13 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
Ieder ogenblik, dat zijn dagelikse plichten hem veroorloofden, gebruikte hij voor studie, beroofde zich van slaap, en ontzegde zich zelfs de tijd, die aan zijn schamele maaltijden besteed werd. Boven alles had hij de studie van Gods Woord lief. Hij had een Bijbel gevonden, die aan een ketting vastlag aan de kloostermuur, en menigmaal begaf hij zich daarheen. Naarmate de overtuiging van zijn zouden dieper werd, zocht hij door zijn eigen werken zich vergeving en vrede te verwerven. Hij leidde een uiterst hard leven, trachtende door vasten, waken, en geselen het boze in zijn karakter, waarvan het kloosterleven hem niet had bevrijd, te onderdrukken. Voor geen opoffering schrikte hij terug, waardoor hij tot die reinheid van hart kon geraken, die hem in staat zou stellen, de goedkeuring Gods te erlangen. “Ik was waarlik een vrome monnik,” zei hij later, “en volgde de regels van mijn orde strikter op, dan ik uitleggen kan. Indien ooit een monnik de hemel kon gewinnen door zijn werken als kloosterbroeder, zou ik er zeker aanspraak op gehad hebben. . . . Indien ik veel langer ware voortgegaan, zou ik mijn kastijdingen van het vlees waarlik tot de dood hebben doorgevoerd.” Als gevolg van deze pijnlike tucht verloor hij zijn krachten, en begon aan flauwten te lijden, de gevolgen waarvan hij nooit geheel te boven kwam. Maar ondanks al zijn inspanning vond hij geen verlichting voor zijn bezwaarde ziel. Hij werd ten laatste bijna tot wanhoop gedreven.
Toen Luther meende, dat alles verloren was, verwekte God hem een vriend en helper. De vrome Staupitz opende Gods Woord voor Luthers verstand, en maande hem aan, van zichzelf af te zien, op te houden met te denken aan de eeuwige straf voor de overtreding van Gods wet, en te zien op Jezus, zijn Heiland, die de zonden vergeeft. “Werp u in de armen van uw Verlosser, in plaats van uzelf te martelen wegens uw zonden. Vertrouw op Hem, op de rechtvaardigheid van Zijn leven, op het zoenoffer van Zijn dood. . . . Luister naar Gods Zoon. Hij werd mens, om u de verzekering te geven van Gods vrije genade.” “Heb Hem lief, die u eerst heeft liefgehad.”
Aldus sprak deze boodschapper der barmhartigheid. Zijn woorden maakten een diepe indruk op Luthers hart. Na menige kamp met zijn langgekoesterde dwalingen was hij in staat de waarheid te vatten, en kwam er vrede in zijn verontruste ziel.Luther werd tot priester geordend, en uit het klooster geroepen om professor te worden aan de universiteit te Wittenberg. Hier legde hij zich toe op de studie van de Schriften in de oorspronkelike talen. Hij begon lezingen te houden over de Bijbel; en het boek van de Psalmen, de Evangelieën, en de Brieven werden aan een menigte verrukte hoorders uitgelegd. Staupitz, zijn vriend en prior, drong erop aan, dat hij de preekstoel zou bestijgen, en het Woord Gods prediken. Luther twijfelde, daar hij zich onwaardig gevoelde om tot het volk te spreken in de plaats van Christus. Het was eerst na lange strijd dat hij toegaf aan het dringende verzoek van zijn vrienden. Hij was reeds machtig in de Schriften, en de genade Gods rustte op hem. Zijn welsprekendheid boeide zijn hoorders; de duidelikheid en kracht, waarmede hij de waarheid voorstelde, overtuigde hun verstand, en zijn ernst sprak tot hun harten.
Heiligdom Symbolen
Controverse
Luther was nog steeds een getrouwe zoon van de Roomse kerk, en dacht er niet aan, dat hij ooit iets anders zou zijn. In Gods voorzienigheid werd hij ertoe geleid, Rome te bezoeken. Hijreisdetevoet, enbrachtdenachtendoorin dekloosterslangs deweg.Ineenzekerklooster in Italië stond hij verbaasd over de rijkdom, de pracht en de weelde, die hij aantrof. Begiftigd met een prinselik inkomen, leefden de monniken in prachtige vertrekken, kleedden zich in de rijkste en kostbaarste klederen, en gingen te gast aan een overvloedige dis. Met pijnlike aandoeningen vergeleek Luther dit toneel met de zelfverloochening en de ontbering van zijn eigen leven. Verbijstering kwam over zijn ziel.
