotZichenvroeghunnaarJohannestegaanenhemallestevertellenwatzijgehoord en gezien hadden, en voegde eraan toe: "Zalig wie aan Mij geen aanstoot neemt." (l4) De discipelen brachten de boodschap over en dat was voldoende.

Johannes herimierde zich de profetie aangaande de Messias: "De Geest des Heren is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; llij heeft Mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen het jaar van het wclbehagen des Heren en... om alle treurenden te troosten." (15) Jezus van Nazareth was de Beloofde. Het bewijs van Zijn goddelijkheid werd gezien in Zijn dienstwerk voor de nood van de lijdende mensheid. Zijn heerlijkheid werd getoond in Zijn afdaling tot onze lage staat.

De werken van Christus openbaarden Hem niet alleen als de Messias, maar toonden ook dewijzewaaropZijnkoninkrijkgevestigdzouworden.AanJohamieswerddezelfdewaarheid bekend gemaakt die tot Elia in de woestijn gekomen was, toen "een grote en sterke wind de bergen verscheurde en de rotsen in stukken brak voor de Here; maar de Here was niet in de wind; en na de wind een aardbeving; maar de Here was niet in de aardbeving; en na de aardbeving een vuur, maar de Here was niet in het vuur" (l6); en na het vuur sprak God tot de profeet door een stille zachte stem. Zo moest Jezus Zijn werk doen, niet door de omverwerping van tronen van koninkrijken, niet met pracht en praal en uiterlijk vertoon, maar doorhetsprekentothethartvande mensdooreenlevenvanbamihaitigheidenzelfopoffering.

Het koninkrijk van God komt niet met uiterlijk vertoon. Het komt door de zachtheid van de inspiratie van Zijn woord, door de innerlijke werking van Zijn Geest, de gemeenschap van de ziel met Hem, die het leven is. De grootste openbaring van die kracht wordt gezien in de menselijke natuur, die tot de volmaaktheid van het karakter van Christus wordt gebracht. De volgelingen van Christus moeten het licht der wereld zijn; maar God vraagt hen niet een poging te doen om uit te blinken. Hij stemt niet in met enige zelfvoldane poging om verheven goedheid ten toon te spreiden. Hij wenst dat hun zielen doordrenkt raken met de beginselen

12 Gezin en Gezondeid

des hemels; dan, als zij met de wereld in contact komen, zullen zij het licht dat in hen is, openbaren. Hun standvastige trouw in elke levensuiting zal een middel zijn tot verlichting.

Rijkdom of hoge positie, kostbare uitrusting, architectuur of meubilair, zijn geen voorwaarde voor de vooruitgang van het werk van God; noch succesiijke prestaties die bijval van mensen opleveren en meewerken tot ijdelheid. Werelds vertoon, hoe indrukwekkend ook, is in Gods oog van geen waarde. Boven het zichtbare en tijdelijke waardeert Hij het onzichtbare en het eeuwige. Het eerste heeft alleen waarde wanneer het dat laatste tot uitdrukking brengt. De meest uitgelezen voortbrengselen van kunst bezitten geen schoonheid die vergeleken kan worden met de schoonheid van karakter, die de vrucht is van de Heilige Geest die aan de ziel werkt.

Toen God Zijn Zoon aan onze wereld schonk, begiftigde Hij het mensdom met onvergankelijke rijkdommen - rijkdommen waarbij vergeleken alle vergaarde weelde sedert het begin van de wereld tezamen, nietigheid is. Christus kwam naar de aarde en stond voor de mensenkinderen met de lang gekoesterde liefde van de eeuwigheid, en dit is een schat, die wij door verbondenheid met Hem moeten ontvangen, openbaren en mededelen. Menselijk pogen zal in het werk doeltreffend zijn; in overeenstemming met de heilige toewijding van de arbeider, door het openbaren van de macht van de genade van Christus om het leven te herscheppen. Wij moeten van de wereld te onderscheiden zijn omdat God Zijn zegel op ons geplaatst heeft, omdat Hij in ons Zijn eigen karakter van liefde openbaart. Onze Verlosser bekleedt ons met Zijn gerechtigheid.

Bij het kiezen van mannen en vrouwen voor Zijn dienst vraagt God niet of zij wereldse rijkdom, geleerdheid of welbespraaktheid bezitten. Hij vraagt: "Zijn zij zo nederig dat Ik hen Mijn wegen kan leren? Kan Ik Mijn woorden op hun lippen leggen? Zullen zij Mij veitegenwoordigen'?"

God kan iedere ziel gebruiken, in die mate waarin Hij met Zijn Geest in de zielentempel aanwezig kan zijn. Het werk dat Hij zal aanvaarden is het werk, dat Zijn beeld weerspiegelt. Zijn volgelingen moeten als hun geloofsbrieven voor de wereld, de onuitwisbare kenmerken van Zijn onsterfelijke beginselen dragen.

Terwijl Jezus bezig was met Zijn dienstwerk in de straten der steden, drongen moeders met hun zieke en stervende kleinen in hun annen door de schare en trachtten binnen het bereik van Zijn aandacht te komen.

Zie deze moeders, bleek, vermoeid en bijna wanhopig, doch vastbesloten en volhardend. In hun annen dragen zij hun zieke kroost en zoeken de Verlosser. Terwijl zij teruggedrongen worden door de deinende menigte, komt Christus stap voor stap in hun richting, tot Hij dicht

13 Gezin en Gezondeid
"Hij zal in Zijn armen de lammeren vergaderen."

bij hen is. Hoop springt op in hun harten. Tranen van blijdschap stromen als zij Zijn aandacht trekken en in die ogen zien, die zo°n medelijden en liefde uitdrukken.

Een uit de groep apart nemend, vraagt de Verlosser haar Hem te vertrouwen met de woorden: "Wat zal Ik voor u doen?" Zij snikt haar groot verlangen uit:_ "Meester, dat Gij mijn kind geneest." Christus neemt de kleine van haar over en de ziekte verdwijnt door Zijn aanraking. De vaalheid van de dood is weg; een levengevende stroom vloeit door de aderen; de spieren krijgen kracht. Woorden van troost en vrede worden tot de moeder gesproken; en dan komt een ander geval, even dringend aan de orde. Opnieuw wendt Christus Zijn levengevende kracht aan en allen loven en eren Hem, die wonderbare dingen doet. Wij peinzen graag over de grootheid van Christus” leven. Wij spreken over de wonderbare dingen die Hij tot stand heefl gebracht, over de wonderen die Hij gewrocht heeft. Maar Zijn aandacht voordedingendiegeringgeachtworden,iszelfseenovertuigenderbewijsvanZijngrootheid.

Onder de Joden was het de gewoonte om kinderen naar een of andere iabbi te brengen, opdat hij hen de handen kon opleggen om hen te zegenen, maar de discipelen vonden het werk vandeHeilandtebelangrijkomopdezewijze onderbrokenteworden.Toen moederskwamen en Hem vroegen om hun kleinen te zegenen, keken de discipelen met ongenoegen naar hen. Zij vonden deze kinderen te jong om door een bezoek aan Jezus gezegend te worden en ze concludeerden dat Hij door hun aanwezigheid zou worden gestoord. Maar de Heiland verstond de zorg en last van de moeders, die hun kinderen naar het Woord van God wilden opvoeden. Hij had hun gebeden gehoord. Hij had hen zelf tot Zich getrokken.

Een zekere moeder verliet haar huis om Jezus te vinden. Onderweg vertelde ze haar boodschap aan een buurvrouw en zij wenste dat Christus ook haar kinderen zou zegenen. Zo kwamen verscheidene moeders hier tezamen, met hun kleintjes. Sommigen van de kinderen waren de kleuterleeftijd reeds ontgroeid en al wat ouder. Toen de moeders hun wensen te kennen gaven, hoorde Jezus met sympathie het verlegen en onder tranen gedane verzoek. Maar Hij wachtte om te zien hoe de discipelen hen zouden behandelen. Toen Hij zag, dat de discipelen de moeders berispten en hen wegzonden, menend Hem een dienst te bewijzen, toonde Hij hen hun vergissing met de woorden: "Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods." (17) Hij nam de kinderen in Zijn armen, legde hen de handen op en gaf hun de zegen waarvoor zij gekomen waren.

De moeders waren veitroost. Zij keerden gesterkt en gezegend door de woorden van Jezus naar huis terug. Zij werden bemoedigd om hun last met nieuwe vreugde op zich te nemen en hoopvol voor hun kinderen te werken.

Kon het latere leven van deze groep voor ons zichtbaar gemaakt worden, dan zouden wij horen, hoe de moeders hun kinderen over de Heiland vertelden. Wij zouden ook zien, hoe in latere jaren de herinnering aan deze woorden hen ervan weerhield af te dwalen van het pad dat gebaand is voor de verlosten des Heren.

14 Gezin en Gezondeid

Christus is vandaag dezelfde medelijdende Verlosser als toen Hij onder de mensen wandelde. Hij is ook nu de Helper van moeders net als toen Hij in Judea de kleinen tot Zich riep en in de armen verzamelde. Onze eigen kinderen zijn even zeker met Zijn bloed gekocht als de kinderen toentertijd. Jezus kent de last van het hart van iedere moeder. Hij die een moeder had, die onder armoede en ontbering gebukt ging, leefi met iedere moeder in haar zorgen mee. Hij die een lange reis maakte om het angstige hart van een Kanaänitische vrouw te__verl_ichten, zal evenveel doen voor de hedendaagse moeders. Hij, die de weduwe van Naïn haar enige zoon teruggaf en in Zijn doodsstrij d aan Zijn eigen moeder dacht, wordt ook vandaag geraakt door de zorgen van moeders. In elk verdriet en elke nood wil Hij troosten en helpen.

Laat moeders tot Jezus komen met hun verslagenheid. Zij zullen voldoende genade vinden om hen bij te staan in de zorg voor hun kinderen. De poorten staan open voor iedere moeder die graag haar lasten aan de voeten van Jezus wil leggen. Hij die gezegd heeft: "Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert hen niet," (18) nodigt ook nu nog steeds moeders uit hun kleinen tot Hem te brengen om gezegend te worden.

In de kinderen die met Hem in aanraking gebracht werden, zag Jezusmannen en vrouwen die erfgenamen van Zijn genade zouden zijn en onderdaan van Zijn koninkrijk, en sommigen van hen zouden martelaar voor Zijn zaak worden. Hij wist, dat deze kinderen naar Hem zouden luisteren en Hem aanvaarden als hun Verlosser, veel eerder dan de volwassenen zouden doen, van wie velen wereldwijs en hardvoehtig waren. In Zijn ondeiwij s daalde Hij tot hun niveau af. Hij, de Majesteit des Hemels, beantwoordde hun vragen en vereenvoudigde Zijn belangrijke lessen tot het niveau van hun kinderlijk verstand.

Hij plantte in hun geest het zaad van de waarheid, dat in latere jaren zou ontkiemen, groeien en vruchtdragen tot in het eeuwige leven. Toen Jezus de discipelen zei de kinderen niet te verhinderen tot Hem te komen, sprak Hij tot de volgelingen in alle eeuwen, - tot de beambten van de kerk, predikanten, helpers en alle christenen. Jezus trekt de kinderen tot Zich en Hij vraagt ons: "Laat de kinderen tot Mij komen," alsof Hij wilde zeggen, "zij zullen komen, als u het htm niet verhindert." Laat uw onchristelijk karakter geen verkeerde voorstelling van Jezus geven. Houdt de kleinen niet bij Hem vandaan door uw koelheid en norsheid. Geef ze nooit een reden tot denken, dat de hemel geen prettige plaats in hun ogen zou zijn als u daar was. Spreek niet over godsdienst als iets dat kinderen niet kunnen begrijpen of handel niet alsof van hen niet verwacht wordt Christus in hun kindertijd te accepteren. Geef hun niet de valse indruk, dat de godsdienst van Christus een sombere godsdienst is en dat door het komen tot de Verlosser alles wat het leven vreugdevol maakt, opgegeven moet worden.

Als de Heilige Geest de kinderharten beweegt, werk dan met Hem mee. Leer hen dat de Zaligmaker hen roept, dat niets Hem groter vreugde kan geven dan dat zij zich aan Hem in bloei en frisheid van hun jeugd toevertrouwen.

15 Gezin en Gezondeid

De Zaligmaker beschouwt de zielen, die Hij met zijn bloed gekocht heeft, met oneindige tederheid. Zij zijn de vordering op Zijn liefde. Hij kijkt naar hen met onuitsprekelijk verlangen. Zijn hart gaat naar hen uit, niet alleen naar de best opgevoede en meest aantrekkelijke kinderen, maar ook tot hen die door erfelijkheid en door verwaarlozing afstotelijke karaktertrekken hebben gekregen. Vele ouders zien niet in, welke verantwoording zij dragen voor de karaktertrekken van hun kinderen. Zij bezitten niet de tederheid en de wijsheid om met deze dwalenden om te gaan, die zij gemaakt hebben tot wat ze zijn. Maar Jezus ziet met medelijden op de kinderen. Hij gaat dit van oorzaak tot gevolg na.

De christelijke werker kan Christus' vertegenwoordiger zijn in het trekken van deze dwalenden tot de Heiland. Door wijsheid en tact kan hij ze op zijn hart binden, hij kan moed en hoop geven, en door de genade van Christus kan hij hen van karakter zien veranderen, zodat van hen gezegd kan worden: "Want zodanigen is het Koninkrijk Gods."

ln de handen van Christus waren vijf kleine gerstebroden voldoende om de menigte de verzadigen. l)e gehele dag verdrongen zich de mensen om Jezus en Zijn discipelen heen, terwijl Hij bij de zee leerde. Zij hadden geluisterd naar Zijn woorden van genade, zo eenvoudig en zo duidelijk, dat ze als balsem van Gilead waren voor hun zielen. De geneeskracht van Zijn goddelijke hand had gezondheid aan zieken en leven aan stewenden gebracht. De dag had hen als de hemel op aarde toegeschenen en zij waren er zich niet van bewust, hoe lang het geleden was, dat zij iets hadden gegeten. De zon daalde in het westen, en toch bleef het volk toeven. Tenslotte kwamen de discipelen tot Christus en drongen erop :uur dat de menigte voor eigen bestwil weggezonden moest worden. Velen waren van ver gekomen en hadden sedert de morgen niets gegeten. In de omliggende steden en dorpen zouden zij voedsel kunnen kopen. Maar Jezus zei: "Geeft gij hun te eten." (19) Dan, Zich tot Philippus wendend, vroeg Hij: "Waar zullen wij brood kopen, dat dezen zullen eten?" Philippus keek over de zee van hoofden en bedacht, hoe onmogelijk het zou zijn om zo°n groot gezelschap van voedsel te voorzien. Hij antwoordde dat brood voor tweehonderd penningen niet genoeg zou zijn om onder hen uit te delen, zodat ieder er een beetje van zou krijgen.

Jezus vroeg, hoeveel voedsel er in het gezelschap gevonden kon worden. "Er is een jongen hier," zei Andreas, "die vijf gerstebroden heeft en twee kleine visjes; maar wat is dat voor zo velen?" (21) Jezus gaf te kennen, dat dit bij Hem gebracht moest worden. Toen vroeg Hij de discipelen het volk op het gras te laten plaats nemen. Toen dit gebeurd was, nam Hij het voedsel, "en opkijkend naar de hemel, zegende Hij het, brak het, en gaf de broden aan Zijn discipelen, en de discipelen gaven ze aan de scharen. En zij aten allen en werden verzadigd; en zij raapten het overschot der brokken op, twaalf manden vol." (22)

Het was door een wonder van goddelijke kracht dat Jezus de schare voedde, en toch, hoe eenvoudig was het verstrekte voedsel, - slechts de visjes en gerstebroden, het dagelijks voedsel van het vissersvolk van Galilea.

16 Gezin en Gezondeid

Christus zou het volk een rijke maaltijd hebben kunnen verstrekken, maar voedsel, enkel bereid voor de bevrediging van de eetlust, zou geen goede les voor hun welzijn hebben betekend. Door dit wonder wenste Christus een les van eenvoud te leren. Als de hedendaagse mens eenvoudig was in zijn gewoonten en in harmonie leefde met de natuurwetten, zoals Adam en Eva in het begin, zou er een overvloedige voorraad zijn voor de behoefien van de menselijke familie. Maar zelfzucht en omnatige eetlust hebben zonde en ellende gebracht, overdaad aan de ene zijde en gebrek aan de aan de andere zijde. Jezus trachtte niet het volk tot Zich te trekken door aan de wens naar weelde te voldoen. Voor die grote menigte, moe en hongerig na een lange opwindende dag, was eenvoudig voedsel een verzekering van Zijn macht zowel als tedere zorg voor hen in de gewone dagelijkse levensbehoeften. De Zaligmaker heeft Zijn volgelingen niet de luxe van de wereld beloofd; hun deel zou in armoede kunnen zijn, maar Zijn woord is gegeven, dat in hun behoeften voorzien zou worden en Hij heeft beloofd wat beter is dan aardse goederen; de blijvende troost van Zijn aanwezigheid.

Nadat de schare gevoed was, bleef er nog een overvloed aan voedsel over. Jezus verzocht Zijn discipelen: "Verzamel de brokken die over zijn, dat niets verloren ga." (23) Deze woorden betekenden meer, dan voedsel in manden te doen. De les was tweevoudig. Niets mag verloren gaan. Wij mogen geen tij delijke voordelen voorbij laten gaan. Wij zouden niets mogen verwaar- lozen dat zou kmmen dienen tot heil van de medemens. Laat alles vergaderd worden wat de noden van de hongerenden op aarde kan verlichten.

Met dezelfde zorgzaamheid moeten wij het brood uit de hemel verzamelen omin de noden van de ziel te voorzien. Door ieder woord van God moeten wij leven. Niets van wat God gesproken heefi: mag verloren gaan. Niet één woord dat onze eeuwige zaligheid aangaat, mag veronachtzaamd worden. Niet één woord mag nutteloos ter aarde vallen. Het wonder van de broden leert aflrankelijkheid van God. Toen Christus de vijfduizend voedde, was het voedsel niet dadelijk bij de hand. Ogenschijnlijk had Hij niets tot Zijn beschikking. Daar was Hij, met vijfduizend man, buiten de vrouwen en kinderen, in de woestijn. Hij had de schare niet uitgenodigd om Hem daarheen te volgen. Verlangend om in Zijn tegenwoordigheid te zijn, waren zij gekomen zonder uitnodiging of bevel; maar Hij wist, dat na een dag luisteren naar Zijn onderwijs, zij hongerig en flauw waren.

Zij waren ver van huis en de nacht was op handen. Velen van hen hadden geen middelen om brood te kopen. Hij, die om hurmentwil veertig dagen had gevast in de woestijn, zou niet toelaten, dat zij huiswaarts keerden met een lege maag. Gods voorzienigheid had Jezus geplaatst waar Hij was; en Hij was afhankelijk van Zijn hemelse Vader voor middelen om de nood te verlichten. Waimeer wij in het nauw gedreven worden, moeten wij op God vertrouwen. In iedere nood moeten wij hulp zoeken bij Hem, die onuitputtelijke bronnen tot Zijn beschikking heefi

17 Gezin en Gezondeid

Bij dit wonder ontving Christus van de Vader; Hij deelde dit mede aan de discipelen, de discipelen aan het volk, en het volk aan elkander. Zo zullen allen die in Christus verenigd zijn, het brood des levens van Hem ontvangen en het aan anderen mededelen. Zijn discipelen zijn de aangewezen personen voor de bemiddeling tussen Christus en het volk.

Toen de discipelen de opdracht van de Heiland hoorden "Geefi gij hun te eten," kwamen in hun gedachten moeilijkheden op. Zij vroegen: "Zullen wij de dorpen ingaan om voedsel te kopen?" Maar wat zei Christus” "Geeft gij hun te eten." De discipelen brachten alles wat zij hadden tot Jezus; maar Hij nodigde hen niet tot eten uit. Hij gebood hun het volk te bedienen. Het voedsel vemienigvuldigde zich in Zijn handen en de handen van de discipelen, naar Christus uitgestrekt, bleven niet leeg. De kleine voorraad was voldoende voor allen. Toen de scharen gevoed waren, aten de discipelen met Jezus van het kostelijke, door de hemel voorziene voedsel. Als wij de behoeften van de annen zien, de onwetenden, de lijdenden, hoe dikwijls ontzinkt ons dan de moed. Wij vragen: "Wat baten onze zwakke krachten en magere hulpbronnen om te voorzien in deze vreselijke nood?" Zullen wij wachten op iemand van grotere bekwaamheid om het werk te leiden, of op een of andere organisatie die dit onderneemt?

Christus zegt: "Geeft gij hun te eten." Gebiuik de middelen, de tijd, de bekwaamheid die u hebt. Breng uw gerstebroden bij Jezus. Ofschoon uw bronnen niet voldoende zullen zijn om duizenden te voeden, kunnen zij voldoende zijn om één persoon te voeden. In de hand van Christus kunnen zij velen voeden. Doe als de discipelen, geefi wat u hebt. Christus zal de gifi vermenigvul- digen. Hij zal eerlijk, eenvoudig vertrouwen in Hem belonen. Dat wat slechts een magere voorraad scheen, zal blijken een rijk feestmaal te zijn. "Wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten... God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn, gelijk geschreven staat: °Hij heeft uitgedeeld, aan de armen gegeven, zijn gerechtigheid blijft in eeuwigheid.” Hij nu, die zaadverschaftaan dezaaierenbroodtot spijze,zaluuwzaaisel verschaffenenvenneerderen, en het gewas uwer gerechtigheid doen opschieten, terwijl gij in alles verrijkt wordt tot alle onbekrompenheid." (24) Verwij

18 Gezin en Gezondeid
zingen: l. Luc. 4:38; Marc. 1:30; Matth. 8:15. 2. Marc. 1:35. 3. Luc. 4:43. 4. Jes. 42:2,3. 5. Hosea 6:3. 6.. Mäl. 412. 7. Jes. 42:1. 8. Jes. 25:4. 9. Jes. 42:5-7. 10. Jes. 42:16. 11. Jes. 42:10-12. 12. Jes. 44:23. 13. Matth. 11:3. 14. Matth. 11:6. 15. Jes. 61:1,2. 16. 1 Kon. l9:1l,12. Marc. 10:14. Marc. 10:14. Matth. 14:16. Joh. 6:5. Joh. 6:9. Matth. 14:19,20 Joh. 6:12. 2 Cor. 9:6-11.

Kapitel 3 Met de natuur en met God

In de groene valleien, in het bos, op de berghelling, hield Jezus contact met Zijn hemelse Vader.

Het leven van de Zaligmaker op de aarde was een leven van gemeenschap met de natuur en met God. In deze gemeenschap openbaarde Hij ons het geheim van een leven vol kracht. Jezus was een emstige, ijverige man. Nooit heefi er onder de mensen iemand geleefd, die zo belast was met verantwoordelijkheden. Nooit heefi iemand zo”n zware last gedragen voor de zorgen en de zonde van de wereld. Nooit heefi iemand met zo°n zelfopofferende ijver voor het welzijn van de mensheid gewerkt. Toch leefde Hij een gezond leven. Lichamelijk zowel als geestelijk werd Hij gesymboliseerd door het offerlam, "onberispelijk en vlekkeloos." (1) Naar lichaam en ziel was Hij een voorbeeld van Gods bedoeling voor de gehele mensheid door gehoorzaamheid aan Zijn wetten. Als de mensen naar Jezus keken, zagen zij een gelaat waarin goddelijk medeleven vermengd was met bewuste macht. Hij scheen omringd te zijn door een sfeer van geestelijk leven.

Terwijl Zijn manieren vriendelijk en zonder enige aanmatiging waren, imponeerde Hij toch de mensen door een gevoel van verborgen kracht, die niet geheel geheim kon blijven. Gedurende Zijn dienstwerk werd Hij onophoudelijk achter- volgd door sluwe en sehijnheilige mannen, die Hem naar het leven stonden. Spionnen zaten Hem op het spoor, letten op Zijn woorden om iets tegen Hem te vinden. De scherpzinnigste en hoogst ontwikkelde geesten van denatiestreefdenemaarHeminwoordenstnjd teverslaan.Maarnooit kondenzijeenvoordeel behalen. Zij moesten het veld ruimen, verbijsterd en beschaamd door de nederige leraar uit Galilea. Christus” leer had een frisheid en een kracht zoals de mensen die nog nooit eerder gekend hadden. Zelfs Zijn vijanden werden gedwongen te erkennen: "Nooit heeft een mens zo gesproken als deze mens spreekt." (2)

De kinderjaren van Jezus, in armoede doorgebracht, waren niet bedon/en geweest door de gekunstelde gewoonten van een verdowen tijd. Terwijl Hij werkte aan de timmennanswerkbank, de lasten van het huiselijk leven droeg, de lessen van gehoorzaamheid en ijver leerde, vond Hij ontspanning te midden van de taferelen der natuur, waar Hij kemiis verzamelde door de geheimen van de natuur te onderzoeken.

Hij bestudeerde het Woord van God en Hij was het gelukkigst op die momenten, dat Hij zich van Zijn werk kon afwenden en de velden in kon gaan om in de stille dalen te mediteren en gemeenschap te zoeken met God, op de berghellingen of te midden van de bomen in het bos. ”s Morgens vroeg was Hij dikwijls op eenzame plaatsen te vinden waar Hij mediteerde, de Schriften onderzocht, of in gebed verzonken was. Met gezang begroette Hij het morgenlicht. Met liederen van dankzegging vrolijkte Hij Zijn werkuren op en bracht blijdschap van de afgematten en ontmoedigden.

19 Gezin en Gezondeid

Gedurende Zijn dienstwerk leefde Jezus grotendeels een huitenleven.

Zijn reizen van plaats tot plaats deed Hij te voet en veel van L/,ijn onderwijs werd in de open lucht gegeven. Als Hij Zijn discipelen ondenvees, trok Hij Zich vaak uit het tumult van de stad terug naar de rust van de velden, wat beter overeenkwam met de lessen van eenvoud, geloof en zelfverloochening die Hij hen wenste te leren. Het was onder de beschutting van de bomen op de berghelling, op slechts een kleine afstand van het meer van Galilea, dat de twaalven tot het apostelambt geroepen werden en de Bergrede gehouden werd.

Christus hield ervan het volk om Zich heen te verzamelen onder de blauwe hemel, op een grasbegroeide berghelling, of op het strand langs het meer. Hier, omringd door Zijn eigen scheppingswerk, kon Hij hun gedachten van het gekunstelde op het natuurlijke richten. In de groei en ontwikkeling van de natuur worden de beginselen van Zijn koninkrijk geopenbaard. Als de mensen hun ogen zouden opheffen naar de heuvelen Gods en de wonderwerken van Zijn hand zouden aanschouwen, zouden zij kostbare lessen van goddelijke waarheid kunnen leren. Later zouden dan de lessen van de goddelijke Leraar herhaald worden door de dingen in de natuur. De geest zou opgeheven worden het hart rust vinden.

Aan de discipelen die met Hem aan Zijn werk verbonden waren, gaf Jezus dikwijls gedurende een periode de gelegenheid om hun gezin te bezoeken en uit te rusten; maar vergeefs waren hun pogingen om Hem van Zijn werk af te trekken. De gehele dag diende Hij de scharen die tot Hem kwamen, en ”s avonds of vroeg in de morgen ging Hij weg naar het heiligdom van de bergen voor gemeenschap met Zijn Vader. Dikwijls geraakte Hij door Zijn onophoudelijke arbeid en de conflicten met de vijandschap en de valse leer van de rabbi”s zichtbaar zo uitgeput, dat Zijn moeder en Zijn broers en zelfs de discipelen vreesden, dat Zijn leven eraan zou worden opgeofferd. Maar als Hij terugkwam van Zijn uren van gebed die de arbeidzame dag besloten, bemerkten zij de uitdrukking van vrede op Zijn gelaat, de frisheid, de kracht en de levendigheid die Zijn gehele wezen scheen te vervullen. Na de uren die Hij alleen met God had doorgebracht, kwam Hij te voorschijn, morgen na morgen, om het licht van de hemel tot de mensen te brengen.

Een Periode van Rust

Hetwasjuistna deterugkeervan huneerstezendingsreis, datJezusde discipelen verzocht, "Kom hier en rust een weinig." De discipelen waren teruggekomen, vervuld van blijdschap over het succes als verkondiger van het evangelie, toen het bericht van de dood van Johames de Doper, door de hand van Herodes, hen bereikte. Het was een groot verdriet en een bittere teleurstelling. Jezus wist dat door het sterven van Johannes de l)opcr in de gevangenis, het geloof van de discipelen zwaar op de proef werd gesteld. Met teder medelijden keek Hij op hun zorgelijke, betraande gezichten. Tranen stonden ook in Zijn ogen en klonken in Zijn stem

20 Gezin en Gezondeid

Dicht bij Bethsaïda, ten noorden van het meer van Galilea, was een eenzame streek, prachtig in het frisse groen van het voorjaar, die een welkom, stil mstoord bood aan Jezus en Zijn discipelen om zich terug te trekken. Naar deze plaats vertrokken zij per boot dwars over het meer. Hier konden zij rusten, ver van de wanorde van de massa. Hier konden de discipelen luisteren naar de woorden van Christus, ongehinderd door de vinnige tegenwerpingen en beschuldigingen van de Farizeeën. Hier hoopten zij een korte tijd van vriendschap in het gezelschap van hun Heer te kunnen genieten.

Slechts een korte tijd had Jezus om alleen te zijn met Zijn geliefden, maar hoe kostbaar waren deze weinige momenten voor hen. Zij spraken met elkaar over het evangeliewerk en de mogelijkheid om hun arbeid effectiever te maken in het bereiken van het volk. Terwijl Jezus voor hen de schatten der waarheid opende, werden zij bezield door goddelijke kracht en geïnspireerd door hoop en moed.

Maar Hij werd spoedig weer door de scharen gezocht. In de veronderstelling dat Hij Zich op Zijn gebruikelijke plaats had teruggetrokken, volgde het volk Hem daarheen. Zijn hoop om maar een uur van rust te krijgen, werd verijdeld. Maar in de diepten van Zijn zuiver, medelijdend hart, voelde de Herder der schapen slechts liefde en medelijden met deze rusteloze, dorstende zielen. De gehele dag kwam Hij aan hun noden tegemoet en tegen de avond zond Hij hen naar huis om te rusten.

In een leven, geheel aan het welzijn van anderen gewijd, vond de Zaligmaker, het noodzakelijk om Zich tijdelijk terug te trekken van de eindeloze activiteit en het contact met de menselijke noden, om de eenzaamheid te zoeken en onafgebroken gemeenschap met Zijn Vader te hebben. Als de menigte die Hem gevolgd was vertrekt, gaat Hij de bergen in en alleen met God, stort Hij Zijn ziel uit in gebed voor deze lijdende, zondige, behoeftige personen.

ToenJezustot Zijn discipelenzei dat deoogstgrootwas, maar dearbeidersweinige,drong Hij bij hen niet aan op de noodzaak om onophoudelijk te arbeiden, maar verzocht hen: "Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in Zijn oogst." (4) Tot Zijn afgematte arbeiders van vandaag, evengoed als tot Zijn eerste discipelen spreekt Hij deze woorden van meevoelen: "Kom hier met en rust een weinig."

Allen die in opleiding bij God zijn, hebben behoefie aan de stille uren voor gemeenschap met hun eigen hart, met de natuur en met God. In hen moet een leven worden geopenbaard dat niet in hannonie is met de wereld, haar gewoonten en praktijken; en zij hebben een persoonlijke ervaring nodig in het verkrijgen van kennis van de wil van God. Wij moeten, ieder voor zich, Hem tot ons hart horen spreken. Wanneer iedere andere stem tot zwijgen is gebracht en wij in kalmte op Hem wachten, maakt de stilte van de ziel de stem van God

21 Gezin en Gezondeid
toen Hij zei: "Komhier en gaat met Mij naar een mstige, afgelegen plaats, en rust een weinig."
(3)

duidelijk hoorbaar. Hij gebiedt: "Wees stil, en weet, dat Ik God ben." (5) Dit is een effectieve voorbereiding op al het werk van God. Te midden van de haastende menigte en de druk van de intense activiteiten in het leven, zal hij die aldus is opgefrist, omringd worden door een sfeer van licht en vrede. Hij zal nieuwe talenten ontvangen, zowel lichamelijke als geestelijke. Zijn leven zal een welriekende geur uitademen, en zal een goddelijke kracht openbaren die de harten der mensen zal bereiken.

22 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen 1 Petr. 1:9. 3. Marc. 6:31. 5. Ps. 46:10. 2 Joh. 7:46. 4. Matth. 9238.

Kapitel 4 De aanraking van het geloof

Het geloof is de hand die de oneindigheid aanraakt.

"Indien ik slechts Zijn kleed aanraak, zal ik behouden zijn." Ze was een arme vrouw die deze woorden sprak, een vrouw, die gedurende twaalf jaar aan een ziekte geleden had, die haar leven tot een last maakte. Ze had al haar middelen aan artsen en medicijnen besteed, alleen maar om te horen dat zij ongeneeslijk ziek is. Maar toen zij van de grote Heelmeester hoorde, herleefde haar hoop. Zij dacht: "Als ik maar dicht genoeg bij Hem kan komen, zal ik genezen."

Christus was op weg naar het huis van Jaïrus, een Joodse rabbi, die Hem gesmeekt had te komen om zijn dochtertje te genezen. De hartverscheurende smeekbede: Mijn dochtertje ligt op sterven: Ik bid U, kom en leg haar de handen op, zodat zij genezen zal," (2) had het tedere, meelevende hart van Chnstus geraakt en Hij ging dadelijk met de overste mee naar zijn huis. Zij vorderden maar langzaam, want de menigte drong van alle kanten op Christus aan. Op Zijn weg door de memgte kwam de Zaligmaker dicht bij de plaats waar de gekwelde vrouw stond. Telkens opnieuw probeerde ze tevergeefs dicht bij Hem te komen. Nu kwam haar kans. Zij kreeg geen gelegenheid om Hem aan te spreken. Zij wilde Hem niet hinderen in Zijn trage voortgang. Maar zij had gehoord dat er genezing van Hem uitging door aanraking van Zijn klederen;enbangomhaarenigekansopverlichtingteverliezen,drongzijvooruit,totzichzelf zeggend: "Indien ik slechts Zijn kleed aanraak, zal Ik behouden worden.(l)

Christus kende elke gedachte in haar geest en Hij was op weg naar de plaats waar zij stond. Hij besefte haar grote nood en Hij hielp haar om geloof te oefenen. Terwijl Hij passeerde, reikte zij vooruit en slaagde er maar net in, de zoom van Zijn kleed aan te raken. Op dat moment wist zij, dat zij genezen was. In die ene aanraking was het geloof van haar leven geconcentreerd en onmiddellijk verdwenen haar pijn en zwakte. Ogenblikkelijk voelde zij een tinteling alsof een elektrische stroom door elke vezel van haar wezen ging. Er kwam een gevoel vanvolkomen gezondheid over haar. "En zij bemerkte aan haar lichaam dat zij van haar kwaal genezen was." (3) De dankbare vrouw wilde haar dank brengen aan de Machtige Heelmeester, die haar in die ene aanraking meer goed had gedaan dan de artsen gedurende twaalf lange jaren; maar zij durfde niet. Met een dankbaar hart trachtte zij zich uit de menigte terug te trekken. Plotseling bleef Jezus staan, keek om Zich heen en vroeg: "Wie heeft Mij aangeraakt?" Hem in verbazing aankijkend zei Petrus: "Meester, de scharen drukken en verdringen U, en Gij zegt, wie heeft Mij aangeraakt?" (4)

Iemand heelt Mij aangeraakt, zei Jezus; want Ik heb kracht van Mij voelen uitgaan. (5) Hij kon de aanraking des geloofs van een toevallige aanraking van de zorgeloze schare onderscheiden. Iemand had Hem aangeraakt met een diepe bedoeling en had antwoord ontvangen.

23 Gezin en Gezondeid

Christus stelt de vraag niet voor eigen infonnatie. Hij had een les voor het volk, voor Zijn discipelen en voor de vrouw. Hij wenste de gekwelden met hoop te inspireren. Hij wilde laten zien, dat het geloof was dat de genezende kracht had gebracht. Aan het vertrouwen van de vrouw mocht niet zonder uitleg voorbijgegaan worden. God moest verheerlijkt worden door haar dankbare belijdenis. Christus wilde haar doen begrijpen, dat Hij haar geloofsdaad op prijs stelde. Hij wilde niet dat zij heenging met slechts een gedeeltelijke zegen. Zij moest niet onwetend blijven over Zijn kennis van haar lijden, of met Zijn meevoelende liefde en Zijn bijval voor haar geloof in Zijn macht om tot het uiterste te redden, allen die tot Hem kwamen.

Kijkend in de richting van de vrouw, stond Jezus erop te weten, wie Hem had aangeraakt. Toen zij bemerkte, dat het onmogelijk was verborgen te blijven, kwam ze bevend naderbij en wierp zich aan Zijn voeten. Onder tranen, vol dank, vertelde zij Hem voor al het volk, waarom zij Zijn kleed had aangeraakt en hoe zij onmiddellijk genezen was. Zij vreesde dat haar daad, het aanraken van Zijn kleding, aanmatigend geweest was; maar geen woord van aflceuring kwam van Jezus” lippen. Hij sprak slechts woorden van goedkeuring. Zij kwamen uit een liefdevol hart, vol medelijden met menselijk leed. "Dochter," zei Hij vriendelijk, "wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede." (6) Hoe opwekkend waren deze woorden voor haar. Nu bestond er geen angst meer die haar vreugde kon vergallen, dat zij aanstoot had gegeven.

Aan de nieuwsgierige mensen die om Jezus heen drongen was geen vitale kracht meegegeven. Maar de lijdende vrouw die Hem in geloof aanraakte, ontving genezing. Zo verschilt in geestelijke zaken een toevallig contact van een aanraking in geloof. Enkel in Christus geloven als de Zaligmaker der wereld kan nooit genezing brengen aan de ziel. Het geloof dat tot het eeuwige leven leidt, is niet slechts een puur instemmen met de waarheid van het evangelie. Waar geloof is dat wat Christus aanvaardt als een persoonlijke Zaligmaker.

God gaf Zijn eniggeboren Zoon, dat ik door geloof in Hem, "niet verloren ga, maar het eeuwige leven heb." (7) Wanneer ik tot Christus kom, volgens Zijn woord, moet ik geloven, dat ik Zijn reddende genade ontvang. Het leven dat ik nu leef, moet ik "leven door het geloof in en van de Zoon van God, die MIJ liefliad en zichzelf voor MIJ gaf." (8)

Velen houden het geloof voor een opinie. Reddend geloof is een overeenkomst, waarbij degenen die Christus aannemen een vcrbondsrelatie met God aangaan. Een levend geloof betekent een toename van kracht, een vrijmoedig vertrouwen, waarbij door de genade van Christus, de ziel een overwinnende macht wordt.

Hetgeloof iseen machtigeroverwinnaardandedood.Alsdeziekenertoegebrachtkunnen worden de ogen in geloof op de machtige Heelmeester te vestigen, zullen zij wonderbaarlijke resultaten zien. Het zal leven aan het lichaam en de ziel brengen. Wanneer men voor slachtoffers van kwade gewoonten werkt, dient men hen op Jezus te wijzen in de plaats van op de wanhoop en de ondergang waarheen zij zich haasten. Vestig hun aandacht op de

24 Gezin en Gezondeid

hemelse heerlijkheid. Dit zal veel meer doen voor de redding van ziel en lichaam aan al de angst voor de dood, die men de hulpelozen en schijnbaar hopelozen voorhoudt.

"Door Zijn genade redde Hij ons."

De knecht van een overste over honderd was ziek en verlamd. l)e knechten van de Romeinen waren slaven, gekocht en verkocht op marktplaatsen, en dikwijls slecht en wreed behandeld; maar de overste was zeer aan zijn knecht gehecht, en verlangde heel erg naar zijn genezing. Hij geloofde dat Jezus hem kon genezen. llij had de Zaligmaker nog niet ontmoet, maar de berichten die hij gehoord had, inspireerden hem met geloof. Niettegenstaande de vonnendienst van de Joden, was deze Romein ervan overtuigd, dat hun godsdienst beter was dan de zijne. Hij had reeds de barrières van nationaal vooroordeel en haat die de veroveraars van de veroverden scheidde, doorbroken. Hij had respect getoond voor de dienst van God en had vriendelijkheid betoond aan de Joden als de aanbidders van God. Door wat hem bericht was, vond Hij in de leer van Christus datgene, waaraan hij geestelijke behoefte had. Al zijn innerlijkevragenwerdenbeantwoorddoordewoordenvandeHeiland.Maarhijvondzichzelf onwaardig omJezus te benaderen en hijdeedeenberoepop de Joodse oudsten omhet verzoek voor genezing van zijn knecht over te brengen.

De oudsten brachten de zaak voor Jezus, erop aandringend, dat hij het waard is dat Gij dit voor hem doet; want hij heeft ons volk lief, en onze synagoge heeft hij gebouwd." (9) Maar onderwegnaarhethuis vandeoversteontvangt Jezusdeboodschapvandeoñicierzelf:"Heer, doe geen moeite, want ik ben niet waard, dat gij onder mijn dak komt." (10) De Heiland vervolgt Zijn weg en de hoofdman komt persoonlijk om zijn boodschap aan te vullen met de woorden: "Ik heb mij ook niet waardig geacht tot u te komen, maar spreek één woord en mijn knecht zal herstellen. Want ik neem een ondergeschikte plaats in met soldaten onder mij, en ik zeg tot de een: "Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: doe dit, en hij doet het." (ll) "Ik vertegenwoordig de macht van Rome, en mijn soldaten erkennen mijn gezag. Zo vertegenwoordigt Gij de macht van de oneindige God, en alle geschapen wezens gehoorzamen Uw woord. Gij kunt de ziekte bevelen te vertrekken, en hij zal u gehoorzamen. Spreek slechts het woord en mijn knecht zal genezen zijn."

"U geschiedde naar uw geloof," zei Christus. En zijn knecht genas juist op dat uur. (12)

De Joodse oudsten hadden de overste bij Jezus aanbevolen om de gunsten, die hij "onze natie" had bewezen. "Hij is waardig" zeiden zij, "want hij heeft onze synagoge gebouwd."

Maar de overste zei van zichzelf, "Ik ben niet waardig." Toch vreesde hij niet de hulp van Christus in te roepen. Hij vertrouwde niet op zijn eigen goedheid, maar op de genade van Christus. Zijn enige argument was zijn grote nood.

Op dezelfde wijze kan ieder menselijk wezen tot Christus komen. "Niet om de werken der gerechtigheid die wij zouden gedaan hebben, doch naar Zijn ontfenning heefi Hij ons gered."

(13) Voelt u, omdat u een zondaar bent, dat u er niet op kunt hopen Gods zegen te ontvangen?

25 Gezin en Gezondeid

Bedenk dan dat Christus in de wereld kwam om zondaars te redden. Wij hebben niets om ons bij God aan te bevelen; het dringend verzoek, dat wij nu en altijd mogen brengen, is onze volkomen hulploze toestand, die Zijn verlossende macht tot een noodzaak maakt. Afstand doende van al ons zelfvertrouwen mogen wij zien op het kruis van Golgotha en zeggen:

"IkbrengnietstotJezus mede,slechtsuwkruis,datis mijnbede.""Indiengijkuntgeloven, alle dingen zijn mogelijk voor hem die gelooft." (14)

Het is geloof, dat ons met de hemel verbindt en ons kracht brengt om stand te houden tegen de machten der duistemis. In Christus heeft God in middelen voorzien om iedere boze karaktertrek te beteugelen en elke verzoeking te weerstaan, hoe sterk ook. Maar velen denken dat zij geloof missen en daarom blijven zij bij Christus vandaan. Laat deze mensen ir1 hun lmlpeloze onwaardigheid zichzelf overgeven aan de genade van de medelijdende Heiland. Kijk niet op uzelf, maar op Christus. lln. die zieken genas en duivelen uitwierp toen Hij onder de mensen wandelde, is nog steeds dezelfde machtige Verlosser. (injp dan Zijn beloften als bladeren van de boom des levens: "Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen." (15) Als u tot llern komt, geloof dan dat Hij u zal aannemen, omdat Hij het l›elool`d heeft. U kunt niet verloren gaan als u dit doet - nooit. "Und echter bewijst Zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is." (16) l-In "als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal lllj, die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook niet met Hem alle dingen schenken?" (17)

"Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch machten, noch heden, noch toekomst, noch krachten noch hoogten, noch diepten, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here." (18)

"Heer, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen."

Van alle bekende ziekten in het oosten, was melaatsheid het meest gevreesd. De ongeneeslijke en besmettelijke aard, en het afschrikwekkende effect van de ziekte op de slachtoffers, vervulde de moedigsten met angst. Onder de Joden werd melaatsheid beschouwd als een oordeel ten gevolge van zonde en werd daarom "de aanraking" of "de vinger Gods" genoemd. Diepgeworteld, onuitwisbaar, dodelijk, werd die ziekte be- schouwd als een symbool van zonde.

Door de rituele wetten werd de melaatse onrein beschouwd. Wat hij aanraakte, was onrein. De lucht werd besmet door zijn adem. Als één die reeds dood was, werd hij buiten de woonplaats der mensen gesloten. Iemand die verdacht werd de ziekte te hebben, moest zichzelf aan de priester tonen, die het geval moest onderzoeken en de beslissing nemen. Als de uitspraak lepra was, werd hij van zijn familie geïsoleerd, uit de vergadering van Israël gebannen, en was gedoemd om slechts met andere melaatsen te verkeren. Zelfs koningen en bestuurders waren daar niet van vrijgesteld. Een vorst, door deze vreselijke ziekte aangetast, moest zijn scepter opgeven en uit de gemeenschap vluchten.

26 Gezin en Gezondeid

Weg van zijn vrienden en zijn familie moest de melaatse de vloek van zijn ziekte dragen. Hij was verplicht zijn eigen ellende bekend te maken, zijn kleren te scheuren, luid alann te slaan en allen te waarschuwen zijn besmettende aanwezigheid te ontvluchten. De roep: "Onrein! onrein! " die in klagende tonen van de eenzame verstotene kwam, was een teken dat met vrees en afschuw werd gehoord.

In de streek van Christus” bediening waren velen van die lijders, en toen het bericht van Zijn werk hen bereikte, was er één in wiens hart geloof begon te kiemen. Als hij naar Jezus toe kon gaan, zou hij genezen kunnen worden. Maar hoe kon hij Jezus vinden? Hoe kon hij zichzelf aan de Heelmeester vertonen, gedoemd als hij was door voortdurende afzondering? En zou Jezus hem genezen? Zou Hij niet, zoals de Farizeeën en zelfs de artsen, een vloek over hem uitspreken en hem waarschuwen van de verblijfplaats der mensen te vluchten? Hij denkt aan alles wat hem van Jezus verteld is. Niet één die Zijn hulp gezocht heeft, is weggestuurd. De diep ongelukkige mun besluit om de Verlosser te bezoeken. Ofschoon buitenge- slotcn uit de steden, zou het mogelijk zijn, dat hij Zijn pad kruiste op een zijweg langs de bergwegen, of dat hij Hem zou vinden als Hij buiten de stad leerde. De moeilijkheden zijn groot, maar dit is zijn enige hoop.

()p een afstand staande, vangt de melaatse enkele woorden op van de lippen van de Heiland. Hij ziet Hem zieken de hand opleggen. Hij ziet de lamme, de blinde, de verlamde en stervenden :um verscheidene ziekten opstaan in gezondheid, God lovende voor de bevrijding. Zijn geloof wordt sterker. Steeds dichter en dichter nadert hij de luisterende menigte. De beperkingen die hem opgelegd zijn, de veiligheid van het volk, de vrees waarmee men hem aanziet, alles is vergeten. Hij denkt alleen aan de gezegende hoop op genezing. llij biedt een afzichtelijk schouwspel. De ziekte heeft zijn heliaarn op een vreselijke wijze weggevreten, zijn verterend lrehaxun is vreselijk om te zien. Bij het zien van hem schrikken de mensen terug. In hun ontzetting dringen zij op elkaar om coritact met hem te vermijden. Sommigen proberen te voorkomen dat hij Jezus nadert, maar tevergeefs. Hij hoort noch ziet hen. Hun uitdrukkingen van :rtkeer worden over hem uitgestort. Hij ziet alleen de Zoon van lied, hij hoort alleen de stem die leven spreekt tot de stervenden. Updringcnd naar Jezus, werpt hij zich aan Zijn voeten met de kreet "Here, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen." (19) Jezus antwoordt: "Ik wil het; wordt gereinigd," (20) en legt hen de handen Op.

Onmiddellijk komt er verandering over de melaatse. Zijn lbloed wordt gezond, de zenuwen gevoelig, de spieren sterk. De onnatuurlijke, schilferige huid, zo tekenend bij melaatsheid, verdwijnt; en zijn vlees wordt als dat van een klein kind. Zouden de priesters de feiten omtrent de genezing van de melaatse vernemen, hun haat te gen Christus zou hen ertoe kunnen brengen een oneerlijke verklaring te geven. Jezus wenste dat er een onpartijdige beslissing werd gewaarborgd. Daarom gebiedt Hij de man, niemand iets van de genezing te vertellen, maar zonder uitstel zichzelf in de tempel te vertonen met een offer', voordat geruchten omtrent het wonder verspreid zouden worden. Voor de priesters zo°n offer konden

27 Gezin en Gezondeid

aanvaarden, werd van hen geëist de offeraar te onderzoeken en zijn volledige herstel vast te leggen . Dit onderzoek had plaats. De priesters die de melaatse tot uitbanning hadden veroordeeld, bevestigen zijn genezing. De man werd herenigd met zijn gezin en de gemeenschap. Hij voelde de weldaad der gezondheid als iets heel kostbaars. Hij verheugde zich in zijn mannelijke kracht en op de hereniging met zijn gezin. Niettegenstaande de waarschuwing van Jezus, kon hij het feit van zijn genezing niet langer verbergen en vol blijdschap ging hij rond en vertelde van de macht van die Ene, die hem gezond had gemaakt.

Toen deze man tot Jezus kwam, was hij "vol melaatsheid." Het dodelijke gif drong door in zijn gehele lichaam. De discipelen zochten te voorkomen dat hun Meester hem aanraakte; want degene die een melaatse aanraakte werd zelf onrein. Maar bij het leggen van de hand op de melaatse, ontving Jezus geen verontreiniging. De melaatse werd rein. Zo is het met de melaatsheid der zonde - diep geworteld, dodelijk, onmogelijk om door menselijke kracht gereinigd te worden. "Het gehele hoofd is ziek, het gehele hart vol krankheid; van de voetzolen af tot zelfs de schedel, er is niet gaaf; wonden, striemen en verse kwetsuren, die niet uitgedrukt zijn, noch verbonden, noch met olie verzacht." (21) Maar Jezus, gekomen om bij de mensen te verblijven, ontvangt geen verontreiniging. Zijn aanwezigheid was genezende kracht voor de zondaar. Wie ooit aan Zijn voeten valt in geloof en zegt:

"Heer, indien Gij wilt, gij kunt mij reinigen," zal het antwoord horen: "Ik wil het, wordt gereinigd." In sommige gevallen van genezing schonk Jezus niet dadelijk de gezochte zegen. Maar in geval van melaatsheid werd het verzoek direct ingewilligd. Wanneer wij om aardse zegeningen bidden, kan het antwoord op ons gebed uitgesteld worden, of God geelt ons iets anders dan we vragen; maar niet wanneer we om bevrijding van zonden vragen. Het is Zijn wil om ons van zonden te reinigen, om ons tot Zijn kinderen te maken en ons in staat te stellen een heilig leven te leiden. Christus gaf Zichzelf voor onze zonden, "om ons te trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader." (22) "En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden." (23)

"Gij zult rust vinden"

Jezus zag op de bedroefden en temeergednrkten van wie de hoop vervlogen was en die met aardse vreugden de hunkering van de ziel trachtten te stillen, Hij nodigde hen allen uit rust in Hem te vinden

Teder verzoekt Hij de zwoegende mens: "Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij; want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht." (24)

Met deze woorden spreekt Christus tot elk menselijk wezen. Of zij het weten of niet, allen zijn vennoeid en zwaar belast. Allen worden temeergedrukt door lasten, die alleen Jezus kan

28 Gezin en Gezondeid

verwijderen. De zwaarste last die wij dragen, is de last der zonde. Als wij die last moeten blijven dragen, zal die ons verpletteren. Maar de Zondeloze heeft onze plaats ingenomen. "De Here heeft al onze ongerechtigheid op Hem doen neer- komen." (25)

Hij heeft de last van onze schuld gedragen. Hij wil dat gewicht van onze vermoeide schouders afnemen. Hij wil ons rust geven. De last van zorgen en moeiten wil Hij ook dragen. Hij nodigt ons uit al onze zorgen op Hem te werpen; want Hij draagt ons op Zijn hart.

De Oudere Broeder van ons geslacht is bij de eeuwige troon. Hij kijkt op ieder mens, die zijn aangezicht tot Hem wendt als de Zaligmaker. Hij weet uit ervaring wat de zwakheden van het mensdom zijn, wat onze behoeften zijn en waar de kracht van onze verzoekingen ligt; want Hij is "in alle punten als wij verzocht geweest, doch zonder te zondigen." (26) Hij waakt over u, bevend kind van God. Wordt u verzocht? Hij wil u verlossen. Bent u zwak? Hij wil u kracht geven. Bent u onwetend? Hij wil u verlichten. Bent u gewond? Hij wil u helen. De Here "bepaalt het getal der sterren", en "toch geneest Hij de gebrokenen van hart en verbindt hun wonden." (27)

Wat ook uw angsten en beproevingen zijn, leg uw zaak aan de Here voor. Uw geest zal gesterkt worden tot lijdzaamheid. De weg zal voor u geopend worden om uzelf te bevrijden van verwarring en moeilijkheden. Hoe zwakker en hulpelozer uzelf weet dat u bent, des te sterker zult u worden door Zijn kracht. Hoe zwaarder uw lasten hoe meer gezegend de rust als u die lasten op uw Lastendrager werpt.

Omstandigheden kunnen vrienden scheiden; de rusteloze wateren van de oceaan mogen rollen tussen hen en ons. Maar geen omstandigheid, geen afstand, kan ons van onze Verlosser scheiden. Waar wij ook zijn, Hij is aan onze rechterhand, om ons te steunen, te handhaven, staande te houden en op te vrolijken. Groter dan de liefde van een moeder voor haar kind is de liefde van Christus voor Zijn verlosten. Het is ons voorrecht in Zijn liefde te rusten; te zeggen: "Ik wil op Hem vertrouwen, want Hij gaf Zijn leven voor mij."

Mensenliefdekanveranderen, maardeliefdevanChristuskentgeen verandering. Wameer wij tot Hem om hulp roepen, is Zijn hand uitgestrekt om ons te redden.

"Want bergen mogen wijken, en de heuvelen wankelen; Maar Mijn goedertierenheid zal voor u niet wijken, en Mijn vredesverbond zal niet wankelen, zegt de Here, uw Ontfermer." (28)

29 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. Matth. 9:21. 2. Marc. 5:23. 3. Marc. 5:29; 4. Luc. 8:45. 5. Luc. 8:46. 6. Luc. 8:48. 7. Joh. 3:16. 8. Gal. 2:20. 9. Luc. 7:4,5. 10. Luc. 7:6. 11.Luc. 7:7; Matth. 818,9. 12 Matth. 8:13. 13 Tit. 3:5. 14 Marc. 9:23. 15 Joh. 6:37. 16.Rom. 5:8. 17. Rom. 8231,32 18. Rom. 8:38,39 19. Matth. 8:2. 20 Matth. 8:33. 21.Jes. 1:5,6. 22. Gal. 1:4 23. 1 Joh. 5114,15 24. Matth. 11:29. 25. Jes. 53:6. 26. Heb. 4:15. 27. Ps. 147:3,4. 28. Jes. 54:10.

Kapitel 5 Genezing van de ziel

Opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven. Velen van hen die tot Christus om hulp kwamen, hadden hun ziekte aan zichzelf te wijten; toch weigerde Hij niet hen te genezen. En wanneer Zijn geneeskracht deze zielen binnen vloeide, werden zij overtuigd van zonde, en velen werden genezen, zowel van hun geestelijke als lichamelijke kwalen. Onder dezen was de verlamde te Kapemaüm. Zoals de melaatse, had deze verlamde alle hoop op genezing opgegeven. Zijn ziekte was het resultaat van een zondig leven en zijn lijden werd door wroeging verbitterd. Tevergeefs had hij een beroep op de Farizeeën en artsen gedaan om verlichting; zij verklaarden hem ongeneeslijk, zij verstootten hem als een zondaar en gaven te kemien dat hij zou sterven onder de toom van God.

De verlamde zat in de put, hij had geen hoop meer. Toen hoorde hij over het werk van Jezus. Anderen, die niet zo zondig en hulpeloos waren als hij, waren genezen en hij kreeg weer moed in het geloof dat ook hij genezen kon worden als hij tot de Zaligmaker gebracht kon worden. Maar zijn hoop verging als hij aan de oorzaak van zijn ziekte dacht; toch kon hij de mogelijkheid tot genezing niet van zich afzetten. Door zijn grote verlangen voelde hij de last van de zonde minder. Hij verlangde Jezus te zien en de verzekering van vergeving der zonde te ontvangen en vrede met de hemel. Dan zou hij er vrede mee hebben om te leven of te sterven, naar Gods wil.

Er was geen tijd te verliezen; reeds toonde zijn vervallen vlees de tekenen des doods. Hij smeekte zijn vrienden hem op een bed tot Jezus te dragen, en dat deden zij graag voor hem. Maar het was zo”n dichte menigte, die zich in en om het huis waar de Zaligmaker was, verzameld had, dat het voor de zieke man en zijn vrienden omnogelijk was om Hem te bereiken, of zelfs birmen het bereik van Zijn stem te komen. Jezus leerde in het huis van Petrus. Naar gewoonte zaten Zijn discipelen dicht bij Jezus, en verder Farizeeën en wetgeleerden die uit alle dorpen van Galilea, Judea en uit Jeruzalem gekomen waren. (1) Velen van dezen waren als spiomien gekomen om beschuldi- gingen tegen Jezus te zoeken. Bovendien verdrong zich een bontgemengde menigte, de geestdrifrigen, de eerbiedigen, de nieuwsgierigen en de ongelovigen. Verschillende nationaliteiten cn mensen uit alle rangen en standen van de maatschappij waren aanwezig. "En er was kracht des Heren, zodat Hij genezen kon." (2) De Geest des levens hing over de vergadering, maar de Farizeeën en leraren namen Zijn aanwezigheid niet waar. Zij kenden hun behoeften niet en daarom was er voor hen geen genezing. "Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heefi Hij ledig weggezonden." (3)

Telkens opnieuw trachtten de dragers van de verlamde zich een weg te banen door de menigte, maar tevergeefs. De zieke man keek met onuitsprekelijke zielsangst om zich heen. Hoe kon hij de hoop opgeven, nu de verlangde hulp zo nabij was? Op zijn voorstel droegen

30 Gezin en Gezondeid

zijn vrienden hem naar het dak van het huis, braken dat open en lieten hem aan de voeten van Jezus neer.

De rede werd onderbroken. De Zaligmaker keek naar het trieste gezicht en zag de smekende ogen op Zich gericht. Hij kende het verlangen van die belaste ziel goed. Het was Christus die de overtuiging in zijn geweten gegeven had toen hij nog thuis was. Toen hij berouwoverzijnzondenhadenin dekrachtvanJezus geloofdeDie hemzou kunnen genezen, had de genade van de Heiland zijn hart gezegend. Jezus had de eerste glimp van geloof zien groeien tot de overtuiging, dat Hij' de enige helper voor zondaars was, en hij had het zien groeien en sterker worden bij elke poging om in Zijn tegenwoordigheid te komen. Het was Christus zelf, die de lijder tot Zich getrokken had. Nu, in woorden die de luisteraar als muziek in de oren klonken, zei äïus: "Zoon, hebt goede moed; uw zonden zijn u vergeven." De last van schuld rolt van zijn ziel af. Hij kan niet twijfelen. Chnstus woorden openbaren Zijn macht om het hart te lezen. Wie kan Zijn macht om zonden te vergeven ontkennen? Hoop neemt de plaats in van wanhoop, en vreugde die van drukkend verdriet. De lichamelijke pijn van de man is verdwenen en zijn gehele wezen wordt veranderd. Hij stelt geen verdere vragen, hij ligt in vredige stilte neer, te gelukkig voor woorden.

_Velensloegeninademlozebelangstellingiederebewegingin ditvreemdegebeurengade. Velen voelden Christus woorden als een uitnodiging voor hen. Was hun ziel niet ziek van zonde? Waren zij niet verlangend van zonde bevrijd te worden? Maar de Farizeeën bevreesd dat zijn him invloed over de menigte zouden verliezen, overlegden bij zichzelf: "Hij lastert God, wie kan zonden vergeven dan God alleen?" (5)

Terwijl Hij Zijn blik op hen richtte, waardoor zij ineenkrompen, zei Jezus: "Waarom overlegt gij kwaad in uw hart? Want wat is gemakkelijker te zeggen: Uw zonden worden u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? Maar opdat gij weten moogt, dat de Zoon _des_ mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven - toen zei Hij tot de verlamde: Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis." (6)

Toen rees degene, die op een baar tot Jezus gebracht was, op zijn voeten met de veerkracht en de stevigheid van de jeugd. En onmiddellijk "nam hij zijn bed op en ging voor aller ogen naar buiten, zodat zij allen ontzet waren en God verheerlijkten, zeggende: zo iets hebben wij nog nooit gezien." (7)

Het vereiste niets minder dan scheppingsmacht om gezondheid te herstellen in dat in verval geraakte lichaam. Dezelfde stem, die leven sprak tot de mens, die uit het stof der aarde werd geschapen, had leven gesproken tot de stervende verlamde. En dezelfde macht die leven aan het lichaam gaf, had ook het hart vemieuwd. Hij die bij de schepping "Sprak en het was er", die "gebood en het stond er", (8) had leven gesproken tot de ziel die dood was in overtreding en zonden. Het herstel van het lichaam was een bewijs van de macht die het hart

31 Gezin en Gezondeid

vernieuwd had. Christus gebood de verlamde om op te staan en te lopen, "opdat gij moogt weten," zei Hij, "dat de Zoon des mensen macht heeft om op aarde zonden te vergeven."

De verlamde vond in Christus genezing voor zowel ziel als lichaam, Hij had genezing voor de ziel nodig voordat hij de lichamelijke gezondheid op prijs kon stellen. Voordat lichame- lijke ziekte genezen kon worden, moest Christus verlichting in de geest brengen en de ziel van zonde reinigen. Deze les mag niet over het hoofd gezien worden. Ook nu zijn er duizenden die aan lichamelijke ziekten lijden, die, zoals de verlamde, verlangen naar de boodschap: "Uw zonden zijn u vergeven." De last der zonde met zijn onrust en onvervulde verlangens is de voedingsbodem van him ziekten. Zij kunnen geen verlichting vinden totdat zij tot de Heelmeester van de ziel komen. De vrede, die Hij alleen kan geven, zou nieuwe levenskracht geven aan de geest en gezondheid aan het lichaam.

De uitwerking die de genezing van de verlamde op het volk had, was alsof de hemel was geopend en de heerlijkheid van een betere wereld geopenbaard. Terwijl de man die genezen was, door de menigte wegging, God lovende bij elke stap, en zijn last droeg alsof die vederlicht was, week het volk achteruit om hem ruimte te geven en met gezichten die ontzag uitdrtikten, staarden ze hem na, zachtjes in zichzelf fluisterend: "Wij hebben heden ongelooflijke dingen gezien." (9)

In het huis van de verlamde was grote blijdschap toen hij in zijn gezin terugkeerde, terwijl hij met gemak zijn matras droeg waarop hij nog maar kortgeleden zo moeizaam van hen vandaan van Jezus geloofde Die hem zou kunnen genezen, had de genade van de Heiland zijn hart gezegend. Jezus had de eerste glimp van geloof zien groeien tot de overtuiging, dat Hij' de enige helper voor zondaars was, en hij had het zien groeien en sterker worden bij elke poging om in Zijn tegenwoordigheid te komen. Het was Christus zelf, die de lijder tot Zich getrokken had. Nu, in woorden die de luisteraar als muziek in de oren klonken, zei äïus: "Zoon, hebt goede moed; uw zonden zijn u vergeven." De last van schuld rolt van zijn ziel af. Hij kan niet twijfelen. Chnstus woorden openbaren Zijn macht om het hart te lezen. Wie kan Zijn macht om zonden te vergeven ontkennen? Hoop neemt de plaats in van wanhoop, en vreugde die van drukkend verdriet. De lichamelijke pijn van de man is verdwenen en zijn gehele wezen wordt veranderd. Hij stelt geen verdere vragen, hij ligt in vredige stilte neer, te gelukkig voor woorden.

_Velensloegeninademlozebelangstellingiederebewegingin ditvreemdegebeurengade. Velen voelden Christus woorden als een uitnodiging voor hen. Was hun ziel niet ziek van zonde? Waren zij niet verlangend van zonde bevrijd te worden? Maar de Farizeeën bevreesd dat zijn him invloed over de menigte zouden verliezen, overlegden bij zichzelf: "Hij lastert God, wie kan zonden vergeven dan God alleen?" (5)

Terwijl Hij Zijn blik op hen richtte, waardoor zij ineenkrompen, zei Jezus: "Waarom overlegt gij kwaad in uw hart? Want wat is gemakkelijker te zeggen: Uw zonden worden u

32 Gezin en Gezondeid

vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? Maar opdat gij weten moogt, dat de Zoon _des_ mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven - toen zei Hij tot de verlamde: Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis." (6)

Toen rees degene, die op een baar tot Jezus gebracht was, op zijn voeten met de veerkracht en de stevigheid van de jeugd. En onmiddellijk "nam hij zijn bed op en ging voor aller ogen naar buiten, zodat zij allen ontzet waren en God verheerlijkten, zeggende: zo iets hebben wij nog nooit gezien." (7) Het vereiste niets minder dan scheppingsmacht om gezondheid te herstellen in dat in verval geraakte lichaam. Dezelfde stem, die leven sprak tot de mens, die uit het stof der aarde werd geschapen, had leven gesproken tot de stervende verlamde. En dezelfde macht die leven aan het lichaam gaf, had ook het hart vemieuwd. Hij die bij de schepping "Sprak en het was er", die "gebood en het stond er", (8) had leven gesproken tot de ziel die dood was in overtreding en zonden. Het herstel van het lichaam was een bewijs van de macht die het hart vernieuwd had. Christus gebood de verlamde om op te staan en te lopen, "opdat gij moogt weten," zei Hij, "dat de Zoon des mensen macht heeft om op aarde zonden te vergeven."

De verlamde vond in Christus genezing voor zowel ziel als lichaam, Hij had genezing voor de ziel nodig voordat hij de lichamelijke gezondheid op prijs kon stellen. Voordat lichame- lijke ziekte genezen kon worden, moest Christus verlichting in de geest brengen en de ziel van zonde reinigen. Deze les mag niet over het hoofd gezien worden. Ook nu zijn er duizenden die aan lichamelijke ziekten lijden, die, zoals de verlamde, verlangen naar de boodschap: "Uw zonden zijn u vergeven." De last der zonde met zijn onrust en onvervulde verlangens is de voedingsbodem van him ziekten. Zij kunnen geen verlichting vinden totdat zij tot de Heelmeester van de ziel komen. De vrede, die Hij alleen kan geven, zou nieuwe levenskracht geven aan de geest en gezondheid aan het lichaam . De uitwerking die de genezing van de verlamde op het volk had, was alsof de hemel was geopend en de heerlijkheid van een betere wereld geopenbaard. Terwijl de man die genezen was, door de menigte wegging, God lovende bij elke stap, en zijn last droeg alsof die vederlicht was, week het volk achteruit om hem ruimte te geven en met gezichten die ontzag uitdrtikten, staarden ze hem na, zachtjes in zichzelf fluisterend: "Wij hebben heden ongelooflijke dingen gezien." (9)

In het huis van de verlamde was grote blijdschap toen hij in zijn gezin terugkeerde, terwijl hij met gemak zijn matras droeg waarop hij nog maar kortgeleden zo moeizaam van hen vandaan op weg naar de tempel om te aanbidden en Hij wist dat zo”n daad van genezing het vooroordeel van de Joden zou oproepen, zodat Zijn werk erdoor vertraagd zou worden.

Maar de Heiland zag één geval van buitengewone ellende. Het was dat van een man, die achtendeitig jaar hulpeloos kreupel was geweest. Zijn ziekte was voor een groot deel het resultaat van zijn eigen slechte gewoonten en dat werd beschouwd als een oordeel van God. Alleen en zonder vrienden had de lijdende lange jaren van ellende doorgemaakt, terwijl hij zich uitgesloten voelde van Gods genade. Op de tijd dat de beroering van het water verwacht

33 Gezin en Gezondeid

werd, brachten degenen die medelijden met zijn hulpeloosheid hadden, hem naar de portalen. Maar op het gunstige moment had hij niemand om hem erin te helpen.

Hij had de rimpeling van het water gezien, maar was nooit in staat geweest verder te komen dan de rand van het bad. Anderen, sterker dan hij, plonsden er voor hem in. De arme hulpeloze lijdende was niet in staat om zich succesvol te meten met de zich verdringend, zelfzuchtige menigte. Zijn volhardende po- gingen voor dit ene doel en zijn verlangen en voortdurende teleurstelling verteerden bijna zijn laatste krachten. De zieke man lag op zijn mat en lichtte van tijd tot tijd zijn hoofd op om naar het bad te staren, toen een vriendelijk, medelij dend gezicht over hem heen boog, met de woorden "Wilt gij gezond worden?", zijn aandacht trok. Hoop kwam in zijn hart; hij voelde dat hij op de een of andere wijze hulp kon krijgen.

Maar de gloed van bemoediging vervaagde spoedig. Hij bedacht hoe dikwijls hij getracht had het bad te bereiken en nu had hij weinig vooruitzicht dat hij nog in leven zou zijn als het opnieuw beroerd zou worden. Hij keerde zich vennoeid af met de woorden: "Here, ik heb geen mens om mij, zodra het water in beroering komt, in het bad te werpen; en terwijl ik onderweg ben, daalt een ander vóór mij af." Jezus zei tot hem: "Sta op, neem uw matras op en wandel." (12)

Met nieuwe hoop keek de ziek man naar Jezus. De uitdrukking op Zijn gelaat, de klank van Zijn stem zijn als die van geen ander. Zijn aanwezigheid schijnt liefde en kracht te ademen. Het geloof van de kreupele man grijpt zich vast aan Jezus woorden. Zonder vragen zet hij zijn wil ertoe te gehoorzamen en terwijl hij dit doet, beantwoordt zijn gehele lichaam daaraan.Iederezenuwspiertriltvannieuwleven,eenheilzamestroomgaatdoorzijnverlamde ledematen. Opspringend gaat hij op weg met een veerkrachtige stap, God lovend en jubelend in zijn niet gevonden kracht. Jezus had de verlamde geen verzekering van goddelijke hulp gegeven. De man had kumien zeggen: "Here, indien Gij mij gezond wilt maken, zal ik Uw woord gehoorzamen." Hij had zich kunnen inhouden door twij fel en aldus zijn enige kans op genezing verloren hebben. Maar neen, hij geloofde het woord van Christus, geloofde dat hij was genezen; omniddellijk ondemam hij een poging en God gaf hem de kracht; hij wilde lopen en hij liep. Handelend op het woord van Christus, werd hij gezond.

Door de zonde zijn wij van het leven met God gescheiden. Onze zielen zijn verlamd. Uit onszelf zijn wij evemnin in staat om een heilig leven te leiden net zoals de machteloze man tot lopen in staat was. Velen beseffen hun hulpeloosheid; zij verlangen naar dat geestelijk levendatheninharmoniezalbrengenmetGodenstrevenemaardatteverkrijgen.Tevergeefs. In wanhoop roepen zij uit: "O, ik ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?" Laten deze wanhopige, strijdende mensen naar Jezus opkijken. De Verlosser staat gebogen over hen die Hij met Zijn bloed gekocht heeft en zegt met onuitsprekelijke tederheid en medelijden: "Wilt gij gezond worden?" Hij gebiedt u op te staan in gezondheid en vrede. Wacht niet op het gevoel dat u genezen bent. Geloof het woord van de Verlosser. Zet uw wil

34 Gezin en Gezondeid

aan de zijde van Christus. Wees bereid Hem te dienen en handelend naar Zijn woord zult u kracht ontvangen. Wat ook uw slechte gewoonten mogen zijn, Christus is bij machte - en verlangend - om u te verlossen van de heersende hartstochten die door langdurig toegeven aan omnatigheid uw ziel en lichaam gebonden houden. Hij wil leven geven aan de ziel die "dood is in overtredingen." Hij wil hen die gevangen zijn in zwakheid, vrijmaken van de ketenen der zonde.

Het gevoel voor zonde heefi de oorsprongen des levens vergiftigd. Maar Christus zegt: "Ik zal uw zonden wegnemen; Ik zal u vrede geven. Ik heb u gekocht met Mijn bloed. U bent van Mij. Mijn genade zal uw verzwakte wil versterken; uw wroeging over de zonde zal Ik wegnemen." Wanneer verzoe-kingenubelagen,wanneerzorgenenverwaningen uomringen, wamieer u temeergedrukt en ontmoedigd, wanhopig dreigt te worden, zie op Jezus en de duistemis die u omringt, zal verdreven worden door het schitterende licht van Zijn aanwezigheid. Wamleer de zonde om de heerschappij over uw ziel strijdt en uw geweten belast, zie op de Verlosser. Zijn genade is voldoende om de zonde te onderwerpen. Laat uw dankbaar hart zich, bevend van onzekerheid, tot Jezus wenden. Leg beslag op de hoop die voor u is weggelegd, Christus wacht om u in Zijn gezin op te nemen. Zijn kracht zal uw zwakheid helpen. Hij wil u stap voor stap leiden. Plaats uw hand in de Zijne, en laat u door Hem geleiden.

Denk nooit dat Christus ver weg is. Hij is altijd nabij. Zijn liefliebbende aanwezigheid omringt u. Zoek Hem als één die door u gevonden wenst te worden. Hij wenst niet alleen dat u Zijn kleed aanraakt, maar dat u met Hem wandelt in voortdurende gemeenschap.

HetLooflmuttenfeestwasjuist beëindigd.De priestersen derabbi°shaddenhun aanslagen tegen Jezus verijdeld gezien en toen de avond viel, "begaf een ieder zich naar zijn huis, maar Jezus begaf zich naar de Olijfberg." (15) Van de opwinding en verwarring in de stad, van de verlangende scharen en de verraderlijke rabbi”s keerde Jezus zich af naar de stilte van de olijfbossen, waar Hij alleen kon zijn met God. Maar in de vroege morgen keerde Hij terug naar de tempel; en het volk vergaderde zich om Hem heen. Hij zette zich neer en onderwees hen.

Spoedig werd Hij onderbroken. Een groep Farizeeën en schrifigeleerden naderde Hem; zij sleurden een angstige vrouw met zich mee, die zij met harde, gretige stemmen ervan bcschuldigden het zevende gebod te hebben overtreden. Terwijl zij haar in de richting van Jezus duwden, zeiden zij, schijnheilig respect voorwendend: "Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel; en in de wet heeft Mozes ons bevolen zulken te stenigen; Gij dan, wat zegt Gij?" (16) Achter hun voorgewende eerbied lag een doortrapt complot voor Zijn ondergang verborgen. Zou Hij de vrouw vnjspreken, dan zou Hij beschuldigd kunnen worden de wet van Mozes te verachten. Zou Hij haar des doods schuldig

35 Gezin en Gezondeid
"Ga heen, en zondig niet meer."

verklaren. Hij zou bij de Romeinen aan te klagen zijn als iemand, die zich autoriteit aanmatigde, die alleen hun toebehoorde.

Jezus keek naar het tafereel: het bevende slachtoffer in haar schaamte, de hoogwaardigheidsbekleders met hun harde gezich- ten, verstoken van enig menselijk medelijden. Zijn geest van vlekkeloze reinheid kromp ineen bij dat schouwspel. Terwijl Hij geen teken gaf dat Hij de vraag gehoord had bukte Hij zich en Zijn ogen op de grond vestigend, begon Hij in het stof te schrijven.

Ongeduldig door Zijn uitstel en schijnbare onverschilligheid, kwamen de beschuldigers naderbij om de zaak onder Zijn aandacht te brengen. Toen hun ogen die van Jezus volgden, viel hun blik op het plaveisel aan Zijn voeten en hum stemmen ve rstomden. Daar, voor hun neergesehreven, waren de schuldige geheimen uit hun eigen leven.

Zich oprichtend, vestigde Hij de ogen op de samenzweerders en Jezus zei: "Wie van ú zonder zonden is, werpe het eerst de steen op haar." (17) Zich bukkende, ging Jezus voort met schrijven.

Hij had de Mozaïsche wetten niet opzij gezet, noch inbreuk gepleegd op de autoriteit van Rome. De beschuldigers ware verslagen. Nu hun klederen van voorgewende heiligheid waren afgerukt, stonden zij schuldig en veroordeeld, in de aanwezigheid van Oneindige reinheid. Bevend van angst dat de verborgen overtredingen in hun levens openbaar gemaakt zouden worden voor de scharen, slopen zij met gebogen hoofd en neergeslagen ogen weg en lieten hun slachtofier alleen met de medelijdende Verlosser.

Jezus stond op, keek naar de vrouw en zei: "Waar zijn deze, uw beschuldigers? Heefi niemand u veroordeeld?" Zij zei, "Niemand Heer." En Jezus zei tot haar: "Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig van nu af niet meer." (18)

De vrouw had voor Jezus gestaan, ineenkrimpend van angst. Zijn woorden: "Wie van u zonder zonden is, werpe het eerst de steen op haar, hadden voor haar als een doodvonnis geklonken. Zij durfde haar ogen niet naar de Heiland op te slaan, maar wachtte zwijgend haar vonnis af. Vol verbazing zag zij haar beschuldigers sprakeloos en verward vertrekken; toen klonken de woorden van hoop in haar oren: "Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer." Haar hart smolt weg en terwijl zij zich aan de voeten van Jezus wierp, snikte ze haar dankbare liefde uit, en met bittere tranen bekende zij haar zonden. Dit was voor haar het begin van een nieuw leven, een leven van reinheid en vrede, aan God gewijd. In het opheffen van deze gevallen ziel venichtte Jezus een groter wonder dan in de genezing van de zwaarste lichamelijke ziekte; Hij genas de geestelijke ziekte die tot de eeuwige dood leidt. Deze boetvaardige vrouw werd één van de trouwste volgelingen van Jezus. Met zelfopofferende liefde en toewijding toonde zij haar dankbaarheid voor Zijn vergevende genade. Voor deze dwalende vrouw had de wereld slechts minachting en hoon; maar de Zondeloze had

36 Gezin en Gezondeid

medelijden met haar zwakheid en reikte haar de helpende hand. Terwijl de schijnheilige Farizeeën haar aanklaagden, gebood Jezus haar: "Ga heen, en zondig niet meer.

Jezus kent de omstandigheden van elke ziel. Hoe groter de schuld van de zondaar, hoe meer Hij de Verlosser nodig heeft. Zijn hart van goddelijke liefde en sympathie wordt het meest getrokken naar diegene, die het meest hopeloos verdwaald is geraakt in de strikken van de vijand. Met Zijn eigen bloed heefi Hij de bevrijdingspapieren van het menselijk geslacht onderte- kend.

Jezus wenst niet dat zij, die tegen zo°n prijs gekocht zijn, het doelwit worden van de verleidingen van de vijand. Hij wil niet dat wij overwomren worden en verloren gaan. Hij, die de leeuwen in de kuil muilkorfde en met Zijn trouwe getuigen te midden van de vurige vlammen wandelde, is even bereid om ten onzen behoeve ieder kwaad in ons karakter te onderwerpen. Vandaag staat Hij voor het altaar van genade en biedt God de gebeden aan van degenen die Zijn hulp inroepen. Hij wijst geen schreiende, berouwvolle ziel af. Vrijelijk zal Hij allen die om vergiffenis en herstel tot Hem komen, vergeving schenken. Hij vertelt niet aan ieder alles was Hij zou kunnen openbaren, maar Hij raadt elke bevende ziel aan, moed te scheppen.Eeniederdiewil, magbeslagleggenopGodskrachtenmagvredemetHemsluiten, en Hij zal vrede sluiten.

Degenen die zich tot Hem wenden om bescherming, tilt Jezus boven de aanklachten van woordenstrijd uit. Geen mens of boze engel kan deze zielen in staat van beschuldiging stellen. Christus verenigt hen met Zijn eigen goddelijk-menselijke natuur. Zij staan naast de grote Zondendrager, in het licht dat uitgaat van Gods troon.

Het bloed van Jezus Christus "reinigt van alle zonde." (19) "Wie zal de uitverkorenen beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen? Christus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit." (20)

"De prooi van de verschrikkelijke zal worden bevrijd."

Over de wind, de golven en door duivel bezetenen toonde Christus absolute overmacht te hebben. Hij, die de stonn tot bedaren bracht en de woeste zee kalmeerde, bracht vrede in de zielen van verwarden en door Satan ovenneesterden.

In de synagoge te Kapemaüin sprak Jezus over Zijn zending om de slaven der zonde vrij te maken. Hij werd onderbroken door een luid geschreeuw. Een krankzimiige storinde voorwaartsvanuithetvolk,roepend:"Wathebt Gijmetonste maken, GijJezusvanNazareth? Zijt Gij gekomen om ons te verdelgen? Ik weet wel wie Gij zijt: de Heilige Gods."

Jezus bestrafie de boze, zeggende: Zwíjg stil en ga uit van hem." En de onreine geest deed hem stuíptrekken en ging onder groot geschreeuw van hem uit." (21)

37 Gezin en Gezondeid

.De oorzaak van de bezoeking van deze man lag ook in zijn eigen leven. Hij was gefascineerddoor de pretjesvan de zonde en hadgedachtomvanhet levenéén grootCamaval te maken. Onmatigheid en lichtzinnigheid bedierven de edele karakter- trekken van zijn natuur en Satan nam hem geheel in bezit. Berouw kwam te laat. Toen hij weelde en plezier wilde opofferen om zijn verloren menselijkheid terug te krijgen, was hij hulpeloos in de greep van de boze geraakt.

In de aanwezigheid van Jezus werd hij geprikkeld naar vrijheid te verlangen, maar de boze geest weerstond de macht van Christus. Toen de man probeerde tot Jezus om hulp te roepen, plaatste de boze geest woorden in zijn mond, en hij schreeuwde het uit in een vlaag van angst. De bezetene begreep gedeeltelijk dat hij in tegenwoordigheid was van Eén die hem kon bevrijden; maar toen hij trachtte om binnen het bereik van die machtige hand te komen, hield een andere wil hem tegen; en andennans woorden kwamen uit zijn mond.

De strijd tussen de macht van Satan en zijn eigen verlangen naar vrijheid was verschrikkelijk. Het scheen dat de geteisterde man zijn leven moest verliezen in de strijd tegen de vijand die de verwoester van zijn menselijke waardigheid was geweest. Maar de Verlosser sprak met gezag en maakte de gevangen vnj. De man, die bezeten was geweest, stond voor het verwonderde volk, bevrijd en in het bezit van zijn zelfbeheersing. Met blijde stem loofde hij God voor zijn bevrijding. De ogen die zo kort geleden woest hadden geschitterd met een gloed van krankzinnigheid, straalden nu met een verstandige uitdruk- king en vloeiden nu over van dankbare tranen. Het volk was stom van verbazing. Toen zij hun spraak hadden teruggevonden, riepen zij de een tot de ander: "Wat is dit? Een nieuwe leer met gezag! Ook de onreine geesten geeft Hij bevelen en zij gehoorzamen Hem!" (22)

Ook nu zijn er menigten mensen in de macht van boze geesten zoals de bezetene in Kapemaüm. Allen die zich willens en wetens van Gods geboden afl<eren, plaatsen zichzelf onder de beheersing van Satan. Menig mens speelt met het kwaad en denkt, dat hij daar naar eigen believen mee kan stoppen; maar hij wordt er steeds weer in gelokt, totdat hij zich bestuurd vindt door een wil, die sterker is dan hijzelf. Hij kan niet ontvluchten aan die mysterieuze macht. Geheime zonden of sterke harts- tochten houden hem net zo hopeloos gevangen als de bezetene in Kapemaüm.

Toch is zijn toestand niet hopeloos. God bestuurt onze geest niet zonder onze toestemming; maar ieder mens in vrij om te kiezen welke macht over hem zal heersen. Niemand is zo diep gevallen, niemand zo slecht of laag, dat hij in Christus geen verlossing kan vinden. De bezetene kon in plaats van een gebed slechts de woorden van Satan uiten; toch we rd het onuitgesproken smeken van zijn hart gehoord. Geen kreet van een ziel in nood, ofschoon in woorden tekort schietend, zal onopgemerkt blijven. Zij, die erin toestemmen een verbond met God aan te gaan, worden niet overgelaten aan de macht van Satan of aan de zwakheden van hun eigen natuur.

38 Gezin en Gezondeid

"Kan een sterke de buit ontnomen worden, of zullen de gevangenen van hem die in zijn recht is, ontkomen? Maar zo zegt de Here: Toch worden de gevangenen aan een sterke ontnomen, en ontkomt de buit van de geweldige. Ikzelf zal strijden tegen uw bestrijders en Ikzelf zal uw zonen redden." (23)

Wonderbaarlijk zal de verandering zijn in hem, die in geloof de deur van zijn hart voor de Verlosser opent.

"Zie, Ik heb u macht gegeven tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen."

Evenals de twaalf apostelen ontvingen ook de zeventig discipelen die Christus later uitzond bovennatuurlijke gaven als een zegel op hun zending. Toen hun werk voleindigd was, keerden zij in vreugde terug en zeiden: "Here, ook de boze geesten onderwerpen zich aan ons in Uw naam." Jezus antwoordde: "Ik zag de Satan als een bliksem uit de hemel vallen." (24)

Sindsdien moeten de volgelingen van Christus de Satan zien als een overwonnen vijand. Aan het kruis zou Jezus voor hen de overwinning behalen; Hij wenst dat zij die overwimiing accepterenalshuneigenoverwimiing."Zie",zegtHij,"lkhebu macht gegevenomopslangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legennacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen." (25)

De almachtige kracht van de Heilige Geest is de verdediging van iedere berouwvolle ziel. Niet één, die boetvaardig in geloof beslag legt op Zijn bescherming, zal Christus toestaan onder de macht van de vijand te geraken. Het is waar, dat de Satan een machtig wezen is, maar Gode zij dank, wij hebben een machtige Verlosser die de boze uit de hemel heeft geworpen. Satan voelt zich gestreeld, wanneer wij over zijn macht spreken. Waarom spreken wij niet over Jezus? Waarom verheerlijken wij niet Zijn macht en liefde?

De regenboog der belofie, die boven de troon staat, is een eeuwig getuigenis dat "God de wereld zo lief heeft gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verderve, maar eeuwig leven hebbe." (26) Ze bewijst het universum dat God nooit Zijn kinderen in de strijd tegen het kwade in de steek zal laten. Het is voor ons een verzekering van kracht en bescherming zolang als de troon zelf zal blijven bestaan.

39 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1 Luc. 5:17; 2. Luc. 5:17; 3. Luc. 1:53. 4. Matth. 9.2 5 Marc. 2:27 6. Matth. 9:4 7 Marc. 2:12 8 Ps. 33:9; 9 Luc. 5:26. 10. Ps. 103:1-14. 11.Joh. 5:2,3. 12. Joh. 5:5-8. 13. Rom .7:24. 14. Ef. 2:1. 15. Joh. 7:53; 8:1. 16. Joh. 814,5. 17. Joh. 8:7. 18, Joh. 8:10,11; 19. 1 Joh. 1:7. 20. Rom. 8233,34. 21. Marc. 1:24; Luc. 4:35. 22. Marc. 1:27. 23. Jes. 49:24,25. 24. Luc. 10:17,18 25. Luc. 10:19. 26. Joh. 3:16.

Kapitel 6 Gered om te dienen

"Ga en toon wat grote dingen God u gedaan heeft."

Het is ochtend aan het meer van Galilea. Jezus en Zijn discipelen zijn aan wal gekomen na een stormachtige nacht op het water en het licht van de rijzende zon streelt de zee en het land als met een zegening van vrede. Maar toen zij op de oever stapten, werden zij door een nog vreselijker aanblik dan de woest stormende zee begroet. Uit een of andere schuilplaats tussen de graven vandaan, kwamen twee krankzimigen op hen toe remien, alsof zij hen in stukken wilden scheuren. Er hingen aan deze twee mannen nog stukken ketenen, die zij hadden verbroken bij hun ontsnapping uit gevangenschap. Hun vlees was opengereten en bloedde, hun ogen gluurden van onder hun lange, verwilderde haren; alle gelijkenis met menselijkheid scheen uitgewist. Zij leken meer op wilde beesten dan op mensen.

De discipelen en hun metgezellen vluchtten in angst; maar dan bemerken ze opeens dat Jezus niet bij hen is en zij gaan terug om Hem te zoeken. Hij stond nog waar zij Hem hadden verlaten. Hij Die de stonn stilde, die de satan eerder ontmoette en overwon, vlucht niet voor deze demonen. Als deze mannen knarsetandend, met schuim op de mond, Hem benaderen, steekt Jezus de hand op die de golven tot rust gebracht had, en de mannen kunnen niet nader komen. Zij staan voor Hem, razend, maar hulpeloos. Met macht gebiedt Hij de onreine geesten van hen uit te gaan. De ongelukkige mannen besefi`en dat die Ene nabij is, die hen kan redden van de kwellende demonen. Zij vallen aan de voeten van Jezus om Zijn genade af te smeken; maar toen zij de lippen openden, spraken de boze geesten voor hen, schreeuwend:

"Wat hebben wij met U te doen. Jezus, Gij Zoon van God? Zijt Gij hier gekomen om ons vóór de tijd te pijnigen?" (l) De boze geesten zijn gedwongen hun slachtoffers los te laten en een wonderbaarlijke verandering komt over de twee beze- tenen. Licht komt in hun geest. Hun ogen stralen verstand uit. Htm gezichten, zo lang misvomid door het beeld van Satan, worden plotseling mild, de met bloed bevlekte handen worden mstig, en de mannen verheffen hunsteminlof totGod.Debozegeestenzijnintussenuithun menselijkewoonplaatsgedreven en in de zwijnen gevaren om ze naar de ondergang te voeren.

De zwijnenhoeders renden weg om dit nieuws te vertellen en de gehele bevolking stroomt samen om Jezus te zien. De twee bezetenen zijn de schrik van de omgeving geweest. Nu zijn deze mannen gekleed en goed bij hun verstand, gezeten aan de voeten van Jezus, luisterend naar Zijn woorden, en verheerlijken Hem, die hen gezond heefi gemaakt. Maar zij, die dit wonderlijke toneel aanschouwen, juichen niet. Het verlies van de zwijnen weegt voor hen zwaarder dan de bevrijding van deze gevangenen van de satan. Verschrikt dringen zij om Jezus heen en smeken Hem te vertrekken, en Hij voldoet aan hun verzoek, door dadelijk het schip naar de overzijde te nemen. Geheel anders denken de herstelde bezetenen erover. Zij wensen bij hun Redder te blijven. In Zijn tegenwoordigheid voelen zij zich veilig voor de boze geesten, die hun leven hadden gekweld en hun menselijkheid verknoeid. Als Jezus gereed is om in de boot te stappen, blijven zij Hem dicht terzijde, knielen aan Zijn voeten en

40 Gezin en Gezondeid

smeken bij Hem te mogen blijven om naar Zijn woorden te luisteren. Maar Jezus gebiedt hen naar huis te gaan om te vertellen welke grote dingen de Here voor hen gedaan had.

Hier is werk voor hen te doen - naar een heidens thuis gaan en vertellen van de zegeningen die zij van Jezus hebben ontvangen. Het was hard voor hen om van de Verlosser gescheiden te worden. Grote moeilijkheden zullen hen omringen in de omgang met hun heidense landgenoten. Hun lange afwezigheid uit de gemeenschap schijnt hen ongeschikt te hebben gemaaktvoorditwerk. MaarzodraHijhenophunplichtwijst,zijnzij gereedtegehoorzamen.

Niet alleen vertelden zij hun huisgenoten en de buren van Jezus, maar zij gingen door geheel Decapolis en verkondigden overal Zijn macht om te redden en hoe Hij hen van de boze geesten had bevrijd.

Ofschoon de bevolking van Gadara Jezus niet had ontvangen, liet Hij hen niet in de duistemis die zij hadden verkozen. Toen zij Hem smeekten van hen weg te gaan, hadden zij Zijn woorden niet gehoord. Zij waren onwetend van hetgeen zij verwierpen. Daarom zond Hij hen licht, en wel door degenen naar wie zij niet zouden weigeren te luisteren.

Het was Satans doel om door het veroorzaken van de vemietiging van de zwijnen, de mensen van de Verlosser af te keren en te voorkomen dat het evangelie in die streek werd gepredikt. Maar juist deze gebeurtenis wekte de mensen in de streek op zoals niets anders gedaan zou kunnen hebben om de aandacht op Jezus te vestigen. Ofschoon de Verlosser zelf vertrok, bleven de mannen die Hij had genezen achter als getuigen van Zijn macht. Degenen die mediums geweest waren van de vorst der duistemis werden kanalen van licht, boodschappers van de Zoon van God. Toen Jezus in Decapolis terugkwam, dromden de mensen om Hem heen en drie dagen lang hoorden duizenden uit het gehele omringende land de boodschap van de Verlossing.

De twee herstelde bezetenen waren de eerste zendelingen, die Christus uitzond om het evangelie in de streek van Decapolis te brengen. Deze mannen hadden slechts een korte tijd naar Zijn woorden geluisterd. Zij hadden nog nooit een toespraak van Zijn lippen gehoord. Zij konden het volk niet leren zoals de discipelen het konden, die dagelijks bij Jezus geweest waren. Maar zij konden vertellen wat zij wisten; wat zij zelf hadden gezien, gehoord en gevoeld van de macht van de Verlosser. Dit is wat iedereen kan doen wiens hart geraakt is door de genade van God. Dit is het getuigenis waartoe de Here ons oproept en door gebrek daaraan gaat de wereld te gronde. Het evangelie moet gebracht worden, niet als een levenloze theorie, maar als een levende kracht om het leven te veranderen. God wil graag dat Zijn dienstknechten getuigenis afleggen van het feit dat door Zijn genade mensen een karakter mogen bezitten naar de gelijkenis van Christus en zich mogen verheugen in de zekerheid van Zijn grote liefde. Hij wil graag dat wij getuigenis afleggen van het feit dat Hij niet tevreden kan zijn totdat allen die Verlossing willen aanvaarden, temggewonnen zijn en hersteld in hun heilige voorrechten als Zijn zonen en dochters. Zelfs zij, van wie de levensloop uiterst

41 Gezin en Gezondeid

beledigend voor Hem is geweest. worden vrijelijk door Hem aanvaard. Wanneer zij berouw hebben,deeltHijze ZijngoddelijkeGeest toeenzendt hen uitin hetkamp vande trouwelozen om Zijn genade te verkondigen. Zielen die gedegradeerd zijn tot instrumenten van Satan worden nog steeds, door de macht van Christus, vemieuwd tot boodschappers der gerechtigheid en uitgezonden om te vertellen welke grote dingen de Here voor hen heeft gedaan, en dat Hij medelijden met hen heeft gehad.

"Mijn lof zal voortdurend van U zijn."

Nadat de vrouw in Kapemaüm was genezen door aanraking in geloof, verlangde Jezus van haar erkemiing van de zegen die zij ontvangen had. De gaven die het evangelie biedt, moeten niet in stilte worden opgeborgen of in het geheim worden genoten.

