6 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
God heeft één Man uit de doden opgewekt, de Heer Jezus Christus, opdat Hij de dood te niet zou doen, de zonde zou uitroeien, en de poorten van de hel sluiten. Dit is het reddingswerk . . . Christus heeft overwonnen! Dit is de blijde tijding; en wij worden behouden door Zijn werk, nietdoorons eigen.. .. OnzeHeerJezusChristussprak:‘Vredezijulieden,ziet Mijnhanden’; dat wil zeggen: Zie, o mens! Ik ben het, Ik alleen, die uw zonden heb weggenomen, en u verlost heb; en nu hebt gij vrede, zegt de Heer.”
Hij ging verder met aan te tonen, dat het ware geloof door een heilig leven geopenbaard wordt. “Daar God ons zalig gemaakt heeft, laat ons onze werken z inrichten, dat Hij ze aannemen kan. Zijt gij rijk? laat uw rijkdom voorzien in de behoeften van de armen. Zijt gij arm? laat uw dienst de rijken tot hulp strekken. Indien uw arbeid slechts voor uzelf is, dan is uw voorgewend dienen van God een leugen.”
Het volk luisterde, of het betoverd was. Het brood des levens werd voor deze hongerende zielen gebroken. Christus werd hun voorgesteld als staande boven pausen, afgezanten, keizers en koningen. Luther doelde niet op het gevaar, waarin hij zich bevond. Hij trachtte niet, zichzelf tot het voorwerp van hun gedachten of medegevoel te maken. In de beschouwing van Christus vergat hij zichzelf. Hij verborg zich achter de Man van Golgotha, en trachtte slechts, Jezus omhoog te heffen als de Verlosser van zondaren. Bij het verder reizen werd de hervormer overal met grote belangstelling beschouwd. Een begerige schare verdrong zich om hemheen, en vriendelike stemmen waarschuwden hem voor de bedoelingen van de Roomsen. “Gij zult verbrand worden,” zeiden sommigen, “en uw lichaam zal tot as worden verteerd, zoals dat van Johannes Huss.” Luther antwoordde: “Al stookte men een vuur van Worms tot Wittenberg, waarvan de vlammen tot de hemel zouden opstijgen, zo zou ik er doortrekken in de naam des Heren, en me v r hen stellen; ik zou de kaken van dit monster ingaan, en, de Heer Jezus Christus belijdende, zijn tanden verbreken.”
De tijding dat hij Worms naderde, veroorzaakte grote opgewondenheid. Zijn vrienden beefden voor zijn veiligheid; zijn vijanden vreesden voor het welslagen van hun zaak. Ernstige pogingen werden aangewend om hem over te halen, de stad niet binnen te gaan. De pausgezinden drongen er bij hem op aan, dat hij zich zou begeven naar het kasteel van een vriendschappelike ridder, waar, zo verklaarden ze, alle moeilikheden met onderling goedvinden uit de weg geruimd konden worden. Vrienden trachtten hem angst aan te jagen door de gevaren te beschrijven. Al hun pogen bleef vruchteloos. Luther verklaarde, nog steeds onbewogen: “Al waren er zoveel duivels te Worms, als pannen op de daken, ik zou er toch binnengaan.”
Bij zijn intrede te Worms stroomde een grote menigte naar de poorten, om hem welkom te heten. Zulk een grote toeloop was er zelfs niet geweest om de keizer te verwelkomen. De opgewondenheid was verbazend, en van uit het midden van de schare zong er een schrille, klagende stem een lijkzang, als waarschuwing aan Luther tegen het lot, dat hem wachtte.
“Godzal mijnbeschermingzijn,”zeihij,toen hijuithetrijtuigsteeg.Depausgezindenhadden
Heiligdom Symbolen
Controverse
niet geloofd, dat Luther het waarlik wagen zou om te Worms te verschijnen, en zijn komst aldaar vervulde hen met ontzetting. De keizer riep onmid- dellik zijn raadslieden tezamen om te overleggen, wat hun te doen stond. Een van de bisschoppen, een streng katholiek, verklaarde: “Wij hebben lang over deze zaak beraadslaagd. Laat Uw keizerlike Majesteit zich zonder verwijl van deze man ontdoen. Bracht Sigismund Johannes Huss niet naar de brandstapel ? Wij staan onder geen verplichting, om aan een ketter een vrijgeleide te geven, of er ons aan te houden.” “Niet alzo,” zei de keizer; “we moeten onze belofte houden.”
De gehele stad was verlangend, deze merkwaardige man te zien, en een menigte bezoekers vulde al spoedig zijn logies. Luther was nauweliks van de ziekte hersteld, waaraan hij kort tevoren geleden had; hij was afgemat van de reis, die volle twee weken had geduurd; hij moest zich voorbereiden op de gewichtige gebeurtenissen van de volgende dag, en hij had stilte en rust nodig. Maar z groot was de begeerte om hem te zien, dat hij nauweliks enkele uren rust genoten had, of edelen, ridders, priesters en burgers verzamelden zich verlangend om hem heen. Onder hen waren velen van de edelen, die zo moedig een hervorming van de kerkelike misbruiken van de keizer geëist hadden, en die, zei Luther, “allen zijn vrijgemaakt door mijn evangelie.” Vijanden zowel als vrienden kwamen om de onverschrokken monnik te zien; maar hij ontving hen met onverstoorde kalmte, en stond allen met waardigheid en wijsheid ten antwoord. Zijn houding was onbewogen en moedig. Zijn bleek, mager gelaat, dat de sporen droeg van harde arbeid en krankheid, had een vriendelike en zelfs opgewekte uitdrukking. De plechtigheid en diepe ernst van zijn woorden gaven hem een kracht, waar zijn vijanden zelfs niet volkomen wederstand aan konden bieden. Vrienden zowel als vijanden waren met verwondering vervuld. Sommigen waren ervan overtuigd, dat hij onder Goddelike invloed stond; anderen verklaarden, gelijk de Farizeën van Christus: “Hij heeft de duivel.”