Eindelik aanschouwde hij in de verte de stad van de zeven heuvelen. Met diepe ontroering wierp hij zich ter aarde, uitroepende: “Heilig Rome, ik groet u!”1 Hij nam zijn intrek in de stad, bezocht de kerken, luisterde naar de wonderlike verhalen van priesters en monniken, en nam deel aan al de vereiste ceremonieën. Overal zag hij tonelen, die hem met verbazing en afschuw vervulden. Hij zag dat er verdorvenheid heerste onder alle klassen van de geestelikheid. Hij hoorde de prelaten onkuise grappen maken, en ontzette zich over hun vreselike ongebondenheid, zelfs onder de mis. Wanneer hij zich onder de monniken en burgers mengde, vond hij losbandigheid en onmatigheid. Waarheen hij zich ook wendde, trof hij in plaats van heiligheid bandeloosheid aan. “Het is ongelofelik,” schreef hij, “welke zonden en afschu- welikheden te Rome bedreven worden; ze moeten gezien en aangehoord worden, om er geloof aan te kunnen slaan. Het is z erg, dat men gewoon is te zeggen: ‘Indien er een hel is, moet Rome er op gebouwd zijn. Het is een afgrond, waaruit alle zonden voortkomen.’”1
In een dekreet had de paus juist in die tijd aflaat beloofd aan een ieder, die op zijn knieën dè “Pilatus trap” zou opklimmen, van welke gezegd werd, dat onze Heiland hem was afgeklommen toen hij de Romeinse gerechtszaal uitging, en die op wonderdadige wijze van Jeruzalem naar Rome over- geplaatst was. Luther klom op zekere dag in volle toegewijd- heid dezetrapop, maarhoordeplotselingeenstemalseendonderslag,dietothemscheentezeggen: “De rechtvaardige zal uit het geloof leven.” Hij sprong op, en haastte zich met schaamte en afschuw weg van de plaats. Die tekst verloor nooit zijn macht over zijn ziel. Van die tijd af zag hij duide- liker dan ooit tevoren de valsheid in van het vertrouwen op mensewerken tot zaligheid, en de noodzakelikheid van een onwrikbaar geloof in de verdiensten van Christus. Zijn ogen waren geopend, om nooit weer gesloten te worden voor de valsheid van het pausdom. Toen hij zijn gelaat van Rome afkeerde, had hij ook zijn hart ervan afgekeerd, en van die tijd af werd de klove wijder, totdat hij alle verbintenis met de pauselike kerk verbrak.
Na zijn terugkeer uit Rome ontving Luther van de universiteit te Wittenberg de graad van Doktor in de Godgeleerdheid. Nu was hij vrij, gelijk nooit tevoren, om zich aan de Schriften te wijden, die hij liefhad. Hij had een plechtige gelofte gedaan, dat hij al de dagen van zijn leven Gods Woord zorgvuldig zou onderzoeken en het met getrouwheid prediken, en niet de gezegden en leerstellingenvan de pausen. Hij wasnietlanger slechts een monnik of professor, maar de gezaghebbende heraut van de Bijbel. Hij was als een herder geroepen omGods kudde
Heiligdom Symbolen
Controverse te weiden, die hongerde en dorstte naar de waarheid. Hij verklaarde met beslistheid, dat de Christenen geen andere leerstellingen behoorden aan te nemen, dan die gegrond waren op het gezag van de Heilige Schriften. Deze woorden raakten aan het wezenlike fondament van de pauselike oppermacht. Ze bevatten het levensbeginsel van de Hervorming.
Luther zag het gevaar in, van menselike theorieën boven Gods Woord te stellen. Onbevreesd viel hij de spekulatieve ongelovigheid van de geleerden aan, en stelde zich tegen dewijsbegeerteen godgeleerdheid, wierinvloedzolang hetvolkbeheersthad. Hijverklaarde, dat zulke studieën niet alleen geen waarde hadden, maar verderfelik waren, en trachtte het verstand van zijn hoorders van de valse redeneringen van de wijsgeren en godgeleerden naar de eeuwige waarheden te leiden, die de profeten en apostelen aan het licht hebben gebracht.