"Gij toch zijt Mijn getuigen, luidt het woord des Heren, dat Ik God ben." (2)

Onze erkemiing van Zijn getrouwheid is “s Hemels uitverkoren middel om Christus aan de wereld te openbaren. Wij moeten Zijn genade erkennen, zoals bekend is gemaakt door de heilige mannen van ouds; maar wat de meeste uitwerking heelt is het getuigen van onze eigen en/aringen. Wijzijn getuigenvoor Godalswijinonszelf dewerkingvaneen macht openbaren die goddelijk is. Iedere persoon heeft een leven dat van alle andere verschilt, en ervaringen die wezenlijk van de humie verschillen. God wenst dat onze lof tot Hem zal opstijgen, gekenmerkt door onze eigen persoonlijkheid. Deze kostbare erkemiing om de heerlijkheid van Zijn genade te loven, ondersteund door een Christus-gelijkend leven, heelt een onweerstaanbare kracht, die werkt tot redding van zielen. Het is voor onszelf een zegen om iedere gave van God vers in het geheugen te houden. Hierdoor wordt het geloof versterkt om meer en meer te verwachten en te ontvangen. Er is voor ons groter bemoediging in de kleinste zegen, die wij zelf van God ontvangen, dan in alle verslagen, die wij kunnen lezen over het geloof en de ervaringen van anderen. De ziel die gehoor geeft aan de genade van God zal zijn als een besproeide hof. Zijn heil zal voorspoedig uitspniiten; zijn licht zal oprijzen in de duistemis en de heerlijkheid van de Here zal op hem gezien worden. '

"Hoe zal ik de Here vergelden al Zijn weldaden jegens mij? De beker der verlossing zal ik opheíïen, ik zal de naam des Heren aanroepen. Mijn geloften zal ik betalen, in tegenwoordigheid van al Zijn volk." (3)

"Ik zal de Here zingen zo lang ik leef, ik zal Mijn God psalmzingen zo lang ik ben; moge mijn overdenking Hem behagen. Ik zal mij in de Here verheugen." (4)

"Wie kan de machtige daden des Heren uitspreken, al Zijn lof doen horen?" (5)

"Loofi de Here, roept Zijn naam aan, maakt onder de volken Zijn daden bekend; zingt Hem, psalmzingt Hem. Gewaagt van al Zijn wonderen. Beroemt u in Zijn heilige naam; het hart van wie de Here zoeken verheuge zich." (6)

42 Gezin en Gezondeid

Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen u roemen... Als met vet en melk word ik verzadigd, mijn mond looft met jubelende lippen, wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over u peins, want Gij zijt mij een hulp geweest, in de schaduw van Uw vleugelen jubel ik. (7)

"Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen? Op mij, o God, lusten geloften,Utoegezegd. LofofferszalikUbetalen,want Gij hebt mijnlevengered van dedood; Immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens." (8)

"O, Heilige Israëls, mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij hebt verlost. Ook mijn tong zal de ganse dag van Uw gerechtigheid gewagen." (9)

"Want Gij zijt mijn verwachting... U geldt bestendig mijn lofzang." (10)

"Ik wil Uw naam vermelden in alle geslachten; daarom zullen volken U loven voor altoos en immer." (ll)

"Mildelijk hebt gij ontvangen, geeft mildelijk."

De uitnodiging van het evangelie moet niet beperkt worden en aan slechts een kleine uitgelezen groep gebracht worden, die naar wij veronderstellen, ons de eer wil aandoen door haar te accepteren. De boodschap moet aan iedereen worden gebracht. Wanneer God Zijn kinderen zegent, is het niet alleen ter wille van hen zelf, maar voor die van de wereld. Als Hij ons gaven schenkt, is dat opdat wij ze mogen vermenigvuldigen door ze uit te delen.

De Samaritaanse vrouw die met Jezus sprak bij de Jacobsbron had nauwelijks haar Verlosser gevonden, of ze bracht anderen tot Hem. Ze toonde zich een doeltreffender zendeling dan Zijn eigen discipelen. De discipelen zagen geen tekenen in Samaria die erop wezen dat het een bemoedigend veld was. Hun gedachten waren gevestigd op een groot werk, dat in de toekomst gedaan moest worden. Zij zagen niet dat in hun onmiddellijke omgeving een oogst was in te zamelen. Maar door de vrouw, die zij verachtten, werd de hele stad ertoe gebracht naar Jezus te komen luisteren. Zij droeg het licht direct naar haar landgenoten. De vrouw vertegenwoordigt de werking van een praktisch geloof in Christus. Elke ware discipel wordt geboren tot zendeling van het koninkrijk Gods.

Nauwelijks leert hij de Verlosser kennen of hij verlangt emaar anderen met Hem in kemiis te brengen. De reddende en heiligende waarheid kan niet in het hart opgesloten worden. Wie van het levende water drinkt, wordt zelf een fontein van levend water. De ontvanger wordt een gever. De genade van Christus in de ziel is als een bron in de woestijn, opwellend om iedereen te verfrissen, en die maakt dat zij, die van dorst versmachten, vurig naar het water des levens verlangen. Dit werk brengt groter zegen met zich, dan het werk dat enkel voor ons

43 Gezin en Gezondeid

eigen voordeel is. Het is het werk ter verspreiding van het goede nieuws der verlossing dat ons dicht bij Jezus brengt.

Van hen die Zijn genade ontvangen zegt de Here: "Ik zal die, ja al wat rondomMijn heuvel ligt, tot een zegen stellen; Ik zal de regen doen neerdalen op zijn tijd, zegenbrengende regens zullen het zijn." (12)

En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggend: "hidien iemand dorst heelt, hij kome tot Mij en drinke! Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn bimienste vloeien. Dit zei Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, zouden ontvangen." (13)

Zij die ontvangen, moeten aan anderen uitdelen. Uit iedere richting komen roepstemmen om hulp. God roept mensen op om vol blijdschap hun medemensen van dienst te zijn. Onvergankelijke kronen zijn te verwerven; het koninkrijk der hemelen moet verkregen worden; de wereld die ten ondergaat door onwetendheid moet verlicht worden.

"Zegt gij niet: "Nog vier maanden, en dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, sla uw ogen op en aanschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten. Reeds ontvangt de maaier loon en verzamelt hij vrucht ten eeuwige leven. (14)

"Want zie, Ik ben met u al de dagen."

Drie jaar lang hadden de discipelen het wonderbare voorbeeld van Jezus voor zich. Dagelijks spraken en wandelden zij met Hem, luisterden naar Zijn opwekkende woorden tot de vennoei- den en zwaarbelasten, terwijl zij de openbaring van Zijn macht ten behoeve van zieken en bedroefden zagen. Toen het tijd werd om hen te verlaten, gaf Hij hun genade en kracht om Zijn werk in Zijn naam voort te zetten. Zij moesten het licht van het evangelie van liefde en heil overal verspreiden. De Verlosser beloofde dat Hij altijd nabij zou zijn. Door de Heilige Geest zou Hij zelfs dichter bij hen zijn, dan toen Hij zichtbaar onder de mensen was.

Het werk dat de discipelen deden, moeten wij ook doen. Iedere Christen moet een zendeling zijn. In sympathie en medelijden moeten wij hen, die hulp nodig hebben, bijstaan en met alle emst trachten om onzelfzuchtig de ellende van de lijdende mensheid te verlichten.

Allen kunnen iets vinden omte doen. Niemand hoett te denken dat er voor hemgeen plaats is waar hij voor Jezus kan werken. De Verlosser vereenzelvigt Zich met elk mensenkind. Opdat wij lid mogen worden van de hemelse familie, werd Hij een lid van de aardse familie. Hij is "de Zoon des mensen" en daardoor een broeder van elke zoon en dochter van Adam. Zijn volgelingen moeten zich niet los zien van de verloren gaande wereld om hen heen. Zij zijn een deel van het grote web van het mensdom en de hemel ziet hen als broeders, van zondaars zowel als van heiligen.

44 Gezin en Gezondeid

Miljoenen en miljoenen mensen, in ziekte, onwetendheid en zonde, hebben nog nooit iets gehoord van de liefde van Christus voor hen. Als onze toestand en de hunne net andersom was, wat zouden wij dan wensen dat zij voor ons deden? Dit alles moeten wij voor hen doen, zover als het in onze macht ligt. De levenswet van Christus, waarbij een ieder van ons in het oordeel staat of valt, is: "Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus." (15)

Alles wat ons een voorsprong geeft op anderen - hetzij in opvoeding, in verfijning of karakteradel, in christelijke opleiding of godsdienstige ervaring, - wij zijn ten opzichte van anderen, die minder bedeeld zijn dan wij, verplicht, voor zover het in ons vermogen ligt, hen hiennee te dienen. Als wij sterk zijn, moeten wij de zwakken ondersteunen.

Engelen der heerlijkheid, die altijd het aangezicht van de Vader in de hemel aanschouwen, verheugen zich erin, Zijn kleine kinderen ten dienste te staan. Engelen zijn altijd aanwezig waar zij het meest nodig zijn, met hen die zware strijd tegen zichzelf hebben te strijden en van wie de omgeving erg ontmoedigend is. Zwakke, bevende zielen, die vele verwerpelijke karaktergewoonten hebben, krijgen hun speciale zorg. Wat zelfzuchtige harten als een vemederende dienst beschouwen het in touw zijn voor hen die in ellende verkeren en in ieder opzicht laag van karakter zijn, is het werk van reine, zondeloze wezens uit de hemelse hoven.

Jezus vond de hemel geen begerenswaardige plaats, zolang als wij verloren waren. Hij verliet de hemelse hoven voor een lcven van schande en belediging en een smadelijke dood. Hij die rijk was aan hemelse omnetelijke schatten, werd ann, opdat wij door Zijn armoede rijk mochten worden. Wij moeten het pad volgen waarop Hij ons voorging. Hij die een kind van God wordt, zou in het vervolg zichzelf moeten beschouwen als een schakel in de ketting, neergelaten om de wereld te redden, één met Christus in Zijn plan van genade, met Hem voortgaand om verlorenen te zoeken en te redden.

Velen denken dat het een groot voorrecht is om de plaatsen te bezoeken waar het leven van Christus op aarde zich afspeelde, om te wandelen waar Hij liep, om naar het meer te kijken waar Hij graag leerde en naar de heuvels en dalen waar Zijn ogen zo vaak op rustten. Maar wij behoeven niet naar Nazareth te gaan, naar Kapemaüm, of naar Bethanië, om in de voetstappen van Jezus te wandelen. Wij zullen Zijn voetstappen naast het ziekbed vinden, in de annelijke krotten, in de overvolle stegen van de grote steden en op iedere plaats waar mensenharten troost behoeven.

Ons werk is hongerenden te voeden, de naakten te kleden, lijdenden en ellendigen te troosten. Wij moeten zorgdragen voor de wanhopigen en de hopelozen met nieuwe hoop inspireren. De liefde van Christus, geopenbaard in onzelfzuchtige dienstverlening, zal veel effectiever zijn in de verandering van boosdoeners dan het zwaard of het hof van Justitie. Deze zijn nodig om de wetsovertreder schrik aan te jagen, maar de liefdevolle zendeling kan

45 Gezin en Gezondeid

meer doen dan dit. Dikwijls zal het hart, dat zich onder de straf verhardt, smelten onder de liefde van Christus.

De zendeling kan niet alleen lichamelijke ziekten verlichten, maar hij kan de zondaar tot de grote Arts leiden, die de ziel van de melaatsheid der zonde kan reinigen. Het is Gods plan dat door Zijn dienstknechten de zieken, de ongelukkigen en zij die door boze geesten bezeten zijn, naar Zijn stem zullen horen. Door Zijn menselijke vertegenwoordigers wenst Hij een trooster te zijn zoals de wereld niet kent.

De Verlosser heeft Zijn kostbaar leven gegeven ten einde een kerk te vestigen, die in staat is de lijdenden, de bedroefden en de verzochten bij te staan. Een gemeenschap van gelovigen mag ann zijn, ongeletterd en onbekend; toch kunnen zij in Christus werk doen, in huis, in de buurt en zelfs in "streken rondom," waarvan de resultaten even verreikend zullen zijn als de eeuwigheid.

Tot Christus volgelingen vandaag, niet minder dan tot de eerste discipelen, worden deze woorden gesproken: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen. Verkondigt het evangelie aan de ganse schepping." (16)

En ook voor ons is de belofte van Zijn aanwezigheid. "En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding der wereld." (17)

Vandaag komen er geen nieuwsgierige groepen in menigten naar de woestijn om Christus te zien en te horen. Zijn stem wordt niet gehoord in de drukke straten. Geen roep klinkt langs de wegkant: "Jezus van Nazareth gaat voorbij." (18) Toch is dit woord vandaag waar. Christus wandelt ongezien door de straten. Met boodschappen van genade komt Hij naar onze huizen. Hij wacht om samen te werken met allen die in Zijn naam anderen zoeken te dienen. Hij is in ons midden, om te genezen en te zegenen, als wij Hem willen ontvangen. "Zo zegt de Here: Ten tijde des welbehagens heb Ik u verhoord, en ten tijde des Heils heb Ik u geholpen; Ik zal u behoeden en stellen tot een verbond voor het volk om het land weder te herstellen, om verwoeste eigendommen weer tot erfdeel te maken, om tot de gevangenen weer te zeggen: Gaat uit! Tot hen die in duisternis zijn: Kom te voorschijn." (19)

"Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die de goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt; Uw God is Koning." (19)

"Breekt uit in gejuich, jubelt eenparig, Puinhopen van Jeruzalem, Want de Here heeft getroost, Hij heefi Jeruzalem verlost. De Here heeft Zijn heilige ann ontbloot voor de ogen van alle volkeren en alle einden der aarde zullen het heil van onze God zien." (20)

Verwijzingen: 1. Matth. 8:29; 8. Ps. 56:12-14; 15. Matth. 7:12; 2. Jes. 43:12; 9. Ps. 71:2224; 16. Matth. 28:18,19; 3. Ps. 116112-14; 10. Ps. 71:5; Marc. 16:15; 4. Ps. 104:33,34; 11.

46 Gezin en Gezondeid

Ps. 45:17; 17. Matth. 28:20; 5. Ps. 106:2; 12. Ezech. 34:26; 18. Luc. 18:37; 6. Ps. 105:1,-3;

13. Joh. 7137,38; 19. Jes. 49:8,9; 52:7; 7. Ps. 63:4,6-8; 14. Joh. 4:35,36; 20. Jes. 5219,10.

47 Gezin en Gezondeid

Kapitel 7 Samenwerken tussen God en mens

De zieken moeten genezen worden door de samenwerking van het menselijke en het goddelijke. In het dienstwerk der genezing moet de arts een medewerker van Christus zijn. De Verlosser werkte zowel voor de ziel van de mens als wel voor het lichaam. Het evangelie dat Hij leerde was een boodschap van geestelijk leven en lichamelijk herstel. Verlossing van zonde en genezing van ziekten waren met elkaar verbonden. Hetzelfde dienstwerk is de Christelijke arts opge- dragen. Hij moet zich met Christus verbinden in het verlichten van zowel geestelijke als lichamelijke noden van zijn medemens. Hij moet voor de zieken een boodschapper van genade zijn, die hen een geneesmiddel brengt voor het zieke lichaam en voor de ziel die door zonde ziek is.

Christus is het ware hoofd van het medisch beroep. Als Chef-Arts staat Hij naast iedere Godvrezende arts, die er aan werkt het menselijke lijden te verzachten. Terwijl de arts natuurlijke geneesmiddelen voor lichamelijke ziekten gebruikt, zou hij zijn patiënten moeten wijzen op Hem, die ziekten, zowel van de geest als het lichaam, kan verlichten. Datgene wat de artsen slechts kunnen doen om te helpen, wordt door Christus voltooid. Zij streven emaar het genezingswerk van de natuur te assisteren; Christus zelf is de Genezer. De arts zoekt het leven te behouden; Christus geeft het leven.

De Bron van Genezing

De Verlosser openbaarde in Zijn wonderen de macht die voortdurend aan het werk is ten behoeve van de mens, om hem kracht te geven en te genezen. Door middel van de natuur werkt God dag aan dag, uur na uur, van moment tot moment, om ons in leven te houden, ons op te bouwen en te herstellen. Wanneer enig lichaamsdeel letsel oploopt, wordt omniddellijk een herstellingsproces begonnen; de natuurlijke krachten treden in werking omde gezondheid te herstellen. Maar de kracht die door deze middelen werkt, is de kracht van God. Alle leven gevende kracht is van Hem. Wanneer iemand van een ziekte herstelt, is het God Die hem geneest.

Ziekte, lijden en dood zijn het werk van een vijandige macht. Satan is de vemietiger; God is de Hersteller.

De woorden, tot Israël gesproken, zijn ook vandaag nog waarheid voor hen die gezond worden naar lichaam en geest; "Ik ben de Heer, uw Heelmeester." (1)

De wens van God voor ieder mens wordt uitgedrukt in de woorden:

"Geliefden, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat."

Hij is het, die "al uw ongerechtigheden vergeefi, die al uw krankheden geneest; die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en bannhartigheid." (2)

48 Gezin en Gezondeid

Zonde de Oorzaak van Ziekte

Toen Jezus ziekten genas, waarschuwde Hij vele getroffenen: "Zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome." (3) Zo leerde Hij dat zij ziekte op zichzelf gebracht hadden door overtreding van Gods wetten en dat de gezondheid alleen behouden kan worden door gehoorzaamheid.

De arts zou zijn patiënten moeten leren dat zij met God moeten samenwerken voor hun herstel. De arts moet een steeds groeiend besef hebben, van het feit dat ziekte het resultaat is van zonde. Hij moet weten dat de natuurwetten, evenals de tien geboden, goddelijk zijn, en dat alleen door gehoorzaamheid daaraan de gezondheid hersteld en behouden kan worden. Hij ziet velen lijden als het resultaat van schadelijke gewoonten, die genezen zouden kumien worden als zij deden wat zij konden ten behoeve van hun eigen herstel. Zij hebben er behoefte aan erop gewezen te worden dat elke gewoonte, die lichamelijke, mentale of geestelijke energie vemietigt, zonde is en dat gezondheid slechts gewaarborgd kan worden door gehoorzaam- heid aan Gods wetten, die God heelt ingesteld ten goede van de gehele mensheid.

Wanneer een arts een patiënt ziet lijden aan een ziekte, die veroorzaakt is door verkeerde eet- en drink- of andere foutieve leefgewoonten, toch verzuimt om dat te vertellen, dan doet hijzijn medemens onrechtaan.Dronkaards,waanzinnigen enzij diezichovergegevenhebben aan losbandigheid, doen allen een beroep op de arts om hen duidelijk en onverbloemd te verklaren dat lijden het resultaat is van zonde. Zij, die de grondbeginselen van het leven begrijpen, zouden er in emst naar moeten streven de oorzaken van ziekten tegen te gaan. Hoe kan een arts, bij het zien van de voortdurende strijd tegen pijn, daarbij eindeloos werkend om lijden te verlichten, daar vrede mee hebben? Als hij geen strikte matigheid leert als geneesmiddel tegen ziekte, is Hij geen welwillend en barmhartig arts.

Gods Levenswet

Laat het u duidelijk zijn, dat de weg van Gods geboden de weg ten leven is. God heeft natuurwetten ingesteld, maar Zijn wetten zijn geen willekeurige eisen. Ieder "Gij zult niet", zowel in de natuurwetten als in de zedenwet, houdt een belofte in. Als wij die wetten gehoorzamen, zal er zegen op ons rusten. God dwingt ons nooit om het goede te doen, maar Hij tracht ons te redden van het kwade en probeert ons naar het goede toe te leiden.

Laat uw aandacht gevestigd worden op de wetten die aan Israël werden geleerd. God gaf hun duidelijk omschreven aanwijzingen ten aanzien van hun levensgewoonten. Hij maakte hun de wetten bekend voor zowel lichaamlijk als geestelijk welzijn; en op voorwaarde van gehoorzaamheid verzekerde Hij hen: "De Here zal alle ziekten van u afwenden." (4) "Neemt allewoordenterharte, waarmeeIku heden vennaan." "Want zij zijn levenvoorwie ze vinden, genezing voor het ganse lichaam." (5)

49 Gezin en Gezondeid

God wenst dat wij de standaard van volmaaktheid bereiken, wat ons mogelijk gemaakt word door de gave van Christus. Hij roept ons op, de juiste keuze te maken, ons te verbinden met de hemelse machten en beginselen eigen te maken, die het goddelijk beeld in ons zullen herstellen. In zijn geschreven woord en in het grote boek der natuur heeft Hij ons de beginselen van het leven geopenbaard. Het is onze taak kennis van deze beginselen te verkrijgen en door gehoorzaamheid met Hem samen te werken in het herstel van zowel lichaam als geest.

Het Evangelie van Heil

De mens moet leren dat de zegeningen van gehoorzaamheid in hun volheid alleen zijn deel kunnen worden, als hij de genade van Christus ontvangt. Het is Zijn genade die het de mens mogelijk maakt Gods wetten te gehoorzamen. Het is deze genade die hem in staat stelt de band van slechte gewoonten te verbreken. Dit is de enige macht die hem standvastig op het rechte pad kan brengen en doen behouden.

Wanneerhet evangelie inzijnreinheidenkrachtontvangenwordt,is heteengeneesmiddel tegen de ziekten die door de zonde veroorzaakt werden. De Zon der Gerechtigheid gaat op, "met genezing onder Zijn vleugels." (6) Niet alles wat de wereld schenkt, kan een gebroken hart helen, of vrede in het gemoed brengen, of zorgen wegnemen, of ziekte uitbannen. Roem, aanleg, talent - alles is machteloos om een hart vol droeflreid blij te maken of een verwoest leven te herstellen. Het leven van God in de ziel is de enige hoop van de mens. De liefde die Christus uitstort in het gehele wezen is een levende macht. Elk vitaal deel - de hersenen, het hart, de zenuwen, worden daardoor met genezing aangeraakt.

Daardoor worden de voomaamste vermogens tot activiteit geprikkeld. Het bevrijdt de ziel van schuld en droefheid, van angst en bezorgdheid, die de levenskrachten vemielen. Tegelijkertijd komen vrede en kalmte in het gemoed. Het plant een blijdschap in de ziel, die door niets aards vemietigd kan worden; vreugde in de Heilige Geest, heilbrengende, leven gevende vreugde. De woorden van onze Verlosser: "Komt allen tot Mij,... en Ik zal u nrst geven," (7) zijn een recept tot genezing van lichamelijke, mentale en geestelijke ziekten. Ofschoon de mens lijden over zichzelf heeft gebracht door verkeerde gewoonten, wordt Hij door de Verlosser met medelijden gadegeslagen. In Hem kunnen wij hulp vinden. Hij wil grote dingen doen voor degenen die op Hem vertrouwen. ,

Ofschoon de zonde sinds eeuwen zijn greep op het mensenge- slacht heeft versterkt, ofschoon de satan door valsheid en kunstgrepen de zwarte schaduw van zijn uitleg over het woord van God heeft geworpen en daardoor de mens heefi doen twijfelen aan Gods goedheid, hebben de genade en liefde van de Vader toch niet opgehouden in rijke stromen te vloeien naar deze aarde. Als de mens zijn vensters der ziel hemelwaarts zou openen, in het besef van de goddelijke gaven, dan zou een vloed van genezende kracht binnenstromen.

50 Gezin en Gezondeid

Waarde van grondige Geschiktheid

De arts die emaar verlangt een aanvaardbare medewerker van Christus te zijn, zal emaar streven in ieder opzicht efficiënt te worden. Hij zal ijverig studeren, opdat hij de verantwoordelijkheden van zijn beroep aan kan. Hij zal voort- durend trachten een hoger peil te bereiken, zoekend naar meer kennis, grotere bekwaamheid en dieper onderscheidingsvermogen. Iedere arts zou moeten beseffen dat degene, die niet eflicíënt werkt, niet alleen schade berokkent aan de zieke, maar ook onrecht doet aan zijn collega-artsen. De arts die zich tevreden stelt met een laag peil van bekwaamheid en kennis, verlaagt niet alleen het medisch beroep, maar doet ook Christus, de Grote Heelmeester, oneer aan.

Wie vindt, dat hij ongeschikt is voor medisch werk, zou een andere betrekking moeten kiezen. Zij, die wel geschikt zijn voor ziekenverzorging, maar van wie de opleiding en medische bekwaamheid te kort schieten, zouden er goed aan doen, eenvoudiger werk voor hun rekening te nemen door plichtsge- trouw verpleegkundig werk te venichten. Door volhardende dienst onder vaardige artsen kunnen zij voortdurend leren en door het benutten van elke gelegenheid om kemris te vergaren, kunnen zij tenslotte volledig bevoegd worden voor het werk van arts. Laat de jongere artsen "als werkers tezamen met Hem(de Chef-Arts)... de genade Gods niet tevergeefs ontvangen... in geen enkel opzicht aanstoot gevend, opdat onze bediening niet gesmaad worde: maar wij doen onszelf in alles kennen als dienaren Gods." (8)

Gods doel met ons is, dat wij steeds in opwaartse richting gaan. De ware medische zendingsarts zal een steeds bekwamer geneesheer worden. Getalenteerde Christelijke artsen, die een superieure beroepsvaardigheid hebben verkregen, zouden uitgekozen en aangemoedigd moeten worden om in de dienst van God te gaan op plaatsen, waar zij anderen kunnen opleiden en trainen om medisch zendeling te worden.

De arts zou in zijn hart het licht van Gods woord moeten vergaren. Hij zou voortdurend in genade moeten groeien. Bij hem zou de godsdienst centraal moeten staan. Het moet een invloed zijn die alle andere domineert. Hij moet handelen uit hoge, heilige motievenmotieven die krachtig zijn, omdat zij van God uitgaan, de Ene, die Zijn leven gegeven heelt om ons de voorzien van krachten, die het kwade overwinnen.

Als de arts getrouw en ijverig emaar streeft zich in zijn beroep te bekwamen, als hij zichzelf wijdt aan de dienst van Christus en tijd neemt om zijn eigen hart te onderzoeken, zal hij begrijpen hoe hij de geheimen van zijn heilig beroep meester wordt. Hij kan zichzelf zodanig ontwikkelen, dat allen binnen zijn invloedssfeer de uitnemendheid van de opleiding en wij sheid, verkregen door degene die verbonden is met de God van wijsheid en macht, zullen zien.

51 Gezin en Gezondeid

Een Goddelijke Helper in de ziekenkamer

Nergens is een nauwere gemeenschap met Christus nodig dan in het werk van een arts. Degene die de plichten van een geneesheer op de juiste wijze wil vervullen, moet ieder uur van de dag een Christelijk leven leiden. Het leven van een patiënt is in de handen van de arts. Eén zorgeloze diagnose, één verkeerd voorschrift in een kritiek geval, of één zorgeloze beweging van de hand tijdens de operatie - zelfs maar een haarbreedte - een leven kan eraan opgeoñerd zijn, en een ziel kan de eeuwigheid ingestuurd worden. Wat een emstige gedachte! Hoe belangrijk is het, dat artsen altijd onder toezicht van de goddelijke Geneesheer staan!

De Verlosser is bereid om allen te helpen, die een beroep op Hem doen om wijsheid en helderheid van gedachte. En wie behoefi wijsheid en helderheid van gedachte meer dan een geneesheer van wiens beslissing zoveel afliangt? Laat hem, die tracht levens te verlengen, in geloof op Christus zien om ieder van zijn bewegingen te leiden. De Verlosser wil hem tact en bekwaamheid geven in de behandeling van moeilijke gevallen. Wonderbaarlijk zijn de gelegenheden, gegeven aan verzorgers van zieken. Laat in alles wat gedaan wordt voor het herstel van zieken, hen begrijpen dat de arts een weg zoekt om met God samen te werken teneinde de ziekte te oveiwimien. Leidt hen ertoe te voelen, dat bij iedere maatregel, genomen in harmonie met Gods wetten, zij de hulp van goddelijke kracht mogen verwachten.

Deziekenenlijdenden zullenveelmeervertrouwenhebbenindeartsvanwiezijovertuigd zijn, dat hij God lief heeft en vreest. Zij verlaten zich op zijn woord. Zij hebben een geV0el van zekerheid in de aanwezigheid en leidmg van die_arts. Het is een voorrecht van de christenaits om door middel van gebed Zijn aanwezigheid in de ziekenkamer te vragen. Laat de chirurg, vóór het uitvoeren van een ernstige operatie, de hulp van de Grote Heelmeester inroepen. Laat hij de zieke verzekeren dat God hem veilig door de beproeving. heen kan helpen_en dat Hij in alle tijden van tegenspoed een veilige schuilplaats is voor allen die op Hem vertrouwen. De arts die dit niet kan doen, verliest geval na geval, dat anderszins gered hadkunnen worden. Als hij woorden kan spreken, die tot geloof inspireren in de meevoelende Verlosser, die iedere snik van angst vo_el_ï, en de nood van de ziel tot Hem kan brengen, ZOU de crisis Vaker veilig zijn voorbijgegaan.

AlleenHij,die het hart leest,kan weten met hoeveelangst en beven menigpatiënttoestemt in een operatie door de hand van een chirurg. Zij beseffen het gevaar. Hoewel zij vertrouwen kunnen hebben in de bekwaamheid van de arts, Weten ZIJ, dal hij niet onfeilbaar is. Maar als zij zien, datnde arts het hoofd buigt en God om hulp vraagt, worden zij met vertrouwen vervuld. Dankbaarheid en vertrouwen openen het hait voor de helende macht van God, de levenskrachten worden opgewekt en zullen overwinnen. _ _ _

Ook voor de arts is de aanwezigheid van Christus een bron van kracht. Dikwijls drukken de verantwoordelijkheden .en de mogelijkheden zwaar op hem. De koortsachtig onzekerheid van vrees zouden zijn hand de vaardigheid kumien doen verliezen. Maar de zekerheid dat de

52 Gezin en Gezondeid

goddelijke Raadsman naast hem staat om hem te versterken, geeft hem rust en moed. De aanrak1ng van Christus op de hand van de arts brengt vitaliteit, rust, vertrouwen en kracht. _

Wanneer de crisis veilig is doorstaan, en de behandelnig geslaagd, besteedt dan enkele momenten aan gebed met de patiënt. Geef uitdnikking van uw dankbaarheid voor het leven dat gespaard is. Als de patiënt woorden van dank uitspreekt tegen de arts, laat de lof en dank tot God gericht worden. Vertel de patiënt dat zijn leven gespaard is, omdat hij onder besehenning stond van de hemelse Geneesheer.

De arts, die deze weg volgt, leidt de patiënt naar de Ene, van wie zijn leven aflrangt, de Ene, die allen die tot Hem komen volkomen kan redden.

Werk aan de Ziel

Het medisch zendingswerk zou een diepe bewogenheid met zich moeten brengen. Aan de arts, evenals de evangeliedienaar is het meest verantwoordelijke werk, ooit aan mensen opgedra- gen, toevertrouwd. Of hij het beseft of niet, aan iedere arts wordt de genezing van zielen toevertrouwd.

In zijn werk, waar hij te maken heeft met ziekte en dood, verliest de arts vaak de emstige werkelijkheid van het toekomstige leven uit het oog. In hun emstige poging om het gevaar voor het lichaam af te wenden, vergeten zij het levensgevaar voor de ziel. De persoon die zij behandelen, kan zijn greep op het leven verliezen. De laatste mogelijkheden ktmnen hem uit de vingers glippen. Deze ziel zal de arts voor de rechterstoel van Christus weer moeten ontmoeten. Dikwijls lopen zij de kostbaarste zegeningen mis door te verzuimen een woord op het juiste moment te spreken. Wanneer de gouden gelegenheid niet afgewaeht wordt, gaat die verloren. Aan het ziekbed moet geen woord van belijdenis of strijdpunt gesproken worden. Laat de lijder gewezen worden op Hem, die bereid is allen die in geloof tot Hem komen te redden. Emstig en teder moet gestreefd worden de ziel, die tussen leven en dood zweeft, te helpen.

De arts die weet, dat Christus zijn persoonlijke Verlosser is, omdat hijzelf tot de Toevlucht geleid is, weet hoe hij moet handelen met de bevende, schuldige, met zonde beladen ziel, die zich tot hem om hulp keert. Hij kan antwoorden op de vraag: "Wat moet ik doen om gered te worden?" Hij kan het verhaal van de liefde van de Verlosser vertellen. Hij kan uit ervaring spreken over de kracht van berouw en geloof. In eenvoudige, emstige woorden kan hij de nood van de ziel in gebed aan God voorleggen en hij kan de zieke aanmoedigen ook genade te vragen en te aanvaarden van de medelijdende Heiland. Als hij zo de zieke bij staat aan het bed, ernaar strevend woorden van hulp en troost te spreken, werkt de Here met en door hem. Als de geest van de lijder op de Zaligmaker wordt gericht, vervult de vrede van Christus zijn hart en geestelijke gezondheid, die over hem komt, wordt gebruikt als de helpende hand van God in het herstel van de lichamelijke genezing. Op ziekenbezoek zal de arts dikwijls gelegenheid hebben om een woord van waarheid tot de vrienden te spreken. Als zij aan het

53 Gezin en Gezondeid

bed waken en zich machteloos voelen om een vlaag van angst te voorkomen, worden hun harten verzacht. Dikwijls wordt verdriet, dat voor anderen wordt verborgen, aan de arts verteld. Dat is de gelegenheid om deze bedroefden te wijzen op Hem, die de vennoeiden en belasten heeft uitgenodigd omtot Hemte komen. Dikwijls kan voor hen en met hen een gebed worden opgezonden, waarin hun nood aan de Heehneester van alle kwalen, de Verzachter van alle smart kan worden voorgelegd.

Gods beloften

l)e geneesheer heeft kostbare gelegenheden om zijn patiënten op de beloften van Gods woord te wijzen. Hij moet uit het sehathuis nieuwe en oude dingen te voorschijn halen, hier en daar een woord van troost brengen en aanwijzingen geven waarnaar verlangd wordt. Laat de arts zijn geest een schatkamer maken van frisse gedachten. Laat hem het woord van God ij ve rig bestuderen, opdat hij bekend mag worden met de gegeven l›e|ollen. Laat hem leren te herhalen de woorden van troost, die (`liristus heelt gesproken tijdens Zijn aardse dienstwerk toen lli_| Zijn lessen gaf en de zieken genas. Hij zou moeten praten over de werken v;ui p_eiie/.mg die Jezus verrichtte, van Zijn tederheid en liefde. Nooit zou hij moeten verzuimen de geest van zijn patiënten te richten op Christus, de Grote Heelmeester. Dezelfde macht die Christus uitoefende toen Hij zichtbaar onder de mensen wandelde, is in Zijn woord te vinden. Het was door Zijn woord dat Jezus zieken genas en duivelen uitwierp; door Zijn woord stilde Hij de stonn, bracht Hij de doden tot leven; en het volk getuigde dat Zijn woord met macht was. Hij sprak het woord van God, zoals Hij gesproken had tot alle profeten en leraars van het Oude Testament. De gehele Bijbel is een openbaring van Christus.

De Schriften moeten ontvangen worden als Gods woord tot ons, niet louter geschreven, maar gesproken. Toen de gekwelden tot Christus kwamen, zag Hij niet slechts hen, die om hulp vroegen, maar allen die door de eeuwen heen in gelijke nood tot Hem zouden komen met hetzelfde geloof. Toen Hij tot de verlamde zei: "Zoon, houdt moed; uw zonden worden u vergeven," (9) toen Hij tegen de vrouw te Kapemaüm zei: "Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede," (10) sprak Hij tot andere ellendige, met zonden beladen mensen die Zijn hulp zouden zoeken.

Zo is het met alle beloften in Gods woord. Daarin spreekt Hij tot ons persoonlijk, spreekt Hij direct, alsof wij naar Zijn stem konden luisteren. Het zijn deze beloften waarin Christus Zich met ons verbindt in genade en kracht. Zij zijn de bladeren van die boom, die "voor genezing der volkeren" is. (Openb.22:2) Ontvangen, opgenomen, moeten zij de sterkte van het karakter, de inspiratie en onderhoud van het leven zijn. Niets anders kan zo,n helende kracht hebben. Niets daamaast kan moed en geloof geven, wat vitale kracht meedeelt aan het gehele wezen. Tot degene, die trillend van angst aan de rand van het graf staat, tot de ziel, vennoeid door de last van lijden en zonde, kan de arts, als zich de gelegenheid voordoet, de woorden van de Heiland herhalen - want al de woorden in de Heilige Schrifi zijn de Zijne:

54 Gezin en Gezondeid

"Vrees niet, want ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn, Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden. Want Ik de Heer ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser... Omdat gij kostbaar zijt in Mijn ogen en hooggeschat en ik u lieflreb." "Ik ben het, die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet." "Vrees niet, want Ik ben met u." (12)

"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen, ontfennt Zich de Here over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn." (13)

"Alleen, erken uw ongerechtigheid dat gij van de Here uw God zijt afgevallen." "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (14)

"Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost." (15) "Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Als gij gewillig zijt en luistert, zult gij het goede des lands eten." (16)

"Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid." "In een uitstorting van toom heb Ik Mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid ontfenn Ik Mij over u, zegt uw Verlosser, de Here." (17)

"Uw hart worde niet ontroerd." "Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd." (18)

"Een ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een toevlucht voor een stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een machtige rots in een dorstig land." (19)

"De ellendigen zoeken naar water, maar het is er niet, hun mond verdroogt van dorst; Ik, de Here zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hun niet verlaten." (20)

Zo zegt de Here, uw Maker en van moederschoot aan uw Formeerder, die u helpt: "Ik zal water gieten op het dorstige land en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw nakroost en Mijn zegen op uw nakomelingen." (21) "Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde." (22)

"Hij heefi onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen." "Om onze overtredingen werd Hij door- boord, om onze ongerechtigheden werd Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden." (23)

55 Gezin en Gezondeid
56 Gezin en Gezondeid Verwijzingen: 1. Ex. 15:26. 2. 3 Joh. 2; Ps. 103:3,4. 3. Joh. 5:14. 4. Deut. 7:15; 5. . Deut. 32:46; Spr. 4:22. 6. Mal. 4:2. 7. Matth. 11:28. 8. 2 Cor. 6:1-4. 9. Matth. 9:2. 10.Luc. 8:48. 11. Openb. 22:2. 12 Jes. 43:1-4,25,5 13. Ps. 103:13,l4. 20. 14. Jer. 3:13; 21. 1 Joh. 1:9. 15. Jes. 44:22. 16 Jes. 1218,19. 17. Jer. 31:3; Jes. 54:8. 18. Joh. 14:1,27 19. Jes. 32:2. 20. Jes. 41:17. 21. Jes. 44:2,3. 22. Jes. 45:22. 23. Matth. 8:17; Jes. 53:5.

Kapitel 8 De arts, een opvoeder

"De lippen van de wijze verspreiden kennis. "

De ware arts is een opvoeder. Hij erkent zijn verantwoorde- lijkheid, niet alleen voor de zieken die onder zijn zorg staan, maar ook voor de samenleving waarin hij zich bevindt. Hij is een bewaker van lichamelijke zowel als morele gezondheid. Het is zijn streven om niet alleen de juiste methoden te leren voor de behandeling van zieken, maar ook om de juiste lccfgewoonten aan te moedigen en kennis van de juiste principes te verspreiden.

Behoefte aan Opvoeding in Gezondheidsbeginselen

Opvoeding in gezondheidsbeginselen is nu meer dan ooit tevoren nodig: Niettegenstaande de geweldige voomitgang op het gebied van welvaart en welzijn, zelfs op het gebied van de gezondheid en de behandeling van ziekten, is de achteruitgang in lichamelijke kracht en uithoudingsvermogen van het mensdom alarmerend. Het vraagt dringend aandacht van allen die het welzijn van de medemens ter harte gaat.

Onze gekunstelde beschaving werkt kwade zaken in de hand, die een vemietigend effect hebben opgezonde beginselen. Gewoonten en modezijninstrijd met denatuur.Depraktijken die zij opleggen en de begeerten die zij aankweken, verminderen gestadig lichamelijke zowel als verstandelijke kiachten en leggen een ondraaglijke last op de mensheid. Omnatigheid en misdaad, ziekte en ellende, zijn overal.

Velen overtreden de gezondheidswetten uit onwetendheid en hebben aanwijzingen nodig. Maar de meesten weten beter zij doen. Hen moet op het hart worden gedrukt hoe belangrijk het is, hun kennis tot een levensgids te maken. De arts heelt vele gelegenheden om kemiis omtrent de gezondheidsbeginselen door te geven en om het belang aan te tonen van het in praktijk brengen. Door juiste voorlichting kan hij veel doen ter verbetenng van slechte gewoonten, die onnoemelijke schade veroorzaken.

Een Verkeerde Medische Filosofie

Eengewoonte,diedegrondslaglegtvoorueen grootaantalziektenen nogkwalijkerzaken, is het vrijelijk gebruiken van gifiige ”geneesmiddelen”. Wanneer men ziek wordt, wil men niet de moeite nemen om de oorzaak van zijn ziekte na te Het voomaamste verlangen is zichzelf te bevnjden van pijn en ongemakken. Zij nemen hun toevlucht tot patentmiddelen, waarvan zij de samenstelling en uitwerking niet of nauwelijks kennen, of zij wenden zich tot een arts voor een medicijn om de gevolgen van verkeerde gewoonte tegen te gaan, maar zonder de gedachte om verandermg te brengen ni hun ongezonde gewoonten. Als geen onmiddellijke verlichting intreedt, wordt een ander medicijn geprobeerd, en dan weer een ander. En zo blijft het kwaad bestaan.

57 Gezin en Gezondeid

De mensen moet geleerd worden, dat zulke middelen geen ziekten genezen. Het is waar dat ze soms directe verlichting geven en de patiënt schijnt te herstellen als resultaat van het gebruik ervan; dit komt doordat de natuur voldoende vitale kracht heeft om het gift uit te scheiden en de factoren die de ziekte veroorzaken te con'igeren. De gezondheid herstelt zich, in weerwil van het middel. Maar in de meeste gevallen verandert het middel slechts de vorm en de plaats van de ziekte. Dikwijls schijnt het effect van het gif voor een tijd overwonnen te zijn, maar de neerslag blijfi in het gestel en veroorzaakt in een latere periode grote schade.

Door het gebruik van giftige ”geneesmiddelen” lopen veel mensen levenslange ziekten op en vele levens gaan verloren, die gered hadden kunnen worden bij de toepassing van natuurlijke geneesmethoden. De giften die zich in zo vele zogenaamde geneesmiddelen bevinden, zijn oorzaak van gewoonten en lusten, die ziel en lichaam naar de ondergang voeren.Velepopulaire middelen,dezogenaamdepatentmiddelenensomszelfsdemedicijnen die de arts voorschrijft, spelen een rol bij het ontstaan van de alcohol-, opium- of morfineverslaving, die zo°n vreselijke vloek voor de maatschappij betekenen.

Herstellende Kracht van de Natuur, de Juiste Medische Filosoñe

De enige hoop op verbetering ligt in het opvoeden van mensen in de juiste beginselen. Laat artsen de mensen leren, dat herstellende kracht niet in de geneesmiddelen, maar in de natuur te vinden is. Ziekte is een poging van de natuur om het gestel te bevrijden van toestanden die het gevolg zijn van het overtreden van de wetten der gezondheid. In geval van ziekte moet de oorzaak worden vastgesteld. Ongezonde omstandigheden moeten veranderd worden en verkeerde gewoonten geconigeerd. Dan moet de natuur geholpen worden in haar pogingen om veront- reinigingen uit te scheiden en de juiste toestand in het gestel weer te herstellen.

Natuurlijke Geneesmiddelen

Zuivere lucht, zonlicht, matigheid, rust, beweging, juiste voeding, het gebruik van water, vertrouwen in goddelijke kracht zijn de ware geneesmiddelen. Iedereen moet kermis hebben van natuurlijke geneesmethoden en hoe die toe te passen. Het is volstrekt noodzakelijk de principes te begrijpen inzake de behandeling van zieken, zowel als een praktische training te hebben, waardoor men in staat is deze kemris toe te passen. Het gebruik van natuurlijke geneesmiddelen vereist een bepaalde zorg en moeite, die velen niet bereid zijn te geven. Het natuurlijkeprocesvan genezingenopbouwgaatlangzaamengeleidelijk,envoorongeduldige mensen lijkt het te langdurig. Het afstand doen van schadelijke gewoonten vereist opoffering. Maar tenslotte zal men zien dat de natuur, als zij niet gehinderd wordt, haar werk wijs en goed doet. Degenen die volharden in gehoorzaamheid aan haar wetten, zullen beloond worden met gezondheid van lichaam en geest.

58 Gezin en Gezondeid

Het Instandhouden van de Gezondheid

Over het algemeen wordt te weinig aandacht geschonken aan het instandhouden van de gezondheid. Het is veel beter ziekten te voorkomen dan te weten, hoe men moet handelen in geval van ziekte.

Het is de plicht van ieder mens, voor zijn bestwil en voor de mensheid, zichzelf op de hoogte te stellen van de wetten des levens en die gewetensvol te gehoorzamen. Een ieder moet bekend zijn met het meest wonderbaarlijke van alle organismen, het menselijk lichaam. Allen moeten de functies van de verschillende organen begrijpen en de onderlinge samenhang voor de gezonde werking van het geheel. Zij moeten de invloed van de geest op het lichaam bestuderen, en van het lichaam op de geest, en de wetten waardoor ze bestuurd worden.

De Training voor de Strijd des Levens

Wij kumien er niet genoeg aan herinnerd worden dat gezondheid niet van het geluk afl1angt. Het is een gevolg van gehoorzaamheid aan wetten. Dit wordt erkend door deelnemers aan atletiekwedstrij den en kraehtproeven. Deze mensen houden zich aan zorgvuldige voorbereidingen. Zij onderwerpen zich aan grondige training en strenge tucht. Elke lichamelijke gewoonte wordt zorgvuldig gereguleerd. Zij weten dat verzuim, overdaad of zorgeloosheid, waardoor enig orgaan of lichaams- funetie wordt verzwakt of belemmerd, verlies zou betekenen. Van hoeveel meer belang is zo”n nauwgezetheid om succes te hebben in de strijd des levens! Het zijn geen spiegelgevechten waarin wij verwikkeld zijn. Wij voeren een strijd waarvan de resultaten eeuwigheidswaarden hebben. Wij strijden tegen onzichtbare vijanden. Boze engelen strijden om de heerschappij over ieder mens. Wat de gezondheid schaadt vermindert niet alleen lichamelijke kracht, maar leidt tot verzwakking van geestelijke en morele krachten. Toegeeflijkheid aan iedere ongezonde handeling maakt het moeilijker om onderscheid te maken tussen goed en kwaad en dus moeilijker om het kwade te weerstaan. Het verhoogt het gevaar van mislukking en nederlaag.

"Zij, die in de renbaan lopen, lopen wel allen, doch slechts een kan de prijs ontvangen."

(l) In de strijd waarin wij verwikkeld zij n, kunnen allen winnen, die zich strikt houden aan gehoorzaam- heid aan de juiste beginselen. De uitvoering van deze principes in de kleine dingen van het leven wordt te dikwijls als onbelangrijk gezien, een te geringe kwestie om aandacht aan te besteden. Maar ten aanzien van wat op het spel staat, is niets waarmee we te maken hebben, te klein. Iedere handeling legt zijn gewicht in de schaal van ”s levens overwirming of ondergang. De Schrift adviseert ons: "Loopt dan zó, dat gij die behaalt." (2)

Bij onze eerste voorouders resulteerde omnatig verlangen in het verlies van Eden. Matigheid in alle dingen heefi meer te doen met ons herstel tot het niveau van Eden dan men beseft. Wijzend op de zelfverlooehening van de deehremers aan de oude Griekse spelen, schrijft de apostel Paulus: "En al wie aan de wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een ve rgankelijke erekrans te verknj gen, wij om een onvergankelijke. lk loop dan ook

59 Gezin en Gezondeid

niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat! Neen, ik tuehtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden." (3)

Grondslag tot Verbetering

De voortgang van de hervorming hangt af van een duidelijke herkenning van fundamentele waarheden. Terwijl aan de ene kant gevaar loert in enige filosofie of een harde, koude orthodoxie te vervallen, bestaat aan de andere kant groot gevaar voor een zorgeloos liberalisme. De grondslag van alle blijvende hervor- ming is de wet van God. Wij moeten in duidelijke vaste lijnen aantonen, hoe nodig het is deze wet te gehoorzamen. De beginselen daarvan moeten aan de mensen worden voorgehou- den. Zij zijn even eeuwig en onveranderlijk als God zelf. Eén van de jammerlijkste effecten van de eerste zonde was het feit dat de mens de macht over zichzelf verloor. Alleen als deze macht wordt herwonnen, kan er werkelijke vooruitgang zijn. Het lichaam is het enige middel, waardoor de geest en de ziel zich kunnen ontwikkelen voor de vorming van het karakter. Vandaar dat de vijand van zielen zijn verleidingen richt op de verzwakking en ontluistering van de lichamelijke krachten. Zijn succes op dit betekent de overgave van het gehele wezen aan het kwaad. De neigingen van onze lichamelijke natuur zullen zeker dood en verderf teweegbrengen, tenzij zij onder de beheersing van een hogere macht staan.

Het lichaam moet onder discipline worden gebracht. De hogere vermogens van ons wezen moeten heersen. De hartstoehten moeten door de wil in toom worden gehouden, die op zijn beurt onder Gods controle moet staan. De koninklijke macht van de rede, geheiligd door goddelijke genade, moet de scepter zwaaien in ons leven.

Gods eisen moeten in het geweten gegrift staan. Mannen en vrouwen moeten opgewekt worden tot de plicht van zelfbeheer- sing, de noodzaak van reinheid, bevrijding van iedere overmatige eetlust en bezoedelende gewoonte. Hen moet worden ingeprent dat al hun vem1ogens van lichaam en geest een gave van God zijn en in de best mogelijke conditie voor Zijn dienst bewaard moet blijven.

In dat oude ritueel, dat het evangelie symbolisch voorstelde, mocht geen geschonden offer naarGods altaarwordengebracht. Hetoffer,datChristusverzirmebeelde, moest onberispelijk zijn. Het woord van God wijst hiemaar als een illustratie van wat Zijn kinderen moeten zijn, "een levend offer", "hei1ig en zonder vlek of rimpel," "Gode welbehaaglijk." (4)

Behoefte aan Goddelijke Macht

Los van goddelijke kracht kan geen ware hervonning tot stand komen. Menselijke barrières tegen natuurlijke en gecul- tiveerde neigingen zijn slechts zandzakken tegen een watervloed. Pas als het leven van Christus een bezielende kracht in ons wordt, kunnen wij de verleidingen, die ons van binnen uit en van buiten af aanvallen weerstaan.

60 Gezin en Gezondeid

Christus kwam naar deze wereld en leefde naar Gods wet, opdat de mens de natuurlijke neigingen, die de ziel verderven, volmaakt meester zou worden. De Heelmeester van ziel en lichaam geeft overwinning over alle strijdende begeerten. Hij heefl alle voorzieningen getroffen, opdat de mens een volmaakt karakter zou bezitten.

Wanneer iemand zich aan Christus overgeeft, wordt de geest onder controle van de wet gebracht; maar het is de koninklijke wet, die vrijheid brengt aan iedere gevangene. Door één met Christus te worden, wordt de mens vrij. Onderwerping aan de wil van Christus betekent herstel tot het volmaakte menszijn. Gehoorzaamheid aan God is vrijheid van slavemij der zonde, bevrijding van menselijke hartstoehten en impulsen. De mens kan overwinnaar zijn over zichzelf, over zijn eigen neigingen, overwinnaar over overheden en machten, en de wereldbeheersers dezer duistemis," en over de "boze geesten in hemelse gewesten. (5)

Lessen voor het Gezin

Nergens is zulk ondenicht als dit meer nodig en nergens zal het groter resultaat afwerpen dan in het gezin. Ouders hebben te maken met de werkelijke grondslag van gewoonte en karakter. De hervonningsbeweging moet begimren met het tonen, dat de wet van God invloed heeft op de lichamelijke en zedelijke gezondheid. Toon aan, dat gehoorzaamheid aan Gods woord onze enige garantie is tegen het kwaad dat de wereld naar de afgrond voert. Wijs de ouders op de verantwoordelijkheid die zij tegenover zichzelf en hun kinderen hebben. Zij geven hun kinderen een voorbeeld, van gehoorzaamheid of van overtreding. Door hun voorbeeld en onderricht wordt het lof van hun huisgezin bepaald. De kinderen zullen zijn, wat de ouders van hen maken. Indien ouders ertoe gebracht konden worden het resultaat van him handelwijze na te gaan en konden zien, hoe zij door hun voorbeeld en onderricht de macht van zonde of de macht van gerechtigheid bestendigen of versterken, zou er zeker verandering aangebracht worden. Velen zouden zich afkeren van tradities en gewoonten, en de goddelijke beginselen van het leven accepteren.

De Macht van het Voorbeeld

De huisarts die thuis de zieken behandelt en aan het bed van patiënten waakt, hun lijden verlicht, hen van de rand van het graf terugbrengt, hoop spreekt tot sten/enden, wint hun vertrou- wen en genegenheid, wat slechts weinigen vergund is. Zelfs de predikant wordt zulke mogelijkheden of zo°n verreikende invloed niet geboden.

Zowel het voorbeeld van de arts als zijn instructies zouden een positieve kracht ten goede moeten zijn. De gezondheidshervorming roept om mannen en vrouwen wier leven een praktisch voorbeeld is van zelfbeheersing. Het is de uitvoering van de beginselen die wij ons hebben ingeprent, die de waarde bepaalt. De wereld heeft een praktisch demonstratie nodig van wat de genade Gods kan doen voor menselijke wezens in het herstel van hun verloren koningschap, door hen de heerschappij terug te geven. Er is niets dat de wereld zo nodig heelt alskemrisvandereddende machtvanhetevangelie,geopenbaardin hetleven van op Christus

61 Gezin en Gezondeid

gelijkende mensen. De arts wordt voortdurend in contact gebracht met personen, die de kracht en bemoediging van een juist voorbeeld nodig hebben. Velen zijn moreel heel zwak. Zij hebben gebrek aan zellbeheersing en laten zich gemakkelijk verleiden. De arts kan deze zielen alleen helpen als hij in zijn eigen leven een kracht :uur beginselen toont, die hem in staat stelt over iedere schadelijke gewoonte en onreine lust te zegevieren. In zijn leven moet de werking van een goddelijke macht zichtbaar zijn. Als hij hierin te kort schiet, zal zijn invloed, hoe krachtig en overredend zijn woorden ook mogen zijn, ten kwade leiden.

Velen die door hun eigen verkeerde gewoonten morele wrakken zijn geworden, zoeken medisch advies en behandeling. li j zijn gekneusd, zwak en gewond, en voelen hun dwaasheid en onvermogen om te overwinnen. Zulke personen zouden niets in hun omgeving moeten hebben dat hun aanmoedigt tot voortzetting van de gedachten en gevoelens, die hun hebben gemaakt tot wat ze zijn. Zij dienen in een sfeer van reinheid, van hoge, edele gedachten te vertoeven. Wat een vreselijke verantwoording, wanneer diegenen, die deze "zieken" een goed voorbeeld zouden moeten geven, zelf slaaf geworden zijn van schadelijke gewoonten, wier invloed aan de verleiding een extra kracht verleent!

Arts en de Geheelonthouding

Velen komen onder doktersbehandeling daar zij bezig zijn hun lichaam en ziel te ruïneren door het gebruik van tabak en sterke drank. De arts die trouw is aan zijn verantwoordelijkheid, moet deze patiënten erop wijzen wat de oorzaak van hun lijden is. Maar als hij zelf een tabakof alcoholgebruiker is, welk gewicht hebben zijn woorden dan? Zal hij met de kennis van zijn zwakheid niet aarzelen om de pestbuil in het leven van de patiënt aan te wijzen? Daar hij deze dingen zelf gebruikt, hoe kan hij dan de jeugd overtuigen van de schadelijke effecten ervan?

Hoekaneenartsindesamenleving staanalseenvoorbeeldvanreinheidenzelfbeheersing, hoe kan hij een succesvol werker in de geheelonthouding zijn, als hij zelf verslaafd is aan een slechtegewoonte? Hoe kanhijaanhetziekbed of sterfbedaanvaardbaarzijndienstverrichten, als zijn eigen adem afstotelijk is door de stank van sterke drank of tabak?

Terwijl hij bezig is zijn zenuwgestel te verstoren en zijn hersenen te benevelen door het gebruik van bedwelmende middelen, hoe kan hij dan aan het vertrouwen beantwoorden dat in hem gesteld wordt als bekwaam arts? Hoe onmogelijk is het hem snel te onderscheiden of met precisie een handeling uit te voeren!

Als hij de wetten die zijn eigen wezen beheersen met m acht neemt, als hij zelfzuchtige bevrediging verkiest boven zuiverheid van geest en lichaam, verklaart hij zichzelf daardoor niet ongeschikt om de verantwoording voor mensenlevens te worden toevertrouwd?

Ontmoediging in zijn Werk

Hoe bekwaam en trouw een arts ook mag zijn, er is in zijn ervaring duidelijk veel ontmoediging en tegenslag. Dikwijls gebeurt het dat hij in zijn werk niet bereikt, wat hij graag

62 Gezin en Gezondeid

had willen bereiken. Ofschoon de patiënten herstellen, kan het zijn dat dit hen of de wereld niet werkelijk tot zegen is. Velen genezen om weer opnieuw in onmatigheden te vervallen, dieziekteuitlokten.Methetzelfdeverlangenalsvoorheenstortenzijzichweerindekringloop van omnatigheid en dwaasheid. Het werk door de arts aan hen besteed lijkt vergeefse moeite. Christus had dezelfde ervaring, toch staakte Hij zijn pogingen niet voor één lijdende ziel. Van de tien melaatsen die gereinigd werden, stelde slechts één de gave op prijs, en hij was een vreemdeling en Samaritaan. Ter wille van die ene genas Christus alle tien. Als de arts geen groter succes ervaart dan de Verlosser, laat hem dan een les van de Grote Heehneester leren. Van Christus staat geschreven: "Hij zal niet ontmoedigd worden, om Zijn moeitevol lijden zal Hij het zien tot verzadiging toe." (6)

Als er slechts één ziel het evangelie van Zijn genade geaccepteerd zou hebben, zou Christus, om die ene ziel te redden, zijn leven van arbeid en vemedering en Zijn schandelijke dood gekozen hebben. Als wij door onze pogingen één menselijk wezen hebben helpen verlichten en veredelen, geschikt om in de hoven des Heren te verschijnen, hebben wij dan geen reden tot blijdschap?

Persoonlijke Behoeften en Gevaren

De plichten van een arts zijn inspannend, zwaar en vermoeiend. Teneinde deze succesvol ten uitvoer te brengen, moet de arts een sterk gestel hebben en een blakende gezondheid genieten. Een man die zwak of ziekelijk is, kan het vennoeiende werk, dat met de artsenroeping gepaard gaat, niet volhouden. Iemand zonder vohnaakte zelfbeheersing is niet geschikt allerlei soorten ziekten te behandelen.

Dikwijls van slaap verstoken, vaak gedwongen maaltijden over te slaan, in grote mate verstoken van sociale omgang en godsdienstige voorrechten, schijnt het leven van een arts onder een voortdurende schaduw te liggen. De ellende die hij meemaakt, de afliankelijke stervelingen die naar hulp verlangen, zijn contacten met ontaarde mensen, veroorzaken hartenleed en vemietigen welhaast het vertrouwen in de mensheid. In de strijd tegen ziekte en dood wordt het arbeidsvermogen tot het uiterste op de proef gesteld. Als reactie op deze vreselijke spanning komen geest- en wilskracht onder zware druk te staan. Dan hebben verzoekirigen de grootste kracht. Meer dan mensen in andere beroepen heeft de arts behoefte aan zelfbeheersing, reinheid van geest en een geloof dat zich vastklampt aan de hemel. Ter wille van anderen en voor zijn eigen zaak kan hij zich niet veroorloven de natuurwetten te veronachtzamen. Roekeloosheid in lichamelijke gewoonten nijgen naar roeke- loosheid in moraal.

De Enige Toevlucht

De enige veiligheid van de arts is, onder alle omstandigheden uit principe te handelen, versterkt en veredeld door doelbewust- heid, die slechts in God gevonden wordt. Hij moet morele kracht putten uit de uitmuntende eigenschappen van Gods karakter. Elke dag, ieder

63 Gezin en Gezondeid

uur, elk moment, moet hij leven voor het aangezicht van de onzichtbare wereld. Zoals voor Mozes, zou voor hem voortdurend van toepassing moeten zijn: "als ziende de Onzienlijke."

Gerechtigheid woitelt in godsvmcht. Geen mens kan voor zijn medemens steevast een puur, krachtig leven handhaven, tenzij zijn leven met Christus geborgen is in God. Hoe groter de activiteit onder de mensen, hoe inniger het hart in contact moet zijn met de hemel.

Hoe dringender zijn plichten en hoe groter zijn verantwoorde- lijkheden, hoe groter de behoefte van de arts aan goddelijke kracht. Tijd moet worden vrijgemaakt van tijdelijke zaken om te mediteren over eeuwige dingen. Hij moet een opdringende wereld weerstaan, die zo”n druk op hem zou leggen, dat hij gescheiden wordt van de bron van kracht. Meer dan andere mensen zou hij door gebed en studie van de Schrifi zichzelf onder het beschennende schild van God moeten plaatsen. Hij moet van uur tot uur in contact zijn en in bewuste gemeenschap leven met de beginselen der waarheid, gerechtigheid en genade, die Gods eigenschappen in de ziel openbaren.

Juist in die mate waarin het woord van God ontvangen en gehoorzaamd wordt, zal het zijn invloed uitoefenen op de motivatie en het karakter. Het zal elke gedachte reinigen en elk verlangen reguleren. Zij die zich met Gods woord vertrouwd maken, zullen zich als mannen gedragen en sterk zijn. Zij zullen uitstijgen boven alle slechte dingen tot in een atmosfeer, die vrij is van elke verontreiniging.

Wanneer de mens in gemeenschap met God leeft, zal hij door die standvastigheid, die Jozef en Daniël kemnerkte te midden van het verderf van de heidense hoven, een vlekkeloos rein leven tot het zijne maken. Zijn karakterkleed zal smetteloos zijn. In zijn leven zal het licht van Christus ongehinderd schijnen. De Lichtende Morgenster zal standvastig boven hem schijnen in onveranderlijke heerlijkheid. Zo°n leven zal een kracht zijn in de samenleving. Het zal een slagboom zijn tegen het kwaad, een toevlucht voor verzochten, een gids voor hen, die te midden van moeilijkheden en ontmoedigingen het rechte pad zoeken.

Verwijzingen: 1. 1 Cor. 9:2 3. 1 Cor. 9:25-27. 5. Ef. 6:12. 2. 1 Cor. 9;24 4. Rom. 12:1; Ef. 5:27. 6. Jes. 42:4; 53:11.

64 Gezin en Gezondeid

Kapitel 9 Onderricht en genezing

"Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en zieken te genezen. "

Toen Christus de twaalf discipelen uitzond op hun eerste zendingsreis, gebood Hij hen: "Gaat, predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt de melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geefi het om niet." (l)

Tot de zeventig die Hij later uitzond, zei Hij: En als gij in een stad komt,... geneest de zieken die er zijn, en zeg tot hen; het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen." (2) De aanwezigheid en de kracht van Christus was met hen, "en de zeventig zijn teruggekeerd met blijdschap en zeiden: "Here, ook de boze geesten onderwerpen zich aan ons in Uw naam." (3) Na Christus” hemelvaart werd hetzelfde werk voortgezet. De taferelen van Zijn eigen dienstwerk werden herhaald. "En ook de menigte uit de steden rondom Jeruzalem stroomde toe en bracht zieken en door onreine geesten gekwelden mede. En zij werden allen genezen." (4)

En de discipelen gingen heen, en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde. (5) "Philippus daalde af naar de stad Samaria, en predikte hun de Christus. En de scharen hielden zich eenparig aan hetgeen door hem gezegd werd... Want onreine geesten gingen... uit onder luid geroep en vele verlamden en kreupelen werden genezen; en er kwam grote blijdschap in die stad." (6)

Het Werk van de Discipelen

Lucas, de schrijver van het evangelie dat zijn naam draagt, was een medische zendeling. In de Schrifien werd hij "de geliefde geneesheer" genoemd. (7) De apostel Paulus hoorde van zijn kunde als arts en koos hem uit als iemand aan wie de Here een speciaal werk had toevertrouwd. Hij verzekerde zich van zijn medewerking en enige tijd vergezelde Lucas hem op zijn reizen van plaats tot plaats. Na een tijd liet Paulus Lucas achter in Philippi, Macedonië. Hier bleef hij verscheidene jaren werken, als geneesheer en als evangelieleraar. In zijn werk als arts diende hij de zieken en bad voor de geneeskracht van God op de getroffcnen. Zo werd de weg geopend voor de evange- lieboodschap. Lucas” succes als arts bracht veel gelegenheden voor het prediken van Christus onder de heidenen. Het is het goddelijke plan dat wij zullen werken zoals de discipelen werkten. Lichamelijke genezing is verbonden met het evange- liewerk. In dit evangeliewerk mag ondenicht nooit gescheiden worden van genezing.

Het werk van de discipelen was het verspreiden van de kemris van het evangelie. Hen was het werk opgedragen het goede nieuws dat Christus aan de mens bracht, te verkondigen. Dat werk volbrachten zij voor het volk van hun dagen. In één enkele generatie werd het evangelie tot elk volk onder de ganse hemel gebracht.

65 Gezin en Gezondeid

Het brengen van het evangelie aan de wereld is het werk dat God heeft opgedragen aan allen die Zijn naam dragen. Voor de zonde en ellende van de wereld is het evangelie het enige tegengif. Aan de gehele mensheid de boodschap van Gods genade bekend te maken is het voomaamste werk van degenen die de genezende kracht daarvan kemren.

De Behoefte aan het Evangelie

Toen Christus de discipelen met de evangelieboodschap uitzond, was het geloof in God en Zijn woord zo goed als verdwenen van de wereld. Onder het Joodse volk, dat beleed kennis vanJahwehtebezitten,wasZijnWoordterzijdegezetvoortraditiesen menselijkespeculaties. Zelfzuchtige ambities, liefde voor uiterlijk vertoon en hebzucht vervulden de gedachten van de mensen. Waar ware eerbied voor God verdween, verdween ook het medegevoel voor de naaste. Zelfzucht was het heersende beginsel en Satan voerde zijn wil uit in de ellende en het verval van de mensheid. Satanische machten namen bezit van de mensen. De lichamen van menselijke wezens, geschapen als verblijfplaats voor de Here, werden woonplaatsen van demonen. De gevoelens, de zenuwen, de organen van mensen werden door bovennatuurlijke machten gebruikt in de overgave aan de verachtelijke wellusten. Het stempel van de demonen werd op de gezichten van de mensen zichtbaar. Menselijke gezichten weerspiegelden de uitdrukking van legioenen boze geesten waardoor zij bezeten waren.

Hoe is de toestand van de wereld vandaag? Is het geloof in de Bijbel niet even effectief vemietigd door de "hogere critici" en hedendaagse speculaties zoals het was door de tradities van de rabbijnen in de dagen van Christus? Hebben hebzucht, eerzucht en liefde voor amusement nieteen evensterkegreepop dehartender mensenvan nu, alszijhet toenhadden? Hoe weinigen worden er in de belijdende christelijke wereld, zelfs in de belijdende kerken van Christus, door Christelijke beginselen geleid? In de zakenwereld, sociale, huiselijke en zelfs godsdiens- tige kringen, hoe weinigen maken de leerstellingen van Christus tot regel in het dagelijks leven? Is het niet waar dat "de gerechtigheid verre blijfi staan;... oprechtheid vindt geen in- gang;... en wie wijkt van het kwade wordt slachtoffer van uitbuiting?" (8)

Wij leven te midden van "een epidemie van misdaad", waarover denkende, godvrezende mensen versteld staan. Conuptie heefi; de overhand, het ligt boven de menselijke pen dat te beschrijven. lcdere dag brengt nieuwe openbaringen van politieke strijd, omkoperij en fraudes. Elke dag brengt een hart-verziekend verslag van geweld en wetteloosheid, van onverschilligheid voor menselijk lijden, van brute, vijandige vemieling van menselijk leven.

Elke dag getuigt van toenemende krankzinnigheid, moord en zelfinoord. Wie kan eraan twijfelen, dat satanische machten onder de mensen aan het werk zijn, met toenemende activiteit, om de geest te verderven en het lichaam te verontreinigen en te vernietigen?

En terwijl de wereld zo vervuld is van dit kwaad, wordt het evangelie te dikwijls op zo”n onverschillige wijze gebracht, dat het weinig indruk maakt op de gewetens of de levens van de mens. Overal zijn er harten, die het uitschreeuwen omiets dat zij niet hebben. Zij verlangen

66 Gezin en Gezondeid

naar kracht, dat hen meester doet zijn over de zonde, een macht, die hen zal bevrijden uit de slavemij van het kwade, een macht die hun gezondheid kan geven, leven en vrede. Menigeen, die de macht van Gods Woord heeft gekend en daar is beland waar geen erkenning van God is, verlangt naar goddelijke aanwezigheid.

De wereld heeñ nu dezelfde behoefte als negentienhonderd jaar geleden en wel een openbaring van Christus! Een groot hervormingswerk wordt gevraagd en het is slechts door de genade van Christus, dat het werk van herstel - lichamelijk, mentaal en geestelijk - ten uitvoer kan worden gebracht. Christus' Methode om het Volk te Bereiken

Christus, methode alleen kan het ware succes opleveren in het bereiken van mensen. De Zaligmaker mengde Zich onder de mensen als iemand, die naar hun welzijn streefde. Hij toonde Zijn sympathie, voorzag in hun noden en won hun vertrouwen. En dan gebood Hij hen: "Volg Mij."

Wat nodig is, is dicht bij de mensen te komen door persoonlijke pogingen. Wanneer minder tijd werd gegeven aan toespraken en meer tijd werd besteed aan persoonlijk dienstwerk, zouden grotere resultaten geboekt worden. De annen moeten hulp krijgen, voor de zieken moet gezorgd worden, de bedroefden en achtergeblevenen moeten getroost, de onwetenden geleerd en de onervarenen raad gegeven worden. Wij moeten wenen met de wenenden en ons verblijden met de blijden. Vergezeld door kracht van overreding, de macht van het gebed en de macht van Gods liefde, zál en kán dit werk niet zonder vrucht blijven.

Wij zouden altijd moeten bedenken, dat het doel van medisch zendingswerk is: mannen en vrouwen, die ziek van zonden zijn, te wijzen op de Man van Golgotha, die de zonden der wereld wegnam. Door op Hem te zien, worden zij veranderd naar Zijn gelijkenis. Wij moeten de zieken en lijdenden bemoedígen om op Jezus te zien en te leven. Laten de werkers voortdurend hen, die door ziekte van lichaam en geest ontmoedigd zijn, Christus, de Grote Geneesheer, voorhouden. Wij st hen op Hem, die zowel lichamelijke als geestelijke ziekten kan genezen.

Vertel ze van Hem, die geraakt wordt door het voelen van hun zwakheden. Bemoedig hen zichzelf te plaatsen in de zorg van Hem, die Zijn leven gaf om het hen mogelijk te maken het eeuwige leven te hebben. Spreek over Zijn liefde; vertel van Zijn reddende macht.

Dit is de hoge plicht en het kostbare voorrecht van de medische zendeling. En persoonlijke dienstverlening bereidt heel dikwijls de weg hiervoor. God bereikt vaak harten door onze pogingen om lichamelijk lijden te verlichten.

Medisch zendingswerk is pionierswerk voor het evangelie. In de dienst van het Woord en in het medisch zendingswerk wordt het evangelie gepredikt en in praktijk gebracht.

67 Gezin en Gezondeid

Zendingswerk voor Verpleegkundigen

In bijna iedere gemeenschap zijn er grote aantallen mensen, die niet luisteren naar de prediking van Gods Woord of enige godsdienstige bijeenkomst bijwonen. Als zij door het evangelie bereikt willen worden, moet het thuis gebracht worden. Dikwijls is de verlichting van hun lichamelijke noden de enige weg waardoor zij benaderd kunnen worden. Verpleegkundigen in het zendingswerk die voor zieken zorgen en de ellendigen in hun armoede helpen, vinden vele gelegenheden om met hen te bidden, uit Gods Woord voor te lezen en van de Verlosser te vertellen. Zij kunnen bidden met en voor de hulpelozen, die niet dekracht hebben omhuneetlust, die door hartstochtenverdorven is,te bedwingen. Zij kunnen in het leven van de verslagenen en mismoedigen een straal van hoop brengen. Hun onzelfzuchtige liefde, die zich uit in daden van belangeloze vriendelijkheid, zal het voor deze lijdende mensen gemakkelijker maken in de liefde van Christus te geloven.

Velen hebben geen geloof in God en hebben het vertrouwen in de mens verloren. Maar zij stellen daden van sympathie en hulpvaardigheid op prijs. Als zij iemand zien, die het niet om aardse lof of compensatie te doen is, die bij hen thuis komt en zieken hulp verleent, de hongerigen voedt, naakten kleedt, bedroefden troost en teder wijst op Hem, van wie de menselijke werker slechts een boodschapper is, ja, als zij dit zien, wordt hun hart geroerd. Dankbaarheid welt op. Het geloof wordt ontstoken en zij zijn bereid te luisteren als zij zien dat God voor hen zorgt. Of het nu in buitenlandse zendingsvelden of op het thuisfront is, alle zendelingen, zowel mannen als vrouwen, zullen veel meer toegang tot zielen vinden en hun bruikbaarheid zeer zien toenemen, als zij in staat zijn om zieken hulp ter verlenen. Vrouwen die als zendelinge naar heidense landen gaan, vinden zo gelegenheid om het evangelie aan de vrouwen in deze landen te brengen, wanneer andere toegangsdeuren gesloten zijn. Alle evangeliewerkers zouden moeten weten hoe eenvoudige behandelingen te geven zijn. Behandelingen die goed zijn om pijn ter verlichten en ziekten te overwinnen.

Aanwijzingen in Gezondheidsbeginselen

Evangeliewerkers zouden ook in staat moeten zijn aanwijzin- gen te geven in de beginselen van een gezonde leefwijze. Er is overal ziekte en veel hiervan kan voorkomen worden door aandacht voor de gezondheidswetten. De mensen hebben inzicht nodig in de invloed van de gezondheidsbeginselen op hun welzijn, voor dit leven èn voor het toekomende leven. Hun ogen moeten geopend worden voor hun verantwoordelijkheid voor de menselijke woonplaats, door hun Schepper bedoeld als Zijn verblijfplaats en waarover Hij wenst, dat zij getrouwe rentmeesters zijn. Zij hebben het nodig dat hun de waarheid op het hart wordt gedrukt, die te vinden is in de woorden van de Heilige Schritt; "Gij toch, zijt de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heefi; Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn Volk zijn." (9)

68 Gezin en Gezondeid

Duizenden zouden graag instructies ontvangen en aanwijzin- gen aangaande eenvoudige methoden om zieken te behandelen, methoden die de plaats irmemen van giftige medicijnen. Eris grote behoefteaan inzicht ter verbetering vande eetgewoonten. Verkeerde eetgewoonten en het gebruik van ongezond voedsel zijn in geen geringe mate verantwoordelijk voor omnatigheid, misdaad en de rampspoed, die als een vloek op de wereld rusten. In het brengen van de gezondheidsbeginselen moet voor ogen worden gehouden dat het grote onderwerp van hervorming is: de hoogste ontwikkeling van lichaam, ziel en geest te ontwikkelen. Toon aan dat de wetten van de natuur, die Gods wetten zijn, bedoeld zijn voor ons welzijn; dat gehoorzaamheid daaraan geluk in dit leven bevordert en ons ondersteunt in de voorbereiding van het toekomstige leven.

Breng de mensen ertoe de openbaring van Gods liefde en wijsheid in de natuur te bestuderen. Leidt hen in tot de studie van het wonderbaarlijke organisme van het menselijk lichaam, en de wetten waardoor het wordt bestuurd. Wie de bewijzen van Gods liefde opmerkt, wie iets begrijpt van de weldadigheid van Zijn wetten en de resultaten van gehoorzaamheid, zal zijn plichten en verantwoordelijkheden vanuit een geheel ander standpunt bekijken. In plaats dat we het naleven van de gezondheidswetten zien als een zelfopoffering en zelfverloo- chening, zullen zij gaan zien wat ze werkelijk zijn nl. een onschatbare zegen!

Iedere evangeliewerker zou moeten voelen dat het geven van aanwijzingen in de beginselen van een gezonde levensstijl een onderdeel is van zijn voorgeschreven taak. Aan dit werk is grote behoefte en de wereld ligt hiervoor open.

Individueel Werk

Overal is er de tendens om het werk van organisaties in de plaats te stellen van individuele insparming. Menselijke wij sheid neigt naar consolidatie, centralisatie, het bouwen van grote kerken en instituten. Zeer velen laten weldadigheidswerk over aan instituten en organisaties; zij verontschuldigen zichzelf voor contact met de wereld en hun harten verkillen. Zij concentreren zich op zichzelf en zijn niet meer voor indrukken vatbaar. Liefde voor God sterft in hun ziel.

Christus droeg zijn volgelingen persoonlijk werk op, een werk dat niet door volmacht gedaan kon worden. Dienstwerk aan de zieken en de amien, het brengen van het evangelie aan de vcrlorenen kan niet overgelaten worden aan comité”s of georganiseerde liefdadigheid. Individuele verantwoordelijkheid en persoonlijke opoffering zijn de vereisten van het evangelie. "Ga de wegen en de paden op, en dwing hen binnen te komen," is Christus” gebod, "want Mijn huis moet vol worden." (10) Hij brengt mensen in aanraking met hen die zij zoeken te helpen. "Breng anne zwervelingen in uw huis," zegt Hij, "en als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt." "Op zieken zullen zij hun handen leggen, en zij zullen genezen

69 Gezin en Gezondeid

worden." (ll) Door direct contact, door persoonlijke hulpverlening, moeten de zegeningen van het evangelie verspreid worden. Iedereen moet medewerken

In het geven van licht in vroeger dagen, werkte God niet uitsluitend door middel van één klassevan mensen.Daniëlwas eenprinsuitJuda.Jesaja was ookvan koninklijkeafstamming. David was een herdersjongen. Amos was een herder, Zacharia een gevangene uit Babylon, Elisa een landbouwer. De Here riep als Zijn gezanten, profeten en prinsen, edelen en gewone lieden, en leerde hen de waarheid die aan de wereld gebracht moest worden.

Iedereen die deelnemer wordt aan Zijn genade geeft God een werk te doen voor anderen. Persoonlijk moeten wij in ons lot en onze plaats staan en zeggen: "Hier ben ik, zend mij." (12) De verantwoordelijkheid nist op allen: op de prediker van het Woord, de zendingsverpleegkundige, de christelijke arts of de individuele monteur. Het is ons werk om aan mensen het evangelie van hun verlossing te openbaren. Iedere ondememing waaraan wij deehiemen moet het middel zijn tot dat doel. Zij, die het hun opgedragen werk op zich nemen, zullen niet alleen een zegen zijn voor anderen, maar zij zullen zelf ook gezegend worden. Het zich bewust zijn van een goed uitgevoerde plicht zal van wederkerige invloed zijn op de eigen ziel. De moedelozen zullen hun moedeloosheid vergeten, de zwakke zal sterk worden, de onwetende intelligent, en allen zullen een nooit falende Helper vinden in Hem, die hen geroepen heeft.

De Kerk een Opleidingsschool

De Kerk van Christus is georganiseerd om te dienen. Het wachtwoord is dienstverlening. Haar leden zijn soldaten, die geoefend worden voor de strijd onder de Kapitein van hun verlossing.Christelijke predikanten,artsenenleraarshebbeneenbrederwerkterreindanvelen hebben vennoed. Zij zijn niet alleen zelf dienstbaar aan de mensen, maar zij moeten anderen opleiden tot dienstwerk. Zij zouden niet alleen aanwijzingen moeten geven in juiste beginselen, maar ook hun toehoorders opvoeden om de beginselen aan anderen doorte geven. Waarheid die niet uitgeleefd wordt, die niet doorgegeven wordt, verliest haar levengevende kracht en haar genezende kwaliteiten. De zegen kan slechts behouden worden als zij met anderen wordt gedeeld.

De eentonigheid van onze dienst voor God moet nodig doorbroken worden. Ieder kerklid moet in één of andere tak van dienst voor de Meester werkzaam zijn. Sommigen kunnen niet zoveel doen als anderen, maar iedereen zou het uiterste moeten doen om de golf van ziekte en ellende die over de wereld rolt, tenig te dringen. Velen zijn bereid te werken als hun zou worden geleerd hoe te beginnen. Zij behoeven instmctie en bemoediging.

Iedere kerk zou een oefenschool voor christelijke werkers moeten zijn. De leden zou geleerd moeten worden hoe Bi jbellezingen gehouden worden, hoe sabbatschoolklassen geleid en geleerd moeten worden, hoe de armen het best geholpen kunnen worden en voor ziekenkanwordengezorgd,hoe menwerktvooronbekeerden.Erzoudengezondheidsscholen

70 Gezin en Gezondeid

moeten zijn, kookscholen, en klassen in verschillende lijnen van christelijk hulpwerk. Er zou niet alleen geleerd moeten worden, maar ook werkelijk geoefend onder ervaren instructeurs. Laat de leraars de weg banen onder de leden, en anderen die met hen meewerken zullen van hun voorbeeld leren. Een voorbeeld is meer waard dan vele voorschriñen.

Laat allen hun fysieke en mentale krachten tot het uiterste van hun kunnen cultiveren, zodat zij voor God kunnen werken waar Zijn voorzienigheid hen toe roept. Dezelfde genade die van Christus kwam voor Paulus en Apollos, die hen in staat stelde tot geestelijke topprestaties, zal vandaag de dag geschon- ken worden aan toegewijde christelijke zendelingen. God wenst Zijn kinderen inzicht en kemis te geven, zodat met omniskenbare klaarheid en kracht Zijn heerlijkheid in onze wereld geopenbaard mag worden. De Meest Succesvolle Werkers

Opgeleide werkers die God zijn toegewijd, kunnen op vele wijzen dienst doen en veel omvangrijker werk doen dan zij, die niet opgeleid zijn. Hun ontwikkelde geest plaats hen in een bevoordeelde positie. Maar zij die geen grote talenten hebben, noch een hogere opleiding hebben gehad, kunnen toch aan- vaardbaar dienstwerk voor anderen doen. God gebruikt mensen die gewillig zijn om zich te laten gebruiken. Het zijn niet de meest briljante of de meest getalenteerde mensen wiens werk de grootste en langst durende resultaten afwerpen. Er zijn mannen en vrouwen nodig die de boodschap van de hemel gehoord hebben. De meest effectieve werkers zijn zij, die beantwoorden aan de uitnodiging: "Neem Mijn juk op u en leer van Mij." (13)

Het zijn zendelingen met een gewillig hart, die nodig zijn. Diegene van wie het hart aangeraakt is door God, is ven/uld met een verlangen naar hen, die Zijn liefde nooit gekend hebben. Hun toestand drukt op hem met een gevoel van persoonlijke droeflieid. Hij neemt zijn leven in zijn hand en gaat voort, als een door de hemel gezondene, door de hemel geïnspireerde boodschapper, om een werk te doen waarin engelen deel kunnen nemen.

Als degenen, aan wie God grote talenten en intellect heeft toevertrouwd, deze gaven tot zelfzuchtig gebruik aanwenden, worden zij na een periode van beproeving, aan zichzelf overgelaten. God zal dan mensen nemen, die niet zo rijkelijk begiftigd schijnen te zijn en die niet zo°n groot zelfvertrouwen hebben. Hij zal de zwakken sterk maken, omdat zij op Hem vertrouwen. Hij zal voor hen doen wat zij zelf niet kunnen. God zal de dienst die van harte gemeend is, aanvaarden en zal Zelf voorzien in de tekorten.

De Here heeft vaak mensen als medewerkers gekozen, die slechts gelegenheid hadden tot een onvoldoende opleiding. Deze mensen hebben hun krachten ijverig aangewend en de Here heeft hun trouw aan Zijn werk, hun werklust, hun dorst naar kennis beloond. Hij is getuige geweest van hun tranen en heefi hun gebeden verhoord. Zoals Zijn zegeningen tot de gevangenen in Babylon kwamen, zo geeft Hij nu wijsheid en kemiis aan Zijn werkers.

71 Gezin en Gezondeid

Mensen die gebrek hebben aan een goede schoolopleiding cn maatschappelijk laag staan, hebben door de genade van Christus, wonderbaarlijk veel succes gehad in het wirmen van zielen voor Hem. Het geheim van hun succes is hun vertrouwen in God. Zij leerden dagelijks van Hem, Die wonderlijk in raad is en groot in macht. Zulke medewerkers moeten bemoedigd worden. De Here brengt ze in contact met de meer kundige mensen, om de lccmten op te vullen. Hun vlugheid om te zien wat gedaan moet worden, hun bereidheid om in nood te helpen, hun vriendelijke gedachten en daden openen deuren van bruikbaarheid die voor anderen gesloten zouden blijven. Zij benaderen mensen in moeilijkheden en de overredingskracht van hun woorden heefi de macht om bevende zielen tot God te trekken. Hun werk laat zien, wat duizenden anderen zouden kunnen doen, als zij slechts wilden.

Een Breder Leven

Niets zal zelfopofferende ijver zo opwekken en het karakter verbreden en versterken als bezig te zijn in het werk voor anderen. Vele belijdende christenen, die relaties in de kerk zoeken, denken slechts aan zichzelf. Zij wensen kameraadschap in de kerk en pastorale zorg. Zij worden leden van grote welvarende gemeenten en vergenoegen zich ermee, weinig voor anderen te doen. Op deze wijze beroven zij zichzelf van de kostbaarste zegeningen. Velen zouden er groot nut van hebben hun plezierige, gemak opleverende omgang op te offeren. Zij moesten daarheen gaan waar hun energie nodig is in christelijk werk en waar zij kunnen leren verantwoordelijkheden te dragen. Bomen die te dicht op elkaar staan, groeien niet gezond en sterk op.

De tuinman verplant ze, zodat ze ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Een soortgelijk werk zou vele leden van grote gemeenten deugd doen. Zij zouden geplaatst moeten worden waar een beroep op hun energie gedaan wordt in actieve christelijke werkzaamheid. Zij verliezen hun geestelijk leven, dat verschrompelt en inefficiënt wordt door gebrek aan zelfopofferend werk voor anderen. Overgeplant in een ander zen- dingsveld, zouden zij sterk en levenslustig uitgroeien. Maar niemand hoefi te wachten tot hij opgeroepen wordt tot één of ander verafgelegen zendingsveld. Hij hoeft niet te wachten met het beginnen hulp te geven aan anderen. Deuren tot de mogelijkheid van dienstverlening staan overal open. Rondom ons zijn mensen die onze hulp nodig hebben.

De weduwe, de wees, de zieken en stervenden, de bedroefden, de ontmoedigden, de onwetenden, de uitgeworpenen, zijn overal te vinden. Wij zouden het als onze speciale plicht moeten voelen om voor buren en anderen in de omgeving te werken. Ga na, hoe u het beste diegenen kan helpen, die geen belang stellen in godsdienstige zaken. Als u uw vrienden en buren bezoekt, toon dan belangstelling in hun geestelijk zowel als in hun tijdelijk welzijn. Spreek met hen over Christus als de Zaligmaker Die zonden vergeefi. Nodig uw buren in uw huis en lees met hen uit de kostbare Bijbel en uit de boeken die de waarheid verklaren. Nodig hen uit tot gezang en gebed met u samen. In deze kleine vergaderingen zal Christus zelf aanwezig zijn, zoals Hij beloofd heeft, en harten zullen geraakt worden door Zijn genade.

72 Gezin en Gezondeid

Gemeenteleden zouden zichzelf in dit werk moeten opvoeden. Dit is van even groot belang als het redden van onwetende zielen in vreemde landen. Waar sommigen de last voor verwijderde zielen voelen, is het goed dat men thuis de last voelt voor de zielen om zieh heen en even ijverig aan hun redding werkt.

Velen betreuren het, dat zij zo”n begrensd leven lijden. Zij kunnen zelf hun leven breder en invloedrijker maken als zij dat willen. Wie Jezus met hart, verstand en ziel lieflrebben en hun buren als zichzelf, hebben een wijd veld waarin zij hun kundigheden en invloed kumren aanwenden.

Kleine Gelegenheden

Laat geen kleine kansen voorbij glippen bij het uitzien naar groter werk. U zou klein werk met succes krmnen ven'ichten en uiteindelijk mislukken in het ondememen van groter werk en in ontmoediging vallen. Het is door het doen van klein werk met uw uiterste best, dat u geschikt wordt voor groter werk. Het is door het voorbijzien van dagelijkse gelegenheden, door verzuim van kleine dingen die voor de hand liggen, dat zo velen vmchteloos worden en verwelken.

Wees niet aflrankelijk van menselijke hulp. Kijk over de hoofden heen naar die Ene, die door God geroepen is om onze grieven en zorgen te dragen en in onze behoeften te voorzien. Neem God op Zijn woord en maak een begin met het werk dat u vindt en ga voorwaarts met onwankelbaar geloof. Het is geloof in de aanwezigheid van Christus, dat kracht geeft en standvastigheid. Werk met onzelfzuchtige belangstelling, met nauwgezette inspanning, met volhardende energie. In velden waar toestanden zo afschuwelijk en ontmoedigend zijn, zodat velen weigeren er heen te gaan, zijn opmerkelijke veranderingen tot stand gebracht door de pogingen van onbaat- zuchtige werkers. Geduldig en volhardend werkten zij, niet vertrouwendop menselijkekracht,maaropGod,enZijngenadeondersteundehen.Hetgoede, dat op die wijze tot stand is gebracht, zal in de wereld nooit bekend worden, maar gezegende resultaten zullen in het grote hiemamaals gezien worden.

Zendelingen die in Eigen Behoeften Voorzien

Op verschillende plaatsen ktmnen selfsupporting zendelingen succesvol werk venichten. Paulus werkte als selfsupporting zendeling bij het verspreiden van de boodschap van Christus over de wereld. Terwijl hij dagelijks het evangelie leerde in de grote steden van Azië en Europa, verrichtte hij handenarbeid om voor zichzelf en zijn kameraden in het onderhoud te voorzien. Zijn afscheidswoorden aan de ouderlingen te Efeze geven zijn wijze van werken aan en bevatten kostbare lessen voor iedere evangeliewerker.

"Gij weet, hoe ik onder u verkeerd heb... hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren, rn het openbaar en binnenshuis... Ik heb niemands zilver of goud of kleding begeerd; zelf weet gij dat deze handen in mijn behoefien, en in die van hen,

73 Gezin en Gezondeid

die bij mij waren, hebben voorzien. Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken, en zich de woorden van de Here Jezus herimieren, die zelf gezegd heefi: Het is zaliger te geven dan te ontvangen." (14)

Ook vandaag zullen velen, met dezelfde geest van zelfopoffe- ring bezield, op soortgelijke wijze goed werk krmnen doen. Laat twee of meer er samen op uit trekken om evangeliewerk te beginnen. Laat ze mensen bezoeken, bidden, zingen en Schrifien verklaren, en aan zieken hulp verlenen. Sommigen kunnen in hun onderhoud voorzien door het verkopen van boeken, anderen, zoals de apostel, door een handwerk uit te oefenen of anderszins. Terwijl zij voorwaarts gaan in het werk, hun hulpeloosheid beseñend, maar nederig van God afliankelijk, doen zij gezegende ervaringen op. De Here Jezus gaat hen voor, en onder welgestelden en annen zullen zij gunstig ontvangen worden en hulp vinden.

Wie opgeleid zijn voor medisch zendingswerk zouden aange- moedigd moeten worden om zonder uitstel naar hun aangewezen standplaats heen te gaan en onder de mensen te werken, terwijl zij de taal leren bij het werken. Heel spoedig zullen zij in staat zijn de eenvoudige waarheden van Gods Woord te onderwij zen. Over de gehele wereld zijn boodschappers der waarheid nodig. Er is een roep om christelijke gezinnen om naar gemeenschappen te gaan die in duisternis en dwaling leven; om naar vreemde velden te gaan om bekend te worden met de noden van de medemens en om te werken voor de zaak van de Meester. Als zulke gezirmen zich op de duistere plaatsen van de aarde zouden neerzetten, op plaatsen waar het volk in geestelijke somberheid gewikkeld is en het licht van Christus” leven laten uitstralen, welk een nobel werk zou tot stand gebracht worden.

Dit werk vereist zelfverloochening. Terwijl velen wachten tot elk obstakel verwijderd is, blijft het werk dat zij hebben kurmen doen, ongedaan en duizenden zijn stervende zonder hoop en zonder God. Sommigen wagen het, om zakelijk voordeel te behalen of om wetenschappelijke kennis op te doen, naar nog niet gekoloniseerde streken te gaan en verdragen opgewekt moeiten en opofferingen, maar hoe weinigen gaan ter wille van hun medemensen die zo zeer het evangelie van node hebben. Om de mensen te bereiken waar zij ook zijn en hoe hun toestand of conditie ook is, om hen op elke mogelijke manier tc helpendat is de ware dienstverlening.

Door zulke pogingen kunnen harten gewomien worden en een toegangsdeur geopend wordennaar zielen die andersten onderzoudengaan.Bedenkin aluw werkdatu metChristus verbonden bent; dat u een deel van het grote verlossingsplan bent. De liefde van Christus zal als een genezende, levenbrengende stroom door uw leven gaan. Als u tracht anderen in de kring van Zijn liefde te trekken, laat dan zuiverheid van uw taal, en onbaatzuchtigheid van uw dienst en de blijdschap van uw gedrag, getuigenis zijn van de macht van Zijn genade. Geef de wereld een zo zuiver mogelijke en rechtvaardige representatie van Hem, zodat men Hem zal zien in Zijn schoonheid.

74 Gezin en Gezondeid

Tact en Sympathie

Het heelt geen nut anderen te hervormen door een aanval op wat wij als verkeerde gewoonten zien. Zulke pogingen resulteren in meer kwaad dan goed. hi Zijn gesprek met de Samaritaanse vrouw bracht Christus de Iacobsbron niet in diskrediet, maar bood in plaats daarvan iets beters. Jezus zei tot haar: "Indien gij wist van de gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven." (15) Hij keerde het gesprek naar de schat die Hij te schenken had en bood devrouwietsbetersdanzijbezat,zelfslevend water,devreugdeendehoopvanhetevangelie.

Dit is een illustratie van de wijze waarop wij moeten werken. Wij moeten de mensen iets beters bieden dan zij bezitten, en dat is de vrede van Christus die alle verstand te boven gaat. Wij moeten hun vertellen van Gods heilige wet, het afschrift van Zijn karakter en de uitdrukking van wat Hij wenst dat zij zullen worden. Toon hen hoe oneindig superieur de onvergan- kelijke heerlijkheid van de hemel is boven de voorbijgaande vreugden en pleziertjes van de wereld. Vertel ze van de vrijheid en de rust die in de Zaligmaker wordt gevonden. "Wie gedronken heeft van het water dat Ik hem geven zal, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid," verklaarde Hij. (16)

Heft Jezus hoog op, roepend: "Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt."

(17) Hij alleen kan voldoen aan de verlangens van het hart en vrede aan de ziel geven. Van alle mensen in de wereld zouden de hervonners de onzelfzuchtigste, de vriendelijkste, de hoffelijkste mensen moe- ten zijn. In hun leven zou de ware goedheid van onzelfzuchtige daden gezien moeten worden. De werker die gebrek aan hotïelijkheid toont, of ongeduld voor de onwetendheid of het tegenstribbelen van anderen, die haastig spreekt of ondoordacht handelt, zou de deur tot de harten sluiten, waardoor hij ze nooit meer kan bereiken.

Zoals de dauw en zachte regen op verdorrende planten vallen, laat zo de woorden voorzichtig komen bij het trachten mensen uit dwaling te wimen. Gods plan is om eerst het hart te bereiken. Wij moeten de waarheid in liefde brengen, in vertrouwen op Hem Die de kracht zal geven voor de hervorming van het leven. De Heilige Geest zal het woord dat in liefde gesproken is, in de ziel leggen.

Wij zijn natuurlijkerwijze egocentrisch en koppig. Maar als wij de lessen die Christus ons wil leren, ter harte nemen, zullen wij deelhebbers aan Zijn natuur worden, waardoor wij voortaan Zijn leven leven. Het wonderbare voorbeeld van Christus, de onmetelijke tederheid waannee Hij de gevoelens van anderen tegemoet komt, die weent met de wenenden en Zich verblijdt met de blijden, moet een diepe invloed hebben op het karakter van allen die Hem in alle emst volgen. Door vriendelijke woorden en daden zullen zij trachten het pad voor vermoeide voeten te effenen.

75 Gezin en Gezondeid

Een Woord ter Rechter Tijd

"De Here Here heefi mij als een leerling leren spreken om met het woord de moede te kunnen ondersteunen." (18) ()veral om ons heen zijn gekwelde, diepbedroefde zielen. Hier en daar en overal kunnen wij ze vinden. Laat ons die lijdenden opzoeken en een woord te rechter tijd spreken om hun harten te troosten. Laat ons altijd kanalen zijn waardoor frisse wateren van medeleven zullen stromen.

