4 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse vriendschap en de steun van de machtige zetel van Rome op te offeren aan de zaak van een nietsbeduidende monnik.
Zijn woorden bleven niet zonder gevolg. De dag, die op Luthers antwoord volgde, liet Karel een boodschap bij de Rijksdag indienen, waarin hij zijn besluit aankondigde van de staatkunde van zijn voorgangers te zullen volgen tot handhaving en bescherming van de Katholieke godsdienst. Daar Luther geweigerd had, zijn dwalingen te herroepen, zouden de strengste maatregelen gebruikt worden tegen hem en de ketterijen, die hij leerde. “Een enkele monnik, door zijn eigen dwaasheid medegesleept, is opgestaan tegen het geloof van de Christenheid. Ik zal mijn rijken, mijn macht, mijn schatten, mijn vrienden, mijn lichaam, mijn bloed, mijn ziel en mijn leven opofferen; om de verdere voortgang van deze goddeloosheid te stuiten. Ik zal deze Augustijner monnik terugzenden, en hem verbieden, de geringste stoornis onder het volk te veroorzaken; daarna zal ik maatregelen tegen hem en zijn aanhang nemen, als hardnekkige ketters, door ban, vogelvrij verklaring, en alle middelen, die tot hun vernietiging dienstig zijn. Ik roep de leden van de Staten op, om zich als getrouwe Christenen te gedragen.”
Desniettegenstaande verklaarde de keizer, dat Luthers vrijgeleide geëerbiedigd moest worden, en dat hem moest worden toegestaan, eerst zijn tehuis in veiligheid te bereiken, voordat er maatregelen tegen hem genomen konden worden. Twee tegenstrijdige meningen werden nu onder de leden van de Rijksdag openbaar. De afgezanten en vertegenwoordigers van de paus eisten opnieuw, dat het vrijgeleide van de hervormer niet langer geacht zou worden. “De Rijn,” zeiden ze, “behoorde zijn as te ontvangen, zoals hij die van Johannes Huss een eeuw geleden ontvangen had.” Maar de Duitse vorsten, hoewel zelven Rooms en erkende vijanden van Luther, verzetten zich tegen zulk een breuk van publiek vertrouwen, als een smet op de eer van het volk. Ze wezen op de onheilen, die gevolgd waren op de dood van Huss, en verklaarden, dat ze geen herhaling van die gruwelen durfden inroepen over Duitchland, en over het hoofd van hun jeugdige keizer.
Karel zelf sprak, in antwoord op het lage voorstel: “Al zou goede trouw van de ganse aarde gebannen zijn, behoort hij herberg te vinden in het hart van vorsten.” Er werd nog verder bij hem op aangedrongen door Luthers bitterste pauselike vijanden, dat hij met de hervormer zou handelen, gelijk Sigismund gedaan had met Huss, namelik hem aan de genade van de kerk overgeven; maar Karel V. verklaarde: “Ik zou niet willen blozen gelijk Sigismund.” Toch verwierp Karel willens en wetens de waarheden, die Luther had blootgelegd. “Ik ben vast besloten, het voorbeeld van mijn voorvaderen te volgen,“3 schreef de vorst. Hij had besloten, dat hij het pad der gewoonte niet verlaten zou, zelfs niet om in de weg van de waarheid en gerechtigheid te wandelen. Omdat zijn voorvaderen het gedaan hadden, zou ook hij het pausdom ondersteunen, met al zijn wreedheid en verderf. Dat was de stelling, die hij innam, alle licht verwerpende boven wat zijn voorvaderen gehad hadden, of alle plichten verzakende, die zij niet hadden volbracht.
Heiligdom Symbolen
Controverse
Er zijn er velen in deze tegenwoordige tijd, die op dezelfde wijze aan de gebruiken en overleveringen van hun vaderen hangen. Wanneer de Heer hun meer licht schenkt, weigeren ze het aan te nemen, daar het niet aan hun vaderen geschonken was, en die het dus niet aangenomen hadden. Wij nemen niet dezelfde plaats van onze vaderen in; gevolgelik zijn onze plichten en verantwoordelikheden niet dezelfde als de hunne. God kan het niet goedkeuren, dat wij op het voorbeeld van onze vaderen zien tot vaststelling van onze plichten, in plaats van het Woord der waarheid voor onszelven te onderzoeken. Onze verantwoordelikheid is groter dan die van onze voorvaderen. We zijn rekenschap verschuldigd van het licht, dat zij ontvangen hebben, en dat op ons als erfenis is overgegaan; en we zijn eveneens rekenschap verschuldigd van het meerdere licht, dat nu uit Gods woord op ons schijnt.
Christus zei van de ongelovige Joden: “Indien Ik niet gekomen ware en tot hen gesproken had, ze hadden geen zonde; maar nu hebben ze geen voorwendsel voor hun zonde.” Dezelfde Goddelike kracht had door Luther tot de keizer en de vorsten van Duitschland gesproken. En terwijl het licht uit Gods woord uitstraalde, pleitte Zijn Geest met velen in die vergadering voor de laatste maal. Gelijk Pilatus, eeuwen tevoren, door trots en volksgunst zijn hart tegen de Verlosser van de wereld liet sluiten; evenals Felix de boodschapper van de waarheid bevende bad: “Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegener tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen;” gelijk de trotse Agrippa beleed: “Ge beweegt me bijna, een Christen te worden,“ en zich toen afkeerde van de uit de hemel gezonden boodschap, zo had Karel V., gehoor gevende aan de stem van wereldse trots en staatkunde, besloten, het licht van de waarheid te verwerpen.
Geruchten van plannen tegen Luther werden overal verspreid, en veroorzaakten grote opgewondenheid in de stad. De hervormer had zich veel vrienden verworven, welke, de verraderlike wreedheid van Rome tegen allen, die zijn verdorvenheid durfden blootleggen, kennende, zich voornamen, dat hij niet zou opgeofferd worden. Honderden edelen verbonden zich om hem te beschermen. Niet weinigen spraken openlik schande van de keizerlike boodschap, als zijnde een machteloze onderwerping aan de heersende macht van Rome. Aan de tuinhekken van de huizen, en op publieke plaatsen werden plakkaten aangeplakt, sommige waarvan Luther veroordeelden, en andere die Luther ondersteunden. Op een van deze waren eenvoudig de veelbetekende woorden van de grote Wijze geschreven: “Wee u, land! welks koning een kind is.” De geestdrift van het volk door geheel Duitschland ten gunste van Luther overtuigde zowel de keizer als de Rijksdag, dat enige onrechtvaardigheid, hem aangedaan, de vrede van het rijk en zelfs de veiligheid van de troon in gevaar zou brengen.
Frederik van Saksen bewaarde een stipte terughoudendheid, zorgvuldig zijn ware gevoelens jegens de hervormer verbergend, en hem tegelijkertijd met onvermoeide waakzaamheid beschermende, terwijl hij al zijn gangen en die van zijn vijanden naging. Maar velenwarener,diegeenpogingaanwendden,omhuningenomenheid metLutherteverbergen. Hij werd bezocht door prinsen, graven, baronnen, en andere hoge personen, leken zowel als