Kostbaar was de boodschap, die hij bracht aan de begerige scharen, welke aan zijn lippen hingen. Nooit hadden ze zulke woorden gehoord. De blijde tijding van des Heilands liefde, de verzekering van vergeving en vrede door Zijn verzoenend bloed, verheugde hun harten en vervulde hen met onvergan- kelike hoop. Te Wittenberg was een licht ontstoken, waarvan de stralen de uiterste delen van de aarde zouden beschijnen, en dat in helderheid zou toenemen tot het einde der tijden.
Maar licht en duisternis kunnen niet samengaan. Tussen waarheid en dwaling bestaat een onverzoenlike strijd. Om de ene op te houden en te verdedigen, moet de andere aangevallen en nedergeworpen worden. Onze Heiland zelf verklaarde: “Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.” Luther zei enige jaren na het begin van de Hervorming: “God leidt mij niet, Hij drijft me voort, Hij voert me verder; ik ben geen meester over mijzelf. Ik zou gaarne in rust leven, maar word in het midden van oproer en omwenteling geworpen.” Nu stond hij op het punt van in de strijd ingewikkeld te worden.
De Roomse Kerk had een handelswaar gemaakt van de genade Gods. De tafelen van de wisselaarsm3 waren naast de altaren opgezet, en de lucht weergalmde van het geschreeuw van de kopers en verkopers. Onder het voorwendsel van gelden te verzamelen voor de bouw van de Sint Pieterskerk te Rome, werden er in het publiek aflaten voor de zonden te koop aangeboden op gezag van de paus. Met de prijs van misdaden zou er een kerk gebouwd worden voor Gods eredienst, de hoeksteen gelegd met het loon der ongerechtigheid. Maar dezelfde middelen, die aangewend werden tot Rome’s verheffing, brachten de doodsteek toe aan zijn macht en grootheid. Het was dit, dat de vastberadenste en voorspoedigste van Rome’s vijandenverwekte,enaanleidinggaftotdestrijd,dieRome’stroonschokte,endedrievoudige kroon op het hoofd van de paus deed wankelen.
De beambte, die aangesteld was om in Duitschland de aflaathandel te bezorgen Tetzel genaamd was schuldig bevonden aan de laagste vergrijpen tegen de samenleving en tegen de wet van God; maar, aan de straf op zijn misdaden ontkomen zijnde, werd hij gebruikt om de onbeschaamde handelsplannen van de paus te helpen uitvoeren. Met grote schaamteloosheid uitte hij de schandelikste leugens, en vertelde wonderlike verhalen om een
Heiligdom Symbolen
Controverse onwetend, lichtbewogen en bijgelovig volk te misleiden. Hadden ze Gods Woord gehad, ze zouden niet op die wijze bedrogen geworden zijn. Het was om hen onder het beheer van het pausdom te houden, ten einde de macht en weelde van zijn eerzuchtige leiders te doen aangroeien, dat de Bijbel van hen was weggehouden.
Wanneer Tetzel een stad binnentrok, ging er een boodschapper v r hem uit, die aankondigde: “De genade Gods en van de heilige vader is v r uw poorten.” En het volk verwelkomde de godlasterende huichelaar, alsof hij God zelf geweest was, die uit de hemel tot hen was nedergekomen. De gruwelike handel werd in de kerk gedreven, waar Tetzel de kansel beklom, en de aflaten prees als de kostbaarste gift van God. Hij verklaarde, dat krachtens zijn certifikaten van vergiffenis, al de zonden, die de koper later zou wensen te begaan, vergeven zouden zijn, en dat “berouw zelfs niet noodzakelik is.” Meer nog, hij verzekerde zijn hoorders, dat de aflaten niet alleen bij machte waren omde levenden te redden, maar ook de doden; dat op hetzelfde ogenblik, dat het geld op de bodem van zijn kist zou rinkelen, de ziel voor wie het betaald was, uit het vagevuur bevrijd zou zijn, en de hemel binnengaan.
Toen Simon de tovenaar de apostelen geld aanbood, om hun de macht om wonderen te doenaf tekopen,antwoorddePetrushem: “Uw geldzij metuten verderve,omdat gegemeend hebt, dat de gave Gods door geld verkregen wordt.” Maar Tetzels aanbod werd door duizenden gretig aangenomen. Goud en zilver vloeide in zijn schatkist. Een zaligheid, die met geld gekocht kon worden, was gemakkeliker te verkrijgen dan die waartoe berouw, geloof, en ijverige pogingen vereist werden om de zonde te wederstaan en te overwinnen.