In al onze contacten moeten wij bedenken dat er in de ervaringen van anderen hoofdstukkenzijn,dieverzegeldzijnvoorsterfelijkeogen.Opdebladzijdenvanhetgeheugen zijn trieste geschiedenissen, die veilig beschennd worden tegen nieuwsgierige ogen. Daar staan lange, zware gevechten gere- gistreerd onder uitputtende omstandigheden, misschien moei- lijkheden in het huiselijk leven, die dagelijks de moed, het vertrouwen en het geloof verzwakken. Wie de strijd des levens met grote moeite strijden, zouden versterkt en bemoedigd kunnen worden door kleine attenties, die slechts een beetje liefde vragen. Voor zulken is de sterke, hulpvaardige greep van de hand van een ware vriend meer waard dan goud of zilver. Vriendelijke woorden worden verwelkomd als de glimlach van een engel. Er zijn duizenden die met armoede te kampen hebben, die gedwongen zijn hard te werken voor een klein loon en die slechts in staat zijn in de allemodigste levensbehoefien te voorzien. Zware arbeid en gebrek, zonder hoop op betere dingen, maken de last zeer zwaar. Wanneer pijn en ziekte erbij komen, is de last bijna ondraaglijk. Uitgeput en temeergeslagen weten zij niet tot wie ze zich moeten wenden voor verlichting.

Sympathiseer met hen in hun beproevingen, hun hartzeer en teleurstellingen. Dit zal de weg voor u openen om hen te helpen. Vertel ze van Gods belofien, bid met en voor hen, inspireer hen met hoop.

Opwekkende en bemoedigende woorden, wanneer de ziel ziek en de moed gezonken is, worden door de Verlosser gezien als tot Hemzelf gesproken. Als de harten worden opgevrolijkt, kijken de engelen in blijde erkenning toe.

De Goddelijke Broederschap

Van eeuw tot eeuw is de Here bezig geweest te trachten in de harten van mensen een gevoel van goddelijke broederschap op te wekken. Weest daarin Zijn medewerkers. Terwijl wan- trouwen en vijandschap de wereld vervullen, moeten Christus” discipelen de geest die in de hemel heerst, openbaren. Spreek zoals Hij zou spreken, handel zoals Hij zou doen. Geef voortdurend de goedheid van Zijn karakter weer. Toon die rijkdom van liefde die aan al Zijn leerstellingen en handelingen met mensen ten grondslag ligt. De eenvoudigste werker kan in samenwerking met Christus die snaren aanraken, waarvan de trillingen zullen nagalinen tot de einden der aarde en een melodie zullen doen klinken door oneindige eeuwen.

76 Gezin en Gezondeid

Hemelse wezens wachten om samen te werken met menselijke instrumenten, zodat zij aan de wereld kunnen openbaren, wat mensen kunnen worden en wat in verbinding met het goddelijke tot stand kan worden gebracht in de redding van zielen die op het punt staan ten onder te gaan. Er is geen grens aan de bruikbaarheid van iemand die, met terzijde stelling van zichzelf, ruimte maakt voor de werking van de Heilige Geest op het hart en een leven leeft dat geheel aan God is toegewijd. Allen, die lichaam, geest en ziel in Zijn dienst stellen, zullen onophoudelijk nieuwe lichamelijke, verstandelijke en geestelijke krachten ontvangen. De onuitputtelijke hemelse voonaden staan tot hun beschikking. Christus geeft hun de adem van Zijn eigen Geest, het leven van Zijn eigen leven. De Heilige Geest deelt de hoogste energie mede tot het werk in geest en hart. Door de genade die ons geschonken wordt, kunnen wij overwinningen behalen die omnogelijk leken door onze eigen vooroordelen, onze karaktergebreken, en door de kleinheid van ons geloof. Aan iedereen die zichzelf in dienst van de Here stelt, nliçets voor Hem terughoudt, wordt kracht gegeven voor het berei en van omnetelijke resultaten. Voor deze personen zal God grote dingen doen. Hij op de geest van mensen werken, zocšaš zelfs in deze wereld m hun leven een vervullmg van de bGl0 van de toekomstige staat gezien zal

"De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden; De steppe zal juichen en bloeien als een narcis;. Zij zal welig bloeien en juichen,_ja, juichen en jubelefi; De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, De luister van Kamiel en van Sa_ron;. Zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des Heren, De luister van onze God. "Sterkt de slappe halldefl, _ _. En verstevigt de knikkende knieen, _ Zegt tot de versaagden van hart: weest sterk en vreest niet; Zie uw God! "Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven zullen ontsloten worden. Dan zal de lamme springen als een hert, En de tong van de stomme zal jubelen; _ Want in de woestijn zullen wateren ontsprmgen en beken in de steppe.

"En het gloeiende zand zal tot een plas worden, En het dorstige land tot waterbronnen... Daar zal een gebaande weg zijn, Die de heilige weg genaamd wordt; Geen onreine zal die betreden; Maar hij zal alleen voor hen zijn; Reizigers noch dwazen zullen erop dolen. "Daar zal geen leeuw zijn; En geen verscheurend dier zal daarop komen; Zij worden daar niet gevonden; De verlosten wandelen daarop; De vrijgekochten des Heren zullen wederkeren En met gejubel in Sion komen; Eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn, Blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, Maar kommer en zuchten zullen wegvlieden." (19)

Verwijzingen:

77 Gezin en Gezondeid
1. Matth. 10:7,8. 8. Jes. 59:14,15. 14. Hand. 20:18-35 2. Luc. 10:8,9. 9. 2 Cor. 6:16. 15. Joh. 4:10. 3. Luc. 10:17. 10. Luc. 14:23. 16. Joh. 4:14. 4. Hand. 5:16. 11. Jes. 58:7; 17. Joh. 1:29. 18. 5. Marc. 16:20. Marc. 16:18. Jes. 50:4. 6. Hand. 8:5-8. 12. Jes. 6:8. 1 9. Ies. 35:1-10. 7. Col. 4:14. 13. Matth. 11:29.

Kapitel 10 Het helpen van verzochten

"Dat gij elkander liejhebt gelijkerwijs Ik u heb liefgehad."

Niet omdat wij Christus het eerst hebben liefgehad, had Hij ons lief; maar "toen wij nog zondaars waren" stierf Hij voor ons. Hij behandelt ons niet zoals wij verdienen. Ofschoon onze zonden veroordeling vragen, veroordeelt Hij ons niet. Jaar na jaar heefi Hij onze zwakheden en onwetendheid verdragen, met onze ondankbaarheid en weerspannigheid. Niettegenstaande onze afdwalingen en onze hardheid van hart, ons verzuim voor Zijn heilig Woord, is Zijn hand nog steeds naar ons uitgestrekt. Genade is een eigenschap van God die Hij tegenover mensen, die het niet verdienen, aanwendt. Wij zochten er niet naar, maar de genade werd uitgezonden om ons te zoeken. God verheugt er Zich in, Zijn genade op ons uit te storten, niet omdat we die waardig zijn, maar omdat we die uiterst onwaardig zijn. 0nze enige aanspraak op Zijn genade is onze grote nood.

De Here God houdt door Jezus Christus Zijn hand de gehele dag uitgestrekt naar de zondige, gevallen mens. Hij ontvangt iedereen. Hij verwelkomt allen. Het is Zijn heerlijkheid de grootste zondaars te vergeven. Hij wil de prooi van de machtige wegnemen, Hij wil de gevangene vrij maken, Hij wil het brandhout uit het vuur rukken. Hij wil de gouden keten van Zijn genade neerlaten in de diepste diepten van menselijke ellende en de lage, door zonde besmette ziel oprichten. Ieder mens is het voorwerp van liefdevolle belangstelling voor Hem, die Zijn leven gaf om de mens tot God terug te brengen. Schuldige en hulpeloze zielen, die allekanslopenomdoordekunstgrepenenvalstrikkenvanSatantewordenvemietigd,worden verzorgd zoals de schaapherder de schapen van zijn kudde verzorgt.

Het voorbeeld van de Verlosser moet de standaard zijn van ons dienstwerk voor de verzochten en de dwalenden. Dezelfde belangstelling, tederheid en verdraagzaamheid die Hij voor ons toonde, moeten wij ook voor anderen opbrengen. "Hebt elkander lief, gelijk Ik u heb liefgehad," zegt Hij. (1) Als Christus in ons woont, zullen wij Zijn onzelfzuchtige liefde openbaren voor allen met wie wij in aanraking komen. Als wij mannen en vrouwen zien, die hulp en sympathie nodig hebben, zullen we niet vragen: "Zijn ze dat wel waard?" maar "hoe kan ik van nut zijn?"

Rijken en amien, hoog en laag, vrijen en slaven, allen zijn zij Gods erfenis. Hij die Zijn leven gaf om de mens te redden, ziet in ieder van hen een waarde, die elke berekening te boven gaat. Door het geheimenis en de heerlijkheid van het kruis moeten wij Zijn schatting van de waarde van de ziel doorzien. Wanneer wij dit doen, zullen wij voelen dat mensen, hoe laag ook gezonken, te veel hebben gekost om met koelheid of verachting te worden behandeld. Wij zullen het belang beseffen van het werken voor onze medemensen, opdat zij geleid worden tot de troon van God.

78 Gezin en Gezondeid

Het verloren geldstuk in de gelijkenis van Jezus was, ofschoon het in stof en vuil lag, nog steeds een zilverstuk. De bezitter zocht het, omdat het waarde had. Zo is het ook met elke ziel, hoe verdorven ook door zonde, ze is in Gods oog kostbaar. Zoals de munt de beeltenis en het opschrift van de regerende macht droeg, zo droeg de mens bij zijn schepping de beeltenis en het opschrift van God. Ofschoon verdorven en dof door de invloed van de zonde, blijven de resten van dit opsehrifi op iedere ziel. God wenst die ziel weer te ontdekken en daarop Zijn eigen beeltenis in gerechtigheid en heiligheid terug te brengen.

Ons Gebrek aan Medeleven

Hoe weinig stemmen wij overeen met Christus in sympathie voor wat de sterkste band van eenheid tussen. ons en Hem moest zijn: medelijden met verdorven, schuldige, lijdende zielen, dood in overtredingen en zonden! De-omnenselijkheid van mens tegenover mens is onze grootste zonde. Velen denken dat zij Gods rechtvaardigheid vertegenwoordigen, terwijl zij geheel falen Zijn tederheid en Zijn grote liefde weer te geven. Dikwijls zijn diegenen, die zij met gestrengheid en hardheid tegemoet treden onder de druk van de verzoeking. Satan worstelt met deze zielen; norse, onsympathieke woorden mismoedigen hen en maken dat zij ten slachtoffer vallen aan de macht van de verzoeker.

Hoe bereikt Men Harten

Het is een tere zaak om zielen te bereiken. Alleen Hij die de harten leest, weet hoe men ze tot berouw brengt. Slechts zijn wijsheid kan ons succes geven in het bereiken van verloren zielen. U kunt stijf en strak vasthouden aan het gevoel ik ben hciliger dan u, en het hindert niets hoe juist uw redenenng of hoe waar uw woorden zijn, zij zullen nooit harten raken. De liefde van Christus, in woord en daad getoond, zal de weg naar de ziel winnen, wanneer de herhaling van voorschriften of argumenten niets uitwerken.

Wij hebben veel meer Christelijke sympathie nodig;_'nlet slechts sympathie voor hen, die ons onberispelijk toesehijnen, maar sympathie voor arme, lijdende en strijdende zielen, die vaak door dwaling overvallen worden, zondigen en berouw hebben, verzocht en mismoedig zijn. Wij moeten naar onze medemensen toe gaan, geraakt, zoals onze genadi ge Hogepne Stef, met gevoel voor hun gebreken. Het was de uitgeworpene, de tollenaar en zondaar, de verachte uit de volkeren, die Christus riep, en door Zijn bemirmelijkheid overreedde Hij hen tot Hem te komen.

De enige klasse die Hij nooit zou aanmoedigen, was die zich apart hielden in hun zelfgenoegzaamheid en op de anderen neerzagen. "Ga uit in stegen en heggen, en dwing ze in te komen," gebiedt Jezus ons, "zodat Mijn huis vol wordt." In gehoorzaamheid aan dit woord moeten wij tot de heidenen gaan, die nabij ons zijn, en tot hen die verre zijn. De "tollenaren en hoeren" moeten de uitnodiging van de Verlosser horen. Door vriendelijkheid en geduld van Zijn boodschappers wordt de boodschap een dwingende macht om hen, die in de diepste diepten van de zonde gezonken zijn, op te heffen.

79 Gezin en Gezondeid

Christelijke motieven vragen, dat wij werken met een standvastig doel, en een niet aflatende belangstelling, met steeds toenemende aandrang voor de zielen die Satan zoekt te vernietigen. Niets mag de emstige, verlangende energie voor de redding van verlorenen verkillen.

Merk op, hoe door heel het Woord van God heen een geest van spoed geopenbaard wordt om mannen en vrouwen te smeken tot Christus te komen. Wij moeten iedere gelegenheid aangrijpen, in privé en in het publiek, ieder argument aanvoeren, op elk motief de nadruk leggen, om mensen tot de Verlosser te brengen. Uit al onze macht moeten wij hen ertoe dringen op Jezus te zien en Zijn leven van zelfverloochening en opoffering te aanvaarden. Wij moeten tonen dat wij van hen verwachten vreugde aan het hart van Christus te brengen door elk van Zijn gaven te gebruiken en Zijn naam te eren.

Gered door Hoop

"Want in die hoop zijn wij behouden." (2) De gevallenen moeten ertoe gebracht worden te voelen, dat het voor hen nog niet te laat is om mens te zijn. Christus vereerde de mens met Zijn vertrouwen en gaf hem daamiee zijn eergevoel. Zelfs zij, die het laagst gevallen waren, behandelde Hij met respect. Het deed Christus voortdurend pijn in c_0nï2§Ct gebracht YV°rdeÉ met vijandschap, ontaarding en onremheid, maar nooit uitte Hij cen woord om te tonendat Zijn gevoelensgeschokt WarenOf Zijnverfijndesmaakbeledigt. Wat ook dekwade gewoonten, de sterke vooroordelen, of de verwerpelijkeliartstochten van de mensen waren, Hij kwam ze met__medelijdende tederheid tegemoet. Als wij deel hebben aan Zijn Geest, zullenwealle mensenalsbroedersbeschouwen,metdezelfdeverzoekmgenen moeilijkheden, vaakstruikelendenworstelendomweeroptestaan,vechtend metontmoedigingenenbenarde omstandighe- den, hakendi naar sympathie en hulp. __

Dan zullen wij hen op zo°n wijze tegemoet treden, dat wij hen niet ontmoedigen of afstoten, maar hoop wekken 111 hun harten. Als zij aldus bemoedigd zijn, kunnen wij met_vertrouwe__n zeggen: Verblijd u niet over mij, mijn vijandin, al ben 1 gevallen, ik zal weder opstaan; al zit ik in het duister, de Her? zal mij tot licht zijn." Hij verdedigt mijn zaak, en verschaft mij recht' Hij zal mij uitleiden in het licht, ik zal aanschouwen, hoe Hij gerechtigheid oefent." God "ziet naar alle bewoners der aarde, Hij, die aller harten vormt." (3) Hij gebiedt ons, in al onze contacten met de verzochtenen dwalenden te bedenken "gij mocht ook eens in verzoekmg komen." (4) Met gevoel voor onze eigen gebreken zullen wij medegevoel hebben voor de gebreken van anderen. __ _ "Want wie onderscheidt u? en wat hebt gij, dëï gll met ontvangen hebt?" (5) "Want één is uw Meester en gij zijt__al_len broeders." (6) "Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Qf ook gij, wat minacht gij uw bf0edef?f' (7) Late? WIJ dan met langer elkander oordelen, maar kom liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergemis geven." (8)

80 Gezin en Gezondeid

Fouten Aanwijzen

Het is altijd vemederend als er op je fouten gewezen wordt. Niemand zou die ervanng bitterder moeten maken door nodeloze benspmg. Nooit is er iemand teruggewomien door verwijten, maar velen zijn daardoor afgestoten en zijn ertoe gebracht him hart te verharden, tegen de overtuiging in. Een zachtrnoedige geest, een vnendelijke, innemende houding kan de dwalende redden en bedekt een menigte zonden.

De apostel Paulus vond het noodzakelijk om de verkeerden terecht te wijzen, maar hoe vol zorg trachtte hij te tonen dat hij een vriend was van de dwalenden! Hoe angstvallig verklaarde hij de reden van zijn handelwijze! Hij maakte het voor hen begrijpelijk dat het hem pijn deed hen pijn te doen. Hij toonde zijn vertrouwen en sympathie aan degenen die worstelden om te overwinnen..

"Want in zware druk en beklemdheid des harten heb ik onder vele tranen u geschreven," zegt hij, "niet opdat gij zoudt bedroefd worden, maar opdat gij de liefde zoudt kennen, die ik in overvloedige mate voor u koester." (9) "Want ik heb u door mijn brief bedroefd, en ik heb er geen spijt van. Mocht ik er spijt van gehad hebben... thans verblijdt het mij, niet, dat gij bedroefd zijt geworden, maar dat de droeflieid u tot inkeer heeft gebracht... want zie toch, wat juist deze ervaring van droeflieid naar Gods wil u gebracht heeft; welk een emst, meer nog, verontschuldiging, vrees, verlangen, ijver, bestraffing. Gij hebt in alle dele doen blijken, dat gij zuiver stond in deze Daarom zijn wij vertroost." (10)

"Het verblijdt mij, dat ik in elk opzicht over u gerust kan zijn." (ll) "Ik mijn God, zo dikwijlsikuwergedenk;immers,inalmijngebedenbidiktelkensvooruallenmetblijdschap, wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de_eerste dag af tot nu toe. Hiervan toch, ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk begonnen is, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. Zó van u allen te denken, spreekt voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag," (12) "Daarom, mijn geliefde broeders naar wie mijn verlangen uitgaat, mijn blijdschap en kroon, staat alzo vast in de Heer, geliefden!"

(13) "Want nu leven wij, als gij vast staat in de Here." (14)

Paulus schreef aan deze broeders als "heiligen in Christus Jezus", maar hij schreef niet aan volmaakten in karakter. Hij schreef aan hen als mannen en vrouwen, die streden tegen verzoekingen en die in gevaar verkeerden te vallen. Hij wees ze op: "de God des vredes, die onze Here Jezus, de grote Herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heelt teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in Zijn ogen welbehaaglijk is door Jezus Christus." (15)

Wanneer iemand een fout heeft gemaakt en zich daarvan bewust wordt, draag dan zorg, dat zijn zelfrespect niet vemietigd wordt. Ontmoedig hem niet door onverschillig wantrouwen. Zegt niet: "Voor ik hem mijn vertrouwen geef, wacht ik eerst om te zien of hij het volhoudt." Dikwijls is juist dit wantrouwen de oorzaak, dat de verzochte weer stniikelt.

81 Gezin en Gezondeid

Wij zouden emaar moeten streven de zwakheid van anderen te begrijpen. Wij weten weinig van de zielsmoeilijkheden van degenen die gebonden waren in de ketenen van de duistemis, die besluiteloos zijn en weinig morele kracht bezitten. Heel meelijwekkend is de toestand van mensen die onder wroeging lijden; die is als iemand, die verdord is, wankelt en wegzinkt in het stof. Hij kan niet duidelijk zien. De geest is beneveld, hij weet niet welke stappen hij moet nemen. Vele anne zielen worden misverstaan, niet gewaardeerd, vol ellende en angst - een verloren, verdwaald schaap. Hij kan God niet vinden, toch heeft hij intens verlangen naar vergiffenis en vrede.

O, laat toch geen woord gesproken worden dat dieper pijn veroorzaakt! Stel de ziel, die vermoeid is van een leven van zonde, maar niet weet waar hij hulp kan vinden, de bamihartige Verlosser voor. Neem hem bij de hand, hef hem op, spreek woorden van bemoediging en hoop. Help hem de hand van de Verlosser te grijpen.

Niet Ontmoedigd zijn

Wij worden te snel ontmoedigd over zielen, die niet dadelijk onze pogingen beantwoorden. Houdt nooit op voor een ziel te werken als er nog een sprankje hoop is. Waardevolle zielen kostten onze zelfopofierende Heiland een te hoge prijs om lichtvaardi g opgegeven te worden aan de macht van de verzoeker. Wij moesten onszelf in de plaats stellen van de verzochten. Denk aan de erfelijkheid, de invloed van verkeerde contacten en omgeving, de macht van verkeerde gewoonten. Verbaast het ons, dat onder zulke invloeden velen verdorven worden? Kunnen wij ons erover verwonderen waarom zij zo langzaam onze pogingen, hen op te hefi`en, beantwoorden?

Dikwijls worden juist zij, die ruw en weinig belovend schijnen, wanneer ze door het evangelie gewomien worden, de meest loyale verdedigers van de boodschap; zij waren niet helemaal verdorven. Onder de afl<erige buitenkant zijn er goede opwellingen die bereikt kunnenworden.Zondereenhelpendehandzoudenvelenzichzelf nietkunnenherstellen,maar door geduldige, volgehouden pogingen kunnen zij opgeheven worden. Zulken behoeven zachte woorden, vriendelijke aandacht, tastbare hulp. Zij behoeven die soort raad, die het flauwe glimpje moed in de ziel niet uitdoofi. Laat de werkers die met hen in contact komen, dit bedenken.

Sommigenvanwiedegeestzoverdorvenisgeweest,zulleninditlevennooit meerworden wat zij in gunstiger omstandig- heden geworden zouden zijn. Maar de heldere stralen van de Zon der Gerechtigheid kunnen in de ziel schijnen. Het is hun voorrecht het leven te hebben, dat gemeten wordt met het leven van God. Plant in hun geest verheffende, veredelende gedachten. Laat uw leven hun het verschil duidelijk maken tussen verdorvenheid en reinheid, duistemis en licht. Laat hen in uw voorbeeld lezen wat het betekent een Christen te zijn. Christus is in staat om de meest zondige ziel op te heffen en haar te plaatsen waar zij erkend wordt als kind van God, mede-erfgenaam van Christus voor de onsterfelijke erfenis.

82 Gezin en Gezondeid

Door het wonder van goddelijke genade worden velen geschikt gemaakt voor een nuttig leven. Yeracht en verlaten, zijn zij uiterst ontmoedigd geworden; zij kunnen onaandoenlijk _en onvemiurwbaar lijken. Maar onder de leiding van de Heilige Geest zal de wezenloosheid, die hun opheffing zo hopeloos deed schijnen, voorbijgaan. De doffe benevelde geest zal ontwaken. De slaven der zonde zullen vnjgemaakt worden. Verdorvenhe id zal verdwijnen en onwetendheid zal overwonnen worden. Door middel van geloof, door liefde werkende, zal het hart gereinigd worden en de geest verlicht.

Verwijzingen: l. Joh.l3:34. 6. Matth.23:8. 12. Filip.1:3-5; l:6,7. 2. Rom.8:24. 7. Rom.l4:10. 13. Filip.4:1. 3. Mich.7:8,9; 8. Rom.14:l3. 14. l TheS.3Z8. Ps.33:l4,l5. 9. 2 Cor.2:4. 15. Hebr.13:20,21. 4. Gal.6:1. 10. 2 Cor.7:8-13. 5. 1 Cor.4:7. 11. 2 Cor.7:l6.

83 Gezin en Gezondeid

Kapitel 11 Werken voor de onmatigen

"Bevrijdt hen die in dood gedragen worden, en die op het punt staan verslagen te worden, houdt hen tegen. "

Iedere ware hervonning heeft haar plaats in het evangeliewerk en dient tot verheffing van de ziel tot een edeler leven. Vooral de matigheidshervorming vraagt de ondersteuning van Christe- lijke werkers. Zij zouden aandacht voor dit werk moeten vragen en het tot een levend onderwerp moeten maken. Overal moeten zij mensen de beginselen van ware matigheid voorhouden en ondertekenaars van deze gelofte moeten winnen. Emstige pogingen moesten gedaan worden om hen, die verstrikt zijn in slechte gewoonten, daaruit te bevrijden.

Er is overal werk te doen voor mensen die door omnatígheid gevallen zijn. Te midden van kerken, godsdienstige instellingen en belijdende christelijke gezinnen kiezen vele jongeren het pad van de vemietiging. Door omnatige gewoonten brengen zij ziekten op zichzelf en door hebzucht om geld te verkrijgen voor zondige verlangens vervallen zij in oneerlijke praktijken. Gezondheid en karakter worden geruïneerd. Vijandig tegenover God, uit de gemeenschap geworpen, voelen deze arme zielen zich zonder hoop voor dit leven en voor het toekomstig leven. De harten van de ouders zijn gebroken. De mens spreekt over deze verdwaalden als hopeloos; maar God beziet het anders.

Hij begrijpt de omstandigheden die hen gemaakt hebben tot wat ze zijn en Hij kijkt met medelijden op hen neer. Dit is een groep die hulp vraagt. Geef ze nooit de gelegenheid om te zeggen: "Niemand bekommert zich om mijn ziel." Onder de slachtoffers van omnatigheid zijn mensen uit alle klassen en alle beroepen. Mannen van hoge status met buiten- gewone talenten, die veel bereikt hebben, zijn ten offer gevallen aan drankzucht, totdat zij hulpeloos zijn om verzoeking te weerstaan. Sommigen van hen, die eens rijkdommen bezaten, zijn zonder tehuis, zonder vrienden, in lijden, ellende, ziekte cn verval. Zij hebben de heerschappij over zichzelf verloren. Tenzij een helpende hand naar hen wordt uitgestoken, zullen zij verder en verder wegzinken. Voor deze mensen is toegeven aan zichzelf niet alleen een morele, maar tevens een lichamelijke ziekte.

Dikwijls moeten wij, bij het helpen van drankverslaafden, net zoals Christus deed, primair aandacht schenken aan de lichamelijke conditie. Zij hebben gezonde, niet stimulerende voedsel en drank nodig, schone kleren, gelegenheid om zich lichamelijke reinheid te verzekeren. Zij hebben een omgeving nodig waar zij omringd zijn door hulpvaardige, christelijke invloed. Elke stad zou moeten voorzien in een plaats waar slaven van slechte gewoonten hulp kunnen ontvangen om de ketenen te verbreken die hen binden. Sterke drank wordt door velen gezien als een troost in hun moeilijkheden; maar dit is niet nodig, als in plaats van te handelen als de priester en de Leviet, belijdende christenen het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan volgen.

84 Gezin en Gezondeid

In contacten met de slachtoíïers van de drank moeten wij bedenken, dat wij niet te maken hebben met verstandige mensen, maar met hen, die tijdelijk onder de macht van boze geesten staan. Wees geduldig en verdraagzaam. Denk niet aan het afstotelijke, weerzinwekkende uiterlijk, maar aan het kostbare leven waarvoor Christus gestorven is om het te redden. Als de dronkaard zijn ontaarding begint te beseñen, doe dan alles wat in uw macht ligt om te tonen dat u zijn vriend bent. Spreek geen woord van berisping. Laat geen daad of blik verwijt of weerzin uitdrukken. Zeer waarschijnlijk zal de anne ziel zichzelf verwensen. Help hem zich er boven uit te werken. Spreek woorden die geloof aanmoedigen. Zoek elke goede trek in zijn karakter te versterken. Leer hem omhoog te reiken. Laat hem zien, dat het mogelijk is zó te leven dat hij het respect van zijn medemensen wint. Help hem de waarde te zien van de talenten die God gegeven heeft, maar die hij verzuimd heeft te ontwikkelen.

Ofschoon de wil bedorven is en verzwakt, is er in Christus hoop voor hem. Hij zal in het hart betere opwellingen en heíliger verlangens wekken. Moedig hem aan beslag te leggen op de hoop die voor hem in het evangelie ligt. Open de Bijbel voor de verzochte, worstelende ziel en lees hem steeds opnieuw Gods beloften voor. Deze belofien zullen voor hem als bladeren van de boom des levens zijn. Zet geduldig uw pogingen voort, totdat de bevende hand met dankbaarheid de hoop op verlossing door Christus aangiijpt.

U moet hen, die u tracht te helpen, blijven vasthouden, anders zult u de oveiwimiing nooit behalen. Zij zullen voortdurend door het kwade verzocht worden. Telkens en telkens weer zullen zij overrnand worden door de hunkering naar sterke drank; telkens opnieuw zullen zij vallen; maar beëindig uw pogingen daarom niet. Zij hebben besloten te trachten voor Jezus te leven; maar hun wilskracht is verzwakt, en zij moeten zorgvuldig bewaakt worden door hen, die voor zielen waken als voor wie zij rekenschap moeten afleggen. Zij hebben hun menselijkheid verloren, en die moeten zij terugwinnen. Velen hebben te stiij den tegen sterke erfelijke neigingen tot het kwade. Onnatuurlijke hunkermg en sensuele opwellingen waren hun erfenis vanaf de geboorte. Hiertegen moet zorgvuldig gewaakt worden. Van bimienuit en van buitenaf streven het goede en het kwade naar de boventoon. Zij die nooit zulke ervaringen hebben doorge- maakt, kunnen de overmeesterende macht van de drankzucht niet weten, of de felheid van de strijd tussen omnatige gewoonten en het besluit om matig te zijn in alle dingen. Telkens opnieuw moet de strijd weer gestreden worden.

Menigeen die tot Christus getrokken is, zal niet de morele moed hebben om de strijd tegen drankzucht en hartstochten voort te zetten. Maar de werker moet daardoor niet ontmoedigd worden. Zijn het alleen degenen die uit de diepste diepten gered zijn, die weer terugzinken?

Bedenk, dat u niet alleen werkt. Dienende engelen verenigen zich in de arbeid met iedere trouwhartige zoon en dochter van God. En Christus is de Hersteller. De grote Geneesheer zelf staat naast Zijn getrouwe werkers en zegt tot de berouwvolle ziel: "Kind, uw zonden zijn u vergeven." (1)

85 Gezin en Gezondeid

Velen zijn de uitgeworpenen, die de hoop die hen in het evangelie voorgesteld wordt, zullen aangrijpen en het koninkrijk der hemelen zullen bimientreden, terwijl anderen, die gezegend zijn met de grote kansen en groot licht, die zij niet benut hebben, achterblijven in duistemis.

Krachtsinspanning voor Zichzelf

De slachtoffers van kwade gewoonten moeten opgewekt worden tot de noodzaak zichzelf krachtsinspanningen te ge- troosten. Anderen mogen voor hen de emstige pogingen doen om henop teheffen,degenadevan God magvrijelijkaangeboden worden,Christus mogepleiten, Zijn engelen mogen diensten verlenen; maar alles zal tevergeefs zijn, tenzij zij ertoe gebracht worden de strijd te hunnen behoeve zelf te strijden. De laatste woorden van David tot Salomo, de jonge man, die spoedig de kroon van Israël zou ontvangen, waren: "Wees sterk... en toon uzelf een man." (2) Tot ieder mens, tot ieder kandidaat voor de kroon der onsterfelijkheid werden deze woorden van inspiratie gesproken, "Wees sterk en toon uzelf een man."

De onmatige moet ertoe geleid worden om te zien en te voelen dat grote morele vernieuwing nodig is als hij een man wil zijn. God roept hen om op te staan en in de kracht van Christus en de door God gegeven menselijke waardigheid, die opgeoíïerd werd aan zondige omnatigheid, terug te winnen. Onder de vreselijke macht der verleiding, het hunkerende verlangen dat naar omnatigheid leidt, roept menig mens in wanhoop uit: "Ik kan het kwade niet weerstaan." Vertel hem dat hij dat wel kan, dat hij weerstand moet bieden. Hij kan herhaaldelijk overwonnen worden, maar het behoefi niet altijd zo te zijn. Hij is moreel zwak, geleid door gewoonten van een zondig leven. Zijn beloften en besluiten zijn als los zand. De wetenschap van zijn verbroken beloften verzwakken het ver- trouwen in zijn eigen oprechtheid en geven hem het gevoel dat God hem niet kan accepteren of met zijn pogingen kan samenwerken. Maar hij hoeft niet te wanhopen.

Zij die hun vertrouwen in Christus stellen, behoeven niet verslaafd te raken aan enige erfelijke of aangeleerde gewoonte of neiging. In plaats van gebonden te worden gehouden aan de lagere natuur, kumen zij over iedere lust en hartstocht de baas zijn. God laat hen niet alleen tegen het kwade vechten in onze zwakke krachten. Wat ook onze geërfde of gecultiveerde neigingen tot het kwade zijn, wij kumien overwimien door de kracht, die Hij bereid is te geven.

De Macht van de Wil

De verzochte ziel moet de ware kracht van de wil begrijpen. Dit is de besturende macht in de natuur van de mens, de macht om een besluit te nemen, en te kiezen. Alles hangt af van de juiste werking van de wil. Verlangen naar goedheid en reinheid zijn goed, zo ver als zij gaan; maar als we daarbij blijven, leveren zij niets op. Velen zullen ten onder gaan, terwijl zij hopen en verlangen hun kwade neigingen te overwinnen. Zij geven hun wil niet aan God over. Zij doen de keuze niet om Hem te dienen.

86 Gezin en Gezondeid

God heeft ons de macht tot kiezen gegeven; het ligt aan ons om die te gebruiken. Wij kunnen onze harten niet veranderen, wij kurmen onze gedachten niet beheersen, onze opwellingen, en genegenheden. Wij kurmen onszelf niet reinigen en geschikt maken voor de dienst van God. Maar wij kunnen kiezen om God te dienen, wij kunnen Hem onze wil geven; dan zal Hij in ons werken om te willen en te doen naar Zijn welbehagen. Zo zal onze gehele natuur onder het bestuur van Christus worden gebracht.

Door het juiste gebruik van de wil kan een volkomen verandering in het leven tot stand komen. Door onze wil aan Christus over te geven, verbinden wij onszelf met goddelijke kracht. Wij ontvangen kracht van boven om ons standvastig te maken. Een rein en nobel leven, een leven van overwimiing op de drankzucht, de eetlust en andere lusten is mogelijk voor iedereen die zijn zwakke, weifelende menselijke wil verenigt met de almachtige, onwrikbare wil van God.

Kennis van de Gezondheidsbeginselen

Wie tegen de macht van de drankzucht worstelen, zouden in de beginselen van een gezonde levenswijze onderwezen moeten worden. Hun moet worden getoond dat door overtreding van de gezondheidswetten, door het veroorzaken van verziekte toestanden en onnatuurlijke hunkering, de grondslag wordt gelegd voor alcoholisme. Alleen door in gehoorzaamheid aan de gezondheidsbeginselen te leven kunnen zij hopen, bevrijd te worden van de hunkering naar onnatuurlijke stimulansen. Terwijl zij steunen op goddelijke kracht om de banden der verslaving te breken, moeten zij met God samenwerken door gehoorzaamheid aan Zijn wetten, zowel de zedenwet als de natuurwetten.

Bezigheid; Voorzien in Eigen Onderhoud

Zij die naar hervorming streven, moeten van bezigheid worden voorzien. Niemand die in staat is om te werken, zou indruk mogen krijgen, dat hij gratis voeding, kleding en onderdak kan genieten. Voor hun eigen bestwil, zowel als die van anderen, zou een weg gezocht moeten worden, waarbij zij vergoeden wat zij ontvangen.

Moedig elke poging tot eigen onderhoud aan. Dit zal hun zelfrespect en gevoel voor onaflrankelijkheid versterken. Nuttige arbeid voor lichaam en geest is een beveiliging tegen verzoeking.

Teleurstellingen en Gevaren

Zij die voor de gevallenen werken zullen teleurgesteld worden in velen, die beloften tot hervonning deden. Velen zullen slechts een oppervlakkige verandering in htm gewoonten en praktijken aanbrengen. Zij worden door een opwelling bewogen en een tijdlang schijnen zij verbeterd te zijn, maar er is geen ware verandering van hart. Zij koesteren dezelfde eigenliefde, hebben dezelfde honger naar dwaze pleziertjes, hetzelfde verlangen om te voldoen aan eigen wensen. Zij hebben geen kemiis van het werk van karaktervonning en men

87 Gezin en Gezondeid

kan niet op hen rekenen als op mensen die een beginsel bezitten. Zij hebben hun verstandelijke en geestelijke vennogens verlaagd door bevrediging van de drankzucht en de hartstochten en dit maakt hen zwak. Zij zijn grillig en veranderlijk. Hun opwellingen neigen naar sensualiteit. Deze personen zijn dikwijls een gevaar voor anderen. Beschouwd als hervonnde mannen en vrouwen, worden hun verantwoordelijkheden toevertrouwd en zij worden geplaatst waar hun invloed onschuldigen kan bederven.

Zelfs die eerlijk hervonning nastreven, zijn niet buiten gevaar om terug te vallen. Zij moeten met grote wijsheid en zachtheid behandeld worden. De neiging om hen, die uit de diepste diepten gered zijn, te prijzen en te roemen, blijkt soms hun ondergang te worden. De gewoonte om mannen en vrouwen uit te nodigen om in het publiek de ervaringen van hun leven van zonde te vertellen, is vol gevaar, zowel voor de spreker als voor de luisteraars. Aandacht besteden aan tonelen van kwaad is schadelijk voor ziel en geest. En de te grote aandachtdiemenaandegereddengeefi,isookschadelijkvoorhen.Velenwordenertoegeleid te denken dat hun zondig leven hun een zekere distinctie geefi. Een liefde voor bekendheid en een geest van zelfvertrouwen wordt aangemoedigd, die fataal blijkt voor de ziel. Alleen het wantrouwen van zichzelf en de afliankelijkheid van de genade van Christus, kan hen staande houden.

Gered om Anderen te Helpen

Allen die bewijs leveren een ware bekering te hebben doorgemaakt, moeten aangemoedigd worden voor anderen te werken. Laat niemand een ziel afwijzen, die de dienst van Satan verlaat voor de dienst van Christus. Wanneer iemand tekenen geeft dat de Geest van God met hem worstelt, moedig hem dan aan om in de dienst van God te treden. "En weest ook bannhartig jegens sommigen, die twijfelen, redt hen, door hen uit het vuur te rukken." (3) Zij die wijs zijn in de wijsheid die van God komt, zullen zielen zien die hulp nodig hebben, die zich oprecht bekeerd hebben, maar die zonder bemoediging nauwelijks beslag durven leggen op de hoop. De Here zal het in de harten van Zijn dienstknechten leggen om deze bevende bekeerden in hun liefliebbende broederschap te verwelkomen.

Wat ook hun zonden geweest mogen zijn, wanneer zij in diep berouw tot Christus komen, ontvangt Hij hen. Geef ze dan iets voor Hem te doen. Als zij wensen anderen op te heffen uit de put van het verderf waaruit zij zelf gered waren, geef hen dan die kans. Breng ze in contact met ervaren Christenen, zodat zij geestelijk versterkt worden. Vul hun harten en handen met werk voor de Meester. Wanneer licht in de ziel daagt, worden sommigen, die volledig aan de zonde schenen overgegeven te zijn, succesvolle werkers voor precies zulke zondaars als zij zelf eens geweest waren. Door geloof in Christus stijgen sommigen tot belangrijke plaatsen van dienst en worden verantwoordelijkheden in het werk van zielenredding aan hen toevertrouwd. Zij zien waar hun eigen zwakheden liggen, zij beseffen de verdorvenheid van hun natuur. Zij kennen de kracht van de zonde, de macht van de verkeerde gewoonte. Zij

88 Gezin en Gezondeid

beseffen hun onvennogen om zonder de hulp van Christus te overwinnen, en hun voortdurende uitroep is: "Ik werp mijn hulpeloze ziel op U."

Zulke mensen kunnen anderen helpen. Die verzocht en beproefd zijn geweest, van wie de hoop welhaast verdwenen was, maar die gered werden door het horen van de boodschap van liefde, zijn in staat de kermis van het zíelenredden te begrijpen. Hij wiens hart vervuld is van de liefde van Christus, omdat hijzelf door de Verlosser gezocht en teruggebracht werd tot de kudde, weet hoe hij verlorenen moet zoeken. Hij kan zondaars wijzen op het Lam Gods. Hij heeft zichzelf zonder reserve aan God gegeven en is aangenomen in de Geliefde. De hand die in zwakheid werd uitgestoken, werd gegrepen. Door het dienstwerk van zulke zielen zullen vele verloren zonen tot de Vader gebracht worden.

Christus de Hoop van de Verlosten

Voor iedere worstelende ziel die oprijst uit het leven van zonde tot een leven van reinheid, ligt het grote krachtselement hierin: "En de behoudenis is in niemand anders, wa.nt er is ook onder de hemel geen andere naam de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden." (4) "Indien iemand dorst heeft," naar rustgevendehoop, naar bevrijding van zondige neigingen, zegt Chnstus, "hij kome tot Mij en drinke." De enige remedie tegen ondeugd is de genade en macht van Christus.

De goede besluiten, in eigen kracht genomen, leiden nergens toe. Alle geloíten in de wereld kumien de macht van verkeerde gewoonten niet breken. Nooit zal men matigheid in alle dingen kunnen beoefenen, tenzij het hart vemieuwd is door goddelijke genade. Wij kunnen__on_s zelfs niet voor één moment van de zonde af houden. Wij zijn ieder moment van God afliankelijk. Ware hervomiing begint met reiniging van de ziel. Ons werk voor gevallenen zal slechts dan echt succes opleveren als de genade van Christus het karakter herschept en de ziel in levende verbinding met God wordt gebracht.

Christus leefde een leven van volmaakte gehoorzaamheid aan Gods wetten, en hierin heeft Hij een voorbeeld gesteld voor ieder mens. Het leven dat Hij in deze wereld leefde, moeten wij ook leven, door Zijn kracht en onder Zijn aanwijzingen. ln ons werk voor de gevallenen moeten de aanspraken van Gods wet en de noodzaak van getrouwheid aan Hem in de geest en in het hart worden geprent. Vergeet nooit duidelijk te maken, dat er een merkbaar verschil is tussen degene die God dient en degene die Hem niet dient. God is liefde, maar Hij kan opzettelijke veronaehtzaming van Zijn wetten niet veront- schuldigen. Deze regels van Zijn bestuur zijn zodanig, dat men niet ontsnapt aan de gevolgen van ontrouw. Alleen degenen die Hem eren kan Hij in ere houden. Het gedrag van de mens in deze wereld bepaalt zijn eeuwige bestemming. Wat hij gezaaid heeft, zal hij oogsten.

89 Gezin en Gezondeid

Oorzaken dragen gevolgen.

Niets minder dan volmaakte gehoorzaamheid kan aan de maatstaf van Gods eisen beantwoorden. Hij heeft Zijn eisen niet in het onzekere gelaten. Hij heeft niets opgelegd dat niet noodzakelijk is om de mens in hannonie met Hem te brengen. Wij moeten zondaars wijzen op Zijn karakter-ideaal en hen tot Christus leiden, door wiens genade alleen dat ideaal bereikt kan worden.

De Verlosser nam de gebreken van de mensheid op Zich en leefde een zondeloos leven, zodat de mensen niet bevreesd behoefden te zijn, dat door de zwakheid van de menselijke natuur, zij niet zouden kunnen overwirmen. Christus kwam om ons "deelhebbers aan de goddelijke natuur" te maken, en Zijn leven doet ons inzien, dat menselijkheid verenigd met godde- lijkheid, geen zonde doet.

De Verlosser overwon, om de mens te tonen hoe hij kan overwinnen. Alle verzoekingen van Satan kwam Christus tegemoet met het woord van God. Door Gods beloften ontving Hij kracht om Gods geboden te gehoorzamen en de verzoeker kon geen voordeel behalen. Op elke verzoeking was Zijn antwoord: "Er staat geschreven." Zo heeft God ons Zijn woord gegeven waarmee wij de zonde kumien weerstaan. Zeer grote en kostbare belofien zijn ons gegeven "opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijk natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst." (6)

Vraag de verzochte om niet naar de omstandigheden te kijken, naar eigen zwakheid, of naar de kracht van de verzoeking, maar naar de kracht van Gods woord. Al die krachten staan ons ten dienste. "Uw woord," zegt de Psalmist, "heb ik in mijn hart geborgen, opdat ik niet zondige." "Naar het woord uwer lippen heb ik mij gewacht voor de paden van de geweldenaar." (7)

Spreek het volk moed in, hef hen in gebed tot God op. Velen die door verzoekingen overwomien zijn geweest, zijn vemederd door hun mislukkingen, en zij denken dat het voor hen tevergeefs is om tot God te gaan; maar deze gedachte is een suggestie van de vijand. Wanneer zij gezondigd hebben en voelen dat zij niet kunnen bidden, vertel hen dan, dat het dan juist de tijd is om te bidden. Zij mogen beschaamd zijn, en diep vemederd, maar als zij hun zonden belijden, zal Hij, die getrouw is en rechtvaardig, hun zonde vergeven en reinigen van alle onge- rechtigheid.

Niets is schijnbaar hulpelozer en toch in werkelijkheid onoverwinnelijker dan de ziel die zijn eigen nietigheid voelt en helemaal op de verdiensten van de Verlosser vertrouwt. Door gebed, door de studie van Zijn woord en door het geloof in Zijn blijvende aanwezigheid mogen de zwakste zielen leven in contact met de levende Christus en Hij zal ze vasthouden met een hand, die nooit zal loslaten.

90 Gezin en Gezondeid

Kostbare Beloften

Deze kostbare woorden mag iedere ziel, die in Christus blijft, tot de zijne maken. Hij mag zeggen:

"Maar ik zal uitzien naar de Here; Ik zal wachten op de God mijns Heils; Mijn God zal mij horen. Verblíjdt u niet over mij, o mijn vijandin; Al zit ik in het duister, De Here zal mij tot licht zijn." Hij zal Zich wederom over ons ontfemien, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden; _ Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee! (3)

God heeft beloofd: "Ik zal de stervelingen kostbaarder maken dan gelouterd goud; En de mensen dan fijn goud van Oñr." (9) "Laagt gij niet meer tussen de kooien? _ Toch zult gij zijn als de vleugelen van een duif, overtogen met zilver, Haar slagpennen met glanzend goud." (10)

Wie Christus het meest vergeven heefi, zal Hem het meest liefliebben. Dat zijn degenen, die op de laatste dag het dichtste bij de troon zullen staan.

"En zij zullen zijn aangezicht zien en Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn." (11)

Verwijzingen: 1. Marc.2:5. 5. Joh.7:25. 9. Jes.13:l2. 2. 1 Kon.2:2. 6. 2 Petr.1:4. 10. Ps.68:14. 3. Judas 22. 7. Ps.ll9:1l; 17:4. 11. Openb.22:4. 4. Hand.4:l2. 8. Micha 7:7,8,19.

91 Gezin en Gezondeid

Kapitel 12 Hulp aan werklozen en daklozen

God kan een tafel dekken in de woestijn.

_Er zijn groothartige mannen en vrouwen, die graag kennis willen nemen van de toestand van de armen en nagaan welke maatregelen getroffen kunnen worden om die te verbeteren. Hoe de werklozen en de daklozen geholpen kumien worden om zich de dagelijkse zegeningen van Gods voorzienigheid te verzekeren en een leven te leiden zoals Hij heeft gepland dat de mens zou leven, is een vraag waarop velen emstig trachten een antwoord te vinden. Maar er zijn niet velen, zelfs onder opvoeders en staatslieden, die de onderliggende oorzaken van de tegenwoordige toestand van de maatschappij begrijpen. Zij die de teugels van de staat in handen hebben, zijn niet in staat een oplossmg te vinden voor het probleem van de annoede, verpaupering en toenemende misdaad. Zij worstelen tevergeefs om zakelijke ondernemmgen op een zekerder basis te plaatsen. Als men meer aandacht zou schenken aan de aanwijzingen in Gods woord, zouden zij de oplossingen voor deze problemen vinden die hen zouden verbazen. Veel kan geleerd worden uit het ()ude Testament wat betrefi het vraagstuk van de arbeid en de hulp voor de armen.

Gods Plan voor Israël

In Gods plan voor Israël had ieder gezin een huis op het land met voldoende grond om te bebouwen. Zo werd zowel voorzien in de middelen als in het motief voor een nuttig, ijverig en zelfverzorgend leven. En geen menselijke bedenksels hebben ooit dit plan kuimen verbeteren. Aan het verlaten van dit plan door de wereld is het in grote mate te wijten, dat er vandaag armoede en ellende heersen. Bij de vestiging van Israël in Kanaän werd het land onder de gehele bevolking verdeeld, alleen de Levieten, als priesters van het heiligdom, werden uitgesloten van gelijke verdeling. De gezinnen in de stam werden geteld en aan elk gezin, overeenkomstig het aantal leden, werd de erfenis toebedeeld. En hoewel iemand voor een tijd afstand kon doen van zijn bezit, kon hij de erfenis van zijn kinderen niet voorgoed kwijtraken. Wamieer hij in staat was het land te lossen, was hij vrij om dit te doen. Schulden werden ieder zevende jaar kwijtgescholden en in het vijfiigste jaar, of jubeljaar, werd alle land teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar.

Het land zal niet voor altijd verkocht worden," was Gods aanwijzing; want het land is Mijn; en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij. In het gehele land dat gij in bezit hebt, zult gij lossing voor het land toestaan. Wanneer uw broeder verannd is en iets van zijn bezittingen heeft moeten verkopen, dan zal zijn naaste bloedverwant als losser optreden, hij zal loskopen wat zijn broeder heeft moeten verkopen. Wanneer iemand geen losser heeft, maar zijn vermogen wordt toereikend, zodat hij verwerft... zal hij zijn bezittingen terugkrijgen. Maar indien hij niet verwerft wat nodig is om hem terug te betalen, dan blijft wat hij verkocht heeft in het bezit van hem die gekocht heelt tot het jubeljaar." (2)

92 Gezin en Gezondeid

"Gij zult het vijftigste jaar heiligen en vrijheid in het land atkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren." (3)

Zo was dus elk gezin zeker van zijn bezit en beveiligd tegen uitzonderlijke armoede of uitzonderlijke rijkdom. Nijverheids-beoefening

In Israël werd de uitoefening van een ambacht als een plicht beschouwd. Iedere vader had de plicht zijn zoons een of ander nuttig vak te leren. De grootste mannen in Israël waren getrainde vaklieden. _Vaardigheid op huishoudelijk gebied werd beschouwd als essentieel voor iedere vrouw. En bedrevenheid in het huishouden werd voor vrouwen van de hoogste stand als een eer beschouwd.

Verschillende vaardigheden werden in de profetenscholen geleerd en vele studenten voorzagen in hrm eigen onderhoud door handenarbeid.

Welwillendheid voor de Armen

Deze regels rekenden echter niet geheel met armoede af. Het was niet Gods bedoeling dat armoede geheel zou verdwijnen. Het is een van de middelen voor de ontwikkeling van het karakter. De aniien," zei Hij, f'_zullen in het land nooit ontbreken; daarom gebied ik u aldus: Gij zult uw hand wijd openen voor uw broeder, voor de ellendige en de amie in uw land." (4)

"Wanneer er onder u een anne mocht zijn, een van uw broeders, m een van uw woonplaatsen, in het land dat de Here uw God u geven zal, dan zult gij uw hart niet verstokken, noch uw hand gesloten houden voor uw amie broeder, maar gij zult uw hand wijd voor hem openen en hem met mildheid lenen, voldoende voor wat hem ontbreekt." (5)

"Wanneer uw broeder veramit en zich bij u niet staande kan houden, dan zult gij hemvreemdeling en bijwoner - ondersteunen, opdat hij bij u in leven blijve." (6)

Wanneer gij de oogst van uw land biimenhaalt, zult gij de rand van uw veld niet geheel afinaaien." (7) "Wanneer gij de oogst van uw akker binnenhaalt en een garve op de akker vergeet, dan zult gij niet teruggaan om die weg te halen; voor de vreemdeling, de weduwe en de wees zal die zijn... Waimeer gij uw olijven afslaat, zult gij de takken niet nog eens afzoeken... Waimeer gij de oogst van uw wijngaard inzamelt, zult gij niet nog eens een nalezing houden; het zal zijn voor de vreemdeling, de wees en voor de weduwe. (8)

Niemand behoeft er bevreesd voor te zijn dat zijn vrij geviglieid hem tot annoede zal brengen. Gehoorzaamheid aan Gods geboden zal zeker tot voorspoed leiden. "Want ter wille daarvan zal de Here u zegenen in al uw werk en in alles wat gij ondemeemt." "Dan zult gij aan vele volken lenen, maar gij zult niet te leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen." (9)

93 Gezin en Gezondeid

Zakelijke Beginselen

Gods woord keurt geen politiek goed, die de ene klasse verrijkt door onderdrukking en uitbuiting van de andere. Het leert ons om in al onze handelstransacties onszelf in de plaats te denkenvandegenenmetwiewetedoenhebbenennietalleenonzeeigenbelangenbehartigen, maar ook die van anderen. Wie voordeel haalt uit pech van anderen om zichzelf te bevoordelen door zwakheid of onkunde van een ander, is overtreder, zowel van de beginselen als van de voorschriften van Gods woord.

"Gij zult het recht van de vreemdeling en wees niet buigen; ook zult gij het kleed der weduwe niet in pand nemen." (10)

"Wanneer gij van uw naaste iets te vorderen hebt, zult gij zijn huis niet birmengaan om een pand van hem weg te nemen. Gij zult buiten blijven staan, en de man van wien gij een schuld te vorderen hebt, zal het pand buiten bij u brengen. Indien hij een ami man is, zult gij u niet ter ruste leggen in wat hij u als pand gaf." (1 1) "Indien gij het opperkleed van uw naaste tot pand neemt, zult gij het hem vóór zonsondergang teruggeven, want dat is zijn enige bedekking - waarin zal hij zich te niste leggen? Wanneer hij tot Mij om hulp zal roepen, zal Ik horen, want l]< ben genadig." (12) "Wanneer gij iets aan uw volksgenoot verkoopt of iets van hem koopt, dan zal de een de ander niet benadelen." (13)

"Gij zult geen onrecht doen bij het rechtspreken, bij lengtemaat, gewichts~ of inhoudsmaat. Een zuivere weegschaal, zuivere gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin zult gij gebruiken: Ik ben de Heer uw God." (14) "Gij zult in uw buidel geen tweeërlei gewicht hebben, een groot en een klein. Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben, een grote en een kleine." (15) "Een zuivere weegschaal, zuivere gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin zult gij gebruiken." (16)

Geef hem die van u vraagt, en wijs hem niet af, die van u lenen wil." (17) De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfemit zich en schenkt." (18)

"Schaf raad, geef een beslissing, maak op de volle middag uw schaduw als nacht, verberg de verdrevenen; verraad de vluchtelingen niet." "Laat Mijn verdrevenen bij u vertoeven, wees hun een toevlucht tegen de verwoester." (19)

Het levensplan dat God aan Israël gaf, was bedoeld als een aaiischouwelijke les voor de gehele mensheid. Als deze begin- selen heden uitgevoerd werden, hoe anders zou deze wereld dan zijn!

Gunstige Gelegenheden voor de Daklozen

Bimien de wijde grenzen van de natuur is er nog steeds een ruimte voor de lijdenden en behoeftigen om een tehuis te vinden. Aan haar boezem zijn bronnen genoeg om hen van voedsel te voorzien. Verborgen in de diepten van de aarde zijn de zegeningen voor allen die

94 Gezin en Gezondeid

de moed hebben en de wil en het doorzettingsvermogen om haar schatten te vergaderen. De bewerking van de bodem, de bezigheid die God in Eden aan de mens had toevertrouwd, opent voor duizenden de gelegenheid om in hun onderhoud te voorzien. Vertrouw op den Here en doe het goede, zo zult gij wonen in het land en zeker gevoed worden. (20) Duizenden en tienduizenden zouden op het land kunnen werken, die nu in de stad samengedrongen wonen en uitkijken naar een kans om een kleinigheid te verdienen. In vele gevallen wordt deze kleinigheid niet aan brood besteed, maar wordt bij de alcoholslijter gebracht om iets te krijgen dat lichaam en ziel verwoest.

Velen beschouwen arbeid als slavemij en zij tr_achten_ een middel van bestaan te vinden door oneerlijke praktijken, liever dan door eerlijk werk. Deze wens om een bestaansmiddel te krijgen zonder werk opent de deur tot ellende en zonde en onbegrensde misdaad.

De Achterbuurten van de Stad

In de grote steden zijn duizenden mensen die minder verzorging en aandacht krijgen dan men aan de stomme dieren geeft. Denk aan de gezinnen die benauwd in ellendige huurkazemes wonen, velen van hen in donkere kelders, die vochtig muf stinken. In deze vreselijke plaatsen worden kinderen geboren, groeien op en sterven. Zij zien niets van de schoonheid van de natuur die God geschapen heeft om onze zintuigen in vemikking te brengen en de ziel op te heffen. In lompen gekleed en half verhongerd, leven zij te midden van ondeugd en verdorvenlieid, het karakter gevormd door ellende en zonde die hen omringen. Kinderen horen de naam van God alleen in een vloek. Vuile gesprekken, vervloekingen en schelden vervullen hun oren. De lucht van sterke drank en tabak, verziekende stank, moreel verval bederven hun gevoelens. Zo worden duizenden tot misdadigers gemaakt, vijanden van een maatschappij die ze heeft overgegeven aan ellende en verval.

Niet al de armen in de achterbuurten behoren tot deze klasse. Godvrezende mannen en vrouwen zijn tot. diepe arinoede gebracht door ziekte of ongelukkige omstandigheden, dikwijls door oneerlijke praktijken van lieden die leven ten koste van de medemens. Vele oprechte en welmenende mensen worden ann door gebrek aan vakbekwaamheid. Door onkunde zijn zij ongeschikt om tegen de moeilijkheden van het leven te strijden. Ze trekken naar de stad, maar kurmen er geen werk vinden. Omringd door de aanblik en geluiden van verdorvenheid worden zij blootgesteld aan vreselijke verleidingen. Samengedrongen en dikwijls gelijkgesteld met ondeugdelijken en vervallenen, is het slechts door bovemnenselijke worsteling, en meer dan aardse kracht, dat zij behoed kunnen worden in dezelfde diepten te zinken. Velen houden vast aan hun rechtschapenlieid en verkiezen liever te lijden dan te zondigen. Het is vooral deze klasse die hulp, sympathie en bemoediging nodig heeft.

95 Gezin en Gezondeid

Buiten Wonen

Als de armen, die nu in de steden opgepakt zitten, op het land woningen vinden, zouden zij niet alleen een middel van bestaan vinden, maar ook gezondheid en geluk, hun tot nu toe onbekend. Hard werken, eenvoudige voeding, zuinigheid, zou him deel zijn. Maar wat een zegen moet het zijn, de stad te verlaten, met al haar verleidingen tot kwaad, de beroering en misdaad, ellende en vuilheid, tegenover de rust, vrede en reinheid van het land.

Voor velen die in steden wonen en geen groen gras vinden om de voet op te zetten, die jaar in, jaar uit op vuile pleinen en nauwe steegjes, stenen muren, plaveisel en bewolkte luchten zien, rook en stof inademen - als deze in landbouwstreken gebracht konden worden, omringd door groene velden, de bossen, heuvels en beekjes, de heldere luchten en de frisse zuivereluchtvanhet land,het zouhuneen hemel toescliijnen. Voor eengroot deel afgesneden van contacten met en afliankelijk van mensen en gescheiden van corrupte regels, gewoonten en opwindingen van de wereld, zouden zij dichter bij het hart van de natuur komen. Gods aanwezigheid zou meer werkelijkheid voor hen worden. Velen zouden de afhankelijkheid van Hem leren. Door de natuur zouden zij Zijn_stem tot hun haiten horen spreken van vrede en liefde; geest, ziel en lichaam zouden beantwoorden aan de genezende, levengevende kracht.

De Noodzaak van een Vakopleiding

Velen hebben behoefte aan hulp, bemoediging en aanwijzingen om een vak te leren om in hun eigen onderhoud te kunnen voorzien. Er is een menigte van aime gezinnen voor wie geen beter zendingswerk gedaan kan worden dan hun bij te staan in de vestiging op het land en te leren, hoe zij daar een bcstaansmogelijkheid kunnen opbouwen.

De behoefte voor zulke hulp en instructies is niet beperkt tot de steden. Zelfs op het land met al de mogelijkheden voor een beter leven zijn grote aantallen armen inigrote nood. Hele gemeenschappen zijn verstoken van vakopleidingen en gezond- heidsinfomiatie. Gezinnen leven in hutten, met schaarse meube- len en kleding, zonder werktuigen of boeken, verstoken vaneomfoit,gemakken enontwikkelingsmogelijkheden. Verruwdezielen,zwakke,ziekelijke lichamen, vertonen de resultaten van gcërfde slechte eigenschappen en van verkeerde gewoonten. Deze mensen moeten van de grond af worden opgevoed. Zij leiden een ij del, verdorven leven en zij moeten opgevoed worden in correcte gewoonten.

Hoe kimnen zij opgewekt worden tot de noodzaak van verbetering? Hoe kunnen zij gebracht worden tot hogere idealen in het leven? Hoe kunnen zij daartoe geholpen worden_?_

Wat kan er gedaan worden als armoede heerst en men erbij elke stap mee te kampen heeft? Het werk is zeker moeilijk. De noodzakelijke verbeteringen kunnen nooit bereikt worden, tenzij de mannen en vrouwen bijgestaan worden door een macht buiten henzelf. Het is Gods doel dat de rijken en de amien nader verbonden worden door banden van sympathie en hulpvaardig- heid. Zij, die middelen, talenten en de bekwaamheid hebben, moeten deze gaven gebruiken tot zegen van de medemens.

96 Gezin en Gezondeid

Een Werk voor Christelijke Agrariërs

Christelijke boeren kunnen werkelijk zendingswerk doen door de annen te helpen een woning te vinden op het land en hen te leren hoe de bodem bewerkt moet worden om die productief te maken. Leer hen hoe landbouwwerktuigen gebruikt moeten worden, hoe de verschillende gewassen gekweekt moeten worden, hoe boomgaarden aangeplant en verzorgd moeten worden.

Velen die land bewerken, oogsten niet voldoende als gevolg van verzuim. Hun boomgaarden worden niet goed onderhouden, de aanplant van gewassen gebeurt niet op de juiste tijd, en de bewerking van de grond wordt te oppervlakkig gedaan. Hun magere opbrengst wijten zij aan onviuchtbaarheid van de bodem. Dikwijls wordt een stuk land verkeerd beoordeeld, dat, wanneer het goed bewerkt werd, rijke oogsten zou opbrengen. De onvoldoende plaming, de geringe aandacht, de verkeerd aan- gewende methodes roepen luid om hervonning.

Laat juiste methoden geleerd worden aan allen die gewillig zijn om te leren. Als iemand niet wenst bekend te worden gemaakt met vooruitstrevende methoden, dan moeten de lessen zwijgend gegeven worden. Houd de cultuur van uw eigen land hoog. Laat waar mogelijk een woord vallen bij de buren en laat de oogst voor zichzelf spreken ten gunste van de juiste methoden. Laat zien wat bereikt kan worden met de juiste' bewerking van het land.

De Vestiging van Nijverheid

Aandacht zou besteed moeten worden aan verschillende soorten nijverheid, zodat anne mensen werk kunnen vinden. Meubelmakers, smeden en iedereen die een nuttig vak verstaat, zou verantwoordelijkheid moeten voelen om onwetenden en werklozen te leren.

ln de hulpverlening aan de armen vinden wij een wijd veld voor dienst aan vrouwen zowel als mannen. De kundige kookster, de huishoudster, de naaister, de verpleegster; de hulp van allen is nodig. Laat de leden van arme huisgezinnen de kookkunst geleerd worden, hoe men eigen kleding maakt en verzorgt, hoe men zieken verzorgt, het huis schoon en in orde houdt. Laat jongens en meisjes grondig getraind worden m een of ander nuttig beroep.

Zendingsgezinnen

De vestiging van zendingsgezinnen is nodig in onbekende streken. Laat landbouwers, zakenmensen, bouwlieden en wie vakkundig is in hand- en kunstwerken, naar verwaarloosde streken gaan om het land te ontwikkelen, industrieën te vestigen, een eenvoudig huis voor zichzelf te bouwen en hun buren te helpen.

De ruwe plekken in de natuur, de wilde plaatsen, heeft (_iod aantrekkelijk gemaakt door mooie dingen tussen de onaanzien- lijkste dingen te plaatsen. Dit is het werk waartoe wij

97 Gezin en Gezondeid

geroepen zijn. Zelfs de verlaten plaatsen op de aarde, waar de toekomst niet aanlokkelijk lijkt, kunnen als een tuin van God worden.

"Te dien dage zullen de doven Schriftwoorden horen, en van donkerheid en duistemis verlost, zullen de ogen der blinden zien. En ootmoedigen zullen steeds meer vreugde hebben in de Here, en de armsten onder de mensen zullen juichen in de Heilige Israëls." (23)

Help de Mensen tot Zelfhulp

Door instructies in praktische zaken kunnen wij de armsten dikwijls effectief helpen. Als regel zullen degenen die niet tot werk getraind zijn, geen nijvere gewoonten hebben, geen doorzetting, geen spaarzaamheid of zelfverloochening kennen. Zij weten niet hoe men het moet aanpakken. Dikwijls wordt door gebrek aan zorgvuldigheid en juist oordeel datgene verspild, wat hun gezin een fatsoenlijk en comfortabel bestaan had kminen bieden, als zorgzaamheid en zuinigheid waren beoefend. "Het pas ontgomien land der annen kan overvloed en spij zen leveren, maar soms gaat dit door gebrek aan inzicht verloren." (24) Wij kunnen aan de armen geven en hun schade doen, door hen te leren afhankelijk te zijn. Zulk geven moedigt zelfzucht en hulpeloosheid aan. Dit leidt dikwijls tot luiheid, verkwisting en omnatigheid. Geen mens, die zijn eigen levensonderhoud kan verdienen, heelt het recht om van anderen afhankelijk te zijn.

Het spreekwoord: "De wereld is mij mijn levensonderhoud verschuldigd," bevat een kem van valsheid fraude en diefstal. De wereld is niemand een bestaan verschuldigd, die in staat is tot werken en in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Echte liefdadigheid helpt mensen zichzelf te helpen. Als iemand bij ons aan de deur komt en om voedsel vraagt, mogen we hem niet hongerig wegsturen; zijn annoede kan een gevolg zijn van onfortuinlij ke omstandigheden. Maar ware weldadigheid betekent meer dan gifien. Het betekent echte belangstelling in het welzijn van anderen. Wij zouden de noden van de armen en bedroefden moeten onderzoeken en die hulp geven, die hun het meeste nut geefi. Aandacht, tijd en persoonlijke bemoeienis kosten veel meer dan slechts wat geld geven. Maar dat is de echte weldadigheid.

Wie geleerd hebben te verdienen wat ze ontvangen, zullen geredelijk leren om er zoveel mogelijk mee te doen, en door zelfvertrouwen te leren, bereiken zij niet alleen dat zij zelfstandig worden, maar het zal ook maken dat zij in staat zijn anderen te helpen. Leer het belang van de plichten in het leven aan hen die hun kansen verspelen. Toon aan dat Bijbelse godsdienst nooit leeglopers maakt. Christus moedigt ijver aan. "Waarom staat gij hier de gehele dag ledig?" zei Hij tot de leeglopers. "Wij moeten werken... terwijl het dag is; de nacht komt, waarin niemand werken kan." (25)

98 Gezin en Gezondeid

Praktische Lessen

Het is voor allen een voorrecht in htm huiselijk leven, hun levensgewoonten, handelingen en regels, aan de wereld een bewijs te geven van wat het evangelie kan doen voor degenen die het gehoorzamen. Christus kwam naar onze wereld om ons een voorbeeld te geven wat we kumien worden. Hij verwacht van Zijn volgelingen dat zij voorbeelden zijn van stiptheid in al hun levensrelaties. Hij wenst dat de goddelijke aanraking op alle uiterlijke zaken zichtbaar is.

Ons eigen huis en de omgeving zouden praktische lessen moeten zijn, die manieren tot verbetering leren, zodat ijver, reinheid, smaak en verfijning de plaats mogen innemen van ledigheid, onreinheid, ruwheid en wanorde. Door ons leven en voorbeeld kunnen wij anderen helpen te ontdekken wat afstotelijk in hun karakter of hun omgeving is en met Christelijke hofi`elijkheid kunnen wij verbetering bevorderen. Als wij belangstelling in hen tonen, zullen wij gelegenheid vinden hen te leren hun energie het beste te benutten.

Hoop en Moed

Zonder moed en doorzettingsvennogen zullen wij niets bereiken. Spreek woorden van hoop en moed tot armen en ontmoedigden. Als het nodig is, geef dan tastbaar bewijs van uw belangstelling door hen te helpen warmeer zij zich in het nauw voelen. Wie vele voordelen genieten, zouden moeten bedenken dat zijzelf nog steeds fouten maken in vele dingen en dat het pijnlijk voor hen is als zij op htm fouten worden gewezen en er voor hen een prachtig voorbeeld wordt opgehangen van wat zij zouden moeten zijn. Bedenk dat vriendelijkheid meer bereikt dan berisping. Als u probeert anderen te helpen, laat hen zien, dat u wenst dat zij een zo hoog mogelijke standaard bereiken en dat u bereid bent hen daarbij te helpen. Als zij in sommige dingen tekort schieten, wees er dan niet te snel bij om hen te veroordelen. Eenvoud; Zelfverloochening

Eenvoud, zelfverloochening, zuinigheid, lessen van bijzonder belang voor de armen, schijnenhundikwijlsheel moeilijk enonwelkomtoe.Hetvoorbeeldendegeest vande wereld wekt en koestert voortdurend hoogmoed. Liefde voor uiterlijk vertoon, bevrediging van verlangens, verkwisting en ledigheid. Deze ondeugden brengen duizenden tot armoede en voorkomen dat nog meer duizenden zich boven verval en ellende uitwerken. Christenen moeten deze armen aanmoedigen om die invloeden te weerstaan.

Jezus kwam in nederigheid naar deze wereld. Hij was van lage geboorte. De Majesteit des hemels, de Koning der heerlijkheid, de Aanvoerder van het gehele engelenheir veme- derde Zich tot het aanvaarden van het menszijn en Hij verkoos een leven van armoede en vemedering. Hij had geen kansen die de annen niet hadden. Arbeid, moeiten en ontberingen waren een deel van de dagelijkse ervaringen. "De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen." (26)

99 Gezin en Gezondeid

Jezus zocht geen bewondering of applaus van de mensen. llij voerde geen leger aan. Hij heerste niet over een aards koninkrijk. Hij zocht geen gunst van de rijken of eer van de wereld. Hij maakte geen aanspraak op een positie tussen de leiders van de natie. Hij woonde tussen de nederigen. Hij veronachtzaamde de kunstmatige onderscheidingen van de maatschappij. De aristocratie van geboorte, rijkdom, talent, geleerdheid en rang, dat alles negeerde Hij.

Hij was de Prins van de hemel, toch koos Hij Zijn discipelen niet uit de wetgeleerden, de regeerders, de schriftgeleerden of de Farizeeërs. Hij ging deze allen voorbij, omdat zij hoogmoedig waren door hun geleerdheid of positie. Zij zaten vast in hun tradities en bijgelovigheid. Hij die alle harten kon lezen, koos eenvoudige vissers, die gewillig waren om beleerd te worden. Hij at met tollenaren en zondaren en mengde zich onder het gewone volk, niet om laag en aards met hen te worden, maar om door voorschrift en voorbeeld hun de juiste beginselen bij te brengen en hen op te heffen uit hun aardse gezindheid en verval.

Jezus trachtte de valse wereldse maatstaf van het beoordelen van de waarde van de mens te verbeteren. Hij nam Zijn plaats in onder de armen, zodat Hij van het arm zijn de schande konwegnemen,diede werelderaanhadgegeven.Hijheeftvooraltijdhetverwijtendesmaad er afgescheurd, door de armen te zegenen als de erfgenamen van Gods Koninkrijk. Hij wijst ons op het pad dat Hij ging met de woorden: "Zo iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis dagelijks op, en volge mij." (27)

Christelijke werkers moeten het volk tegemoet komen waar zij zijn en hen opvoeden, niet in hoogmoed, maar in karakter- vonning. Leer hen hoe Christus werkte en Zichzelf verlooehende. Help ze van Hem de les van zelfverloochening en zelfopoffering te leren. Leer hen zich te hoeden voor bevrediging van eigen verlangens in navolging van de mode. Het leven is te kostbaar, te vol van ernstige, heilige verantwoordelijkheden, om te verdoen aan eigen pleziertjes.

De Beste Dingen in het Leven

Vele mensen, mannen en vrouwen zien niet of nauwelijks het ware doel van het leven. Zij worden aangetrokken door geschitter en vertoon. Zij zijn eerzuchtig en willen graag uitblinken indewereld. Hieraan wordt het waredoelvanhet leven opgeofferd.Debestezaken in het leven - eenvoud, eerlijkheid, waarheidsliefde, reinheid, trouw - kunnen niet gekocht of verkocht worden. Zij zijn even vrij verkrijgbaar voor de onwetenden als voor de geëerde staatsman. Voor iedereen heelt God genoeg vreugde bereid om van te genieten, rijken en armen evenveel, en de vreugde die men vindt in het cultiveren van reine gedachten en onzelfzuchtige daden, de vreugde die van het spreken van sympathieke woorden en het doen van vriendelijke daden komt. Van hen die zulke diensten verrichten, zal het licht van Christus schijnen om levens, verduisterd door vele schaduwen, te verhelderen.

100 Gezin en Gezondeid

God zal Succes schenken

Houd, terwijl u amien in tijdelijke dingen helpt, altijd hun geestelijke behoefien in het oog. Laat uw eigen leven getuigen van Christus macht tot instandhouding. Laat uw karakter de hoge standaard, die allen kunnen bereiken, openbaren. Onderwijs het evangelie in eenvoudige gelijkenissen. Laat alles waannee u te doen hebt een les zijn in karakteropbouw. In de eenvoudige werkkring kan de zwakste, de meest onbekende, een werker zijn tezamen met God en hij kan de troost van Zijn aanwezigheid en ondersteunende genade genieten. Zij behoeven zichzelf niet uit te putten door vele angsten en nodeloze zorgen. Laat hen van dag tot dag werken, getrouw de taak die God in Zijn voorzienigheid hun heeft opgedragen, vervullen en Hij zal voor hen zorgen. Hij zegt: "Weest in geen ding bezorgd, maar laat bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus." (28)

God zorgt voor al Zijn schepselen. Hij heeft hun allen lief en Hijmaakt geen onderscheid, behalve dat Hij het tederste medelijden voelt voor degenen die de zwaarste lasten des levens rnoeten dragen. Gods kinderen moeten beproevingen en moei- lijkheden tegemoet zien. Maar zij moeten him lot met opgewekt gemoed accepteren en bedenken dat in alles wat de wereld verzunnt om te geven, God zelf zal voorzien in de gunstigste zin openbaart juist, wanneer wij op moeilijke plaatsen komen, Zijn macht en wijsheid als antwoord op ons nederig gebed. Heb vertrouwen in Hem als beantwoorder van gebeden. Hij zal Zichzelf aan u openbaren als Eén, die in elke nood kan helpen. Hij, die de mens schiep, die hem een wonderbaar lichaam gaf, verstand en geestelijke eigenschappen, zal hem niet onthouden wat nodig is om het leven, dat Hij gegeven heefi, in stand te houden. Hij, Die ons Zijn woord gegeven heeft - de bladeren van de boom des levens - zal ons de kennis, hoe Hij voorziet in voeding voor Zijn behoefiige kinderen, niet onthouden. Hoe kan wijsheid verkregen worden door wie achter de ploeg de ossen drijft? Door emaar te zoeken als zilver en emaar uit te kijken als naar een verborgen schat. "En zijn God onderricht hem over de juiste wijze en leert hem." (29) "Ook dit gaat van de Here der heirscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid." (30)

Hij die Adam en Eva in Eden onderwees hoe zij de hof moesten onderhouden, wenst ook nu mensen te onderrichten. Er is wijsheid voor hem die de ploeg drijft en zaad zaait. Voor hem, die op God vertrouwt en Hem gehoorzaamt, opent Hij wegen tot voomitgang. Laat hen moedig voorwaarts gaan, vertrouwend op Hem om in hun noden te voorzien, naar de rijkdom van Zijn goedheid.

Hij, die duizenden voedde van vijf broden en twee kleine visjes, is ook vandaag in staat ons de vnichten van onze arbeid te schenken. Hij, die tot de vissers van Galilea zei: "Laat uw netten neer voor een vangst," die toen zij gehoorzaamden, hun netten gevuld zagen tot die bijna scheurden, wenst dat Zijn volk in deze gebeurtenis ziet, wat Hij ook vandaag nog voor hen wil doen. De God, die in de woestijn de kinderen Israëls het manna uit de hemel gaf, leeft

101 Gezin en Gezondeid

en heerst. Hij wil Zijn volk leiden en vaardigheid en begrip geven in het werk, waarvoor Hij hen geroepen heelt. Hij zal wijsheid geven aan degenen die emaar streven hun plicht gewetensvol en verstandig te doen. Hij, die de wereld bezit, is rijk aan hulpbromien en zal iedereen zegenen die tracht anderen tot zegen te zijn.

Wij moeten in geloof hemelwaarts zien. Wij mogen ons niet laten ontmoedigen door schijnbare tegenslagen; noch ons temeer laten slaan door uitstel. Wij moeten opgewekt, hoopvol en dankbaar werken, in het geloof dat de wereld in haar schoot rij ke schatten bergt voor de trouwe werker, om die te verzamelen, voonaden die rijker zijn dan goud of zilver. De bergen en heuvels veranderen; de aarde veroudelt als een kleed; maar de zegen van God, die voor Zijn volk een tafel in de wildemrs dekt, zal nooit ophouden.

Verwijzingen: 2. Lev.25:23-28. 3. Lev.25:l0. 4. Deut.15:11. 5. Deut.15:7,8. 6. Lev.25:35. 7. Lev.19:9. 8. Deut. 24: 19-21. 9. Deut.15: 10,6. 10. Deut.24: 17. 11. Deut.24: 10-12. 12. Ex.22:26,27. 13 Lev.25:14. 14. Lev.19:35. 15. Deut.25: 13,14. 16. Lev.19:36. 17. Matth.5:42. 18. Ps.37:21. 19. Jes.l6:3,4. 20. Ps.37:3. 21. Jes.29: 18,19 22. Spr. 13:23. 23. Joh.9:4. Luc.9:58. Luc.9:23. Fi1ip.4:6,7. Jes.28:26. Jes.28:29.

102 Gezin en Gezondeid

Kapitel 13 De hulpeloze armen

"Gezegend is hij, die aan de armen denkt."

Wanneer alles gedaan is wat gedaan kan worden om de armen te helpen zichzelf te helpen, dan blijven er altijd nog de weduwe cn de wees, de bejaarde, de hulpbehoevende en de zieke, die aanspraak maken op medeleven en verzorging. Dezen moeten nooit genegeerd worden. Zij zijn door Godzelf toevertrouwd aan de barmhartigheid, de liefde en de tedere zorg van allen, die Hij tot Zijn rentmeesters heefi gemaakt.

Het huisgezin des geloofs

"Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten." (1)

In bij zonder opzicht heeft Christus Zijn kerk de plicht opgelegd om voor de behoeñigen onder de eigen leden zorg te dragen. Hij laat Zijn armen binnen de grenzen van iedere kerk toe. Zij zullen altijd onder ons zijn en Hij plaatst op de leden van de kerk een persoonlijke verantwoording om voor hen te zorgen. Zoals de leden van een goed gezin voor elkander zorgen, de zieken dienen, de zwakken ondersteunen, de onwetenden leren, de onervarenen trainen, zo is het aan het "huisgezin des geloofs" opgedragen voor de behoeftige en hulpeloze leden zorg te dragen. Onder geen enkele voorwaarde mag dit over het hoofd worden gezien.

Weduwen en Wezen

De weduwe en de wees zijn de voorwerpen van Gods speciale zorg, "Hij is de Vader der wezen en de Rechter der weduwen, God is in Zijn heilige woning." (2)

"Want uw man is uw Maker, Here der heirscharen is Zijn naam; en uw losser is de Heilige Israëls, God der ganse aarde zal Hij genoemd worden." (3)

"Uw wezen zal ik in het leven houden en laten uw Weduwen op Mij vertrouwen." (4)

Menige vader is in geloof gestorven, vertrouwend op Gods belofie om te zorgen voor zijn geliefden, toen hij geroepen werd om afscheid van hen te nemen. De Here voorziet in de behoeften van de weduwe en de wees, niet door een wonder door het zenden van manna uit de hemel, niet door raven te zenden die voedsel brengen; maar door een wonder van menselijke harten, waar Hij de zelfzucht uit verwijdert en de fonteinen van christelijke liefde opent. De bedroefden en verlatenen vertrouwt Hij toe aan Zijn volgelingen als een kostbaar pand. Zij hebben de sterkste aanspraak op ons medeleven. In gezinnen, voorzien van de gemakken des levens, in opslagruimten en graanschuren, gevuld met de opbrengst van een overvloedige oogst, pakhuizen opgetast met de producten van het weefgetouw, en brandkasten vol goud en zilver, in al deze dingen heefi God voorzien in de middelen voor het onderhoud van de nooddrufiigen. Hij roept ons op de kanalen van Zijn overvloed te zijn.

103 Gezin en Gezondeid

Menige moeder die weduwe geworden is met vaderloze kinderen, tracht dapper haar dubbele last te dragen en ze werkt vaak boven haar kracht, teneinde de kinderen bij zich te kunnen houden en in hun behoeften te voorzien. Ze heeft weinig tijd over om hen op te voeden, weinig gelegenheid hen te omringen met invloeden die hun leven opvrolijken. Zij heeft bemoediging nodig, medeleven en tastbare hulp.

God roept ons op om deze kinderen, zoveel als in ons vennogen ligt, het gemis van vaderlijke zorg te vergoeden. In plaats van afzijdig te staan en over hun gebreken te klagen, of over de moeilijkheden die zij veroorzaken; help ze op iedere mogelijke wijze. Tracht de afgetobde moeder bij te staan. Verlicht haar lasten.

Dan zijn er de duizenden kinderen die helemaal verstoken zijn van de leiding van ouders en de verzachtende invloed van een christelijk tehuis. Laat christenen hun harten en huizen openstellen voor deze hulpelozen. Het werk dat God ons heefi opgedragen als een persoonlijke plicht, zou niet overgedragen moeten worden aan een of andere liefdadigheidsinstelling, of aan de kansen van wereldse liefdadigheid. Als de kinderen geen relaties hebben die in staat zijn om voor hen te zorgen, laten dan de leden van de kerk ze voorzien van een thuis. Hij die beschikt heefi, dat wij in familieverband zouden leven, zal ook maken dat de kindematuur zich het best ontwikkelt in een liefliebbende atmosfeer van een christelijk gezin.

Menigeen die zelf geen kinderen heelt, kan een goed werk doen door voor kinderen van anderen te zorgen. In plaats van de aandacht aan lievelingsdiertj es te geven en liefde te schenken aan stomme dieren, laat ze aandacht geven aan kleine kinderen, van wie zij het karakter kumien vormen naar goddelijke gelijkenis. Geef uw liefde aan thuisloze leden van de menselijke familie. Zie hoeveel van deze kinderen u kunt brengen in de koesterende zorg en vennaning van de Heer. Velen zouden zo zelf een rijke zegen ondervinden.

De Bejaarden

De bejaarden behoeven ook de hulpvaardige invloed van het gezin. In het gezin van broeders en zusters in Christus kan altijd een oplossing worden gevonden voor het verlies van een eigen thuis. Door hen aan te moedigen deel te nemen in de belangen en werkzaamheden van de huishouding, zullen zij voelen dat hun bruikbaarheid nog niet geëindigd is. Doe ze voelen dat hun hulp naar waarde wordt geschat, dat er nog werk voor hen te doen is in het dienen van anderen, het zal hun hart opvrolijken en interesse in him leven geven. Houd zo mogelijk diegenen, van wie de grijzende hoofden en wankel wordende sclrreden tonen dat zij grafivaarts gaan, bij u, bij vrienden en familierelaties. Laat ze aanbidden tussen diegenen die zij gekend en bemind hebben. Laat hen verzorgd worden door tedere, lieflrebbende handen.

Waar men in staat is dit te doen, zou het een voorrecht zijn om hun eigen familierelaties die diensten te verlenen. Warmeer dit niet mogelijk is, hoort dit werk aan de kerk, en het zou aanvaard moeten worden als een voorrecht en als een plicht. Allen die de geest van Christus

104 Gezin en Gezondeid

bezitten, zullen een tedere bekommering voelen voor de zwakken en de bejaarden. De aanwezigheid van deze hulpbehoevenden in ons gezin is een kostbare gelegenheid om met Christus in Zijn dienst samen te werken en karaktertrekken als de Zijne te ontwikkelen. Er gaat een zegen uit van de omgang tussen ouderen met jongeren. De jeugd kan zonneschijn brengen in het hart van bejaarden. Degene die de greep op het leven aan het verliezen is, behoefi; de zegen van contact met de frisse hoop en de veerkracht van de jeugd. En de jeugd kan geholpen worden door de wijsheid en ervaringen van ouderen. Bovendien hebben zij de les van onzelfzuchtige dienst te leren. De aanwezigheid van iemand die sympathie, verdraagzaamheid en zelfopofferende liefde nodig heeft, zou voor menig huishouden een onbetaalbare zegen betekenen. Dat zou het huiselijke leven verzoeten en verfijnen en in ouden en jongeren die christelijke trekken oproepen, die hen mooi zullen maken met een goddelijke schoonheid en rijk in onvergankelijke hemelse schatten.

Een Karaktertest

"De armen hebt gij immers altijd bij u," zei Christus, "en gij kunt hen weldoen wanneer gij maar wilt." (5) "Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God de Vader is: omzien naar weduwen en wezen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren." (6)

Door het plaatsen van hulpbehoevenden en armen onder Zijn belijdende volgelingen die van hun zorg afhankelijk zijn, test Christus hen. Door onze liefde en dienst voor Zijn behoeftige kinderen bewijzen wij de echtheid van onze liefde voor Hem. Als wij hen verwaarlozen, stempelt ons dat tot valse discipelen, vreemdelingen voor Christus en Zijn liefde.

Weeshuizen

Als alles gedaan is dat gedaan kon worden in het zoeken van een tehuis voor weeskinderen in gezirmen, dan zouden er nog steeds velen overblijven, die verzorging behoeven. Velen van hen hebben een erfenis van het kwade meegekregen. Zij zijn weinigbelovend, onaantrekkelijk, pervers, maar zij zijn de gekochten van Christus” bloed en in Zijn oog even kostbaar als onze eigen kinderen. Tenzij een helpende hand naar hen wordt uitgestrekt, zullen zij opgroeien in onwetendheid en wegzakken in verdorvenheid en misdaad. Velen van deze kinderen kunnen gered worden door het werk van kindertehuizen.

Zulke kinderen zouden, om het meeste efi`ect op te leveren, zo dicht mogelijk het model van een christelijk gezin moeten benaderen. In plaats van groot opgezette tehuizen, waarin grote aantallen tezamen worden gebracht, zouden er kleine huizen op het platteland moeten worden ingericht. Ook zouden zij buiten op het land geplaatst moeten zijn, in plaats van in of nabij een grotere of kleinere stad. Men zou zich van land moeten verzekeren dat gecultiveerd moetworden,waarkinderenincontactkunnen wordengebracht metdenatuurenhetvoordeel van opvoeding tot vakbekwaamheid kunnen genieten.

105 Gezin en Gezondeid

De mannen en vrouwen aan wie zulke tehuizen toevertrouwd kunnen worden, zouden mensen moeten zijn met een groot hart, ontwikkeld en zelfopofferend; die het werk op zich nemen uit liefde voor Christus, om de kinderen voor hen op te voeden. Onder zulke zorgen kunnen vele dakloze en verwaarloosde kinderen klaargemaakt worden tot nuttige leden van de maat- schappij, tot eer van Christus, die op hun beurt anderen helpen.

Zuinigheid; Zelfverloochening

Velen verachten spaarzaamheid en stellen het gelijk met gierigheid en bekrompenheid. Maar spaarzaamheid kan samen- gaan met de breedste vrijgevigheid. Inderdaad kan zonder zuinigheid geen ware vrijgevigheid plaats vinden. Wij moeten sparen, teneinde te kunnen geven.

Niemand kan ware liefdadigheid beoefenen zonder zelfver- loochening. Slechts door een leven van eenvoud, zelfverloo- chening en verstandige spaarzaamheid is het ons mogelijk om het werk, dat ons als Christus” vertegenwoordigers is opgedragen, tot stand te brengen. Hoogmoed en wereldse eerzucht moeten uit ons hart weggedaan worden. In al ons werk moet het beginsel van onzelfzuchtigheid, in Christus” leven geopenbaard, tot uitvoer worden gebracht. Op de muren van onze huizen, de schilderijen en het meubilair moet te lezen staan: "Breng de anne zwervelingen die uitgeworpen zijn in uw huis." (7) In onze kleerkasten moeten wij geschreven zien staan, als met de vinger van God geschreven: "Bekleed de naakte." In de eetkamer, op de tafel, uitbundig beladen met voedsel, zouden wij gedrukt moeten zien staan: "Is het niet, dat gij voor de hongerigen uw brood breekt?"

Duizenden deuren staan uitnodigend voor ons open. Dikwijls klagen wij dat er zo weinig hulp beschikbaar is, maar waren christenen door en door emstig, zij zouden de bronnen duizendvoudig kunnen venneerderen. Het is zelfzucht, het bevredigen van eigen wensen, die de weg naar onze bruikbaarheid blokkeert.

Hoeveel middelen worden er niet besteed aan zaken die alleen maar afgoden zijn, dingen die gedachten, de tijd en de krachten in beslag nemen, die tot een hoger doel bestemd moesten worden! Hoeveel geld is verkwist aan dure huizen en meubels, aan zelfzuchtige pleziertjes, luxe en ongezond voedsel, schadel- ijke bevrediging! Hoeveel geld is weggegooid aan cadeaus, die niemand voordeel brengen. Aan dingen die niet nodig zijn, dikwijls gevaarlijk, besteden belijdende christenen vandaag de dag meer, vele malen meer, dan zij besteden aan het redden van zielen uit de macht van de verzoeker.

Velen die belijden christen te zijn, besteden zoveel aan kleding, dat zij niet overhouden voor de noden van anderen. Zij denken kostbare versieringen en dure kleding te moeten hebben, ongeacht de behoeften van hen, die met moeite zelfs in de eenvoudigste kleren voor zichzelf kunnen voorzien.

106 Gezin en Gezondeid

Mijn zusters, als u uw manier van kleden in overeenstemming brengt met de regels van de Bijbel, zou u een overvloed hebben waannee u de amiere zusters kunt helpen. U zou niet alleen middelen hebben, maar ook tijd. Dikwijls is dit het meeste nodig. Er zijn velen, die u zou kunnen helpen met suggesties, uw tact en vaardigheid. Toon hen, hoe men zich eenvoudig en toch smaakvol kan kleden. Menige vrouw blijft weg uit Gods huis om haar armoedige, slechtzittende kleding, die in opvallende tegenstelling is met die van anderen. Menige gevoelige geest koestert een gevoel van bittere vemedering en onrecht als gevolg van dit contrast. Hierdoor worden velen ertoe geleid om te twijfelen aan de echtheid van de godsdienst en verharden hun harten tegen het evangelie.

Christus gebiedt ons: "Verzamel de brokken die over zijn, zodat niets verloren gaat." Waar duizenden iedere dag omkomen door honger, bloedvergieten, branden en epidemieën, moet iedereen die zijn naaste lietheefi, zorgen dat niets verloren gaat, dat niets nodeloos besteed wordt, waaraan een ander mens voordeel kan hebben.

Het is verkeerd onze tijd en onze gedachten te verknoeien. Elk moment dat wij aan onszelf wijden is verloren tijd. Als elk moment naar waarde wordt geschat en juist wordt besteed, zouden wij tijd hebben voor alles wat we nodig hebben of voor de wereld. Laat iedere christen tot God opzien voor leiding in de besteding van geld, in het gebruik van tijd, kracht en gelegenheden. "Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geefi, eenvoudig en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden."

(8)

"Doet goed en leent zonder op vergelding te hopen, en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen van de Allerhoogste zijn, want Hij is goed jegens ondankbaren en bozen." (9) "Wie zijn ogen toesluit, wordt zwaar vervloekt, maar wie de arme geefi, zal geen gebrek lijden."

(10)

"Geefi en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde en overlopende maat zal men u in uw schoot geven." (11)

Verwijzingen:1.

107 Gezin en Gezondeid
Gal.6:l0.5.Marc.14:7.9.Luc.6:35.2. Ps.68:6. 6.Jac.1:27.10. Spr.28:27. 3. Jes.54:5. 7. Jes.58:7. 12. Luc.6.38. 4. Jer.49:1l. 8. Jac.1:5.

Kapitel 14 Dienstwerk voor de rijken

Dat zij niet vertrouwen op onzekere rijkdommen.

Comelius, de Romeinse hoofdman over honderd, was een welgesteld man van edele geboorte.Hijbekleeddeeeneervollevertrouwenspositie.Eenheiden vangeboorte,opvoeding en opleiding, had hij door contact met de Joden kennis gekregen van de ware God; hij aanbad Hem en toonde emst in zijn geloof door medelijden met de annen. Hij gaf vele "aalmoezen aan het volk en bad geregeld tot God." (1)

Comelius kende het evangelie zoals in het leven en sterven van Jezus geopenbaard was, niet; en God zond hem een boodschap direct uit de hemel; door een andere boodschap wees Hij de apostel Petrus om hem te bezoeken en te ondenichten. Comelius was niet verbonden aan de Joodse kerk, en hij zou door de rabbi”s als heiden onrein zijn geacht; maar God las de oprechtheid van zijn hart en zond boodschappers van Zijn troon om hem te verenigen met Zijn dienstknecht op aarde om deze Romeinse officier met het evangelie bekend te maken.

Zo is ook vandaag God nog doende om zielen te zoeken onder rijken zowel als de armen. Er zijn velen zoals Comelius, mannen die Hij aan Zijn kerk wenst te verbinden. Hun sympathieën gaan uit naar het volk van God. Maar de banden die hen aan de wereld binden, houden hen stevig vast. Het vereist morele moed van deze mannen om hun positie te stellen naast minderen. Speciale pogingen moeten ondemomen worden voor deze zielen, die in zo,n groot gevaar verkeren door hun verantwoordelijkheden en hun betrekkingen.

Veel is gezegd over onze plichten voor de verwaarloosde armen; zou ook niet enige aandacht geschonken moeten worden aan de verwaarloosde rijken? Velen kijken naar deze klasse als hopeloos en zij doen weinig om hun de ogen te openen, die verblind en verdwaasd door de schitter van aardse glorie, de eeuwigheid buiten beschouwing laten. Duizenden gegoede mensen zijn ongewaarschuwd ten grave gedaald. Maar onver- schillig als zij mogen schijnen, hebben velen van de rijken een bezwaard hart. "Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom lieflieefi, van inkomsten." (2) Hij die tot fijn goud zegt: "Gij zijt mijn veltrouwen," heeft "de God daarboven verloochend." (3) "Niemand kan ooit een broeder loskopen, noch Gode zijn losprijs betalen, te hoog is immers de prijs voor hun leven, en voor altijd ontoereikend." (4)

Rijkdommen en wereldse eer kunnen nooit de ziel bevredigen. Velen onder de rijken verlangen naar enige goddelijke zekerheid en geestelijke hoop. Velen verlangen naar iets dat een eind zal maken aan de eentonigheid van hun doelloos bestaan. Velen in het openbare leven voelen een behoefte aan iets dat zij niet hebben. Weinigen van hen gaan naar de kerk, want zij voelen dat zij daar weinig nut van hebben. De leer die zij horen, raakt hun hart niet. Zullen wij dan geen persoonlijk beroep op hen doen?

108 Gezin en Gezondeid

Onder de slachtoffers van gebrek en zonde bevinden zich mensen die eens rijkdommen bezaten. Mensen uit verschillende beroepen, verschillende rangen en standen in het leven zijn overvallen door het verderf in de wereld, door het gebruik van sterke drank, door bevrediging van verlangens, en zijn gevallen voor de verzoeking. Waar deze gevallenen om medelijden en hulp vragen, zou er geen aandacht gegeven worden aan hen, die nog niet zijn afgedaald in deze diepten, maar hun voet op dit pad gaan zetten?

