2 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
gehoorzalen vulden. De geschriften van Luther hadden overal nieuwe belangstelling in de Heilige Schriften aangewakkerd, en niet alleen uit alle delen van Duitschland, maar ook uit andere landen stroomden er studenten naar de universiteit. Jonge mannen, die voor de eerste maal Wittenberg in het gezicht kregen, “hieven hun handen op naar de hemel,enloofdenGod, die het licht der waarheid uit deze stad liet schijnen, gelijk in vroegere tijden van de berg Zion, om het tot de verstverwij- derde landen te laten doordringen.” 11D’Aubigné, boek 4, Kap. 10. 11D’Aubigné, boek 4, Kap. 10.
Luther was nog slechts gedeeltelik van de dwalingen van het Katholicisme bekeerd. Maar het vergelijken van het Heilige Woord met de pauselike dekreten en instellingen vervulde hem met verbazing. “Ik lees,” schreef hij, “de dekreten van de opperpriesters, en ... ik weet niet of de paus de antichrist zelf is, of zijn apostel; z verkeerd wordt Christus erin voorgesteld,enzelfsgekruisigd.”TochondersteundeLutherindezetijddeRoomseKerknog, en dacht er niet aan, dat hij zich ooit van zijn gemeenschap zou afscheiden. De geschriften en leer van de hervormer werden onder ieder volk van de Christenheid verspreid. Het werk breidde zich uit naar Zwitserland en Holland. Kopieën van zijn geschriften braken zich baan naar Frankrijk en Spanje. In Engeland werd zijn leer als het woord des levens ontvangen. De waarheid had zich ook tot België en Italië uitgestrekt. Duizenden werden uit hun doodslaap wakker geschud tot de vreugde en de hoop van een leven des geloofs.
Rome’s woede steeg voortdurend door de aanvallen van Luther; en sommige van zijn fanatieke tegenstanders, zelfs doktoren aan Katholieke universiteiten, verklaarden dat hij, die de opstandige monnik zou doden, zonder zonde zijn zou. Op zekere dag sprak een vreemdeling de hervormer aan, met een pistool onder zijn mantel verborgen, en vroeg hem, waarom hij zonder geleide was. “Ik ben in Gods hand,” antwoordde Luther. “Hij is mijn hulp en mijn schild. Wat kan de mens mij doen?” Op het horen van deze woorden verbleekte de vreemdeling, en vluchtte uit de tegenwoordigheid van de engelen des hemels.
Bij Rome stond de verdelging van Luther vast; maar God was zijn bescherming. Zijn leer werd overal vernomen, “in nederige woningen en kloosters, ... in de kastelen van de edelen, aan de universiteiten, in de paleizen van de koningen; en mannen van edel karakter stonden aan alle kanten op, om zijn pogingen te ondersteunen.” Het was omtrent deze tijd, dat Luther door het lezen van de werken van Huss bemerkte, dat de Boheemse hervormer de grote waarheid van reehtvaardigmaking door het geloof, die hijzelf trachtte voor te staan en te leren, ook voorgestaan had. “We zijn allen,” sprak Luther, “Paulus, Augustinus en ikzelf, zonder het te weten, Hussieten geweest.” “God zal de wereld zeker bezoeken,” vervolgde hij, “omdat de waarheid een eeuw geleden gepredikt is en verbrand is geworden.”
In een beroep op de keizer en de Duitse adel ten behoeve van de Hervorming van het Christendom, schreef Luther aangaande de paus: “Het is iets vreseliks om de man, die zich de stedehouder van Christus noemt, een pracht te zien ten toon spreiden, waarin geen enkel keizer hem gelijk kan staan. Is dat de eenvoudige Jezus of de nederige Petrus gelijk zijn? De