Op de volgende dag werd Luther gedagvaard om voor de Rijksdag te verschijnen. Een keizerlik officier was aangesteld om hem naar de gehoorzaal te begeleiden; toch was het met moeite, dat hij de plaats bereikte. Iedere straat was met toeschouwers gevuld, die verlangend waren, de monnik te zien, welke het gewaagd had, zich tegen het gezag van de paus te verzetten. Toen hij op het punt stond van de zaal binnen te gaan, waar zijn rechters waren, sprak een oude generaal, de held van menige veldslag, vriendelik tot hem: “Monnikje, moninkje! ge hebt een strijd v r u, als ik en menig generaal nooit gekend hebben in onze bloedigste veldslagen. Maar als uw zaak rechtvaardig is, en ge er zeker van zijt, ga dan in Gods naam voorwaarts, en heb geen vrees! God zal u niet begeven.”
Eindelik stond Luther voor het koncilie. De keizer zat op de troon. Hij was omringd van de doorluchtigste personen van het rijk. Nooit was een man in de tegenwoordigheid van een indrukwekkender vergadering verschenen, dan die, waarvoor Martijn Luther zich moest verantwoorden over zijn geloof. “Dit verschijnen was op zichzelf een bepaalde overwinning overhet pausdom.De paushad de manveroordeeld,en nustondhijvooreenrechtbank, welke zich door deze daad boven de paus stelde. De paus had hem vogelvrij verklaard, en hem uit de samenleving verstoten, en toch was hij in beleefde bewoordingen opgeroepen, en door de
Heiligdom Symbolen
Controverse hoogste vergadering in de wereld ontvangen. De paus had hem tot voordurend zwijgen veroordeeld, en nu zou hij spreken voor duizenden aandachtige toehoorders, uit de verste delen van de Christenwereld tezamen gekomen. Een ontzettende omwenteling was op deze wijze door Luthers toedoen tot stand ge-bracht. Rome was reeds bezig, van zijn troon af te stijgen, en het was de stem van een monnik, die deze vernedering teweegbracht.”
In de tegenwoordigheid van die machtige en doorluchtige vergadering scheen de laaggeboren hervormer ontsteld en verlegen. Verscheidene van de vorsten, zijn ontroering bemerkende, gingen naar hem toe, en een van hen fluisterde: “Vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden.” Een ander zei: “Wanneer gij voor stadhouders en koningen gesteld wordt, om mijnentwil, zo zal u gegeven worden door de Geest uws Vaders, wat gij spreken zult.” Z werden de woorden van Christus door de groten van de wereld gebruikt, om Zijn dienstknecht te sterken in de ure der beproeving.
Luther werd naar een plaats vlak v r de troon van de keizer geleid. Een diepe stilte viel op de grote vergadering. Toen stond er een keizerlike beambte op, en op een verzameling van Luthers geschriften wijzende, verlangde hij, dat de hervormer twee vragen zou beantwoorden, of hij ze als de zijne erkende, en of hij voornemens was de meningen, daarin uiteengezet, te herroepen. Nadat de titels van de boeken waren voorgelezen, antwoordde Luther, dat, wat de eerste vraag betrof, hij erkende, dat de boeken de zijne waren. “Wat de tweede vraag aangaat,” zei hij, “ziende, dat het een vraag is, die betrekking heeft op geloof, op de redding van zielen, en het Woord Gods, dat de grootste en kostbaarste schat is, in de hemel zowel als op aarde, zou het haastig en gevaarlik voor mij zijn, zonder nadenken te antwoorden. Ik zou misschien minder zeggen, dan de omstandigheden vereisen, of meer dan voor de waarheid nodig is, en op die wijze zou ik zondigen tegen dit woord van Christus: ‘Zo iemand Mij verloochend zal hebben voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, die in de hemelen is.’ Om deze reden smeek ik Uw keizerlike Majesteit, mij tijd te willen toestaan, opdat ik antwoorden moge zonder me te bezondigen tegen Gods woord.”
Het was verstandig, dat Lutlier dit verzoek deed. Zijn handelwijze overtuigde de vergadering, dat hij niet harts- tochtelik of door drift aangedreven handelde. Zulk een kalmte en tegenwoordigheid van geest, die niet verwacht werden van iemand, die zich bewezen had, stoutmoedig en onwrikbaar te zijn, gaven hem meer macht, en stelden hem later in staat, met een voorzichtigheid, beslistheid, wijsheid en waardigheid te antwoorden, die zijn tegenstanders verwondering afdwong, teleurstelling bezorgde, en hun aanmatiging en trots bestrafte.
Hij moest devolgende dagverschijnen, omzijneindbesluit te geven. Eentijd langontzonk hem de moed, als hij de machten in aanmerking nam, die zich tegen de waarheid geschaard hadden. Zijn geloof wankelde; angstvalligheid en beving greep hem aan, en ontzetting overmande hem. De gevaren vermenigvuldigden zich v r hem, zijn vijanden schenen de overwinning te zullen behalen, en de machten der duisternis de overhand te hebben. Wolken