Duizenden in eervolle vertrouwensposities geven toe aan gewoonten die vemietiging voor lichaam en ziel betekenen. Predikanten, staatslieden, schrijvers, mannen van rijkdom en talent, mannen van groot zakelijk mzicht en bruikbare krachten, zijn in dodelijk gevaar omdat zij de noodzaak van zelfbeheersmg in alle dingen niet zien. Het is nodig dat hun aandacht gevestigd wordt op de beginselen van matigheid, niet op een scherpe, eigemnachtige wijze, maar in het licht van Gods grote _doel voor de mensheid. Konden de principes van ware matigheid zo tot hen gebracht worden, dan zouden velen uit de hogere klassen de waarde ervan inzien en van harte aanvaarden. Wij zouden deze personen de resultaten van schadelijke bevrediging kumien tonen, die hun lichamelijke en zedelijke vermogens verminderen. Help hen de verantwoordelijkheid als rentmeesters van Gods gaven te beseffen.

Toon lien het goede dat ze zouden kunnen doen met het geld dat zij nu besteden aan wat hun enkel schade doet. Houd hen de gelofte van totale geheelonthouding voor, vraag hun het geld dat zij anders zouden besteden aan sterke drank, tabak of dergelijke onmatigheden, te bestemmen voor hulp aan arme ziek_en,_of voor opvoeding van kinderen en jeugd tot bruikbaarheid in de wereld. Naar zo°n oproep zouden velen niet weigeren te luisteren. Er is een ander gevaar waaraan rijken speciaal blootstaan, en ook hier is een veld voor de medische zendelmg. Duizenden die het voorspoedig gaat in de wereld en die nooit vallen voor de gewone vormen van ondeugd, worden toch tot de ondergang geleid door liefde voor rijkdom. De beker die het moeilijkst te dragen is, is niet de lege beker, maar de beker die tot de rand toe gevuld is. Zo”n beker moet zorgvuldig in balans worden gehouden. Beproevingen en tegenstand brengen teleurstelling en zorgen; maar het is de welvaart, die het gevaarlijkst is voor het geestelijk leven.

Zij die onder tegenslagen lijden, worden vertegenwoordigd door de biaambossen die Mozes in de woestijn zag die, ofschoon brandend, niet verteerd werden. De engel Gods was te midden van het braambos. Zo is ook in verlies en beproevingen de schittering van de aanwezigheid van de Ongeziene met ons om ons te troosten en te ondersteunen. Dikwijls worden gebeden opgezonden voor mensen die lijden aan ziekten of tegenslagen; maar onze gebeden zijn meestal nodig voor mensen met welvaart en overvloed.

hi het dal der vemedering, waar mensen hun nood voelen en van God afliankelijk zijn om hun voetstappen te geleiden, is betrekkelijke veiligheid. Maar de mensen, die als het ware op een verhevenheid staan en die vanwege hun positie, verondersteld worden, grote wijsheid te

109 Gezin en Gezondeid

bezitten - dezen verkeren in het grootste gevaar. Tenzij zulke mensen op God steunen, zullen zij zeker vallen.

De Bijbel veroordeelt niemand op grond van zijn rijkdom als hij dat bezit eerlijk verworven heefi. Niet geld, maar liefde tot het geld is de wortel van alle kwaad. Het is God, die de mens de kracht geeft om welvaart te verwerven en in de handen van hem, die als Gods rentmeester handelt, die de middelen onzelfzuchtig gebruikt, is weelde een zegen, zowel voor de bezitter als voor de wereld. Maar velen, die in beslag genomen worden door hun belang in wereldse schatten, worden ongevoelig voor de aanspraken van God en de noden van hun medemensen. Zij beschouwen hun rijkdom als een middel om zichzelf te verheerlijken. Zij voegen huis bij huis en akker bij akker; zij vullen hun huizen met kostbaarheden, terwijl om hen heen menselijke wezens in ellende en misdaad, in ziekte en dood verkeren. Wie hun leven aan eigen dienst besteden, ontwikkelen in zichzelf niet de karaktertrekken van God, maar die van de boze.

Zulke mensen behoeven het evangelie. Hun ogen moeten van de ijdelheid van materiële zaken afgekeerd worden naar de kostbare waarden van eeuwige rijkdommen. Het is nodig dat zij de vreugde van het geven leren, de zegen om medewerkers van God te zijn.

De Here gebiedt ons: "Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden op onzekere rijkdom, doch op God, die ons rijkelijk alles ten gebruike geeft om wèl te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam, waardoor zij zich een vaste grondslag voor de toekomst verzekeren om het ware leven te grijpen." (5)

Het is niet toevallig dat rijke, wereldrninnende, wereld-aan- biddende zielen tot Christus getrokken kunnen worden. Deze mensen zijn dikwijls het moeilijkst toegankelijk. Persoonlijke pogingen moeten worden ondemomen door mannen en vrouwen, bezield met een zendingsgeest, die zich niet laten teleurstellen of ontmoedigen.

Sommigen zijn speciaal geschikt om voor de hogere klassen te werken. Dezen zouden de wijsheid van God moeten zoeken hoe deze personen bereikt kunnen worden, om niet slechts toevallig met ze kennis te maken, maar door persoonlijke inspanning en levend geloof hen te wekken voor de behoeften van de ziel en ze te brengen tot de kemiis van de waarheid in Jezus Christus.

Velen veronderstellen dat, teneinde de hogere klassen te bereiken, men een manier van leven en werkmethoden moet aannemen, die meer passen bij hun kieskeurige smaak. Men denkt dat een schijn van weelde, kostbare gebouwen, dure kleding, voertuigen en omgeving, overeenkomstig met wereldse gewoonten, het kunstmatige vemis van de modieuze samenleving,deklassiekecultuur,dekunstder welsprekendheid,een vereisteis.Datiseenvergissing. De werkwijze van de wereld is niet Gods manier om de hogere klassen te bereiken. Dat wat

110 Gezin en Gezondeid

hun daadwerkelijk zal bereiken is een consequente, onzelf- zuchtige presentatie van het evangelie van Christus.

De ervaring van de apostel Paulus in de ontmoeting met de wijsgeren in Athene bevat een les voor ons. In de presentatie van het evangelie op de Areopagus trad Paulus logica met logica, wetenschap met wetenschap, filosofie met filosofie tegemoet. De wijsten van zijn toehoorders werden verbaasd en zij zwegen. Zijn woorden konden niet worden tegengesproken. Maar de inspanning droeg weinig vrucht. Weinigen werden ertoe geleid het evangelie te aanvaarden. Van toen af nam Paulus een andere manier van werken aan. Hij vermeed ingewikkelde argumenten en discussies over theorieën en in eenvoud wees hij mannen en vrouwen op Christus als de Verlosser van zondaars. In zijn bn`ef aan de Corinthiërs zegt hij: "Ook ben ik, toen ik tot u kwam, niet met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen. Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en dien gekruisigd... Mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God." (6)

Opnieuw in zijn brief aan de Romeinen: "Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor ieder die geloofi, voor de Jood, maar ook voor de Griek." (7)

Laat hen die voor hogere klassen werken, zich met echte waardigheid gedragen, zich bedenkend dat engelen hen bege- leiden. Laat hen de schatkamer van geest en hart vervuld houden van: "Er staat geschreven." Hang in de kamers van uw geheugen de kostbare woorden van Christus. Zij zijn vente boven zilver of goud te schatten.

Christus heelt gezegd dat het gemakkelijker voor een kameel is om door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke om het koninkrijk Gods binnen te gaan. In het werk van deze klasse zullen vele teleurstellingen worden ondervonden, menige hartverziekende openbaring zal gedaan worden. Maar alle dingen zijn mogelijk bij God. Hij kan en zal door tussenpersonen op het gemoed werken van mensen, van wie het leven gewijd was aan geld verdienen.

Er zullen wonderen worden gewrocht in ware bekering, wonderen die nu nog niet worden waargenomen. De grootste mannen van de aarde staan niet buiten de wonderwerkende maeht van God. Wie met God samenwerken zullen hun plicht moedig en trouw doen, God zal marmen bekeren die verant- woordelijke posten bezetten, marmen met verstand en invloed. Door de macht van de Heilige Geest zullen velen ertoe geleid worden om de goddelijke beginselen te aanvaarden.

Wanneer hun duidelijk is geworden dat de Here van hen, als Zijn vertegenwoordigers verwacht, dat zij de lijdende mensheid verlichting brengen, zullen velen daaraan beantwoorden en hart en middelen beschikbaar stellen tot nut van de armen. Als hun geest zo

111 Gezin en Gezondeid

wordt weggetrokken van hun eigen zelfzuchtige belangen, zullen velen zich aan Christus overgeven. Met hun talenten, invloed en middelen zullen zij zich vol vreugde verenigen in het weldadigheidswerk met de eenvoudige zende- ling, die Gods tussenpersoon was in hun bekering. Door het juiste gebruik van htmaardse schatten zullen zij voor zichzelf "in de hemel schatten opleggen, die niet vergaan, waar geen dief kan doordringen, noch motten verderven."

Velen zullen na de bekering tot Christus werktuigen in handen van God worden om voor anderen van hun eigen klasse te werken. Velen zullen voelen dat hun de beschikking van het evangelie is toevertrouwd voor degenen, die van deze wereld hun alles gemaakt hebben. Tijd en geld zullen aan God worden toegewijd, talent en invloed zullen worden besteed aan het zielen winnend werk voor Christus.

Alleen de eeuwigheid zal openbaren wat tot stand is gebracht door dit soort dienstwerkhoe vele zielen, ziek van twijfel, en vennoeid van wereldsgezindheid en onrust, gebracht zijn tot de grote Hersteller, die emaar verlangt, allen die tot Hem komen, volkomen te redden. Christus is de opgestane Verlosser en er is genezing onder Zijn vleugelen.

112 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. Hand.10:2. 4. Ps..9:7,8. 7. Rom.1:16. 2. Pred.5:10. 5. Tim.6:17-19. 3. Job.31:24,28. 6. Cor.2:l-5.

Kapitel 15 In de Ziekenkamer

"Wat gij een van mjn minste broeders gedaan hebt, hebt gij Mij gedaan."

Zij die werkzaam zijn in de ziekenverzorging moeten het belang begnjpen van een zorgvuldige aandacht voor de wetten der gezondheid.

Nergens is' gehoorzaamheid aan deze wetten van meer belang dan in de_zi_ekenkamer._ Nergenshangterzoveelaf vandegetrouwheid inkleinedmgenvande kantvandeverzorgers. In gevallen van ernstige ziekte kan een klein verzuim, een beetje verminderde aan de speciale behoeften van, of gevaren V01? de Paüent, de Ultmg van vrees, opwinding, of humeurigheid, ze s gebrek aan medeleven, de schaal op de balans van leven of dood naar de verkeerde kant doen doorslaan, en oorzaak zijn dat de patiënt ten grave daalt, die anders had kunnen genezen. Het goede functioneren van de verpleegster hangt voor een groot deel af van haar lichamelijke kracht. Hoe gezonder zij is, hoe beter zij in staat is de spanning in de verzorging van zieken te verdragen en met hoe meer succes zij haar plichten kan vervullen.

Zij die voor zieken zorgen, moeten veel aandacht ll esteden aan het .dieet, hygiëne, fiisse lucht en beweging. ezelfde zorgvuldigheid van de kant van de familie zal hen in staat stellen de extra lasten, die op hen gebracht zijn te dragen en zal hen helpen voorkomen dat zij ook ziek worden. Wanneer er sprake is van emstige ziekte, en er dag en nacht verzorging nodig is, moet het werk temninste doortwee bekwame verpleegsters verricht worden, zodat ieder gelegenheid heeft om te rusten en om beweging te nemen in de open lucht. Dit is speciaal belangrijk in gevallen waar het moeilijk is om voldoende frisse lucht in de ziekenkamer toe te laten. Door onbekendheid met het belang van frisse lucht wordt de ventilatie soms beperkt en het leven van patiënt zowel als verzorgster komt in gevaar.

Wanneer de juiste voorzorgen worden betracht behoeven besmettelijke ziekten niemand aan te steken. Bevorder correcte gewoonten, en door zindelijkheid en goede ventilatie kan de ziekenkamer vrij worden gehouden van giftige elementen. Onder zulke omstandigheden hebbende zieken meer kansenomtegenezeneninde meestegevallen zullennoch verzorgers, noch familieleden door de ziekte aangestoken worden.

Zonlicht, Ventilatie en Temperatuur

Om voor de patiënt de meest gunstige omstandigheden ter bevordering van de genezing te scheppen, moet de kamer waar de patiënt ligt, ruim, licht en vrolijk zijn, met gelegenheid tot goede ventilatie. De kamer in het huis die het beste aan deze eisen tegemoet komt, zou als ziekenkamer gekozen moeten worden. Vele huizen hebben geen voorziening voor een goede ventilatie en het is niet gemakkelijk om zich daarvan te verzekeren; maar wij moeten alle pogingen aanwenden om dag en nacht frisse lucht door de kamer te laten stromen. Ook moet zoveel als mogelijk is een gelijkmatige temperatuur in de kamer gehouden worden. Daartoe moet de thermometer geraadpleegd worden. Degene die de zorg voor de zieke draagt en die

113 Gezin en Gezondeid

vaak weinig slaap krijgt of ”s nachts gewekt wordt om de patiënt te helpen, staat bloot aan afl<oeling en kan de goede temperatuur niet beoordelen.

De Voeding

Een belangrijk deel van de plicht van een verpleegster in de zorg voor de patiënt is het dieet. De patiënt mag niet komen te lijden of verzwakken door gebrek aan voedende stoffen, ook moet een verzwakte spijsvertering niet overladen worden. Zorg moet besteed worden aan de bereiding en het serveren, zodat het voedsel smakelijk is, terwijl men oordeelkundig te werk moet gaan om tegemoet te komen aan de behoefien van de patiënt, zowel in kwaliteit als in hoeveelheid. Vooral als het herstel intreedt en de eetlust groot is, terwijl de spijsvertering nog niet voldoende is aangesterkt, is er groot gevaar van schade door fouten in het dieet.

Plichten van de Verzorgsters

Verpleegsters en allen die te maken hebben met de zieken- kamer, zouden opgewekt moeten zijn, kalm, zelfbeheerst. Alle haast, opwinding en verwarring moet venneden worden. Deuren moeten met zorg geopend en gesloten worden en de gehele huishouding moet rustig zijn. In gevallen van koorts is speciale zorg nodig als de crisis komt en de koorts daalt. Dan is vaak voortdurende waakzaamheid nodig. Onwetendheid, vergeet- achtigheid en roekeloosheid hebben vaak de dood veroorzaakt van velen, die in leven gebleven konden zijn als zij de juiste verzorging hadden gehad van bedachtzame, oordeelkundige verpleegsters.

Bezoeken aan Zieken

Het is een misverstand, een verkeerd idee van hoffelijkheid, dat leidt tot te veel bezoek aan de patiënt. Zwaar zieken zouden geen bezoek moeten hebben. De opwinding die gepaard gaat met het ontvangen van bezoek, vemroeit de patiënt op het moment dat hij de grootste behoefte heeft aan ongestoorde rust. Voor iemand die herstellende is van een langdurige ziekte is het dikwijls plezierig en een zegen, te weten, dat er aan hem gedacht wordt; maar deze verzekering kan overgebracht worden door een boodschap van sympathie of een klein geschenk, dat dikwijls betere dienst doet dan een persoonlijk bezoek, en geen gevaar van schade in zich houdt.

Verzorging in het Ziekenhuis

In ziekenhuizen en sanatoria, waar verpleegsters voortdurend in aanraking komen met grote aantallen zieke mensen, vraagt het grote inspanning om altijd plezierig en opgewekt te zijn en belangstellende aandacht in ieder woord en daad te tonen. In deze instellingenis het van het grootste belang dat de zusters er naar streven hun werk verstandig en goed te doen. Zij moeten altijd bedenken dat in de uitvoering van hun dagelijkse plichten, zij de Here Jezus dienen.

114 Gezin en Gezondeid

De zieken hebben behoefie aan verstandig gesproken woorden. Verplegend personeel moet de Bijbel dagelijks bestuderen, zodat zij in staat zijn woorden te spreken die lijdende kumren verlichten en helpen. Gods engelen zijn in de kamer waar deze lijders verzorgd worden en de atmosfeer rondomde ziel van de verzorgde moet rein en welriekend zijn. Artsen en verplegend personeel moeten de beginselen van Christus aanhangen. In hun leven moeten Zijn eigenschappen zichtbaar zijn. Dan zullen zij in alles wat zij doen en zeggen, de zielen tot de Verlosser trekken.

De verpleegkundige die een Christen is, zal, terwijl zij behandelingen toepast tot herstel van het lichaam, plezierig en succesvol de geest van de patiënt tot Christus trekken, de Genezer van zowel geest als lichaam. De gedachten, die hier een weinig en daar een weinig aangereikt worden, zullen hun invloed hebben. De oudere verpleegsters zouden geen gelegenheid voorbij mogen laten gaan om de aandacht van de patiënt op Christus te vestigen. Zij zouden altijd klaar moeten staan om geestelijke en lichamelijke genezing samen te laten gaan. Op de vriendelijkste en tederste manier zouden verpleegsters degenen, die genezing zoeken erop moeten wijzen, dat zij in het vervolg de wetten van God niet weer overtreden. Zij moeten ophoudeneenlevenvanzondeteverkiezen.Godkaniemandnietzegenendievoortgaatziekte op zichzelf te brengen door willens en wetens de wetten des hemels te overtreden. Maar Christus komt door de Heilige Geest als een helende kracht tot hen, die ophouden met kwaad doen en leren goed te doen. Zij die geen liefde voor God hebben, zullen voortgaan tegen de belangen van ziel en lichaam in te gaan. Maar zij die het belang gaan inzien van een leven in gehoorzaamheid aan God in deze tegenwoordige boze wereld, zullen gewillig zijn om van iedere kwade gewoonte afstand te doen. Dankbaarheid en liefde zullen hun hart vervullen. Zij weten dat Christus hun vriend is. In vele gevallen zal het besef dat zij zo°n vriend hebben, meer betekenen voor de lijdenden in hun genezing van ziekte, dan de beste behandeling die gegeven kan worden. Maar beide aspecten van het dienstwerk zijn essentieel. Zij moeten hand in hand gaan.

115 Gezin en Gezondeid

Kapitel 16 Gebeden voor de zieken

"Het gelovig gebed zal de zieke genezen."

De Schrift zegt dat "men altijd moest bidden, en niet verslappen", (1) en als er ooit een tijd is dat men behoefie tot gebed gevoelt, is dat wanneer de krachten verdwijnen en het leven schijnt weg te ebben. Dikwijls vergeten gezonde mensen de wonderbare genade, die hun dag na dag, jaar na jaar geschonken wordt, en zij brengen geen dank voor al Zijn zegeningen. Maar wanneer ziekte komt, denken zij aan God. Als menselijke krachten afiiemen, voelen mensen hun behoefte aan goddelijke hulp. En nooit keert onze barmhartige God zich af van de ziel die in oprechtheid bij Hem hulp zoekt. Hij is onze toevlucht in ziekte evenzeer als in gezondheid.

"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen, ontfennt Zich de Here over wie Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn." (2)

"Er waren dwazen, die wegens hun zondige wandel en wegens hun ongerechtigheden gepijnigd werden; hun ziel gmwde van elke spijze, zij waren de poorten des doods nabij." (3)

"Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid, en Hij verloste hen uit hun angsten; Hij zond Zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen." (4)

God is nu even bereid de zieken hun gezondheid terug te geven als toen de Heilige Geest deze woorden tot de psahnist sprak. En Christus is nu dezelfde meevoelende Geneesheer als dieHij gedurendeZijn aardsedíenstwerk was. InHemiser helendebalsemvooriedereziekte, herstellende kracht voor ieder gebrek. Zijn discipelen van deze tijd moeten even goed voor de zieken bidden als de discipelen vanouds deden. En genezingen zullen volgen; want "het gelovige gebed zal de lijder gezond maken." Wij hebben de kracht van de Heilige Geest, kalme zekerheid des geloofs, die aanspraak kan maken op Gods beloften. De belofte van de Here "Zij zullen de zieken de handen opleggen, en zij zullen genezen," (5) is nu even betrouwbaar als in de dagen van de apostelen. Het toont het voorrecht van Gods kinderen en ons geloof moest beslag leggen op alles wat dat inhoudt. Christus” dienstknechten zijn het kanaal van Zijn werking en door hen wenst Hij Zijn helende macht uit te oefenen. Het is ons werk de zieken en lijdenden aan God op te dragen in de armen van ons geloof. Wij moeten hen leren de grote Geneesheer te geloven.

De Verlosser wenst, dat wij de zieken, de hopelozen, de gekwelden, bemoedigen om Zijn kracht vast te grijpen. Door geloof en gebed mag de ziekenkamer veranderd worden in een Bethel. In woord en daad mogen artsen en verpleegsters zeggen, zo eenvoudig dat het niet misverstaan kan worden, "God is op deze plaats," om te redden, niet om te vemietigen. Christus wenst aan Zijn aanwezigheid gestalte te geven in de ziekenkamer en de harten van de dokters en verpleegsters te vervullen met de zoetheid van Zijn liefde. Als het leven van de ziekenverzorgers zodanig is dat Christus met hen aan het ziekbed van de patiënt kan komen,

116 Gezin en Gezondeid

zal hij de overtuiging krijgen dat de medelijdende Verlosser aanwezig is en deze overtuiging zal veel doen in de genezing van ziel zowel als lichaam.

En God verhoort het gebed. Christus heeft gezegd: "Indien gij Mij iets vraagt in Mijn naam, Ik zal het doen." (6) Ook zegt Hij: "Indien iemand Mij wil dienen,... de Vader zal hem eren." (7) Als wij naar Zijn woord leven, zal iedere kostbare belofie die Hij ons gegeven heefi, voor ons vervuld worden. Wij verdienen Zijn genade niet, maar als wij onszelf aan Hem geven, ontvangt Hij ons. Hij zal werken voor en door degenen die hem volgen.

Voorwaarden voor Beantwoord Gebed

Maar slechts als we leven in gehoorzaamheid aan Zijn woord, kunnen wij aanspraak maken op Zijn belofien. De Psahriist zegt: "Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou de Here niet hebben gehoord." (8) Als wij Hem slechts eengedeeltelijke, halfliartige gehoorzaamheid aanbieden, zullen Zijn beloften in ons niet vervuld worden

In het woord van God hebben wij aanwijzingen met betrekking tot speciale gebeden voor de genezing van zieken. Maar het brengen van zo”n gebed is een heel emstige daad en moet pas gedaan worden na zorgvuldig overleg. In vele gevallen van gebed voor genezing van zieken is dat wat geloof genoemd wordt, niets minder dan aamnatiging.

Vele personen brengen ziekte op zichzelf door hun onmatig- heid. Zij hebben niet geleefd in overeenstemming met de natuurwetten of de beginselen van strikte hygiëne. Anderen hebben de gezondheidswetten veronachtzaamd in gewoonten van eten en drinken, kleding en werken. Dikwijls is een of andere vorm van ondeugd de oorzaak van zwakheid van geest en lichaam. Zouden deze personen de zegen der gezondheid he iwinnen, dan zouden velen van hen dezelfde weg van achteloze overtreding van Gods wetten voor lichaam en geest voortzetten, met de redenering, dat als God hen geneest in antwoord op gebed, zij de vrijheid hebben om hun ongezonde praktijken te vervolgen en aan hun verdorven eetlust zonder grenzen toe te geven. Als God een wonder zou doen in de genezing van deze personen, zou Hij de zonde aanmoedigen.

Het is verloren moeite om mensen te leren op God te zien als een genezer voor hun gebreken, tenzij hun geleerd wordt ook hun ongezonde praktijken op zij te zetten. Teneinde Zijn zegen te ontvangen in antwoord op gebed, moeten zij ophouden kwaad te doen en leren om het goede te doen. Hun omgeving moet hygiënisch zijn, hun levensgewoonten correct. Zij moeten in hannonie leven met de wetten van God, zowel de natuurwet als de zedenwet.

Belijden van Zonde

Aan hen die gebed wensen voor hun herstel, moet worden duidelijk gemaakt dat overtreding van Gods wetten, zowel de natuur- als de zedenwet, zonde is en dat, teneinde Zijn zegenteontvangen,zonde moet worden beleden ennagelaten. DeSchrittgebiedt ons: "Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt." (9) Leg

117 Gezin en Gezondeid

degene die om gebed vraagt deze gedachte voor: "Wij kunnen de harten niet lezen, of de geheimen van uw leven weten. Deze zijn slechts bij God en uzelf bekend. Als u berouw hebt over uw zonden, is het uw plicht daarvan belijdenis te doen." Zonde van een privé karakter moet aan Christus worden beleden, de enige bemiddelaar tussen God en mens. Want "Indien iemand gezondígd heefi, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige." (10)

Iedere zonde is een belediging van God en moet Hem beleden worden door Christus. Ieder open zonde moet even openlijk beleden worden. Een verkeerde daad tegen een medemens moet rechtgezet worden met degene die dat is aangedaan. Als mensen genezing zoeken en schuldig zijnaankwaadspreken, alszijthuis moeilijkhedenveroorzaakthebben,of indebuurt of in de kerk, en vijandschap opgewekt hebben en tweedracht, als zij door enig verkeerd gedrag anderen tot zonde gebracht hebben, zouden al deze dingen voor God beleden moeten worden en voor degenen die daardoor geschaad zijn. "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 1)

Wanneer fouten zijn rechtgezet, moeten wij de noden van de zieken aan God voorleggen in kalm geloof, zoals Zijn Geest aangeefi. Hij kent iedere persoon bij naam en zorgt voor ieder alsof er gaan andere op aarde was voor wie Hij Zijn geliefde Zoon gegeven heeft. Omdat Gods liefde zo groot en onuitputtelijk is, moesten de zieken aangemoedigd worden op Hem te vertrouwen en opgewekt te zijn. Zorgelijkheid leidt tot zwakheid en ziekte. Als zij zich boven depressies en somberheid kunnen uitwerken, zal hun vooruitzicht op herstel beter worden; want "des Heren oog is op degenen die op zijn goedertierenheid hopen." (12)

Onderwerping aan Gods Wil

In het gebed voor zieken moest er aan gedacht worden dat "wij niet weten wat wij bidden zullen naar behoren." (13) Wij weten niet of de zegen die wij vragen, goed zal zijn of niet. Daarom zouden onze gebeden deze gedachte moeten insluiten: "Here, Gij kent de geheimen van de ziel. U bent bekend met deze personen. Jezus, hun Middelaar gaf Zijn leven voor hen. Zijn liefde voor hen is groter dan de onze ooit zou kunnen zijn. Als het daarom tot uw eer is en ten goede van de gekwelden, vragen wij in de naam van Jezus, dat zij weer mogen herstellen. Als het niet Uw wil is dat zij genezen, vragen wij dat Uw genade hen mag troosten en Uw aanwezigheid hen mag steunen in hun lijden."

God weet het einde vanaf het begin. Hij kent de harten van alle mensen. Hij leest elk geheim van de ziel. Hij weet of degenen voor wie gebeden worden opgezonden, wel of niet in staat zijn om de moeilijkheden die zij zullen moeten doorstaan, te verdragen als zij in leven blijven. Hij weet of hun leven een zegen of vloek zal zijn voor henzelf en voor de wereld. Dit is de reden waarom wij in het doen van voorbeden met emst moeten zeggen: "Doch niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!" (14) Jezus voegde bij Zijn gebed deze woorden van

118 Gezin en Gezondeid

onderwerping aan de wijsheid en de wil van God, toen Hij in de Hof van Getsémane pleitte: "Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan." (15) En als zij passend waren voor Hem, de Zoon van God, hoeveel meer betamelijk zijn zij dan op de lippen van begrensde, dwalende stervelingen! De juiste weg is, onze wensen aan onze alwijze hemelse Vader op te dragen en dan in volmaakt vertrouwen het aan Hem over te laten. Wij weten dat God ons hoort als wij overeenkomstig Zijn wil vragen. Maar ons aandringen zonder onderworpen geest is niet juist; onze gebeden moeten niet de vonn hebben van een gebod, maar van een voorbede.

Er zijn gevallen waar God beslissend werkt door Zijn goddelijke macht in het herstel van gezondheid. Maar niet alle zieken worden genezen. Velen worden ter ruste in Jezus gelegd. Johannes op het eiland Patmos werd gezegd te schrijven: "Zalig zijn de doden, die in de Here sterven, want hun werken volgen hen na." (16) Hieruit zien we, dat als personen niet weer herstellen, zij daarom niet veroordeeld worden voor gebrek aan geloof.

Wij wensen allen onmiddellijke en directe antwoorden op onze gebeden en worden verleid om ontmoedigd te worden wanneer het antwoord op zich laat wachten of in een onverwachte vonn komt. Maar God is te wijs en te goed om onze gebeden altijd op die tijd en wijze te beantwoorden als wij dat wensen. Hij wil meer en beter voor ons doen dan al onze wensen vervullen. En omdat wij op Zijn wijsheid en liefde kunnen vertrouwen, moesten wij Hem niet vragenaanonzewiltevoldoen, maar moetenwijnaarZijnbedoelingzoekenendietenuitvoer brengen. Onze wensen en belangen moeten opgaan in Zijn wil. Deze ervaringen die het geloof toetsenzijnvooronsvannut.Daardoorwordtduidelijkofonsgeloofechtenemstigis,rustend in Gods woord alleen, of dat die aflrangt van omstandigheden, die onzeker en veranderlijk zijn. Het geloof wordt versterkt door oefening. Wij moeten vohnaakt geduld beoefenen, bedenkend dat er kostbare beloften in de Schriften zijn voor degenen die op de Here wachten.

Niet allen vatten deze beginselen. Velen die Gods genezende genade zoeken, denken dat zij direct en onmiddellijk antwoord op hun gebeden moeten hebben of dat hun geloof tekort schiet. Daarom moeten degenen die door ziekte verzwakt zijn, ver- standige raad krijgen, opdat zij met wijs beleid handelen. Zij moeten hun plicht tegenover de vrienden die hen mogen overleven, niet negeren, of het toepassen van natuurlijke middelen voor herstel van gezondheid veronaehtzamen. Dikwijls is er gevaar voor vergissingen. In het geloof dat zij genezen worden in antwoord op hun gebed, vrezen zij dat het zelf iets doen, wijst op gebrek aan geloof. Maar zij moeten niet nalaten hun zaken op orde te stellen, zoals zij gedaan zouden hebben als zij verwachten door de dood weggenomen te worden. Noch zouden zij moeten vrezen om woorden van bemoediging of raad te spreken die zij in het afscheidsuur tot him geliefden zouden willen richten.

119 Gezin en Gezondeid

Genezende Middelen; Bijbelse Voorbeelden

Wie genezing zoeken door gebed, moeten niet nalaten gebruik te maken van de middelen tot genezing die binnen hun bereik liggen. Het is geen ontkenning van het geloof om die middelen waarin God voorzien heeft om pijn te verlichten en de natuur in haar werking tot herstel te helpen, te gebruiken. Het is geen ontkeming van geloof om met God samen te werken en zich in de meest gunstige conditie tot herstel te plaatsen. God heefi het in onze macht gelegd om kem1is te verkrijgen van de levenswetten. Deze kennis is binnen ons bereik geplaatst om er gebruik van te maken. Wij moeten elke mogelijkheid aangrijpen voor herstel van onze gezondheid, elk mogelijk nut aangrijpen dat in overeenstemming is met de natuurwetten. Wanneer wij bidden voor het herstel van zieken, kunnen wij met des te meer energie werken, God dankend dat wij het voorrecht hebben met Hem samen te werken, met gebedomZijnzegenoverdemiddelendieHijzelf heeftverzorgd.Wijhebbendegoedkeuring van het woord van God voor het gebruik van geneesmiddelen. Hiskia, de koning van Israël, was ziek en Gods profeet bracht hem de boodschap dat hij moest sterven. Hij riep tot den Here, en de Heer verhoorde Zijn dienstknecht en zond hem een boodschap dat vijftien jaren aan zijn leven zouden worden toegevoegd. Een woord van God zou Hiskia omniddellijk genezen hebben; maar speciale aanwijzingen werden gegeven: "Men neme een vijgekoek en legge die op de zweer, dan zal Hij genezen." (17)

Bij een gelegenheid bestreek Jezus de ogen van een blinde man met klei en zei hem: Ga en was u in het water van Siloam... Hij ging heen, waste zich en kwam ziende terug. (18) De genezing kon slechts door de macht van de grote Geneesheer tot stand worden gebracht, toch maakte Christus gebruik van de eenvoudige middelen uit de natuur. Terwijl Hij geen goedkeuring hechtte aan het gebruik van schadelijke medicijnen, bekrachtigde Hij de toepassing van eenvoudige natuurlijke middelen.

Wanneer wij gebeden hebben voor het herstel van zieken, wat ook de uitkomst van het geval mag zijn, laten wij nooit het geloof in God verliezen. Als het voor ons is weggelegd iemand te verliezen, laat ons dan de bittere pil slikken, in de gedachte dat God ons die voorhoudt. Maar zou de gezondheid hersteld worden, laten wij dan niet vergeten, dat de ontvanger van de genezende genade onder vemieuwde verplichtingen tegenover zijn Schepper geplaatst is. Toen de tien melaatsen gereinigd werden, kwam er slechts één bij Jezus tenig om Hem ere en dank te brengen. Laat niemand van ons even gedachteloos zijn als de negen, van wie de harten niet geraakt werden door de genade van God. "Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat vohnaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering of zweem van ommekeer is." (19)

120 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. Luc.18:1. 2. Ps.103:l3,l4. 3. Ps.107:17,18 4. Ps.107:19,20 5. Marc.l6:18. 6. Joh.14:14. 7. Joh.12:26. 8. Ps.66:18. 9. Jac.5:16. 10. 1 Joh.2:1. 11. 1Joh.1:9. 12. Ps.33:18. 13. Rom.8:26. 14. Luc.22:42. 15. Matth. 26:39 16. Openb.14: 13. 17. Jes.38:2l. 18. Joh.9:7. 19. Jac.1:17.

Kapitel 17 Het gebruik van geneesmiddelen

"Wij zijn arbeiders tezamen met God. "

Ziekte komt nooit zonder oorzaak. De weg wordt bereid en de ziekte uitgenodigd door het negeren van de gezondheids- wetten. Velen lijden als gevolg van de overtredingen van hun ouders. Hoewel zij niet verantwoordelijk zijn voor wat hun ouders hebben gedaan, is het toch hun plicht zich ervan op de hoogte te stellen wat wel en wat geen overtreding van de gezondheidswetten is. Zij zouden de verkeerde gewoonten van hun ouders moeten vermijden en door een juiste leefregel zichzelf in betere conditie brengen.

Het grootste aantal mensen lijdt echter als gevolg van htm eigen verkeerde handelwijze. Zij veronachtzamen de gezond- heidsbeginselen door hun manier van eten, drinken, kleden en werken. Hun overtreden van de natuurwetten heelt bepaalde gevolgen en wanneer ziekte hen trefi, wijten velen hun lijden niet aan de ware oorzaak, maar morren tegen God vanwege hun lijden. Maar God is niet verantwoordelijk voor het lijden dat volgt op het negeren van de natuurwetten.

God heeft ons uitgerust met een zekere hoeveelheid vitale krachten. Hij heeft ons ook geschapen met organen, geschikt om verschillende levenfuncties te handhaven, en Hij wil dat deze organen met elkaar in harmonie zullen werken. Als wij zorgvuldig de levenskrachten in stand houden en het tere mechanisme van het lichaam in orde houden, dan is gezondheid het resultaat; maar als de levenskrachten te snel uitgeput worden, leent het zenuwgestel kracht voor direct gebruik uit de hulpbronnen van kracht, en wanneer een orgaan beschadigd wordt, lijden alle organen daaronder. De natuur verdraagt veel misbruik zonder blijkbaar verzet; dan komt ze in opstand en doet een besliste poging om de gevolgen van de slechte behandeling die ze heeft geleden, te verwijderen. Haar poging om deze toestand te corrigeren komt vaak tot uiting in koorts cn verschillende andere vormen van ziekte.

Verstandige Geneesmiddelen

Alsde gezondheid zo lang misbruikt is dat ziektevolgt,kan de lijder dikwijls voor zichzelf doen wat niemand anders voor hem kan doen. Het eerste wat gedaan moet worden, is zekerheid verkrijgen over het ware karakter van de ziekte, en dan moet men verstandig te werk gaan om de oorzaak weg te nemen. Als de hannonieuze werking van het gestel uit het evenwicht is geraakt door overwerk, overeten, of andere onregelmatigheden, tracht dan niet de moeilijkheid op te hefi`en door toediening van giftige medicijnen.

De Dieetkuur

Te veel eten is dikwijls de oorzaak van ziekte, en wat de natuur dan het meest nodig heelt, is dat zij ontdaan wordt van de last die haar is opgelegd. In vele gevallen van ziekte is de beste remedie voor de patiënt één of twee maaltijden vasten, zodat de overwerkte verteringsorganen

121 Gezin en Gezondeid

de gelegenheid hebben tot rust te komen. Een fruitdieet voor een paar dagen heeft mensen, die hersenarbeid verrichten, vaak grote verlichting gebracht. Heel vaak is een korte tijd van totale onthouding van voedsel, gevolgd door eenvoudig, matig eten, het middel geweest dat tot genezing leidde door de herstellende krachten van de natuur zelf. Een matig dieet gedurende een maand of twee zal vele lijders ervan overtuigen, dat zelfverloochening het pad naar gezondheid is.

Rust als Geneesmiddel

Sommigen maken zichzelf ziek door overwerk. Voor deze lieden is rust, vrijheid van zorgen en een karig dieet een eerste vereiste voor herstel van gezondheid. Voor hen die vennoeid in het hoofd zijn en nerveus door onafgebroken werk in gesloten ruimten, zal vakantie op het land, waar zij eenvoudig, vrij van zorgen kunnen leven en in nauw contact kunnen komen met de natuur, van groot nut zijn. Dwalen door de velden en de bossen, bloemen plukken en naar het zingen van vogels luisteren, zal veel meer voor herstel doen dan enig ander middel.

Het Gebruik van Water

In gezondheid en ziekte is zuiver water een van °s hemels kostbaarste zegeningen. Het juiste gebruik daarvan bevordert de gezondheid. Het is de drank die God beschikte om de dorst van mens en dier te lessen. Het vrije gebruik van water om te drinken voorziet in de behoeften van het gestel en helpt de natuur om ziekte te weerstaan. De uitwendige toepassing van water is een van de gemakkelijkste en meest bevredigende manieren om de circulatie van het bloed te reguleren. Een koud of koel bad is een uitstekend versterkingsmiddel. Warme baden openen de poriën en helpen om gifstoffen uit te scheiden. Warme zowel als lauwe baden kahneren de zenuwen en regelen de circulatie.

Maar velen hebben nooit het nuttige effect van het juiste gebruik van water door ervaring geleerd en zij zijn er bang voor. Waterbehandelingen worden niet naar behoren op prijs gesteld en de kundige toepassing ervan vereist werk dat velen weigeren uit te voeren. Maar niemand mag zich verontschuldigd voelen voor onwetendheid of onverschilligheid in dit opzicht. Er zijn vele manieren waarop water kan worden toegepast om pijn te verlichten en ziekte tot stilstand te brengen. Iedereen zou het toepassen van deze eenvoudige behandelingen thuis moeten kennen. Moeders vooral zouden moeten weten hoe zij voor hun gezin in gezondheid zowel als in ziekte kunnen zorgen.

Het Nut van Beweging

In beweging zijn is een wet van ons wezen. Ieder orgaan in ons lichaam heeft zijn toegewezen taak, en van de vervulling van die taak hangt de ontwikkeling en de kracht van het lichaam af. De normale werking van alle organen geeft kracht en energie, terwijl de neiging tot misbruik naar verval en dood leiden. Bind een arm in een draagdoek, als is het

122 Gezin en Gezondeid

maar voor een paar weken, en u zult zien, dat die zwakker is dan die u normaal, gedurende dezelfde tijd gebruikt hebt. Inactiviteit geefi hetzelfde effect op het gehele spierstelsel.

Inactiviteit is een vruchtbare oorzaak van ziekte. Beweging versnelt en reguleert de circulatie van het bloed, maar in ledigheid circuleert het bloed niet voldoende en de veranderingen daarin, die zo nodig zijn tot leven en gezondheid, vinden niet plaats. De huid wordt ook inactief; onreine stoffen worden niet uitgescheiden zoals het hoort in een circulatie die versneld is door energieke beweging, waardoor de huid in een gezonde conditie wordt gehouden en de longen gevoed worden met overvloed van zuivere, frisse lucht. Deze toestand van het gestel werpt een dubbele last op de uitscheidingsorganen en ziekte is het gevolg.

Invaliden moeten niet aangemoedigd worden tot inactiviteit. Warmeer er eenzijdig emstige overbelasting is geweest, zal volledige rust gedurende korte tijd emstige ziekte afwenden; maar in het geval van blijvende invaliditeit is het zelden nodig om alle activiteit uit te sluiten.

Wie ingestort is door geestelijke arbeid moet nist hebben van vermoeiende gedachten; maar men zou hen erop moeten wijzen dat het gevaarlijk is de mentale krachten helemaal niet te gebruiken. Velen zijn geneigd om hun conditie te beschouwen als emstiger dan die in werkelijkheid is. Deze gemoedstoestand is ongunstig voor de genezing en moet niet aangemoedigd worden.

Predikanten, leraars, studenten en andere hoofdwerkers lijden dikwijls aan ziekten als gevolg van emstige mentale belasting die niet verlicht wordt door lichaamsbeweging. Wat deze personen nodig hebben is een meer actief leven. Strikt matige gewoonten, gecombineerd met voldoende beweging, zouden zowel geestelijke als lichamelijke kracht verzekeren en weer- standsvermogen aan alle hersenarbeiders geven. Zij die hun lichamelijke krachten overbelast hebben, zouden niet aangemoedigd moeten worden om handenarbeid geheel te laten varen. Maar wil arbeid het grootste nut opleveren, dan moet dat systematisch en aangenaam zijn. Beweging in de buitenlucht is het beste; het moet zo gepland zijn, dat alle organen die verzwakt zijn, erdoor versterkt worden; en het moet van harte gedaan worden, handenarbeid moet nooit ontaarden in geestdodend gezwoeg.

Wanneer invaliden niets hebben om hun tijd en aandacht aan te besteden, worden hun gedachten op zichzelf gericht en zij worden humeurig en prikkelbaar. Vaak verwijlen hun gedachtenbijhetfeitdatzijzichnietgoed voelen,totdatzijtenslottedenkendatzijveel zieker zijn dan zij in feite zijn en zij helemaal tot niets meer in staat zijn.

In al deze gevallen zou goed gerichte lichaamsbeweging een effectief genezend middel blijken te zijn. In sommige gevallen is het omnisbaar voor het herstel van de gezondheid. De wil komt met de handenarbeid; en wat deze invaliden behoeven, is dat hun wil wordt opgewekt. Als de wilskracht sluimert, wordt de verbeeldingskracht abnormaal en is het omnogelijk om ziekte te weerstaan.

123 Gezin en Gezondeid

Geen of onvoldoende beweging is de grootste vloek die op de meeste invaliden kon komen. Lichte bezigheden is nuttige arbeid die geest en lichaam niet belast, heeft een gelukkige invloed op beide. Het versterkt de spieren, bevordert de circulatie en geeft de invaliden voldoening te weten dat zij niet helemaal nutteloos zijn in deze drukke wereld. Zij kunneneerst misschienmaarweinigdoen, maarzullenspoedighunkrachtenvoelentoenemen en de hoeveelheid werk kan overeenkomstig venneer- derd worden.

Beweging helpt diegenen die aan spijsverteringsstoomissen lijden door de organen de gezonde impuls te geven. Omniddellijk na het eten bezig zijn met een zware studie of zware lichamelijke arbeid, verhinderd de spijsvertering; maar een korte wandeling na het maal, met het hoofd rechtop en de schouders achterwaarts, is van groot nut.

Niettegenstaande alles wat gezegd en geschreven is over het belang ervan, zijn er nog steeds velen, die lichaamsbeweging veronachtzamen. Sommigen worden corpulent omdat het sys- teem gehinderd wordt; anderen worden dun en slap, omdat hun levenskrachten uitgeput raken bij het uitscheiden van een overmaat van voedsel. De lever wordt belast in zijn poging om het bloed te reinigen van gifstoffen en ziekte is het resultaat. Mensen met zittende levensgewoonten moeten, wanneer het weer het toelaat, elke dag in de open lucht oefeningen doen, zomer en winter. Wandelen is verkieslijker dan rijden, want het brengt meer spieren tot werken. De longen worden gedwongen tot gezonde werkzaamheid, omdat het omnogelijk is om stevig te wandelen zonder diep adem te halen. Zulke lichaamsbeweging zou in vele gevallen beter zijn voor de gezondheid dan medicijnen. Artsen adviseren hun patiënten vaak om een zeereis te maken, naar een of andere minerale bron te gaan, of verschillende plaatsen te bezoeken voor verandering van klimaat, terwijl in de meeste gevallen, als zij matig zouden eten en blijmoedig gezonde beweging nemen, zij herstel van gezondheid zouden vinden en tijd en geld besparen.

124 Gezin en Gezondeid

Kapitel 18 Genezing voor de geest

"De gemeenschap van de ziel met Hem die het leven is. "

De relatie die tussen geest en lichaam bestaat, is heel innig. Wanneer de ene is aangedaan, voelt de ander mee. De geestestoestand beïnvloed de gezondheid veel meer dan menig- een besefi. Vele van de ziekten waaraan mensen lijden, zijn het resultaat van geestelijke depressie. Verdriet, angst, ontevredenheid, zelfverwijt, schuld, wantrouwen, hebben alle de neiging om afbreuk te doen aan de levenskrachten en leiden tot verval en dood.

Ziekte wordt dikwijls veroorzaakt en vaak verergerd door inbeelding. Velen zijn levenslang invalide, die gezond hadden kumren zijn als zij zich dat slechts indachtig maakten. Velen verbeelden zich dat het blootstaan aan een weersverandering ziekte veroorzaakt en de kwade gevolgen worden teweeggebracht door de verwachting ervan. Velen sterven aan ziekten waarvan de oorzaak alleen verbeelding is.

Moed, hoop, geloof, sympathie en liefde bevorderen gezond- heid en verlengen het leven. Een tevreden gemoed en een opgewekte geest betekenen gezondheid voor het lichaam en kracht voor de ziel. "Een vrolijk hart bevordert de genezing." (1)

In de behandeling van zieken moet het effect van geestelijke beïnvloeding niet over het hoofd worden gezien. Juist toegepast, is deze invloed een van de meest effectieve middelen om ziekte te bestrijden.

Beheersing van Geest over Geest, Hypnose

Er is echter een vomr van genezing door beïnvloeding van de geest, de psychotherapie, die één van de meest effectieve middelen ten kwade is. Door deze zogenoemde wetenschap wordt de ene geest onder de beheersing van een andere gebracht, zodat de persoonlijkheid van de zwakkere opgaat in die van de sterkere geest. De ene persoon handelt volgens de wil van de andere. Zo wordt beweerd, dat de gedachtegang veranderd kan worden, zodat genezende impulsen kunnen worden meegedeeld cn de patiënten in staat kunnen worden gesteld ziekten te weerstaan en te overwinnen.

Deze geneesmethode is toegepast door personen die onbekend waren met de werkelijke aard en strekking daarvan en die geloofden dat het een nuttig middel voor zieken was. Maar deze zogenaamde wetenschap is gebaseerd op valse beginselen. Zij is vreemd aan de natuur en de geest van Christus. Het leidt niet tot Hem, die het leven is en verlossing biedt. Hij, die de geest tot zichzelf trekt, brengt ze ertoe zich af te scheiden van de ware Bron van haar kracht.

Het is niet Gods bedoeling dat iemand zijn geest aan de wil van een ander overgeeft tot beheersingeneenpassiefinstrumentwordtinzijnhanden.Niemand moetzijnpersoonlijkheid laten opgaan in die van een ander. Hij mag niet op een ander mens zien als de bron van

125 Gezin en Gezondeid

genezing. Hij is aflrankelijk van God. In de waardigheid van zijn Godgegeven menszijn moet hij door God zelf worden beheerst en niet door een ander mens. God wenst de mensen in verbinding met Zichzelf te brengen. ln al Zijn betrekkingen met de mens erkent Hij het beginsel van de persoonlijke verantwoordelijkheid. Hij zoekt een gevoel van persoonlijke aflrankelijkheid aan te moedigen en de behoefte aan persoonlijke leiding te benadrukken. Hij wenst de mens in verbinding te brengen met het goddelijke, zodat de mens veranderd wordt in goddelijke gelijkenis. Satan werkt om dit doel te verijdelen. Hij zoekt de mensen van elkaar aflrankelijk te maken. Wanneer de geest van God is afgeleid, kan de verzoeker hen onder zijn heerschappij brengen. Dan kan hij de mens beheersen.

De theorie dat de geest van de een de geest van iemand anders beheerst, vindt zijn oorsprong in de satan, om zichzelf te introduceren als de voomaamste, om menselijke filosofieën in de plaats te brengen van goddelijke filosofie. Van alle dwalingen die aanvaard worden door belijdende christenen is geen bedrog zo gevaarlijk, geen die de mens meer van God afbrengt, dan deze. Onschuldig als het mag schijnen, zal het, op de patiënten uitgeoefend, tot hun ondergang leiden en niet tot hun genezing. Het opent de deur, waardoor de satan bezit kan nemen van de geest die overgegeven wordt tot beheersing en van de geest die beheerst.

Angstwekkend is de macht, die op deze wijze gegeven wordt aan kwaadwillende mannen en vrouwen. Welke gelegenheid geefi dit niet aan degenen die leven om zich te bevoordelen uit de zwakheden of dwaasheden van anderen! Hoevelen, die door het beheersen van zwakken en zieken een middel zien om hun hartstochten te bevredigen en uit zijn op winstbejag! Er is iets beters voor ons om ons in te verdiepen dan de beheersing van mensen door mensen. De arts moet de mensen leren om van het menselijke op het goddelijke te zien. In plaats van de zieken te leren om van mensen afliankelijk te zijn voor genezing van ziel en lichaam, zou hij hen moeten wijzen op die Ene, die volkomen kan redden, allen die tot Hem komen. Hij die de mens gemaakt heefl, weet wat de geest nodig heeft. God alleen is Degene die genezen kan. Zij die een zieke geest en een ziek lichaam hebben, moeten op Christus zien, de Heehneester. "Want Ik leef en gij zult leven," zegt Hij. (2)

Dit is het leven dat de zieken aangeboden moet worden, vertel hen, dat als ze geloof hebben in Christus als Degene die herstelt, als zij met Hem samenwerken, de gezondheidswetten gehoor- zamen, en streven naar volmaakte heiligheid in vreze, dan zal Hij hun Zijn leven meedelen. Wanneer we Christus op deze wijze voorstellen, delen wij kracht mede, een sterkte, die van waarde is; want zij komt van boven. Dit is de ware wetenschap voor de genezing van ziel en lichaam.

Medeleven

Er is veel wijsheid nodig in de behandeling van ziekten die door de geest veroorzaakt zijn. Een bekommerd, ziek hart en een ontmoedigde zieke geest hebben een milde behandeling nodig. Heel vaak zijn huiselijke moeilijkheden net een kanker, die zich doorvreet tot in de ziel

126 Gezin en Gezondeid

en de levenskrachten opslorpt. En soms is het dat wroeging over zonde het gestel ondennijnt en de geest uit balans brengt. Deze klasse van zieken bereikt men slechts door teder medeleven, wil men enig succes boeken. De arts zou eerst hun vertrouwen moeten winnen en hun dan op de grote Geneesheer wijzen. Als hun geloof gericht kan worden op de grote Arts, en zij vertrouwen hebben dat Hij borg staat voor hun geval, zal hun dit opluchting geven en vaak ook gezondheid voor het lichaam.

Medeleven en tact zullen dikwijls van groter nut voor zieken blijken te zijn dan de kundigste behandeling, die op een koude, onpersoonlijke manier gegeven wordt. Wanneer een arts aan het ziekbed komt op een lusteloze, zorgeloze manier, en met weinig belangstelling naar de patiënt kijkt, en door woord en daad de indruk wekt dat het geval niet veel aandacht vereist en de patiënt dan aan zijn eigen gedachten overlaat, heeft hij die patiënt beslist schade berokkend. De twijfel en de ontmoedig- ing door zo”n onverschilligheid veroorzaakt, zullen vaak het goede effect van de geneesmiddelen die hij misschien voorschrijfi, tegenwerken.

Als artsen zich in de plaats konden stellen van degene die een temeergedrukte geest en een verzwakte wil heeft door het lijden en die naar woorden van medeleven en zekerheid verlangt, zouden zij beter voorbereid zijn om de gevoelens naar waarde te beoordelen. Wamreer de liefde en de sympathie die Christus voor zieken openbaarde, gecombineerd werden met de kennis van de arts, zou zijn aanwezigheid een zegen zijn.

Openhartigheid in de omgang met een patiënt inspireert hem met veitrouwen en blijkt zo een belangnjke hulp tot herstel. Er zijn artsen die het een verstandige politiek vinden om voor een patiënt de aard en oorzaak van de ziekte waaraan deze lijdt, verborgen te houden. Velen, vrezend de patiënt op te winden of te ontmoedigen door de waarheid te vertellen, geven valse hoop op genezing en laten zelfs toe dat de patiënt ten grave daalt zonder hem te waarschuwen voor dat gevaar. Dit alles is onverstandig. Het kan zijn dat het niet altijd veilig of goed is om de patiënt de gehele strekking van het gevaar te verklaren. Dat zou hem kumien alarmeren en het herstel vertragen of zelfs tegenwerken. Noch kan de hele waarheid altijd verteld worden aan zieken met denkbeeldige kwalen. Velen van deze personen kunnen niet met argumenten benaderd worden en hebben zich er niet aan gewend zeltbeheersing te beoefenen.

Zij hebben vreemde fantasieën en verbeelden zich vele dingen die onwaar zijn betreffende zichzelf en anderen. Voor hen zijn deze dingen realiteit en degenen die hen verzorgen, moeten altijd vriendelijk blijven en onvennoeid, geduldig en tactvol. Als deze zieken de waarheid over zichzelf werd verteld, zouden sommigen beledigd zijn, anderen ontmoedigd. Christus zei tot de discipelen: "Nog veel heb ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen." (3) Maar ofschoon de waarheid niet bij alle gelegenheden verteld kan worden, is het nooit nodig of gerechtvaardigd om te misleiden. Nooit moeten artsen of verpleegsters zich verlagen tot uitvluchten. Wie dit doet plaats zichzelf waar God niet met hem kan samenwerken; en door

127 Gezin en Gezondeid

het verspelen van het vertrouwen van de patiënten, geeft hij een van de meest eíïectieve menselijke hulpmiddelen tot hun herstel uit handen.

De Macht van de Wil

De macht van de wil wordt niet voldoende naar waarde geschat zoals het zou moeten. Houdt de wil wakker en doelgericht en zij zal energie meedelen aan het gehele wezen en zal een wonderbare hulp zijn in de handhaving van de gezondheid. I_-Iet is ook een macht in de behandeling van ziekte. Op de juiste wijze beoefend, zou zij de verbeeldingskracht beheersen en een machtig middel zijn in het weerstaan en overwinnen van geestes- en lichamelijke ziekten. Door de oefening van de wilskracht kan men zich in de juiste relatie tot het leven plaatsen en daannee kan de patiënt veel doen in samenwerking met de pogingen van de arts voor het herstel. Er zijn duizenden die hun gezondheid kunnen herkrijgen als zij dat willen.

De Here wil niet dat zij ziek zijn. Hij wil dat zij gezond en gelukkig zijn en zij moeten besluiten Zijn wil te volgen en gezond te zijn. Dikwijls kunnen invaliden ziekte weerstaan, door eenvou- digweg te weigeren aan ongesteldheden toe te geven en werkeloos neer te zitten. Breng ze ertoe, zich boven hun pijnen en pijntjes uit te werken en deel te nemen aan bezigheden die aangepast zijn aan hun krachten. Door zulke bezigheden en het vnje genot van zonlicht en buitenlucht kunnen vele uitgeteerde zieken hun gezondheid en kracht herwimien.

Bijbelse Beginselen van Genezing

Voor hen die de gezondheid willen herwimien en behouden is er een les in het Schriftwoord: "En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest." (4) Niet door opwinding of vergetelheid, veroorzaakt door onnatuurlijke of ongezonde stimulerende middelen, noch door onmatig toegeven aan lagere lusten en harstochten, wordt ware genezing of verfrissing van lichaam en ziel gevonden. Onder de zieken zijn er velen zonder God en zonder hoop. Zij lijden aan onbevredigde verlangens, ongebreidelde harstochten en de veroordeling van hun eigen geweten; zij verliezen hun greep op dit leven en zij hebben geen uitzicht op het toekomstige leven.

Laatdeverzorgersvan dezeziekennietdenkendeze mensengoedtedoendoorhenfrivole, opwindende zaken toe te staan.

Dezezijndevloekvan hunlevengeweest.Dehongerige,dorstigeziel zalblijvenhongeren en dorsten zolang zij daarin voldoening zoeken. Degenen die uit de fontein van zelfzuchtig plezier drinken, worden bedrogen. Zij houden vrolijkheid voor kracht en als de opwinding voorbij is, houdt hun inspiratie op en zij zijn overgeleverd aan ontevredenheid en mistroostigheid. Blijvende vrede, ware geestelijke rust, heefi maar één Bron. Hiervan sprak Christus toen Hij zei: "Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal U rust geven."

(5) "Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u." (6) Deze vrede is niet iets dat Hij los van Zichzelf geeft. Die is in Christus en wij kunnen die

128 Gezin en Gezondeid

alleen ontvangen als wij Hem ontvangen. Christus is de Br,n des levens. Wat velen nodig hebben is een duidelijker kennis van Hem; zij moeten vriendelijk, geduldig, maar toch ernstig onderrichtworden,hoehetgehelewezenopengesteldkanwordenvoordegenezendekrachten van de hemel. Wanneer het zonlicht van Gods liefde de duistere kamers van het hart verlicht, zullenrustelozevermoeidheidenonvoldaanheidver-dwijnenenvoldoeninggevendevreugde zal de geest levenskracht schenken, en gezondheid en energie aan het lichaam.

Hulp in Iedere Beproeving

Wij zijn in een wereld van lijden. Moeilijkheden, beproevingen en zorgen wachten ons langs de gehele weg naar het hemelse tehuis. Maar er zijn velen, die de lasten van het leven dubbel zo zwaar maken door voortdurend moeilijkheden te verwachten. Als zij tegenspoeden of teleurstellingen ontmoeten, denken zij dat alles verloren gaat, dat hun lot het zwaarste is van allen, dat zij zeker gebrek zullen moeten lijden. Zo brengen zij ellende over zichzelf en werpen een schaduw op allen om hen heen. Het leven zelf wordt hun een last. Maar dat behoeft in het geheel niet. Het vereist vastbesloten inspanning om hun gedachtegang te veranderen. Maar de verandering kan tot stand komen. Hun geluk, zowel voor dit leven als voor het toekomstig leven, hangt af van het richten van hun gedachten op prettige zaken. Leer hen af te zien van het duistere schilderij dat men zich inbeeldt, naar de zegeningen die God op hun pad heefi gestrooid en nog verder naar het ongeziene en het eeuwige. Voor iedere moeilijkheid heeft God hulp voorzien.

Toen Israël in de woestijn bij de bittere wateren van Mara kwam, riep Mozes tot de Here. De Here gaf niet één of ander nieuw middel; Hij vestigde de aandacht op dat wat voor de hand lag. Een struik die Hij geschapen had, moest in de bron geworpen worden om het water zuiver en zoet te maken. Toen dit gebeurd was, dronk het volk van het water en het werd verfiist. Als wij Hem zoeken, geefi Christus ons in iedere moeilijkheid hulp. Onze ogen zullen geopend worden om de genezende belofien die in Zijn woord gegeven zijn, te ontdekken. De Heilige Geest zal ons leren hoe wij elke zegen moeten gebruiken tot tegengif voor verdriet. Voor iedere bittere teug die ons aan de lippen komt, zullen wij een genezende twijg vinden.

Wij moeten niet toelaten dat de toekomst met haar problemen cn haar onbevredigende vooruitzichtenonzehartenaanhetwankelenbrengt,onzeknieëndoetknikkenenonzehanden verslapt. "Laat hen Mijn bescherming aangrijpen," zegt de Machtige, "en vrede met Mij maken; en hij zal vrede met Mij maken." (7) Zij die hun leven aan Zijn leiding hebben overgegeven en tot Zijn dienst bereid zijn, zullen nooit in omstandigheden geplaatst worden, waarvoor Hij geen voorzor- gen genomen heefi. Hoe de situatie ook is, als wij Zijn woord doen, hebben wij een Gids om ons de weg te wijzen, wij hebben een Raadsman, wat onze zorgen ook zijn, verlies of eenzaamheid, wij hebben een meevoelende Vriend.

Als wij in onze onwetendheid misstappen begaan, zal de Here ons niet verlaten. Wij behoeven ons nooit eenzaam te voelen. Engelen zijn onze metgezellen. De Trooster, die

129 Gezin en Gezondeid

Christus ons in Zijn naam beloofde te zenden, blijft bij ons. Op de weg die naar de godsstad leidt, zijn geen moeilijkheden die degenen, die op Hem vertrouwen, niet zouden kunnen overwinnen. Er zijn geen moeilijkheden waaraan wij niet ktmnen ontkomen. Er is niet één zorg, niet één droefheid, niet één menselijke zwaklreid, waarvoor Hij geen oplossing heelt.

Niemand behoefi zich aan ontmoediging en wanhoop over te geven. Satan kan tot u komen met de wrede suggestie: "Jouw geval is hopeloos, jij bent niet te redden." Maar in Christus is er hoop voor u. God vraagt ons niet om in onze kracht te overwinnen. Hij vraagt ons om dicht aan Zijn zijde te komen. Onder welke moeilijkheden wij ook gebukt gaan, wat ons geestelijk en lichamelijk ook temeerdrukt, Hij wacht op ons om ons vrij te maken.

Hij, die menselijkheid op Zich nam, weet hoe met de lijdende mensheid mee te voelen. Christus kent niet alleen iedere ziel, en de bijzondere noden en verzoekingen van die ziel, maar Hij kent ook alle omstandigheden die de geest pijnigen en verwarren. Zijn hand is uitgestrekt in medelijdende tederheid naar ieder lijdend kind. Die het meeste lijden, krijgen het meeste van Zijn medeleven en medelijden. Hij wordt geraakt door het zien van onze gebreken en Hij vraagt ons, onze verwaning en moeilijk- heden aan Zijn voeten te leggen en ze daar te laten.

Het is niet verstandig op onszelf te zien en onze gevoelens te bestuderen. Als wij dit doen, zal de vijand ons moeilijkheden en verzoekingen voor ogen houden die ons geloof verzwakken en onze moed vemietigen. Onze emoties nader te bestuderen en gevolg te geven aan onze gevoelens zal twijfel brengen en onszelf verwarren. Wij moeten naar Jezus zien en niet op onszelf.

Wanneer verzoekingen ons overvallen, wanneer rgen, verwarring en duistemis onze ziel schijnen te omringeï kijk dan naar de plaats waar u het laatst licht zag. Rust in Christus” liefde en onder Zijn beschennende zorg. Wanneer zonde om de ovennacht worstelt in het hart, wanneer schuld de ziel temeer drukt en het geweten bezwaart, wanneer ongeloof de geest benevelt, bedenk dan dat de genade van Christus genoeg is om de zonde te onderwerpen en de duistemis te verdrijven. Door in gemeenschap met Christus te treden, gaan wij een omgeving van vrede bimen.

De Genezende Beloften

"De Here verlost de ziel van Zijn knechten: allen die bij Hem schuilen, zullen niet boeten."

(8)

(9)

"In de vreze des Heren ligt sterke gerustheid, zelfs voor Zijn zonen is er een schuilplaats."

"Maar Sion zegt, de Here heeft mij verlaten... En de Here heeft mij vergeten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfennen zou over het kind van haar schoot?

130 Gezin en Gezondeid

Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in Mijn handpalmen gegrifi." (10)

"Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn heilrijke rechterhand." (11)

"Gij die door Mij gedragen zijt van moeders lijf aan, opgenomen van de moederschoot af. Tot den ouderdom ben Ik dezelfde; en tot de grijsheid toe kan Ik u torsen; Ik heb het gedaan, en Ik zal dragen; Ik zal torsen en redden." (12)

Dankbaarheid en Lofzegging

Niets zal de gezondheid van lichaam en ziel zo zeer bevorderen als een geest van dankbaarheid en lofprij zing. Het is een positieve plicht melancholie, ondankbare gedachten en gevoelens te weerstaan, een even grote plicht als om te bidden. Als wij op weg zijn naar de hemel, hoe kumien wij dan als een groep rouwenden, kreunenden en klagenden onderweg zijn naar het tehuis van onze Vader?

Die belijdende christenen, die voortdurend klagen en opge- wektheid en geluk een zonde schijnen te vinden, hebben geen ware godsdienst. Wie een droevig plezier vinden in alles wat melancholiek is in de natuurlijke wereld, die liever naar dode bladeren kijken dan mooie levende bloemen verzamelen, die geen schoonheid zien in grote berghoogten en in dalen met levend groen begroeid; en hun zintuigen afsluiten voor de blijde stem die tot hen spreekt uit de natuur, en die zoet als muziek tot het luisterend oor spreekt - deze zijn niet in Christus. Zij verzamelen voor zichzelf somberheid en duistemis, waar zij licht mochten hebben, ja de Zon der Gerechtigheid, oprijzend in hun harten met genezing onder haar vleugelen. Het gebeurt dikwijls dat uw geest beneveld is door pijn. Probeer dan om niet te denken. U weet dat Jezus u lieflieeft. Hij begrijpt uw zwakheid. U kunt Zijn wil doen door eenvou- digweg in Zijn armen te rusten.

Het is een natuurwet dat onze gedachten en gevoelens versterkt worden als wij er uiting aangeven.Waarwoordengedachtenuitdrukken,ishetookwaar,dateropgedachtenwoorden volgen. Als wij veel meer uitdrukking geven van ons geloof, meer vreugde zouden scheppen in de zegeningen die wij ontvangen hebben - de grote genade en liefde van God - zouden wij een groter geloof en meer liefde hebben. Geen tong kan uiting geven, geen sterfelijke geest kan zich de zegeningen voorstellen, die resulteren uit de waardering van Gods goedheid en liefde. Zelfs op aarde kunnen wij vreugde hebben als een overvloeiende bron, die nooit opdroogt, omdat zij gevoed wordt door de stroom die uit de troon van God vloeit.

Laten wij dan onze harten en lippen trainen om God te loven voor Zijn mateloze liefde. Laten wij onze harten trainen om hoopvol te zijn en te verblijven in het licht dat van Golgotlia schijnt. Nooit zouden wij mogenvergeten dat wijkinderen zijn van dehemelseKoning, zonen

131 Gezin en Gezondeid

en dochters van de Heer der heirscharen. Het is ons voorrecht een kalme nist in God te handhaven.

"En de vrede van Christus regere in uw harten; en weest dankbaar." (13) Laten wij onze moeilijkheden en problemen vergeten en God loven voor de ons geboden gelegenheid om voor de heerlijkheid van Zijn naam te leven. Laat de frisse zegeningen van elke nieuwe dag lofzegging in onze harten wekken voor deze tekenen van Zijn liefdevolle zorg. Wanneer u uw ogen in de morgen opent, dank God, dat Hij u door de nacht behouden heeft. Dank Hem voor de vrede in uw hart. Laat “s morgens, ”s middags en °s avonds uw dank als lieflijke geur hemelwaaits stijgen.

Wanneer iemand vraagt, hoe u zich voelt, probeer dan met iets treurigs te zeggen om zijn medeleven op te wekken. Praat niet over uw gebrek aan geloof en uw zorgen en lijden. De verzoeker schept behagen in zulke woorden. Wanneer wij over sombere onderwerpen praten, zijn wij bezig hem te verheerlijken. Wij moeten onze gedachten niet over de grote macht van de satan laten gaan die ons wil overwinnen. Laten wij in plaats daarvan spreken over de grote macht van God waarmee Hij al onze belangen verenigt met die van Hemzelf. Vertel over de oneindige macht van Christus en spreek van Zijn heerlijkheid. De gehele hemel stelt belang in onze redding. De engelen van God, duizenden en duizenden, en tienduizendmaal tienduizenden, worden uitgezonden ten dienste van hen, die erfgenaam zullen zijn van de verlossing. Zij beschemien ons tegen het kwaad en verdrijven machten der duisternis die onze ondergang zoeken. Hebben wij geen reden om ieder moment dankbaar te zijn, zelfs wanneer er schijnbaar moeilijkheden op ons pad liggen?

Zing Lofliederen

Druk lof en dank uit in gezang. Wanneer u verzocht wordt, geef dan geen uiting aan uw gevoelens, maar laten wij een lied van dank aan God opzenden.

Wij prijzen U, God, voor de komst van Uw Zoon Voor de Heiland, die stierf en nu leeft op Uw troon.

Wij prijzen U, God, voor het licht van uw Geest Dat ons leidt tot de Heiland, die zondaars geneest. Wij prijzen U, God, voor het Lam, ons geslacht, Dat met U ons verzoent heeft en tot U gebracht. Verlevendig ons, ja, ven/ul ”t harte weer Met de gloed van de liefde van Jezus, de Heer. Geef nieuw leven weer, wek de doden op Heer; Dat zij komen tot U en U leven ter eer.

Refrein: Halleluja! U zij d°ere, Halleluja! Amen; Halleluja! U zij d”ere, O, trek ons tot Hem.

Zingen is een wapen dat we altijd kunnen toepassen tegen ontmoediging. Als wij ons hart openenvoorde aanwezigheidvande Verlosser,zullen wij gezondheid genietenenZijnzegen.

132 Gezin en Gezondeid

Looft de Here, want Hij is goed, Want Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Dat de verlosten des Here zo spreken, Die Hij uit de macht van de tegenstander heeft verlost.(14)

"Zingt Hem, psalmzingt Hem, Gewaagt van al Zijn wonderen. Beroemt u in Zijn Heilige naam, Het hart van wie de Here zoeken, verheuge zich." (15)

"Omdat Hij de dorstende ziel heeft gelaafd En de hongerende ziel met het goede heeft vervuld. Er waren er, die in donkerheid en diepe duistemis zaten, Gebonden in ellende en ijzer. Omdat zij de woorden Gods hadden weerstreefd En de raad des Allerhoogste versmaad, Had Hij htm hart door moeite vemedcrd; Zij struikelden en er was geen helper, Toen riepen zij tot den Here in hun benauwdheid, En Hij verloste hen uit hun angsten; Hij voerde hen uit donkerheid en diepe duistemis En verscheurde hun banden. Dat zij de Here loven om Zijn goedertierenheid En om Zijn wonderen aan de mensenkinderen!" (16)

"Wat buigt gij u neder, om mijn ziel, En wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, Mijn Verlosser en mijn Godl" (17)

"Dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Jezus Christus ten opzichte van u." (18)

Dit gebod is een verzekering dat zelfs dingen, die ons tegen schijnen te zijn, zullen uitwerken tot ons bestwil. God zegt ons niet om dankbaar te zijn voor dingen die ons schade zouden doen. "De Here is mijn licht en mijn heil, Voor wie zou ik vrezen? De Here is mijn levensveste, Voor wie zou ik vervaard zijn?" (19)

Want Hij bergt mij in Zijn hut Ten dage deze kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots, En nu heft mijn hoofd zich op Boven mijn vijanden rondom mij; Daarom wil ik in Zijn tent oíferen, offers met geschal, Ik wil psalmzingen, ja psahnzingen de Here. (20)

"Vurig wachtte ik op de Here, Toen neigde Hij Zich tot mij en hoorde mijn hulpgeroep, Hij trok mij op uit de kuil van het verderf, Uit het slijk van de modderpoel; Hij stelde mij voeten op de rots, Mijn schreden maakte Hij vast, Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, Een lofzang aan onze God." (21)

"DeHereis mijnkrachtenmijnschild;OpHemvertrouwde mijnhartenikwerdgeholpen. Daarom juicht mijn hart En loof ik Hem met mijn lied." (22)

Goed doen

Een van de factoren die het herstel van de zieken het meest in de weg staan, is hun aandacht, die op zichzelf gericht is. Vele langdurig zieken denken dat iedereen hun steun en hulp moeten geven, terwijl wat zij nodig hebben, is hun aandacht van zichzelf af te keren om aan anderen te denken en voor anderen te zorgen.

133 Gezin en Gezondeid

Dikwijls wordt om gebed gevraagd voor lij denden, bezorgden en ontmoedigden, en dat is juist. Wij moeten bidden dat God licht zendt in de duistere geest en troost aan hen die een hart vol zorg dragen. Maar God beantwoordt gebeden voor hen, die zich plaatsen in het kanaal van Zijn zegeningen. Terwijl wij gebeden opzenden voor deze bekommerden, moeten wij hen aanmoedigen om anderen, meer behoeftig dan zijzelf, te helpen. De duistemis zal uit hun eigen hart verdreven worden als zij trachten anderen te helpen: Als wij anderen zoeken te troosten met de troost waarmee wij geholpen zijn, komt de zegen naar ons terug.

Het achtenvijfiigste hoofdstuk van Jesaja is een voorschrifi voor ziekten van lichaam en ziel. Als wij gezondheid en ware vreugde in dit leven wensen, moeten wij dit voorschrift in praktijk brengen. Van de dienst, die voor Hem aanvaardbaar is en de zegenmgen daarop, zegt de Here:

"Is het niet, dat gij voor de hongerige uw brood breekt en arme zwervelingen in uw huis brengt, ja, als gij een naakte ziet, dat gij hem bekleedt en u niet onttrekt aan uw eigen vlees en bloed? Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad en uw wond zich spoedig sluiten; uw heil zal voor u uitgaan, de heerlijkheid des Heren zal uw achterhoede zijn. Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; Als gij om hulp roept, zal de Here zeggen: Hier ben Ik. Wanneer gij uit uw midden het juk wegdoet, het wij zen met de vinger, en het spreken van boosheid nalaat, wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukte verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de Here zal u voortdurend leiden, U in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt." (23)

Goede daden zij tweemaal een zegen, zij zijn een zegen voor zowel de gever als de ontvanger van de vriendelijkheid. Het bewustzijn van goed te doen is een van de beste medicijnen voor een ziek lichaam en een zieke geest. Wanneer de geest vrij is en opgeruimd door een gevoel van zijn plicht welgedaan te hebben en de voldoening van geluk gebracht te hebben aan anderen, brengt een opwekkende, verheffende invloed nieuw leven aan het gehele wezen.

Laat de zieke, in plaats van voortdurend om medeleven te vragen, een mogelijkheid zoeken, die te geven. Wentel de last van eigen zwakheid, zorgen en pijn op de medelij dende Verlosser. Open uw hart voor Zijn liefde en laat die uitvloeien naar anderen. Bedenk dat allen moeilijkheden hebben die zwaar te dragen zijn, verzoekingen die moeilijk zijn te weerstaan, en u zou iets kunnen doen om deze lasten te verlichten. Druk dankbaarheid uit voor de zegeningen die u geniet; toon waardering voor de attenties, die u ontvangt. Houd het hart vol van de kostbare belofien van God, zodat u uit deze schat woorden kunt putten, die tot troost en versterking van anderen kunnen zijn. Dit zal u omringen met een atmosfeer die hulp en verlichting brengt. Streef emaar om tot zegen voor allen om u heen te zijn en u zult wegen vinden om hulpvaardig te zijn voor de leden van uw gezin en voor anderen.

134 Gezin en Gezondeid

Als zij, die aan een slechte gezondheid lijden, zichzelf zouden vergeten in belangstelling voor anderen; als zij het gebod van de Here om dienstwerk te doen voor anderen, behoefiiger dan zij, zouden opvolgen, zouden zij de waarde van het profetische woord beseffen: "Dan zal uw licht opgaan als de morgen en uw gezondheid zich spoedig herstellen."

Verwijzingen: 1. Spr.17:22. 9 Spr.14:26. 17. Ps.42:12. 2. Joh.14:19. 10. Jes. 49:14-16. 18. 1 Thess.5:18. 3. Ioh.16:12. 11. Jes.41:10. 19. Ps.27:1. 4. Ef.5:18. 12. Jes.46:3,4. 20. Ps.27:5,6. 5. Matth.11:28. 13. Col.3:15. 21. Ps.40:1-4. 6. Joh.l4:27. 14. Ps.107:l,2. 22. Ps.28:7. 7. Jes.27:5. 15. Ps.105.:2,3. 23. Jes.58:7-11. 8. Ps.34:22. 16. Ps.107:9-15.

135 Gezin en Gezondeid

Kapitel 19 In contact met de natuur

"Laat ons voortgaan, de velden in. "

De Schepper koos voor onze eerste voorouders een omgeving die het beste geschikt was voor hun gezondheid en geluk. Hij plaatste ze niet in een paleis, of omringde ze met kunstmatige versieringen en weelde, waar zo velen vandaag voor worstelen om die te bemachtigen. Hij plaatste hen in nauwe aanraking met de natuur en in nauwe gemeenschap met de heilige hemelbewoners.

In de hof die God als tehuis bereid had voor Zijn kinderen, begroetten sierlijke struiken en tere bloemen het oog aan alle kanten. Er waren allerlei soorten bomen, waarvan vele beladen met geurig, heerlijk fruit. Op de takken kweelden vogels hun lofliederen. In hun schaduw speelden en stoeiden schepseltjes zonder vrees met elkander.

Adam en Eva genoten in hun onbevlekte reinheid van alle vergezichten en geluiden van Eden. God gaf hun werk in een tuin, "om die te bewerken en te bewaren." (1) Het dagelijkse werk bracht hen gezondheid en blijdschap en het gelukkige paar begroette hun Schepper met vreugde als Hij hen in de koelte van de dag kwam opzoeken en met hen wandelde en sprak. Elke dag leerde God hun Zijn lessen.

Het levensplan dat God onze eerste ouders toewees, bevat lessen voor ons. Ofschoon de zonde zijn schaduw over de aarde heefi geworpen, wenst God dat Zijn kinderen vreugde vinden in de werken van Zijn hand. Hoe nauwkeuriger Zijn levensplan wordt opgevolgd, hoe wonderlijker Hij werken zal in het herstel van de lijdende mensheid. De zieken hebben er behoefte aan in nauw contact gebracht te worden met de natuur. Een leven buiten, te midden van een natuurlijke omgeving, zal wonderen verrichten voor menige hulpeloze en bijna hopeloze zieke. Het lawaai en de opwinding en verwarring van de steden, het leven binnenshuis is erg vennoeiend en uitputtend voor zieken. De lucht is beladen met rook en stof, met gifiige gassen en ziektekiemen, en is een gevaar voor het leven. De zieken, meestal tussen vier muren ingesloten, gaan zich als gevangenen voelen in hun kamers. Zij kijken uit op huizen en plaveisels en zich haastende menigten, misschien zonder zelfs een glimp van de blauwe lucht of zonneschijn, van gras of bloemen of een boom. Op deze manier opgesloten, broeden zij over hun lijden en zorgen, en raken ten prooi aan htm eigen droevige gedachten.

En voor de moreel zwakken zijn de steden vol gevaren. Daar worden patiënten, die een onnatuurlijke eetlust te overwinnen hebben, voortdurend blootgesteld aan verzoekingen. Wat zij nodig hebben, is geplaatst te worden te midden van een nieuwe omgeving, waar hun gedachtegang zal veranderen; zij moeten geplaatst worden onder invloeden die geheel verschillend zijn van die, welke hun leven verwoest hebben. Plaats hen voor een tijd buiten het bereik van die invloeden, die van God afleiden, in een zuivere atmosfeer.

136 Gezin en Gezondeid

Instituten voor de verzorging van zieken zouden veel meer succes hebben als zij ver van de stad gelegen konden zijn. En zover als mogelijk is, zouden allen, die herstel van hun gezondheid zoeken, zich te midden van een landelijke omgeving moeten plaatsen, waar zij voordeel kunnen hebben van het buitenleven. De natuur is Gods geneesheer. De zuivere lucht, de blij de zonneschijn, de bloemen en de bomen, de boomgaarden, en de beweging in de buitenlucht te midden van deze omgeving, bevorderen de gezondheid en wekken nieuw leven.

Artsen en verpleegsters moeten hun patiënten aanmoedigen veel in de openlucht door te brengen. Het buitenleven is de enige medicijn die veel zieken nodig hebben. Het heeft een wonderbaarlijk vermogen om ziekten te genezen, die veroorzaakt zijn door opwindingen en buitensporigheden van de gangbare manier van leven, een leven, dat verzwakt en de krachten van lichaam, ziel en geest vemietigt. Hoe weldadig zijn de rust en de vrijheid van het land niet voor zieken, die vermoeid zijn door het stadsleven, het verblindende schijnsel van de vele lichten en het lawaai op de straat! Hoe gretig keren zij zich niet tot de taferelen in de natuur! Hoe blij zouden zij zijn om in de openlucht te zitten, te genieten in de zonneschijn, en om de geur van de bloemen en de bomen in te ademen! Er zijn levengevende eigenschappen in de balsem van de pijnboom, in de geur van de ceder en de spar, en andere bomen hebben ook gezond makende eigenschappen.

Voor de chronisch zieke is niets zo goed voor het herstel van gezondheid en geluk als het leven te midden van een aantrekkelijke landelijke omgeving. Hier kunnen de meest hulpelozen in de zomeschijn of in de schaduw zitten of liggen. Zij behoeven slechts de ogen opte slaan omboven zichhet mooie gebladerte tezien.Eenzoetgevoelvan rust enverfrissing komt over hen als zij luisteren naar de fluistering van de wind. De kwijnende geest herleeft. De wegebbende krachten worden opgewekt. Onbewust komt er vrede in de ziel, de snelle pols wordt kahn en regelmatig.

Als de zieken sterker worden, zullen zij het wagen enkele stappen te doen om wat van de lieflijke bloemen te plukken, de kostbare boodschappers van Gods liefde aan Zijn lijdende familie hier beneden. Plannen moeten beraamd worden om de patiënten buiten te houden. Voor hen, die in staat zijn tot werk, zou enig prettig licht werk gereed moeten liggen. Laat hen zien, hoe plezierig en nuttig dit buitenwerk is. Moedig ze aan de frisse buitenlucht diep in te ademen. Leer hen de diepe ademhaling en de buikspieren bij het ademen en spreken te oefenen. Deze training zal van onschatbare waarde voor hen zijn. Beweging in de openlucht zou voorschrifi moeten zijn als een levengevende noodzaak. En voor zulke oefeningen is er niets beter dan het bewerken van de bodem.

Geef de patiënten bloembedden om voorte zorgen, of werk te doen in de boomgaard of groentetuin. Als zij aangemoedigd worden om hun kamers te verlaten of tijd te besteden in de openlucht, voor bloemen te zorgen of ander licht, prettig werk te doen, zal hun aandacht van zichzelf en hun narigheden afgeleid worden. Hoe meer de patiënt buiten gehouden kan worden, hoe minder zorg hij eisen zal. Hoe opgewekter zijn omgeving, hoe hoopvoller hij zal

137 Gezin en Gezondeid

zijn. In huis opgesloten, al is dat ook nog zo elegant gemeubileerd, zal hij kribbig en somber worden. Omring hem met schone dingen uit de natuur; plaats hem waar hij bloemen kan zien groeien en vogels hoort zingen, en zijn hart zal in zingen uitbarsten in harmonie met de Vogelzang. Verlichting zal komen in lichaam en geest. Het intellect wordt gewekt, het voorstellingsvennogen verlevendigd en de geest bereid gemaakt om de schoonheid van Gods woord te waarderen.

In de natuur kan altijd wat gevonden worden om de aandacht van de zieken van zichzelf af tewendenenhungedachtenop Godte richten.Omringddoor Zijn wonderbaarlijkewerken, wordt de geest omhoog gericht van de zichtbare naar onzichtbare dingen. De schoonheid van de natuur leidt de gedachten naar het hemels tehuis, waar niets de lieflijkheid zal ontsieren, niets vuil zal worden, niets vemield worden, niets dat ziekte of dood veroorzaakt.

Laat de artsen en verplegenden uit de natuur onderwerpen halen, die lessen van God leren. Laat hen de patiënten op Hem wijzen, Wiens hand de mooie bomen gemaakt heeft, het gras en de bloemen; moedig hen aan in iedere knop en bloem de uitdrukking van Zijn liefde voor Zijn kinderen te zien. Hij, die voor de vogels en de bloemen zorgt, zal ook zorgen voor de wezens die naar Zijn eigen beeld geschapen zijn. Buiten, te midden van de dingen die God geschapen heeft, de frisse, levengevende lucht inademend, kan de zieken het beste verteld worden van het nieuwe leven in Christus. Hier kan Gods woord gelezen worden. Hier kan het licht van Christus” gerechtigheid schijnen in de harten, verduisterd door de zonde. Mannen en vrouwen met een grote behoefte aan lichamelijk en geestelijke genezing worden zo in contact gebracht met hen, wiens woorden en daden tot Christus wllen trekken. Zij moeten onder de invloed gebracht worden van de Grote Medische Zendeling, die beide, ziel en lichaam genezen kan. Zij moeten het verhaal horen van de liefde van de Verlosser, van de vrije vergiffenis waarin voorzien wordt voor allen, die tot Hem komen en hun zonden belijden.

Onder invloeden als deze, zullen vele lijdenden op de weg ten leven geleid worden. Hemelse engelen werken samen met mensen om moed en hoop, vreugde en vrede in de harten van de zieken en lij denden te brengen. Onder zulke condities worden de zieken dubbel gezegend en velen vinden hun gezondheid terug. De wankele stappen herkrijgen hun veerkracht. De ogen herkrij gen glans. De hopelozen worden hoopvol. Het eens mistroostige gezicht krijgt een uitdrukking van blijdschap. De klagende tonen in de stem maken plaats voor opgewektheid en tevredenheid.

Als de lichamelijke gezondheid herwonnen is, zijn mannen en vrouwen beter in staat dat geloof in Christus te beoefenen, dat de gezondheid van de ziel verzekert. In het bewustzijn van vergeven zonden ligt onuitsprekelijke vrede, blijdschap en rust. De benevelde hoop van de christen wordt verhelderd. Het Woord drukt het geloof als volgt uit:

138 Gezin en Gezondeid

"Godisonseentoevluchteneensterkte,tenzeerstebevondeneenhulpinbenauwdheden."

(2)

"Al ging ik ook in een dal van de schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen; want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij." (3)

"Hij geefi de moede kracht en de machteloze venneerdert Hij sterkte." (4)

Verwijzingen: 1. Gen.2:l5. 2. Ps.46:2. 3. Ps.23:4. 4. Jes.40:29.

139 Gezin en Gezondeid

Kapitel 20 Algemene hygenië

"Gij zijt Gods tempel. "

"Daar zal op generlei wijze iets onreins binnenkomen. "

De wetenschap dat de mens een tempel Gods is, een woning voor de openbaring van Zijn heerlijkheid, zou het voomaamste motief moeten zijn voor de zorg en ontwikkeling van onze lichamelijke vermogens. De Schepper heeft het menselijke lichaam gans wonderbaar toebereid en Hij gebiedt ons dat tot onderwerp van studie te maken, de behoeften van het lichaam te begrijpen en ons deel te doen in het voorkomen van schade en verontreiniging.

De Circulatie van het Bloed

Teneinde een goede gezondheid te genieten, moeten wij goed bloed hebben; want het bloed is de levensstroom. Het herstelt slijtage en voedt het lichaam. Wanneer het van de juiste bestanddelenvoorzien,gereinigdengevitaliseerdwordtdoorcontact metzuiverelucht,draagt het leven en energie naar ieder deel van het gestel. Hoe vohnaakter de circulatie, des te beter dit werk verricht wordt.

Bij elke hartslag moet het bloed snel en gemakkelijk zijn weg naar alle delen van het lichaam vinden. De circulatie mag niet gehinderd worden door te nauwe kleding of banden, of door onvoldoende bedekking van de ledematen. Wat de circulatie hindert, dringt het bloed terug naar de vitale organen en veroorzaakt stuwing. Hoofdpijn, hoest, hartkloppingen en een slechte spijsvertering zijn vaak het gevolg.

Ademhaling

Om goed bloed te krijgen, moeten wij goed ademhalen. Volle diepe teugen zuivere lucht, die de longen met zuurstof vullen, reinigen het bloed. Zij geven het een heldere kleur en zenden de levengevende stroom naar ieder lichaamsdeel. Een goede ademhaling kahneert de zenuwen, stimuleertde eetlust, bevordert de spijsvertering en eengezonde,verfrissendeslaap. De longen moeten de grootst mogelijke vrijheid krijgen. De capaciteit wordt door vrije beweging ontwikkeld en gaat achteruit, wanneer zij verkrampt en samengeperst wordt. Daarvan komen de slechte gevolgen, die in de praktijk zo dikwijls voorkomen, speciaal bij zittend werk waar men zich overheen buigt. In deze houding is het onmogelijk om diep adem te halen. Oppervlakkige ademhaling wordt spoedig een gewoonte en de longen verliezen het vemrogen omzich uittezetten.Eengelijksoortigeffectzietmenbijte nauwinrijgen.Er wordt geen voldoende ruimte aan het lagere deel van de romp gelaten, de buikspieren, die bestemd zijn om te helpen bij de ademhaling, kumren hun werk niet goed doen en de longen worden beperkt in hun beweging.

Zo wordt een onvoldoende hoeveelheid zuurstof ontvangen. Het bloed stroomt langzamer. De giftige afvalstoffen, die door de longen uitgeademd moeten worden, blijven behouden en het bloed wordt onzuiver. Niet alleen de longen, maar de maag, lever en hersenen lijden

140 Gezin en Gezondeid

daaronder. De huid wordt slap en bleek, de spijsvertering vertraagd; het hart krijgt het zwaar te verduren; de hersenen raken beneveld; de gedachten worden verward; somberheid zet zich vast in de geest; het gehele gestel raakt bedrukt en inactief, en wordt bijzonder vatbaar voor ziekten.

Zuivere Lucht

De longen stoten voortdurend verontreinigingen af en zij hebben een constante behoefie aan verse lucht. Verontreinigde lucht voorziet niet in de benodigde hoeveelheid zuurstof en het bloed gaat naar de hersenen en andere organen zonder gevita- liseerd te zijn. Vandaar de noodzaak van een grondige ventilatie. Het leven in besloten, slecht geventileerde ruimten, waar de lucht dood en bedorven is, verzwakt het gehele gestel. Men wordt bijzonder gevoelig voor de invloed van kou en een lichte blootstelling daaraan veroorzaakt ziekte. Een langdurig verblijf bimienshuis maakt vele vrouwen bleek en zwak. Zij ademen dezelfde lucht steeds weer opnieuw in, tot het beladen is met gifstofien, uitgeworpen door de longen en huidporiën; en zo worden de verontreinigingen opnieuw in het bloed gebracht.

Ventilatie en Zonlicht

Bij de constructie van openbare gebouwen en bij de woning- bouw moeten voorzieningen worden getroffen voor een goede ventilatie en een overvloed van zonlicht. Kerken en scholen gaanhier dikwijlsaan mank.Hetveronachtzamen van een juiste ventilatieis verantwoordelijk voor de sufñgheid en duflreid, die het effect van menige preek vemietigen en het werk van de leraar zwaar en moeilijk maakt.

Voorzover mogelijk moet woningbouw plaatsvinden op hoge, goed gedraineerde grond. Dit zal heel wat ziekte voorkomen, die door vocht en muflieid ontstaat. Deze zaak wordt dikwijls te licht opgevat. Voortdurende slechte gezondheid, emstige ziekten en vele sterfgevallen zijn het resultaat van de vochtigheid en malaria als gevolg van de slechte drainering in laag liggende streken.

Bij het bouwen van huizen is het van speciaal belang zich van grondige ventilatie en overvloed van zonlicht te verzekeren. Er moet een luchtstroom en een overvloed van licht in elke kamer van het huis zijn. Slaapkamers moeten zo zijn ingericht, dat er dag en nacht een vrije circulatie van lucht is. Geen kamer is geschikt om als slaapkamer gebruikt te worden, tenzij ze dagelijks gelucht en door de zon beschenen kan worden. In vele landen moeten de slaapkamers voorzien worden van verwanningsmogelijkheden, zodat zij door en door verwarmd en gedroogd kumien worden bij koud en vochtig weer. De logeerkamer zou gelijke zorgen moeten krijgen als de kamers die voortdurend in gebruik zijn. Evenals de andere slaapkamers moet ze fris en zonnig gelegen zijn en voorzien van verwanningsmogelijkheid om vochtigheid te voorkomen. Wie in een zonloze kamer, of in een slechtgelucht en slechtgedroogd bed slaapt, doet dat met risico voor zijn gezondheid en dikwijls voor zijn leven.

141 Gezin en Gezondeid

Bij het bouwen trefi`en velen zorgvuldige voorzieningen voor htm planten en bloemen. De kas of het raam, daarvoor bestemd, is warm en zomig; want zonder wannte, lucht en zomieschijnzoudenplantennietkunnenleven enbloeien.Alsdezevoorwaardennoodzakelijk zijn voor het leven van de planten, hoeveel noodzakelijker zijn ze dan niet voor onze eigen gezondheid, die van ons gezin en die van de gasten! Als wij onze woning tot een verblijfplaats van gezondheid en geluk zouden willen maken, moeten wij zorgen dat die hemelse zegeningen die de gezondheid bevorderen, vrije toegang hebben.

Doe afstand van zware gordijnen, open de ramen en blinden, laat geen klimplanten, hoe mooi ook, uw ramen beschaduwen, sta dicht bij het huis geen bomen toe die binnenvallend zonlicht zouden kunnen belemmeren. Het zonlicht zou de bekleding en de vloerbedekking kunnen verbleken en uw schilderijlijsten verfletsen; het zal een gezonde kleur op de wangen van de kinderen brengen.

Zij die voor de bejaarden zorgen, moeten zich bedenken, dat deze speciale warme, geriefelijke kamers nodig hebben. De levenskracht neemt af met het klimmen der jaren en laten minder vitaliteit achter om ongezonde invloeden te weerstaan; vandaar de grotere behoefte van bejaarden aan een overvloed van zonlicht en frisse, zuivere lucht.

Zindelijkheid

Angstvallige zindelijkheid is een eerste vereiste voor licha- melijke en geestelijke gezondheid. Verontreiriigingen worden voortdurend door het lichaam uitgescheiden via de huid. De miljoenen poriën zijn snel verstopt, tenzij ze worden schoon- gehouden door veelvuldig baden, en de afvalstoffen die door de huid afgescheiden moeten worden, kunnen een bijkomende belasting vomien voor de andere uitscheidingsorganen. De meeste mensen zouden veel nut kunnen hebben van een dagelijks koel of lauw bad, 's morgens of “s avonds. In plaats van een toenemende vatbaarheid voor koude, versterkt een goed genomen bad tegen de koude; het bloed wordt naar de oppervlakte gebracht en de circulatie gaat vlotter en regelmatiger. De geest en het lichaam worden beide verlevendigd. De spieren worden soepeler, het verstand helderder. Het bad kalmeert de zenuwen. Baden stimuleert de ingewanden, de maag en de lever; het stimuleert al deze organen en bevordert de spijsvertering. Het is belangrijk dat de kleding rein wordt gehouden. De kleding absorbeert de afvalstoffen die door de poriën worden uitgescheiden; als deze niet dikwijls verschoond en gewassen worden, zullen verontreinigingen opnieuw geabsorbeerd worden door de huid.

Iedere vorm van onreinheid kan tot ziekte leiden, dodelijke kicmen vemieerderen zich in donkere, vergeten hoeken, in bedervend afval, in vocht en schimmel en mufheid. Geen groente-afval of hopen gevallen bladeren mogen dicht bij het huis blijven liggen om te vergaan en de lucht te vergifiigen. Niets onreins of bederfelijks moet in de woning getolereerd worden. In plaatsen of steden die als gezond beschouwd werden, is menige epidemie van

142 Gezin en Gezondeid

koorts nagegaan en de oorzaak bleek rottend afval nabij de woning van een of andere zorgeloze huishoudster.

Vohnaakte zindelijkheid, overvloed van zonlicht, zorgvuldige aandacht voor hygiënische verzorging in iedere klemiglieid van het huiselijk leven, zijn vereist om vrij van ziekte te blijven en voor de vrolijkheid en de levenskracht van de medebewoners van het huis.

143 Gezin en Gezondeid

Kapitel 21 Hygiëne bij de Israëlieten

Er is gezondheid in gehoorzaamheid aan Gods Wet.

Indeleerdie _Godaan Israëlgaf,kreeg de instandhoudingvan de gezondheid zorgvuldige aandacht. Het volk dat uit de slavemij was gekomen met de onreine en ongezonde gewoonten die dat met zich meebraeht, werd in de woestijn onderworpen aan strenge tucht voor zij Kanaän bimierikwainen. Gezond- heidsbeginselen werden hun geleerd en wetten van hygiëne opgelegd.