De leer van de aflaten was door geleerde en vrome mannen in de Roomse Kerk tegengestaan en er waren er velen, die geen geloof hechtten aan voorwendselen, welke zo zeer in strijd waren met bet verstand zowel als de openbaring. Geen prelaat durfde zijn stem tegen deze goddeloze handel verheffen, maar de harten van de mensen begonnen beroerd en onrustig te worden, en velen vroegen met bezorgdheid, of God niet door het een of andere middel tussen beide zou treden, om Zijn kerk te reinigen.
Luther, hoewel nog streng katholiek, werd met afschuw vervuld over de lasterlike aanmatigingen van de aflaat- venters. Velen in zijn eigen gemeente hadden bewijzen van vergiffenis gekocht, en begonnen al spoedig tot hun leraar te komen, om hun verschillende zonden te belijden, vergiffenis verwachtende, niet omdat ze berouw hadden en zich wensten te beteren, maar op grond van de aflaat. Luther weigerde hun absolutie, en waarschuwde hen, dattenzijzeberouwgevoeldeneneenanderlevenleidden,zeinhunzondenzoudenomkomen. In grote verslagenheid gingen ze tot Tetzel met de klacht, dat hun biechtvader zijn brieven had geweigerd; en sommigen eisten stoutweg, dat hun het geld teruggegeven zou worden. De monnik was woedend. Hij uitte de vreselikste vloeken, liet vuren aansteken op de publieke pleinen, en verklaarde, dat hij orders had van de paus “om alle ketters te verbranden, die zijn allerheiligste aflaten durfden tegen-staan.”
Heiligdom Symbolen
Controverse
Luther begon nu met stoutmoedigheid zijn werk als kampvechter van de waarheid. Zijn stem werd van de kansel ge-hoord tot ernstige en plechtige waarschuwing. Hij stelde het volk het walgelik karakter van de zonde voor, en leerde hen, dat het de mens onmogelik is, door eigen werken de schuld er- van te verminderen, of aan de straf erop te ontkomen; dat alleen berouw voor God en geloof in Christus de zondaar redden kan; dat de genade van Christus niet kan worden gekocht, maar een vrije gave is. Hij raadde de mensen aan om geen aflaten te kopen, maar in het geloof op de gekruisigde Heiland te zien. Hij verhaalde zijn eigen smartelike ondervinding, en hoe hij tevergeefs getracht had, zichzelf zaligheid te verwerven door verootmoediging en boetedoening; en verzekerde zijn hoorders, dat hij door van zichzelf af te zien en in Christus te geloven, vrede en geluk gevonden had.
Daar Tetzel in zijn handel en goddeloze aanmatigingen volhardde, besloot Luther, tot een meer doeltreffend protest tegen deze schreeuwende misbruiken over te gaan. Spoedig deed zich een gelegenheid voor. De slotkerk van Wittenberg bevatte veel relikwieën, welke op zekere heilige dagen aan het volk werden vertoond; en volle vergiffenis van zonden werd aan allen geschonken, die de kerk dan bezochten en ter biecht gingen. Gevolgelik stroomde het volk op deze dagen in massa’s daarheen. Een van de gewichtigste van die gelegenheden, het feest van “Allerheiligen,” naderde. De dag tevoren plakte Luther, zich onder de menigte mengende, die reeds naar de kerk op weg waren, een papier aan de kerkdeur aan, dat vijf en negentig stellingen tegen de leer van de aflaten bevatte. Hij verklaarde zich bereid, deze stellingen op de volgende dag in de universiteit te verdedigen tegen allen, die lust mochten gevoelen om ze aan te vallen.
Zijn stellingen trokken algemene aandacht. Ze werden gelezen en herlezen, en naar alle zijden herhaald. Grote op-gewondenheid heerste er aan de universiteit en in de gehele stad. Door deze stellingen werd aangetoond, dat de macht om zonden te vergeven, en de straf erop weg te nemen, nimmer aan de paus of enig mens gegeven was. Het gehele stelsel was bedrog, een kunstgreep om geld af te persen door partij te trekken van de bijgelovigheid van het volk, een plan van Satan om de zielen te verwoesten van allen, die op de leugenachtige voorwendsels ervan zouden vertrouwen. Er werd ook duidelik aangetoond, dat het evangelie van Christus de kostbaarste schat van de kerk is, en dat de genade Gods, die daarin wordt geopenbaard, vrijelik geschonken wordt aan allen, die er met berouw en geloof naar zoeken.
