4 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
De Bernse Dominikaners begrepen, dat wanneer ze deze talentvolle jonge student konden winnen, ze zichzelven winst zowel als eer zouden verzekeren. Zijn zeer jeugdige leeftijd, zijn natuurlike begaafdheid als spreker en schrijver, en zijn aanleg voor muziek en dichtkunst, zouden meer uitwerking hebben dan al hun pracht en vertoon, om het volk naar hun diensten te trekken, en het inkomen van hun orde te vermeerderen. Door bedrog en vleierij trachtten ze Zwingli te be-wegen om hun klooster in te treden. Terwijl Luther student op school was, had hij zich in een kloostercel begraven, en zou voor de wereld verloren zijn geweest, had niet Gods voorzienigheid hem gered. Aan Zwingli werd niet toegelaten, hetzelfde gevaar te ontmoeten. Door Gods voorzienigheid werd zijn vader aangaande de plannen van de monniken onderricht. Zijn voornemen was geenszins, zijn zoon het luie, onwaardige leven van de kloosterbroeders te laten leiden. Hij besefte, dat zijn toekomstige nuttigheid op het spel stond, en beval hem, zonder verwijl naar huis terug te komen.
De jongeling gehoorzaamde het bevel; maar hij kon niet lang tevreden zijn in de vallei van zijn geboorte. Al spoedig nam hij zijn studieën weder ter hand, en ging na enige tijd naar Bazel. Daar was het, dat Zwingli voor de eerste maal het evangelie van Gods vrije genade hoorde. Wittembach, een leraar in de oude talen, was bij zijn studie van het Grieks en Hebreeuws tot de Heilige Schriften geleid, en aldus werden er stralen van Goddelik licht geworpen in het verstand van de studenten, die hij onderwes. Hij verklaarde dat er een waarheid bestond die ouder, en van oneindig groter waarde was dan de theorieën, welke de scholastieken en wijsgeren leerden. Deze aloude waarheid was, dat de dood van Christus het enige rantsoen van de zondaar is. Voor Zwingli waren deze woorden als een eerste lichtstraal, die de morgenschemering voorafgaat.
Zwingli werd al gauw van Bazel weggeroepen om zijn levenswerk te beginnen. Zijn eerste arbeidsveld was een Al- penparochie, niet ver van het dorp, waar hij geboren was. Wijding tot priester ontvangen hebbende, “gaf hij zich met zijn ganse ziel over aan het onderzoek van de Goddelike waarheid, daar hij wel wist,” zegt een medehervormer, “hoeveel hij behoort te weten, aan wie de kudde van Christus is toevertrouwd.” Hoe meer hij de Schriften onderzocht, hoe helderder de tegenstelling aan het licht kwam tussen de waarheden daarin vervat, en de ketterijen van Rome. Hij onderwierp zich aan de Bijbel als het woord van God, de algenoegzame, onfeilbare gids. Hij zag in, dat het zichzelf verklaren moest. Hij waagde het niet, te trachten de Schriften uit te leggen om een van tevoren aangenomen theorie of leer te schragen, maar achtte het zijn plicht, te leren wat het Woord direkt en duidelik zegt. Hij trachtte zich van alle beschikbare middelen te bedienen om een volkomen en juist begrip van de betekenis van het Woord te erlangen, en riep de hulp in van de Heilige Geest, welke, zoals hij verklaarde, het aan allen uitleggen zou, die in ernst en met gebed ernaar zochten.
“De Schrift,” zei Zwingli, “is van God, niet van de mens afkomstig, en diezelfde God, die het verstand geeft, zal u doen verstaan, dat de spraak van Hem komt. Gods woord . kan niet falen; het is lichtverspreidend, onderwijst zichzelf, ontsluit zichzelf; bestraalt de ziel met alle heil en genade; troost de ziel in God, vernedert hem, zodat hij zichzelf verliest, ja zelfs
Heiligdom Symbolen
Controverse verbeurt, en God omarmt.” De waarheid van deze woorden had Zwingli zelf bewezen. Van zijn ondervinding in die tijd sprekende, schreef hij later: “Toen ... ik me geheel en al aan de Heilige Schriften begon te geven, stelden de wijsbegeerte en scholastieke godgeleerdheid me telkens twistvragen voor. Eindelik kwam ik zo ver, dat ik dacht: ‘Ge moet dat alles laten rusten, en de betekenis van God alleen uit Zijn eigen eenvoudig Woord leren . ‘ Toen begon ik God om Zijn licht te vragen, en werden me de Schriften veel duideliker.”
De leer, die Zwingli predikte, had hij niet van Luther ontvangen. Het was de leer van Christus. “Als Luther Christus predikt,” sprak de Zwitserse hervormer, “doet hij, wat ik doe! Hij heeft veel meer zielen tot Christus geleid dan ik dat zij zo. Ik wil geen andere naam dragen dan die van Christus, Wiens krijgsknecht ik ben, en Die alleen mijn hoofd is. Geen enkel woord is ooit door mij aan Luther, of door Luther aan mij geschreven. En waarom ? . . . Opdat het allen duidelik zijn zou, hoezeer het getuigenis van de Geest van God één is: daar wij, zonder enige geheime verstandhouding, zo precies overeenkomen in de leer van Jezus Christus.”
In 1516 werd Zwingli uitgenodigd, prediker te worden in het klooster te Einsiedeln. Hier zouden de dwalingen van Rome hem duideliker onder de aandacht komen, en zou hij een invloed als hervormer uitoefenen, die zich veel verder dan tot zijn Alpen zou uitstrekken. Tot de voornaamste aantrek- kelikheden van Einsiedeln behoorde een beeld van de heilige maagd, dat wonderkracht heette te bezitten. Boven de kloosterpoort stond een opschrift: “Hier kan algehele verlossing van zonden worden verkregen.” Voortdurend begaven zich pelgrims naar dat beeld van de heilige maagd, maar bij het grote jaarfeest van de wijding van dit heiligdom kwamen er scharen uit alle delen van Zwitserland, en zelfs uit Frankrijk en Duitschland. Zwingli, wie dit gezicht grote droefheid veroorzaakte, nam de gelegenheid te baat om aan deze slaven van het bijgeloof vrijheid te verkondigen door het evangelie.
“Denkt niet,” zei hij, “dat God meer in deze tempel is, dan in ieder ander deel van de schepping. In welk land ge ook woont, is God rondom u en hoort u. . . . Kunnen nutteloze arbeid, lange pelgrimstochten, offeranden, beelden, gebeden tot de heilige maagd of de heiligen, u de genade Gods verzekeren? Wat kan het vermenigvuldigen van woorden bij het bidden ons baten? Welke kracht ligt er in een monnikskap, een geschoren schedel, een lange mantel, die in plooien afhangt, of met goud geborduurde pantoffels? God ziet het hart aan, en onze harten zijn verre van Hem.” “Christus,” zei hij, “Die zich eens voor allen aan het kruis opofferde, is het slachtoffer, dat voor alle eeuwigheid voor de zonde van alle gelovigen voldoet.”
Aan vele toehoorders was deze leer onwelkom. Het was een bittere teleurstelling, te vernemen dat hun moeitevolle tocht tevergeefs gemaakt was. De vergiffenis, welke hun door Christus vrij werd aangeboden, konden ze niet begrijpen. Ze stelden zich tevreden met de oude weg naar de hemel, die Rome hun aangewezen had. Ze schrikten terug voor de moeite