Het Voorkomen van Ziekte

Niet alleen in hun godsdienst, maar in alle Zaken van het dagelijks leven werd het onderscheid tussen rein en onrein nageleefd. Allen die in aanraking kwamen met besmettelijke fiekten werden geisoleerd van het kamp en het werd hen niet ktïeåestaan terug tekeren, voordat zowel depersoonals deL ing grondig gereinigd was. Inhetgevaldat iemand aan een verontreinigende ziekte leed, werd de volgende aanwijzing gegeven:

"Elk bed waarop hij, die de vloeiing heeft, ligt, is onrein Elk voorwerp warop hij zit, is onrein. Ieder die zijn bed aanraakt. Zal zijn klederen wassen, zich m water baden en onrein zijn tot aan de avond. Wie zit op een voorwerp, waarop hij die dc Vloelmg heeft, gezeten heeft, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot aan de avond. Wie het lichaam van hem... aanraakt, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot aan de avond... een ieder die iets aanraakt dat onder hem is, zal onrein zijn tot aan de avond; wie dit opneemt, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot aan de avond. En ieder die... aanraakt, zonder de handen met water te hebben afgespeeld, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot de avond. Het aardewerk... aanraakt, zal stukgeslagen worden, en elk houten voorwerp zal met water afgespoeld worden." (1)

De wet aangaande melaatsheid is ook een illustratie van de grondigheid waarmee deze regels werden opgelegd: "Zolang hij de plaag heefi, blijfi hij onrein; hij is onrein; afgezonderd zal hij wonen, buiten de legerplaats zal zijn verblijf zijn. Wanneer een kleed de plaag der melaatsheid zal zijn, aan een wollen of linnen kleed, hetzij aan de sehering, hetzij aan de inslagvanhetlinnenof vanhetwol,of aanlederof ietsvanledergemaakt;...hetzaldepriester getoond worden. Wanneer de aangetaste plek zich heeft uitgebreid, dan is de plaag een kwaadaardig melaatsheid, het is onrein. Hij zal het kleed verbranden, want het is een kwaadaardige melaatsheid, met vuur zal het verbrand worden." (2)

Zo ook, wanneer het huis bewijs leverde van een toestand dat het besmet was en daarom onveilig voor bewoning, werd het vemietigd. De priester moest "het huis omverhalen, zijn stenen en zijn houtwerk en al het leem van het huis en men zal het buiten de stad brengen op een onreine plaats. En hij die in het huis komt gedurende al die dagen dat men het afgesloten

144 Gezin en Gezondeid

heeft, zal onrein zijn tot aan de avond. En hij die zich te slapen legt in dat huis, zal zijn klederen wassen; ook hij die in het huis eet, zal zijn klederen wassen." (3)

Zindelijkheid

De noodzaak van persoonlijke zindelijkheid werd op de meest indrukwekkende wijze geleerd. Alvorens te vergaderen bij de berg Sinaï om naar de proclamatie van de wet door de stem van God te luisteren, werd van het volk geëist om hun klederen en zichzelf te wassen. De aanwijzing werd gegeven op straffe des doods. Geen verontreiniging werd in tegenwoordigheid van God toegestaan.

Gedurende de trektocht door de woestijn waren de Israëlieten bijna voortdurend in de openlucht, waar onreine stoffen veel minder invloed hebben dan op de bewoners van gesloten huizen. Maar de meest strikte waameming van reinheid werd vereist, binnen in en om de tenten. Geen afval mocht bimien of rondom de legerplaats blijven liggen. Want de Here, uw God, wandelt in uw legerplaats, om u te redden en uw vijanden aan u over te geven; daarom zal uw legerplaats heilig zijn, zodat Hij niets onbehoorlijks ziet en Zich niet van u afwendt.

De Voeding

Het onderscheid tussen rein en onrein werd gemaakt in alle zaken betreffende de voeding: "Ik ben de Here uw God, die u van de andere volken heb afgezonderd. Maakt dan scheiding tussen rein en onrein vee, en tussen reine en onreine vogels, opdat gij uzelf niet verfoeilijk maakt door vee en vogels en alles wat op de aarde kruipt, die ik u ontzegd heb door het onrein te verklaren." (5) Vele voedselartikelen, die door de heidenen rondom gegeten werden, waren voor de Israëlieten verboden. Het was geen willekeurig onderscheid, dat gemaakt werd. De verboden zaken waren ongezond. En het feit dat zij onrein genoemd werden, leerde de les, dat het gebruik van schadelijk voedsel verontreini gt. Dat wat het lichaam schade doet, heeft de tendens om ook de ziel te schaden. Het maakt de gebruiker ongeschikt tot gemeen- schap met God, maakt hem ongeschikt voor hoge, heilige dienst.

Voordelen en Regels

In het beloofde land werd de discipline, die in de woestijn begomien was voor de vonning van de juiste leefgewoonten, voortgezet onder gunstiger omstandigheden. Het volk werd niet in steden samengedrongen, maar ieder gezin had zijn eigen landelijke bezitting, die allen de gezondheid brengende zegenin- gen van een natuurlijk, onbedorven leven verzekerde. Aangaande de losbandige, wrede praktijken van de Kanaänieten, die door de Israëlieten verdreven waren, zei de Here:

"Wandelt niet naar de inzettingen van dat volk, dat Ik voor u uitdnjf; want al deze dingen hebben zij gedaan, zodat lk een afschuw van hen gekregen heb." (6) "En gij zult geen gruwel in uw huis brengen, zodat gij zelf evenzo onder de ban zoudt komen." (7)

145 Gezin en Gezondeid
(4)

In alle zaken van het dagelijks leven werden de Israëlieten de lessen geleerd, die door de Heilige Geest als volgt onder woorden zijn gebracht:

"Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!" (8)

Verblijden

"Een vrolijk hart bevordert de genezing." (9) Dankbaarheid, blijdschap, weldadigheid en vertrouwen in Gods liefde en zorg, - zijn de grootste beveiliging van de gezondheid. Voor de Israëlieten was dat dé sleutel tot het leven.

De reis die driemaal per jaar naar de jaarlijkse feesten te Jeruzalem gemaakt werd, en de week van het looíthutten feest waren gelegenheden voor recreatie buiten en voor het sociale leven. Deze feesten waren tijden van blijdschap, die nog veraangenaamd werden door een gastvrij welkom aan vreemdelingen, de Levieten en de annen.

"Gij zult u verheugen over al het goede, dat de Here, uw God, u en uw huis gegeven heeft: Gij, de Leviet en de vreemdeling, die in uw midden is." (10)

Toen in latere jaren de Wet van God in Jeruzalem werd voorgelezen aan de terugkerende ballingen uit Babylon en het volk weende over hun overtredingen werden de genadevolle woorden gesproken:

"Ween niet... Gaat heen, eet lekkemijen en drinkt zoete dranken en zend aan ieder voor wie niet bereid is, een deel, want deze dag is onze Here heilig: wees dus niet verdrietig, want de vreugde in de Here, die is uw toevlucht." (11)

En er werd in al de steden en in Jeruzalem aangekondigd: "Trekt uit naar het gebergte en brengt loof van de olijfboom, van de olijfwilg, van de mirt, van pahnen, van loofbomen, om loofhutten te maken, zoals geschreven staat. Het volk trok uit en zij haalden loof en maakten zich loofltutten, ieder op zijn dak en in de hoven en in de voorhoven van het huis Gods en op het plein van de Wateipoort en op het plein van de Efraïmpoort. De gehele gemeente van hen die uit de ballingschap waren teruggekeerd, maakte loofliutten en woonde in die loofliutten... Er heerste dus een zeer grote vreugde." (12)

Resultaten van het gehoorzamen van Gods wet God gaf Israël aanwijzingen in alle beginselen die van wezenlijk belang waren voor de lichamelijke zowel als voor de morele gezondheid, en het was evengoed voor deze beginselen als voor de morele wet, dat Hij hun gebood: "Wat Ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden, en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan de poorten." (13)

146 Gezin en Gezondeid

"Wanneer later uw zoon u vraagt: Wat zijn dat voor getuigenissen, inzettingen en verordeningen, die de Here ons opgelegd heelt? Dan zult gij tot uw zoon zeggen... De Here gebood ons al deze inzettingen te onderhouden, en de Here onze God te vrezen, opdat het ons altijd wèl zou gaan en Hij ons in het leven zou behouden, zoals dit heden het geval is." (14)

Hadden de Israëlieten deze aanwijzingen die zij ontvangen hadden, gehoorzaamd, en van de voordelen geprofiteerd, zij zouden een voorbeeld van gezondheid en welvaart zijn geweest voor de wereld. Als zij als volk geleefd hadden overeenkomstig Gods plan, zij zouden behoed zijn tegen ziekten die andere volken teisterden. Zij zouden boven ieder ander volk lichamelijke kracht en intellectuele vennogens gehad hebben. Zij zouden het machtigste volk van de aarde zijn geweest. God zei: "Gezegend zult gij zijn boven alle volken." (15)

"De Here heeft heden van u het woord aanvaard, dat gij zijn eigen volk zult zijn, zoals Hij u gezegd heelt, en dat gij al Zijn geboden zult onderhouden - dan zal Hij u verheffen tot een lof, een naam en een sieraad, boven alle volken die Hij geschapen heefi en dan zult gij een volk zijn, geheiligd aan de Here, uw God, zoals Hij gezegd heefi."(16)

"De volgende zegeningen zullen alle over u komen en uw deel worden, indien gij luistert naar de stem van de Here, uw God: Gezegend zult gij zijn in de stad en gezegend op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, en de vrucht van uw bodem en de vrucht van uw vee: de worp van uw runderen en de dracht van uw kleinvee. Gezegend zij uw mand en uw baktrog. Gezegend zult gij zijn bij uw ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang." (17)

"De Here zal over u de zegen gebieden in al uw schuren en in alles wat gij ondemeemt; Hij zal u zegenen in het land dat de Here uw God u geven zal. De Here zal u als een heilig volk bevestigen, zoals Hij u gezworen heefi, indien gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt en in Zijn wegen wandelt. Dan zullen alle volken der aarde zien, dat de naam des Heren over u uitgeroepen is, en zij zullen voor u vrezen. Ook zal de Here u overvloedig het goedeschenken, in devruchtvan uw schoot,de vrucht van uw veeen devrucht van uw bodem - in het land waarvan de Here aan uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het u geven zou. De Here zal Zijn rijke schatkamer, de hemel, voor u openen om u op tijd regen voor uw land te geven en al het werk uwer handen zegenen... De Here zal u stellen tot een hoofd en niet tot een staart, en gij zult opgaan en niet neergaan wanneer gij luistert naar de geboden van de Here uw die Ik u heden opleg om die naarstig te onderhouden." Aan Aäron de hogepriester en zijn zonen werd de aanwijzing gegeven: Zó zult gij de Israëlieten zegenen:

"De Here zegene u en behoedelu; de Here doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. Zo zullen zij Mijn naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen." (19)

De Israëlieten bleven in gebreke om Gods doel te vervullen en ontvingen niet de zegen die de hunne kon zijn geweest. Maar in Jozef en Daniël, in Mozes en Elisa en vele anderen, hebben wij voorbeelden van de resultaten van het ware levensplan. Gelijke trouw zal ook

147 Gezin en Gezondeid

vandaag gelijke resultaten opleveren. De volgende woorden gelden voor ons: "Gij echter, zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk God ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duistemis geroepen heelt tot Zijn wonderbaar licht." (21)

"Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, en wiens vertrouwen in de Here is." (22)

"De rechtvaardige zal groeien als een pahnboom, opschieten als een ceder van de Libanon; Geplant in het huis des Heren groeien zij in de voorhoven van onze God; Zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn." (23)

"Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet Uw sterkte moge zijn als uw levensduur. Daar is niemand als God, o Jeshurun; Hij rijdt langs de hemel als uw Helper en in Zijn hoogheid over de wolken. De eeuwige God is uw woning en onder u Zijn eeuwige annen. Omdat Hij de vijand vóór u verdreef en zeide: Verdelg! Daarom woonde Israel veilig en bleef de bron van Jacob ongestoord in een land van koren en most; Ja, zijn hemel sprenkelt dauw. Welzalig zijt gij, Israël; wie is aan u gelijk? Een volk verlost door de Here, Die een schild uwer hulp en het zwaard uwer hoogheid is!" (20) en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u venneerderen... Dan zult gij uw weg veilig gaan, zonder dat uw voet zich stoot. Indien gij u nederlegt, zult gij niet opschrikken, Maar gij zult u nederleggen en uw slaap zal zoet zijn. Vrees niet voor plotselinge schrik, noch voor de ondergang der goddelozen, als hij komt. Want de Here zal uw betrouwen zijn. Hij zal u voet bewaren, zodat hij niet gegrepen wordt. (24) Vexwij

148 Gezin en Gezondeid
zingen: 1. Lev.15:4-12. 2. Lev.13:46-52. 3. Lev.14:45-47. 4. Deut.23:14. 5. Lev.20:24,25. 6. Lev.20:23. 7. Deut.7:26. 8. 1 Cor.3:l6,17. 9. Spr.17:22. 10 Deut.26:11. 11Neh.8:10,1l. 12 Neh.8:15-17. 13 Deut.6:6-9. 14 Deut.6:20,21,24. 15 Deut.7: 14. 16 Deut.26: 18,19. 17 Deut.28:2-6. 18 Deut.28:8-13. 19 Num.6:23-27. 20 Deut.33 :25-29. 21 1 Petr.2:9. 22 Jer.27:7. 23 Ps.92:13,14. 24 Spr.3:1,2,23-26

"Wat Hij u zegt, doet dat. "

Kapitel 22 Kleding

De Bijbel leert bescheidenheid in kleding. "Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen." (1) Dit verbiedt vertoon in kleding, opzichtige kleuren, overvloedige versieringen. Elk oogmerk om aandacht op zichzelf te vestigen of bewondering te wekken, wordt niet gerekend tot waardige klederdracht die Gods woord voorschrij lt. Onze kleding mag niet kostbaar zijn - niet met "goud of parels, of kostbare tooi." (2)

Geld wordt ons door God toevertrouwd. Het is niet bedoeld om trots en eerzucht te strelen. IndehandenvanGods kinderenishetvoedsel voordehongerigen en kledingvoor denaakten. Het is een verdediging voor de verdrukten, een middel tot gezondheid voor de zieken, een middel om het evangelie aan de annen te brengen. U kunt geluk brengen in vele harten door de middelen die nu aan uiterlijk vertoon besteedt worden, wijs te gebruiken. Beschouw het leven van Christus. Bestudeer Zijn karakter en neem deel met Hem aan zelfverloochening. In de belijdende christelijke wereld wordt genoeg besteed aan juwelen en nodeloos dure kleding om al de hongerigen te voeden en de naakten te kleden. Mode en vertoon slokken de middelen opdieannenenlijdendenhaddenkunnenvertroosten.Zijberovende wereldvanhetevangelie van de liefde van de Verlosser.

Zendingsposten kwijnen. Menigten gaan ten onder door gebrek aan christelijke onderwijzing. Naast onze eigen deur en in vreemde landen blijven heidenen onbeleerd en verloren. Terwijl God de aarde overladen heeft met Zijn overvloed en de opslagloodsen gevuld zijn met de gemakken des levens, terwijl Hij ons zo rijkelijk van Zijn reddende kemiis van waarheid heeft geschonken, welke verontschuldigingen kunnen wij dan aanvoeren dat wij toelaten, dat de noodkreet van de weduwe en de wees, de zieken en de lijdenden, de onwetenden en de verlorenen opstijgt naar de hemel? Als wij op de dag Gods van aangezicht tot aangezicht staan tegenover Hem die zijn leven gaf voor deze behoefiigen, welke verontschuldigingen zullen degenen die hun tijd en geld besteed hebben aan eigen verlangens, die God verboden heeft, dan hebben? Tot dezulken kan Christus niet zeggen: "Ik was hongerig en gij hebt Mij te eten gegeven; ik was dorstig en gij hebt Mij te drinken gegeven;... naakt en gij hebt Mij gekleed; ziek, en in de gevangenis, en gij hebt Mij opgezocht'.7"

Maar onze kleding, ofschoon waardig en eenvoudig, moet van goede kwaliteit zijn en geschikt voor dienst. Er moet meer gelet worden op duurzaamheid dan op opschik. Zij moet warm zijn en goede beschemiing bieden. De wijze vrouw, in de Spreuken beschreven, "vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin draagt dubbele kleding." (3) Onze kleding moetreinzijn, vuilekleding isongezonden onhygiënisch voorlichaamen ziel. "Want gij zijt de tempel van God... Zo iemand de tempel schendt, God zal hem schenden." (4)

149 Gezin en Gezondeid

Kleding moet in alle opzichten gezond zijn. "Boven alle dingen wenst God, dat wij gezond zijn," - gezond naar lichaam en ziel, en wij moeten samenwerken met Hem voor de gezondheid van ziel èn lichaam. Beiden worden bevorderd door gezonde kleding.

Het zou de gratie, de bevalligheid en geschiktheid van ongekunstelde eenvoud moeten hebben. Christus heeft ons gewaarschuwd tegen de hoogmoed des levens, maar niet tegen de gratie en natuurlijke schoonheid. Hij wees naar de bloemen op_ het veld, naar de lelie die zich in reinheid openvouwt, en zei: Zelfs Salomo was in al zijn heerlijkheid niet bekleed als een van deze. (5) Zo illustreert Christus de schoonheid die de hemel waardeert door dingen in de natuur. Waardige gratie, eenvoud, reinheid en geschiktheid maken onze kleding Gode aangenaam. Hij zegt ons dat wij onze ziel moeten bekleden met de mooiste tooi. Geen uiterlijke versiering is in waarde en lieflijkheid te vergelijken met die van een "Zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God." (6) Voor hen die de beginselen van onze Verlosser tot hun gids maken, zijn de volgende woorden een kostbare belofte: "Wat zijt gij bezorgd over kleding?" "Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleed, zal Hij u niet veel meer kleden... Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: "Waarmee zullen wij ons kleden?"... Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en dat alles zal u bovendien geschonken worden." (7)

Standvastige zin bewaart gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. (8)

Heerschappij van de Mode

Wat een tegenstelling is dit tot de verrnoeienis, de rusteloos- heid, de ziekte en ellende, die het gevolg zijn van de heerschappij van de mode! Hoe tegengesteld aan de beginselen die de Schrifi geeft, zijn de vele soorten kleding, die de mode voorschrijft! l)enk aan de stijlen die geheerst hebben in de laatste honderd jaren en zelfs in de laatste paar decemiia. Hoeveel zou, wanneer met volgens de mode, hiervan niet verklaard zijn als onwaardig of ongeschikt; hoeveel zouden niet ongeschikt verklaard worden voor de verfijnde, godvrezende, zichzelf respecterende vrouw.

Het maken van verandenngen in de kleding, enkel ter wille van de mode wordt niet goedgekeurd door het woord van God. Stijlveranderingen en ingewikkelde, kostbare versieringen ver- spillen tijd en middelen van de rijken en verwaarlozen de energie en de ziel. Zij leggen een zware last op de midden- en arme klassen. Velen, die nauwelijks in hun levensonderhoud kumien voorzien en die bij eenvoudige mode hun eigen kleding zouden kunnen maken, worden gedwongen naar de kleennaker te gaan teneinde volgens de laatste mode gekleed te zijn. Menig arm meisje heeft zichzelf wann ondergoed ontzegd en heelt dat met haar leven moeten betalen. Vele anderen, naijverig op het vertoon en elegantie van de rijken, werden verleid het pad van oneerlijkheid en schaamte op te gaan. Menig huisgezin

150 Gezin en Gezondeid

werden gemakken ontzegd, menig echtgenoot tot verduistering gedreven of in bankroet om aan de buitensporige eisen van vrouw en kinderen te voldoen.

Menige vrouw, gedwongen om voor zichzelf of haar kinderen de stijlvolle kleding te maken, is gedoemd te zwoegen. Menige moeder heeft met vermoeide zenuwen en trillende vingers tot ver in de nacht gewerkt om op de kleding van de kinderen versieringen aan te brengen, die niets bijdroegen tot de gezondheid, gemak of echte aantrekkelijkheid daarvan. Om wille van de mode offeit ze haar gezondheid op en de kalmte van geest die zo essentieel is in de juiste leiding van haar kinderen. De ontwikkeling van geest en hart wordt verwaarloosd.

En de ziel kwijnt.

De moeder heeft geen tijd om de beginselen van lichamelijke ontwikkeling te bestuderen, zodat zij kan weten, hoe voor de gezondheid van de kinderen te zorgen. Zij heefi geen tijd om aan hun mentale en geestelijke behoeften te helpen voldoen, geen tijd mede te voelen in hun kleine teleurstellingen en moeilijkheden of hun interesses en hun streven te delen. Bijna zodra ze op de wereld komen, zijn de kinderen aan de invloed van de mode onderhevig. Zij horen meer over de mode dan over hun Verlosser. Zij zien dat hun moeders de modebladen beter bestuderen dan de Bijbel. Men vindt de kleding en de mode belangrijker dan de ontwikkeling van het karakter. Ouders en kinderen worden beroofd van dat, wat het beste, het prettigste en het meest waardevolle van het leven is. Om wille van de mode wordt hun de voorbereiding voor het toekomstige leven ontfutseld.

Lichamelijke Gevolgen van Onjuiste Kleding

Hetwasdevijandvanalhetgoededieaanzette totdeuitvindingvande altijdveranderende modes. Hij verlangt niets zo erg als verdriet te brengen en God oneer aan te doen door ellende en ondergang aan mensen te veroorzaken. Eén van de middelen waarmee hij dit effectief tot stand brengt is mode, die het lichaam verzwakt en geest en ziel doet verschrompelen. De manier van kleden is vaak oorzaak van emstige ziekten en wanneer mensen reeds ziek zijn, dan kan dat door modegrillen nog verergerd worden. In plaats van hun gezondheid te verbeteren voor moeilijke tijden die zeker zullen komen, offeren zij maar al te vaak niet alleen hun gezondheid op, maar ook het leven, en zij laten hun kinderen ellende na in een verzwakt gestel, verdorven gewoonten en valse opvattingen over het leven.

Eén van de meest ongezonde voorschriften is de lange rok die de vloer aanveegt. Vuil, ongemakkelijk, onaangenaam, ongezond - dit alles is van toepassing op de slepende rok. Het is extravagant, om het te veel aan stof die ze vereist en door de nodeloze vennoeienis door de lengte.Enwieeenvrouwineenslependerokgezienheefi,dehandenvolpakjes,ineenpoging de trap op of af te gaan, of in een voertuig te stappen, of door de menigte te lopen, of in de regen, of over een modderige weg, heeft geen ander bewijs nodig voor het ongemak van zo°n rok.

151 Gezin en Gezondeid

Een ander emstig kwaad is het dragen van rokken waarvan het gewicht op de heupen rust. Dit zware gewicht duikt op de inwendige organen, die omlaag worden geduwd en zwakte van de maag veroorzaakt, ook een gevoel van moeheid, waardoor de draagster de neiging krijgt voorover te lopen, wat de longen weer verkrampt en vrije ademhaling bemoeilijkt.

De laatste jaren zijn de gevaren van het samenpersen van de taille zo uitgebreid besproken, dat maar een enkeling daannee onbekend kan zijn; toch is de macht van de mode zo groot dat het kwaad voortduurt.

Door dit gebruik doen vrouwen en meisjes zich onzegbaar veel schade. Het is een eerste vereiste voor de gezondheid, dat de borst ruimte heeñ om zich zo ruim mogelijk te kunnen uitzetten, zodat de longen de volle ademhaling tot stand kunnen brengen. Wanneer de longwerking wordt gehinderd, wordt de hoeveelheid zuurstof die ze binnenkrijgen, venninderd. Het bloed wordt niet voldoende gevitaliseerd en de afvalstoffen, de gifien, die uitgescheiden moeten worden door de longen, blijven zitten. Hierbij komt, dat de circulatie wordt verstoord; en de inwendige organen worden zo verkrampt en verplaatst, dat zij hun werk niet naar behoren kminen vervullen.

Stevig inrijgen verbetert het figuur niet. Een van de voor- naamste vereisten van lichamelijke schoonheid is symmetrie, de harmonische verhoudingen van de delen. En een goed model van lichamelijke ontwikkeling wordt niet gevonden in de vertoonde modellen bij de Franse modemakers, maar in de menselijke gestalte, die ontwikkeld is in overeenstemming met Gods wetten in de natuur. God is de Schepper van alle schoonheid en alleen als wij Zijn ideaal nastreven zullen wij de maatstaf van ware schoonheid benaderen.

Een andere kwade gewoonte die gebruikelijk is, is de onevenredige verdeling van de kleding, zodat sommige delen van het lichaam meer dan nodig bekleed worden, terwijl andere delen onvoldoende bedekt zijn. De voeten en ledematen, die zo ver van de vitale organen verwijderd zijn, moeten speciaal beschermd worden tegen kou door voldoende bekleding. Het is omnogelijk om gezond te zijn, wanneer de uiteinden gewoonlijk koud zijn; want als daar weinig bloed is, zal er in de andere delen van het lichaam te veel bloed zijn. Volmaakte gezondheid vereist een vohnaakte circulatie; maar dit kan niet bereikt worden wanneer drie of viermaal zoveel kleding op het lichaam waar de vitale organen liggen, gedragen wordt, als op de voeten en de benen.

Zeer vele vrouwen zijn nerveus en uitgeput, omdat zij zichzelf zuivere lucht ontzeggen, wat zuiver bloed betekent, de vrijheid van beweging die bloed door de aderen doet stromen, wat gezondheid geefi, en leven en energie. Menige vrouw is chronisch ziek geworden, terwijl zij gezondheid had kmmen genieten, en velen zijn aan tering en andere ziekten gestorven, waar zij de toegemeten levensduur hadden kunnen genieten, als zij zich gekleed hadden overeenkomstig de gezondheidsbeginselen, en vrijelijk beweging hadden genoten in de openlucht.

152 Gezin en Gezondeid

Teneinde zich van de meest gezonde kleding te verzekeren, moet de behoefie van elk lichaamsdeel zorgvuldig bestudeerd worden. De aard van het klimaat, de omgeving, de toestand van de gezondheid, de leeftijd en bezigheden, moeten alle in aanmerking worden genomen. Ieder kledingstuk moet gemakke- lijk zitten, de circulatie van het bloed mag niet gehinderd worden, noch de vrije, volle, natuurlijke ademhaling. Alles wat men draagt, moet zo los zitten, dat bij het opheffen van de armen, de kleding overeenkomstig meegeeft.

Vrouwen met een zwakke gezondheid kunnen veel voor zichzelf doen door verstandige kleding en lichaamsbeweging. Goed op het weer gekleed; zouden zij van beweging buiten kunnen genieten, eerst wat voorzichtig, later wat meer, zoveel als zij verdragen kunnen. Door deze weg te volgen, zouden zij hun gezondheid kunnen hervinden en hun deel doen in het werk op deze wereld.

Onafhankelijk van de Mode

Laten vrouwen, in plaats van te worstelen om aan de eisen van de mode te voldoen, de moed hebben, zich eenvoudig en gezond te kleden. In plaats van ten onder te gaan in de sleur van huishoudelijke bezigheden alleen, lere de echtgenote en moeder tijd te nemen omte lezen, zich goed op de hoogte te houden, een kameraad te zijn voor haar echtgenoot en aandacht te besteden aan de geestelijke ontwikkeling van haar kinderen. Zij moet zich bewust worden van de gelegenheden die zij nu nog heeft om die wijs te benutten en haar geliefden te beïnvloeden voor het hogere leven. Laat haar de tijd nemen om de geliefde Verlosser tot dagelijkse kameraad en goede vriend te maken. Laat haar de tijd nemen voor studie in Zijn woord, tijd om met de kinderen de velden in te wandelen en God te leren kemien door de schoonheid van Zijn werken. Laat haar opgewekt en fleurig zijn en blijven. In plaats van elk moment te besteden aan eindeloos naaiwerk, maak van de avond een gezamenlijk gebeuren, een familiebijeenkomst na dedagelijkse plichten. Menige echtgenootzal daardoor degezelligheid thuis verkiezen boven die van een clubhuis of café. Vele jongens zouden van de straat gehouden worden of uit de snoepwinkel op de hoek. Menig meisje zou gered worden van frivole,misleidendecontacten.Deinvloedvanhethuiselijklevenzou vooroudersenkinderen zij zoals God het bestemd had, een levenslange zegen.

Verwijzingen: 1. 1 Tim 2;9 4. 1 Cor.3:16,17. 7. Matth.6:28,30-33. 2 . 1 Tim 2;9_ 5. Matth.6:29. 8. Jes.26:3. 3. Spr. 31;21 6. 1 Petr. 3:4

153 Gezin en Gezondeid

Kapitel 23 Voeding en gezondheid

"Houdt maaltijd te rechter tijd, als mannen en niet als dronkaards. "

Ons lichaam wordt opgebouwd uit het voedsel dat we eten. Er is een voortdurende afbraak van weefsels in het lichaam; elke beweging van elk orgaan heeft slijtage ten gevolge en deze slijtage wordt hersteld uit het voedsel. Elk orgaan van het lichaam eist zijn deel van de voeding. De hersenen moeten voorzien worden van hun deel; de beenderen, spieren en zenuwen eisen het hunne. Het is een wonderbaarlijk proces dat voedsel in bloed verandert en dit bloed gebruikt om de verschillende delen van het lichaam op te bouwen; maar dit proces gaat ononderbroken voort en voorziet iedere zenuw, spier en vezel van leven en kracht.

Voedselkeuze

Dát voedsel moet gekozen worden, dat het beste voorziet in de elementen, die nodig zijn voor de opbouw van het lichaam. In deze keuze is de eetlust geen veilige gids. Door verkeerde eetgewoonten wordt de eetlust bedorven. Dikwijls vraagt deze voedsel dat de gezondheid schade doet en zwakte brengt in plaats van kracht. Wij kunnen niet veilig geleid worden door de gewoonten van de samenleving. De ziekten en het lijden die overal de overhand hebben, zijn grotendeels te wijten aan de populaire dwalingen ten opzichte van de voeding. Teneinde te weten wat het beste voedsel is, moeten wij Gods oorspronkelijke plan voor het menselijk dieet bestuderen. Hij, die de mens schiep en die zijn behoeften begrijpt, wees Adam zijn voedsel. "Zie," zei Hij, "Ik geef u al het zaaddragend gewas,... en al het geboomte waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen." (l) Na het verlaten van Eden, toen de mens in zijn onderhoud moest voorzien door de aarde te bewerken onder de vloek der zonde, kreeg hij ook toestemming om "het gewas des velds te eten." (2)

Granen, fruit, noten en groenten vormen het dieet, voor ons gekozen door onze Schepper. Dit voedsel, zo eenvoudig en natuurlijk mogelijk bereid, is het meest gezond en voedzaam. Het verleent kracht en uithoudingsvennogen en een levendig intellect, dat niet verkregen kan worden door een meer samengesteld en stimulerend dieet. Maar niet alle op zichzelf voedzaamvoedsel is in alleomstandighedengeschiktvooronzebehoeften.Zorg moet besteed worden aan de keuze van het voedsel. Ons dieet moet aan het seizoen aangepast zijn, aan het klimaat waarin we wonen en aan het werk dat we venichten. Sormnig voedsel, dat voor gebruikgeschiktisin heteneseizoenof heteneklimaatisnietgeschiktvooreenander seizoen of klimaat. Zo is verschillend voedsel het beste geschikt voor personen met verschillende bezigheden. Dikwijls is voedsel, dat heel geschikt is voor hen, die zwaar lichamelijk werk verrichten, ongeschikt voor mensen met zittende arbeid of met intensieve geestelijke arbeid. God heefi ons een ruime verscheidenheid aan voedsel gegeven en iedereen zou daaruit die soorten moeten kiezen, die door ervaring en gezond verstand gebleken zijn het beste te zijn voor zijn behoefien.

154 Gezin en Gezondeid

De natuur heeft overvloedig voorzien in fruit, noten en granen en tegenwoordig worden de producten van alle landen meer algemeen ingevoerd door de toenemende vervoersmogelijkhe- den. Als resultaat daarvan zijn vele voedselsoorten, die nog maar enkele jaren geleden als luxe beschouwd werden, bimren het bereik van allen gekomen als voedsel voor dagelijks gebruik. Dit is speciaal het geval met gedroogd en ingemaakt fiurt. Noten en nootproductenkunnen wordengebruiktomde plaatsinte nemen vanvleesvoeding.Metnoten kunnen granen gecombineerd worden, fruitsoorten, en sommige wortelsoorten, om voedsel te bereiden dat gezond en voedzaam is. Er moet zorg worden gedragen, niet een te grote hoeveelheid noten gebruiken.Zij dieslechtegevolgenondervindenvanhetgebruikvan noten, zullen merken dat zij geen last hebben bij het treffen van deze maatregel. Men moet bedenken dat sommige soorten noten niet even heilzaam zijn als andere. Amandelen zijn te verkiezen boven aardnoten, maar aardnoten in beperkte hoe- veelheden, gebruíkt in combinatie met granen, zijn goed verteerbaar en voedzaam.

Wanneer olijven op de juiste wijze bereid worden, kunnen zij net als noten de plaats van boter of vleesvoeding innemen. De olie, zoals die in de olijf gegeten wordt, is veel verkieslijker dan dierlijke vetten of oliën. Zij werkt laxerend. Het gebnnk is van nut voor lijders aan t.b.c. en werkt genezend op een ontstoken, geïrriteerde maag.

Mensen die zichzelf gewend hebben aan een rijke, stimulerende voeding, hebben een omiatuurlijke smaak en zij kunnen met dadelijk genieten van voedsel dat sober en eenvoudig is. Het vraagt tijd voor de smaak om weer natuurlijk te worden. Maar zij die voortaan gezond voedsel gebruiken, zullen het na een tijd smakelijk vinden. De zachte, fijne smaken zullen worden gewaardeerd en het zal met groter genoegen gegeten worden dan de ongezonde lekkernijen. En de maag, nu in gezonde toestand, niet koortsig of overbelast, zal haar taak zo goed mogelijk vervullen.

Afwisseling

Teneinde gezondheid te behouden, is een voldoende hoeveel- heid goed, voedend voedsel nodig. Als wij een goed plan opstellen, is dat wat het meest bevorderlijk voor de gezondheid is, in bijna ieder land te verkrijgen. De verschillende bereidingen van rijst, tarwe, maïs en haver worden overal heen vervoerd en ook bonen, erwten en linzen. Deze producten, met bimienlandse of geïmporteerde fruitsoorten en verschillende groenten, die in iedere plaats groeien, geven gelegenheid een voedselkeuze te maken, die volwaardig is, zonder gebruik van vleesvoeding. Waar fiuit in overvloed gekweekt kan worden, kan een voorraad bestemd worden voor de winter, door inmaak of drogen. Klein fruit, zoals kruisbessen, aardbeien, frambozen en zwarte bessen kunnen op vele plaatsen voordelig gekweekt worden, waar zij maar weinig gebruikt worden en de kweek hiervan verwaarloosd is.

Voor huishoudimnaak zijn goede inmaakglazen beschikbaar. Speciale zorg moet worden besteed aan het fruit, dat in goede conditie moet zijn. Gebruik weinig suiker en kook de

155 Gezin en Gezondeid

vruchten slechts lang genoeg om duurzaamheid te verzekeren. Op deze wijze bereid, is het dan een uitstekende vervanging van vers fruit.

Waar gedroogd fruit, zoals rozijnen, pruimen, appels, peren, perziken en abrikozen verkrijgbaar zijn tegen billijke prijzen, zal men ontdekken dat zij veel meer benut kunnen worden als aanvulling van het dieet, veel meer dan gebruikelijk is, met goede resultaten voor de gezondheid en energie en dat dit voedsel geschikt is voor hoofd- en handarbeiders.

Er zou per maaltijd geen grote variatie moeten zijn, want dit moedigt aan tot te veel eten, hetgeen indigestie veroorzaakt. Het is niet juist om groente en fruit bij dezelfde maaltijd te eten. Als de spijsvertering zwak is, is de combinatie van beide dikwijls oorzaak van narigheid en onvermogen om geestelijke arbeid te venichten. Het is beter omfruit bij de ene en groenten bij de andere maaltijd te eten.

De maaltijden zouden afwisselend moeten zijn. De schotels moeten niet elke dag hetzelfde zijn en op dezelfde wijze bereid worden. De maaltijden worden met groter genot gegeten en het gestel wordt beter gevoed als het voedsel afwisselend is.

Bereiding van Voedsel

Het is niet goed te eten om slechts de eetlust te bevredigen, maar het is niet onbelangrijk welke kwaliteit het voedsel heeft en hoe het bereid wordt. Als het voedsel niet met smaak gegeten wordt, zal het lichaamer niet goed door gevoed worden. Het voedsel moet zorgvuldig gekozen worden en met verstand en vaardigheid bereid worden.

Voor het bakken van brood is superfijn wit meel niet het beste. Het gebruik hiervan is noch gezond, noch economisch. Wittebrood heeft gebrek aan voedingselementen, die wel te vinden zijn in brood van volkorenmeel gebakken. Wit brood is vaak de oorzaak van een slechte spijsvertering en andere ongezonde toestanden.

Het gebruik van soda of bakpoeder in het bakken van brood is schadelijk en onnodig. Soda veroorzaakt ontstekingen in de maag en vergiftigt vaak het gehele gestel. Vele huisvrouwen denken dat zij geen brood kunnen bakken zonder baksoda, maar dit is een vergissing. Als zij de moeite namen om betere methoden te leren, zou hun brood veel gezonder zijn en veel aangenamer voor mensen met een natuurlijke smaak.

Bij het maken van gistbrood, moet geen melk gebruikt worden in de plaats van water. Het gebruik van melk is een bijkomende uitgave en het maakt het brood veel minder gezond. Melkbrood blijfi niet zo lang zoet na het bakken als met water gebakken brood en het gist vlugger in de maag.

Brood moet licht zijn en zoet. Geen zweem van zuurheid mag toegelaten worden.

De broden moeten klein zijn en zo goed doorbakken, dat zo mogelijk alle gistcellen vemietigd zijn. Als ze warm en vers zijn, zijn alle broodsoorten moeilijk te verteren. Warm

156 Gezin en Gezondeid

brood, zo uit de oven zou nooit op tafel mogen komen. Deze regel geldt echter niet voor ongegist brood. Verse rollen, van tarwemeel gemaakt zonder gist of zuurdesem, en gebakken in een goed verhitte oven, zijn gezond en lekker.

Granen die in pap gebruikt worden, moeten eerst een paar uur koken. Maar zacht of vloeibaar voedsel is minder gezond dan droog voedsel, dat grondig kauwen vraagt. Zwieback, d.i. tweemaal gebakken brood, bros en knapperig als beschuit, is een van de best veiteerbare en smakelijkste soorten voedsel. Laat gewoon gerezen brood in plakken gesneden worden en gedroogd in een wanne oven tot het laatste zweempje vocht verdwenen is. Laat alles door en door lichtbruin worden. In een droge trommel kan dit brood veel langer bewaard worden dan gewoon brood en als het even verhit wordt voor gebruik, is het vers als nieuw.

Gewoonlijk wordt in voedsel veel te veel suiker gebruikt. Cakes, zoete puddingen, taarten, jams, veroorzaken een slechte spijsvertering. Speciaal schadelijk zijn de custards en puddingen waarin melk, eieren en suiker de voomaamste bestanddelen zijn. Het vrije gebruik van melk en suiker tezamen moest venneden worden.

Wanneer melk gebmikt wordt, moet dit goed gesteriliseerd zijn; met deze voorzorg is er minder gevaar ziekte op te lopen door het gebruik. Boter is minder schadelijk wanneer dit koud op brood wordt gegeten, dan in het koken toegepast; maar als regel is het beter er helemaal afstand van te doen. Kaas is nog veel meer af te keuren; het is geheel ongeschikt als voedsel. Schraal, slecht gekookt voedsel verarmt het bloed door het verzwakken van de bloedaamnakende organen. Het ondermijnt het gestel en brengt ziekte, met als bijkomende narigheid geïniteerde zenuwen en een slecht humeur. De slachtoffers van slecht bereid voedsel lopen in de duizenden en tienduizenden. Boven vele graven zou geschreven kunnen staan:

"Gestorven door slecht koken."

"Gestorven aan een mishandelde maag." Het is een heilige plicht voor koks en kooksters om te leren hoe men gezond voedsel bereidt. Vele zielen gaan verloren door slechte voedselbereiding. Het vraagt aandacht en zorg om een goed brood te maken; en er is meer godsdienst in een goed brood dan velen denken. Er zijn maar weinig mensen die echt goed kunnen koken. Jonge vrouwen denken dat het minder- waardig werk is om te koken en doen andere soorten huiswerk; en om deze reden hebben veel meisjes, die trouwen en de zorg voor een gezin krijgen, weinig idee van de plichten die op een vrouw en moeder rusten.

Kokenis geenvaardigheiddie mengering mag achtenen hetiséénvan de meestessentiële in het praktische leven. Het is een vaardigheid die alle vrouwen moeten leren, en het moet geleerd worden op een dusdanige wijze dat het de anne klassen van nut kan zijn. Smakelijk voedsel bereiden dat tegelijkertijd eenvoudig en voedzaam is, vraagt kundigheid; maar het kan. Kooksters zouden moeten weten hoe men eenvoudig voedsel op een eenvoudige, gezonde wijze bereidt en zodanig, dat het smakelijker en gezonder wordt door de eenvoud.

157 Gezin en Gezondeid

Iedere vrouw die aan het hoofd van een gezin staat en toch de kunst van gezond koken niet verstaat, moet besluiten het te leren, omdat het essentieel is voor het welzijn van haar gezin. Op veel plaatsen worden gezonde-voeding-cursussen gegeven, die gelegenheid bieden zichin dit opzichtte bekwamen. Wie niet de mogelijkheid daartoeheeft,zouin deleer moeten gaan bij iemand, die de kunst maehtig is en volharden in haar pogingen ter verbetering, tot zij een meesteres in de culinaire kunst is.

Regelmaat

Regehnaat in de maaltijden is van vitaal belang. Er moet een vastgestelde tijd voor iedere maaltijd zijn. Laat iedereen dan eten wat het gestel nodig heeñ, en daama eet men niets meer tot de volgende maaltijd. Er zijn velen die eten wanneer het lichaam geen voedsel nodig heeft, op onregehnatige tijden en tussen de maaltijden, omdat zij geen voldoende sterke wil hebben om de neiging te weerstaan. Op reis zijn sommigen constant bezig alles wat eetbaar is binnen hun bereik op te knabbelen. Dit is heel schadelijk. Als reizigers regelmatig voedsel zouden eten dat eenvoudig en voedzaam is, zouden zij zich niet zo vermoeid voelen, noch zoveel van ziekte te lijden hebben. Een andere schadelijke gewoonte is het eten vlak voor het naar bed gaan.

De geregelde maaltijden zijn genomen; maar omdat er een gevoel van flauwte is, wordt weer wat gegeten. Door hieraan toe te geven, wordt deze verkeerde praktijk een gewoonte en raakt dikwijls zo stevig ingeburgerd, dat men denkt niet te kunnen slapen zonder dit extra voedsel. Als gevolg van deze late soupeetjes gaat het verteringsproces gedurende de slaap voort. Maar ofschoon de maag constant doorwerkt, wordt het werk niet goed volbracht. De slaapwordtdikwijls gestoorddooronplezierigedromen eninde morgenwordt men onverfrist wakker met weinig zin in het ontbijt. Wanneer we ons ter ruste leggen, moet de maag haar werk gedaan hebben, opdat zij even goed als de andere organen van het lichaam, rust kan genieten.

Voor personen met zittende bezigheden zijn late soupers bijzonder schadelijk. Voor hen wordt een aldus veroorzaakte hinder dikwijls het begin van een ziekte die in de dood eindigt. In vele gevallen is dat flauwe gevoel dat tot een verlangen naar voedsel leidt, het gevolg van het feit dat de verteringsorganen gedurende de dag veel te zwaar belast zijn geweest. Na een maaltijd verteerd te hebben, moeten de verteringsorganen rust hebben. Er moet minstens vijf of zes uur verlopen tussen de maaltijden; en de meeste mensen, die dit advies uitproberen, zullen ontdekken, dat twee maaltijden per dag beter zijn dan dne.

Verkeerde eetgewoonten

Voedsel moet niet te koud of te heet gegeten worden. Als het voedsel te koud is, worden de vitale krachten van de maag gedwongen om het voedsel eerst op temperatuur te brengen, alvorens de vertering kan begirmen. Koude dranken zijn schadelijk om dezelfde reden, terwijl veel drinken van hete dranken de maag verzwakt. Een feit is, dat hoe meer vocht bij het eten

158 Gezin en Gezondeid

gedronken wordt, hoe moeilijker de vertering verloopt; want de vloeistof moet eerst geabsorbeerd zijn, voor de vertering kan plaats hebben. Eet weinig zout, vermijd het eten van ingemaakt zuur en specerijen in het voedsel, eet een overvloed van fruit, en de irritatie die om veel drinken vraagt bij de maaltijd, zal grotendeels verdwijnen.

Voedsel moet langzaam gegeten worden en grondig gekauwd. Dit is noodzakelijk opdat het speeksel goed vemrengd wordt met het voedsel en de verteringssappen hun werk kunnen doen. Een ander emstig kwaad is het eten op onjuiste tijdstippen, bijvoorbeeld na bijzonder zware lichaamsbeweging, wanneer men veel te moe is, of verhit. Omniddellijk na het eten is er een grote vraag naar zenuwkracht, en wanneer de geest of het lichaam zwaar belast is, vlak voor of na het eten, wordt de vertering belemmerd. Wanneer men opgewonden is, bezorgd is, of gehaast, is het beter niet te eten tot men uitgerust is of gekalmeerd.

De maag is nauw verbonden met de hersenen; en wanneer de maag verziekt is, worden de zenuwkrachten van de hersenen te hulp geroepen voor de verzwakte verteringsorganen. Wanneer deze belasting te vaak komt, raken de hersenen overbelast. Wanneer de hersenen voortdurend zware arbeid moeten leveren en er gebrek is aan lichaamsbeweging, moet zelfs van eenvoudig voedsel heel matig gegeten worden. Werpt voor de maaltijd alle zorgen en angstige gedachten van u af; haast u niet, maar eet langzaam en opgewekt, uw hart vervuld van dankbaarheid aan God voor al Zijn zegeningen.

Overeten

Velen die afstand hebben gedaan van vleesvoeding en andere vette en schadelijke artikelen, denken dat waar hun voedsel eenvoudig is en gezond, zij onbeheerst aan hun eetlust mogen toegeven en zij eten tot oververzadiging, soms zelfs gulzig. Dat is een dwaling. De verteringsorganen moeten niet overbelast worden met een kwantiteit of kwaliteit van voedsel die het systeem omrodig zwaar op de proef stellen.

Gewoonten hebben voorgeschreven dat het voedsel in gangen op tafel geplaatst wordt. Niet wetend wat de volgende gang is, eet men soms genoeg van een schotel die niet zo geschiktvoorhenis.Enwanneerdevolgendeganggeserveerdwordt,waagthijhetdegrenzen te overschrijden en neemt van het verleidelijke dessert, dat echter niet goed is voor hem. Als al het voedsel voor een maaltijd in het begin op de tafel zou worden geplaatst, heeft men de gelegenheid de beste keuze te maken. Soms wordt het resultaat van te veel eten dadelijk gevoeld. In andere gevallen is er geen gevoel van pijn; maar de verteringsorganen verliezen hun vitale kracht en de grondslag van de lichamelijke kracht wordt ondermijnd. De overdaad aan voeding belast het systeem en produceert een ziekelijke, koortsige toestand. Ze roept een overvloedige hoeveelheid bloed naar de maag, hetgeen oorzaak is van een snelle afkoeling van de ledematen. Ze legt een zware belasting op de verteringsorganen, en wanneer deze organenhuntaakhebbenvolbracht,isereengevoelvanslapheidenlusteloosheid.Sommigen, die voortdurend te veel eten, noemen dit slappe gevoel honger; maar het wordt veroorzaakt

159 Gezin en Gezondeid

door overwerkte verteringsorganen. Bij tijden is er een soort verdoving van de hersenen, met tegenzin tot mentale en lichamelijke arbeid.

Deze onplezierige symptomen worden gevoeld doordat de natuur haar werk verricht heeft ten koste van ormodig verbruik van levenskrachten en helemaal uitgeput is. De maag zegt: "Geef mij nrst." Maar velen verklaren dit flauwe gevoel als een vraag naar meer voedsel; en in plaats van de maag rust te geven, wordt een andere last daarbovenop geladen. Het gevolg is, dat de verteringsorganen vaak uitgeput zijn wanneer zij goed werk zouden moeten leveren.

Het Voedsel voor de Sabbat

Wij moeten voor de Sabbat geen grotere hoeveelheid of een grotere verscheidenheid van voedsel hebben dan op andere dagen. In plaats hiervan moet het eten eenvoudiger zijn en er moet minder gegeten worden, teneinde de geest helder en levendig te houden om geestelijke dingen te begrijpen. Een volle maag geeft trage hersenen. De kostbaarste woorden kumren gehoord en niet op prijs gesteld worden, omdat de geest verward is door een onjuist dieet. Door op Sabbat te veel te eten, maken velen, meer dan ze beseffen, zichzelf ongeschikt om de zegen te ontvangen van de heilige gelegenheden. Koken op de Sabbat moet venneden worden; maar daarom is het nog niet nodig koud voedsel te eten. Bij koud weer moet het voedsel dat de vorige dag bereid werd, opgewarmd worden. En maak de maaltijden, hoe eenvoudig ook, zo smakelijk en aantrekkelijk mogelijk. Vooral in gezinnen waar kinderen zijn, is het goed, voor de Sabbat iets klaar te maken wat als traktatie beschouwd wordt, iets dat het gezin niet iedere dag eet.

Verbetering van het Dieet

Waar omnatig aan verkeerde eetgewoonten is toegegeven, moet zonder uitstel naar verbetering worden gestreefd. Wanneer een slechte spijsvertering het resultaat is van een mishandelde maag, moeten zorgvuldig pogingen aangewend worden om de resterende levenskrachten te behouden, door iedere belasting te vennijden. De maag zal misschien nooit meer geheel herstellen na langdurige verkeerde behandeling; maar een goed gericht dieet zal verdere verzwakking voorkomen en velen zullen toch tot op zekere hoogte genezen. Het is niet gemakkelijk regels voor te schrijven die op ieder geval van toepassing zijn, maar met aandacht voor de juiste beginselen in eetgewoonten, kunnen grote verbeteringen bereikt worden en de moeder hoeft niet voortdurend hard te werken om de eetlust te verleiden. Strenge matigheid zal beloond worden met verstandelijke en geestelijke kracht; het helpt ook in de beheersing van de hartstochten. Te veel eten is bijzonder schadelijk voor trage mensen, vooral deze personen moeten zeer matig eten en zeer veel aan lichaamsbeweging doen. Er zijn mannen en vrouwen met uitstekende capaciteiten, die niet half zoveel tot stand brengen als mogelijk was, als zij meer zelfbeheersing hadden in het beteugelen van de eetlust.

Vele schrijvers en sprekers schieten hier te kort. Na een hartige maaltijd gaan zij over tot zittende bezigheden, lezen, studeren of schrijven en geven zich niet de tijd voor lichaams-

160 Gezin en Gezondeid

beweging. Als gevolg hiervan wordt de vrije loop van de gedachten geremd. Zij kunnen niet schrijven of spreken met de kracht en de intensiteit die nodig is om het hart te bereiken; hun pogingen zijn tam en vmchteloos.

Degenen op wie belangrijke verantwoordelijkheden rusten, bovenal zij, die bewaarders zijn van geestelijke belangen, zouden mannen moeten zijn met een scherp en snel opmerkingsvenno- gen. Meer dan anderen hebben zij het nodig matig te zijn in hun eetgewoonten. Rijk en overdadig voedsel moet niet op hun tafels komen.

Mannen in veflrouwensposities moeten elke dag besluiten nemen die belangrijke gevolgen hebben. Dikwijls moeten zij snel denken en dit kan alleen met succes gebeuren door hen, die een strikte leefregel volgen. De geest wordt sterker bij een correcte behandeling van de lichamelijke en verstandelijke vermogens. Als er niet te veel van de maag gevergd wordt, komt er na elke belasting nieuwe energie. Maar dikwijls wordt het werk van hen die belangrijke plannen moeten overdenken en belangrijke besluiten nemen, ten kwade beïnvloed door de gevolgen van een onjuist dieet. Een maag die van streek is, heeft een wanordelijke geestestoestand tot gevolg. Dikwijls veroorzaakt door irritatie, norsheid of onrechtvaardigheid. Menig plan dat een zegen voor de wereld geweest zou zijn, werd opzij gezet, menige onrechtvaardige, verdrukkende, zelfs wrede maatregel werd genomen als gevolg van verziekte condities die te wijten waren aan verkeerde eetgewoonten.

Hier is een suggestie voor allen die zittend werk doen of overwegend geestelijk werk; laat hen, die voldoende zedelijke moed en zelfbeheersing hebben, het proberen: neem bij elke maaltijd slechts twee of drie soorten eenvoudig voedsel en eet niet meer dan vereist is om de honger te stillen. Doe elke dag actief lichaamsbeweging, en zie of u hiervan geen nut hebt. Sterke mannen die actieve lichamelijke arbeid verrichten, zijn niet zo gedwongen om zo zorgvuldig te zijn wat kwaliteitenkwantiteitvanhun voedselaangaat als mensen met zittende leefgewoonten; maar zelfs dezen zullen een betere gezondheid hebben als zij zelfbeheersing in eten en drinken beoefenen. Sommigen verlangen een exacte regel voorgeschreven te krijgen voor hun dieet. Zij eten te veel en hebben er dan spijt van; zo blijven zij denken aan wat zij eten en drinken. Dat moet niet. De ene mens kan niet een exacte regel voor de andere voorschrijven. Iedereen moet zijn verstand gebruiken, zelfbe- heersing beoefenen en uit principe handelen.

Onze lichamen zijn door Christus gekocht en wij zijn niet vrij om er mee te doen wat we zelf willen. Gehoorzaamheid aan de gezondheidswetten moet als een persoonlijke plicht gezien worden. Wij ondergaan zelf de gevolgen van het overtreden daarvan. Wij moeten persoonlijk voor onze gewoon- ten en praktijken verantwoording afleggen voor God. Daarom is voor ons de vraag niet: "Hoe doet de wereld het?" maar: "Hoe moet ik persoonlijk de woning behandelen die God mij gegeven heeft?"

Verwijzingen: 1. Gen.l:29. 2. Gen.3:l8.

161 Gezin en Gezondeid

Kapitel 24 Vlees als voedsel

"Van den beginne is het zo niet geweest. "

Het voedsel dat de mens in het begin was toegewezen, omvatte geen vlees. Eerst na de zondvloed, toen al het groen op de aarde vernietigd was, kreeg de mens toestemming omvlees te eten.

Bij het kiezen van het voedsel voor de mens in Eden, toonde God wat het beste dieet was; bij de keuze voor Israël leerde Hij dezelfde les. Hij bracht de Israëlieten uit Egypte en begon aan hun opvoeding, zodat ze een volk Hem ten eigendom mochten zijn. Door hen wenste Hij de wereld te zegenen en te onderwijzen. Hij voorzag hen van het voedsel, dat het beste aan dit doel beantwoordde, geen vlees, maar manna, "het brood des hemels." Het was slechts door hun ontevredenheid en munnureren naar de vleespotten van Egypte dat vlees als voedsel werd toegestaan, en dit slechts voor korte tijd. Het bracht ziekte en dood aan duizenden. Toch werd de beperking tot een geen-vlees dieet nooit van harte aanvaard. Het bleef een reden van ontevredenheid en munnureren, openlijk of in het geheim, en het verbod werd niet permanent.

Nadat zij zich in Kanaän gevestigd hadden, werd het de Israëlieten toegestaan vlees te gebruiken, maar onder strikte beperkingen, die bedoeld waren om de slechte gevolgen te verminderen. Het gebruik van varkensvlees werd verboden, evenals van andere dieren en van vogels en vissen waarvan het vlees onrein werd genoemd. Van de toegestane soorten vlees werd het eten van het vet en het bloed strikt verboden. Alleen die dieren, die in goede conditie verkeerden, konden als voedsel gebruik worden. Geen dier dat verscheurd, dat vanzelf gestorven was, of waarvan het bloed niet zorgvuldig weggevloeid was, mocht worden gegeten.

Door het verlaten van het door God aangewezen plan voor het dieet, leden de Israëlieten grote verliezen. Zij wensten vlees en zij oogsten resultaten. Zij bereikten Gods karakter-ideaal niet, noch vervulden zij Zijn doel. De Here " gaf wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren." (1) Zij schatten het aardse boven het geestelijke en de heilige superioriteit die zijn doel voor hen was, bereikten zij niet

Redenen om Vleesvoeding af te wijzen

Zij die vlees eten, eten slechts granen en groenten uit de tweede hand; want het dier ontvangt daaruit de voedingsstoffen die het doen groeien. Het leven dat in de granen en de groente was, gaat over in de eter. Wij ontvangen het door vlees van het dier te eten. Hoe veel beter is het om het zonder tussenkomst te krijgen, door te eten van het voedsel dat God voor ons gebruik heelt aangewezen! Vlees was nooit het beste voedsel; maar het gebruik ervan is nu dubbel verwerpelijk, sedert ziekten in de dieren zo snel toenemen. Vleeseters weten eigenlijk niet wat ze eten. Dikwijls is het zo, dat als zij de dieren konden zien, toen die nog leefden en de kwaliteit van het vlees dat zij eten, zouden kennen, zij er zich met walging van

162 Gezin en Gezondeid

zouden afleren. Mensen eten voort- durend vlees dat vol zit met tuberculose- en kankerkiemen. Tuberculose, kanker en andere fatale ziekten worden zo overgebracht.

De weefsels van het varken wemelen van de parasieten. Van het varken zei God, "Onrein zal het voor u zijn, van het vlees zult gij niet eten en het dode aas zult gij niet aanraken." (2) Dit gebod werd gegeven omdat varkensvlees ongeschikt is voor voedsel. Varkens zijn aasdieren, en dit is het enige doel waar zij voor dienen. Nooit, onder geen enkele omstandigheid, zou hun vlees door de mens gegeten moeten worden. Het is onmogelijk dat het vlees van welk schepsel ook, heilzaam zou zijn, wanneer vuil zijn natuurlijk element is en het zich voedt met alles wat verwerpelijk is. Dikwijls worden dieren naar de markt gebracht en als voedsel verkocht, terwijl zij zo ziek zijn, dat de eigenaar bang is, ze nog langer te houden. En sommige van de methoden die toegepast worden om de dieren voor de markt vet te mesten, veroorzaken ziekten. Afgesloten van licht en zuivere lucht, de atmosfeer in vuile stallen inademend, vetgemest met rottend voer, wordt het gehele lichaam spoedig verontreinigd door viezigheid.

Dieren worden dikwijls over grote afstanden vervoerd en onderworpen aan zwaar lijden om de markt te bereiken. Weggehaald uit de groene weiden en vele kilometers reizend over stoffige wegen, of tezamen gedrongen in vuile wagens, koortsig en uitgeput, dikwijls vele uren verstoken van voedsel en water, worden de anne dieren de dood ingedreven, zodat menselijke wezens zich aan hun lijken te goed kunnen doen. In vele plaatsen raken de vissen zo verontreinigd door het vuil waannee zij zich voeden, dat zij een oorzaak van ziekte worden. Dit is speciaal het geval op plaatsen waar de vis in contact komt met het afval van de grote steden. De vis die zich met inhoud van de afwatering voedt, kan weg zwemmen naar verwijderde wateren en kan gevangen worden waar het water zuiver is en vers. Als zij dan als voedsel gebruikt wordt, brengt zij ziekte en dood waar geen gevaar geducht wordt.

Het kan zijn dat de gevolgen van vleesvoeding niet onmid- dellijk worden gevoeld; maar dat is geen bewijs, dat het niet schadelijk is. Maar weinigen kunnen er geloof aan hechten dat het het vlees is, dat zij gegeten hebben, dat hun bloed vergiftigd en hun lijden veroorzaakt heefi. Velen sterven aan ziekten, die geheel te wijten zijn aan het eten van vlees, terwijl de ware oorzaak door niemand vennoed wordt.

Het morele kwaad van vlees wordt minder onderkend dan de lichamelijke ziekten. Vlees is schadelijk voor de gezondheid; wat het lichaam aantast, heeft een overeenkomstig efi`ect op de geest en de ziel. Denk aan de wreedheid die dieren moeten ondergaan, opdat hun vlees gegeten kan worden, de gevolgen voor hen die daarbij betrokken zijn en voor hen die het zien. Hoe vemietigt dit niet de tederheid waarmee wij de schepselen van God behandelen!

De intelligentie die menig stom dier vertoont, nadert zo dicht de menselijke intelligentie, dat het een mysterie is. Dieren zien en horen en beminnen en vrezen en lijden. Zij gebruiken hun organen veel zorgvuldiger dan vele mensen de hunne doen. Zij tonen medegevoel en

163 Gezin en Gezondeid

tederheid voor hun soortgenoten in lijden. Menig dier toont een aanhankelijkheid voor hun verzorgers, die ver uitstijgt boven de genegenheden die door sommige mensen getoond worden. Zij vormen banden met de mens die niet verbroken kunnen worden zonder dat dit hen groot lijden veroorzaakt.

Welk mens met een warm hart, die ooit huisdieren verzorgd heelt, kan hen in de ogen, zo vol vertrouwen en genegenheid, kijken en ze gewillig overgeven aan het mes van de slager? Hoe kan hij hun vlees eten als iets dat heerlijk is?

Verandering van het Dieet

Het is een vergissing dat spierkracht afhangt van het gebruik van vlees. In de behoeften van het gestel kan veel beter worden voorzien en een krachtiger gezondheid genoten worden zonder het gebruik van vlees. Granen met fruit, noten en groenten bevatten alle voedingselementen die nodig zijn voor de vorming van goed bloed. Deze voedingsstoffen zijn niet zo goed of zo volledig vertegenwoordigd in een vleesdieet. Was het gebruik van vlees een omnisbare vereiste geweest voor de gezondheid en kracht, dan zou het opgenomen zijn in het door God vastgesteld dieet voor de mens in den beginne.

Wanneer men ophoudt met vleeseten, is er dikwijls een gevoel van zwakte, of een gebrek aan energie. Velen wijzen hierop als het bewijs dat vlees als voeding noodzakelijk is; maar dat komt, omdat dit voedsel stimulerend werkt, omdat het het bloed koortsachtig maakt en de zenuwen opwindt, en daarom wordt het gemist. Sommigen zullen het net zo moeilijk vinden om afstand te doen van vlees als een dronkaard het moeilijk vindt om zijn borrel op te geven; maar de verandering zal hem tenslotte goed doen.

Wanneer men vlees laat staan, moet de plaats worden ingenomen door een verscheidenheid van granen, noten, fruit en groenten, die zowel voedend als smakelijk zijn. Dit is speciaal het geval met zwakkeren, of hen die belast zijn met onafgebroken werk. In sommige landen waar armoe heerst, is vlees het goedkoopste voedsel. Onder deze omstandigheden zal de verandering met grote moeite tot stand worden gebracht; maar het kan. Wij moeten echter de toestand en de macht van een levenslange gewoonte in aanmerking nemen en voorzichtig zijn door zelfs goede ideeën niet op te dringen. Niemand moet gedwongen worden om de verandering abrupt te maken. De plaats van vlees moet ingenomen worden door gezond voedsel dat niet duur is. In dit opzicht hangt erg veel van de kok of kookster af. Met zorg en kundigheid kunnen schotels bereid worden die tegelijk smakelijk en voedzaam zijn; deze zullen grotendeels de plaats van vlees innemen.

In alle gevallen geldt: vonn het geweten, spreek de wil aan, voorzie in goed, heilzaam voedsel, en de verandering zal geredelijk gemaakt worden, terwijl het verlangen naar vlees spoedig zal verdwijnen.

164 Gezin en Gezondeid

Wordt het geen tijd dat allen afstand zouden moeten doen van vlees? Hoe kunnen zij, die naar reinheid, verfijning en heiligheid zoeken, zodat zij met de hemelse engelen kunnen omgaan, voortgaan dingen als voedsel te gebruiken die zo”n schadelijk effect hebben op ziel en lichaam? Hoe kunnen zij Gods schepselen het leven benemen om het vlees als een weelde op te eten? Laat hen liever terugkeren naar het heilzame, heerlijke voedsel dat de mens in den beginne gegeven is, en leer hen en hun kinderen medelijden en weldadigheid voor de stomme schepselen die God gemaakt en onder onze bescherming geplaatst heeft, in praktijk brengen.

Verwijzingen: 1.Ps. 106:15. 2. Deut.l4:8.

165 Gezin en Gezondeid

Kapitel 25 Uitersten in het dieet

"Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. "

Niet_ iedereen die belijdt in dieethervomiing te geloven, is werkelijk een hervonner. Voor velen bestaat deze hervonning slechts uit het weglaten van bepaalde ongezonde soorten voedsel. Zij begrijpen de gezondheidsbeginselen niet goed, en him tafels, nog steeds volgeladen met schadelijke lekkernijen, zijn verre een voorbeeld van christelijke zelfbeheersing en matigheid. Een andere groep, in hun wens omeen goed voorbeeld te stellen, slaat door naar het andere uiterste. Sommigen zijn niet in staat het meest gezonde voedsel te bemachtigen en in plaats van dat voedsel te neme wat het beste het tekort kan aanvullen, nemen zij een veramid dieet aan. Hun voeding voldoet niet aan de vereiste benodigde elementen om goed bloed te maken. Hun gezondheid lijdt eronder, hun bruikbaarheid laat te wensen over, en hun voorbeeld getuigt eerder tegen dan voor de dieethervor- mmg.

Anderen denken, dat waar het dieet eenvoudig moet zijn, er weinig zorg aan de keuze of de bereiding van het voedsel besteed hoeft te worden. Sommigen beperken zichzelf tot een heel schraal dieet met weinig variatie om in de behoefte van het gestel te voorzien en zij lijden onder de gevolgen. Zij die maar een gering inzicht hebben in het beginsel van deze hervormmg, zijn dikwijls het strengst, niet alleen in het zelf uitvoeren van hun inzichten, maar dringen het him gezinnen en hun buren op. Het elïect van him foutieve hervormingen zoals dat tot uiting komt in hun eigen slechte gezondheid en hun pogingen om hun inzichten aan anderen op te dringen, geven menigeen een vals idee van de voedingshervorming en leidt hen eitoe het geheel te verwerpen.

Zij die de gezondheidswetten begrijpen en die zich laten leiden door beginselen, zullen uitersten vennijden, zowel wat omnatigheid als wat beperkingen aangaat. Hun dieet wordt gekozen, niet slechts om de eetlust te voldoen, maar voor de opbouw van het lichaam. Zij zoeken ieder vermogen in de beste conditie te bewaren voor de hoogste dienst aan God en de medemens. De eetlust is onder beheersing van de rede en het geweten, en zij worden beloond met gezondheid naar lichaam en geest. Terwijl zij hun inzichten niet aan anderen opdringen, is hun voorbeeld een getuigenis ten gunste van goede beginselen. Deze personen hebben een grote invloed ten goede.

Er is echt gezond verstand in de dieet hervonning nodig. Het onderwerp zou breed en diep bestudeerd moeten worden en niemand moet anderen bekritiseren, omdat de ander niet in alle dingen overeenstemt met de manier waarop hij het zelf in praktijk brengt. Het is omnogelijk om een vaste regel te stellen voor ieders gewoonten en niemand moet menen dat hij een maatstaf is voor iedereen. Niet allen kunnen hetzelfde eten. Voedselsoorten die smakelijk en heilzaam zijn voor de een, kumien onsmakelijk en zelfs schadelijk zijn voor een ander. Sorrmiigen kunnen geen melk gebruiken, anderen gedijen er goed op. Sommige personen

166 Gezin en Gezondeid

kunnen geen erwten en bonen verteren; anderen vinden ze heilzaam. Voor sommigen zijn de bereidingen van grof graan goed, terwijl anderen ze niet kunnen gebruiken.

Zij die in nieuwe landen wonen of in arme gebieden, waar fruit en noten schaars zijn, moeten er niet toe gedrongen worden melk en eieren uit hun dieet weg te doen. Het is waar, dat mensen die krachtig ontwikkeld zijn en in wie de dierlijke haitstochten sterk zijn, het gebruik van stimulerende voeding moeten vermijden. Speciaal in gezimien met kinderen die zich vaak overgeven aan sensuele gewoonten, moeten geen eieren gebruik worden. Maar als iemands bloedvorrnende organen zwak zijn - vooral wanneer andere voedselsoorten die de benodigde elementen verschaffen, niet verkrijgbaar zijn - moeten melk en eieren niet geheel weggelaten worden. Er moet echter voorzorg getrofien worden om melk van gezonde koeien te verkrijgen en eieren van gezonde kippen; en de eieren moeten zo gekookt worden, dat zij het gemakkelijkst verteerbaar zijn. De dieethervonning moet progressief zijn. Als ziekte in de dieren toeneemt, zal het gebruik van melk en eieren meer en meer onveilig worden. Een poging zou ondemomen moeten worden om hun plaats door andere dingen te vervangen, die gezond zijn en niet duur. Overal zou de mensen geleerd moeten worden, hoe men zoveel als mogelijk is, zonder eieren en melk te gebruiken toch het voedsel gezond en smakelijk klaar kan maken.

De gewoonte om twee maaltijden per dag te gebruiken komt in het algemeen de gezondheid ten goede; maar onder bepaalde omstandigheden kunnen sommigen een derde maaltijd nodig hebben. Als deze toch wordt gebruikt, zou die heel licht moeten zijn, van voedsel dat heel licht verteerbaar is. "Crackers" - de engelse biscuit - of zwiebaek - in de oven geroosterd brood -, en fruit of kofñe van granen, zijn het best geschikt voor het avondmaal.

Sommigen vrezen voortdurend dat hun voedsel, hoe eenvoudig en gezond ook, hun kwaad zal doen. Laat mij tot deze mensen zeggen: Denk niet dat uw voedsel schadelijk voor u zal zijn; denk er helemaal niet aan. Eet naar uw beste oordeel; en als u de Here gevraagd hebt uw voedsel te zegenen voor de versterking van uw lichaam, geloof dan dat Hij uw gebed verhoort en wees gerust.

Omdat het beginsel eist, dat we afstand moeten doen van zaken, die de maag irriteren en de gezondheid schaden, moeten we bedenken, dat een annelijk dieet slecht bloed tot gevolg heeft. Hieruit komen ziekten voort die heel moeilijk te genezen zijn. Het gestel wordt niet voldoende gevoed, een slechte stoelgang en algehele zwakte zijn het gevolg. Wie zo eet, is daartoe niet altijd gedwongen door armoe, maar men kiest dit door gebrek aan kemris of door nalatigheid, of brengt .op die manier zijn foutieve opvattingen over dieethervormmg rn praktijk.

God wordt niet geëerd, wanneer het lichaam verwaarloosd of misbruikt wordt, waardoor het ongeschikt wordt voor Zijn dienst. De zorg voor het lichaam door het te voorzien van voedsel dat smakelijk is en versterkend, is één van de eerste plichten van de huisvrouw. Het

167 Gezin en Gezondeid

is veel beter om goedkopere kleding en meubilering te hebben, dan op het voedsel te bekrribbelen.

Sommige huisvrouwen bekrribbelen op de gezinstafel om gasten te kunnen onthalen. Dat is niet verstandig. Bij het ontvangen van gasten moet grotere eenvoud worden betracht. De behoeften van het gezin moeten de grootste aandacht knj gen. Onverstandig beleid en gekunstelde gewoonten staan gast- vrijheid waar dit nodig is, vaak in de weg, terwijl dit een grote zegen kan betekenen.

De dagelijkse voorziening van voedsel voor onze tafel zou zo moeten zijn, dat een onverwachte gast verwelkomd kan worden zonder belasting voor de huisvrouw in het maken van extra bereidingen.

Allen zouden moeten leren wat men moet eten en hoe het klaar te maken. Mannen zowel als vrouwen moeten de bereiding van eenvoudig gezond voedsel leren. Hun werk roeptnhen dikwijls naar plaatsen waar geen gezond voedsel te verknj gen is; als zij dan kemris van koken hebben, kurmen zij dit goed in toepassing brengen.

Overweeg zorgvuldig uw voedselbehoeften. Bestudeer het van oorzaak tot gevolg. Cultiveer zelfbeheersing. Houdt uw eetlust onder het beheer van het verstand. Misbruik de maag nooit door te veel te eten, maar doe uzelf niet tekort wat betreft gezonde, smakelijke voeding, want dat is een vereiste voor de gezondheid. De bekrompen ideeën van z.g. gezondheidshervor- mers zijn tot grote schade geweest voor de goede zaak.

Deze mensen zouden moeten bedenken, dat dieethervonning in hoge mate beoordeeld zal worden naar de voorzieningen die zij treffen voor htm tafels; en in plaats van een koers te volgen die dat in diskrediet brengt, zouden zij de beginselen zo moeten toelichten, dat het bij eerlijke mensen in de smaak valt. Er is een grote klasse van mensen die iedere hervorming, hoe redelijk ook, zullen tegenstaan als het aan de eetlust beperkingen oplegt. Zij gaan bij hun smaak te rade, niet bij him verstand of bij de gezondheidswetten. Door deze groep zullen allen die de gevestigde orde verlaten en hervorming voorstaan, radicaal genoemd worden, ongeacht hoe logisch hun gedachtegang ook is. Om deze mensen geen grond voor kritiek te geven, zouden heivormers het er niet op toe moeten leggen om zoveel mogelijk van anderen te verschillen, maar zouden hen zo nabij mogelijk moeten komen, zonder hun principes op te offeren.

Wanneer heivomiers tot uitersten gaan, is het geen wonder dat velen, die deze personen beschouwen als vertegenwoordigers van de gezondheidsbeginselen, de refonngedachte helemaal verwerpen Deze uitersten doen in korte tijd veel meer schade dan in een mensenleven van verstandig eetgedrag ongedaan gemaakt kan worden.

Gezondheidsrefonnatie is gebaseerd op beginselen die breed en verreikend zijn, en wij moeten dit principe niet kleineren door kortzichtige opvattingen en praktijken. Maar niemand

168 Gezin en Gezondeid

zou tegenstand of bespottingen moeten toelaten, of een wens om anderen genoegen te doen of te beïnvloeden, om hem van de ware beginselen af te brengen, of te maken dat hij die licht opvat. Wie door beginselen geleid wordt, zal standvastig en vastbesloten voor het juiste blijven instaan; en toch zullen zij in al hun relaties een milde, christelijke geest tonen en echte matigheid.

169 Gezin en Gezondeid

Kapitel 26 Stimulerende en bedwelmende middelen

"Raak niet, smaak niet en roer niet aan. " (Col.2:2I)

Onder de rubriek van stimulerende en verdovende middelen wordt een grote verscheidenheid van artikelen gerangschikt, die allemaal gebruikt worden als voedsel en of drank, de maag irriteren, het bloed vergiftigen en de zenuwen opwinden. Het gebruik ervan is een positief kwaad. Men zoekt de opwinding van de stimulans, omdat de werking voor een tijdje aangenaam is. Maar er volgt altijd een reactie. Het gebruik van opwekkende middelen neigt altijd tot excessen, en het draagt actief bij tot bevordering van lichamelijk verval en verderf.

Specerijen

Hoe minder opwindend de voeding is, hoe beter het in deze jachtige tijd past. Specerijen zijn van nature schadelijk. Mosterd, peper, scherpe kruiden, inmaak in azijnzuur en ander zaken van gelijksoortige aard imiteren de maag en maken het bloed koortsachtig en onzuiver. De ontstoken toestand van de maag van een dronkaard wordt dikwijls gebruikt om het efi`ect van alcoholische dranken te illustreren. Een gelijksoortige ontstoken toestand wordt dikwijls veroorzaakt door het gebruik van specerijen. Zij irriteren en spoedig voldoet gewoon voedsel niet meer aan de eetlust. Het gestel voelt een verlangen, een hunkering naar iets meer opwekkends.

Thee en Koffie

Thee is een opwekkend middel en tot op zekere hoogte veroorzaakt het een verdoving. De werking van koffie en vele andere populaire dranken is gelijksoortig. Het eerste effect is opwekkend. De zenuwen van de maag worden opgewekt; deze brengen de irritatie over naar de hersenen, en hierdoor wordt de werking van het hart versneld, wat een kortdurende energie impuls naar het hele gestel geefi. Vermoeidheid wordt vergeten, kracht lijkt te zijn toegenomen. Het intellect wordt aangespoord, de verbeelding wordt levendig.

Door deze resultaten denken velen dat hun thee of koffie hen goed heefi gedaan. Maar dit is een misvatting. Thee en koffie voeden het gestel niet. Hun efi`ect wordt geproduceerd voordat er tijd was voor de vertering en assimilatie, en wat op kracht lijkt, is slechts een nerveuze opwinding. Wanneer de invloed van de stimulans voorbij is, verflauwt het onnatuurlijke gevoel van kracht en het resultaat is een overeenkomstige mate van matheid en zwakte.

Het voortdurende gebruik van deze zenuwen irriterende middelen veroorzaakt hoofdpijn, slapeloosheid, hartkloppingen, slechte spijsvertering, beven, en vele andere kwade verschijnselen, want zij putten de levenskrachten uit. Vermoeide zenuwen hebben rust en stilte nodig in plaats van opwekking en overwerk. De natuur heeft tijd nodig om de uitgeputte energie te

170 Gezin en Gezondeid

herstellen. Wanneer haar krachten wordt opgepord door het gebruik van stirnulantia, zal voor een tijd meer tot stand worden gebracht, maar als het gestel verzwakt is door hun voortdurend verbruik, wordt het gaandeweg moeilijker om de energie op te wekken tot het verlangde punt. De vraag naar opwekkende middelen wordt steeds moeilijker te beheersen, totdat de wil overwonnen is en er geen macht meer schijnt te zijn om de onnatuurlijke hunkering tegen te gaan. Er wordt naar steeds sterkere middelen gevraagd, totdat de uitgeputte natuur er niet langer meer aan beantwoordt.

De Tabak

Tabak is een langzaam, verraderlijk, maar heel kwaadaardig vergif. In welke vonn het ook gebruikt wordt, het werkt in op het gestel; het is des te verraderlijker omdat het zo langzaam werkt en eerst nauwelijks merkbaar is. Het wekt op en dan verlamt het de zenuwen. Het verzwakt en benevelt de hersenen. Het heeft meer invloed op de zenuwen dan sterke drank. Het werkt meer subtiel, en de gevolgen zijn moeilijker uit het gestel te verwijderen. Het gebruik ervan wekt het verlangen naar sterke drank op en in vele gevallen legt het de grondslag voor dronkenschap.

Het gebruik van tabak doet overlast aan, is kostbaar, vies, vervuilt de gebruiker en is bedreigend voor anderen. Zijn toegewijde aanhangers worden overal aangetroffen. U kunt zelden een menigte passeren of een of andere roker blaast u zijn giftige adem in het gezicht. Het is onplezierig en ongezond om in een treincoupé of in een kamer te moeten verblijven waar de atmosfeer geladen is met de lucht van alcohol en tabak. Ofschoon men erop staat dit vergif zelf te gebruiken, welk recht heefi men om de lucht, die anderen moeten inademen, te vervuilen?

Onder kinderen en jeugdige personen doet het gebruik van tabak onnoemelijk veel kwaad. De ongezonde praktijken van de vorige generatie zijn van invloed op de kinderen en de jeugd van vandaag. Geestelijk onvermogen, lichamelijke zwakte, gestoorde zenuwen en onnatuurlijke hunkeiingen zijn overge- dragen als erfenis van ouders aan kinderen. En dezelfde praktijken, voortgezet door de kinderen, venneerderen en vervolgen de kwade resultaten. Aan deze oorzaak is in hoge mate de fysieke, mentale en morele achteruitgang te wijten, die zo°n alamrerende toestand te weeg brengt.

Jongens beginnen op heel jonge leeftijd met het gebruik van tabak. De gewoonte die dan gevormd wordt, wanneer het lichaam en de geest vooral zo vatbaar zijn voor de effecten, ondennijnt de lichaamskrachten, belemmert de groei, benevelt de geest en bederft de moraal.

Maar wat kan er gedaan worden om de kinderen en de jeugd het kwaad van een gewoonte te doen inzien, als de ouders, leraars en geestelijken hun het voorbeeld geven? Kleine jongens nauwelijks de babytijd ontgroeid, kan men hun sigaretten zien roken. Als men er iets van zegt, is het antwoord: "Mijn vader gebruikt ook tabak." Zij wijzen naar de dominee of de

171 Gezin en Gezondeid

zondagsschool onderwijzer en zeggen: "Zo°n man rookt; welke schade kan het mij doen als hij het ook doet?"

Vele werkers in de °geheelonthoudersbeweging” zijn verslaafd aan het gebruik van tabak. Welke invloed kumen zulke mensen hebben in het stoppen van de voortgang van de onmatigheid? Ik doe een beroep op hen, die belijden het ,woord van God te geloven en te gehoorzamen: Kunt u als christen verslaafd zijn aan een gewoonte die uw verstand verlamt en u van de macht beroofi de eeuwige waarheden naar waarde te schatten? Kunt u toestaan dat God dagelijks wordt beroofd van de dienst waar Hij recht op heeft en uw medemens van uw diensten en van de macht van uw voorbeeld?

Hebt u als Gods rentmeesters uw verantwoordelijkheid overdacht over de middelen in uw handen? Hoeveel van Gods geld besteedt u aan tabak? Reken uit wat u gedurende uw leven daaraan besteed hebt. Hoe verhoudt zich dat bedrag dat u hebt uitgegeven aan deze onterende gewoonte tot het bedrag dat u hebt gegeven voor de hulp van de annen en de verspreiding van het evangelie?

Geen enkel mens heeft tabak nodig, maar grote menigten komen om door gebrek aan de middelen die door dit gebmik erger dan weggegooid zijn. Hebt u zich Gods goederen niet wederrechtelijk toegeëigend? Hebt u zich niet schuldig gemaakt aan diefstal tegenover God en uw medemens? "Weet gij niet dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt duur gekocht; daarom verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Gods zijn." (1)

Verdovende Dranken

De wijn is een spotter, de drank een luidruchtige, ieder die zich daaraan overgeeft, is onwijs.(2) Bijwieisach? bijwieiswee? bijwieistwist? bijwie geklaag? bijwiezijnwonden zonder reden? bij wie troebele ogen? Bij hen die laat opzitten bij de wijn, die komen om de gemengde drank te proeven. Zie niet naar de wijn, wanneer hij roodaehtig fonkelt, wanneer hij in de beker parelt; vlot glijdt hij naar bimien, tenslotte bijt hij als een slang en spuwt gif als een adder. (3)

Nooit werd door menselijke hand een levendiger beeld gegeven van de verlaging van de slavernij van het slachtoffer van bedwelmende dranken. Verslaafd en onteerd, is hij niet in staat de boeien te verbreken, zelfs al wordt hij zich van zijn ellende bewust, hij "zal het toch weer opzoeken." (4)

Er is geen argument nodig om de kwade gevolgen van sterke drank op de dronkaard aan te tonen. De suffige, verdwaasde menselijke wrakken - zielen waarvoor Christus stierf, en over wie engelen schreien - zijn overal. Zij zijn een smet op de beschaving waar wij zo prat op gaan. Zij zijn een schande, een vloek en een gevaar voor elk land.

En wie kan de ellende beschrijven, de verschrikking en de wanhoop, die verborgen zijn in het gezin van een dronkaard? Denk aan de vrouw, dikwijls heel fijn opgevoed, gevoelig,

172 Gezin en Gezondeid

ontwikkeld en fijnbesnaard,gebonden aan een man,diedoordrank veranderdisin een zuiplap of een duivel. Denk aan de kinderen, beroofd van huiselijk comfort, opvoeding en ontwikkeling, teiwijl zij tegelijkertijd angst hebben voor degene waarop zij trots hadden moeten zijn, die hen had moeten beschermen. Maar nu in de wereld geworpen, beladen met schande en vaak met een erfelijke zucht naar drank.

Denk aan de vreselijke ongevallen die elke dag gebeuren onder invloed van de drank. Eén of andere beambte op een trein verzuimt op een signaal te letten, of verstaat de opdracht ïferkeerd. De trem gaat voort, een botsing tegemoet, en vele evens gaan verloren. Of eenstoomschip vaart aan de grond, en passagiers en bemanning vmden een watergraf. Wanneer de zaak wordt onderzocht, ontdekt men dat iemand op een llzelangnjke post onder invloed van drank verkeerde. Hoever an iemand gaan met drank, zodat een mensenleven veilig aan hem kan worden toevertrouwd? Hij kan alleen vertrouwd worden als hij er totaal afstand van doet.

De mildere bedwelmingen

lt/Iensen die een omiatuurlijk lust naar opwekkende middelen geerfd hebben, moeten in geen geval wijn, bier of cider onder ogen krijgen of binnen hun bereik; want dan staan zij voortdurend bloot aan verleiding. Velen beschouwen zoete cider als onge- vaarlijk en kopen het zonder gewetensbezwaren. Maar het blijfi slechts korte tijd zoet; dan begint de gisting. De scherpe smaak die het dan krijgt, maakt het voor velen aantrekkelijk en de gebruiker zal niet toegeven dat er een gistiirgsproces heeft plaats gevonden.

Er is gevaar voor dengezondheid het gebruik van Zoete cider zoals die gewoonlijk wordt bereid. Als men kon zien wat de microscoop openbaart in de cider die ze kopen, zouden wemigen het nog willen dnnken. Dikwijls zijn de fabrikanten die cider voor de markt produceren, niet zo zorgvuldig waar het de toestand van het fruit betreft, en het sap van bedorven en womistekige appels wordt ook gebruikt. Wie er anders niet aan zou denken om bedorven appels te gebruiken, willen de cider die van zulk fiuit gemaakt wordt, wel drinken en noemen het een IUXC; maar de microscoop laat zien dat zelfs vers van de pers, deze plezierige drank geheel ongeschikt is voor het gebruik. Verdoving wordt evengoed veroorzaakt door wijn, bier en cider, als door sterkere dranken. Het gebruik hiervan wekt de smaak voor sterkere dranken op, en zo wordt de alcohol gewoonte gevormd. Matig drinken (sociaal drinken) is de school, waarin men wordt opgeleid voor een canière als dronkelap. Toch is werk van deze mildere stimulantia zo verraderlijk, dat de snelweg tot dronkenschap betreden is, voordat het slachtoffer het gevaar vermoedt.

Sommigen, die nooit als echt dronken worden beschouwd, zijn voortdurend onder invloed van deze mildere verdoving. Zij zijn koortsachtig, onstandvasti g en onevenwichtig. Zij verbeelden zich heel zeker te zijn en gaan steeds verder. De sterkste besluiten worden

173 Gezin en Gezondeid

ondemrijnd, de beste overwegingen zijn niet meer voldoende om de bedorven lust onder controle van de rede te houden.

De Bijbel staat nergens het gebruik van bedwehnende wijn toe. De wijn die Christus van water maakte op het bruiloñsfeest te Kana, was het zuivere sap van de druif. Dit is "de nieuwe wijn uit de tros", waarvan de Schritt zegt: "Verderf hem niet; want er ligt een zegen in." (5)

Het was Christus, die in het Oude Testament aan Israël de waarschuwing gaf, "Wijn is een spotter, de drank een luidruch- tige; ieder, die zich daaraan overgeefi is onwijs." (6) Hijzelf voorzag niet in zo°n drank. Satan verzoekt mensen om toe te geven aan dat wat het verstand benevelt en geestelijke waarne- ming afstompt; maar Christus leert ons om de lagere natuur tot onderwerping te brengen. Hij zet de mens nooit iets voor, dat een verzoeking betekent. Zijn gehele leven was een voorbeeld van zelfverloochening. Het was om de kracht van de eetlust te breken dat Hij het veertig dagen durende vasten onderging in de felste verzoeking die de mens kon verdragen. En dat was voor ons. Het was Christus, die Johamies de Doper de aanwijzing gaf geen wijn te drinken, noch sterke drank. Hij was het, die een gelijke opdracht tot onthouding gaf aan de vrouw van Manoah. Christus spreekt Zijn eigen leer niet tegen. De ongegiste wijn waarin Hij voorzag voor de biuiloftsgasten was een heilzame verfrissende drank. Dit is de wijn die door onze Verlosser en Zijn discipelen bij het eerste avondmaal werd gebruikt. Het is de wijn die altijd gebruikt moet worden op de avondmaalstafel als een symbool van het bloed van de Verlosser. De avond- maaldienst is bedoeld om de ziel te verkwikken en te doen herleven. Daar mag niets aan verbonden worden dat naar het kwade zou kunnen wijzen.

In het licht van wat de Schrifien, de natuur en het verstand ons leren aangaande het gebruik van bedwelmende middelen, kan men zich afvragen hoe christenen zich kunnen bezig houden met het kweken van hop voor de bierproductie, of met de fabricage van wijn of cider voor de markt? Als zij hun naaste liefliebben als zichzelf, hoe kunnen zij iets op zijn weg plaatsen, wat een strik voor hem kan zijn?

Verantwoordelijkheden van de Ouders

Dikwijls begint onmatigheid thuis. Door het gebruik van lijke, ongezonde voeding worden de spijsverteiingsorganen verzwakt en er ontstaat een verlangen naar voedsel dat nog opwekkender is. Zo wordt de begeerte aangekweekt naar sterkere middelen. Het verlangen naar stimulantia komt steeds vaker en wordt moeilijker te weerstaan. Het gestel raakt min of meer doortrokken van vergif, en hoe zwakker het wordt, hoe groter het verlangen naar deze dingen. Een stap in de verkeerde richting bereidt de volgende stap voor. Velen die zich niet schuldig zouden maken aan het plaatsen van wijn of andere alcoholica op hun tafel, overdekken die wel met voedsel dat zo°n dorst naar sterke drank opwekt, dat het bijna omnogelijk is de verzoeking te weerstaan. Verkeerde eet- en drinkgewoonten bedeiven de gezondheid en zijn een wegbereider voor dronkenschap.

174 Gezin en Gezondeid

Er zou spoedig weinig noodzaak meer bestaan voor geheel- ontlioudersacties als in de jeugd, die de maatschappij vonnt, de juiste beginselen met betrekking tot matigheid ingeplant konden worden. Laat ouders in eigen huis en haard een actie tegen omnatigheid beginnen, door de goede beginselen die zij hun kinderen vanaf hun p1'i1Ste jeugd lefen en 21] megen OP succes hopen.

Moeders moeten hun kinderen helpen om de juiste gewoonten en een zuivere smaak te ontwikkelen. De smaak moet gevelmd worden en de kinderen moet geleerd worden om opwekkende middelen te verafschuwen. Voedt uw kmderen zo op, dat zij de morele moed bezitten om het kwade te weerstaan dat overal om hen heen heerst. Leer hen, zich niet door anderen Illï hun evenwicht te laten brengen, en niet toente geven aan sterke invloeden, maar anderen ten goede te bemvloeden.

Persoonlijke Verantwoordelijkheid

Grote inspanningen worden aangewend om onmatigheid uit de weg te ruimen; maar er zijn veel p0gm8en gedaan dle måt op het juiste punt gencht waren. De voorstanders van e geheelonthouding zouden opmerkzaam moeten zijn op de kvfffflde resultaten van het gebruik van ongezond voedsel, specerijen, tliee en koffie. Wij wensen iedereen,_ die voor de gellee_l0n1l- houding werkt alle succes toe; maar wij nodigen hen uit dieper te kijken naar de oorzaak van het .kwaad waar zij tegen vechtâfl, en er zeker van te zijn dat zij consequent werken in die hervorming.

Het moet de mensen worden voorgehouden dat het juisï evenwicht van de mentale en morele vennogens in grote ma afhangt van de goede conditie van het licl_iamelijke_gestel.'A1le narcotica en omiatuurlijke opwekkingsmiddelen die de lichamelijk natuur verzwakken en bederven, dragen ertoe bij, de kracht van het intellect en de moraal te verlagen. Omnlaitiglåieid ligt ten grondslag aan het morele verval van deze Were . 00f toe te geven aan een verdorven eetlust, verliest men de kracht om verzoekingen te kunnen weerstaan.

Matigheidshervormers hebben de opdracht om ekmensen in dit opzicht op te voeden. Leer hen dat gezondheid, alakfef en zelfs het leven, in gevaar worden gebracht door het gebruik van stimulerende middelen die de uitgeputte krachten opwekken tot onnatuurlijke, krampachtige werking.

Wat betreft koñie, thee, tabak en alcoholische dranken is de enige veilige weg: raak niet, smaak niet, en roer niet aan. De tendens van thee en gelijksoortige dranken wijst in dezelfde richting als die van alcoholische dranken en tabak, en in sommige gevallen is het even moeilijk om die gewoonte te breken als het voor een dronkaard is om zijn verdovende middelen op te geven. Zij die proberen om deze stimulantia op te geven, zullen tijdelijk een verlies voelen en zullen daaronder lijden. Maar door volharding zullen zij de hunkering oveiwirmen en het gemis verdwijnt. De natuur kan enige tijd nodig hebben om te herstellen

175 Gezin en Gezondeid

van de geleden mishandeling; maar geef haar een kans en zij zal weer opleven en haar werk goed en vlot tot stand brengen.

Verwijzingen: 1. 1 Cor.6:19,20. 3. Spr.23:29-32 5. Jes.65:8. 2. Spr.20:l. 4. Spr.23:35. 6. Spr.20:l.

176 Gezin en Gezondeid

Kapitel 27 De handel in drank en het verbod daarop

"Wee hem die zijn naaste te drinken geeft en dronken maakt. "

"Wee hem die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, zijn opperzalen met onrecht;... die zegt: Ik zal mij een groots huis bouwen, ruime opperzalen; die daarin vensters aanbrengt en het dekt met cederhout, het bestrijkt met menie. Zijt gij een koning als gij wedijveit in cederhout?... Maar gij hebt enkel oog en hart voor uw onrechtvaardig gewin en voor het vergieten van onschuldig bloed, voor het begaan van onderdrukking en geweld." (1)

Het Werk van de Handelaar in Sterke Dranken

Dit Schriftwoord tekent het werk van hen die drank fabriceren en verhandelen. Hun zaak betekent roof. Voor het geld dat zij ontvangen, wordt geen tegenwaarde geleverd. Iedere dollar die zij aan hun winst toevoegen, brengt een vloek en aan hen die de drank kopen.

Met ruime hand heeft God Zijn zegeningen aan de mensen geschonken. Als Zijn gaven verstandig werden gebruikt, hoe weinig zou de wereld van armoede en ellende geweten hebben! Het is de slechtheid van de mens die Zijn zegeningen in een

vloek verandert. Het komt door de jacht op gewin en de lust tot onmatigheid, dat granen en vruchten die ons voor onze instandhouding gegeven werden, veranderd worden in vergif die verdriet en verderf brengen.

Ieder Jaar worden miljoenen en miljoenen liters drank Verzwolgen. Miljoenen en miljoenen guldens besteed aan het kopen van ellende, armoede, ziekte, vernedering, wellusten, misdaad en dood. Uit winstbejag deelt de handelaar uit wat de geest en het lichaam verderft en vernietigt. Hij beschikt over de armoede en ellende van het gezin van de dronkaard. Als het slachtoffer dood is, houden de eisen van de drankhandelaar niet op. Hij berooft de weduwe en brengt de kinderen tot de bedelstaf. Hij aarzelt niet om het berooide gezin elke levensbehoefte af te nemen om de drankschuld van de echtgenoot en vader te laten betalen. Het schreien van de lijdende kinderen, de tranen van de angstige moeder ergeren hem alleen maar. Wat doet het hem of deze armen verhongeren? Wat doet het hem als__deze ook tot vermeerdering en ondergang gedreven worden? Hij wordt rijk op kosten van hen, die hij naar het verderf voert.

Huizen van prostitutie, holen van verdorvenheid, gerechtshof- ven, gevangenissen, armenhuizen, gestichten, hospitalen zijn allen tot op zekere hoogte gevuld met het resultaat van het werk van de drankhandelaar. Zoals het mystieke Babylon in Openbaring handelt hij "in slaven en zielen van mensen." Achter de drankhandelaar staat de machtige verderver van zielen; en iedere kunst, die aarde en hel kunnen bedenken wordt toegepast om mensen onder zijn macht te brengen. In ,de stad en_0P hel land, 111 treinen, op grote vaartuigen, in handelsplaatsen, huizen van plezier, in apotheken, zelfs m de kerk aan de avondmaalstafel

177 Gezin en Gezondeid

worden zijn strikken gezet. Niets wordt ongedaan gelaten om een verlangen naar drank op te wekken en in stand te houden. Op bijna elke straathoek staat een kroeg met zijn reclamelichten, zijn welkom en vrolijkheid, en nodigt de Werkman, de rake leegloper en argeloze jeugd uit.