Luthers stellingen daagden wederlegging uit; maar niemand durfde er zich aan wagen. De vragen, die hij behandelde, waren in weinige dagen door geheel Duitschland bekend, en weerklonken in enige weken door de gehele Christenwereld. Vele toegewijde Katholieken, die de vreselike goddeloosheid in de kerk gezien en betreurd hadden, maar niet wisten, hoe de voortgang ervan te stuiten, lazen de stellingen met grote blijdschap, en herkenden er de stem van God in. Ze gevoelden, dat God in genade Zijn hand had uitgestrekt om de snel aanwassende vloed van het verderf, die van de bis- schoppelike zetel van Rome uitging, te
Heiligdom Symbolen
Controverse keren. Prinsen en overheden verheugden zich in het geheim, dat er perk zou worden gesteld aan de overmoedige macht, die hun het recht ontkende van zijn besluiten in twijfel te trekken.
Maar de zondelievende en bijgelovige menigten schrokken, toen de valse redeneringen, diehunangstenhaddengesust,werdenweggevaagd.Listigegeesteliken,gestoordinhunwerk van misdaden toe te laten, en hun inkomen in gevaar ziende, waren verwoed, en spanden samen om hun aanmatigingen te handhaven. De hervormer had het hoofd te bieden aan bittere beschuldigers. Sommigen klaagden hem aan van haastig en volgens een eerste opwelling gehandeld te hebben. Anderen legden hem hooggevoelendheid ten laste, verklarende dat hij niet van God geleid was, maar door trots en drift. “Wie weet niet,” antwoordde hij, “dat men maar zelden een nieuw denkbeeld bekend maken kan zonder enige schijn van trots, of beschuldigd te worden van twist veroorzaakt te hebben? Waarom werden Christus en al de martelaren ter dood gebracht? omdat ze de schijn op zich laadden van trotse verachters te zijn van de wijsheid van de tijd, waarin ze leefden ; en omdat ze nieuwe waarheden voorstelden,zonderde orakelenvandeoude meningeneerstnederiggeraadpleegdtehebben.”
Andermaal verklaarde hij: “Wat ik doe, zal niet door men- selik beleid, maar door de raad Gods bewerkt worden. Indien het Gods werk is, wie zal het keren? Indien het dit niet is, wie zal het bespoedigen? Niet mijn wil, niet de hunne, niet de onze, maar Uw wil, o heilige Vader, die in de hemelen zijt!” Ofschoon Luther door Gods Geest bewogen was, om zijn werk te beginnen, zou hij het niet voortzetten zonder zware strijd. De verwijtingen van zijn vijanden, hun verkeerde voorstellingen van zijn doel, en de onrechtvaardige en laster- like aanmerkingen over zijn karakter en beweegredenen, gingen over hem heen als een overweldigende vloed, en bleven niet zonder gevolg. Hij had er zich verzekerd van gehouden, dat de leiders van het volk, zowel in kerk als in school, zich gaarne met hem zouden verenigd hebben in zijn pogingen tot hervorming. Aanmoedigende woorden van hen, die hoge posten bekleedden, hadden hem met vreugde en hoop vervuld. In het verschiet had hij reeds een blijder dag voor de kerk zien dagen. Maar de aanmoediging was in verwijt en veroordeling verkeerd. Vele overheden, in de kerk zowel als in de staat, waren overtuigd van de waarheid van zijn stellingen, maar zagen aldra in, dat het aannemen van deze waarheden grote veranderingen ten gevolge zou hebben.
Het volk te verlichten en te hervormen betekende niet anders, dan het gezag van Rome te ondermijnen, duizenden stromen, die daar nu in de schatkist vloeiden, af te keren, en de overdaad en pracht van de pauselike leiders daardoor zeer te verminderen. Behalve dat, het volk te leren denken en als verantwoordelike wezens te leren handelen, die alleen op Christus zagen als de bron van hun zaligheid, zou de troon van de paus omverwerpen, en ten slotte hun eigen gezag vernietigen. Om deze reden weigerden ze de meerdere kennis, die God hun aanbood, aan te nemen, en schaarden zich tegen Christus en de waarheid, door zich tegen de man te stellen, die Hij gezonden had om hen te verlichten.