In privé lunchrooms en modieuze vestigingen worden dames populaire dranken aangeboden onder een of andere plezierige naam, maar in werkelijkheid zijn het alcoholische dranken. Voor de zieken en vermoeiden worden cocktails aangeprezen, die voor het merendeel uit alcohol bestaan.

Om de dranklust in kinderen op te roepen wordt alcohol in snoepgoed verwerkt. Zulk snoepgoed wordt in de winkel verkocht. En door dit snoepgoed uit te delen, lokt de drankhandelaar kinderen zijn zaak binnen.

Dag na dag, maand na maand, jaar na jaar, gaat dit werk voort. Vaders, echtgenoten, broers, de stem, hoop en trots van de natie, worden onophoudelijk in de holen van de drankslijters gelokt om ellendig en geruïneerd teruggezonden te worden. Erger nog, het hart van het gezin wordt aangetast. Meer en meer vrouwen zoeken hun heil in de alcohol. In menige huishouding worden kleine kinderen, zelfs onschuldige en hulpeloze baby”s in gevaar gebracht door verwaarlozing, mishandeling en de walgelijkheid van dronken moeders. Zonen en dochters groeien op onder de schaduw van dit vreselijke kwaad. Welk uitzicht hebben zij op de toekomst dan slechts nog dieper te zinken dan de ouders?

Uit de zogenaamde Christelijke landen is deze vloek over- gebracht naar heidense streken. Het onwetende volk wordt het gebruik van drank geleerd. Zelfs onder de heidenen herkennen verstandige mannen dit dodelijke vergif en protesteren ertegen; maar tevergeefs hebben zij getracht hun landen tegen deze verwoesting te beschermen. Door beschaafde volken zijn deze heidenen tot tabak, sterke drank en opium gedwongen. De onbeheerste hartstocht van deze mensen, gestimuleerd door de drank, verlagen hen tot een staat van vernedering die voordien onbekend was, en het wordt bijna een hopeloze onderneming om zendelingen naar deze landen te sturen.

Door hun contact met volkeren, die hun de kennis van God moesten hebben gebracht, zijn de heidenen tot ondeugden gekomen, die de verwoesting van hele stammen en geslachten hebben veroorzaakt. En op de donkere plaatsen van de aarde worden de mensen uit geciviliseerde landen dan ook om deze reden gehaat.

De Verantwoordelijkheid van de Kerk

Drank heefteen machtspositie in de wereld. Aan zijn kant staan de verenigde machten van geld, gewoonte en lusten. Die machten worden zelfs in de kerk gevoeld. Mannen die direct of indirect geld verdiend hebben in de drankhandel zijn leden van de kerk, en zelfs geziene kerkleden. Velen van hen geven ruim aan populaire liefdadigheid. Zijn bijdragen helpen de

178 Gezin en Gezondeid

initiatieven van de kerk ondersteunen en onderhouden de predikanten. Zij beschikken over de achting die aan de macht van geld wordt bewezen. Kerken die zulke leden accepteren, ondersteunen in feite de drankhandel. Te dikwijls heeft de predikant niet de moed om voor het recht in te staan. Hij durft zijn volk niet over te brengen wat God gezegd heeft aangaande het werk van de drankhandelaar. Duidelijk spreken zou bete- kenen: zijn gemeente beledigen, zijn populariteit opofferen en het verlies van zijn salaris.

Maar boven de rechterstoel van de kerk staat de rechterstoel van God. Hij, die tot de eerste moordenaar zei: "Hoor het bloed van uw broeder roept tot Mij van de aardbodem," (2) zal voor Zijn altaar 'de gaven van een drankhandelaar niet aanvaarden. Zijn toom is ontstoken tegen degenen die hun schuld trachten te bedekken met een kleed van vrijgevigheid. Hun geld is bevlekt met bloed. Daar ligt een vloek op.

Waartoe dient Mij de menigte uwer slachtoffers? Zegt de Here...

Wanneer gij komt om voor Mijn aangezicht te verschijnen - wie heeft dit van u verlangd Mijn voorhoven plat te treden? Gaat niet voort met huichelachtige offers te brengen...

Wanneer gij uw handen uitbreidt,verberg Ik Mijnogenvooru;zelfswanneergijhetgebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed. (3)

De dronkaard is tot betere dingen in staat. Talenten zijn hem toevertrouwd, waarmee God geëerd en de wereld gezegend kan worden; maar zijn medemensen hebben een strik voor zijn ziel gezet en hebben zich bevoordeeld aan zijn vernedering. Zij hebben in weelde geleefd, terwijl de slachtoffers, die zij beroofd hebben, in armoede en ellende leefden. Maar God zal van de hand van hem, die de dronkaard naar zijn snelle ondergang geholpen heeft, verantwoording eisen. Hij die de hemelen regeert, heeft noch de eerste oorzaak, noch de laatste uitwerking van dronkenschap uit het oog verloren.

Zou Hij, die voor de mussen zorgt en het gras des velds bekleedt voorbij gaan aan hen, die naar Zijn beeld gevormd zijn, gekocht met Zijn eigen bloed; zou Hij geen aandacht aan hun schreien schenken? God merkt al deze boosheid op, die misdaad en ellende bestendigen. De wereld en de kerk mogen bijval hebben voor de man die rijkdom verworven heelt door de menselijke ziel te verlagen. Zij mogen de man toelachen die mensen stap voor stap geleid heet tot het pad van schaamte en vernedering. Maar God heeft er nota van genomen en geeft een rechtvaardig oordeel. De drankenhandelaar moge door de wereld een goede handelsman genoemd worden, maar de Here zegt: "Wee die man."

Hij zal beschuldigd worden van de hulpeloosheid, de ellende, het verdriet, in de wereld gebracht door de drank. Hij zal antwoord moeten geven voor het verdriet en het gebrek dat de moeders en de kinderen geleden hebben, aan voedsel, kleding en onderdak, en die alle hoop op vreugde begraven hebben. Hij zal verantwoording moeten afleggen voor de zielen, die hij

179 Gezin en Gezondeid

onvoorbereid de eeuwigheid in heeft gestuurd. En zij, die de drankhandelaar in zijn werk ondersteunen, delen in zijn schuld. Tot hen zegt God: "Uw handen zitten vol bloed."

De Drankwetgeving

Het verguningenstelsel voor de drankhandel wordt door velen voorgestaan als het intomen van het drankmisbruik. Maar de vergunning van de drankhandel plaatst die onder bescherming van de wet. De regering keurt het bestaan daarvan goed en bevordert het kwaad, dat het zegt te beperken. Onder de bescherming van dit vergunningenstelsel worden bierbrouwerij- en, distilleerderij en wijnkelders over het gehele land gevestigd, en de drankverkoper doet zijn werk naast de deur.

Dikwijls is het hun verboden om aan iemand die dronken is, of aan iemand die als dronkaard bekent staat, drank te verkopen; maar het werk om van jonge mensen dronkaards te maken, gaat ongemoeid verder. Het scheppen van dranklust in jonge mensen is het fundament van de drankhandel. De jeugd wordt stap voor stap verder gebracht, totdat de drankgewoonte gevestigd is en de dorst gevormd, die tot elke prijs om voldoening vraagt. Het zou minder schadelijk zijn wanneer de gevestigde dronkaard alcohol werd toegestaan, wiens ondergang in de meeste gevallen reeds beslist is, dan toe te staan om de bloem van onze jeugd in het verderf te lokken door deze vreselijke gewoonte.

Door het vergunningenstelsel wordt hen, die zich trachten te beteren, constant de verleiding voorgehouden. Instellingen worden opgericht, waar de slachtoffers van onmatigheid geholpen kunnen worden om hun dranklust te overwinnen. Dit is een edel werk; maar zolang als de drankverkoop goedgekeurd is door de wet, heeft de verslaafde weinig nut van deze toevluchtsoorden voor dronkaards. Zij kunnen er niet altijd blijven. Zij moeten hun plaats in de gemeenschap weer innemen. De begeerte naar de drank, ofschoon verhinderd, is niethelemaalverdwenen;enwanneerdeverzoekinghenovervalt,wat aanallekantengebeurt, vallen zij weer ten prooi aan hun vroegere verslaving.

Iemand die een gevaarlijk beest heeft en die, de aard van het beest kennend, het de vrijheid laat, is bij de wet van het land verantwoordelijk voor het kwaad dat het dier zou kunnen doen. In de aan Israël gegeven wetten wees God, dat wanneer een gevaarlijk dier de dood van een mens veroorzaakt, de eigenaar met zijn leven de prijs van zijn zorgeloosheid of kwaadaardigheid moet betalen. Volgens hetzelfde principe moet de staat die de drankvergunningen uitgeeft, verantwoordelijk gesteld worden voor de resultaten van die handel. En als het een misdaad is op straffe des doods om een gevaarlijk beest vrij te laten, hoeveel groter is dan de misdaad van het vergunningenstelsel voor de drank! Vergunningen worden verstrekt op het motief dat die inkomsten brengen in de schatkist. Maar wat is deze opbrengst vergeleken bij de enorme uitgaven voor de criminelen, verslaafden en de verbanning, die hetgevolgzijn van dehandelinalcoholische dranken! Een manonderinvloed van alcohol begaat een misdaad; hij wordt voor de rechter geleid; en zij die de drankhandel

180 Gezin en Gezondeid

gelegaliseerd hebben, worden gedwongen het resultaat van hun eigen werk te behandelen. Zij hebbendehandelin dranklegaal gemaakt,drank,dieeenverstandige mankrankzinnig maakt; en nu is het nodig om die man op te bergen in de gevangenis, of naar de galg te sturen, terwijl vrouw en kinderen behoeftig worden achtergelaten, om ten laste van de gemeenschap te komen waarin zij leven.

Denk alleen maar eens aan het financiële aspect van de kwestie. Wat een dwaasheid is het om zo°n handel toe te staan! Welke opbrengst kan het verlies van de menselijke rede vergoeden, het schenden en ontsieren van het beeld van God in de mens, voor het ruïneren van kinderen, het terugbrengen tot verpaupering en vernedering; en de bestendiging van de kwade neigingen in de kinderen van de dronken vaders?

Drankverbod

De man die de gewoonte om bedwelmende drank te gebruiken heelt gevormd, verkeert in een wanhopige toestand. Zijn hersenen zijn verziekt, zijn wilskracht verzwakt. En voor zover het in zijn eigen vermogen ligt, is de begeerte niet te beheersen. Er valt met hem niet te redeneren,nochkan hij ervanovertuigdworden zichzelf teverloochenen.Iemand diebesloten heeft de drank vaarwel te zeggen, wordt, in de holen van ondeugd getrokken, weer verleid tot het grijpen naar het glas, en met de eerste slok van het bedwelmende vocht is elk goed voornemen vergeten en de wil vernietigd. Eén druppel van het vocht, en alle gedachten aan de gevolgen zijn verdwenen. De door verdriet gebroken vrouw is vergeten. De verdorven vader trekt er zich niets meer van aan dat zijn kinderen honger hebben en geen kleren. Door het wettigen van die handel geeft de wet haar goedkeuring aan de ondergang van de ziel en weigert die verkoop, die de wereld met kwaad vervult, te beëindigen. Moet dit altijd voortgaan? Zullen zielen altijd worstelen hebben om de overwinning, met de deur tot verleiding wijd voor hen geopend? Moet de vloek van onmatigheid voor altijd als een kanker op de verslaafde wereld rusten? Moet dat als een verslindend vuur elk jaarvoortgaand over duizenden gelukkige gezinnen? Wanneer een schip in het zicht van de haven schipbreuk lijdt, staan mensen niet ledig toe te kijken. Zij wagen hun leven in een poging mannen en vrouwen van het watergraf te redden. Hoeveel groter is de vraag niet naar pogingen om mensen te redden van het lot van de dronkaard!

Het zijn niet alleen de dronkaard en zijn gezin, die gevaar lopen door het werk van de drankhandelaar, noch de extra belasting het voormasten ongemak dat deze handel op de gemeenschap legt, wij zijn allen verweven in het web van de mensheid. Het kwaad dat een deel van de grote menselijke broederschap overvalt, brengt gevaar voor allen mee. Menige man, die uit liefde voor gewin of gemakzucht, niets te doen wilde hebben met de beperking van de drankhandel, heeft te laat moeten ontdekken dat de handel te doen kreeg met hem. Hij heeft zijn kinderen zien afzakken of ruïneren. Wetteloosheid viert hoogtij. Bezittingen zijn in gevaar. Het leven is onveilig. Ongevallen op zee en te land nemen toe. Ziekten die in krottenwijk ontstaan,slaanovernaardebetere buurten.Ondeugden,gekoesterddoorkinderen

181 Gezin en Gezondeid

die tussen verderf en misdaad opgroeien, infecteren de zonen en dochters van verfijnde en ontwikkelde gezinnen.

Er is geen mens, wiens belangen niet in gevaar worden gebracht door de drankhandel. Er is geen mens dat niet, in het belang van zijn eigen veiligheid, zich moet inzetten om die te vernietigen.

Vóór alle andere plaatse en die te doen hebben met wereldlijke belangen, zouden regeringsgebouwen en gerechtshoven vrij moeten zijn van deze vloek van onmatigheid. Bestuurders, volksvertegenwoordigers, rechters, ambtenaren, allen die te doen hebben met het handhaven van °s lands wetten en de uitvaardiging daarvan, die de levens, de goede naam en bezittingen van hun medeburgers in handen hebben, zouden mensen van strikte matigheid moeten zijn. Alleen dan kan hun verstand helder zijn om te onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Alleen dan kunnen zij vastheid van beginsel hebben, en wijsheid om het recht uit te oefenen en genade te tonen. Maar hoe is de stand van zaken? Hoevelen van deze mensen hebben hun geest beneveld, het gevoel voor recht en onrecht verward, door sterke drank! Hoeveel verdrukkende wetten zijn niet uitgevaardigd, Hoeveel onschuldige personen ter dood veroordeeld door het onrecht van een drinkende wetgevende macht, getuigen, juristen, advocaten, en zelfs rechters! Velen zijn er, die "machtig zijn in het drinken van wijn", mannen die "sterk zijn in het mengen van sterke drank", "die kwaad goed noemen, en goed kwaad"; die "rechtspreken voor beloning, en de gerechtigheid van de rechtvaardige wegnemen!" Van zulke zegt God:

“Wee hen." "Daarom zal, zoals een vuurtong stoppelen verteert en brandend stro ineen zinkt, hun wortel als molm worden en hun bloesem als stof opstuiven;

omdat zij de wet van de Here der heerscharen verworpen, en het woord van de Heilige Israëls hebben versmaad. (4) De eer van God, de stabiliteit van de natie, het welzijn van de gemeenschap, van het huisgezin en het individu, vragen dat iedere poging in het werk wordt gesteld om het volk bewust te maken van het kwaad van onmatigheid. Spoedig zullen wij de resultaten zien van dit vreselijke kwaad, zoals we het nu nog niet zien. Wie wil een vastbesloten poging wagen om het werk van vernietiging te beëindigen? De strijd is nog nauwelijks begonnen. Laat een leger gevormd worden om de verkoop van deze verdovende dranken, die mensen gek maken, te stoppen. Laat het gevaar van de drankhandel duidelijk gemaakt worden, en een publieke stemming opwekken, die om een verbod zal vragen. Laat hen, die door drank hun verstand verloren, een kans gegeven worden om hun slavernij te ontvluchten. Laat de stem van het volk van de wetgevers eisen een eind te maken aan deze heilloze handel.

"Red hen die ten dode gegrepen zijn, wendt u niet af van hen die ter slachting wankelen; wanneer gij zegt: Zie, zij wisten het niet - zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken, en Hij, die op de ziel let, het niet weten, en de mens naar zijn doen vergelden?" (5)

182 Gezin en Gezondeid

Verwijzingen:

183 Gezin en Gezondeid
"En wat zullen zij zeggen wanneer Hij u zal straffen?" (6)
1. Jer.22:13-17. 3. Jes.1:11-15. 5. Spr.24:1l,12. 2. Gen.4:l0. 4. Jes.5:22-24. 6. Jer.13:21.

Kapitel 28 De invloed van het huisgezin

Er is geen belangrijker zendingsveld dan die aan vaders en moeders is toevertrouwd. Het herstel en de verhefling van de mensheid beginnen in het huisgezin. Het werk van de ouders is de grondslag van elk ander werk. De maatschappij bestaat uit gezinnen en is wat de gezinshoofden ervan maken. "Uit het hart zijn de oorsprongen des levens" (l); en het hart van de gemeenschap, van de kerk, van de natie, is het huisgezin. Het welzijn van de gemeenschap, het succes van de kerk, en de welvaart van de natie hangen af van de invloed die van de gezinnenuitgaat.Hetbelangende mogelijkhedenvanhethuiselijklevenwordengeïllustreerd in het leven van Jezus. Hij, die uit de hemel kwam om ons voorbeeld en onze leraar te zijn, bracht dertig jaar als lid van het huisgezin in Nazareth door. Over deze jaren is het bijbelverslag heel kort. Geen machtige wonderen trokken de aandacht van de menigte. Geen onstuimige mensemnenigte volgde Zijn voetstappen of luisterde naar Zijn woorden. Toch vervulde Hij al deze jaren Zijn goddelijke zending. Hij leefde als een van ons, deelde het huiselijk leven, onderwierp zich aan discipline, voldeed aan Zijn plichten en droeg de lasten. In de beschermende zorg van het nederige huisgezin had Hij deel aan de ervaringen van de gewone man en Hij "nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen." (2)

Gedurende al deze jaren van afzondering vloeide Zijn leven uit in stromen van sympathie en hulpvaardigheid. Zijn onzelf- zuchtige en geduldige verdraagzaamheid, Zijn moed en trouw, Zijn weerstand tegen verleiding, Zijn vohnaakte vrede en rustige opgewektheid, waren een voortdurende inspiratie. Hij bracht een zuivere, aangename sfeer ir1 het gezin, en Zijn leven was een zuurdeeg dat te midden van de leden van de gemeenschap werkte. Niemand zei dat Hij een wonder gewrocht had; toch ging er kracht van Hem uit - de genezende, leven gevende macht van de liefde - naar de verzochte, de zieke, de ontmoedigde. Op een onopvallende wijze diende Hij vanaf Zijn kinderjaren anderen, en hierdoor luisterden velen graag naar Hem toen Hij Zijn openbaar dienstwerk begon.

De jeugdjaren van de Verlosser waren meer dan een voorbeeld voor de jeugd. Zij zijn een les en zouden een bemoediging moeten zijn voor elke vader en moeder. Het gezin en de buurt vormen het eerste zendingsveld voor hen die willen werken voor de verheffing van de medemens. Er is geen belangrijker zendingsveld dan wat de stichters en wachters van het huisgezin is toevertrouwd. Geen werk, aan menselijke wezens toever- trouwd, brengt groter en verreikender resultaten mee dan het werk van vaders en moeders.

De jeugd en de kinderen van heden zullen de toekomst van de maatschappij bepalen, en wat deze jeugd en kinderen zullen zijn, hangt af van het huisgezin. Het grootste deel van de ziekten, de ellende en de misdaad, die de vloek van de maatschappij zijn, kan herleid worden tot een gebrek aan goede leiding thuis. Als het huiselijk leven zuiver en waarachtig was, als de kinderen die uit die zorg voortkwamen voorbereid waren om de gevaren en verantwoordelijkheden van het leven tegemoet te kumien gaan, welke verandering zou in de

184 Gezin en Gezondeid

wereld gezien worden. Grote inspanningen worden geleverd, tijd, geld en arbeid worden onbeperkt gestoken in ondememingen tot verbetering van de slachtoffers van slechte gewoonten. En zelfs deze pogingen zijn niet toereikend om aan de grote nood te voldoen. En hoe klein zijn de resultaten! Hoe weinigen worden voor altijd gered!

Menigten verlangen naar een beter leven, maar hun ontbreekt de moed en de besluitkracht om weg te breken uit de macht der gewoonte. Zij schrikken terug voor de insparming, de strijd en de gevraagde offers, en hun levens worden verwoest en geruïneerd. Zo worden zelfs mensen met het helderste verstand, marmen met hoge aspiraties en edele vennogens, anderszins door de natuur en hun opvoeding beschikt tot vervulling van verantwoordelijke vertrouwensposities, verlaagd en zijn verloren voor dit leven en het toekomende leven.

Voor hen die zich willen beteren is de strijd om hun menselijke waardigheid te herwimien zeer bitter, en hun leven lang halen zij, in een ontredderd gestel, met een weifelende wil, een beschadigd intellect en verzwakte zielskracht, de oogst van hun kwade gewoonten binnen. Hoeveel meer zou bereikt zijn als het kwaad in het beginstadium was behandeld!

Dit werk rust in hoge mate op de ouders. Als er meer aandacht werd besteed aan voorlichtingvandeouders,hoezijdegewoontenenkaraktersvandekinderenmoetenvormen in een poging om de voortgang van omnatigheid en andere euvels die als kankergezwellen in het maatschappelijk leven vreten, te stuiten, zou honderdmaal meer resultaat bereikt worden. Ge- woonten die zo”n sterke dnjfveer tot het kwaad zijn, kunnen door de ouders, en dat ligt in him macht, tot een drijfveer ten goede gemaakt worden. Zij hebben met de stroom te maken waar die ontspring en het ligt aan hen om die in de juiste banen te leiden.

Ouderskunnenvoorhunkinderen degrondslagleggenvooreen gezondengelukkigleven. Zij kmmen hen van huis laten gaan met de morele kracht om verzoeking te weerstaan, en de moed en het vennogen om succesvol de problemen van het leven aan te kunnen. Zij kumen in hen het voomemen inspireren en de macht ontwikkelen om him leven tot eer van God te leven en tot zegen voor de wereld. Zij kunnen gebaande wegen voor hun voeten maken, door zormeschijn en schaduw, naar de heerlijke hoogten.

Een les uit het Leven van Alledag

De invloed van het huisgezin strekt zich verder uit dan de eigen leden. Het christelijke gezin moet een voorbeeld zijn dat de uitnemendheid van de ware levensbeginselen schildert. Zo”n illustratie zal een macht ten goede zijn in de wereld. Veel machtiger dan welke preek ook, is de invloed die uitgaat van een waarachtig gezin. Als de jeugd uit zo°n huis uitzwennt, worden de lessen die zij daar geleerd hebben, uitgedragen. Edeler beginselen worden aan andere huishoudens medegedeeld en een verheffende invloed werkt in op de gemeenschap.

185 Gezin en Gezondeid

Gastvrijheid

Er zijn vele naasten voor wie wij ons tehuis tot een zegen kunnen maken. Onze sociale genoegens moesten niet beheerst worden door wereldse gewoonten, maar door de Geest van Christus en de leer van Zijn woord. De Israëlieten sloten in al hun festiviteiten de armen en de vreemdelingen in, alsook de Leviet, die zowel assistent van de priester in het heiligdom was, als godsdienstleraar en zendeling. Dezen werden als gasten van het volk beschouwd, om in hun gastvrijheid op alle gelegenheden van sociale en godsdienstige vreugden te delen, en die in ziekte en nood hartelijk verzorgd werden. Zulke mensen moeten wij in ons huis verwelkomen.

Hoeveel kan zo”n welkom soms niet betekenen voor een zendingsverpleegster of een leraar, de met zorg belaste, hardwerkende moeder, of de zwakke bejaarde, dikwijls zonder eigen thuis, en worstelend met amroede en vele ontmoedigingen, om ze op te vrolijken en te bemoedigen. "Wanneer gij een middag- of avondmaal gereed maakt," zegt Christus, "roep dan niet uw vrienden, noch uw broeders, noch de familie, noch uw rijke buren; zij zouden u temgvragen en u een vergoeding doen. Maar wanneer u een feest aanricht, roep de armen, de mismaakten, de lammen, de blinden; en gij zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen." (3)

Dit zijn gasten, die het u niet moeilijk zullen maken te ontvangen. U zult hen niet op een buitengewone wijze behoeven te onthalen. U behoefi er geen vertoning van te maken. Een wann hartelijk welkom, een plaats aan uw haard, een plaats aan uw tafel, het voorrecht om in het uur van gebed de zegen te delen, zou voor vele mensen als een glimp van de hemel zijn.

Ons medeleven moet buiten de grenzen van onszelf en de ingeslotenheid van onze farniliebanden uitgaan. Er zijn kostbare gelegenheden om ons huis voor anderen tot een zegen te maken. Sociale invloedis een wonderbaarlijke macht. Wij kunnen het als een middel gebruiken om anderen om ons heen te helpen. Ons huis zou een toevluchtsoord moeten zijn voor de jeugd die verleid wordt. Er zijn velen die op een kruisptmt staan. Iedere invloed elke indruk, beslist de keuze die hun bestemming vormt, voor nu en voor het hiemamaals. Het kwaad nodigt hen uit. Die plaatsen zijn schitterend en aantrekkelijk. Zij heten iedere bezoeker welkom. Overal om ons heen zijn jonge mensen die geen tehuis hebben, en velen van wie het tehuis geen helpende, verheffende kracht heeft, en de jeugd drijft af naar het kwade. Zij gaan hun ondergang tegemoet in de schaduw van onze eigen huisdeur.

Deze jeugd heeft een hand nodig die in medeleven naar hen wordt uitgestoken. Vriendelijke woorden, kleine attenties, zullen de wolken van verzoeking die zich over de ziel samenbundelen, wegvagen. Het uitdrukking geven aan echte, door God ingegeven sympathie heeft macht om de deuren van harten te openen, die de geur van christelijke woorden van node hebben en een eenvoudige zachte aanraking van de geest van Christus” liefde. Als wij belang stelden in de jeugd, hen in onze gezinnen zouden uitnodigen en hen omringen met

186 Gezin en Gezondeid

opgewekte, hulpvaardige invloeden, zouden velen met blijdschap hun stappen naar het pad opwaarts richten.

's Levens Kansen

Onze tijd hier is zo kort. Wij zijn hier op deze wereld slechts eemnaal; laten wij zolang wij hier zijn, het beste van ons leven maken. Het werk waartoe wij geroepen zijn, eist geen weelde, geen sociale positie en geen grote kundigheden. Het vraagt een vriendelijke, zelfopofferende geest en een vast omlijnd doel. Een kaars, hoe klein ook, als die steeds brandende wordt gehouden, kan een middel zijn om vele andere kaarsen aan te steken. Onze invloedssfeer mag klein lijken, onze mogelijkheden weinig, onze kansen klein, onze verworvenheden begrensd, toch krijgen wij wonderbaarlijke gelegenheden door een getrouwelijk gebruik van de kansen in onze eigen huisgezinnen. Als wij onze harten en huizen openen voor de goddelijke beginselen van het leven, zullen wij kanalen worden voor stromen vanleven gevendekrachten.Vanuitons tehuis zaleen stroomvan genezingvloeien,dieleven, schoonheid en vruchtbaarheid brengt, waar nu dorheid en gebrek is.

Verwijzingen:

187 Gezin en Gezondeid
1. Spr.4:23. 2. Luk.2:52. 3. Luk.14:12-14.

Kapitel 29 De stichters van het gezin

"Door wijsheid wordt een huis gebouwd, door verstand wordt het bevestigd. "

Hij, die Eva aan Adam als een hulp gaf, venichtte zijn eerste wonder op een bmiloftsfeest. In de feestzaal waren vrienden en familie vrolijk vergaderd, toen Christus Zijn ofñeiële dienstwerk begon. Zo gaf Hij het huwelijk Zijn zegen en erkende het als instelling die Hijzelf had gegeven. Hij beschikte, dat man en vrouw verenigd zouden worden in een heilige huwelijksband om gezinnen te stichten, waarvan de leden, met eer gekroond, erkend zouden worden als leden van het gezin hierboven.

Christus eerde de huwelijksrelatie, door haar tot een symbool te maken van verbond tussen Hem en Zijn verlosten. Hijzelf is de bruidegom; de bruid is de kerk, van wie Hij als uitverkorene zegt: "A1les is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij." (1)

Christus"haddekerklief engaf Zichzelfvoorhaar,datHijzemochtheiligenenreinigen... zó dat zij heilig is en onbesmet... Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben."

(2) De gezinsband is de meest innige, tedere en heilige van alle banden op de aarde. Die was bestemd als zegen voor de mensheid. En het is een zegen waar het huwelijk verstandig is overwogen in de vreze des Heren en met aanvaarding van de verantwoordelijkheden.

Wie een huwelijk overweegt, moet nagaan hoe het karakter en de invloed van het gezin zal zijn dat men gaat stichten. Wanneer men kinderen krijgt, wordt hun een heilige zaak toevertrouwd. Van hen hangt voor een groot deel het welzijn van hun kinderen in deze wereld af en hun geluk in de toekomende wereld. Zij bepalen in hoge mate de lichamelijke en zedelijke grondslag die de kleinen ontvangen. En van het karakter van het gezin hangt de toestand van de maatschappij af. De invloed van het gezin zal positief of negatief uitvallen.

Bij de keuze van een levensgezel moet men zich verzekeren van het lichamelijk, verstandelijk en geestelijk welzijn voor ouders en kinderen, - zodat zowel ouders als kinderen in staat zullen zijn tot zegen voor de medemens en tot eer van de Schepper te leven.

Jonge mannen en vrouwen moeten, voor zij de verantwoor- delijkheden die met het huwelijk in verband staan, op zich nemen, zoveel ervaring hebben opgedaan, dat zij voorbereid zijn op de plichten en lasten. Vroege huwelijken zouden niet aangemoedigd moeten worden. Een relatie, zo belangrijk als het huwelijk, en zo verreikend in de gevolgen, moet men niet overhaast aangaan, zonder dat men voldoende is voorbereid en voordat de verstandelijke en lichamelijke vermogens goed ontwikkeld zijn.

De partijen mogen dan geen wereldse rijkdom bezitten, maar zij zouden wel de grotere zegen van gezondheid moeten genieten. En in vele gevallen zou er geen groot verschil in leeftijd moeten zijn. Een verwaarlozing van deze regel zou een emstige inbreuk kunnen betekenen op de gezondheid van de jongere partij. En dikwijls worden de kinderen beroofd

188 Gezin en Gezondeid

van lichamelijke en verstandelijke kracht. Zij kurmen van een bejaarde vader of moeder geen zorg en kameraadschap ontvangen die hun jonge levens vragen en zij zouden door de dood van vader of moeder verstoken blijven van de liefde en de leiding, juist in de tijd wanneer zij die het meeste nodig hebben.

HetisslechtsinChristusdateenhuwelijksverbondveiliggeslotenkanworden.Menselijke liefde zou haar imiigste banden vanuit goddelijke liefde moeten ontvangen. Alleen waar Christus heerst, kan er diepe, ware, onzelfzuchtige genegenheid zijn. Liefde is een kostbare gave, die wij van Jezus ontvangen. Zuivere, heilige genegenheid is geen gevoel, maar een principe. Zij, die door ware liefde gedreven worden, zijn niet onredelijk, en ook niet blind. Geleid door de Heilige Geest, hebben zij God lief boven alles en hun naaste als zichzelf.

Laat hen die een huwelijk overwegen, acht geven op elk gevoel en iedere karakterontwikkeling in degene met wie zij him levensbestemming denken te verenigen. Laat iedere stap tot het huwelijk gekemnerkt worden door bescheidenheid, eenvoud, trouw, en een emstig doel om God welgevallig te zijn en Hem te eren. Het huwelijk beïnvloedt het verdere leven zowel voor deze wereld als voor de toekomstige wereld. Een waarachtig christen zal geen plannen maken waar God Zijn goedkeuring niet aan kan hechten.

Als u gezegend bent met godvrezende ouders, vraag dan hun raad. Vertel hen uw verwachtingen en plamien, leer de lessen die hun levenservaringen hen geleerd hebben, en u zult tegen veel hartzeer beveiligd zijn. Maak bovenal Christus tot uw raadsman. Bestudeer Zijn woord onder gebed.

Laat een jonge vrouw onder die leiding alleen iemand als levensgezel aanvaarden, die zuivere, mannelijke karaktertrekken bezit, ijverig is, vooruitstrevend en eerlijk, iemand die God liefheeft en vreest. Laat een jonge man iemand zoeken, die aan zijn zijde zal staan, geschikt om haar deel in de lasten des levens te dragen en van wie de invloed hem zal veredelen en verfijnen, die hem gelukkig zal maken met haar liefde. "Een verstandige vrouw is van de Here." (3) "Op haar vertrouwt het hart van haar man... zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven." (4) Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzingen liggen op haar tong. Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet. Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig; ook haar man roemt haar: Vele dochters gedragen zich wakker, maar zij overtreft haar alle!" (5) Die zo°n vrouw kan vinden, "heefi iets goeds gevonden, een gunst van de Here verworven. (6)

De Ervaringen Daarna

Hoe zorgvuldig en bedachtzaam een huwelijk ook begonnen is, weinig paren zijn volledig één als de huwelijksceremonie voltrokken is. De ware eenheid van de twee in de huwelijkse staat is het werk van de jaren daama.

189 Gezin en Gezondeid

Als het leven met zijn lasten, moeilijkheden en zorgen het pasgetrouwd paar tegemoet komt,isderomance,waarmeedefantasiehethuwelijkzodikwijlsbekleedt,gauwverdwenen. Man en vrouw leren elkaars karakter kennen op een manier, die voorheen niet mogelijk was. Dit is de meest kritische periode in hun ervaring. Het geluk en de bruikbaarheid voor de toekomsthangtafvandekoers,diezijnuvolgen.Vaakontdekkenzijinelkanderonverwachte zwakheden en gebreken; maar harten, door liefde verenigd, zullen ook uitnemende hoedanigheden ontdekken, die eerder onbekend waren.

Laat allen liever de uitnemende hoedanigheden opzoeken dan de gebreken. Dikwijls is het onze eigen houding, de sfeer die ons omringt, die beslist wat er in de ander aan ons geopenbaard zal worden. Velen zijn er, die het uiting geven aan liefde als een zwakheid beschouwen en zij behouden een reserve, die de ander afstoot. Deze geest onderbreekt de stroom van sympathie. Als de sociale en edehnoedige impulsen onderdrukt worden, verkwijnen zij en het hart wordt koud en leeg. Wij moeten ons voor deze vergissing hoeden. Liefde kan niet lang standhouden als zij niet tot uitdrukking komt. Laat het hart van degene die aan u verbonden is, niet verkommeren door gebrek aan vriendelijkheid en sympathie.

Ofschoon moeilijkheden, verwikkelingen en ontmoedigingen kunnen komen, laat man noch vrouw de gedachte koesteren dat hun vereniging een vergissing of een teleurstelling is. Besluit om alles wat mogelijk is voor elkaar te zijn. Ga voort met de vroegere attenties. Bemoedig elkander op iedere wijze om de strijd des levens te strijden. Ga na, hoe u het geluk vandeanderkuntvergroten.Laaterwederkerigeliefdezijn,weder-kerigeverdraagzaamheid. Dan zal het huwelijk, in plaats van het einde van de liefde te zijn, juist het begin van de ware liefde blijken. De warmte van ware vriendschap, de liefde die hart aan hart verbindt, is een voorsmaak van hemelse vreugden. Om elk gezin is een heilige kring, die nooit doorbroken mag worden. Bimien deze cirkel heeft niemand het recht te komen. Laat noch man, noch vrouw de vertrouwelijkheden, die hen alleen toebehoren met een ander delen.

Laat ieder liever geven, dan eisen. Cultiveer in uzelf wat edel is en wees snel de goede kwaliteiten in de ander te herkennen. Het bewustzijn, dat men gewaardeerd wordt, is een wonder- baarlijke stimulans en voldoening. Sympathie en respect be- moedigen het streven naar uitnemendheid en de liefde zelf neemt toe als ze stimuleert tot edele doelen.

De man, noch de vrouw moet zijn eigen persoonlijkheid laten opgaan in die van de ander. Iederheefteen persoonlijkeverhouding tot God.Ieder moet Hemvragen:"Wat isjuist?""Wat is verkeerd?" "Hoe kan ik het beste het levensdoel vervullen?" Laat al uw genegenheden uitgaan tot Hem, die Zijn leven voor u gaf. Maak Christus de eerste, de laatste en de beste in alle dingen. Als uw liefde voor Hem dieper en sterker wordt, zal de liefde voor elkaar gezuiverd en versterkt worden. De geest die Christus aan ons openbaart, is de geest die man en vrouw elkander moeten tonen. "Zoals Christus ons heeft liefgehad", "Wandel in de liefde."

190 Gezin en Gezondeid
"Elkander in Liefde Verdragen"

"Gelijk de gemeente onder- danig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles. Mannen, hebt uw vrouwen lief, evenals Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heelt." (8)

Man noch vrouw moet over de ander een willekeurige heerszucht trachten uit te oefenen. Tracht niet de ander te dwingen zich aan uw wensen te onderwerpen. U kunt dat niet doen en de wederzijdse liefde behouden. Weest vriendelijk, geduldig, verdraagzaam, bedachtzaam en hoffelijk. Door Gods genade zult u erin slagen elkander gelukkig te maken, zoals u in uw huwelijksbelofte gezworen hebt.

Geluk in Onzelfzuchtig Dienen

Maar bedenk dat geluk niet gevonden zal worden in het uzelf opsluiten met elkander, voldaan om uw genegenheden naar elkaar te doen uitgaan. Grijp iedere gelegenheid aan om mee te werken aan het geluk van anderen om u heen. Bedenk dat ware vreugde slechts gevonden kan worden in onzelfzuchtige dienst.

Verdraagzaamheid en onzelfzuchtigheid tekenen de woorden en daden van ieder die een nieuw leven in Christus leeft. Als u er naar zoekt Zijn leven te leven, er naar strevend om het eigen ik en de zelfzucht te overwinnen en anderen in hun noden bij te staan, zult u overwimiing na overwinning behalen. Zo zal uw invloed in de wereld tot zegen zijn.

Mannen en vrouwen kunnen Gods ideaal voor hen bereiken, als zij Christus als hun Helper nemen. Wat menselijke wijsheid niet kan doen, zal Zijn genade voor hen, die zichzelf in liefdevol vertrouwen aan Hem gegeven hebben, tot stand brengen. Zijn voorzienigheid kan harten samenbinden met banden van hemelse oorsprong. Liefde zal niet slechts een uitwisselen van zachte vleiende woorden zijn. Het hemels weefgetouw weefi schering en inslag fijner, doch sterker dan geweven kan worden op aardse getouwen. Het resultaat is niet een fabrieksweefsel, maar een stof die slijtage, beproeving en verzoeking kan doorstaan. Hart zal met hart verbonden zijn in de gouden banden van een liefde, die eeuwigdurend is.

191 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. Hooglied 4:7. 4. Spr.31:11,12. 7. Ef.5:2,24,25. 2. Ef.5:25-28. 5. Spr.31:26,28,29. 3. Spr.l9:14. 6. Spr.18:22.

Kapitel 30 De woning

Het evangelie vereenvoudigt de problemen des levens op een wonderlijke manier. Wanneer de aanwijzingen van het evangelie worden opgevolgd, worden wij uit vele verwikkelingen geleid. Het leert ons, ze op de juiste waarde te schatten en de meeste aandacht te geven aan de dingen die het meest waardevol zijn, - de dingen die eeuwigheidswaarde hebben. Deze les is nodig voor hen op wie de verantwoordelijkheid rust om een huis uit te kiezen. Zijzouden zichzelf niet moetentoestaan,zich van het hoogste doelaf te laten brengen. Laat hen bedenken, dat het tehuis op aarde een symbool moet zijn van de voorbereiding voor ons tehuis in de hemel. Het leven is een leerschool, waarvan de ouders en de kinderen moeten overgaan naar de hogere school in de woningen Gods. Als een plaats voor de woning gezocht wordt, laat deze overweging dan de keuze leiden. Laat u niet beheersen door verlangen naar weelde, de voorschrifien van de mode, of de gewoonten van de gemeenschap. Overdenk wat het beste zal dienen tot eenvoud, reinheid, gezondheid en de echte waarden.

Over de gehele wereld worden de steden broedplaatsen van ondeugd. Aan alle kanten ziet en hoort men het kwade. Overal zijn verlokkingen tot zinnelijkheid en uitspattingen. Het getij van verderf en misdaad zwelt voortdurend aan. Elke dag brengt berichten over geweld, beroving, moord, zelfinoord en andere misdaden, te veel om op te noemen.

Het leven in de steden is onecht en gekunsteld. De intense hartstocht om geld te verdienen, de jacht naar opwinding en plezier, de zucht naar vertoning, de luxe en buitensporigheden, dat alles zijn krachten, die bij de grote massa de geest aftrekken van het ware doel van het leven. Zij openen de deur voor duizenden verleidingen. Op de jeugd hebben zij een bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht.

Een van de meest subtiele en gevaarlijke verleidingen die de kinderen en de jeugd in de stad bestormen is de liefde voor plezier. Vakanties en vrije dagen zijn talrijk; spelen en paardenrennen trekken duizenden en de maalstroom van op- winding en plezier trekt hen weg van de eenvoudige plichten van het leven. Geld dat bewaard zou moeten worden voor betere doeleinden, wordt verkwist aan amusement. Als gevolg van de arbeidsverhoudingen en de stakingen van de vakbonden worden de levenscondities in de steden hoe langer hoe moeilijker. Emstige moeilijkheden komen op ons af; en voor vele gezimren zal het verlaten van de stad een noodzaak worden. De omgeving van de stad is dikwijls een gevaar voor de gezondheid. De voortdurende mogelijkheid van contact met ziekte, de veron- treinigde lucht, onzuiver water, en het verontreinigde voedsel, de volle, donkere, ongezonde woningen, zijn sommige van de euvels waar men mee te maken heeft.

Het was Gods bedoeling niet dat de mensen in steden opgepakt zouden zitten, op etages en in huurkazemes. In den beginne plaatste Hij ons eerste ouderpaar te midden van de mooie

192 Gezin en Gezondeid
"De Here plantte een tuin,... en daarin plaatste Hij de mens."

vergezichten en geluiden waar Hij ons ook vandaag mee wenst te verheugen. Hoe meer wij in harmonie komen met Gods oorspronkelijk plan, hoe gunstiger onze positie zal zijn om ons te verzekeren van gezondheid voor lichaam, geest en ziel.

Een kostbare woning, dure meubilering, praal, luxe en gemak, zijn geen voorwaarde voor een gelukkig en nuttig leven. Jezus kwamnaar deze aarde voor het grootste werk ooit tot stand gebracht onder de mensen. Hij kwam als Gods gezant, om ons te tonen hoe we moeten leven om de beste resultaten voor dit leven te bereiken. Wat waren de voorwaarden door de eeuwige Vadervoor Zijn Zoon gekozen? Een afgelegen huisin de heuvels van Galilea; een huishouden dat onderhouden werd door eerlijke, zelfrespecterende arbeid; een leven van eenvoud; dagelijkse strijd met moeilijkheden en ontbering; zelfopoffering, zuinigheid, geduld en opgewekte dienstverlening; het uur van studie aan Zijn moeders zijde, met de geopende Schrifrrol; de rustige zonsopgang en zonsondergang in het groene dal; het heilige onderricht van de natuur; de studie van de schepping en de voorzienigheid; en de gemeenschap met God, waren de voorwaarden en gelegenheden in het leven van Jezus als kind. Zo was het met de meesten van de beste en edelste mensen uit alle eeuwen. Lees de geschiedenis van Abraham en Jozef, van Mozes, David en Elisa. Bestudeer de levens van mannen uit latere tijden, die de meest waardevolle vertrouwensposten en verantwoordelijkheden vervuld hebben, de mannen van wie de invloed het meest heeft bereikt voor de verheffing van de wereld.

Hoevelen zijn niet grootgebracht in landelijke gezinnen. Zij kermen geen luxe. Zij besteedden hun jeugd niet aan amusement. Velen waren gedwongen met armoede en ontbering te worstelen. Zij leerden al vroeg om te werken, en hun actieve leven in de buitenlucht gaf energie en veerkracht aan al hun vemiogens. Aangewezen als zij waren op eigen middelen, leerden zij moeilijkheden te overwimien en hindemissen te boven te komen; en zij wonnen aan moed en doorzettingsvermogen. Zij leerden de lessen van zelfvertrouwen en zeltbeheersing. In hoge mate beschermd tegen kwade omgang, hadden zij genoeg natuurlijke vreugden en heilzame vriendschappen. Zij waren eenvoudig in hun smaak en matig in hun gewoonten. Zij werden geleid door principes, en zij groeiden zuiver, sterk en eerlijk op. Toen zij tot hun levenswerk geroepen werden, brachten zij lichamelijke en mentale kracht en een bruisende geest mede, in staat om plannen te maken en uit te voeren, en standvastigheid in het weerstaan van het kwade, en dat maakte hen tot een positieve macht in de wereld.

Beter dan iedere andere erfenis van rijkdom die u uw kinderen kunt geven, zijn de gaven van een gezond lichaam, een gezond verstand en een edel karakter. Hij die begrijpt wat de ware successen in het leven zijn, zal tijdig wijs worden. Hij zal met het oog op 's levens beste zaken een woonplaats kiezen. In plaats van een woning te kiezen waar alleen mensenwerk te zien is waar de aanblik en de geluiden heel vaak kwade gedachten oproepen, waar drukte en verwarring vermoeidheid en om'ust brengen, ga daar wonen waar u de werken van God kunt bezien. Vind geestelijke rust en schoonheid, kalmte en vrede van de natuur. Laat de ogen

193 Gezin en Gezondeid

rusten op de groene velden, op de bosjes en de heuvels. Kijk op naar de blauwe hemel, onbedekt door stof en rook van de stad. Ga daarheen waar u ver van de verbijsteringen en de overdaad van het stadsleven uw kinderen uw kameraadschap kunt geven, waar u God door Zijn werken kunt leren kennen, en voedt hen op voor een leven van getrouwheid en bruikbaarheid.

Eenvoud in de Meubilering

Onze gekunstelde gewoonten beroven ons van veel zegeningen en vreugden, zij maken ons ongeschikt om het meest nuttige leven te leiden. Als het huis kostbaar wordt ingericht, is dit niet alleen verspilling van geld, maar ook van datgene wat duizendmaal kostbaarder is. Zo,n interieur brengt veel werk met zich mee en legt een zware last op.

Hoe is de toestand in vele huizen, zelfs waar de middelen beperkt zijn en het huiswerk voomamelijk op de moeder neerkomt? De beste kamers worden gemeubileerd in een stijl die de middelen van de bewoners te boven gaat, ongeschikt is voor gemakkelijk leven en het genot ervan. Er zijn dure karpetten, meubels met mooi snijwerk en mooie bekleding en ingewikkelde diaperieën. Tafels, schoorsteemnantel en elke andere beschikbare plaats is overvol versieringen, en de muren zijn bedekt met schilderijen die het oog veimoeien. lin wat een werk vereist het niet om dit alles in orde en stofvrij te houden. l)it werk en de andere gekunstelde gewoonten van het gezin, m overeen- stemming met de mode, vragen van een huisvrouw een emdeloos ploeteren.

In vele gezinnen heeft de vrouw en moeder geen tijdom te lezen, om zichzelf goed op de hoogte te houden, geen tijd omeen kameraad voor haar man te zijn, en geen tijd om zich bezig te houden met de zich ontwikkelende geest van haar kinderen. Er is geen tijd of plaats voor de dierbare Verlosser om een innige vriend te zijn. Langzaam maar zeker zinkt ze weg in een huishoudelijke sleur, haar krachten, tijd en belangen gaan op in dingen die met het gebruik vergaan. Te laat ontdekt zij dat zij zo goed als een vreemdeling is in haar eigen huis. De kostbare kansen die zij eens had om haar geliefden te beïnvloeden voor een hoger leven zijn onbenut voorbijgegaan, voor alüld- Laat hen die een gezin stichten, besluiten om verstandiger werk te gaan. Laat het uw eerste doel zijn om een prettig tehius te maken. Weest er zeker van, die gemakken aan te brengen, die het werk verlichten en gezondheid en gemak bevorderen. Maak plaimen om gasten te kunnen ontvangen, van Wle__Ch1^1S\l1S ons gezegd heeft ze welkom te heten, en van wie Hij gezegd heeft: "In zoverre gij dit één van deze mijn mmste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan." (1)

Richt uw huis in met eenvoudige gemakkelijke dingen, die gemakkelijk te hanteren zijn, die gemakkelijk schoon gehouden kunnen worden en die zonder grote uitgaven vervangen kumien worden. Door ontwikkeling van de smaak kunt u een _heel eenvoudig huis aantrekkelijk en uitnodigend maken als er liefde en tevredenheid heersen.

194 Gezin en Gezondeid

Mooie Omgeving

God heeft schoonheid lief. Hij heeft de aarde en de hemel bekleed met schoonheid, en met de vreugde van een Vader slaat Hij de verrukking van Zijn kinderen m de dingen die Hij geschapen heefi, gade. Hij wenst dat wij onze huizen omringen met de schoonheid die de natuur biedt.

Haast alle buitenmensen, hoe ann ook, kumen rondomhet huis een groen grasperk hebben, een paar schaduwbomen, bloeiende stmiken, of geurende bloesems. En dat zal veel meer bijdragen tot het geluk van het gezin dan enige andere versiering. Zij zullen in het gezinsleven een verzachtende, verñjnende invloed brengen, de liefde voor de natuur versterken, en de leden van het gezin dichter tot elkander en dichter tot God brengen.

Verwijzingen: 1. Matth.25:40.

195 Gezin en Gezondeid

Kapitel 31 De moeder

"De vrouw neme zich in acht voor alles, wat ik haar genoemd heb."

Wat de ouders zijn, zullen - in grote mate - de kinderen zijn. De lichamelijke conditie van de ouders, hun aanleg en begeerten, hun mentale en morele neigingen, worden min of meer in hun kinderen gereproduceerd.

Hoe edeler het doel, hoe hoger de verstandelijke en geestelijke gaven. En hoe beter de lichamelijke krachten van de ouders, hoe beter de uitrusting is, die zij aan hun kinderen mee kunnen geven. Door te oefenen wat het beste in henzelf is, oefenen de ouders een invloed uit die de maatschappij vonnt en toekomstige generaties verheft.

Vaders en moeders moeten hun verantwoordelijkheid begrij- pen. De wereld is vol voetangels en klemmen voor de jeugd. Zeer velen worden aangetrokken door een leven van zelfzuchtig en zinnelijk genot. Zij kunnen de verborgen gevaren van het vreselijke einde aan het pad dat hen een weg van geluk toeschijnt, niet onderscheiden. Door toe te geven aan begeerten en hartstochten, wordt hun kracht verspild en miljoenen worden ongeschikt voor deze wereld en voor de toekomende wereld. Ouders moeten bedenken dat hun kinderen deze verzoekingen het hoofd moeten bieden. Zelfs vóór de geboorte van het kind moeten voorbereidingen worden getroffen, die het in staat stellen succesvol de strijd tegen het kwaad te voeren.

Deze verantwoordelijkheid iust speciaal op de moeder. Zij, door wiens levensbloed het kind gevoed wordt en het lichaams- gestel wordt opgebouwd, deelt ook de verstandelijke en geestelijke invloeden mee, die bijdragen aan de vomiing van geest en karakter. Het was Jochebed, de Hebreeuwse moeder, sterk in geloof, die "niet bevreesd was voor het gebod van de koning," (l) uit wie Mozes geboren werd, de bevrijder van Israël. Het was Hannah, de vrouw van gebed, zelfopoffering en hemelse inspiratie, die Samuel het leven gaf, het door de hemel opgevoede kind, de onomkoopbare richter, de stichter van de heilige scholen in Israël. Het was Elizabeth, bloedveiwante en geestveiwante van Maria van Nazareth, die de moeder was van de heraut van de Verlosser.

Matigheid en Zelfbeheersing

De zorgvuldigheid waannee de moeder haar levensgewoonten zou moeten beschermen wordt in de Schiifi geleerd. Toen de Here Simson zou roepen tot verlosser van Israël, "verscheen de engel des Heren," aan de moeder met speciale aanwijzingen inzake haar gewoonten en ook de verzorging van haar kind. "Dus dnnk geen wijn of bedwelmende drank en eet niets onreins."(2) De gevolgen van prenatale invloeden worden door vele ouders beschouwd als van weinig belang; maar de hemel denkt daar anders over. De boodschap gebracht door een van God gezonden engel en tweemaal op een zeer plechtige wijze gegeven, toont duidelijk aan dat ze onze volle aandacht verdient.

196 Gezin en Gezondeid

In de woorden die tot de Hebreeuwse moeder gesproken werden, spreekt God tot alle moeders van alle tijden. "De vrouw neme zich in acht, voor alles wat ik haar genoemd heb," zei de engel. Het welzijn van het kind wordt beïnvloed door de gewoonten van de moeder. Haar begeerten en haitstochten moeten door beginselen worden beheerst. Er is iets om na te laten, iets om tegen te stn`j den, als zij Gods doel in het schenken van een kind aan haar wil vervullen. Als zij voor de geboorte van het kind toegeeft aan haar neigingen, zelfzuchtig is, ongeduldig, vitterig, zullen deze trekken in het kind weerspiegeld worden. Zo hebben vele kinderen als geboorterecht bijna onoverkomelijke neigingen tot het kwade geërfd.

Maar als de moeder onwrikbaar vasthoudt aan de juiste principes, als zij matig is en zelfverloochenend, als zij vriendelijk is, zacht en onzelfzuchtig, kan zij haar kind deze zelfde karakteitrekken meegeven. Heel uitdrukkelijk was het verbod om wijn te gebruiken. Iedere druppel sterke drank om aan haar begeerte te voldoen, zou de lichamelijke en zedelijke gezondheid van haar kind in gevaar brengen en is een directe zonde tegen haar Schepper.

Vele raadgevers diingen erop aan, dat aan elke wens van de moeder voldaan moet worden; dat wanneer zij een soort voedsel wenst, hoe schadelijk ook, zij vrij zou zijn om aan die lust te voldoen. Zulke raad is verkeerd en verraderlijk. De lichamelijke behoeften van de moeder mogen in geen geval worden verwaarloosd. Twee levens hangen van haar af, en haar wensen zouden liefdevol behandeld moeten worden, aan haar behoeften moet ruim worden voldaan. Maar gedurende de zwangerschap moet zij alles vemiijden wat de lichamelijke en geestelijke krachten vermindert, vooral wat betreft het dieet, maar ook in elk ander opzicht. Door het gebod van God zelf is zij onder de meest plechtige verplichting gesteld om zeltbeheersing te beoefenen.

Overwerk

De krachten van een moeder moeten liefdevol in stand worden gehouden. In plaats van haar kostbare krachten te besteden aan uitputtende arbeid, moeten haar lasten en zorgen verlicht worden. Dikwijls is de man en vader onbekend met de natuuiwetten, wetten, die het welzijn van zijn gezin beheersen. Geheel in beslag genomen door de strijd om het bestaan of door de jacht naar rijkdom en gedrukt door zorgen en verwikkelingen laat hij toe, dat alle moeilijkheden de moeder overbelasten zodat haar krachten tekortschieten in de meest kritische periode, met zwakte en ziekte als resultaat.

Memge echtgenoot en vader zou veel kunnen leren van de zorg en de trouw van een schaapherder. Toen Jacob gedwongen werd om een snelle en moeilijke reis te maken, antwoordde hij: "De kinderen zijn teer, en ik heb kleinvee en zogende runderen bij mij; zou men die m één dag al te zeer jagen, dan zou de hele kudde sterven." "Ik wil op mijn gemak verder trekken naar de tred van het vee, dat voor mij uitgaat, en naar de tred van de kinderen."

Laat op de zware levensweg de echtgenoot en vader "Zachtjes verder trekken," zoals zijn levensgezellin verdragen kan. Laat hem te midden van de begeiige wedren naar rijkdom en

197 Gezin en Gezondeid

maeht van de wereld, leren om zijn stappen te matigen om degene, die geroepen is om aan zijn zijde te gaan, te steunen en het haar gemakkelijk te maken.

Opgewektheid

De moeder moet een opgewekt, tevreden en gelukkig humeur aankweken. Elke pogmg in deze nchting zal rijkelijk beloond worden, zowel in lichamelijk welzijn als in het morele karakter van haar kinderen. Een opgewekte geest zal het geluk van het gezm bevorderen en m hoge mate aan haar eigen gezondheid ten goede komen.

Laat de echtgenoot zijn vrouw bijstaaii met zijn medegevoel en onuitputtelijke genegenheid. Als hij altijd fris en vrolijk wil houden, zodat zij als een zonneschijn in huis zal zijn, laat hij haar dan helpen haar lasten te dragen. Zijn vriendelijkheid en liefdevolle hoffelijkheid zullen voor haar een kostbare aamnoediging _zijn, en het geluk dat hij meedeelt, zal vreugde en vrede m zijn eigen hart brengen.

De echtgenoot en vader die humeurig is, zelfziichtig en veeleisend, is niet alleen zelf ongelukkig, maar hij werpt somberheid op de huisgenoten. Hij zal het resultaat ervaren in het zien van een ontmoedigde, ziekelijke vrouw, en zijn kinderen bedorven door zijn eigen onvriendelijk gedrag.

Als de moeder de zorg en de troost die zij behoefi, wordt ontzegd, als wordt toegelaten dat zij haar krachten uitput door overwerk of door bezorgdheid en somberheid, zullen haar kinderen beroofd worden van de vitale krachten, de mentale veerkracht en de vrolijke opgewektheid die zij hadden moeten erven. Het is veel beter om het leven van de moeder licht en blij te maken, haar te beschennen tegen gebrek, vennoeiende arbeid en drukkende zorg, zodat de kinderen een goed gestel erven en hun weg door het leven met eigen kracht kunnen bevechten.

Groot zijn de eer en de verantwoordelijkheid die op vader en moeder geplaatst worden, waarzij deplaatsvanGodvoor hun kinderenvertegenwoordigen. Hun karakter, hun dagelijks leven, hun wij ze van opvoeden, zullen Zijn woorden weergeven tegenover de kinderen. Hmi invloed zal het vertrouwen van het kind in de beloften van de Here winnen of zal de kinderen afstoten.

Het Voorrecht van de Ouders in de Opvoeding

Gelukkig zijn de ouders van wie het leven een ware afspiegeling is van het goddelijke, zodat de beloften en de geboden van God in het kind dankbaarheid en eerbied opwekken; de ouders van wie tederheid, rechtvaardigheid en geduld voor het kind de liefde, rechtvaardigheid en lankrnoedigheid van God weergeven; en die door het kind te leren hen lief te hebben, te vertrouwen en te gehoorzamen, het leren zijn Vader in de hemel lief te hebben, te vertrouwen en te gehoorzamen. Ouders die hun kind zo”n gave meegeven, hebben

198 Gezin en Gezondeid

hem begifiigd met een schat, kostbaarder dan de rijkdom van alle eeuwen - een schat even duurzaam als de eeuwigheid.

Indekinderendie haar zijntoevertrouwd, heeftelke moedereen heiligeopdracht vanGod. "Neem deze zoon, deze dochter," zegt Hij, "voedt hem/haar, op voor Mij; geef hem/haar een karakter naar de gelijkenis van een paleis, dat mag blinken in de hoven van de Heer voor altijd."

Het werk van een moeder lijkt dikwijls zo°n onbelangrijke dienst. Het is een werk dat zelden wordt gewaardeerd. Anderen weten weinig van haar vele zorgen en lasten. Haar dagen worden in beslag genomen door steeds terugkerende kleine plichten, die alle om geduldige inspanning vragen, om zelfbeheersing, om tact en zelfopofferende liefde; toch kan ze niet pochen op wat ze gedaan heeft als een grote prestatie. Ze heefi alleen gezorgd dat de zaken in huis op rolletjes liepen; dikwijls vermoeid en verward, heeft ze getracht vriendelijk tegen de kinderentespreken,omzebezigte houden en gelukkig,en omhunkleinevoetenop hetrechte pad te houden. Ze voelt zich, alsof ze niets tot stand heefi gebracht. Maar dat is niet zo. Hemelse engelen slaan de vemroeide moeder gade en zien de lasten die zij dag aan dag draagt. Haar naam kan dan in de wereld niet bekend zijn, maar die staat opgetekend in het levensboek van het Lam.

De Kansen van de Moeder

Daar boven is een God, en het licht en de heerlijkheid van Zijn troon rusten op de gelovige moeder als zij haar kinderen tracht te behoeden tegen de invloeden van het kwade. Geen werk evenaarthethare in belangrijkheid. Zij hoeftniet,zoals eenschilder,eenvonn van schoonheid op het doek weer te geven, noch als een beeldhouwer het uit manner te beitelen. Zij hoeft niet zoals een schrijver, edele gedachten om te zetten in machtige woorden, noch als een musicus prachtige gevoelens in muziek uit te drukken. Haar werk is, met hulp van God, in een menselijke ziel de goddelijke gelijkenis te ontwikkelen. De moeder die dit waardeert, zal haar kansen als onschatbaar beschouwen. Emstig zal zij trachten in haar eigen karakter, en door haar opvoedingsmethoden voor haar kinderen, het hoogste ideaal tot uitdrukking te brengen. Emstig, geduldig, en moedig, zal zij trachten haar eigen vaardigheden te verbeteren, zodat zij haar beste geesteskrachten kan benutten in de opvoeding" van haar kinderen. Emstig zal zij zich bij elke Sstap afvragen heelt God hierover gezegd?" Ijverig zal zijn Woord bestuderen. Zij zal haar ogen op Jezus gericht houden. Zodat haar dagelijkse ervaringen, in de nedenge beslommeringen van zorgen en plichten, een ware afspiegeling mogen zijn van het ene ware leven. Verwijzingen:

199 Gezin en Gezondeid
1. Hebr.11:23. 2. Richt.13:13,7. 3. Gen.33:13,14.

Kapitel 32 Het kind

"Hoe zullen wij het kind Ieiden?"

Niet alleen de gewoonten van de moeder, maar ook de opvoeding van het kind waren opgenomen in de aanwijzingen die de engel aan de Hebreeuwse ouders gaf. Het was niet genoeg dat Simson,_het kind dat later Israël zou bevrijden, een goede erfenis bij zijn geboorte meekreeg. Dit moest worden gevolgd door een zorgvuldige opvoeding. Van kindsbeen af moest hij worden getraind in strikte matigheid.

Gelijkluidende aanwijzingen werden voor Johannes de Doper gegeven. Voor de geboorte van het kind was de boodschap uit de hemel voor de vader:

"Blijdschap en vreugde zal uw deel zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden. Want hij zal groot zijn voor de Here en wijn en sterke drank zal hij niet drinken; en met de Heilige Geest zal hij vervuld worden." (l)

In de hemelse verslagen van edele mannen verklaarde de Heiland dat er geen groter man was dan Johannes de Doper. Het werk dat hem werd opgedragen vroeg veel, niet alleen van lichamelijke energie en uithoudingsvennogen, maar de hoogste vennogens van_ geest en ziel. Zo belangrijk was de juiste lichamelijke traimng als voorbereiding voor dat werk dat de hoogste engel in de hemel werd gezonden met een boodschap die aanwijzingen bevatte voor de ouders van het kind.

De richtlijnen die omtrent Hebreeuwse kinderen gegeven werden, leren ons, dat niets wat het lichamelijk welzijn van het kind beïnvloed, verwaarloosd mag worden. Niets is onbelangrijk. Iedere invloed die gevolgen heeft voor de gezondheid van het lichaam, heeft neveneffecten op verstand en karakter. Er kan niet te veel belang gehecht worden aan de vroege opvoeding van de kinderen. De lessen die dan geleerd worden, de gewoonten die gevormd worden gedurende de kleuter- en kinderjaren, hebben meer te doen met de vorming van het karakter en de richting van het leven dan alle onderwijs en opvoeding in de latere jaren.

Ouders moeten dit overdenken. Zij zouden de principes moeten begrijpen die ten grondslag liggen aan de zorg en de opvoeding van kinderen. Zij zouden in staat moeten zijn hen op te voeden in lichamelijke, verstandelijke en morele gezondheid. ()uders moeten de natuurwetten bestuderen. Zij zouden bekend moeten raken met het organisme van het menselijk lichaam. Zij moeten de functies van de verschillende organen begrijpen en hun onderlinge relaties. Zij zouden de relatie van de verstandelijke tot de lichamelijke krachten moeten bestuderen, en de voor- waarden voor de gezonde werking van elk afzonderlijk. De verantwoordelijkheid van het ouderschap op zich nemen zonder zo°n voorbereiding is zonde.

200 Gezin en Gezondeid

Veel te weinig aandacht wordt geschonken aan de oorzaken van het sterfiecijfer, de ziekte en degeneratie, die vandaag de dag zelfs in de meest beschaafde en welvarende landen bestaan. Het menselijke geslacht gaat achteruit. Meer dan een derde deel sterft in de vroege jeugd; (in 1905, toen dit werd geschreven was dit inderdaad zo) en die de volwassenheid bereiken, daarvan lijdt het grootste aantal aan een of andere ziekte, en maar weinigen bereiken een hoge leeftijd.

Veel van het kwaad dat ellende en ondergang aan het geslacht brengt, zou voorkomen kumien worden, en de kracht om dat te kunnen weerstaan berust voor een groot deel bij de ouders. Het is niet een "mysterieuze voorzienigheid" die de kleine kinderen wegneemt. God wenst hun dood niet. Hij geeft ze aan de ouders om hier tot nut opgevoed te worden en voor de hemel hiema. Als vaders en moeders deden wat zij zouden kunnen doen om. hun kinderen een goede erfenis mee te geven en door verstandig beleid zouden trachten om alle verkeerde condities van hun geboorte te verbeteren, wat een verandering ten goede zou de wereld dan te zien krijgen!

De Zorg voor de Kinderen

Hoe rustiger en eenvoudiger het leven van een kind, hoe gunstiger het zal zijn voor de lichamelijke èn verstandelijke ontwikkeling. Te allen tijde moet de moeder trachten rustig, kalm en beheerst te zijn. Vele kinderen zijn bijzonder gevoelig voor nerveuze opwinding, en de zachte, niet haastige manieren van de moeder zullen een kalmerende invloed hebben, die het kind onzegbaar veel goed zal doen.

_Baby s vragen warmte, maar een emstige vergissing wordt dikwijls begaan door ze m oververhitte kamers te houden, in grote mate verstoken van frisse lucht. De gewoonte om het gezicht_van de baby bedekt te houden als hij of zij slaapt, is schaâlelijk, omdat daardoor de vrije ademhaling wordt belem- mer . De baby zou vrij gehouden moeten worden van iedere invloed die het gestel zou kunnen verzwakken of vergifiigen. De meest strikte zorg zou besteed moeten worden aan het rein houden van de baby en alles wat met het kind te maken heeft. Terwijl het nodig kan zijn om het kind te beschermen tegen te grote verschillen in temperatuur, noch van te heet naar te koud, of andersom, zou zorg gedragen moeten worden, dat het slapend of wakend, dag en nacht zuivere, frisse lucht inademt.

De Kleding van het Kind

Bij het aanleggen van de baby-uitzet moet eerder gedacht worden aan het praktische, comfortabele en het gezonde van de kleding, dan aan mode of de wens om bewondering te wekken. De moeder moet geen tijd besteden aan borduurwerk en fantasiewerk om de kleine kleertjes mooi te maken, waarmee ze zich onnodig vermoeit met werk ten koste van haar gezondheid en de gezondheid van haar kind. Zij moest zich niet buigen over naaiwerk dat de ogen en zenuwen erg belast gedurende de tijd dat zij de meeste rust en plezierige lichaamsbeweging nodig heeft. Zij zou zich bewust moeten zijn van haar verplichting omhaar

201 Gezin en Gezondeid

gezondheid en kracht te bewaren, zodat zij in staat zal zijn aan de eisen die aan haar gesteld worden, te voldoen. Als de kleding van het kind wamite, beschenning en comfort combineert, is een van de oorzaken van irritatie en rusteloosheid vermeden. De kleine zal gezonder zijn, en de moeder zal de zorg voor het kind niet als zo”n zware last op haar kracht en tijd voelen.

Strakke banden om het middel verhinderen de goede functie van de longen, en zo moeten worden vermeden. Geen enkel lichaamsdeel moet ooit gehinderd worden door kleding die enig orgaan in bewegingsvrijheid beperkt. De kleding van alle kinderen moet los genoeg zijn om zo vrij en volledig mogelijk te kurmen ademhalen en zo gevormd, dat de schouders het gewicht dragen.

In sommigen landen heerst nog steeds de gewoonten om de schouders en beentjes bloot te laten. Deze gewoonte kan niet emstig genoeg veroordeeld worden. De beentjes zijn het verst van het centnmi van de circulatie verwijderd en vragen grotere beschemiing dan de andere delen van het lichaam. De bloedvaten die het bloed naar de uiteinden voert, zijn groot en zorgen voor een voldoende voonaad wamite en voedingsstoffen. Maar wanneer de benen onbeschemid of onvoldoende bedekt blijven, raken de slagaders en aders verkrampt, de gevoelige delen vanhet lichaamraken verkild endecirculatie van het bloedwordtverhinderd.

Als de kinderen opgroeien, vraagt de natuur ieder mogelijk voordeel om ze in staat te stellen het lichaamsgestel zo volmaakt mogelijk op te bouwen. Als de ledematen onvoldoende be- schemid zij n, kimnen kinderen, speciaal meisjes, niet naar buiten, tenzij het weer heel zacht is. Dus worden ze bimiengehouden uit angst voor de kou. Als de kinderen goed gekleed zijn, zal het hen alleen maar goed doen om vrije beweging in de buitenlucht te kunnen genieten, ”swinters en 'szomers.Moeders die hunjongens en meisjes instralendegezondheid willen zien, moeten hen behoorlijk kleden en ze aanmoedigen om, als het weer redelijk is, veel buiten te zijn.

Het kan moeite kosten om de maeht der gewoonte te doorbreken en de kinderen te kleden en op te voeden met inachtneming van de gezondheid; maar de resultaten zullen de pogingen ruimschoots vergoeden. De Voeding van het Kind De beste voeding voor de baby is het voedsel waarin de natuur voorziet. Hiervan zou het niet nodeloos verstoken moeten blijven. Het is een harteloze zaak voor een moeder om ter wille van het gemak of sociale genietingen zichzelf vrij te maken van de tere dienst om de kleine borstvoeding te geven. De moeder die toelaat dat haar kind door een ander wordt gevoed moet wel bedenken wat het resultaat kan zijn. In meerdere of mindere mate deelt de voedster haar humeur en aard mee aan het kind dat zij verzorgt.

Het belang van het opvoeden van kinderen tot de juiste voedingsgewoonten kan nauwelijks worden overschat. De kleinen moeten leren dat zij eten om te leven, niet leven om te eten. De training moet beginnen bij de baby in de annen van de moeder. Het kind moet met regelmatige tussenpozen gevoed worden, minder frequent naar mate het ouder wordt.

202 Gezin en Gezondeid

Zoetigheid of voedsel voor volwassenen, die het niet verteren kan, moet niet gegeven worden. Zorg en regelmaat in de voeding van de zuigeling zal niet alleen de gezondheid bevorderen en het dus rustig en goed gehumeurd houden, maar zal ook de grondslag van gewoonten leggen, die een zegen zullen zijn in latere jaren.

Wanneer de baby kleuter wordt, moet men steeds grote zorg blijven besteden aan de vorming van smaak en eetlust. Dikwijls wordt kinderen toegestaan om te eten als zij trek hebben, zonder rekening te houden met de gezondheid. De moeite en het geld dat zo dikwijls besteed wordt aan ongezonde lekkernijen leiden ertoe dat kinderen denken dat de hoogste waarde in het leven en dat wat de mens het gelukkigst maakt, zijn, dat de mens in staat is de eetlust ongeremd te bevredigen. Het resultaat van zo°n opvoeding is gulzigheid; dan komt ziekte, die gewoonlijk gevolgd wordt door toediening van giftige medicijnen.

Ouders moeten de eetlust van hun kinderen opvoeden en het gebruik van ongezonde soorten voedsel niet toelaten. Maar in de zorg om de voeding in de juiste banen te leiden, moet men ervoor waken, niet de vergissing te maken om van de kinderen te eisen dat zij voedsel eten dat niet goed smaakt, of meer eten dan zij nodig hebben. Kinderen hebben rechten, zij hebben voorkeuren, en warmeer deze voorkeuren redelijk zijn, moet dat gerespecteerd worden.

Regelmaat in eten moet zorgvuldig gehandhaafd worden.

Niets mag tussen de maaltijden gebruikt worden, geen snoepgoed, noten, fruit, of enig ander soort voedsel. Onregelmatigheid in eten vemietigt de gezonde tonus van de spijsveiteringsorganen, ten nadele van de gezondheid en opgewektheid. En wanneer de kinderen aan tafel komen, kunnen zij niet genieten van heilzaam voedsel; hun eetlust vraagt wat schadelijk voor hen is.

Moeders die aan de wensen van hun kinderen voldoen ten koste van de gezondheid en een opgewekt humeur, zijn bezig kwaad zaad te zaaien dat zal ontkiemen, groeien en vrucht dragen. Omnatigheid groeit met het opgroeien van de kleinen, en verstandelijke en lichamelijke krachten worden opgeofferd. Moeders die dit doen, zullen met bitterheid oogsten wat zij gezaaid hebben. Zij zien hun kinderen opgroeien, in geest en karakter ongeschikt om het goede te doen en een nuttig aandeel in de maatschappij of in het huis te vervullen. De geestelijke zowel als de verstandelijke en lichamelijke vennogens lijden onder de invloed van ongezonde voeding. Het geweten wordt afgestompt en de gevoeligheid voor goede indrukken wordt geschaad.

Waar kinderen geleerd moet worden om hun eetlust te beheersen en voor de gezondheid te eten, moeten zij ook goed weten dat wat zij zich moeten ontzeggen, slechts datgene is, wat hun schade doet. Zij geven dus schadelijke zaken op in ruil voor betere. De tafel moet uitnodigend en aantrekkelijk gedekt worden, voorzien van de goede dingen die God ons zo

203 Gezin en Gezondeid

nrim heefi toebedeeld. Laten de maaltijden opgewekte, gelukkige tijden zijn. En terwijl wij genieten van Gods gaven, moeten wij dat beantwoorden door lof en dank aan God.

De Zorg voor Kinderen tijdens Ziekte

ln vele gevallen is ziekte van kinderen terug te brengen tot een fout in de verzorging. Onregelmatigheid in eten, onvoldoende kleding op een kille avond, gebrek aan lichaamsbeweging om het bloed in gezonde circulatie te houden, gebrek aan genoeg frisse lucht voor de reiniging van het bloed, kunnen alle een oorzaak zijn van de moeilijkheid. Laat de ouders de oorzaak van de ziekte opsporen en dan de fout zou spoedig mogelijk herstellen.

Alle ouders hebben het in de macht veel te leren over de verzorging en het voorkomen en zelfs de behandeling van ziekte. Vooral de moeder zou moeten weten hoe te handelen in gewone gevallen van ziekte in haar gezin. Zij moet weten hoe men een ziek kind verzorgt. Haar liefde en inzicht maken haar juist geschikt voor dit werk dat niet zo goed aan vreemde handen kan worden toevertrouwd.

De Studie Fysiologie (Menskunde)

Ouders moeten bij de kinderen als vroe g belangstelling wekken voor de studie van het menselijk lichaam, en ze zouden hen de eenvoudige beginselen moeten leren. Leert hen hoe zij het beste de lichamelijke, verstandelijke en geestelijke vennogens in stand kunnen houden, en hoe zij hun gaven kumren benutten, zodat hun leven tot zegen van elkaar wordt en tot eer van God. Deze kemris is onschatbaar voor jonge mensen. Een opvoeding in de dingen die het leven en de gezondheid betreffen is belangrijker voor hen dan de kemris van vele wetenschappen die in de school worden geleerd.

Ouders zouden veel meer voor de kinderen moeten leven en minder voor sociale omgang. Bestudeer de gezondheidsonder- werpen en breng uw kennis in praktijk. Leert uw kinderen logisch denken van oorzaak tot gevolg. Leert hen, dat als zij gezondheid en geluk wensen, zij de natuurwetten moeten gehoorzamen. Al zou u niet dadelijk snelle verbetering zien zoals u dat wenst, weest niet ontmoedigd, maar volhardt geduldig en zet uw werk voort.

Leert uw kinderen vanaf de wieg zelfverloochening en zeltbeheersing. Leert hen van de schoonheid in de natuur te genieten, en in nuttige bezigheid alle lichamelijke en geestelijke vennogensteoefenen. Voedthenopinhetvonnenvaneengezondgesteleneengoede moraal, zomiig gehumeurd te zijn en altijd vriendelijk. Druk in hun teder gemoed de waarheid dat God ons niet heeft bestemd voor slechts tij delijke voldoening en wensen, maar voor ons eeuwig goed. Leert hen dat toegeven aan verleiding zwak en zondig is, maar weerstaan edel en marmelijk. Deze lessen zullen zijn als goed zaad in goede bodem gezaaid, en zij zullen vrucht dragen die uw harten zal verblijden. Laat ouders, boven alle zaken, hun kinderen omringen met een atmosfeer van blijheid, hoffelijkheid en liefde. Een tehuis waar liefde

204 Gezin en Gezondeid

woont en waar dat getoond wordt in de oogopslag, in woorden en in handelingen, is een plaats waar engelen hun tegenwoordigheid met vreugde kenbaar maken.

Ouders, laat het zonlicht van liefde, blijheid en gelukkige tevredenheid uw harten binnenkomen, en laat die heerlijke, blijde invloed uw huis vervullen. Toon een vriendelijke, verdraagzame geest en moedig hetzelfde aan in uw kinderen, kweek alle deugden aan die in het huiselijk leven blij zullen maken. Zo”n atmosfeer zal voor de kinderen zijn wat zonlicht voor de plantenwereld is. Het zal de gezondheid bevorderen en levenskracht geven aan geest en lichaam.

Verwijzing: Lucas 1: 14,15

205 Gezin en Gezondeid

Kapitel 33 De invloed van het gezin

"Krachtiger dan iedere aardse invloed op menselijke harten en levens, is de invloed van thuis."

Thuis moet voor de kinderen de aantrekkelijkste plaats op de wereld zijn, en de aanwezigheid van moeder moet de grootste trekpleister vonnen. Kinderen hebben gevoelige, liefliebbende naturen. Zij zijn vlug blij gestemd en worden gemakkelijk ongelukkig gemaakt. Door zachte discipline, met liefliebbende woorden en daden, kunnen moeders de kinderen aan hun hart binden.

Jonge kinderen houden van gezelschap en kunnen zichzelf zelden alleen vennaken. Zij verlangen naar sympathie en tederheid. Zij denken dat datgene waar zij van genieten, ook de moeder plezier zal doen; en het is voor hen heel natuurlijk om met hun kleine vreugden en verdriet bij haar te komen. De moeder moet hun gevoelige harten niet verwonden door met onverschilligheid voorbij te gaan aan dingen die haar onbelang- rijk schijnen, maar voor kinderen van groot gewicht zijn. Haar sympathie en bijval zijn heel kostbaar. Een goedkeurende blik, een woord van aamnoediging of waardering, zal als zomeschijn in hun hartjes zijn die hun hele dag gelukkig maakt.

In plaats van de kinderen weg te zenden om niet gestoord te worden door hun lawaai of lastig gevallen te worden met hun kleine noden, moet de moeder een leuk plan bedenken, of licht werk zoeken voor hun actieve handjes en hun vlugge verstand. Door in hun gevoelens te delen en richting te geven aan hun spel en hun werkjes op te dragen, zal moeder het vertrouwen van haar kinderen winnen, waardoor ze met meer gevolg verkeerde gewoonten kan recht zetten, of kleine bewijzen van zelfzucht of hartstocht kan verbeteren. Een woord van vermaning of terechtwij zing ter rechter tijd gesproken, zal van grote waarde zijn. Door geduldige waakzame liefde kan zij de geest van de kinderen in de juiste richting leiden en daamiee kweekt zij mooie, aantrekkelijke karaktertrekken aan.

Moeders moeten ervoor waken haar kinderen op te voeden tot afhankelijke kinderen die in zichzelf opgaan. Zij mogen nooit denken dat zij het middelpunt zijn en dat alles om hen draait. Sommige ouders geven veel aandacht en tijd om hun kinderen te amuseren, maar de kinderen moetgeleerd wordenzichzelf bezigtehouden,huneigenvindingrijkheidenvaardigheid te oefenen. Zo zullen zij leren tevreden te zijn met kleine dingen. Zij moeten leren kleine teleurstellingen dapper te dragen. In plaats van de aandacht te vragen voor elk klein pijntje of schrammetje, moet hun aandacht afgeleid worden en moet hen geleerd worden gemakkelijk over kleine hindernissen en onge- makken heen te stappen. Zoek wegen om kinderen te leren ook aan anderen te denken.

Veronachtzaam de kinderen niet. Belast met vele zorgen, denken moeders soms dat zij geen tijd hebben om hun kleintjes geduldig te leren en hun liefde en sympathie te geven. Maar

206 Gezin en Gezondeid

zij moeten bedenken, dat als de kinderen in hun ouders thuis niet vinden wat hun verlangen naar sympathie en kameraadschap vervult, zij die elders zoeken, waarbij geest en karakter gevaar kunnen lopen.

Door gebrek aan tijd en aandacht weigeren veel moeders hun kinderen onschuldige genoegens, terwijl bezige vingers en vennoeide ogen ijverig verdiept zijn in werk, bestemd voor opschik, iets dat op zijn best, slechts ijdelheid en buitensporigheid aanmoedigt in hun jonge harten. Als de kinderen de volwassen- heid naderen, zullen deze lessen him vrucht afwerpenintrotsen morelewaardeloosheid. De moedertreurtoverde fouteninhaarkinderen, maar beseft niet, dat dit de oogst is van het zaad dat zij zelf heefi gezaaid

Sommige moeders zijn niet altijd consequent in de behandelmg van hun kinderen. Bij tijden keurt de moeder tot hun schade, alles goed, en dan weer weigert ze heneen onschuldig genoegen dan hun kinderlijk hart heel gelukkig zou hebben gemaakt. Hierin volgen ze het voorbeeld van Christus niet; Hij hield van kinderen; Hij begreep hun gevoelens en kon met ze meevoelen in hun pleziertjes en moeilijkheden.

De Verantwoordelijkheid van de Vader

De echtgenoot en vader is het hoofd van het gezin. De vrouw kijkt naar hem om liefde en sympathie. en om hulp bij de opvoeding van de kinderen; en dat is juist. De kinderen zijn zowel van hem als van haar, en hij stelt evenveel belang in hun welzijn. De kinderen zijn van de vader afhankelijk voor hun onderhoud en leiding; hij moet de juiste opvattingen hebben over het leven en de invloeden en contacten die het gezin omringen; bovenal moet hij beheerst worden door de liefde en de vreze des Heren en door de leer van Zijn woord, zodat hij de voeten van de kinderen in het rechte pad kan leiden. De vader is de wetgever van het huis; en zoals Abraham moet hij de wet van God tot regel van zijn huisgezin maken. God zei van Abraham: "Want lk heb hem gekend, opdat hij gebieden zou, dat zijn zonen en zijn huis na hem de weg des Heren zouden bewaren door gerechtigheid en recht te doen." (1)

Er moet geen zondig negeren zijn waar het kwaad weerstaan moet worden, geen zwak, onverstandigtoegeven aaneenbepaaldevoorkeur,geenopgeven van overtuiging vanplichten voor misplaatste genegenheid. Abraham moest niet alleen de juiste instructies geven, maar hij moest het gezag van goede en rechtvaardige regels handhaven. Kinderen moet niet worden toegestaan van de juiste paden af te dwalen, die in Gods Woord zijn aangegeven; afdwalen leidt tot gevaren die aan alle kanten dreigen. Vriendelijk maar krachtig moet onder gebed de hand worden gehouden aan het weerstaan van verkeerde wensen en neigingen.

De vader moet in zijn gezin de nadruk leggen op de sterkere deugden - vastberadenheid, trouw, eerlijkheid, geduld, moed, ijver en praktisch nut. En wat hij van zijn kinderen eist, moet hijzelf ook in praktijk brengen, want daarvoor illustreert hij deze eigenschappen in zijn mannelijk gedrag.

207 Gezin en Gezondeid

Maar, vaders, ontmoedig uw kinderen niet. Verenig gezag met genegenheid; vriendelijkheid en sympathie met strenge zelfbeheersing. Geef uw vrije tijd aan de kinderen; leer hen goed kennen; neem deel aan hun werk en hun sporten en win hun vertrouwen. Kweek vriendschap met hen aan, vooral met uw zoons. Op die wijze zult u een sterke invloed ten goede zijn.

l)e vader moet zijn aandeel leveren in het maken van zijn huis tot een gelukkig tehuis. Wat zijn zorgen en zakelijke moeilijkheden ook mogen zijn, hij moet niet toelaten dat zijn gezin er onder komt te lijden; hij moet zijn woning met een glimlach en prettige woorden bimienkomen.

In zekere zin is de vader de priester van het gezin, die morgen- en avondoffers brengt. Maar zijn vrouw en de kinderen moeten zich verenigen in gebed en in het zingen van lofliederen. Laat de vader, voordat hij naar zijn werk gaat, zijn kinderen om zich heen verzamelen en knielend voor God, hen opdragen aan de zorg van de hemelse Vader. Wanneer de zorgen van de dag voorbij zijn, is het goed dat het gezin zich weer vergadert en gebeden van dank opzendt met lofprijzing in erkemiing van de goddelijke zorg gedurende de dag.

Vaders en moeders, hoe druk uw werkdag ook bezet is, laat niet na uw gezin voor Gods altaartevergaderen.Vraagomleidingenbeschermingvanheilige engeleninuwhuis.Bedenk dat uw geliefden aan verzoekingen blootstaan. Dagelijkse hindernissen liggen op het pad van jongen oud.Zij die geduldig,liefdevolen opgewektwillen leven, moetenbidden. Alleen door voortdurende hulp van God te ontvangen, kimnen wij de overwinning over onszelf behalen.

Thuis moet een plaats zijn waar vrolijkheid, hoffelijkheid en liefde heersen; en waar deze deugden zijn, daar is ook geluk en vrede. Moeilijklieden mogen zich aandienen, maar dat is het lot van de mensheid. Houd door geduld, dankbaarheid en liefde de zonneschijn in uw hart, al zijn de dagen nog zo bewolkt. In zulke gezinnen verblijven Gods engelen.

Laat man en vrouw zoeken naar wat de ander gelukkig maakt, nooit te kort schietend in kleine hoffelijkheden en kleine vriendelijke daden, die het leven opvrolijken en glans geven. Tussen man en vrouw zou volmaakt vertrouwen moeten heersen. Samen zouden zij hun verantwoordelijkheden moeten overden- ken. Samen moeten zij voor het hoogste goed van hun kinderen werken. Nooit moeten zij in het bijzijn van de kinderen de plannen van de ander kritiseren of het oordeel van de ander in twijfel trekken. De vrouw moet ervoor waken het werk van haar man voor de kinderen niet zwaarder te maken. De man moet de handen van zijn vrouw steunen, haar wijze raad geven en liefdevolle aanmoediging.

Geen hindernissen van koelheid en terughoudendheid mogen toegelaten worden tussen ouders en kinderen. Ouders moeten hun kinderen goed leren kemien, en er naar streven hun smaak en geaardheid te begrijpen, hun gevoelens te doorgronden en het beste te maken van wat er in hun harten woont. Ouders, toon uw kinderen dat u ze liefliebt en alles wat in uw macht ligt wilt doen om hen gelukkig te maken. Als u dat doet zullen noodzakelijke

208 Gezin en Gezondeid

beperkingen veel groter gewicht leggen in hun jonge geest. Leid uw kinderen met tederheid en meegevoel, in gedachten houdend dat "hun engelen in de hemelen voort- durend het aangezicht zien van Mijn Vader, die in de hemelen is." (2) Als u wenst dat de engelen het werk doen dat hun voor uw kinderen door God is opgedragen, werk dan met hen mee door uw aandeel te venichten.

Kinderendie grootgebrachtzijnindeverstandigeenliefdevolleleidingvaneenechtthuis, zullen geen verlangen hebben weg te dwalen op zoek naar pleziertjes en kameraden buitenshuis. Het kwade zal hen niet aantrekken. De geest die in huis heerst zal hun karakter vonnen; zij zullen gewoonten en beginselen vonnen die een sterke verdediging zullen zijn tegen verzoekingen wanneer zij de bescherming van thuis verlaten en hun plaats in de wereld zoeken.

Kinderen zowel als ouders hebben belangrijke verplichtingen in het gezin. Zij moeten leren dat zij deel zijn van het gezinsgebeuren. Zij worden gevoed, gekleed, bemind en verzorgd; en zij moeten op deze vele goede dingen reageren door hun deel te dragen in de lasten van het gezin, en zij moeten emaar streven alle mogelijk geluk te brengen in het gezin waar zij lid van zijn.

Kinderen komen er soms toe zich te ergeren aan beperkingen; maar in hun latere leven zullenzij hun ouderszegenenvoorde trouweenstrikte waakzaamheid waannee zij beschennd en geleid werden tijdens hun jaren van onervarenheid.

Verwijzingen: l. Gen. 18:19. 2. Matth 18:l0.

209 Gezin en Gezondeid

Kapitel 34 Wat is het doel van ware opvoeding Ieder waar christen is een

Helpende Hand van God.

Wareopvoedingiseenzendingstraining.Ieder kindvanGodisgeroepenomeenzendeling te zijn; wij zijn geroepen tot een dienst van God en onze medemens; en om ons daarvoor geschikt te maken zou die dienst een onderwerp van de opvoeding moeten zijn.

Training tot Dienst

Dit doel moet christelijke ouders en leraars altijd voor ogen blijven. Wij weten niet in welke tak van dienst onze kinderen werkzaam zullen zijn. Zij kunnen hun leven in de gezinskring doorbrengen; zij kunnen voor hun leven een gangbaar beroep kiezen, of als evangeliedienaar naar heidense landen gaan; maar allen zijn gelijk geroepen als zendeling voor God, dienaren van genade voor de wereld.

De kinderen en de jeugd, met hun frisse talenten, hun energie en moed, hun snel begrip, door God bemind, wenst Hij in harmonie te brengen met de werkingen van het goddelijke. Zij moeten een opleiding krijgen die hen zal helpen aan de zijde van Christus te staan in onzelfzuchtige dienst.

Van al Zijn kinderen tot aan het einde der tijden, niet minder dan van de eerste discipelen, zei Christus: "Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, het Ik ook hen gezonden in de wereld," (1) om vertegenwoordigers van God te zijn, Zijn Geest te openbaren, Zijn karakter weer te geven en Zijn werk te doen. Onze kinderen staan als het ware op een kruispunt. Aan alle kanten zijn wereldse verlokkingen tot zelfzucht en toegeven aan eigen begeerten, die hen wegroepen van het pad dat bestemd is voor de vrijgekochten des Heren. Of hun leven een zegen zal zijn of een vloek, hangt af van de keuze die zij maken. Overvloeiend van energie, verlangend om hun mogelijkheden uit te proberen, moeten zij een uitweg vinden voor hun uitbundige levenslust. Zij zullen actief zijn, voor het goede of voor het kwade.

Gods woord onderdrukt geen enkele activiteit, maar leidt die in de juiste banen. God verbiedt de jeugd hun aspiraties niet. De elementen van het karakter, die een man werkelijk succesvol maken en geëerd onder de mensen - de niet te onderdrukken wens iets groots tot stand te brengen, de ontembare wil, de energieke aanwending, het onvennoeibare doorzetten - moeten niet ontmoedigd worden. Door de genade van God moeten deze gericht worden op het bereiken van waarden, veel hoger dan slechts zelfzuchtige en wereldse belangen, zoals de hemel hoger is dan de aarde.

Als ouders en christenen is het aan ons om onze kinderen de juiste richting te geven. Zij moeten zorgvuldig, verstandig en liefdevol geleid worden op paden van christelijk dienstwerk. Wij staan onder het heilig verbond met God om onze kinderen op te voeden voor Zijn dienst. Het is onze eerste plicht hen met zulke invloeden te omringen, die hen ertoe zullen

210 Gezin en Gezondeid

leiden een leven van dienstverlening te kiezen, en hen de daarvoor benodigde training te laten volgen. "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, dat wij niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven hebben." (2) "Zoals ook Christus ons heeft liefgehad, en Zich voor ons heefi overgegeven." (3) Als wij liefhebben, zullen wij geven. "Gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen," (4) is de grote les die wij onszelf moeten leren en aan anderen moeten onderwijzen. Druk de kinderen de gedachte op het hart dat zij .niet van zichzelf zijn. Zij behoren Christus toe. Zij zijn door Zijn bloed gekocht, de aanspraak van Zijn liefde. Zij leven doordat Hij hen vasthoudt door Zijn macht. Hun tijd, hun kracht, hun vermogens, zijn de Zijne, om ontwikkeld te worden, geoefend te worden, gebruikt te worden, voor Hem.

Naast de engelen is de mens gevonnd naar het beeld van God, de edelste van Zijn geschapen werken. God _wenst dat zij worden waartoe Hij mogelijkheden schonk en dat zij hun uiterste best doen met alle middelen die Hij binnen hun bereik bracht. Het leven is mysterieus en heilig. Het is een openbaring van God zelf, de bron van alle leven. Kostbaar zijn de gelegenheden, en zij moeten met emst benut worden. Eémnaal voorbij, zijn zij voor altijd verloren.

God plaatst ons voor de eeuwigheid met haar plechtige werkelijkheden en geeft ons een greep op onsterfelijke, onver- gankelijke onderwerpen. Hij houdt ons onschatbare, veredelende waarheden voor, zodat wij vorderingen kunnen maken op een veilig en zeker pad, volgens een plan dat de meest serieuze betrokkenheid van al onze mogelijkheden waard is.

God zorgt voor het kleinste zaadje dat Hijzelf heeft gevormd en ziet daarin verborgen de prachtige bloem, de stniik, of de statige breed gekruinde boom. Zo ziet Hij de mogelijkheden van elk mens. Zij zijn hier met een doel. God heeft ons Zijn plan voor ons leven gegeven en Hij draagt ons op de hoogste graad van ontwikkeling te bereiken. Hij wenst dat wij voortdurend zullen groeien in heiligheid, in geluk, in bruikbaarheid. Allen hebben mogelijkheden en die moeten zij leren beschouwen als heilige gaven, gaven Gods die naar waarde geschat en op de juiste wijze gebruikt moeten worden. Hij vraagt van de jeugd elk vermogen in hun wezen tot ontplooiing te brengen en actief te gebruiken. Hij wenst dat zij van alle nuttige en kostbare zaken in dit leven zullen genieten en dat zij goed zijn en goed doen, terwijl zij zich een hemelse schat vergaderen voor het toekomstige leven.

Het zou hun ideaal moeten zijn uit te blinken in alle dingen die onzelfzuchtig, hoog en edel zijn. Laat hen op Christus zien als het voorbeeld waamaar zij gevonnd moeten worden. De heilige idealen die Hij in zijn leven openbaarde, moeten zij koesteren - een heilig streven de wereld beter te maken door er geleefd te hebben. Dit is het werk waartoe zij geroepen zijn...

211 Gezin en Gezondeid

Een breed Fundament

De hoogste van alle wetenschappen is de wetenschap van het redden van zielen. Het grootste werk waamaar een mens kan streven is het werk van het wimren van mensen uit zonde tot heiligheid. Voor het realiseren van dit werk moet een brede basis worden gelegd. Een veelomvattende opvoeding en oplei- ding is daarvoor nodig - een opvoeding die van ouders en leraars meer denken en inspanning vraagt dan een leergang in de wetenschappen alleen, vereist. Er wordt meer gevraagd dan de ontwikkeling van het intellect. Opvoeding is niet compleet tenzij lichaam, geest en hart gelijkelijk opgevoed worden. Het karakter moet een passende discipline ontvangen voor de volledige en hoogste ontwikkeling. Alle vennogens van geest en lichaam moeten worden ontwikkeld en op de juiste wijze getraind. Het is een plicht om ieder vermogen, dat ons tot efiiciënte werkers voor God zal maken, aan te kweken en te beoefenen.

Ware opvoeding omvat het gehele wezen. Het leert hoe men zichzelf op de juiste manier inzet. Het stelt ons in staat het beste gebruik te maken van de hersenen, de beenderen, de spieren, van lichaam, geest en hart. De vermogens van de geest - de hogere vemrogensmoeten het koninkrijk van het lichaam beheersen. De natuurlijke begeerten en hartstochten moeten onder beheersing van het geweten en de geestelijke instelling gebracht worden. Christus staat aan het hoofd van de mensheid en het is Zijn doel ons in Zijn dienst te leiden in de hoge en heilige paden van reinheid. Door de wondere werking van Zijn genade moeten wij in Hem volmaakt worden.

Jezus werd thuis opgevoed. Zijn moeder was Zijn eerste menselijke lerares. Van haar lippen en uit de boekrollen der profeten leerde Hij de hemelse dingen. Hij woonde in een plattelandsgezinendroegtrouwenopgewektZijnaandeelbijindelastenvanhethuishouden. Hij die aanvoeder van de hemelse heirlegers was geweest, was een gewillige dienstknecht, een lieflrebbende, gehoorzame zoon. Hij leerde een handwerk en met zijn eigen handen werkte Hij in de timmerwinkel met Jozef. In het kleed van een gewone arbeider wandelde Hij in de straten van het kleine stadje naar Zijn nederig werk heen en terug.

De mensen van die tijd maten de waarde van de dingen naar het uiterlijk. Toen de godsdienst in kracht afnam, nam zij toe in uiterlijk vertoon. De opvoeders uit die tijd zochten respect af te dwingen door pracht en uiterlijk vertoon. Tegenover dit alles vertegenwoordigde het leven van Jezus een opmerkelijk contrast. Zijn leven demonstreerde de waardeloosheid van die dingen die men als omnisbaar in het leven beschouwde. De scholen van Zijn tijd, met hun verheerlijking van nietigheden en hun kleineren van belangrijke zaken, bezocht Hij niet. Zijn opvoeding kreeg Hij uit door de hemel aangewezen bromren, uit nuttig werk, uit studie van de Schriften, uit de natuur en uit levenservaring - Gods lesboeken, vol aanwijzingen voor allen die daar met gewillige handen naar toe komen met ziende ogen en een begrijpend hart. "Het Kind groeide op en werd krachtig en het werd vervuld van wijsheid en de genade Gods was op Hem." (5) Zó voorbereid begon Hij Zijn dienstwerk, waarbij van Zijn contacten met

212 Gezin en Gezondeid

de mensen altijd een zegenrijke invloed uitstraalde, een kracht tot vernieuwing, zoals de wereld nooit eerder aanschouwd had.

Thuis Onderricht

Het tehuis is de eerste school van het kind, en het is hier, dat de grondslag gelegd moet worden voor een leven van dienstbetoon. De beginselen moeten niet alleen in theorie geleerd worden. Zij behoren de gehele vonning van het leven tot doel te hebben.

Het kind moet heel vroeg de les van hulpvaardigheid worden geleerd. Zo gauw als de kracht en het denkvermogen het toelaten, moet het in huis plichten krijgen. Het moet aangemoedigd worden om vader en moeder te helpen, zichzelf te verloochenen en zichzelf te beheersen, om het geluk en gemak van anderen vóór het zijne te stellen, uit te zien naar gelegenheden om broers en zusjes en speelmakkertjes op te vrolijken en bij te staan, ouderen vriendelijkheid te bewijzen, evenals zieken en onge- lukkigen. Hoe meer de geest van ware dienstbaarheid het huis vervult, hoe vollediger dit zich in het leven van de kinderen zal ontwikkelen. Zij zullen leren om in de dienst aan en de opoñering voor anderen vreugde te vinden.

De Plaats die de School inneemt

De huiselijke opvoeding moet aangevuld worden door het werk op school. De ontwikkeling van het gehele wezen, lichamelijk, geestelijk en verstandelijk, en het leren van dienen en opofferen, moeten voortdurend in het oog worden gehouden. Boven alle andere middelen heeft de dienst voor de zaak van Christus in de kleine gebeurtenissen van iedere dag de macht om het karakter te vonnen en het leven te richten in lijnen van onzelfzuchtig dienen. De geest te doen ontwaken, aan te moedigen en juist te leiden, dat is het werk van zowel ouders als leraars. Geen belangrijker werk had hun toevertrouwd kunnen worden. De geest van het dienen is de geest van de hemel, en aan iedere poging om dit te ontwikkelen en aan te moedigen, zullen engelen hun medewerking verlenen.

Zo”n opvoeding moet gebaseerd zijn op het woord van God. Alleen hierin worden de beginselen daarvan in hun volheid gegeven. De Bijbel moet de grondslag zijn van studie en onderwijs. De meest wezenlijke kemris is de kemris van God en van Hem, die Hij gezonden heeft.

Kinderen en jeugdigen moeten zichzelf kemien. Zij moeten het lichaam dat God hen gegeven heefi, begrijpen en de wetten leren verstaan die dit lichaam in gezonde staat houden. Allen moeten grondig onderwezen worden in de basiskennis. Ook moeten zij een training in een of andere handvaardigheid of handwerk krijgen, die hen tot mannen en vrouwen met praktische mogelijkheden voor de plichten van alledag maakt. Hierbij komt dan de opleiding en praktische ervaring in de verschillende aspecten van het zendingswerk.

213 Gezin en Gezondeid

Leren door het Meedelen

Laat de jeugd vooruitgaan in het verkrijgen van kennis, zo snel en zo ver als zij kunnen. Laat him studieveld zo breed zijn als hun vemrogens kunnen omvatten. En zorg, dat zij leren, dat zij hun kemiis met anderen delen. Op deze wijze verkrijgt hun geest discipline en kracht. Het is het gebruik dat zij ervan maken, dat beslist over de waarde van hun opvoeding. Een lange tijd van besteding aan studie zonder pogingen om mede te delen wat geleerd is, blijkt dikwijls een hindemis te worden, eerder dan een hulp in echte ontwikkeling. Zowel thuis als op school moet het een oefening voor de student zijn om te leren hoe men studeert en de verkregen kemris doorgeeft. Wat zijn roeping ook is, hij moet zowel leerling als leraar zijn, zolang het leven duurt. Zo zal hij steeds vorderingen maken terwijl hij zijn vertrouwen op God stelt, zich vasthoudend aan Hem, die oneindig is in wijsheid, die geheimen, gedurende eeuwen verborgen, kan openbaren, die de moeilijkste problemen kan oplossen voor de geest die in Hem gelooft.

De Invloed van de Omgang

Gods woord legt grote nadmk op de invloed van omgang, op mannen zowel als op vrouwen. Hoeveel groter is de macht op de zich ontwikkelende geest en het karakter van kinderen en jonge mensen. De omgang die zij hebben, de beginselen die zij aannemen, de gewoonten die zij vormen, zullen beslissen over de vraag van hun nut hier en in hun toekomstige eeuwige belangen.

Het is een vreselijk feit - en één dat de harten van ouders moest doen sidderen - dat op zoveel scholen en universiteiten waarheen de jeugd gezonden wordt voor verstandelijke ontwik- keling en discipline, invloeden heersen die het karakter mis- vormen, de geest doen afdwalen van het ware doel van het leven, en het zedelijk peil verlagen. Door contact met jeugd die niet godsdienstig, maar bedorven is en pleziertjes najaagt, verliest heel veel jeugd hun eenvoud en reinheid, het geloof in God en de geest van zelfverloochening, die christelijke vaders en moeders hebben gekoesterd en beschennd door zorgvuldige lering, voorbeeld en emstig gebed.

Velen die naar school gaan met het doel zich voor te bereiden voor een of andere onzelfzuchtige dienstverlenende fimctie, raken verdiept in wereldse studies. Eerzucht wordt opgewekt om een titel te behalen en zich een positie te veroveren in de wereld. Het doel waarvoor zij op school kwamen, wordt uit het oog verloren en het leven wordt besteed aan zelfzuchtige en wereldse bezigheden. En dikwijls worden gewoonten gevormd die het leven voor deze wereld en de toekomende wereld bederven. Als regel zijn mannen en vrouwen met brede opvattingen, met een onzelfzuchtige levensdoel en een edel streven diegenen in wie deze karaktertrekken door omgang in hun jonge jaren werden ontwikkeld. In Zijn hele handelen met Israël heefi God het volk het belang van bescherming van de omgang van hun kinderen op het hart gedrukt. Alle regels van het burgerlijke, godsdienstige en sociale leven

214 Gezin en Gezondeid

waren erop gericht de kinderen voor schadelijke vriendschappen te behoeden en hen vanaf hun vroegste jaren bekend te maken met de voorschriften en de beginselen van Gods wet. De praktische lessen, bij de geboorte van de natie gegeven, waren van dien aard, dat zij een diepe indmk maakten op ieders halt. Voor het laatste vreselijke oordeel over de Egyptenaren dat zich mani- festeerde in de dood van de eerstgeborenen gaf God Zijn volk bevel hun kinderen in hun eigen huizen bijeen te houden. De deurpost van elk huis werd met bloed getekend en binnen de verzekerde bescherming van dit teken moesten allen blijven. Zo moeten ook vandaag de dag ouders die God liefhebben en vrezen, hun kinderen onder "de band van het verbond" - binnen de beschenning houden van de heilige invloeden die mogelijk gemaakt zijn door Chiistus, bloed. "scheidt u af."

Van Zijn discipelen zei Christus: "Ik heb hun Uw woord gegeven, en... zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben." (6)

"Wordt niet gelijkvormig aan deze wereld," gebiedt God ons, "maar wordt hervonnd door de vemieuwing van uw denken, opdat gij moogt onderkemien wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene." (7)

Vonnt geen span met ongelovigen, want wat heeft gerech- tigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heefi het licht met de duistemis?... Welke gemeenschappelijke grond heeft de tempel Gods met de afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Daarom:

"Gaat weg uit hun midden, en scheidt u en houdt niet vast aan het onreine;... en Ik zal u aanneme, en Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Ahnachtige." (8)

Beloften en Zegen

"Vergadert het volk." (9)

"Maak hen Gods inzettingen en wetten bekend." (10)

"Zo zullen zij Mijn naam op de Israëlieten leggen, en Ik zal hen zegenen." (11)

"Dan zullen de volkeren der aarde zien, dat de naam des Heren over u uitgeroepen is." (12)

"En het overblijfsel van Jacob zal te midden van vele volkeren zijn als dauw van de Here; als regenstromen op het groene kruid, dat niet wacht op de mens, noch mensenkinderen verbeidt." (13)

215 Gezin en Gezondeid

Wij worden bij Israël gerekend. Al de instructies die aan de Israëlieten werden gegeven aangaande de opvoeding en opleiding van hun kinderen, die allen beloften van zegen inhouden door gehoorzaamheid, zijn voor ons.

"Gods woord tot ons is: "Ik zal u zegenen,... en gij zult tot zegen zijn. (14)

Van de eerste discipelen en van allen die door him woord in Hem zouden geloven, zei Christus: "En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij één zijn; en Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen líefgehad hebt, gelijk Gij Mij líefgehad hebt." (15)

Wondervolle, wondervolle woorden, bijna buiten de greep van ons geloofl De Schepper van alle werelden heeft degene die zichzelf tot Zijn dienst geefi, lief, zoals Hij Zijn Zoon lieflieefi. Zelfs hier en nu worden Zijn genadegaven op ons uitgestort voor dit verbazend grote doel. Hij heefi ons het licht en de Majesteit van de hemel gegeven, en met Hem heeft Hij al de hemelse schatten over ons uitgegoten. Evengoed als Hij ons heeft beloofd voor het toekomstige leven, schenkt Hij ons prinselijke gaven in dit leven. Als deelhebbers aan Zijn genade wenst I-Iij van ons dat wij ons in alles zullen verheugen wat onze karakters zal veredelen, vergroten en verhogen. Hij staat gereed om de jeugd te inspireren met macht van omhoog, dat zij mogen staan onder de bloedbevlekte baníer van Christus, om te werken zoals Hij gewerkt heeft, zielen geleid heeft in veilige paden, de voeten van velen geplant heeft op de Rots der Eeuwen.

Gods Zekerheden

Allen die emaar streven te werken in harmonie met Gods opvoedingsplan, zullen Zijn ondersteunende genade ontvangen, Zijn voortdurende aanwezigheid, Zijn beschermende macht. Hij zegt tot een ieder: "Wees sterk en moedig, word niet verschrikt, want de Here uw God is met u." "Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten." (16)

Want zoals de regen en de sneeuw van de hemel neerdaalt en daarheen niet wederkeelt, maar doorvochtígt eerst de aarde, en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten, en geefi zaad aan de zaaier en brood aan de eter, alzo zal Mijn woord dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar zal het doen wat Mij behaagt, en dat volbrengenwaartoeIk hetzend. Wantinvreugdezultgijuittrekkeneninvredegeleidworden; de bergen en de heuvels zullen voor u uitbreken in gejuich, en alle bomen des velds zullen in de handen klappen. Voor een doomstmik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten; en het zal de Here zijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden. (17)

Overal op de wereld is de maatschappij in wanorde, en een grondige vemieuwing is nodig. De opvoeding die de jeugd gegeven wordt moet de gehele gemeenschap omvormen. "Zij zullen de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijd doen henijzen en de

216 Gezin en Gezondeid

steden vemieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht."

"Maar gij zult priesters des Heren heten... Blijvende vreugde zal hum geworden. Want Ik, de Here, heb het recht lief." (18)

"Ik zal hun in waarheid richten en een eeuwig verbond met hen sluiten." (19)

"Hun geslacht zal onder de volken vennaard zijn, en hun nakomelingschap te midden der natiën; allen die hen zien, zullen erkennen, dat zij het nageslacht zijn, dat de Here gezegend heeft... Want als de aarde haar gewas voortbrengt, en een hof zijn zaaisel doet uitspruiten, zo zal de Here Here gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor het oog van alle volkeren." (20)

Verwijzingen: 1. Joh.l7:18. 8. 2 Cor.6:l4-18. 15. Joh.l7:22,23. 2. Joh.3:16. 9. Joël 2:16. 16. Jozua 119,5. 3. Ef.5:2. 10. Ex.18:16. 17. Jes.55:10-13. 4. Matth.20:28. 11. Num. 6:27. 18. Jes.6l:4,6-8. 5. Luc.2:40. 12. Deut.28:10. 19. Jes.61:8. 6. Joh.l7:14. 13. Micha 5:6. 20. Jes. 61:9,1l. 7. Rom.12:2. 14. Gen.12:2.

217 Gezin en Gezondeid

Kapitel 35 Een ware kennis van God

"Alle dingen zijn ons gegeven door Hem te kennen."

Zoals onze Verlosser zijn wij in deze wereld om God te dienen. Wij zijn hier om op God tegelijkenin karakterenHemdooreenlevenvandienstaandewereld teopenbaren. Teneinde medewerkers van God te zijn, teneinde op Hem te kumien gelijken en Zijn karakter te openbaren, moeten wij Hem juist en goed kennen. Wij moeten Hem kemen zoals Hij Zichzelf openbaart.

Het kennen van God is de grondslag van alle opvoeding en alle ware dienst. Het is de enige werkelijke veiligheid tegen verzoeking. Dit alleen kan ons in karakter aan God gelijk maken. Dit is de kemiis die nodig is voor allen die voor de verheffing van de medemens werken. Vemieuwing van karakter, reinheid van leven, doelmatigheid in de dienst, het vasthouden aan juiste beginselen, alles hangt af van de juiste kennis van God. De kemis is de omnisbare vereiste voorbereiding voor zowel dit leven als voor het toekomende leven.

"Het kennen van de Hoogheilige is verstand."

"Door de kennis van Hem zijn wij begiftigd met alles wat tot leven en godsvmcht strekt." (2)

"Dit nu is het eeuwige leven," zei Jezus, "dat zij U kemien, de enige, waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt." (3)

"Zo zegt de Here: De wijze roeme niet op zijn wijsheid, en de sterke roeme niet op zijn kracht, de rijke roeme niet op zijn rijkdom, maar_wie roemen wíl, roeme hierin, dat hij verstand heeft en Mij kent, dat Ik de Here ben, die goedertiereiilieid en gerechtigheid doe; want in zodanigen heb Ik welbehagen, luidt het woord des Heren." (4)

_Het is voor ons zo nodig om de openbaring, die God van Zichzelf gegeven heelt te bestuderen. "Gewen u toch aan Hem, opdat gij vrede hebt; daardoor zal uw gewin groot zijn. Neem toch uit Zijn mond de onderwijzing aan, En leg Zijn woorden weg in uw hart... En de Almachtige uw voorraad gouderts en uw zilverschat zal zijn. Voorwaar, dan zult gij u verlustigen in de Ahnachtige, en uw aangezicht opheffen tot God. Als gij tot Hem bidt, zal Hij u verhoren, en gij zult Hem uw geloíten betalen. Wanneer gij tot iets besluit, dan komt het tot stand, en op uw wegen straalt het licht. Wanneer men vemedert, zegt gij: Omhoog! En wie de ogen neerslaat, die helpt Hij." (5)

God Geopenbaard door de Natuur "Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, Zijn eeuwige krachten goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit Zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben." (6)

218 Gezin en Gezondeid

De dingen in de natuur die wij nu zien, geven ons maar een flauwe voorstelling van de heerlijkheid in de hof van Eden. Zonde heeñ de schoonheid van de aarde bedorven; overal zien wij sporen van het werk van het kwade. Toch is veel schoonheid gebleven. De natuur getuigt van Eén, die oneindig in macht, groot in goedheid, genade en liefde, de aarde schiep en haar vervulde van leven en blijdschap. Zelfs in hun bedorven staat openbaren alle dingen het werk van de grote Meester-Kunstenaar. Waar wij onze blik ook richten, we kunnen de stem van God horen en de bewijzen van Zijn goedheid zien.

In het plechtige rollen van de donder en het onophoudelijk bruisen van de oceaan, in de blijde zangen die de bossen vervullen met een koor van melodieën, spreken duizenden stemmen in de natuur Zijn lof. Op aarde, op de zee en in de lucht, in de wonderbare kleurschakeringen, die variëren in prachtige contrasten of vemrengd zijn tot harmonieën, aanschou- wen wij Zijn heerlijkheid. De eeuwige heuvels vertellen ons van Zijn macht. De bomen die him groene kruinen in het zonlicht wuiven en de bloemen met hun tere schoonheid wijzen naar htui Schepper. Het levende groen dat de bruine aarde bekleedt, vertelt van Gods zorg voor de kleinste van Zijn schepselen. De grotten van de zee en de diepten der aarde openbaren Zijn schatten. Hij die de paarlen in de oceanen plaatste en de amethist en de chrysoliettussenderotsendeedontstaan,bemintdeschoonheid.Derijzendezonaandehemel is een vertegenwoordiger van Hem die het leven en het licht is van alles wat Hij gemaakt heeft. Al de schittering en schoonheid die de aarde sieren en de hemelen verlichten, spreken van God. "Zijn majesteit bedekt de hemelen." (7)

"De aarde is vol van Uw schepselen." (8)

"De dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vemomen; toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld." (9) Alle dingen vertellen van Zijn tedere vaderlijke zorg en van Zijn wens om Zijn kinderen gelukkig te maken.

Een Persoonlijk God

De grote macht die door de gehelenatuur werkt en alle dingen in stand houdt, is niet, zoals sommige mannen der wetenschap voorgeven, slechts een alles doordringend beginsel, een active- rende kracht. God is Geest; toch is Hij een persoonlijk Wezen; want zo heeft Hij Zichzelf geopenbaard:

"Doch de Here is de waarachtige God, Hij is de levende God en een eeuwig Koning;... De goden die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde en van onder de hemel." "Maar Jacobs deel is niet als deze: Hij is de Fomreerder van alles." "Hij maakt de aarde door Zijn kracht, Hij bereidt de wereld toe door wijsheid, En breidt de hemel uit door Zijn verstand." (10)

219 Gezin en Gezondeid

De Natuur is God niet

Gods maaksel in de natuur is niet God Zelf in de natuur. De dingen in de natuur zijn een uitdrukking van Gods karakter en macht, maar wij moeten de natuur niet beschouwen als God Zelf. De artistieke vaardigheid van mensen brengt heel mooie voorwerpen voort, dingen die het oog strelen, en deze dingen vertellen ons iets van de gedachten van de ontwerper; maar de dingen zijn niet de maker. Het is niet het werk, maar de werkman, die eer wordt toegekend. Hoewel de natuur dus een uitdrukking is van Gods gedachten, is het niet de natuur, maar de God van de natuur, die geëerd moet worden.

"Laten wij ons nedeiwerpen en ons buigen, knielen voor de Here, onze Maker;" (11)

"In wiens hand de diepten der aarde zijn, en wiens toppen der bergen zijn; Wiens de zee is, daar Hij ze gemaakt heefi; Ook het droge, dat Zijn handen geformeerd hebben." (12)

"Hij, die de Pleiaden en de Orion heeft gemaakt; Hij, die donkerheid verkeert in ochtend, en die de dag tot nacht verdulstert;" (13)

"Want Hij, die de bergen fonneelt,_en de wind schept, en de mens te kennen geefi wat Zijn overleg 1s;" (14)

"Die in de hemel Zijn opperzalen heefi gebouwd, en Zijn gewelf op aarde heeft gegrondvest;" (15)

"Die het water der zee heeft opgeroepen, en uitgegoten over het oppervalk van de aarde,Here is Zijn naam." (16)

De Schepping van de Aarde

De schepping kan niet verklaard worden door wetenschap. Welke wetenschap kan het mysterie van het leven verklaren? "Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand is gebracht, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waameembare." (17)

"Ik ben de Here, die het licht formeer, en de duistemis schep... Ik ben de Here, die dit alles... Ik ben het die de aarde gemaakt en de mens daarop geschapen heb; Mijn handen hebben de hemelen uitgespannen; en aan hun heir heb Ik Mijn bevelen gegeven." (18)

"Roep Ik hen, zij staan daar tezamen." (19)

Bij het scheppen van de aarde was God niet afliankelijk van reeds bestaand materiaal. "Want Hij sprak, en het was er, Hij gebood en het stond er." (20) Alle dingen, stoffelijk of geestelijk, ontstonden voor de Here God op Zijn stem, en werden geschapen voor Zijn eigen doel. De hemelen en al hun heir, de aarde en alle dingen kwamen tot stand door de adem van Zijn mond.

220 Gezin en Gezondeid

De Schepping van de Mens

Bij de schepping van de mens werd de bemiddeling van een persoonlijk God openbaar. Toen God de mens naar Zijn beeld had gemaakt was de menselijke vorm volmaakt in de gehele uitvoering, maar er was geen leven in. Toen een persoonlijk, in Zichzelf bestaande God in die vorm de adem des levens blies, werd de mens een levend, verstandig wezen. Alle delen van het menselijk organisme werden in werking gezet. Het hart, de bloedvaten, de aderen, de tong, de handen, de voeten, de zintuigen, de verstandelijke vennogens, alles begon te werken, en alles functioneerde volgens wetten. De mens werd een levende ziel. Door Christus, het Woord, schiep een persoonlijk God de mens, en schonk hem verstand en macht.

Ons wezen was niet voor Hem verborgen, toen wij in het verborgene gemaakt werden; Zijn ogen zagen ons vonneloos begin, en in Zijn boek werden al onze leden opgeschreven, toen nog geen daarvan bestond.

Boven al de lager geschapen wezens bestemde God de mens tot de kroon op Zijn scheppingswerk, die zijn gedachten moest uitdrukken en Zijn heerlijkheid zou openbaren. Maar de mens mag zichzelf niet als God vereren.

"Juicht de Here, gij ganse aarde, dient de Here met vreugde. Komt voor Zijn aangezicht met gejubel. Erkent dat de Here God is; Hij heeft ons gemaakt en wij behoren Hem toe, Gaat met een loflied de poorten birmen, Zijn voorhoven met lofzang, loofi: Hem, prijst Zijn naam." (21)

"Verhoogt de Here, onze God, buigt u neder voor Zijn heilige berg, want heilig is de Here, onze God, buigt u neder voor Zijn heilige berg, want heilig is de Here, onze God." (22)

De Natuurwetten, Gods Dienstknechten God is voortdurend bezig de dingen die Hij gemaakt heeft in stand te houden en ze als Zijn dienstknechten te gebruiken. Hij werkt door de wetten van de natuur en gebruikt ze als Zijn instrumenten. Zij zijn niet zelfwerkzaam. De natuur getuigt in haar werk van de intelligente aanwezigheid en de actieve tussenkomst van een Wezen, dat alles naar Zijn wil in beweging zet.

"Voor eeuwig, o Here, houdt uw woord stand in de hemelen, van geslacht tot geslacht is Uw trouw, Gij hebt de aarde gegrond, zodat zij staat; naar Uw verordeningen staan zij heden ten dage, want zij alle zijn Uw knechten." (23)

"De Here doet al wat Hem behaagt. In de hemelen en op de aarde, in de zeeën en alle waterdiepten." (24)

"Want Hij gebood en zij waren geschapen, Hij zette ze vast voor immer en altoos, Hij stelde hun inzetting, die geen hmmer overtreedt." (25)

Het komt niet door een eigen innerlijke macht dat de aarde Zijn volk, de schapen, die Hij weidt. jaar na jaar haar opbrengst levert en haar baan om de zon volbrengt. De hand van de

221 Gezin en Gezondeid

Oneindige houdt deze planeet voortdurend in haar baan. Het is Gods macht die de aarde in positie houdt. Het is God, die de zon doet rijzen in de hemelen. Hij opent de vensters van de hemel en geefi regen. "Hij geeft sneeuw als wol: Hij strooit de rijp als as." (26)

"Als Hij Zijn stem doet horen, is er geniis van water aan de hemel, en Hij doet dampen opstijgen aan het einde der aarde, Bliksemen maakt Hij bij de regen, en wind doet Hij voortkomen uit Zijn voorraadkamers." (27)

Het is door Zijn macht die de vegetatie tot groei brengt, dat ieder blad verschijnt, elke bloem bloeit en elke vnicht zich ontwikkelt.

Het mechanisme van het menselijk lichaam kan niet volledig begrepen worden; het houdt mysteries in zich, die de meest intelligente mens verbaasd doet staan. Het is niet de werking van een mechanisme, dat, eemnaal in gang gezet, zijn werk voortzet, dat de pols slaat en ademtocht na ademtocht volgt. In God leven wij en bewegen wij en zijn wij. De hartslag, elke zenuw en spier in het levende organisme, werkt hannonieus door de macht van een altijd aanwezige God.

Zijn voorzienende Zorg

De Bijbel toont ons God in Zijn hoge en heilige plaats, niet in een staat van inactiviteit, nietinstilteeneenzaamheid, maaromringddoorduizend maalduizendenentienduizend maal tienduizenden van heilige wezens, allen wachtend om Zijn wil te doen. Door deze boodschappers is Hij in actief contact met ieder deel van Zijn rijk. Door Zijn Geest is Hij overal tegenwoordig. Door bemiddeling van Zijn Geest en Zijn engelen verzorgt Hij de mensenkinderen.

Boven de beroeringen van de aarde zit Hij op Zijn troon; alle dingen liggen open voor Hem; en van Zijn grote en kalme eeuwigheid gebiedt Hij wat Zijn voorzienigheid het beste acht. "Het staat niet aan de mens zijn weg te kiezen; Noch aan een man om zijn schreden te richten." (28)

"Vertrouw op de Here met uw ganse hart;... Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken." (29)

"Zie, des Heren oog is op hen, die Hem vrezen; Die op Zijn goedertierenheid hopen; om hun ziel van de dood te redden, en hen in het leven te houden in hongersnood." (30)

"Hoe kostelijk is Uw goedertierenheid, o, God!... Daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw van Uw vleugelen." (31)

"Welzalig hij, die de God van Jacob ter hulpe heeft, wiens verwachting is op de Here zijn God." (32)

"De aarde is vervuld van Uw goedertierenheid, o Here." (33)

222 Gezin en Gezondeid

"Hij heefi gerechtigheid en recht lief."

"Met geduchte daden antwoordt Gij ons in gerechtigheid, o God van ons heil. Gij, vertrouwen van alle einden der aarde en van de verste zeeën; Gij, die de bergen vastzet door uw kracht, met sterkte omgord. Die het bruisen de zeeën doet bedaren, het biuisen van haar golven en het rumoer der natiën." (35)

"Daarom vrezen zij die de einden bewonen, voor uw tekenen; Waar de morgen gloort en de avond daalt, brengt Gij gejuich. Gij kroont het jaar van uw goedheid, uw sporen druipen van vet." (36)

"De Here schraagt allen, die vallen, Hij richt alle gebogenen op. Aller ogen wachten op U, en Gij geeít hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet Uw hand open, en verzadigt met welbehagen al wat leeít." (37)

Persoonlijkheid van God in Christus geopenbaard Als persoonlijk wezen heeít God Zichzelf in Zijn Zoon geopenbaard. De afstraling van de heerlijkheid van de Vader "en de afdruk van Zijn wezen," (38) Jezus, kwam als een persoonlijke Verlosser naar deze wereld. Als een persoonlijke Verlosser voer Hij ten hemel. Als een persoonlijke Verlosser bemiddelt Hij in de hemelse hoven. Voor de troon van God bemiddelt Hij ten behoeve van ons "als eens mensen Zoon." (39)

Christus, het licht der wereld, verborg de verblindende pracht van Zijn goddelijkheid en kwam om als een mens onder de mensen te wonen, zodat zij, zonder verteerd te worden, hun Schepper konden leren kennen. Sedert de zonde scheiding bracht tussen de mens en zijn Maker, heelt niemand God ooit gezien, behalve zoals Hij door Christus geopenbaard werd.

"Ik en de Vader zijn één," (40) verklaarde Jezus. "Niemand kent de zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en aan wie de Zoon het wil openbaren." (41)

Christus kwam om de mensen te leren wat God wenst dat zij weten. Boven in de hemel, in de aarde, in de wijde wateren van de oceaan, zien wij Gods handenwerk. Al het geschapene getuigt van Zijn macht, Zijn wijsheid, Zijn liefde. Toch kunnen wij noch van sterren, oceanen of watervallen de persoonlijkheid van God kermen zoals die in Christus geopenbaard werd. God zag dat een duiderlijker openbaring dan de natuur nodig was om Zijn persoonlijkheid èn Zijn karakter uit te beelden. Hij zond zijn Zoon in de wereld om, zo ver als het menselijk gezicht dat kon verdragen, de natuur en de eigenschappen van de onzichtbare God te manifesteren.

Aan de Discipelen Geopenbaard

Laten wij de woorden bestuderen die Christus in de opperzaal gesproken heelt, in de nacht voor Zijn kruisiging. Hij naderdc het uur van Zijn vonnis en Hij trachtte Zijn discipelen te troosten, die zo erg verzocht en beproefd zouden worden.

223 Gezin en Gezondeid

"Uw hart worde niet ontroerd," zei Hij, "Gij geloolt in God, gelooít ook in Mij. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u een plaats te bereiden..." Thomas zei tot Hem: "Here, wij weten niet waar Gij heen gaat; hoe weten wij de weg?" Jezus zei tot hem: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt Hem gezien..."

"Here, toon ons de Vader," zei Filippus, "en het is ons genoeg." Jezus zei tot hem: "Ben Ik zo lang bij u Filippus, en gij kent Mij niet? Wie Mij gezien heelt, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan, toon ons de Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, zeg lk uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijít, doet de werken." (42)

De discipelen begrepen Christus, woorden betreíïende Zijn relatie tot God nog niet. Veel van zijn onderwijs was nog duister voor hen. Christus wenste dat zij een duidelijker, meer uitgesproken kemiis van God kregen. "Dit heb Ik in beelden tot u gesproken," zei Hij; "er komt een ure, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar u vrijuit over de Vader spreken zal." (43)

Toen op de Pinksterdag de Heilige Geest over de discipelen werd uitgestort, verstonden zij vollediger de waarheden die Christus in gelijkenissen gesproken had. Veel van de leer dat een mysterie voor hen geweest was, werd nu duidelijk. Maar zelfs toen ontvingen de discipelen nog niet de volledige vervulling van Christus” belofte. Zij ontvingen alle kemris van God die zij konden dragen, maar de volledige vervulling van de belofte die Christus hen duidelijk zou tonen omtrent de Vader, moest nog komen. Zo is het ook vandaag. Onze kennis van God is gedeeltelijk en onvolmaakt. Wanneer de strijd beëindigd is, en de mens Christus Jezus voor de Vader zijn getrouwe werkers erkent, die in een wereld vol zonde getrouw getuigenis hebben afgelegd voor Hem, zullen zij klaar en duidelijk verstaan wat nu nog verborgen voor hen is.

Christus nam naar de hemelse hoven Zijn verheerlijkte menselijkheid mee. Aan hen, die Hem aannemen geeft Hij macht kinderen Gods te worden, zodat God hen tenslotte kan ontvangen als Zijn eigendomombij Hemte blijven in eeuwigheid. Als zij gedurende dit leven God getrouw zijn, zullen zij tenslotte "Zijn aangezicht zien; en Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn." (44) En wat is de gelukzaligheid van de hemel anders dan God te zien? Welke grotere blijdschap kan een zondaar ontvangen door de genade van Christus, dan het aangezicht van God te zien en Hem te kemren als Vader?

Het Getuigenis van de Schrift

De Schrifien wijzen duidelijk op de relatie tussen God en Christus, en zij brengen even duidelijk de persoonlijkheid als de individualiteit van elk naar voren.

224 Gezin en Gezondeid

"Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in de laatste der dagen tot ons gesproken in de Zoon,... de afstraling Zijner heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, heefi, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in de hoge, zóveel machtiger geworden dan de engelen als Hij uitnemender naamboven hen als erfdeel ontvangen heeñ. Immers tot wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt Gij, Ik heb U heden verwekt? En wederom: "Ik zal Hem tot een Vader zijn en Hij zal Mij tot Zoon zijn? (45)

De persoonlijkheid van de Vader en de Zoon, ook de eenheid die tussen hen bestaat, worden voorgesteld in het zeventiende hoofdstuk van Johannes, in het gebed van Christus voor Zijn discipelen:

"Ik bid U niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt." (46)

De eenheid die tussen Christus en Zijn discipelen bestaat, vemietigt niet de persoonlijkheid, noch van de een, noch van de ander. Zij zijn één in doel, in geest en karakter, maar niet in persoon. Zo is het dat God en Christus één zijn.

Het Karakter van God in Christus Geopenbaard

Toen Christus de menselijkheid op Zich nam, werd Hij één met het mensdom en tegelijkertijd openbaarde Hij onze hemelse Vader aan de zondige mens. Hij die van de begimre af in de tegenwoordigheid van de Vader verbleef, Hij die het uitgedrukte beeld van de onzienlijke God was, was de enige, die het karakter van de Godheid aan de mens kon openbaren. Hij werd in alle dingen gelijk gemaakt aan Zijn broeders. Hij werd vlees, net zoals wij zijn. Hij was hongerig en dorstig en vennoeid. Hij werd door voedsel in stand gehouden en door slaap verfrist. Hij deelde het lot van de mens; toch was Hij de onberispelijke Zoon van God. Hij was een vreemdeling en bijwoner op de aarde - in de wereld, maar niet van de wereld; verzocht en beproefd zoals mamen en vrouwen vandaag de dag verzocht en beproefd worden; toch leefde Hij een leven, vrij van zonde. Teder, meevoelend, sympathiek, altijd aan anderen denkend, vertegenwoordigde Hij het karakter van God, en was voortdurend doende in de dienst van God en mens.

De Here heeft Mij gezalfd," zei Hij, om de blijde boodschap te brengen aan de armen, om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangen vrijlating uit te roepen," (47)

"Om de blinden het gezicht weer te geven;" (48)

"Om uit te roepen een jaar van welbehagen des Heren;... Om alle treurenden te troosten." (49)

225 Gezin en Gezondeid

"Hebt uw vijanden lief," gebiedt Hij ons; "zegen hen die u vervolgen, doe wel degenen die u haten, en bid voor hen die u smadelijk behandelen en vervolgen, zodat gij kinderen moogt zijn van uw Vader die in de hemelen is;" (50)

"Want Hij is barmhartig over bozen en ondankbaren." (51)

"En Hij laat de zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen." (52)

"Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is." (53)

Door de imierlijke barmhartigheid van onze God, waannee de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien, om hen te beschijnen, die gezeten zijn in de schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg van vrede.(54)

De Heerlijkheid van het Kruis

De openbaring van Gods liefde voor de mens concentreert zich in het kruis. De volle betekenis hiervan kan geen tong tot uiting brengen, pennen kurmen het niet beschrijven, het verstand van de mens kan het niet vatten. Kijkend op het kruis van Golgotha kan men slechts zeggen: "Alzo lief heefi God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem geloofi, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe." (55)

Christus, gekruisigd voor onze zonden, Christus uit de dood verrezen, Christus opgevaren ten hemel, is de wetenschap der verlossing die wij moeten leren en onderwijzen. Het was Christus "Christus Jezus, die in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof geacht heeft, maar Zichzelf ontledigd heefi, en de gestalte van een dienstknecht heefi aangenomen, en de mensen gelijk geworden is. En in Zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruizes." (56)

"Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit." (57)

"Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten." (58)

"Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar één die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) verzocht is geweest, doch zonder te zondigen." (59)

Hier is de oneindige wijsheid, de oneindige liefde, de oneindige rechtvaardigheid, de oneindige genade - "de diepten der rijkdom, beide der wijsheid en der kemiis Gods." (60)

226 Gezin en Gezondeid

De Onuitsprekelijke gave

Het is door de gave van Christus dat wij iedere zegening ontvangen. Door die gave komt dag na dag tot ons de onophoudelijke stroom van Gods goedheid. Iedere bloem met haar tere tinten en haar geur, is gegeven om ons blij te maken door die ene Gave. De zon en de maan werden door Hem gemaakt. Er is geen ster als versiering aan de hemel, die Hij niet gemaakt heefi. Elke regendruppel die valt, iedere lichtstraal die schijnt op onze ondankbare wereld, getuigt van de liefde van God in Christus. In iedere zaak wordt voor ons voorzien door die ene onuitsprekelijke Gave, Gods eniggeboren Zoon. Hij werd op het kruis genageld zodat al deze overvloed tot Gods scheppingswerk kon vloeien. "Ziet, welk een liefde ons de Vader gegeven heeft, dat wij kinderen Gods genoemd worden!" (61)

"Ja, van oudsher heefi men het niet gehoord, noch vemomen, geen oog heeft gezien een God buiten U, die optreedt ten behoeve van wie op Hem wacht." (62)

De Kennis die Vernieuwing Bewerkt De kemiis van God, zoals in Christus wordt geopenbaard, is de kennis die allen moeten hebben die gered worden. Het is de kemiis die vemieuwing van karakter bewerkt. Deze kemiis, ontvangen, zal de ziel herscheppen in het beeld van God. Het zal aan het gehele wezen een geestelijke kracht meedelen die goddelijk is.

"En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid." (63)

Van Zijn eigen leven zei de Verlosser: "Gelijk ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb." (64) "De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt." (65) Zoals Jezus was in de menselijke natuur, zo verwacht God dat Zijn volgelingen zijn zullen. In Zijn kracht moeten wij het leven van reinheid en edelmoedigheid leven dat de Verlosser leefde. "Om die reden," zei Paulus, "buig ik mijn knieën voor de Vader, naar Wie alle geslacht in de hemelen enopde aarde genoemd wordt,opdat Hiju geve, naar de rijkdomZijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde, zult gij dan, samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en de lengte en de hoogte en de diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat Gij vervuld wordt tot alle volheid Gods." (66)

"Daartoe houden wij ook niet op om voor u te bidden 611 te vragen, dat gij met de rechte kemis van Zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk mzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, m alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen inde rechte kemns Gods. Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de Zijner heerlijkheid tot alle volhardingen geduld en dankt gij met blijdschap de Vader die u toebereid heeft voor het erfdeel van de heiligen in het licht." (67)

227 Gezin en Gezondeid

Dit is de kennis waartoe God ons uitnodigt omdie te ontvangen, en waamaast al het andere ijdelheid en nietigheid is.

228 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. spr.9,1o. 2. Peu.1;3. 3. J0h.17;3. 4. Jer.9:23,24. 5. Job 22:2l,22,25-29. 6. Rom.l:20. 7. Hab.3:3. 8. Ps.104:24. 9. Ps.l9:2-5. 10. Jer.l0:10,1l,12,l6. 11. Ps.95:6. 12. PS.95:4,5. 13. Amos 5:8. 14. Amos 4:13. 15. Amos 9:6. 16. Amos 9:6. 17. Hebr.1l:3. 18. Jes.45:7-12. 19. Jes.48:13. 20. Ps.33:9. 21. Ps.l00:1-4. 22. Ps.99:9. 23. Ps.1l9:89.9l. 24 Ps.135:6. 25. Ps.148:5,6. 26. Ps.147:16. 27. Jer.10:13. 28. Jer.10:23. 29. Spr.3:5,6. 30. Ps.33:18,19. 31. Ps.36:7. 32. Ps.l46:5. 33. Ps.119:64. 34. Ps.33:5. 35. Ps.65:6-8. 36. Ps.65:9,12. 37. Ps. 145:14-16. 38. Hebr.1:3. 39. Openb. 1:13. 40. Joh.10:30. 41. Matth.11:27. 42. Joh.l4:1-10. 43. Joh.16:25. 44. Openb.22:4. 45. Hebr.l:1-5. 46 Joh.17:20,21. 47. Jes.61:1. 48. Luc.4:19. 49. Jes.61:2. 50. Luc.l:78,79 51. Matth.5:45. 52. Luc.6:35. 53. Luc.6:36. 54. Luc.l:78,79 55. ]oh.3:16. 56. Filip .2:6-8. 57. Rom.8:34. 58. Hebr.7:25. 59. Hebr.4:15. 60. Rom.1l:33. 61. 1 Joh.3:l. 62. Jes. 64:4. 63. 2 Cor.3:18. 64. Joh.l5:l0. 65. Joh.8:29. 66. Ef.3:l419. 67. Col.l:9-12.

Kapitel 36 Het gevaar van speculatieve kennis

Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, hun overleggingen zijn op niets uitgelopen en het is duister geworden in hun onverstandig hart. Eén van de grootste euvels van het zoeken naar kennis, de onderzoekingen van de wetenschap, is de neiging om menselijke redeneringen te verheffen boven hun juiste waarde en het hen passende niveau. Velen wagen het om de Schepper en Zijn werken met hun eigen onvohnaakte kemiis van wetenschap te beoordelen. Zij trachten de natuur en eigenschappen en voorrech- ten van God vast te stellen, en geven zich over aan speculatieve theorieën aangaande de Oneindige. Zij die zich met deze studierichting bezighouden, betreden verboden grond.

Him onderzoek zal geen waardevolle resultaten opleveren, en kan alleen worden voortgezet met gevaar van hun eigen ziel. Onze eerste ouders werden in zonde geleid door zich te laten gaan in de wens te weten te komen wat God hen had onthouden. In het zoeken naar deze kemais verloren zij alles wat waard was te bezitten. Als Adam en Eva nooit de verboden boom hadden aangeraakt, zou God hun kermis gegeven hebben, - kennis waarop geen vloek van zonde rustte, kennis die hun eeuwig vreugde gebracht zou hebben. Alles wat zij wonnen door naar de verzoeker te luisteren, was kemiis van zonde en haar gevolgen. Door hun ongehoorzaamheid raakte de mens vervreemd van God en de aarde werd van de hemel gescheiden. De les is voor ons. Het gebied waarheen Satan onze eerste ouders leidde is hetzelfde waartoe mensen nu verleid worden. Hij overstroomt de wereld met plezierige fabeltjes. Door iedere vindingrijkheid die hij beheerst, verzoekt hij mensen tot speculatie met betrekking tot God. Zo probeert hij te voorkomen dat men dié kennis van God verkrijgt, die tot zaligheid leidt.

Pantheïstische Theorieën

Heden ten dage dringen in de scholen en de kerken overal ter wereld spiritualistische leringen binnen, die het geloof in God en Zijn woord ondennijnen. De theorie dat God een wezen is dat de gehele natuur doordfingt, wordt aanvaard door velen die voorgeven de Schrifien te geloven; maar ofschoon prachtig ingekleed, is deze theorie een allergevaarlijkst bedrog. Ze geeft een verkeerde voorstelling van God en is een oneer voor Zijn grootheid en maj esteit. En dit is zeker niet alleen een misleiding, maar het verlaagt de mens ook. Duistemis is zijn element, zinnelijkheid zijn gebied. Het resultaat van de aanvaarding daarvan is scheiding van God. En voor de gevallen menselijke natuur betekent dit de ondergang.

Onze toestand is door de zonde onnatuurlijk, en de macht die ons herstelt moet bovennatuurlijk zijn, anders heeft het herstel geen waarde. Er is maar één macht die de greep van het kwaad op het menselijk hart kan verbreken, en dat is de macht van God in Jezus Christus. Alleen door het bloed van de gekmisigde is er reiniging van zonde. Zijn genade alleen kan ons in staat stellen weerstand te bieden aan de neigingen van onze gevallen natuur en die te overwinnen. Spiritualistische theorieën aangaande God maken Zijn genade zonder effect. Als God een wezen is dat de gehele natuur doordringt, dan woont Hij in alle mensen;

229 Gezin en Gezondeid

en teneinde de heiligheid te verkrijgen, behoeft de mens slechts de kracht die in hem is, te ontwikkelen.

Deze theorie, gevolgd door de logische conclusie, veegt de gehele christelijke leer weg. Zij doet de noodzaak van de verzoening weg en maakt de mens tot zijn eigen verlosser. Deze theorieën aangaande God doen Zijn woord te niet, en wie ze aanvaardt,__verkeert in groot gevaar ertoe geleid te worden de gehele Bijbel tenslotte te zien als een fabel. Zij mogen beweren dat deugd beter is dan ondeugd; maar daar zij God hebben uitgesloten van Zijn rechtmatige positie van Opperheer- ser, stellen zij hun afhankelijkheid op menselijke kracht die, zonder God, waardeloos is. De mens zonder goddelijke hulp heeft geen enkele macht om het kwaad te weerstaan of te overwinnen. De weerstand van de ziel is gebroken. De mens heeft geen barrière tegen de zonde. Als eemnaal de controle van Gods woord en zijn Geest verworpen zijn, weten wij niet tot welke diepten de mens kan zinken.

"A1le woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen is Hij ten schild. Doe niets aan Zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en gij een leugenaar bevonden wordt." (1)

"Zijn ongerechtigheden vangen de goddeloze, in de strikken zijner zonde raakt hij vast." (2)

Zoekend in Goddelijke Mysteries "De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij de woorden dezer wet volbrengen." (3)

De openbaring van Zichzelf die God in Zijn woord gegeven heeft, is voor de studie. Die mogen we allemaal zoeken en begrijpen. Maar daarbuiten moeten wij niet trachten door te dringen. Het grootste intellect mag zichzelf vermoeien in gíssingen en veronderstellingen aangaande de natuur van God, maar de poging zal vruchteloos zijn. Het is ons niet gegeven om dit probleem op te lossen. Geen menselijke geest kan God bevatten. Niemand mag zich overgeven aan speculaties aangaande Zijn natuur. Hier is zwijgzaamheid welsprekend. De Alwetende staat boven elke discussie.

Zelfs de engelen was het niet toegestaan deel te nemen aan de raadsvergaderingen tussen de Vader en de Zoon toen het verlossingsplan werd gemaakt. En menselijke wezens is het niet gegeven zich te mengen in de geheimen van de Allerhoogste. Wij zijn even onbekend met God als kleine kinderen; maar als kleine kinderen mogen wij Hem liefhebben en gehoorzamen. Laten wij in plaats van speculeren aangaande Zijn natuur of Zijn rechten, acht geven op de woorden die Hij gesproken heeft: Kunt gij de geheimen Gods doorgronden, de Ahnachtige doorgronden ten einde toe? Zij zijn hoog als de hemel; wat kunt gij doen? Dieper dan het dodemijk, wat kunt gij weten? (4)

230 Gezin en Gezondeid

Maar wijsheid - waar wordt zij gevonden, en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht? De sterveling kent haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het land der levenden. De waterdiepte zegt: In mij in zij niet, en de zee zegt: Zij is niet bij mij.

Gedegen goud kan voor haar niet gegeven worden, en zilver kan niet voor haar koopprijs afgewogen worden, zij kan niet worden geschat tegen het fijne goud van Ofir, noch tegen de kostbare chiysopraas of de lazuursteen. Goud noch kristal kunnen haar evenaren, men ruilt haar niet tegen kleinodiën van gelouterd goud; parelmoer noch kristal komen naast haar in aanmerking, En het bezit van wij sheid gaat koralen te boven. De chrysoliet van Ethiopië kan haar niet evenaren, tegen fijn goud kan zij niet geschat worden. Deze wijsheid dan - van waar komt zij, en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht? Zij is onttrokken aan het oog van al wat leeft, zelfs voor het gevogelte des hemels is zijn verborgen. Het verderf en de dood zeggen: Met onze oren hebben wij haar gerucht vemomen. God kent de weg tot haar, Hij weet haar verblijfplaats, want Hij schouwt tot de einden der aarde, wat onder de hemel is, ziet Hij, toen Hij voor de wind de kracht vaststelde, en het water de maat bepaalde, en toen Hij de regen een wet voorsehreef en de bliksemschichten een weg, toen zag Hij haar en verkondigde haar, Hij stelde haar op haar plaats en doorgrondde haar; Maar tot de mens zei Hij: Zie, de vreze des Heren - dat is wijsheid, en van het kwade te wijken is inzicht. (5)

Noch het doorbreken van de schuilhoeken der aarde, noch het vergeefs trachten de verborgenheid van Gods wezen te doorgronden, zal wijsheid opleveren. Ze wordt eerder gevonden in het nederig ontvangen van de openbaringen, die het Hem behaagt te geven en te doorleven confonn naar Zijn wil.

De Geheimen van de Natuur

Mannen met het grootste intellect kunnen de geheimen van God, zoals die in de natuur geopenbaard worden,nietbegrijpen.Goddelijkeinspiratie steltvelevragendiede meest wijze geleerde niet kan beantwoorden. Deze vragen werden ons niet gesteld omze te beantwoorden, maar om onze aandacht te vestigen op de diepe verborgenheden Gods, en om ons te leren dat onze wijsheid beperkt is; dat er in de omgeving van ons dagelijks leven vele dingen zijn die het verstand van stervelingen te boven gaan.

Sceptici weigeren om in God te geloven, omdat zij de oneindige macht waardoor Hij Zichzelf openbaart niet kurmen begrijpen. Maar God moet evenzeer erkend worden uit de dingen die Hij niet Zelf openbaart, als uit dat wat open staat voor ons beperkt bevattingsvermogen. Zowel in goddelijke openbaring als in de natuur, heeft God geheimen gegeven die om ons geloof vragen. Dit moet zo zijn. Wij kunnen altijd blijven zoeken, altijd leren, en toch is er een oneindigheid achter de horizon.

Wie mat de wateren met zijn holle hand, bepaalde de omvang der hemelen met een span, vatte met een maat het stof der aarde, woog de bergen met een waag, en de heuvelen met een weegschaal? Wie bestuurde de Geest des Heren En ondenichtte Hem als een raadsman? Wie

231 Gezin en Gezondeid

raadpleegde hij, dat deze Hem inzicht zou geven, het rechte pad zou leren, kennis bij zou brengen, en de weg van het verstand doen kermen? Zie, volken zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een stofje aan de weegschaal; zie, eilanden zijn als fijn stof, dat uitgestrooid wordt; de Libanon is niet toereikend als brandhout, en zijn wild gedierte niet als brandoffer, alle volken zijn als niets voor Hem, Zij worden door Hem beschouwd als nietig en ijdel. Met wie wilt gij God vergelijken? 0f welke vergelijking op Hem toepassen?..

Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord? Is het u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip van de grondvesten der aarde? Hij troont boven het rond der aarde, en haar bewoners zijn als sprinkhanen; Hij breidt de hemel uit als een doek, en spant hem uit als een tent waarin men woont... Met wie dan wilt gij Mij vergelijken?.

Zegt de Heilige.

Hefi uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen? Hij, die het heir daarvan in grote getale uitleidt; en elk daarvan bij name roept. Door de grootheid Zijner sterkte, en omdat Hij geweldig van kracht is; er blijft er niet één achter. "Waarom zegt gij, O Jacob, en spreekt O Israël, Mijn weg is voor de Here verborgen, en mijn recht gaat aan mijn God voorbij? Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de Here, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt noch moede, noch mat, Zijn verstand is niet te doorgronden." (6)

De Grootheid van onze God

Laten wij uit de voorstellingen die door de Heilige Geest aan Zijn profeten gegeven zijn over de grootheid van onze God leren. De profeet Jesaja zegt:

In het sterljaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en Zijn zomen veivulden de tempel. Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de Here der heirscharen, de ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol. En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook.

Toen zeide ik: Wee mij, ik ga ten onder, want ik ben een man van onreine lippen, en woon temidden van een volk, onrein van lippen - en mijn ogen hebben de Koning, de Here der heirscharen gezien.

Maar één der serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had; hij raakte mij mond daannede aan en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt, nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonden verzoend. (7)

"Niemand is U gelijk Here! Groot zijt Gij en groot is Uw naam in kracht! Wie zou U niet vrezen, O Koning der volkeren?" (8)

232 Gezin en Gezondeid

"Here, Gij doorgrondt en kent Mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten: Gij doorzoekt mijn staan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt gij vertrouwd. Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, gij kent mij volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt Uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij." (9)

"Groot is onze Here, en geweldig in kracht, Zijn verstand is onbeperkt." (10)

"Want voor de ogen des Heren liggen ieders wegen open, Hij weegt al zijn gangen." (ll)

"Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem." (12)

"De Here die deze dingen doet, welke van eeuwigheid bekend zijn." (13)

"Want wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heefi Hem eerst iets gegeven, waarvoor Hij vergoeding ontvangen moet? Want uit Hem en tot Hem en door Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid!" (14)

"De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God," (15) "die alleen onsterfelijkheid heelt en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heefi of zien kan. Hem zij de eer en eeuwige kracht! " (16)

"Zal Zijn hoogheid u niet verschrikken en de schrik voor Hem u niet overvallen?" (17)

"Woont God niet in de hoge hemel? Zie toch, hoe hoog de hoogste sterren staanl" (18)

"Zijn Zijn legerscharen te tellen? En over wie gaat Zijn licht niet op?" (19)

"Hij doet grote dingen en wij begrijpen ze niet; want tot de sneeuw zegt Hij: Val op de aarde! En tot de stortregen en de regenstromen: Wordt machtig. De hand van alle mensen verzegelt Hij, opdat alle mensen die Hij gemaakt heeft, het inzien... Hij spreidt Zijn lichtende wolken uit, en het schiet naar alle kanten in het rond naar Zijn bestel, om al wat Hij gebiedt te volbrengen op het rond der aarde; Hetzij voor een roede voor Zijn aarde, hetzij tot goedertierenheid, Hij doet het Zijn doel vinden. Leen toch het oor aan deze dingen. Sta stil en let op Gods wonderen. Begrijpt gij, hoe God hen opdracht geeft, en hoe Hij het licht Zijner wolken doet schijnen? Begrijpt gij iets van het zweven der wolken, de wonderwerken van de vohnaakte in kennis?...

Kunt gij zoals hij wolken maken tot een uitspansel, vast als een gegoten spiegel? Maak ons bekend wat gij tot Hem zult zeggen; Niets toch kunnen wij aanvoeren vanwege de duistemis... Nu ziet men eens geen licht, verduisterd als het is door wolken. Dan weer jaagt de wind voorbij en maakt het helder. Uit het noorden verschijnt goudglans; God is bedekt met geduchte majesteit. De Almachtige, die wij niet begrijpen, is groot van kracht en recht; _ Hij,

233 Gezin en Gezondeid

die groot is in de gerechtigheid, buigt haar met. Daarom vrezen de mensen Hem, maar geen der eigenwijzen ziet Hij aan." (20)

Wie is als de Here onze God, die zeer hoog woont, Die zeer laag neerziet, in de hemel en op de aarde?' (21)

"In wervelwind en storm is Zijn weg, wolken zijn het stof Zijner voeten."

"De Here is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is ondoorgrondelijk. Geslacht aan geslacht zal Uw werk roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen. Ik zal van de heerlijke luister Uwer majesteit en van Uw wonderdaden gewagen. Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden, en Uw grootheid wil ik vertellen. Zij zullen de roem van Uw grootheid verkondigen, en jubelen over Uw gerechtigheid. Genadig en barmhartig is de Here, lankmoedigengrootvangoedertierenheid.De Hereisvoorallengoed,enZijnbarmhartigheid is over al Zijn werken. Al Uw werken zullen U loven, Here, Uw gunstgenoten zullen U prijzen; zij zullen van de heerlijkheid van Uw koningschap spreken en van uw mogendheid gewagen, _ om de mensenkinderen Zijn machtige daden te verkondigen en de luistenijke heerlijkheid van Zijn koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, Uw heerschappij is over alle geslachten., En al wat leefi, zal Zijn heilige naam pnjzen voor altoos en immer." (23)

Waarschuwingen tegen Aanmatiging

Als wij meer en meer leren wie God is en wat wij zelf zijn in Zijn ogen, zullen wij voor Hem vrezen en beven. Laat de mensen van nu een waarschuwing leren uit het lot van hen die in oude tijden het waagden zich los te maken van wat God heilig had verklaard. Toen de Israëlieten het waagden de ark aan te raken na zijn terugkeer uit het land der Filistijnen, werd hun oneerbiedig waagstuk omniddellijk gestraft.

Overweeg opnieuw het oordeel dat Uzzia trof. Toen onder Davids regenng de ark naar Jeruzalem gebracht werd, stak Uzzia _de_ hand uit om de ark tegen te houden. Voor de oneerbiedigheid om het symbool van Gods tegenwoordigheid aan te raken, werd hij onmiddellijk met de dood bestraft.

De Heiligheid van Gods Aanwezigheid

Bij het brandende braambos, toen Mozes Gods aanwezigheid niet onderkende en naderbij kwam om het wonder te bekijken, werd hem bevolen: "Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilige grond... en Mozes verborg zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen." (24)

En Jacob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. En hij bereikte een plaats, waar hij bleef ovemachten, omdat de zon ondergegaan was. En hij nam een van de stenen der plaats, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats slapen. Toen droomde hij, en zie, op de aarde was

234 Gezin en Gezondeid

een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, engelen Gods klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder. En zie, de Here stond bovenaan en zeide: Ik ben de Here, de God van uw vader Abraham en de God van Izaak; het land waarop gij ligt, zal Ik aan uw nageslacht geven... En zie, Ik ben met u en Ik zal u behoeden overal waar gij heengaat, en Ik zal u wederbrengen naar dit land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik u heb toegezegd.

Toen Jacob uit zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Waarlijk, de Here is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten. En hij vreesde en zeide: Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de pooit des hemels. (25) In het heiligdom van de tabemakel in de woestijn en van de tempel die de aardse symbolen van Gods woning waren, was een afdeling geheiligd tot Zijn aanwezigheid. Het gordijn met irigeweven engelen aan de ingang mocht niet opgelicht worden behalve door één. Dat gordijn op te lichten en onbevoegd binnen te treden in het heilige mysterie van het heilige der heiligen, betekende de dood. Want boven de genade-troon verbleef de heerlijkheid van de Heilige - de heerlijkheid naar wie niemand kon kijken en in leven blijven. Op de ene dag van het jaar, die bestemd was voor de dienst in het allerheiligste, moest de hogepriester met beving in Gods aanwezigheid binnentreden, terwijl wolken van wierook de heerlijkheid voor zijn ogen verborgen. In de voorhoven van de tempel waren alle geluiden verstomd. Geen priester diende bij de altaren. De menigte aanbidders boog in zwijgende eerbied en zond gebeden op om Gods genade.

"Dit is hun overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is." (26)

"Maar de Here is in Zijn heilige tempel. zwijg voor Hem, gij ganse aardel" (27)

"De Here regeert, dat de volken beven, Hij troont op de cherubs, de aarde siddere. De Here is groot in Sion, Hij is verheven boven alle volken, dat zij Uw grote en geduchte naam loven; Heilig is Hij." (28)

"De Here heefi in de hemel Zijn troon; Zijn ogen slaan gade, Zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen." (29)

"Want Hij heeft uit Zijn heilige hoogte neergezien, De Here heefi; uit de hemel op aarde geschouwd." (30)

"Uit Zijn woonplaats ziet Hij naar alle bewoners der aarde, Hij, die hun aller harten vormt, die al hun werken doorgrondt." (31)

"De ganse aarde vreze voor de Here, al de bewoners der wereld moeten voor Hem ontzag hebben." (32)

De mens kan door onderzoek God niet ontdekken. Laat niemand in aanmatiging besluiten het gordijn op te lichten dat Zijn heerlijkheid voor ons verbergt. "Hoe ondoorgrondelijk zijn

235 Gezin en Gezondeid

Zijn beschikkingen en hoe omiaspeurlijk Zijn wegen." (33) Het is het bewijs van Zijn genade, dat Hij Zijn macht voor ons verbergt; want het oplichten van het gordijn dat Zijn goddelijke aanwezigheid verbergt, betekent de dood. Geen sterfelijk verstand kan doordringen in de geheimen waarin de Almachtige woont en werkt. Alleen dat wat Hij geschikt vindt ons te openbaren, kunnen wij van Hem begrijpen. De rede moet een gezag, hoger dan zichzelf, erkennen. Het hart en het verstand moeten buigen voor de grote IK BEN. Verwijzingen:

236 Gezin en Gezondeid
1. Spr.30:5,6. 2. Spr.5:22. 3. Deut.29:29. 4. Job 11:7-9. 5. Job 28:12-28. 6. Jes.40:l2-28. 7. Jes.6: 1-7. 8. Jer.10:6,7. 9. Ps. 13911-6. 10. Ps.l47:5. 11. Spr.5:21. 12. Dan.2:22. 13. Hand.l5: 18. 14. Rom.11:34-36. 15. 1 Tim.1:l7. 16. 1 Tim.6:16. 17. Job 13:11. 18. Job 22:12. 19. Job 25:3. 20. Job 37:5-24. 21. Ps. 113:5,6. 22. Nahum 1:3. 23. Ps.145:313,21 24. Ex.3:5,6. 25. Gen.28:10-17. 26. 1 Cor.10:11. 27. Hab.2:20. 28. Ps.99:1-3. 29. Ps.1l:4. 30. Ps.102:20. 31. Ps.33:l4.15. 32. Ps.33:8. 33. Rom.11:33.

Kapitel 37 De valse en ware opvoeding

"Waarom besteedt u geld voor wat geen brood is?"

Het meesterbrein in het complot van het kwaad is voortdurend bezig het woord van God buiten het gezichtsveld te houden en de meningen van mensen voor het voetlicht te plaatsen. Zijn bedoeling is, dat wij de stem van God, die zegt: "Dit is de weg, wandelt daarin," (1) niet zullen horen. Door de verdorven opvoedingsprocessen doet hij zijn uiterste best om het licht van de hemel voor de mens te verduisteren.

Filosoñsche speculaties en wetenschappelijke onderzoekingen waarin God niet wordt erkend, maken van duizenden mensen sceptici. In de hedendaagse scholen worden de conclusies, die de geleerden hebben getrokken als resultaat van hun weten- schappelijk onderzoek, zorgvuldig geleerd en uitgebreid ver- klaard; teiwijl de indruk wordt gewekt, dat als deze mannen het bij het juiste eind hebben, de Bijbel onjuist is. Scepticisme is aantrekkelijk voor de menselijke geest. De jeugd ziet hierin de onafhankelijkheid die de verbeelding gevangen houdt, en zij wordt bedrogen. De Satan triomfeert. Hij voedt ieder zaad van twijfel dat in de jonge harten wordt uitgestrooid. Hij zorgt ervoor dat het groeit en vmcht draagt, en spoedig wordt een rijke oogst van ontrouw en ongeloof bimien gehaald. Het komt doordat het menselijk hart geneigd is tot het kwade, dat het zo gevaarlijk is om zaden van scepticisme in jonge harten te zaaien. Wat het geloof in God verzwakt, beroofi de ziel van kracht om verzoeking te weerstaan. Het verwijdert de emge beschermmg tegen de zonde. Wij hebben heel hard scholen nodig waargeleerd wordt dat grootheid bestaat in het eren van God door in het dagelijks leven Zijn karakter te openbaren. Door Zijn woord en Zijn werken moeten wij leren dat onze levens Zijn doel kumien vervullen.

Ongelovige Schrijvers

Velen denken dat het, om ontwikkeling te verkrijgen, een vereiste is om geschrifien van ongelovige schrijvers te bestu- deren, omdat deze vele schitterende gedachten bevatten. Maar wie was de oorsprong van deze gedachten? Het was God en God alleen. Hij is de bron van alle licht. Waarom zouden wij dan door een massa van dwaling, die de werken van ongelovigen bevatten, heen waden ter wille van enkele intellectuele waar- heden, terwijl alle waarheid tot onze beschikking staat?

Hoe komt het dat mannen, die in strijd met Gods heerschappij leven, m het bezit komen van de wijsheid die zij soms ten toon spreiden? De Satan zelf werd opgevoed en opgeleid in hemelse hoven en hij heefi een kemiis van goed zowel als van kwaad. Hij mengt het kostbare met het verfoeilijke, en dit is het wat hem de macht geefi tot bedrog. Maar omdat de satan zichbekleed heeft met dekleden vanhemelse schittering, zullen wijhemdaaromalseen engel des lichts ontvangen? De verzoeker heeft zijn medewerkers opgevoed naar zijn methoden, geïnspi- reerd door zijn geest, aangepast aan zijn werk; zullen wij met hem samenwerken?

237 Gezin en Gezondeid

Zullen wij het werk van zijn medewerkers ontvangen als omnisbaar in het verkrijgen van een opvoeding? A_ls de tijd en inspanning, besteed in het zoeken naar schitterende ideeën van ongelovigen, gebruikt werden om de kostbaarheden in het woord van God te bestuderen, zouden duizenden, die nu in de duisternis en de schaduwen des doods verkeren, vreugde beleven in de heerlijkheid van het Levenslicht.

Historische en Theologische Tradities

Velen denken dat het als voorbereiding voor christelijk werk noodzakelijk is om een uitgebreide kennis voor historische en theologische geschrifien te verkrijgen. Zij veronderstellen dat deze kennis ze een hulp zal zijn in het onderwijzen van het evangelie. Maar hun moeizame studie van de meningen van mensen leiden eerder tot de verzwakking van hun dienstwerk dan tot versteviging ervan. Als ik bibliotheken vol zware historische en theologische tradities zie, denk ik: "Waarom geld besteden voor dat wat geen brood is?" Het zesde hoofdstuk van Johannes veitelt ons meer dan gevonden kan worden in zulke werken. Christus zegt: "Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren, en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten." (2) "Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven." (3) "Wie in Mij geloofi, heefi; het eeuwige leven." (4) "De woorden die Ik tot u spreek zijn Geest en zijn leven." (5)

Er is een studie van de geschiedenis die niet veroordeeld moet worden. Studie van gewijde geschiedenis was een van de studies op de scholen van de profeten. In het verslag van zijn relaties met de volkeren werden alle voetstappen van de Here nagegaan en weergegeven. Zo moeten ook wij nu de betrekkingen van God met de naties der aarde overdenken. Wij moeten in de geschiedenis de vervulling van de profetie zien, de werking van de Voorzienigheid bestuderen in de grote hervonningsbe- wegingen, om de voortgang der gebeurtenissen te begrijpen in het ordenen van de naties voor het eindconflict van de grote stiijd.

Zo°n studie zal een brede samenvattende kijk op het leven geven. Het zal ons helpen iets te verstaan van de relaties en afliankelijkheden, hoe wonderlijk alles tezamen verbonden is in de grote broederschap van maatschappij en naties en tot hoe grote omvang onderdrukking en vemederingvanéénlidverliesvoorallenbetekent.Maardegeschiedeniszoalsdiegewoonlijk wordt bestudeerd, heeft betrekking op de prestaties van de mens, zijn oveiwimiingen in de strijd, zijn successen in het verkrijgen van macht en grootheid. Gods bemiddeling in de zaken van de mens wordt uit het oog verloren. Weinigen bestuderen het uitwerken van Zijn doel in de opkomst en de val van volkeren.

En, in grote mate is theologie, zoals die bestudeerd en geleerd wordt, slechts een verslag van menselijke speculatie, met enkel het doel om "de raad te verduisteren door woorden zonder kemiis." Te dikwijls is het bijeenbrengen van deze boeken niet zozeer een wens om

238 Gezin en Gezondeid

voedselvoorgeestenzielteverkrijgen,alsweldeeerzuchtombekendteworden metfilosofen en theologen, een wens om christelijkheid in geleerde termen en stellingen te presenteren.

Niet alle boeken die geschreven zijn kunnen het doel van een heilig leven dienen. "Leer van Mij ," zei de grote Leermeester. "Neem Mijn juk op u, en leer van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart." Uw intellectuele trots zal u niet helpen om contacten te leggen met zielen die ten onder gaan door gebrek aan het brood des levens. Door het bestuderen van deze boeken geeft u ze de kans de plaats in te nemen van de praktische lessen die u van Christus zou moeten leren. Met de resultaten van die studie wordt het volk niet gevoed. Heel weinig van het onderzoek dat zo vermoeiend is voor de geest, voorziet in datgene dat u zal helpen om een succesvol werker voor zielen te zijn.

De Heiland kwam "om het evangelie aan de armen te prediken." (6) In Zijn leer gebruikte Hij de eenvoudigste temien en de duidelijkste symbolen. En er wordt gezegd dat "het gewone volk Hem gaame hoorde." (7) Wie Zijn werk voor deze tijd zoeken te verrichten, hebben dieper inzicht nodig in de lessen die Hij heefi gegeven.

De woorden van de levende God vormen de hoogste van alle opleiding. Wie het volk dienstbaar wil zijn moet het brood des levens eten. Dit zal hen geestelijke kracht geven; dan zullen zij voorbereid zijn om alle klassen van het volk te dienen.

De Klassieken

ln de colleges en universiteiten wijden duizenden jongeren een groot deel van de beste jaren van hun leven _aan de_ studie van Grieks en Latijn. En terwijl zij met deze studies b_ezig zijn, worden geest en karakter gevomid door de kwade invloeden van de heidense literatuur, en het lezen daarvan wordt beSCh0uWd als een belangrijk onderdeel van de studie van deze talen. __ Zij die vertrouwd zijn met deze klassieken, vertellen dat de Griekse tragediën vol incest zijn_,_ moord en mensenoffers aan lustzieke en wraakgienge goden._ Het zou veel beter zijn voor de wereld, als van de opleiding die uit zulke bronnen verkregen wordt afstand werd gedaan. "Kan iemand over gloeiende kolen gaan zonder zijn voeten te verbraiiden?" (8) "Komt een felne uit een onreine? Niet één." (9)

Kumien we dan verwachten dat de jeugd een christelijk karakter ontwikkelt, terwijl hun opvoeding gevomid wordt door leringen van hen die de principes van Gods wetten bestrijden? Door het wegwerpen van zelfbeheersing, zich roekeloos in amusement te storten, verstrooiing en ondeugd, imiteren stu- denten slechts wat hun geest wordt voorgehouden in__die studies. Er zijn beroepen waarin kermis van Gneks en Latijn nodig i_s. Sommigen moeten die talen bestuderen. Maar de kemiis die speciaal vereist wordt voor praktisch gebruik, zou verkregen kunnen worden zonder een studie van literatuur die verdorven en verderfelijk is.

En een studie van Grieks en Latijn is voor velen niet nodig. De studie van dode talen zou ondergeschikt gemaakt moeten worden aan de studie van die onderwerpen die een juist

239 Gezin en Gezondeid

gebrui_k leren maken van al de krachten van geest en lichaam. Het is dwaasheid voor studenten om hun tijd wijden aan hel lefen van dode talen of boekeiikennis m die nchtmg, ten nadele van een training in de praktische plichten van het leven.

Wat nemen de studenten n_i_ee als zij de school verlaten? Waar gaan zij heen? Wat zullen zij gaan doen? Hebben zij de l_<enni_s die hen in staat zal stellen anderen te ondeiwijzen? Zijn zij opgeleid om goede vaders en moeders te worden? Kunnen zij aan het hoofd van een gezin staan als wijze raadgevers? De emge opvoedingdie die naam waard is, is die, die jonge mensen opleidt chnstelijk te zijn, die hen geschikt maakt om de verantwoordelijkheden van het leven te dragen, hen geschikt maakt aan het hoofd van een gezin te staan. Zo”n opleiding wordt niet verkregen door de studie van de heidense klassieken.

Opwindende Literatuur

Veel van de hedendaagse populaire publicaties staan vol van sensationele verhalen, die de jeugd opvoeden in ondeugden en die leiden naar het pad van de ondergang. Nog haast kinderen in jaren zijn zij oud in kennis van misdaad. Zij worden tot het kwade aangespoord door de verhalen die zij lezen. In verbeelding doen zij de geschetste handelingen na, tot hun zucht gewekt wordt om te zien wat zij kunnen doen in een misdrijf en het ontlopen van de straf.

Voor de actieve geest van kinderen en de jeugd zijn de in beeld gebrachte scènes als fantastische openbaringen van de toekomst, werkelijkheid. Als revoluties worden voorspeld en alle soorten handelingen beschreven, die de banières van wet en zelfbeheersing doorbreken, krijgen velen de geest van deze voorstellingen te pakken. Zij worden tot de uitvoering van misdaden gebracht, zo mogelijk zelfs erger dan deze sensationele schrijvers afschilderen. Door zulke invloeden wordt de samen- levmg gedemoraliseerd. De zaden van wetteloosheid worden wijd uitgezaaid. Niemand hoefi verbaasd te staan welk een oogst van misdaad het resultaat daarvan is.

Romans

Romantische werken, lichtzinnige, opwindende verhalen, zijn nauwelijks in mmdere mate, een vloek voor de lezer. De schrijver mag dan voorgeven een_morele les te leren, hij kan door zijn werk godsdienstige sentimenten weven; maar dikwijls dienen deze alleen om de dwaasheid en de waardeloosheid daaronder te verbergen.

Dewereldwordtoverstroomd metboekendie volverleidendedwaashedenstaan.Dejeugd aanvaardt wat de Bijbel tot valsheid bestempelt als waarheid en zij houden van bedrog en hangen dat aan tot ondergang van hun ziel.

240 Gezin en Gezondeid

Fiction, Fantasie in Stripvorm

Er zijn werken van ñctie die geschreven werden met het doel waarheid te leren of het kwade tentoon te stellen. Sommige van deze werken hebben iets goeds tot stand gebracht. Toch hebben zij ook onzegbaar veel schade berokkend. Zij bevatten uiteenzettingen en goed uitgewerkte pentekeningen die de fantasie prikkelen en een gedachtegang oproepen, die vol gevaaris voor dejeugd. Debeschreven tonelen wordeninhun gedachtensteeds weer opnieuw beleefd. Zulk lezen maakt de geest ongeschikt voor goed gebruik en belemmert geestelijke activiteit. Het vemietigt ook belangstelling in de Bijbel. Hemelse dingen vinden weinig plaats in de gedachten. Waar de geest zich bezig houdt met de onreine tonelen die in beeld zijn gebracht, wordt de hartstocht geprikkeld en het einde is zonde.

Zelfs fantasieverhalen die geen suggesties van onreinheid bevatten en die bedoeld zijn om uitstekende beginselen te leren, zijn schadelijk. Zij moedigen de gewoonte van haastig en oppervlakkig lezen aan, ter wille van het verhaal. Dat heeft de neiging om intens en samenhangend denken te belemmeren; het maakt de ziel ongeschikt om de grote problemen van plicht en bestemming te overdenken. Door het koesteren van een voorliefde voor amusement, schept het lezen van fantasieverhalen een afkeer van de praktische plichten van het leven. Door de prikkelende, verdovende macht daarvan is het dikwijls een oorzaak van mentale en lichamelijke stoomissen. Vele ellendige en verwaarloosde huisgezinnen, vele levenslange invaliden, vele inwoners van zenuwinrichtingen zijn zo geworden door de gewoonte van het lezen van romans.

Er wordt dikwijls op aangedrongen om, teneinde de jeugd van opwindende en waardeloze lectuur af te brengen, hen te voorzien van een betere soort fictie. Dit is als het trachten om een dronkaard te genezen door hem in plaats van whisky of brandewijn een mildere drank te geven, zo iets als wijn, bier of cider. Het gebruik hiervan zou onophoudelijk het verlangen naar sterkere stimulantia opwekken. De enige veilige weg voor een verslaafde en de enige bescherming voor de matige mens is totale onthouding. Voor de liefliebbers van stripverhalen is dit precies hetzelfde geval. Totale onthouding is de enige bescherming.

Mythen en Sprookjes

In de opvoeding van kinderen en jeugdigen wordt aan sprookjes, mythen en fantasieverhalen een grote plaats gegeven. Boeken van dit soort worden op scholen gebruikt en zij worden in vele huisgezimien gevonden. Hoe kunnen christelijke ouders hun kinderen toestaan om boeken te gebruiken die vol leugens staan? Wanneer de kinderen de betekenis vragen van verhalen die zo tegengesteld zijn aan de leringen van hun ouders, luidt het antwoord dat de verhalen niet waar zijn; maar dat doet de kwade gevolgen van die lectuur niet te niet. De ideeën in die boeken misleiden de kinderen. Zij geven een valse kijk op het leven, wekken en koesteren een wens voor het onware.

241 Gezin en Gezondeid

Het wijdverbreide gebruik van zulke boeken in deze tijd is een van de slimste trucs van de satan. Hij tracht de gedachten van oud en jong af te leiden van het werk van karaktervonning. Zijn bedoeling is onze kinderen en onze jeugd mee te slepen door het zielenverdervende bedrogwaarmeehijde wereldvervult.Daarom trachthijhungeestaf tetrekkenvanhetwoord van God en zo te voorkomen dat zij kemiis verkrijgen van die waarheden die hun beschenning zouden zijn.

Nooit zouden boeken met verhalen waarin de waarheid wordt verdraaid in handen van kinderen of jeugdigen geplaatst moeten worden. Laat niet toe dat onze kinderen in de loop van him opvoeding ideeën krijgen, die het zaad van zonde blijken te zijn. Als zij, die een meer volwassen geest bezitten niets van doen zouden willen hebben met zulke boeken zouden zij zelf veel veiliger zijn, en hun voorbeeld en invloed naar de goede kant zou het gemakkelijker maken om de jeugd tegen verzoekmg te beschennen.

Een Reiner Bron

Wij hebben een overvloed van wat echt is, wat goddelijk is. Zij die dorstig zijn, behoeven met naar verontremigde bromien te gaan. De Here zegt: "Neig uw oor en hoor de woorden der wijzen, richt uw hart op Mijn kemis... Opdat uw betrouwen op de Here zij, onderricht Ik u heden, ja u." (10)

"Heb Ik niet kemspreuken voor u opgeschreven, met raadgevingen en kennis, _ om u bekend te maken de juistheid van betrouwbare woorden, opdat gij uw zender betrouwbare woorden ktmt antwoorden?" (11)

"Hij richtte een getuigenis op in Jacob en stelde een wet in Israël, die Hij onze vaderen gebood hun kinderen te leren." (12)

"Dat willen wij hun kinderen niet verhelen; wij willen vertellen aan het volgende geslacht des Heren roemrijke daden, Zijn kracht, en de wonderen die Hij gewrocht heefi." (13)

"Opdat het volgende geslacht die zou kennen, de kinderen die geboren zouden worden, dat zij zouden opstaan om ze te vertellen aan hun kinderen: Opdat die vertrouwen op God zouden stellen." (14)

"De zegen des Heren, die maakt rijk; zwoegen voegt er niets aan toe." (15)

Het Onderwijs van Christus

Zo bracht ook Christus de beginselen der waarheid in het evangelie. In Zijn leer mogen wij drinken van de zuivere stromen die vloeien van de troon van God. Christus zou de mensen kennis hebben kumien geven die alle vroegere ontdekkingen overtrolïen zouden hebben en iedere andere ontdekking op de achtergrond zou hebben gezet. Hij zou verborgenheid na verborgenheid ontsloten ktmnen hebben en Hij zou rondom deze wonderbare openbaringen de actieve, emstige gedachten van opvolgende geslachten hebben ktmnen concentreren tot het

242 Gezin en Gezondeid

einde der tijden. Maar Hij wilde geen moment verliezen om de wetenschap tot redding te onderwijzen. Zijn tijd, Zijn moge- lijkheden en Zijn leven werden gewaardeerd en gebruikt, enkel als middel om redding van de zielen van mensen tot stand te brengen. Hij was gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was en Hij wilde niet van Zijn doel afwijken. Hij liet Zich door niets daarvan atbrengen.

Christusdeeldealleen diekennis mee dienuttig was.Zijnaanwijzingen aanhetvolkwaren afgestemd op hun eigen toestand in het praktische leven. Nieuwsgierigheid die de mensen ertoe leidde tot Hem te komen met uitlokkende vragen, bevredigde Hij niet. Al zulke vragen benutte Hij voor plechtig, emstíg en dringend beroep. Wie verlangend waren om van de boom der kermis te plukken, bood Hij de vruchten aan van de boom des levens. Zij vonden ieder pad afgesloten, uitsluitend de weg die naar God leidt. Iedere fontein was verzegeld, behalve de fontein van het eeuwige leven.

OnzeVerlosser moedigdehetbezoekenvande rabbijnsescholenvanZijntijdinhetgeheel niet aan, omdat de geest verdorven zou worden met de voortdurend herhaalde "Zij zeggen," of "Er wordt gezegd." Waarom zouden wij dan de onstandvastige woorden van mensen als wij sheid vereren wanneer een grotere, een zekere wijsheid tot onze beschikking Staat?

Wat ik gezien heb van eeuwige dingen, en wat ik gezien heb van de zwakheid van het mensdom, heeft een diepe indruk op mijn geest gemaakt en heeft mijn levenswerk beïnvloed. Ik zie niets waarvoor de mens geëerd of verheerlijkt zou kunnen worden. Ik zie geen reden waarom de mening van wereldwijze mensen vertrouwd kan worden en vereerd. Hoe kunnen zij, die helemaal verstoken zijn van goddelijke verlichting, juiste ideeën hebben over Gods plannen en Gods wegen? Of zij negeren Hem geheel en ontkennen Zijn bestaan, of zij omschrijven Zijn macht door middel van hun beperkte opvattingen. Laten wij verkiezen onderwezen te worden door Hem die de hemel en de aarde geschapen heeft, door Hem die de sterren in hun ordelijke baan heeft gesteld in het firmament en de zon en de maan hun werk heefi aangewezen.

Kennis die Benut Kan worden

Het is goed dat de jeugd het gevoel heeft dat zij de hoogste ontwikkeling van hun mentale krachten moeten bereiken. Wij zouden de opleiding waaraan God geen grens heefi gesteld, niet moeten beperken. Maar de bereikte resultaten dienen tot niets als zij niet tot Gods eer worden gebruikt en tot welzijn van de mensheid. _ _ Het is niet goed om de geest vol te stoppen met studies die intense inspamring vragen, maar die niet in de praktijk van het leven worden gebruikt. Zo°n opleiding betekent verlies voor de student. Want deze studies venninderen zijn verlangen en geneigdheid, die hem bruikbaar moeten maken en hem in staat stellen om verantwoordelijkheden te dragen. Een praktische training is veel meer waard om verantwoordelijkheden te dragen. Een praktische training is veel meer waard dan welke

243 Gezin en Gezondeid

hoeveelheid theorie ook. Het is zelfs niet genoeg om kemiis te hebben. Wij moeten in staat zijn die kermis direct te benutten.

De tijd, de middelen en de studie die zo velen besteden voor een betrekkelijk onbruikbare opleiding moesten gewijd worden aan een opvoeding die hen tot praktische mannen en vrouwen maakt, geschikt om de verantwoordelijkheden van het leven te dragen. Zo”n opleiding is van de hoogste waarde.

Opvoeding van het Hart

Wat wij nodig hebben is de kemiis die geest en ziel versterkt, die ons tot betere mensen maakt.De opvoedingvanhethart isvan veel meerbelang danalleen maarboekengeleerdheid. Het is goed en zelfs vereist om kemiis te hebben van de wereld waarin wij leven; maar als wij de eeuwigheid buiten onze overwegingen houden, zullen wij een mislukking beleven, waan/an we nooit meer zullen herstellen. Een student mag al zijn krachten wijden aan het verkrijgen van kemiis; maar, tenzij hij kemiis van God heefi, tenzij hij de wetten die zijn wezen beheersen, gehoorzaamt, zal hij zichzelf vemietigen. Door verkeerde gewoonten verliest hij de kracht van zijn eigenwaarde; verliest hij zelfbeheersing. Hij kan niet redelijk denken omtrent zaken die hem diepgaand treffen. Hij is roekeloos en onlogisch in de behandeling van zijn geest en lichaam. Door zijn in gebreke blijven om de juiste principes aan te kweken, wordt hij bedorven voor deze wereld en voor de toekomende wereld. Als de jeugdigen hun zwakheden begrepen, zouden zij in God hun kracht vinden. Als zij emaar zouden streven door Hem beleerd te worden, zouden zij wijs worden in Zijn wijsheid en hun levens zouden vruchtbare zegen voor de wereld betekenen. Maar als zij hun geest slechts vullen met wereldse en speculatieve studies en zich zo van God verwijderen, zullen zij alles verliezen wat het leven venijkt.

Verwijzingen:

244 Gezin en Gezondeid
1. Jes.30:2l. 2. Joh.6:35. 3. Joh.6:5l. 4. Joh.6:47. 5. Joh.6:63. 6. Luc.4:l8. 7. Marc.l2:37. 8. Spr.6:28. 9. Job 14:4. 10. Spr.22:17-19. 11. Spr.22:20,2l 12. Ps.78:5. 13. Ps.78:4. 14. Ps.78:6,7. 15. Spr.l0:22.

Kapitel 38 Het belang van ware kennis

"Neig uw oor... en richt uw hart tot Alijn kennis. "

Wij moeten de essentiële punten waarom het in de grote strijd gaat, beter begrijpen dan wij nu doen. Wij moeten de waarde van de waarheden in het woord van God meer volledig verstaan en ook het gevaar inzien dat onze geest daarvan afdwaalt door verleidingen van de verzoeker.

De oneindige waarde van het offer dat vereist werd voor onze verlossing openbaart het feit, dat de zonde een verschrik- kelijk kwaad is. Door de zonde is het gehele menselijke organismeverstoord,degeestendeverbeeldingwerdenverdorven.Zondeheeftdevennogens van de ziel verlaagd. Verzoekingen van buiten vinden weerklank in het hart, en de voeten richten zich omnerkbaar naar het kwade.

Zoals het offer dat voor ons volbracht werd, volkomen was, zo moet ook ons herstel van de verontreiniging van zonde volkomen zijn. Gods wet zal geen enkele verkeerde daad verontschuldigen; geen ongerechtigheid kan veroordeling ont- lopen. De ethiek van het evangelie erkent geen andere maatstaf dan de volmaaktheid van het goddelijke karakter. Het leven van Chnstus was een volmaakte vervulling van elk voorschrifi van de wet. zei: "Gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb." (1) Zijn leven is ons voorbeeld van gehoorzaamheid en dienst. God alleen kan het hart vemieuwen. "Want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt." Maar ons wordt gezegd: "Werkt uw behoudenis met vreze en beven." (2)

Het Werk dat onze Gedachten vereist

Verkeerdheden kumren niet goedgepraat worden, noch kunnen hervormingen in het gedrag worden bereikt door zwakke onderbroken pogingen. Karaktervorming (karakteropbouw) is het werk, niet van een dag, noch van een jaar, maar van een heel leven. De worsteling om de overwirming over zichzelf, voor heiligheid en de hemel, is een levenslange worsteling. Zonder voortdurende inspanning en constante activiteit kan er geen vooruitgang zijn in het goddelijk leven en geen overwin- naarskroon. Het sterkste bewijs dat de mens van een hogere staat is gevallen, is het feit dat het zoveel kost om terug te keren. De weg temg kan alleen gewonnen worden door zware strijd, centimeter voor centimeter, uur bij uur. In één moment, in een haastige onbewaakte handeling kunnen wij onszelf in de macht van de boze plaatsen; maar het vraagt meer dan een moment om de banden te verbreken en een heiliger leven te verkrijgen. Het voomemen moge er zijn, het werk begonnen, maar de voltooiing zal tijd vergen, volharding, geduld en opoffering.

Wij kunnen onszelf niet toestaan om impulsief te handelen. Wij kimnen geen moment onachtzaamzijn. Omringd door verzoekingen zonder tal, moeten wij stevig weerstand bieden,

245 Gezin en Gezondeid

of verslagen worden. Zouden wij aan het eind van ons leven komen en het werk zou ongedaan zijn, dan zou dat een eeuwig verlies betekenen.

Het leven van de apostel Paulus was een voortdurend conflict met zichzelf. Hij zei: "Ik sterf dagelijks." (3) Zijn wil en zijn verlangens streden elke dag tegen zijn plicht en de wil van God. In plaats van eigen neigingen te volgen deed hij Gods wil, hoe zwaar dat kruis ook was voor zijn natuur. Aan het einde van zijn leven van strijd, terugziend op de worstelingen en overwimingen, kon hij zeggen: "Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden: voorts is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, die de Here, de rechtvaardige Rechter, mij zal schenken op die dag." (4)

Het christelijke leven is een strijd en een mars. In deze strijd is er geen adempauze; en er is een voortdurende, volhardende inspanning. Het is door onophoudelijk streven dat wij de overwinning over de verzoekingen van de satan kunnen handhaven. Christelijke trouw moet nagestreefd worden met onweerstaanbare energie en gehandhaafd blijven met resolute vasthoudendheid en doelbewustheid.

Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudendheid en doelbewustheid.

Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudende pogingen ten eigen behoeve. Iedereen moet in de strijd zelf strijden; niemand kan onze strijd strijden. Wij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het verloop van de strijd; al waren Noach, Job en Daniël in het land, zij konden zoon noch dochter door hun gerechtigheid redden.

De Kennis die Wij ons moeten Eigen maken

Er is een christelijke kennis die wij ons moeten eigen maken, - een kemris, even dieper, breder en hoger dan iedere menselijke wetenschap als de hemelen hoger zijn dan de aarde. Geest en verstand moeten onder beheersing gebracht, opgevoed en getraind worden; want wij moeten God dienen op een wijze, die niet in harmonie is met de aangeboren neigingen. Geërfde en verworven aanleg tot het kwade moet overwonnen worden. Dikwijls moet van een levenslange opleiding en training afgezien worden, opdat men een leerling kan worden in de school van Christus. Onze harten moeten opgevoed worden tot standvast- igheid in God. Wij moeten gedachtengewoonten vonnen die ons in staat stellen verzoekingen te weerstaan. Wij moeten leren opwaarts te zien.

De beginselen van het woord van God, - beginselen, die zo hoog zijn als de hemel, en die de eeuwigheid omvatten, - moeten wij in verband met ons dagelijks leven, begrijpen. Elke daad, elk woord, elke gedachte, moet in overeenstemming zijn met deze beginselen. Alles moet in harmonie gebracht met en ondergeschikt gemaakt worden aan Christus. De kostbare genadegaven van de Heilige Geest worden niet in een oogwenk ontwikkeld. Moed, standvastigheid, geloof, onwankelbaar vertrouwen in Gods macht om te redden, worden

246 Gezin en Gezondeid

verkregen door jarenlange ervaring. Door een leven van heilig streven en zich vastklampen aan het goede, moeten de kinderen Gods hun bestemming bezegelen.

Geen Tijd te Verliezen

Wij hebben geen tijd te verliezen. Wij weten niet hoe spoedig onze genadetijd eindigt. In hetgunstigste geval hebbenwijhier maar een kortetijdte leven, en wijweten niet hoe spoedig de pijl van de dood ons hart zal treffen. Wij weten niet hoe spoedig wij geroepen kunnen worden om de wereld en haar belangen op te geven. De eeuwigheid strekt zich voor ons uit. Het gordijn zal spoedig opgelicht worden, nog maar enkele korte jaren en voor ieder die nu onder de levenden geteld wordt, gaat het bevelschrift uit:

"Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht;... wie recht- vaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd." (5)

Zijn wij voorbereid? Zijn wij bekend geworden met God, de Heerser van de Hemel, de Wetgever, en met Jezus Christus, die Hij in de wereld gezonden heelt als Zijn vertegenwoordiger? Als ons levenswerk geëindigd is, zullen wij dan met Christus kunnen zeggen:

"Ik heb u op de aarde verheerlijkt; Ik heb het werk voleindigd dat Gij Mij gegeven hebt om te doen... Ik heb Uw naam geopenbaard." (6)

De engelen van God proberen ons van onszelf en van aardse dingen af te trekken. Laat hen niet tevergeefs werken. Zij die hun denken de vrije loop hebben gelaten, moeten veranderen. Omgord dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Chiistus. Voegt u als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerte uit de tijd uwer onwetendheid, maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: "Weest heilig, want lk ben heilig." (7) De gedachten moeten op God geconcentreerd worden. Wij moeten emstige pogingen doen om de kwade neigingen van het natuurlijke hart te overwinnen. Onze pogingen, onze zelfverloochening en onze Volharding moeten in verhouding staan tot de oneindige waarde van het doel dat wij najagen. Alleen door te overwinnen, zoals Christus overwon, zullen wij de kroon des levens ontvangen.

De Noodzaak van Zelfverloochening

Het grote gevaar voor de mens ligt in zelíbedrog, overgave aan zelfgenoegzaamheid en dus verwijdering van God, de bron van kracht. Onze natuurlijke neigingen, tenzij zij door de Heilige Geest van God geconigeerd worden, dragen in zich de zaden van de morele dood. Tenzij wij een levendige verbinding met God hebben, kunnen wij de onheilige effecten van zelfgenoeg- zaamheid, eigenliefde en verzoekingen tot zonde niet weerstaan. Teneinde hulp van Christus te ontvangen, moeten wij onze nood beseffen. Wij moeten een juiste kemiis van onszelf hebben. Slechts hij die erkent een zondaar te zijn, kan gered worden door Christus.

247 Gezin en Gezondeid

Alleen als we onze totale hulpeloosheid inzien en alle zelfvertrouwen opzij zetten, zullen wij beslag leggen op goddelijke macht. Deze veiwerping van onszelf moet niet alleen aan het begin van het christelijke leven plaats vinden. Bij iedere stap hemelwaarts moet zij vemieuwd worden. Al onze goede werken zijn afliankelijk van een macht buiten onszelf; daarom is het zo nodig dat ons hart voortdurend uitgaat naar God en er een voortdurend emstig belijden van zonde en vemedering van de ziel voor Hem plaats vindt. Gevaren omringen ons en wij zijn alleen veilig als we onze zwakheid voelen en onsnmet de greep van geloof vasthouden aan onze almachtige Bevnjder.

Christus de Bron van alle ware Kennis

Wij moeten ons afwenden van duizenden _ondeiwe_1pen die zich aan ons opdringen. Er zijn zaken die tijd verslinden en vragen opwerpen, maar in niets eindigen. _\

Het aanvaarden van nieuwe theorieën betekent op zichzelf genomen nog geen nieuw leven voor de ziel. Zelfs een _beke_nd zijn met de feiten en theorieën, die in zichzelf belangnjk zijn, is van weinig waarde, tenzij ze in praktijk worden gebracht. Wij moeten onze verantwoordelijkheid voelen omonze ziel voedsel te geven, dat voeden zal en geestelijk leven stmiuleren.

Zodat uw oor wijsheid opmerkt... en gij uw hait neigt tot verstandigheid... Indien gij haar zoekt als zilver... En naar haar speurt als naar verborgen schatten: dan zult gij de vreze des Heren verstaan en de kemiis Gods vinden...

Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan, ook rechtschapenheid, elke goede weg. Want wijsheidzalinuwhartkomen,__endekenniszalvooruwzielliefelijkzijn;bedachtzaamheid zal over u waken, verstandigheid zal u behoeden. (8)

"Wijsheid is een boom des levens voor wie haar aangrijpen, wie haar vastgrijpen zijn gelukkig te prijzen-" (9)

De vraag die wij moeten bestuderen is: "Wat is waarheid - de waarheid die gekoesterd moet worden, bemmd, geeerd en gehoorzaamd?" De aanhangers van wetenschapzijn verslagen en ontmoedigd in hun pogingen om God te vinden. Wat zij moeten naspeuren is: "Wat is de waarheid die ons in staat zal stellen de redding voor onze ziel te winnen?"

"Wat denkt u van Christus'.7" - Dit is een boven alles belangrijke vraag. Erkent u Hem als een persoonlijke Verlosser? Allen die Hem aannemen, geefi Hij macht kinderen Gods te worden. Christus heeft God aan Zijn discipelen geopenbaard op een wijze die in hun harten een speciaal werk tot stand bracht, zoals Hij dat ook in onze harten wenst te doen. Er zijn velen die, lange tijd bij de theorie verblijvend, het oog op de levende macht van Christus, voorbeeld verloren. Zij verloren Hem als de nederige, zelfverloochende werker uit het oog. Wat zijnodighebben,isChristusteaanschouwen. Wijhebbendagelijksnieuwe openbaringen

248 Gezin en Gezondeid

van Zijn aanwezigheid nodig, wij moeten Zijn voorbeeld van zelfverloochening en zelfopoffering nauw- keurig volgen.

Wij hebben de ervaring nodig die Paulus had toen hij schreef: "Met Christus ben Ik gekruisigd; en toch leef ik, dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heefi liefgehad en Zich voor Mij heefi overgegeven." (10)

De kemiis van God en van Jezus Christus, in het karakter uitgedrukt, is een verheerlijking boven al het andere dat op de aarde of in de hemel geacht wordt. Dat is de sleutel die de poorten van de hemelse stad opent. Het is deze kennis die God wil dat allen die Christus aanhangen, zullen bezitten.

Verwijzingen: 1. Joh 15;10

249 Gezin en Gezondeid
5.
22:11. 9.
1
15;31 7.
4. 2
Openb.
Spr.3:18. 2. Filip. 2:13,12 6. Joh.17:4-6. 10. Gal.2:20. 3.
Cor
lPetr. 1:13-16.
Tim.4;7,8. 8. Spr.2:2-11.

Kapitel 39 Kennis door Gods Woord ontvangen

"De opening van Uw woorden geefi licht, de onverstandigen wijsheid gevende."

De gehele Bijbel is een openbaring van de heerlijkheid Gods in Christus. Ontvangen, geloofd en gehoorzaamd, is ze het grote middel tot verandering van het karakter ten goede. Het Woord is de grote prikkel, de dwingende kracht, die de lichamelijke, mentale en geestelijke vermogens opwekt en het leven in rechte banen leidt.

De reden waarom de jeugd en zelfs volwassenen zo gemak- kelijk in verzoeking en tot zonde worden gebracht, is dat zij het woord van God niet bestuderen en overdenken, zoals noodzakelijk is. Het gebrek aan ferme, vastbesloten wilskracht, die kenbaar is in leven en karakter, zijn het resultaat van het verwaarlozen van de heilige aanwijzingen van Gods woord. Zij richten hun geest niet door emstig pogen op datgene wat tot zuivere, heilige gedachten zou inspireren, en wenden zich daan/an af tot wat onzuiver en onwaar is. Er zijn maar weinigen die het goede deel verkiezen, die aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria deed, om van de goddelijke Leraarte leren. Weinigen bergen Zijn kostbare woorden in hun hart en brengen ze in hun leven in praktijk.

Als de waarheden uit de Bijbel aanvaard worden, zullen zij de geest en de ziel opheffen. Als het woord van God naar waarde geschat werd, zouden jongeren en ouderen een innerlijke rechtschapenheid bezitten, vaste principes, die hen in staat zouden stellen om verzoeking te weerstaan. Laat mannen de kostbare zaken uit de Heilige Schriften ondeiwijzen en daarover schrijven. Laat het denken, de aanleg, de neigingen, de scherpe oefening van het verstand, gegeven worden aan de studie van de gedachten Gods. Bestudeer geen filosoñe van menselijke gissingen, maar bestiideer de ñlosofie van Hem die de waarheid is. Geen andere literatuur kan daarmee in waarde wedijveren. De geest die aards is, vindt geen vreugde in het overdenken van Gods woord, maar voor de geest die door de Heilige Geest vemieuwd is, schijnt goddelijk en hemels licht uit de heilige bladzijden. Wat voor de aards ingestelde geest een verlaten woestijn was, wordt voor het geestelijk ingestelde verstand een land van levende stromen. De kemiis van God, zoals die in Zijn woord geopenbaard wordt, is de kennis die aan onze kinderen doorgegeven moet worden. Vanaf het eerste begin van het denken moeten zij bekend worden gemaakt met de naam en het leven van Jezus. Hun eerste lessen moeten hen leren dat God hun Vader is. De eerste oefening zou die van liefdevolle gehoorzaamheid moeten zijn.

Lees hen het woord van God eerbiedig en teder voor, en herhaal het voor hen, in delen die geschikt zijn voor hun begrip en aangepast aan het wekken van hun belangstelling. En bovenal, leer hen Gods liefde die in Christus geopenbaard is, en de grote les: "Indien God ons zó heefi liefgehad, behoren wij ook elkander lief te hebben." (l) Zorg dat de jeugd het woord Gods tot voedsel maakt voor geest en ziel. Zorg dat het kruis van Christus de wetenschap wordt van alle opvoeding, het middelpunt van alle leer en alle studie. Zorg dat het in de

250 Gezin en Gezondeid

dagelijkse ervaring van het leven in praktijk gebracht wordt. Op die manier zal de Verlosser een dagelijkse kameraad en vriend voor de jeugd worden. Iedere gedachten zal gevangen en geleid worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Met de apostel Paulus zullen zij in staat zijn te zeggen: "Maar ik moge ervoor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van de Here Jezus Christus, door wie de wereld mij gekruisigd is en ik der wereld." (2)

Een Experimentele Kennis

Zo zullen zij door geloof tot experimentele kemiis van God komen. Zij hebben voor zichzelf de werkelijkheid van Zijn woord bewezen gezien. Zij weten en hebben gesmaakt dat de Here goed is. De geliefde apostel Johannes had door eigen ervaring die kennis gekregen. Hij kon getuigen: "Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen en onze handen getast hebben van het woord des levens - het leven toch is geopenbaarden wij hebben gezien en wij getuigen en verkondigen u het eeuwige leven,datbijdeVader wasenaanons geopenbaardis-hetgeenwijgezienengehoordhebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. En ónze gemeenschap met deVaderen met Zijn ZoonJezusChristus."(3)Zokaniedereendooreigenervaring bezegelen dat "God waarachtig is." (4) Hij kan getuigenis geven van dat wat hij zelf gehoord en gezien heeft en gevoeld van de kracht van Christus. Hij kan getuigen.

"Ik had hulp nodig en ik vond het in Jezus. In iedere nood werd voorzien, de honger van mijn ziel werd gestild. De Bijbel is voor mij een openbaring van Christus. Ik geloof in Jezus omdat Hij de goddelijke Verlosser voor mij is. Ikgeloof in de Bijbel omdat dit de stem van God is voor mijn ziel."

Een Hulp in de Studie van de Natuur

Wie een kemiis van God en Zijn woord verkrijgt door persoonlijke ervaring, is bereid om zich bezig te houden met de studie van de natuurwetenschappen. Van Christus staat geschreven: "In Hem was het leven; en het leven was het licht der mensen." (5) Vóór de intrede van de zonde waren Adam en Eva omgeven door een helder en prachtig licht, het licht van God. Dat licht verlichtte alles wat zij benaderden. Er was niets dat hun waameming van het karakter of de werken van God verduisterde. Maar toen zij bezweken voor de verzoeker, verliet het licht hen. Doordat zij de klederen der heiligheid verloren, verloren zij het licht dat de natuur had verlicht. Zij konden het niet langer duidelijk waamemen. Zij konden het karakter van God in Zijn werken niet meer onderscheiden. Zo kan de mens van nu ook niet uit zichzelf duidelijk de lessen in de natuur waamemen. Tenzij geleid door de goddelijke wijsheid, vereeit hij de natuur en de natuuiwetten boven de God van de natuur. Dat is de oorzaak van het feit dat menselijke ideeën omtrent de natuurwetenschappen zo dikwijls in strijd zijn met de leer van Gods woord. Maar voor hen die het licht des levens van Christus ontvangen, wordt de natuur weer verlicht. In het licht dat van het kruis schijnt, kunnen wij de leer van de natuur zeer juist verklaren.

251 Gezin en Gezondeid

Wie een kennis van God en Zijn woord door persoonlijke ervaring heeft, heeft een gevestigd geloof in de goddelijkheid van de Heilige schriften. Hij heelt ondervonden dat Gods woord waarheid is, en hij weet dat de waarheid zichzelf nooit kan tegenspreken. Hij toetst de Bijbel niet aan menselijke ideeën van wetenschap; hij brengt deze ideeën naar de onfeilbare maatstaf. Hij weet dat in de ware wetenschap niets kan zijn dat tegengesteld is aan de leer van het Woord;waar beidendezelfdeAuteur hebben,zaleen correct verstaanvanbeidenbewijzen dat zij met elkaar in hannonie zijn. Wat ook in de zogenaamde wetenschap het getuigenis van Gods woord tegen- spreekt, is slechts een menselijke gissing.

Voor zo”n student zal wetenschappelijk onderzoek een wijd veld openen voor gedachten en infonnatie. Als hij de dingen in de natuur overdenkt, komen nieuwe opvattingen van de waarheid tot hem. Het boek van de natuur en het geschreven Woord werpen een nieuw licht op elkander. Beiden maken hem beter met God bekend door hem Gods karakter beter duidelijk te maken, alsmede de wetten waardoor Hij werkt.

De Ervaring van de Psalmist

De ervaring van de Psalmist is de ervaring die allen mogen verknjgen door het ontvangen van Gods woord door de natuur en door openbanng. Hij zegt: Want Gij Here, hebt mij verheugd door Uw' daden, over de werken Uwer handen zal ik jubelen. (6)

"Here, hemelhoog is Uw goedertierenheid, Uw trouw reikt tot aan de wolken, Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Uw gericht is een geweldige watervloed. Hoe kostelijk is Uw goedertierenheid, o God! Daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw uwer vleugelen " (7)

"Gij drenkt hen met de stroom van Uw liefelijkheden. Want bij U is de bron des levens, in Uw licht zien wij het licht." (8)

"Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. Welzalig zij, die Zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harten zoeken. Waarmede zal de jongeling zijn pad rem bewaren? Als hij dat houdt naar Uw woord." (9)

"Ik zoek U met mijn ganse hart, Laat mij niet van Uw geboden afdwalen. Ik berg Uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige." (10)

"Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek Uw bevelen." (ll)

"Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet."

"Jw getuigenissen zijn mijn verlustiging, zij zijn mijn raadslieden." "De wet van Uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver." "Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag." "Wonderbaar zijn Uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel." (12)

252 Gezin en Gezondeid

"Uw inzettingen zijn mij tot snarenspel in het huis van mijn vreemdelingschap." "Uw woord is geheel gelouterd, Uw knecht heefi het lief." "Heel Uw woord is de waarheid Al Uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig." "Mijn ziel leve en love U, mogen Uw verordeningen mij helpen." (13)

Zij, die Uw wet liefliebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. "Op Uw heil hoop ik, o, Here, en Uw geboden doe ik. Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, ik heb ze hartelijk lief." (14)

"Het openen van Uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandige inzicht." (15)

Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leenneesters, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer mzicht dan de ouden, want ik bewaar Uw bevelen." "Uit Uw bevelen heb ik inzicht ontvangen; daarom haat ik elk leugenpad." "Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten. (16)

Duidelijker Openbaringen van God

Het is ons voorrecht om hoger en steeds hoger te reiken voor duidelijker openbaringen van Gods karakter. Toen Mozes bad: "Ik smeek U, doe mij toch Uw heerlijkheid zien," (17) vermaande God hem niet, maar vervulde zijn gebed. Hij zei tot Mozes: "Ik zal Mijn luister aan u doen voorbijgaan en de naam des Heren voor u uitroepen." (18)

Het is de zonde die ons denken verduistert en onze opmer- kingsgave benevelt. Als de zonde uit onze harten weggewassen wordt, zal het licht van de kennis van Gods heerlijkheid in het aangezicht van Jezus Christus Zijn woord verlichten, en wij zullen weerkaatst in de natuur Hem meer en meer zien als "barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw." (19)

In Zijn licht zullen wij het licht zien, totdat verstand en hart en ziel vemieuwd zijn naar het beeld van Zijn Heiligheid. Voor wie zo beslag leggen op de goddelijke verzekeringen van Gods woord, zijn er wonderbare mogelijkheden. Voor hen liggen uitgebreide velden waarheid, rijke bronnen van macht. Heerlijke dingen zullen geopenbaard worden. Voorrechtenenplichtendiezijzelfsnietinde Bijbelvennoedhadden,zullenkenbaargemaakt worden. Allen die in het pad van nederige gehoorzaamheid wandelen en aan Zijn doel beantwoorden, zullen meer en meer het woord van God leren kemien.

Laat de student de Bijbel als zijn gids nemen en stevig staande blijven voor het beginsel, en hij kan tot iedere bereikbare hoogte streven. Al de filosofieën van menselijke aard hebben geleid tot verwarring en schaamte als God niet erkend werd als alles in allen. Maar het onschatbare geloof, door God geïnspireerd, deelt kracht en adeldom van karakter mee. Wanneer Zijn goedheid, Zijn genade en Zijn liefde overdacht worden, zal de waarheid klaarder en steeds klaarder worden begrepen en de wens naar zuiverheid van hart en klaarheid

253 Gezin en Gezondeid

van denken zal hoger en heiliger worden. De ziel die in de pure atmosfeer van een heilig denken verkeert, wordt veranderd in de omgang met God door de studie van Zijn woord. Waarheid is zo groot, zo verreikend, zo diep, zo breed, dat het eigen ik uit het oog wordt verloren. Het hart wordt verzacht en onderworpen in nederigheid, vriendelijkheid en liefde.

En de natuurlijke vermogens worden vergroot door heilige gehoorzaamheid. De studie in het Woord des levens verheft en veredelt het denken. Als de studenten net als Daniël hoorders en daders van het woord van God zijn, kunnen zij net als hij vorderingen maken in alle takken van geleerdheid. Zuiver van denken, zullen zij sterk van geest worden. Alle verstandelijke vermogens zullen worden opgewekt. Zij mogen zichzelf zo opvoeden en beheersen, dat allen in hun invloedssfeer zullen zien wat een mens kan zijn en wat hij kan doen wanneer hij in verbinding staat met de God van wijsheid en kracht.

Opvoeding in het Eeuwige leven

Ons levenswerk hier is een voorbereiding voor het eeuwige leven. De vonning die hier begonnen is, zal in dit leven niet voltooid worden; zij zal voorgezet worden tot in alle eeuwigheid - steeds toenemend, nooit voltooid. Meer en meer volledig zullen de wijsheid en de liefde van God in het verlossingsplan geopenbaard worden. De Verlosser zal, terwijl Hij Zijn kinderen naar de bromien van het levende water leidt, rijke voorraden van kemiis meedelen. En dag aan dag zullen de wonderwerken Gods, de bewijzen van Zijn macht in de schepping en het onderhoud van het universum voor de geest geopend worden in nieuwe schoonheid. In het licht dat van de troon schijnt, zullen geheimen verdwijnen, en de ziel vervuld worden met verbazing bij de eenvoud van de dingen, die daarvóór niet begrepen werden.

Nu zien wij in een spiegel, in een duistere rede; maar dan van aangezicht tot aangezicht; wij kennen nu gedeeltelijk; maar dan zullen wij kermen zoals wij gekend zijn.

254 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. 1 Joh.4:l1. 2. Gal.6:14. 3. 1 Joh.l:1-3 4. Joh.3:33. 5. Joh.1:4. 6. Ps.92:5. 7.
8.
9. Ps.ll9:1,2,9. 10.
11.
12.
18,24,72,97,129. 13. Ps.119:54,140,
14.
15.
119:130. 16.
104,111, 17.
18.
19.
Ps.36:6-8
Ps.36:9-10.
Ps.1l9:10,11.
Ps. 119245.
Ps.1l9:
160,175.
Ps.119:l65-167
Ps.
Ps.119:98-100,
Ex.33:18.
Ex:33:19.
Ex.34:6.

Kapitel 40 Hulp in het dagelijks leven

"Zoals uw dagen, zo zal uw kracht zijn."

Er is een welsprekendheid die veel machtiger is dan de welsprekendheid van woorden in het rustige, zichzelf gelijk blijvende leven van een reine, ware christen. Wat een mens is, heeft meer invloed dan wat hij zegt.

Dedienarendie tot Jezusgezondenwerden, kwamentenig metde boodschap datnog nooit een man gesproken had zoals Hij sprak. Maar de reden was, dat er nog nooit een man geleefd had zoals Jezusleefde. Was Zijn leven anders geweest dan het was, Hij zou niet zo gesproken kunnen hebben als Hij deed. Zijn woorden droegen een overtuigende kracht in zich, omdat zij van een zuiver en heilig hart kwamen, vol liefde en medeleven, weldadigheid en waarheid.

Het zijn onze karakter en onze ervaringen die beslissen over de mvloed die wij op anderen hebben. Teneinde anderen te overtuigen van de macht van Christus” genade moeten wij die macht in ons eigen hart en leven kennen. Het evangelie dat wij aanbieden voor de redding van zielen, moet het evangelie zijn waardoor onze eigen ziel gered is. Slechts door een levend geloof m_Christus als persoonlijke Verlosser is het mogelijk om onze mvloed voelbaar te maken in een sceptische wereld. Als wij zondaars zouden willen trekken uit de snelvlietende stroom, moeten onze voeten stevig geplant zijn op de Rots, Jezus Chnstus. Het merkteken van het christenzijn is geen uiterlijk teken, niet het dragen van een kruis of een kroon, maar het is dat wat de eenheid van de mens met God openbaart. Door de macht van Zijn genade, kenbaar in de vemieuwing van het karakter, moet de wereld overtuigd worden dat God Zijn Zoon gezonden heeft als Redder. Geen andere invloed die de menselijke ziel kan omringen, heefi zo°n macht als de invloed van een onzelfzuchtig leven. Het sterkste argument ten gunste van het evangelie is een liefliebbende en beminnelijke christen.

Onderworpen aan Beproevingen

Zo”n leven te leven, zo°n invloed uit te oefenen, kost bij iedere stap inspanning, zelfopoffering, zeltbeheersing. Omdat zij dit niet begrijpen, worden velen zo gemakkelijk ontmoedigdinhetchristelijkleven.Velen,dieemstighunlevenaande dienstvanGodwijden, zijn verbaasd en teleurgesteld, dat zij als nooit tevoren ondervinden, dat zij geconfronteerd worden met obstakels, beproevingen en vei'wam'ngen. Zij bidden om in karakter aan Christus gelijk te worden, om geschiktheid voor Gods werk, en zij worden in omstandigheden geplaatst, die alle kwade eigenschappen in hun natuur te voorschijn lijken te roepen.

Fouten komen aan hetlichtwaarvanzij zelfshetbestaan niet haddenvermoed. Zoals Israël vanouds, vragen zij: "Als God ons leidt, waarom komen al deze dingen over ons?" Het komt doordat God hen leidt, dat deze dingen over hen komen. Beproevingen en obstakels zijn Gods uitverkoren methoden om zelfbeheersing te leren en zij zijn de door Hem gestelde voorwaarden voor succes. Hij die de harten van de mensen leest, kent hun karakters beter dan

255 Gezin en Gezondeid

zij zichzelf kennen. Hij ziet dat sommigen vermogens bezitten die, als zij juist gericht zijn, benut kumien worden voor de vooruitgang van Zijn werk. In Zijn voorzienigheid brengt Hij deze personen in verschillende posities en omstandigheden, zodat zij in hun karakter de tekorten ontdekken die voor henzelf verborgen waren. Hij geeft hun de gelegenheid deze gebreken te beteren en zich geschikt te maken voor Zijn dienst. Dijkwijls brengt Hij hen in het vuur der beproeving, opdat zij gereinigd mogen worden. Het feit dat wij geroepen worden om bcproevingen te doorstaan, toont aan, dat de Here Jezus iets kostbaars in ons ziet dat Hij„wenst te ontwikkelen. Als Hij in ons niets zag, waardoor Zijn naam verheerlijkt zou kunnen worden, zou Hij geen tijd besteden aan onze verfijning.

Hij werpt geen waardeloze stenen in Zijn oven. De smid plaatst ijzer en staal m het vuur, zodat hij te weten komt wat voor metaal hij heeft. De Here laat toe dat Zijn uitverkorenen in de oven van ellende geplaatst worden om te bewijzen welk karzïlšter zij hebben en of zij gevomid kunnen worden voor Zijn wer .

De pottenbakker neemt de klei en vormt die naar zijn wil. Hij kneedt en bewerkt de klei. Hij trekt ze van elkaar en drukt ze tezamen. Hij bevochtigt ze en droogt ze dan. Hij laat ze een poos liggen zonder__ze aan te raken. Als ze eindelijk vohnaakt plooibaaris, zet hij het werk vooit en maakt het voorwerp gereed_._ Hij geeft het vomi op de diaaischijf, versiert en polijst het. Hij droogt het in_de zon en bakt het in de 0ven_ Zo wordt het een vat. Geschikt voor gebniik. Zo wenst de grote Meesterwerker ons te vonnen en te modelleren. En zoals de klei is in de handen van de pottenbakker, zo zijn wij in Zijn handen. Wij moeten niet proberen om het werk van de pottenbakker te doen. Ons deel is onszelf te geven om door de Meester gevonnd te worden.

"Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel verbl1jd_u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring van Zijn heerlijkheid." (1)

In het volle daglicht, en binnen het gehoor van de muziek van andere stemmen, zal de gekooide vogel het lied dat zijn meester hem wil leren, niet zingen. Hij leert een toontje van dit en een triller van dat, maar nooit een aparte gehele melodie. Maar de meester bedekt de kooi en plaatst die waar de vogel zal luisteren naar dat ene lied, dat hij moet zingen. In het donker probeert hij en hij probeert opnieuw dat lied te zingen, totdat hij het geleerd heeft en hij breekt uit in een perfecte melodie. Dan wordt de vogel weer naar buiten gebracht en zal dat lied altijd in het licht ktmnen zingen. Zo handelt God ook met Zijn kinderen. Hij heefi ons een lied te leren, en wanneer wij dat geleerd hebben te midden van schaduwen van beproeving, kunnen wij het daarna altijd zingen.

256 Gezin en Gezondeid

Gods Keuze in ons Levenswerk

Velen zijn teleurgesteld over hun levenswerk. Het kan zijn dat hun omgeving onaangenaam is; dat hun tijd bezet is door gewoon werk, teiwijl zij denken geschikt te zijn voor hogere verantwoordelijkheden; dikwijls schijnen hun inspanningen niet gewaardeerd te worden of viuchteloos te zijn; hun toekomst is onzeker.

Laten wij bedenken dat, terwijl het werk dat we doen misschien niet onze keuze is, het aanvaard moet worden als Gods keuze voor ons. Of het nu plezierig is of niet, wij moeten die plichten vervullen, die het meest voor de hand liggen. "Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis, of wijsheid in het dodenrijk waarheen gij gaat-" (2)

Als de Here wenst dat wij een boodschap naar Ninevé brengen, zal Hij het niet fijn vinden dat wij naar Joppe of Kapemaüm gaan. Hij heeft redenen om ons te zenden naar de plaats waarheen onze voeten gestuurd zijn. Juist op die plaats kan er iemand zijn, die onze hulp nodig heeft. Hij, die Philippus naar de Ethiopische hoveling zond, en Petrus naar de Romeinse hoofdman, en het kleine Israëlitische meisje naar Naäman, de Syrische generaal, zendt nu marmen en vrouwen en jonge mensen als Zijn vertegenwoordigers naar hen die goddelijke hulp en leiding nodig hebben.

Gods plannen zijn de Beste

Onze plannen zijn niet altijd Gods plannen. Hij kan zien wat het beste is voor ons en voor Zijn zaak als Hij onze beste bedoelmgen weigert, zoals Hij deed in het geval van David toen deze de tempel wilde bouwen. Maar van één ding kunnen wij verzekerd zijn: Hij zal zegenen en diegenen die zich emstig aan Zijn taak wijden, gebruiken in de vooruitgang van Zijn werk.'Als het Hem goeddunkt hLm_ wensen met in te willigen, zal Hij als tegenwicht voor de weigenng hun de tekenen van Zijn liefde schenken en hen een andere taak toevertrouwen.

.In Zijn liefdevolle zorg en belangstelling voor ons zal Hij, die ons beter kent dan wij onszelf begnjpen, weigeren ons iets toe te staan waarin wij zoeken onze eigen eerzucht te bevredigen. Hij staat ons niet toe huiselijke, maar heilige plichten die voor de hand liggen, te verzaken. Dikwijls vragen deze plichten juist die oefening die vereist is om ons voor te bereiden voor een hoger werk. Dikwijls falen onze plannen, zodat Gods plannen voor ons kunnen slagen.

Ons wordt nooit geviaagd om een echt offer voor God te brengen.._Hij vraagt ons vele dingen aan Hem te onderwerpen en als wij het doen, geven wij alleen datgene op wat onze weg naar de hemel belemmeit. Zelfs wanneer wij geroepen worden om die duigen op__te geven, die m zichzelf goed zijn, kunnen wij er zeker van zijn, dat God dit van ons vraagt voor iets veel eters.

257 Gezin en Gezondeid

In het toekomstige leven zullen de verborgenheden, die ons nu gehinderd en teleurgesteld hebben, worden verklaard. Wij zullen zien, dat onze schijnbaar onverhoorde gebeden en teleurgestelde hoop onder de grootste zegeningen gerekend moeten worden.

Wij moeten iedere plicht, hoe nederig ook, als heilig beschouwen, omdat het een deel is van de dienst aan God. ()ns dagelijks gebed zou moeten zijn, "Here help mij mijn best te doen. Leer mij hoe ik beter moet werken. Geef mij energie en blijheid. Help mij om in mijn dienst het liefdevolle dienstwerk van de Verlosser te brengen."

Een Les uit het Leven van Mozes

Denk eens aan de ervaring van Mozes. De opvoeding die hij in Egypte ontving als een kleinzoon van de koning en de vemioedelijke troonopvolger was grondig. Niets dat hem wijs kon maken, werd veiwaarloosd. Hij kreeg de beste burgerlijke en militaire opleiding. Hij voelde zich volledig in staat om Israel te bevrijden uit de slavemij. Maar God dacht er anders over. Zijn voorzienigheid beschikte voor Mozes een veeitigj aiige opleiding in de woestijn als schaapherder.

De opvoeding die Mozes in Egypte had ontvangen was in vele opzichten een hulp voor hem, maar de meest waardevolle voorbereiding voor zijn levenswerk was die hij kreeg in zijn werk als schaapherder.

Mozes had van nature een onstuimige geest. In Egypte was hij een succesvolle leider, de gunsteling van de koning en van het volk. Hij was gewend in het ontvangen van lof en vleierij. Hij hoopte het werk van de bevrijding van Israël door eigen macht tot stand te brengen. De lessen die hij te leren had als Gods vertegenwoordiger waren heel anders. Terwijl hij zijn kudden door de woestijn en de bergen voerde naar de groene weiden en dalen, leerde hij geloof enzaehtmoedigheid,geduldennederigheid,enzichzelf tevergeten.Hijleerdeomvoor de zwakken te zorgen, de zieken te verplegen, de afgedwaalden op te zoeken, de onhandelbaren te verdragen, voor de lammetjes te zorgen en de oude en zwakke schapen te helpen. Door dit werk werd Mozes dichter tot de Grote Herder getrokken. Hij werd imiig verenigd met de Heilige Israëls. Hij was niet langer van plan groot werk te doen. Hij trachtte getrouw als voor God, het werk te doen dat aan zijn zorg was toevertrouwd. Hij herkende Gods aanwezigheid in zijn omgeving. De gehele natuur sprak tot hem van de Ongeziene. Hij kende God als een persoonlijk God en, mediterend over Zijn karakter, kreeg hij steeds vollediger besef van Gods aanwezigheid. Hij vond een toevlucht in Zijn eeuwige armen.

Na deze ervaring hoorde Mozes de roep van de hemel om zijn herdersstaf te verwisselen voor de heersersstaf; zijn schaapskudde te verlaten en het leiderschap over Israël op zich te nemen. Het goddelijke bevel vond hem zonder zelfvertrouwen, traag van spraak en beschroomd. Hij werd overvallen door een gevoel van onvermogen om de spreekbuis van God te zijn. Maar hij aanvaardde het werk en zette zijn gehele vertrouwen op de Here. De grootsheid van zijn zending riep de beste krachten in zijn geest op. God zegende zijn prompte

258 Gezin en Gezondeid

gehoor- zaamheid en hij werd welbespraakt, hoopvol, zelfverzekerd, geschikt voor het grootste werk, ooit aan een mens opgedragen. Van hem wordt geschreven: "Zoals Mozes, die de Here gekend heeft van aangezicht tot aangezicht, is er in Israël geen profeet meer opgestaan." (3)

Laat allen, die denken dat hun werk niet gewaardeerd wordt en die naar een post met grotere verantwoordelijkheid haken, bedenken dat "het verhogen niet komt van oost of west, noch uit de woestijn - maar God is rechter, Hij vemedeit dezen en verhoogt genen." (4) Ieder mens heefi zijn plaats in het eeuwige, hemelse plan. Of wij die plaats vervullen, hangt af van onze eigen getrouwheid in samenwerking met God. Wij moeten ons behoeden voor zelfinedelijden. Geef nooit toe aan het gevoel dat u niet naar waarde wordt geschat, dat uw inspanningen niet gewaardeerd worden, dat uw werk te moeilijk is. Laat de herimiering voor dat wat Christus voor ons heeft gedragen, onze ontevreden gedachten tot zwijgen brengen. Wij worden beter behandeld dan onze Heer. "Zoudt u zich grote dingen zoeken, zoek ze niet."

(5) De Here heeft in Zijn werk geen plaats voor hen die meer haken naar de kroon dan naar het dragen van het kiuis. Hij vraagt naar mensen, die meer geneigd zijn hun plicht te doen dan hun loon te ontvangen - mensen die zich meer zorgen maken om het principe dan om hun eigen bevordering. Het werk van hen die bescheiden zijn en hun werk doen alsof zij voor God werken, telt meer dan dat van druktemakers die een show opvoeren en vol eigendunk zijn. Dikwijls is het_z0, dat zij die grote ophef maken de aandacht voor zichzelf opeiseï en zich stellen tussen het volk en God,_en' dan blijkt hun_Wet een mislukking. "Het begin der__wijsh_eid is: verwerft wijsheid en verwerfi uizicht bij al wat gij bezit. Houdt haar hoog, dan zal zij u verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar zult omhelzen." (6)

Omdat zij geen besluitvaardigheid hebben om zichzelf in de hand te nemen en te hervomien, raken velen vastgeroest in een verkeerde handelwijze. Maar dat is niet nodlg- Z11 kunnen krachten oefenen om al het beste te doen wat m hun vermogen is en dan zal er altijd naar hen gevraagd worden. Zij zullen naar werkelijke waarde geschat worden.

Als iemand geschikt is voor een hogere post, zal G0d de lfiSï niet alleen op hem leggen, maar ook op hen die hem getest hebben, die zijn waarde kennen en die hem met verstand naar voren kunnen schuiven. Zij die getrouw al het hun aangewezen werk uitvoeren, dag aan dag, zullen op Gods tijd Zijn oproep horen: "Kom hoger op."

Terwijl de schaapherders op wacht waren bij de kudde ln de heuvels van Bethlehem, bezochtenengelen des hemels hen. Zo staan ook nu, terwijl de trouwe arbeider voor God werkt, engelen Gods aan zijn zijde, luisteren naar zijn woorden en noteren de wijze waarop het werk gedaan wordt, om te zien of nog grotere verantwoordelijkheden aan zijn handen kunnen worden toever- trouwd.

259 Gezin en Gezondeid

Ware Grootheid

Niet naar rijkdom, opvoeding of. positie beoordeelt God de mens. Hij beoordeelt hen naar zuiverheid van bedoeling en karakterschoonheid. Hij kijkt hoeveel van Zijn Heilige Geest mensen bezitten en hoeveel gelijkenis hun leven niet Zllfi karakter vertoont. Om groot te zijn in Gods koninkrijk moet men nederig zijn als een klem kmd in eenvoud van geloof, en in zuiverheid van liefde.

Jezus zei: "Gij weet dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgrotenoefenenmachtoverhen.Zoishetonderuniet.Maarwieonderugrootwilworden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn." (7)

Van al de gaven die de hemel de mensen schenken kan, is gemeenschap met Christus in Zijn lijden de hoogste eer. Niet Henoch, die in de hemel werd opgenomen, niet Elia die in de vurige wagen hemelwaarts gevoerd werd, was groter of meer geëerd dan Joharmes de Doper, die eenzaam omkwam in de kerker. "Want aan u is genade verleend voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden." (8)

Plannen voor de Toekomst

Velen zijn niet in .staat vaste plannen te maken voor de toekomst. Hun leven is onzeker, Zij kunnen de gevolgen niet overzien en dat vervult hen dikwijls met angst en omust. Bedenk dat het leven van Gods kinderen een pelgrimsreis is. Wij hebben niet de wijsheid om ons eigen leven te plannen. Het is niet aan ons onze toekomst vomi te geven. "Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij tot erfems zou ontvangen, en hij vertrok, zonder te weten waar hij komen zou." (9)

Tijdens Zijn leven op aarde maakte Chiistus geen plannen voor Zichzelf. Hij aanvaardde Gods plannen voor Hem, en dag na dag ontvouwde de Vader Zijn plannen. Zo zouden wij van God afliankelijk moeten zijn, zodat ons leven eenvoudig de uitvoering van Zijn wil is. Als_wij Hem onze wegen toever- trouwen, zal Hij onze stappen leiden. Velen, die plannen maken voor een schitterende toekomst, blijken een grote mislukking. Laat God voor u plannen. Veitrouw Hem als een klein kind de äi(<)1)ing toe, daar Hij "de voeten Zijner gunstgenoten behoedt." 'God leidt Zijn kinderen nooit anders dan zij geleid zouden willen worden,alszijvanaf hetbeginheteindekondenzienendeheerlijkheidonderscheidenkonden van het doel dat zij vervullen als Zijn medewerkers.

Het Loon

Toen Christus Zijn discipelen riep, bood Hij hen geen schitterende vooruitzichten voor dit leven. Hij gaf ze geen belofie van gewin of wereldse eer, noch bedongen zij wat zij zouden ontvangen. Tegen Matthéüs, die bij het tolhuis zat, zei de Verlosser: "Volg Mij. En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem." (ll) Matthéüs wachtte niet voor hij zijn dienst begon, omeen bepaaldloongelijkaan het bedrag dat hijin devorige betrekkingontving,te bedingen.

260 Gezin en Gezondeid

Zonder vragen of aarzelen volgde Hij Jezus. Het was hem genoeg bij Jezus te zijn, zodat hij Zijn woorden kon horen en zich met Hem kon verenigen in Zijn werk. Zo was het met de discipelen die al eerder geroepen werden. Toen Jezus Petius en zijn makkers riep om Hem te volgen, verlieten zij omniddellijk hun boten en de netten. Sommigen van deze discipelen hadden vrienden die voor hun onderhoud van hen afliankelijk waren; maar toen zij de uitnodiging van Jezus kregen, aarzelden zij niet en vroegen niet: "Hoe zal ik leven en mijn gezin onderhouden?"

Zij gehoorzaamden aan de roep; en toen Jezus hen naderhand vroeg: "Toen Ik u uitzond zonder beurs of reiszak of sandalen, hebt gij toen aan iets gebrek gehad?" Zeiden zij: "Aan niets." (12) Vandaag roept de Heiland ons tot Zijn werk zoals Hij Matthéüs en Johannes en Petrus riep. Als onze harten geraakt zijn door Zijn liefde, zal de kwestie van de beloning niet vooraan staan in onze gedachten. Wij zullen ons verheugen medewerkers van Christus te zijn, en wij zullen niet bevreesd zijn, ons aan Zijn zorg toe te vertrouwen. Als wij God onze sterkte maken, zullen wij een duidelijk besef hebben van plicht, van onzelfzuchtige verlangens; ons leven zal gedreven worden door een enkele doelstelling die zal stijgen boven alle lage drijfveren.

God zal Voorzien

Velen die belijden volgelingen van Christus te zijn, hebben een bezorgd en angstig hart, omdat zij bang zijn zichzelf aan God toe te vertrouwen. Zij geven zich niet geheel aan God over; want zij schrikken terug voor de consequenties die zo”n gave met zich meebrengt. Tenzij zij deze overgave waar maken, zullen zij geen vrede vinden.

Er zijn velen, van wie het hart zucht onder de last van zorgen, omdat zij trachten de maatstaf van de wereld te bereiken. Zij hebben haar dienst verkozen, haar verwarringen aanvaard en haar gewoonten aangenomen. Daardoor is hun karakter bedorven en hun leven één vemioeienis. De voortdurende bezorgdheid put hun levenskrachten uit. Onze Heer vraagt hun dat juk der slavemij opzij te zetten. Hij nodigt hen uit Zijn juk op te nemen; Hij zegt: "Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht." (13) Gepieker maakt blind en maakt de toekomst onduidelijk; maar Jezus ziet het einde vanaf het begin. In iedere moeilijkheid staat Hij klaar om verlichting te brengen. "Het goede onthoudt Hij niet aan hen, die onberispelijk wandelen."

(14)

Onze hemelse Vader heeft duizenden wegen om in onze noden te voorzien, waar wij niets van afweten. Zij die het ene beginsel - de dienst van God boven alles stellen - accepteren, zullen ontdekken dat alle verschrikkingen verdwijnen en een effen pad voor hun voeten ligt.

261 Gezin en Gezondeid

Het Geloof Aanmoedigen

De getrouwe uitvoering van de dagelijkse plichten is de beste voorbereiding voor de komende moeilijkheden. Verzamel niet alle mogelijkheden en zorgen van morgen om bij de lasten van heden te voegen. "Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." (15)

Laten wij hoopvol zijn en moedig. Mistroostigheid in Gods dienst is zondig en onredelijk. Hij kent al onze behoeften. Aan de almacht van de Koning der koningen verenigt onze Verbondsgod de zachtheid en zorgen van een tedere schaapherder. Zijn macht is absoluut en het onderpand van een zekere vervfullmg van Zijn belofien voor allen die op Hem vertrouwen. Hij heeft middelen voor de verwijdering van de moeilijkheden, zodat zij, die Hem dienen en de middelen eren die Hij gebruikt,_gesterkt worden. Zijn liefde is zoveel hoger dan elke andere liefde als de hemel boven de aarde is. Hij waakt over Zijn kinderen met een eeuwige en onmeetbare liefde.

In de donkerste dagen, als er geen uitzicht schijnt te zijn, oefen dan geloof in God. Hij werkt Zijn wil uit en maakt alles wel ten behoeve van Zijn volk. De kracht van hen die Hem liefhebben en dienen, zal Hij dag aan dag vemieuwen. Hij is in staat en willig Zijn dienstknechten die hulp te schenken die zij nodig hebben. Hij zal hun de wijsheid geven die hun verschillende noden vragen.

De beproefde apostel Paulus zei: "Hij zeide tot mij, Mijn genade is u genoeg; want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaame zal ik dus in zwakheid nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. Daarom heb ik een welbehagen in

in

benauwenissen ter wille van Chnstus, want als ik zwak ben, ben ik machtig." (16)

Verwijzingen:

262 Gezin en Gezondeid
zwakheden,
smaadheden, noden, vervolgingen,
1. 1 Petr. 4:12,13. 7. Matth.20:25,26 13. Matt 11:30. 2. Pred.9;10. 8. Filip.1:29. 14. PS.842ll. 3. Deut.34:10. 9. HIebr.11:8. 15. Matth.6:34. 4. Ps.75:7,8. 10. 1 Sam.2I9. 16. 2 Cor.12:9,10. 5. Jer.45.5. 11. Luc.5127. 6. Spr.4:7,8. 12. Luc.22.:35.

Kapitel 41 In contact met anderen

"Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van God. "

Iedere omgang met anderen in het leven vraagt om de oefening van zelíbeheersing, verdraagzaamheid en medeleven. Wij ver- schillen zo enorm van neigingen, gewoonten en opvoeding dat onze manier van het bekijken der dingen uiteen loopt. Wij oordelen verschillend. Ons begrip van waarheid, onze ideeën met betrekking tot levensgewoonten, zijn niet in alle opzichten gelijk. Er zijn geen twee mensen met gelijke ervaringen in alle bijzonderheden. De moeilijkheden van de een zijn niet de moeilijkheden van de ander. De plichten die de een licht vindt, zijn voor een ander vreselijk moeilijk en verwarrend.

_ Zo breekbaar, zo onbekend, zo onderhevig aan misverstand is de menselijke natuur, dat ieder heel zorgvuldig moet zijn in de beoordelmg van een ander. Wij weten weinig van de draagwijdte van onze handelingen op de ervaring van anderen. Wat wij doen of zeggen lijkt ons van weinig belang, maar wanneer onze ogen geopend werden, zouden wij zien dat daarvan de belangrijkste resultaten voor goed of kwaad afliangen.

Consideratie voor Zwaarbelasten

Velen hebben zo weinig lasten te dragen, hun harten hebben zo weimg echte angst gekend, zij hebben zo weinig verschrikking en ellende gevoeld ter wille van anderen, dat zij het werk van iemand die echte lasten draagt, niet begrijpen. Zij zijn daartoe net zo min in staat als een kindde zorgenenhet zwoegen van zijn vader kanbegrijpen. Het kind moge zich verwonderen over de angsten en verslagenheid van de vader. Zij schijnen hem nodeloos toe. Maar als hij met de jaren ervaring opdoet, wanneer hij zelf lasten te dragen krijgt, zal hij terugzien op zijn vaders leven en datgene begrijpen wat hem eens zo onbelangrijk leek. Bittere ervaring heeft hem kennis gegeven.

Het werk van velen die lasten dragen wordt niet begrepen, hun werk wordt niet gewaardeerd, totdat de dood hen wegneemt. Wanneer anderen de lasten die zo”n persoon heefi neergelegd, op zich nemen en de moeilijkheden die hij had, ervaren, leren zij begrijpen hoe moed en geloof op de proef werden gesteld. Dikwijls worden dan de fouten die zij zo snel beoordeeld hadden, uit het oog verloren. Ervaring leert hen sympathie. God laat toe dat mensen op verantwoordelijke posten geplaatst worden. Wanneer zij dwalen, heeft Hij de macht, hmi fouten te herstellen, of hen te verwijderen. Wij moeten voorzichtig zijn en het oordelen, dat toch Gods werk is, aan Hem overlaten. Het gedrag van David tegenover Saul bevat een les. Op bevel van God was Saul tot koning over Israël gezalfd. Om zijn ongehoorzaamheid had God bepaald dat het koninkrijk van hem genomen zou worden; en toch, hoe meelevend, hoífelijk en verdraagzaain was het gedrag van David tegenover hem!

Bij de jacht op Davids leven kwam Saul in de woestijn en ging onbeschennd die spelonk birmen waar David en zijn krijgsmak- kers verborgen lagen. En de mannen van David zeiden

263 Gezin en Gezondeid

tot hem: "Dit is de dag, waarvan de Here tot u gezegd heeft: zie Ik geef uw vijand in uw macht; doe met hem wat gij wilt..." En hij zei tot zijn mannen: "De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand aan hem zou slaan, want hij is de gezalfde des Heren." (1) De Heiland zegt ons: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel, waaimede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden." (2) Bedenk dat spoedig uw levensverslag door God beoordeeld wordt. Bedenk dat ook Hij gezegd heeft: "Daarom zijt gij, o mens, wie gij ookzijt, niette verontschuldigen, wanneer gij oordeelt... want gij die oordeelt bedrijft dezelfde d1ngen." (3)

Verdraagzaamheid onder Onrecht

Wij kunnen het ons niet veroorloven ons op te winden over emg werkelijk of venneend onrecht, ons aangedaan.Het eigen-ikrs de vijanddie wij het meest moetenvrezen. Geen vorm van ondeugd heeft een meer onheilbrengend effect op het karakter dan de menselijke hartstocht die niet onder beheersing van de Heilige Geest is gebracht. Geen andere overwinning die wij zouden kunnen maken is zo waardevol als de overwirming over onszelf.

Wij moeten ons niet zo snel gekrenkt voelen. Wij moeten niet leven om onze gevoelens te bewaken of onze reputatie, maar om onze ziel te redden. Als wij geïnteresseerd raken in de reddmg van onze zielen, zullen wij ophouden ons te bekommeren om de kleine verschillen die zo dikwijls aan de orde komen in onze omgang met anderen. Wat anderen van ons_mogen denken of ons aandoen, hoefi onze eenheid met Christus, de gemeenschap van de Geest, niet te verstoren. Want mag dat roemen heten, als gij slagen moet verduren, omdat gij kwaad doet?" Maar als gij goed doet en dan lijden moet verduren, dat is genade bij God." (4)

"Neemt geen wraak. Verwijdert zo veel u kunt alle oorzaken tot misverstand. Vennijdt de schijn van kwaad. Doe alles wat rn uw macht ligt, zonder dat u uw principes opgeeft om anderen gimstrg te stemmen. "Wanneer gij dan uw gave brengt naar het altaar en u daar herimiert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave daar, vóór het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder, kom en offer daama uw gave. (5)

Als ongeduldige woorden tot u gesproken worden, antwoordt nooit op dezelfde toon. Bedenkt dat "een zacht woord de grimmigheid afl<eert." (6) En er is wonderbaarlijke macht in stilte. Iemand antwoorden die kwaad is, maakt dat soms alleen maar emstiger. Maar boosheid, met zwijgen beantwoord in een verdraagzame geest, ebt snel weg.

Houdt onder een stonn van bijtende, beschuldigende woorden de gedachten staande op het woord van God. Houdt in verstand en hart Gods beloften bewaard. Als u slecht behandelt wordt of verkeerd beschuldigd, herhaal dan die kostbare beloften in plaats van boze antwoorden te geven.

"Laat u niet overwimien door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (7)

264 Gezin en Gezondeid

"Wentel uw weg op de Here, en vertrouw op Hem; en Hij zal het maken. Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag." (8)

"Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en verborgen, of het zal bekend worden." (9)

"Gij deed mensen over ons hoofd rijden, wij zijn door vuur en water gegaan; maar Gij voerdet ons uit in de overvloed." (10)

Wij zijn geneigd naar onze medemens te kijken voor sympathie en verlichting, in plaats van op Jezus te zien. In Zijn genade en getrouwheid laat God dikwijls toe dat degenen in wie wij vertrouwen stellen, ons in de steek laten, zodat wij de dwaasheid ervaren van het op mensen vertrouwen en vlees tot onze arm te stellen. Laten wij volledig, nederig en onzelfzuchtig op God vertrouwen. Hij kent het verdriet dat wij in het diepst van ons wezen voelen, maar dat wij niet kunnen uiten. Wanneer alles donker schijnt en onverklaarbaar, denk dan aan de woorden van Christus: "Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan." (11)

Bestudeer de geschiedenis van Jozef en Daniël. De Here voorkwam de intriges van mensen die hen schade wilden berokkenen niet; maar Hij keerde al deze listen ten goede voor Zijn dienaren die te midden van beproevingen en strijd hun geloof en getrouwheid bewaarden.

Zo lang als we op deze wereld zijn, zullen we tegenstand ondervinden. Wij zullen uitgedaagd worden om ons humeur te testen, en als wij dat met de juiste instelling tegemoet treden, worden de christelijke deugden ontwikkeld. Als Christus in ons woont, zullen wij geduldig zijn, vriendelijk en verdraagzaam, opgewekt te midden van narigheden en irritaties. Dag na dag en jaar na jaar zullen wij onszelf overwinnen en groeien in edele heldhaftígheid. Dit is de ons toebedeelde taak; maar die kan niet vervuld worden zonder de hulp van Jezus: resolute besluitvonning, een vast doel, voortdurende waakzaamheid en onophoudelijk gebed. Ieder heeft een persoonlijke strijd te voeren. Zelfs God kan onze karakters niet veredelen of ons nuttig maken, tenzij wij Zijn medewerkers worden. Zij die in worsteling verslappen, verliezen de kracht en de vreugde van de overwinning

Wij behoeven ons verslag van moeilijkheden, beproevingen, verdriet en zorgen niet bij te houden. Al deze dingen staan opgetekend in de boeken en de hemel zal er verder voor zorgen. Terwijl we de onaangename dingen optellen, verdwijnen vele dingen die prettig zijn om aan te denken uit ons geheugen; zoals de genadige vriendelijkheid van God die ons ieder moment omringt; en waarover de engelen zich verwonderen: de liefde waardoor Hij Zijn Zoon gaf om voor ons te sterven. Wanneer u als werkers voor Christus denkt dat u grotere zorgen en beproevingen hebt dan anderen ten deel vallen, bedenk dan dat er voor u een vrede is, die onbekend is aan degenen die deze lasten vermijden. Er is troost en vreugde in de dienst van Christus. Laat de wereld zien dat het leven met Hem geen mislukking is.

265 Gezin en Gezondeid

Als u zich niet blijhartig en opgewekt voelt, praat dan niet over uw gevoelens. Werp geen schaduw over de levens van anderen. Een koude, zonloze godsdienst trekt nooit zielen tot Christus. Het drijfi ze van Hem weg, in de netten die satan gespannen heeft voor afdwalende voeten. Denk, in plaats van aan ontmoedigingen, aan de kracht waarop u in Christus” naam beslag kunt leggen. Geef uw fantasie greep op de ongeziene dingen. Richt uw gedachten op de bewijzen van de grote liefde van God voor u. Het geloof kan beproevingen doorstaan, verzoekingen weerstaan en u staande houden onder teleurstel- lingen. Jezus leeft als uw Middelaar. Alles wat Hij door Zijn tussenkomst zeker stelt, is het onze. Denkt u niet dat Christus diegenen die geheel voor Hem leven op prijs stelt? Denkt u niet dat Hij degenen opzoekt die, zoals Johannes in de gevangenis, voor zijn zaak in harde en beproevende omstandigheden zijn? God zal niet toelaten dat één van Zijn trouwe werkers alleen gelaten wordt om tegen grote omnacht te worstelen en over- wonnen te worden. Hij bewaart als een kostbaar juweel iedereen wiens leven met Christus in Hem geborgen is. Van zo iemand zegt Hij: "Ik zal u tot een zegelring maken, want u heb Ik uitverkoren." (12)

Spreek dan over de belofien; vertel van Jezus” bereidheid om te zegenen. Hij vergeet ons niet, zelfs niet voor een kort moment. Wanneer wij, niettegenstaande onaangename omstandigheden, vertrouwend in Zijn liefde rusten en ons insluiten met Hem, zal het gevoel van Zijn aanwezigheid ons inspireren met diepe, stille vreugde. Van Zichzelf zei Christus: "Ik doe niets uit Mijzelf; Ik spreek wat de Vader Mij geleerd heeft. En die Mij gezonden heeft is met Mij. Hij heefl; Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt." (13)

De aanwezigheid van de Vader omringde Christus en niets overkwam Hem dan hetgeen de oneindige liefde toeliet tot zegen van de wereld. Hier was Zijn bron van troost, en die is voor ons. Die vervuld is met de Geest van Christus verblijfi in Christus. Wat ook maar tot Hem komt, komt van de Verlosser, die hem omringt met Zijn tegenwoordigheid. Niets kan hem raken, tenzij met toestemming van de Here. Al ons lijden en onze zorgen, al onze verzoekingen en beproevingen, al ons verdriet en treuren, al onze vervolgingen en ontberingen, kortweg, alle dingen werken mede ten goede. Alle ervaringen en omstandigheden zijn Gods werklieden en daardoor wordt het goede tot ons gebracht.

Spreek geen Kwaad

Als wij enig besef hebben van de lankrnoediglreid van God voor ons, zullen wij ook anderen niet veroordelen of beschul- drgen. Hoe verbaasd zouden Zijn medewerkers geweest zijn als zij Jezus na kemris met Hem gemaakt te hebben, een woord van beschuldiging, kritiek of ongeduld hadden horen spreken. Laat ons nooit vergeten, dat wie Hem liefhebben Hem in karakter moeten vertegenwoordigen.

"Hebtdebroederslief,weestbarmhartigenootmoedigenvergeldtgeenkwaad metkwaad, of laster met laster, maar zegent mtegendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, opdat gij zegen

266 Gezin en Gezondeid

zoudt beërven." (14) "Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander een voorbeeld."(l5)

Hoffelijkheid

De Here Jezus vraagt van ons erkenning van de rechten van ieder mens. De sociale rechten van de mens en hun rechten als christenen moeten in aanmerking worden genomen. Allen moeten behandeld worden met verfijning en fijngevoeligheid, als zonen en dochters van God. Het christendom zal van een man een heer maken en van een vrouw een dame. Christus washolïelíjk,zelfsvoorZijnvervolgers;enZijnwarevolgelingenzullendezelfdegeesttonen. Kijk naar Paulus toen hij voor overheden gebracht werd. Zijn taalgebruik voor Agrippa is een illustratie van zowel hofielijkheid als overtuigende welsprekendheid. Het evangelie moedigt niet de fonnele, gangbare beleefdheid van de wereld aan, maar de hoffelijkheid die uit de goedheid van het hart voortspruit. Het meest zorgvuldige aankweken van de uiterlijke welvoeglrjkheidsnormen in het leven is niet voldoende om alle knbbrgherd, scherpe beoordeling en onbehoorlijke taal buiten te sluiten. Ware verfijning zal nooit getoond worden zolang als het eigen ik als het voomaamste onderwerp wordt beschouwd. Liefde moet in het hart wonen. Een echt christen betrekt zijn motieven uit een hartelijke liefde voor de Meester. Vanuit de wortels van zijn genegenheid voor Christus ontspringt een onzelfzuchtige belangstelling voor zijn broeders. Liefde geefi aan de bezitter hoffelijkheid, welvoeglijkheid en een beschaafd gedrag. Ze verlicht het uiterlijk en verzacht de stem; ze verfijnt en verheft het gehele wezen.

Het Belang van Kleine Dingen

Het leven bestaat in hoofdzaak niet uit grote opofferingen en wonderbaarlijke prestaties, maar uit kleine dingen. Het gebeurt het meest door de kleine dingen die zo weinig aandacht waard lijken, dat groot goed of kwaad in ons leven wordt gebracht. Het komt door onze eigen mislukking om de toets die door kleine dingen tot ons komt te doorstaan, dat gewoonten gevormd worden, het karakter wordt misvomrd; en wanneer de grote beproevingen komen, vinden zij ons onvoorbereid. Slechts door uit principe te handelen bij de testen in het dagelijks leven kurmen wij macht verkrijgen om standvastig en getrouw te blijven in de gevaarlijkste en moeilijkste omstandigheden.

Zelfbeheersing

Wij zijn nooit alleen. Of wij Hem verkiezen of niet, wij hebben een metgezel. Bedenk, dat waar u ook bent, wat u ook doet, God aanwezig is. Niets wat gezegd wordt, of gedaan of gedacht, ontkomt aan Zijn aandacht. Bij ieder woord of daad hebt u een getuige - de heilige, zondehatende God. Denk hier altijd aan vóór u spreekt of handelt. Als christen bent u lid van de koninklijke familie. Een kind van de hemelse Koning. Zeg geen woord, doe geen daad, die oneer brengt op "die goede naam die over u is uitgeroepen." (16)

267 Gezin en Gezondeid

Bestudeer zorgvuldig het goddelijk-menselijk karakter en vraag steeds: "Wat zou Christus doen als Hij in mijn plaats was?" Dit zou de maatstaf van onze plicht moeten zijn. Plaats uzelf niet nodeloos in het gezelschap van lieden die door hun praktijken uw bedoelingen om goed te doen verzwakken of een smet brengen op uw geweten. Doe onder vreemden, op straat, in vervoer, of in huis niets, dat in het minst met het kwade van doen heeft. Doe elke dag iets ter verbetering, het mooier maken en veredelen van het leven dat Christus met Zijn eigen bloed gekocht heeft.

Handel altijd volgens beginsel, nooit uit impuls. Temper de natuurlijke onstuimigheid van uw aard door zachtheid en bescheidenheid. Sta uzelf geen lichtvaardigheid toe, noch beuzelingen. Laat geen lage moppen over uw lippen komen. Zelfs gedachtennmogen niet toegestaan worden om de vrije teugel te gaan. Zij moeten beheerst worden, gevangen gehouden worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Zij moeten gevangen geleid worden onder de gehoorzaamheid van Christus. Dan zullen zij door de genade van Christus rein en zuiver worden. Wij behoeven een voortdurend besef van de veredelende macht van zuivere gedachten. De enige zekerheid voor iedere ziel is zuiver denken. Zoals een man "in zijn hart denkt, zo is hij." (17) De macht tot zelfbeheersing wordt sterker door oefening. Wat eerst moeilijk schijnt, wordt door voortdurend oefenen en herhaling gemakkelijk, tot goede daden en gedachten gewoonte worden. Als wij het willen, kumien wij ons afkeren van alles wat goedkoop en waardeloos is en stijgen tot een hoge standaard; wij kunnen door mensen gerespecteerd worden en geliefd door God.

Aanbevelen; Bemoedigen

Kweek de gewoonte aan, goed van anderen te spreken. Houdt de goede eigenschappen van degenen met wie u omgang hebt in' gedachten en kijk zo min mogelijk naar hun fouten en mislukkmgen. Wanneer u verleid wordt tot klagen over wat iemand gezegd of gedaan heeft, prijs iets in het leven of karakter van die persoon. Kweek dankbaarheid aan. Loof God voor Zijn wonderlijke liefde in het geven van Christus die voor ons stierf. Het loont niet om aan onze grieven te denken. God roept ons op om aan Zijn genade en Zijn omnetelijke liefde te denken, waardoor we geïnspireerd worden tot lofprijzing. Emstige werkers hebben geen tijd om aan fouten van anderen te denken. Wij kunnen ons niet veroorloven te leven van andermans fouten en mislukkingen.

Kwaadspreken is een dubbele vloek, die zwaarder valt op de spreker dan op de hoorder. Wie het zaad van meningsverschillen ten twist zaaien, oogsten in hun eigen ziel de dodelijke vruchten. Juist dat zoeken naar het kwaad in anderen ontwikkelt kwaad in degene die daamaar zoekt. Door het overdenken van de fouten van anderen worden we veranderd naar datzelfde beeld. Maar door op Christus te zien, te spreken van Zijn liefde en vohnaakt karakter, worden we naar Zijn beeld veranderd. Door het overdenken van de hoge idealen die Hij ons voorhoudt, worden wij opgeheven in een zuivere en heilige atmosfeer, zelfs in de tegenwoordigheid van God. Wanneer wij daarin verblijven, gaat er van ons een licht uit dat

268 Gezin en Gezondeid

allen die met ons in aanraking komen, verlicht. Zeg, in plaats van anderen te bekritiseren en te veroordelen: "Ik moet mijn eigen zaligheid bewerken. Als ik samenwerk met Hem die mijn ziel wenst te redden, moet ik mijzelf ijverig in het oog houden. Ik moet ieder kwaad uit mijn leven verwijderen. Ik moet elke fout overwinnen. Ik moet een nieuw schepsel in Christus worden. Dan, in plaats van anderen die tegen het kwade strijden te verzwakken, kan ik hun door bemoedigende woorden versterken." Wij zijn te onverschillig voor anderen. Te dikwijls vergeten wij dat onze medewerkers opmontering en kracht nodig hebben. Draag er zorg voor, dat u hen uw belangstelling en sympathie geeft. Steun hen door uw gebeden, en laat hen weten dat u dit doet.

Geduld met de Dwalenden

Niet alleen die voorgeven medewerkers voor Christus te zijn, zijn ware discipelen. Onder hen die Zijn naam dragen en onder Zijn medewerkers geteld worden, zijn sommigen die Hem niet vertegenwoordigen in karakter. Zij worden niet door Zijn beginselen geleid. Deze personen zijn dikwijls oorzaak van verwarring en ontmoediging voor hun medewerkers die nog jong zijn in christelijke ervaring, maar niemand behoefi misleid te worden. Christus heefi ons een volmaakt voorbeeld gegeven. Hij vraagt ons Hem te volgen.

Tot het einde der tijden zal er onkruid tussen de tarwe zijn. Warmeer de dienstknechten van de landman in hun ijver voor zijn eer, toestemming vragen om het onkruid uit te trekken, zegt de meester: "Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst." (18) ln Zijn genade en lankmoedigheid verdraagt God geduldig de verkeerden en zelfs de booshartigen. Onder Christus” uitverkoren discipelen was Judas, de verrader. Zou het dan oorzaak tot verbazing of ontmoediging zijn als er zich ook nu valshartigen onder Zijn arbeiders bevinden? Als Hij, die de harten leest, de man kon verdragen van wie Hij wist dat die Hem zou verraden, met welk geduld zouden wij dan hen moeten verdragen die fout staan.

En niet allen, zelfs die geheel fout schijnen te staan, zijn als Judas. Petrus, onstuimig, haastig enzelfgenoegzaam,scheen dikwijls meerin het nadeel dan Judas.Hijwerdvaker door de Heiland terechtgewezen. Maar wat een leven van dienstbaarheid en zelfopoffering! Welk een getuigenis draagt het voor de macht van Gods genade! Zo ver wij daartoe in staat zijn, moeten wij voor anderen zijn wat Jezus voor Zijn discipelen was toen Hij met hen wandelde en sprak.

Beschouw uzelf als zendelingen, in de eerste plaats onder uw medewerkers. Dikwijls vraagt het veel tijd en werk om een ziel voor Christus te winnen. En wanneer een ziel zich van zonde tot gerechtigheid keert, is er vreugde onder de engelen. Denkt u dat de dienende geesten die over deze zielen waken, blij zijn te zien hoe onverschillig zij behandeld worden door sommigen die zich christenen noemen? Als Jezus met ons zou doen zoals wij elkaar dikwijls doen, wie van ons zou gered kunnen worden?

269 Gezin en Gezondeid

Bedenk, dat u geen harten kunt lezen. U kent de motieven niet, die leiden tot daden die u verkeerd lijken. Er zijn velen die geen juiste opvoeding genoten hebben; hun karakters zijn verkeerd gegroeid, zij zijn hard en knoestig en schijnen in ieder opzicht verbogen. Maar de genade van Christus kan hen hervormen. Zet ze nooit opzij, drijf ze nooit tot ontmoediging of wanhoop door te zeggen: "Je hebt mij teleurgesteld en ik wil niet proberen om je te helpen." Een paar woorden, haastig en geprikkeld gesproken -juist wat wij denken dat zij verdienenkunnen de koorden van invloed die hun harten aan de onze gebonden zou hebben, doorsnijden.

Het beheerste leven, de geduldige verdraagzaamheid, een geest die gelijkmoedig blijft onder ergemissen, is altijd het meest afdoende argument en de plechtigste oproep. Als u gelegenheden en voordelen gehad hebt die anderen niet ten deel zijn gevallen, overdenk dit, en weest altijd een wijze, tactvolle, zachtmoedige leraar.

Om in de was (of in de lak) een scherpe afdruk van het zegel te verkrijgen, drukt men het zegel er niet met een haastige, hefiige beweging op; men plaatst het zegel zorgvuldig in de plooibare was en drukt het rustig en stevig neer, tot het in de vonn verhard is. Op gelijke wijze handelt men met menselijke zielen. Aanhoudende christelijke invloed is een geheime macht, en zij hangt af van de standvastigheid van uw uitleving van het karakter van Christus. Help hen die gedwaald hebben, door van uw ervaringen te vertellen. Laat hen zien hoe, toen u emstige fouten maakte, geduld, vriendelijkheid en hulpvaardigheid van de kant van uw medewerkers u hoop en moed gaf.

Tot aan het oordeel zult u nooit de invloed van een vriendelijke, doordachte handelwijze tegenover de dwalende, de onredelijke, de onwaardige te weten komen. Wanneer wij ondankbaarheid en verraad van heilig vertrouwen ontmoeten, worden wij tot ontevredenheid of ontstemming geprikkeld. Dit verwacht de schuldige, hij is erop voorbereid. Maar vriendelijke ver- draagzaamheid wekt verbazing en roept betere impulsen wakker en het verlangen naar een beter leven.

"Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, zíende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen. Verdraagt elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen." (19)

Allen die zich kinderen van God noemen, zouden in gedachten moeten houden dat zij als zendelingen in contact met allerlei soorten mensen gebracht zullen worden. Sommigen zijn be- schaafd, anderen ruw, sommigen bescheiden, anderen trots; er zijn godsdienstige en sceptische mensen, ontwikkelden en onwetenden, rijken en armen. Al deze verschillende mensen kunnen niet gelijk behandeld worden; toch hebben allen behoefte aan vriendelijkheid en sympathie. Door wederzijds contact zou onze geest gepolijst en verfijnd moeten worden.

270 Gezin en Gezondeid

Wij zijn van elkaar afliankelijk, nauw verbonden door de banden van menselijke broederschap.

De sociale relaties maken dat het christendom in contact komt met de wereld. Iedere man of vrouw die goddelijk licht heefi ontvangen, moet licht verspreiden op het donkere pad van hendieonbekendzijn metdebetere weg.Socialemacht,geheiligddoordeGeestvanChristus, moet toenemen in het brengen van zielen tot de Heiland. Christus moet niet in het hart worden verborgen als een gekoesterde schat, heilig en zoet, enkel bestemd voor het genot van de bezitter. Wij moeten Christus in ons hebben als een bron van water, ontspringend tot eeuwig leven, ieder verfrissend die met ons in contact komt

Verwijzingen: 1 Sam. 24:5-7. 2. Matth.7:1,2. 3. Rom.2:l. 4. 1 Petr.2:20. 5. Matth.5:23,24.

6. Spr.15:1. 7. Rom.12:21. 8. Ps.37:5,6. 9. Luc.12:2. 10. Ps.66:l2. 11. Joh 13:7. 12. Hag.2:24.

13. J0lr8:28,29. 14. Rom.12:10. 15. 1 Petr.3:9. 16. JaC.2:7. 17. Spr.23:7. 18. Matth.13:29,30

19. Gal.6:1,2.

271 Gezin en Gezondeid

Kapitel 42 Ontwikkeling en dienst

Het christelijk leven is meer dan men gewoonlijk denkt. Het bestaat niet geheel uit hoffelijkheid, geduld, zachtheid en vriendelijkheid. Deze deugden zijn een vereiste; maar er is ook behoefte aan moed, kracht, energie en doorzettingsvermogen. Het pad dat Chn`stus heeft uitgestippeld is een nauw pad van zelfverloochening. Om dat pad te betreden en verder te trekken door moeilijkheden en ontmoedigingen zijn mensen nodig die meer zijn dan zwakkelingen.

Karaktersterkte

Mensen met uithoudingsvermogen worden gevraagd, mensen die niet wachten tot het pad voor hen geëffend is en elk obstakel verwijderd, mensen die met nieuwe ijver de slappe pogingen van ontmoedigde werkers willen inspireren, manen met harten, vol van christelijke liefde, en sterke handen om het werk van hun Meester te doen.

Sommigen die deel nemen aan zendingswerk, zijn zwak, krachteloos, geestloos, gemakkelijk ontmoedigd. Die hebben geen doorzettingsvennogen. Hun ontbreken de karaktertrekken die kracht geven iets te ondememen - de geest en de energie die enthousiasme opwekken. Wie succes willen behalen moeten moedig zijn en hoopvol. Zij zouden niet alleen de passieve, maar ook de actieve deugden moeten cultiveren. Terwijl zij het zachte antwoord moeten geven dat de grimmigheid afkeert, moeten zij ook de moed van een held bezitten om het kwaad te weerstaan. Met de weldadigheid die alle dingen verdraagt, hebben zij een sterk karakter nodig dat hun invloed tot een positieve kracht zal maken.

Sommigen hebben geen vast karakter. Hun plannen en doelstellingen hebben geen vaste vorm en inhoud. Zij zijn van weinig praktisch nut in de wereld. Deze zwakheid, besluiteloosheid en onbekwaamheid zouden overwomien moeten wor- den. Er is in het ware christelijke karakter een onoverwrnnelijkheid die niet gevormd kan worden of onder- worpen door tegengestelde omstandigheden. Wij moeten een morele ruggengraat hebben, een oprechtheid waarop vleierij, omkopenj en verschrikkingen geen vat hebben.

Verstandelijke Ontwikkeling

God vraagt van ons iedere gelegenheid te benutten om zich van een goede voorbereiding voor Zijn werk te verzekeren. Hij verwacht van ons dat wij alle energie in de uitvoering daarvan stekennen ons hart levendig houden voor de heiligheid en de vreselijke verantwoordelijkheden daarvan.

Velen die in staat zijn om uitstekend werk te doen, brengen weinig tot stand omdat zij te weinig ondememen. Duizenden gaan door het leven alsof zij geen groot doel hebben om voor te leven, geen hoge standaard om te bereiken. Eén reden hiervoor is de lage die zij over

272 Gezin en Gezondeid
"Gedraag u als man, wees sterk. "

zichzelf hebben. Christus betaalde een oneindige prijs voor ons, en Hij vraagt ons onszelf naar die prijs te schatten.

Wees niet tevreden met het bereiken van een lage standaard. Wij zijn niet wat wij zouden kunnen zijn. God heelt ons verstandelijke krachten gegeven, niet om ongebruikt te laten of om verknoeid te worden voor aardse of slechte bezigheden, maar om volkomen ontwikkeld te worden, verfijnd, geheiligd, veredeld en om te worden gebruikt om de belangen van Zijn konmknjk te bevorderen. Niemand zou erin moeten toestemmen om een machine te zijn die aan de gang wordt gehouden door iemand anders. God heeft ons het vermogen gegeven om te denken en te handelen en het is door zorgvuldig handelen, opziende om wijsheid, dat u in staat zult zijn lasten te dragen. Behoudt de van God gekregen persoonlijkheid. Weest geen schaduw van iemand anders. Verwacht dat de Here van u en met u en door u zal werken.

Denk nooit dat u genoeg geleerd hebt en u zich mag ontspannen. Het ontwikkelde verstand is de maatstaf van de man. Uw opvoeding zou het gehele leven door moeten gaan; u zou elke dag moeten leren en uw kennis in praktijk moeten brengen. Bedenk dat welke post u ook vervult, u uw motieven openbaart en uw karakter ontwikkelt. Welk werk u ook doet, doe het in de puntjes, met ijver; overwin de neiging om de kantjes er af te lopen.

Dezelfde geest en hetzelfde beginsel die iemand in zijn dagelijks werk tentoonspreidt, zullen in zijn gehele leven tot uiting komen. Zij die een vastgestelde hoeveelheid werk willen doen voor een vast salaris zonder een speciale inspanning, zijn niet degenen die God roept voor Zijn zaak. Zij die berekenen hoe zij zo weinig mogelijk kunnen geven van hun lichamelijke, verstandelijk en morele krachten, zijn niet de werkers op wie Hij overvloedig Zijn zegen kan uitgieten. Zij die bewaakt moeten worden en alleen werken als elke plicht htm wordt vermeld, zijn niet degenen die goed en getrouw genoemd kunnen worden. Er worden werkers vereist die energie tonen, oprechtheid, ijver, die bereid zijn alles te doen wat gedaan moet worden. Velen worden onbekwaam door het ontlopen van verant- woordelijkheden uit vrees voor mislukking. Daardoor missen zij die ervaring en vorming, die studie en lezen en al de andere voordelen die anderszins worden behaald, hun niet kunnen geven.

De mens kan vonn geven aan de omstandigheden, maar men moet niet toelaten dat de omstandigheden de mens vonnen. Wij zouden omstandigheden moeten aangrijpen als instrumenten om mee te werken. Wij moeten ze beheersen, maar moeten niet toelaten door hen beheerst te worden. Krachtige mannen zijn degenen, die tegenstand hebben gekend, getergd en ge- dwarsboomd zijn geweest. Door al hun energie in het geweer te roepen, zijn de hindemissen die zij ontmoetten, hen tot zegen geworden. Zij women zelfvertrouwen. Strijd en verwarring vragen om oefening van Godsvertrouwen en om vastberadenheid, die kracht ontwikkelt.

273 Gezin en Gezondeid

Het Motief in de Dienst

Christus deed geen half werk. Hij mat zijn werk niet per uur. Zijn tijd, Zijn hart, Zijn ziel en kracht gaf Hij tot zegen van de mensheid. Hij zwoegde door vennoeiende dagen en bad lange nachten geknield om genade en uithoudingsvermogen om een groot werk tevolbrengen. Ondersterkgeroepen tranenzondHij Zijn smekingentenhemel,opdatzijn menselijkenatuur versterkt mocht worden, zodat Hij bereid zou zijn de sluwe vijand in al zijn bediieglijke werkingen tegemoet te treden en versterkt zou worden om Zijn zending - het verheffen van de mensheid - te vervullen. Tegen Zijn werkers zei Hij: "Ik heb gezet? Zßorbeeld gegeven, opdat gij ook doet, gelijk Ik u gedaan "De liefde van Christus, zei Paulus, "dringt ons." (2)

Dit was het werkelijke beginsel van zijn gedrag; het was zijn beweeg- reden. Als ooit op hetpadvandeplichtzijnvuurvooreenmomentverslapte,waséénblikophetkruisvoldoende om de lendenen van zijn geest opnieuw aan te gorden en de weg van zelfverloochening te vervolgen. In zijn werk voor zijn broeders steunde hij veel op de openbaring van oneindige liefde van het offer van Chnstus, met de verzachtende, dringende macht daarvan.

Hoe emstig, hoe ontroerend is zijn oproep: "Gij kent immers de genade van onze Here Jezus Christus, dat Hij om uwentwil ann is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door Zijn annoede rijk zoudt worden." (3) U kent de hoogte vanwaar Hij neerdaalde, de diepte van vemedering waartoe Hij afdaalde. Zijn voeten betraden het pad van opoffering en gingen niet terzijde totdat Hij Zijn leven had gegeven. Tussen de troon in de hemel en het kruis was er geen mst voor Hem, zijn liefde voor de mens bracht Hem tot het verwelkomen van iedere smaad en het ondergaan van iedere mishandeling.

Paulus maant ons aan om "niet slechts op eigen belang te letten, maar ieder lette ook op dat van anderen." (4) Hij vraagt ons ook: "Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk te zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeñ aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in Zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vemederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood des kruises." (5)

Paulus was diep verlangend dat de vemedering van Christus gezien en beseft zou worden. Hij was ervan overtuigd dat, als men ertoe gebracht kon worden om het verbazingwekkende offer, gebracht door de majesteit des hemels, te overdenken, zelfzucht uit de harten zou worden gebannen. De apostel blijft stilstaan bij elk punt, zodat wij enigeimate de wonderbare vemedering van de Verlosser ten behoeve van zondaars kumien begrijpen. Hij richt de aandacht eerst op de hoge positie die Christus in de hemel vervulde aan de boezem van Zijn Vader;hij openbaartHemdaama bijhetafstanddoenvan Zijn heerlijkheid,Zichzelf vrijwillig onderwerpend tot de vemede- rende toestand van het leven van een mens, het op Zich nemen van de verantwoordelijkheden van een dienstknecht, gehoorzaam geworden tot de dood, en dat de meest schandelijke en weerzinwekkende, de meest wrede - de dood des kruises.

274 Gezin en Gezondeid

Kunnen wij deze wonderlijke openbaring van Gods liefde overdenken zonder dankbaarheid en liefde, en diep gevoel van het feit dat wij niet van onszelf zijn? Zo°n Meester zou niet gediend moeten worden uit zelfzuchtige motieven.

"Gij weet," zei Petrus, "dat gij niet met vergankelijk dingen, zilver of goud zijt vrijgekocht." (6) O, hadden deze dingen kimnen voldoen voor de redding van de mens, hoe gemakkelijk zou het Hem geweest zijn dit tot stand te brengen, die gezegd heeft: "Van Mij is het zilver en van Mij is het goud." (7) Maar de zondaar kon alleen vrijgekocht worden door het kostbare bloed van de Zoon van God. Wie dit wonderbare offer niet naar waarde kunnen schatten, onthouden zichzelf die dienst van Christus en zullen in hun zelfzucht vergaan.

Vastberaden Doel

In het leven van Christus werd alles ondergeschikt gemaakt aan Zijn werk - het grote werk derverlossing-datHijkwamvolbrengen.Endezelfdetoewijding,dezelfdezelfverloochening en zelfopoffering, dezelfde onderwerping aan de eisen van Gods woord moet door Zijn discipelen getoond worden. Ieder die Christus aanvaardt als zijn persoonlijke Zaligmaker zal verlangen naar het voorrecht God te dienen. Door te overdenken wat God voor hem gedaan heeft, wordt zijn hart bewogen door de grenzeloze liefde en aanbiddende dankbaarheid. Hij verlangt emaar gestalte te geven aan zijn dankbaarheid door zijn vermogens in de dienst van God te stellen. Hij verlangt emaar zijn liefde voor Christus te tonen en voor Zijn gekocht bezit. Hij begeeit hard werken, moeilijkheden, opoífering. De ware werker van God zal zijn best doen omdat hij daarin zijn Meester kan verheerlijken. Hij zal het goede doen teneinde te voldoen aan Gods eisen. Hij zal trachten zijn vennogens te verbeteren. Hij zal elke plicht nakomen als een plicht van God. Zijn enige wens zal zijn dat Christus geëerd zal worden door vohnaakte dienst.

Er is een schilderij dat een os afbeeldt, staande tussen een ploeg en een altaar, met het onderschrifi "Gereed voor beide," gereed om te zwoegen in de voren of geofferd te worden op het altaar. Dit is de houding van een waar kind van God - bereid om te gaan waar de plicht roept, zichzelf te verloochenen, zich op te offeren voor de Zaak van de Verlosser.

275 Gezin en Gezondeid
Verwijzingen: 1. Joh. 13:15. 4. Filip.2:4. 7. Hag.2:8 2. 2 Cor.5:14. 5. Filip.2:5-8. 3. Cor.8:9. 6. 1 Petr.l:18.

Kapitel 43 Een hogere ervaring

Wij behoeven steeds een nieuwe openbaring van Christus, een dagelijkse ervaring, die in overeenstemming is met Zijn leer. Hoge en heilige mogelijkheden liggen bimien ons bereik. Gods doel voor ons is een voortdurende vooruitgang in kennis en deugd. Zijn wet is de echo van Zijn eigen stem, die allen uitnodigt: "Komt hoger op, weest heilig, steeds heiligen" Iedere dag kminen wij vorderingen maken in de vervolmaking van het christelijke karakter.

Zij die betrokken zijn bij de dienst voor de Meester hebben een veel hogere, diepere en bredere ervaring nodig dan velen ooit hadden gedacht. Velen die reeds lid zijn van Gods grote gezm, weten weinig van wat het betekent Zijn heerlijkheid te aanschouwen en veranderd te worden van heerlijkheid tot heerlijkheid. Velen hebben een vage opvatting van de uitnemendheid van Christus en hun hart is ontroerd van vreugde. Zij verlangen naar een voller, dieper besef van de liefde van de Heiland. Laat hen elk verlangen koesteren dat de ziel naar God heeft. De Heilige Geest werkt met wie bewerkt wil worden. Hij vonnt hen die gevonnd willen worden, modelleert hen die gemodelleerd willen worden. Oefen u in geestelijk denken en heilige gemeenschap. U hebt nog maar de eerste stralen gezien van het vroege gloren van Zijn heerlijkheid. Als u voortgaat de Here te kemien, zult u ervaren dat "het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag." (1)

De Vreugde des Heren

"Dit heb Ik tot u gesproken," zei Christus, "opdat Mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde." (2) Christus zag het resultaat van Zijn zending altijd voor Zich. Zijn aards leven, zo vol moeite en zelfopoffering, werd opgevrolijkt door de gedachte dat al dit werk niet voor niets zou zijn. Door Zijn leven te geven voor het leven van de mens, zou Hij in de mensheid het beeld van God herstellen. Hij wil ons uit het stof opheffen en ons karakter hervonnen naar het patroon van Zijn eigen karakter en het verfraaien met Zijn eigen heerlijkheid.

Christus zag het resultaat van Zijn moeitevol lijden en was voldaan. Hij overzag de uitgestrektheid van de eeuwigheid en zag het geluk van hen die door Zijn vemedering vergiffenis en het eeuwige leven zouden krijgen. Hij werd om onze overtre- dingen doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Hij hoorde het juichen van de verlosten. Hij hoorde de viijgekochten het lied van Mozes en het lied van het Lam zingen, ofschoon de zonden der wereld zwaar op Zijn onschuldige ziel zouden drukken, ofschoon de schaduw van een onuitsprekelijk wee op Hem rustte, toch om de vreugde, welke vóór Hem lag, heeft Hij dit alles op Zich genomen, zonder de schande te achten.

276 Gezin en Gezondeid
"Blijf in Mij, en Ik in u. "

Deze vreugde moeten al Zijn volgelingen delen. Hoe groot en heerlijk het hiemamaals ook is, ons loon is niet helemaal gereserveerd voor de tijd van de uiteindelijke verlossing. Zelfs hier moeten wij door het geloof in de vreugde van de Verlosser delen. Zoals Mozes moeten wij doorzetten, ziende op de Onzienlijke.

Wij hebben een strij dende kerk. Nu worden wij geconfronteerd met een wereld in duistemis, bijna geheel overgegeven aan afgodendienst. Maar de dag komt, waarop de strijd gestreden zal zijn en de overwimiing behaald. De wil van God moet op de aarde geschieden zoals in de hemel. De geredden onder de mensen zullen geen andere wet kemien dan de wet van de hemel. Allen zullen een gelukkige, verenigde familie zijn, bekleed met de klederen van lof en dankzegging - het kleed van Christus” gerechtigheid. De gehele natuur in haar weergaloze lieflijkheid zal God haar hulde bieden in lofprijzing en aanbidding. De wereld zal baden in het licht van de hemel. Het licht van de maan zal zijn als het licht van de zon, en het licht van de zon zal zevenvoudig toenemen. De jaren zullen in blijdschap verstrijken. Over dit tafereel zullen de morgensterren tezamen zingen en de zonen Gods zullen juichen van vreugde,terwijlGoden ChristusZichzullenverenigenindeverkondiging:"Erzalgeenzonde meer zijn, noch dood zal er meer zijn." Deze visioenen van de toekomende heerlijkheid die ons geschilderd zijn door de hand van God, zouden Zijn kinderen dierbaar moeten zijn.

Sta op de drempel van de eeuwigheid en hoor het liefelijke welkom dat hen bereid wordt, die in dit leven met Christus hebben samengewerkt en het als een voorrecht en eer hebben beschouwd om in Zijn dienst te lijden. Met de engelen werpen zij hun kronen aan de voeten van de Verlosser, terwijl zij uitroepen: "Waardig is het Lam dat geslacht werd, om te ontvangen, de macht, en de rijkdom en de wijsheid, en de sterkte en de eer, en de heerlijkheid en de lof. Hem die op de troon is gezeten en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in eeuwigheden." (3)

Daar begroeten de geredden hen, die hen op de verheven Verlosser gewezen hebben. Zij verenigen zich in lofprijzingen voor Hem die stierf, opdat de mens dat leven zou bezitten dat zich meet naar het leven van God. De strijd is voorbij. Alle verwarring en twist is beëindigd. Overwinningsliederen vervullen de hemelen als de geredden rondom de troon van God staan. Allen nemen de vreugdevolle melodie over: "Waardig, waardig is het Lam dat geslacht werd, en ons verzoend heeft met God." Daama zag ik en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stam en taal en natie stond voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen.

En zij riepen met luide stem en zeiden: "De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is en van het Laml" (4) ._ "Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking, en zij hebben hun gewaden gewassen, en die wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon van God en vereren Hem dag en nacht in Zijn tempel; en Hij, die _op de troon gezeten is, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden

277 Gezin en Gezondeid

van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbromien des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen." (5) "En de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbij gegaan." (6) .

Wij moeten dit visioen van ongeziene dingen altijd voor ogen houden. Hierdoor zullen wij in staat zijn de juiste waarde van de eeuwige en tijdelijke dingen te schatten. Dit zal ons kracht geven om anderen te beïnvloeden voor een hoger leven.

Op de Berg met God

"Kom op tot Mij op de Berg," gebiedt God ons. Voordat Mozes Gods instrument kon zijn om Israël te bevrijden, werden hem veertig jaren van gemeenschap met Hem toegewezen in de eenzaamheid van de bergen. Vóór het brengen van Gods boodschap aan de Farao, sprak hij met de engel in het brandende braambos. Vóór het ontvangen van Gods wet als vertegenwoor- diger van Zijn volk, werd hij de berg op geroepen en aanschouwde Gods heerlijkheid. Vóórdat hij rechtsprak over de afgodendie- naars, werd hij in een rotsspleet verborgen en God zei: "lk zal de naam des Heren voor u uitroepen." (7) "Barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw... maar houdt de schuldige zeker niet onschuldig." (8) Vóór hij zijn leven met zijn lasten voor Israël neerlegde, riep God hem naar de top van de berg Pisga en toonde hem de heerlijkheid van het beloofde land.

Vóór de discipelen aan hun zending begormen, werden zij door Jezus de berg op geroepen. Vóór de macht en heerlijkheid van Pinksteren kwam de nacht van gemeenschap met de Verlosser, de vergadering op de berg in Galilea, het afscheids- tafereel op de Olijfberg met de beloften van de engel, en de dagen van gebed en gemeenschap in de bovenzaal.

Jezus placht zich in de voorbereiding voor een grote beproeving of een belangnjk werk terug te trekken in de eenzaamheid van de bergen en de nacht in gebed met Zijn Vader door te brengen. Er ging een nacht van gebed vooraf aan de uitzending van de apostelen en aan de Bergrede, aan de verheerlijking, aan de verschrikkmg van de rechtszaal en het kniis en de heerlijkheid van de opstanding.

Het Voorrecht van het Gebed

Ookwij moetenvastgesteldetijdenhebbenvoormeditatieen'gebedenvoorhetontvangen van geestelijke vemieuwing. Wij waarderen de kracht en uitwerking van het gebed niet zoals het behoort. Gebed en geloof zullen doen wat geen macht op aarde tot stand kan brengen. Wij worden maar zelden in alle opzichten tweemaal in dezelfde positie geplaatst. Wij hebben voortdurend nieuwe omstandigheden en nieuwe problemen te doorstaan en daarbij is voorgaande ervaring geen voldoende gids. Wij moeten steeds nieuw licht van God ontvangen. Christus is altijd bezig nieuwe boodschappen te sturen naar hen die naar Zijn stem luisteren. In de nacht van verschrikking in Gethsémane hoorden de slapende discipelen de stem van Jezus niet. Zij hadden een vaag besef van de aanwezigheid van de engel, maar misten de

278 Gezin en Gezondeid

kracht en de heerlijkheid van het tafereel. Door hun slaperigheid en gevoelloosheid misten zij volledig de belevenis die hun zielen zou hebben voorbereid voor de verschrikkelijke tonelen die voor hen lagen. Zo is het ook vandaag de dag dat juist die mensen, die goddelijke aanwijzing zo nodig hebben, dikwijls in gebreke blijven die te ontvangen, omdat zij zich niet met de hemel in verbinding stellen.

De verleidingen waaraan wij dagelijks blootgesteld zijn, maken het gebed tot een noodzaak. Gevaren omringen ons overal. Wie anderen willen redden van ondeugd en ondergang zijn bijzonder blootgesteld aan verleidingen. Omdat zij voortdurend in contact met het kwaad staan, hebben zij een vaste greep op God nodig, teneinde niet zelf verstrikt te raken. Het zijn korte en besliste stappen die van hoge, heilige grond naar lagere niveaus leiden. In een kort besluit kan iemands toestand voor altijd bepaald worden. Een gebrek dat niet overwomien wordt, laat de ziel onbeschennd. Een verkeerde gewoonte, niet fenn weerstaan, zal veranderen in een stalen keten die de gehele persoon bindt.

De reden waarom zovelen aan zichzelf lijken te zijn overgelaten in tijden van verzoeking, is dat zij zich de Here niet altijd voor ogen houden. Wamieer wij toelaten dat onze verbinding met God verbroken wordt, is onze beschemring verdwenen. Niet alleen onze goede bedoelingen en goede plannen zullen ons in staat stellen het kwade te weerstaan. Wij moeten mannen en vrouwen van gebed zijn. Uw smekingen moeten niet vaag, zo nu en dan eens en ongeregeld zijn, maar emstig, volhardend en onophoudelijk. Het is niet altijd nodig om op de knieën te gaan om te bidden. Kweek de gewoonte aan met uw Verlosser te praten als u alleen bent, wanneer u wandelt als u het dnik hebt met uw dagelijks werk. Houdt uw hart opgeheven invoortdurende,stillesmeking omhulp, omlichten kracht, omkemiis.Laat iedere ademtocht een gebed zijn.

Als werkers voor God moeten wij de mensen bereiken waar zij zijn, omringd door duisternis, in het kwade verzonken en doordrerikt met ondeugd. Maar wanneer we onze aandacht gevestigd houden op Hem, die ons een zon en schild is, zal het kwaad dat ons omringt, niet één smet op ons kleed werpen. Als wij werken om zielen te redden die gereed zijn om verloren te gaan, zullen wij niet te schande gemaakt worden als we op God ons vertrouwen stellen. Christus in het hart en Christus in het leven, dat is onze veiligheid. De atmosfeer van Zijn aanwezigheid vult de ziel met een afl<eer van alles wat kwaad is. Onze geest kan zo met Hem vereenzelvigd zijn, dat wij in gedachten en streven één met Hem zijn.

Het was door geloof en gebed dat Jakob, eerst een man met zwakheden en zondige neigingen, een vorst van God werd. Op die wijze kunt u mannen en vrouwen worden met een hoog doel, een nobel leven, mannen en vrouwen, die niet door enige bedenkingen van de waarheid, het recht en de gerechtigheid worden afgetrokken. Allen gaan gebukt onder de druk van dringende zorgen, lasten en plichten, maar hoe moeilijker uw omstandigheden zijn en hoe zwaarder uw lasten, hoe meer u Christus nodig hebt.

279 Gezin en Gezondeid

Het is een emstige misvatting om de openbare dienst van God te verwaarlozen. Zij die zieken moeten verzorgen zijn dikwijls niet in de gelegenheid van dit voorrecht gebruik te maken, maar zij moeten er zorg voor dragen niet nodeloos diensten in het huis van God te missen.

In de verpleging van zieken hangt het succes, meer dan in wereldse zaken, af van de geestelijke instelling en de zelfop- oífering waarmee het werk gedaan wordt. Zij, die verantwoor- delijkheden dragen moeten zich daar plaatsen, waar zij de diepe invloed van de Geest Gods ervaren. U zou een veel groter verlangen dan anderen moeten hebben naar de hulp van de Heilige Geest en naar de kemiis van God, daar uw vertrou- wenspositie grotere verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Nietsinons werkis meer nodigdan depraktische resultaten van de gemeenschap met God. Wij moeten in ons dagelijks leven tonen dat wij vrede en rust hebben in de Verlosser. Zijn vrede in het hart zal van ons gezicht afstralen. Het zal aan de stemeen overtuigende kracht geven. Omgang met God zal het karakter en het leven veredelen. Mensen zullen waarnemen, zoals ook bij de eerste discipelen, dat wij met Jezus geweest zijn. Dit zal aan de werker een kracht geven zoals niets anders kan doen. Hij mag niet van deze kracht verstoken blijven. Wij moeten een tweevoudig leven leven - een leven van denken en handelen, van stil gebed en emstig werken. De kfëtßht, Ofiïffalïgen door omgang met God, verenigd met emstige mspanning om de geest te trainen tot aandacht en zorgdragen, bereidt 0118 V001' op de dagelijkse plichten en houdt vrede m de geest onder alle omstandigheden, hoe uitputtend ook.

De Goddelijke Raadsman

Velen denken, dat wamieer zij in moeilijkheden zijn, zij zich tot een aardse vriend moeten wenden om raad en bijstand. Onder moeilijke omstandigheden vervult ongeloof hun harten en de weg schijnt duister. En al die tijd staat_de machtige Raadsman der eeuwen naast hen en nodigt hen uit vertrouwen in Hem te stellen. Jezus de grote Lastendrager zegt: "Komt allen tot Mij, en Ik zal u rust geven." Zullen we ons dan van Hem aflceren en tot mensen gaan, die even afliankelijk zijn van God als wijzelf?

U moge de gebreken in uw karakter voelen, en de tekorten van uw vermogens. Maar al had u ook het grootste mtellect dat ooit een mens was geschonken, het zou niet voldoende zijn voor uw werk. "Zonder Mij kunt gij niets doen," zei onze Heer en Verlosser. Het resultaat van alles wat we doen, rust in Gods handen. Wat zich ook mag voordoen, leg beslag op Hem, mei standvastig, volhardend veitrouwen.

Begin eik contact dat u legt, of dat in zaken, in de vrijetijd of in de huwelijksband is, met emstig, nederig gebed. Zo zult u tonen dat u God eert, en God zal u eren. Bidt wanneer u wankehnoedig bent. En als u ontmoedigd bent, sluit dan de lippen stevig voor de mensen, werp geen schaduw op het pad van anderen, maar vertel alles aan_Jezus. Strek uw handen uit naar Zijn hulp. Leg in uw zwakheid beslag op Zijn oneindige kracht. Vraag om nederigheid,

280 Gezin en Gezondeid

wijsheid, moed, versterking van uw geloof, zodat u licht kunt zien in Gods licht, en verheug u in Zijn liefde.

Toewijding; Vertrouwen

Wanneer wij nederig en berouwvol zijn, staan wij daar waar God Zich aan ons kan en wil openbaren. Hij vindt het prettig wanneer wij op voorbije genoten genade en zegeningen wijzen als reden voor grotere zegeningen om ons te schenken. Hij wil meer dan de verwachtingen vervullen van hen die op Hem vertrouwen. De Here Jezus weet precies wat Zijn kinderen nodig hebben, hoeveel goddelijke kracht wij zullen vragen ten zegen van de mensheid; en Hij schenkt ons alles wat wij zullen aanwenden in de zegen voor anderen en om onze ziel te verrijken. Wij moeten minder vertrouwen hebben in wat wij zelf kunnen doen en meer vertrouwen in wat de Here kan doen voor en door ons. U bent niet in uw eigen werk bezig; u bent in het werk van God. Onderwerp uw wil en weg aan Hem. Maak geen enkel voorbehoud, tref geen enkele schikking met uzelf, weet wat het is om vrij te zijn in Christus.

Het alleen maar beluisteren van toespraken op de Sabbat en het doorlezen van de Bijbel of de vers voor vers verklaring zal ons of de mensen die ons horen geen goed doen, tenzij wij de waarheden van de Bijbel in onze persoonlijke ervaring verweven. Het verstand, de wil en de genegenheden moeten overgegeven worden aan de beheersing van het woord van God. Dan zullen, door de werking van de Heilige Geest, de voorschriften van het woord de beginselen van ons leven worden.

Wanneer u de Here vraagt u te helpen, eert u de Verlosser door te geloven dat u Zijn zegen zult ontvangen. Alle kracht, alle wijsheid staan tot uw beschikking. Wij hebben er alleen maar om te vragen.

Wandel steeds in het licht van God. Overdenk dag en nacht Zijn karakter. Dan zult u Zijn schoonheid zien en zich in Zijn goedheid verheugen. Uw hart zal gloeien door het voelen van Zijn liefde. U zult opgeheven worden, als gedragen door eeuwige armen. Met de kracht en het licht dat God mededeelt, kunt u meer begrijpen en meer tot stand brengen dan u ooit voor mogelijk hebt gehouden.

"Blijf in Mij."

Christus gebiedt ons: Blijf in Mij, gelijk Ik u.. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij met aan de wijnswk biilft, zoo ook gij niet, indien gij in Mijn niet blijft (9) Wi in Mij blijft gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wit en het zal u geworden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vurcht; draagt en gij zult Mijn discipelen zijn.

Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad. Blijfi in Mijn liefde... _ "Gij hebt niet MU, maal' Ik heb U U1'fgek°Zen en u aangešvezen opdat gij zoudt heengaan en

281 Gezin en Gezondeid

vrucht dragen en uw vrucht blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in Mijn naam." (10)

"Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem lioort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij." (ll)

Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet dan die hem Oontvangt

"Wie overwint... Ik zal hem de morgenster geven en Ik zal op hem schrijven de naam Mijns Gods,... en Ik zal op hem Mijn nieuwe naam schrijven." (14)

"Dit Ene Doe Ik."

Wie zijn vertrouwen in Gods' stelt, zal'met_l°aulus kunnen zeggen: "Ik vennag alle dingen in Hem, die Mij kracht geeft. Welke fouten of mislukkingen er ook geweest mogen zijn in het verleden, wij mogeninet Gods hulp er bovenuit groeien. Met de apostel mogen wij zeggen

"Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus." (15)

Verwijzingen

282 Gezin en Gezondeid
1. Spr.4:l8. 2. Joh. 15:11 3. Openb.7:9,1O. 4. Openb.7;14-17. 5. Openb.5:12,13. 6 Openb.21:4. 7. Ex.33:19. 8. Ex.34:6,7. 9. Joh.15:4. 10. J0h.15:4-16. 11. Openb.3:20. 12. Openb.2:17. 13. 0penb.2:28. 14. Openb.3:12. 15. Fi1íp.3:13,14

In Afwachting van het Einde

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.