4 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
Hoofdstuk 12 De Hervorming in Frankrijk
Het Protest van Spiers en de Augsburgse Konfessie, welke de triomf van de Hervorming in Duitschland kenmerkten, werden gevolgd door jaren van strijd en donkerheid. Verzwakt door verdeeldheden onder de medestanders ervan, en door machtige vijanden aangevallen, scheen het Protestantisme gedoemd om geheel en al uitgeroeid te worden. Duizenden verzegelden hun getuigenis met hun bloed. Burgeroorlog brak uit; de zaak van de Protestanten werd door een van zijn voornaamste aanhangers verraden; de edelsten onder de hervormde prinsen vielen in de handen van de keizer, en werden gevangen van de ene stad naar de andere gesleept. Maar op het ogenblik van zijn schijnbare triomf leed de keizer een nederlaag. Hij zag zich de prooi uit de hand gerukt, en werd ten slotte genoodzaakt, de leer te dulden, de vernietiging waarvan de eerzucht van zijn leven geweest was. Hij had zijn rijk, zijn schatten en zelfs zijn leven op het spel gezet, om de ketterij uit te roeien. Nu zag hij zijn legers door de strijd vernield, nu was zijn schatkist ledig, nu bedreigde opstand zijn vele koninkrijken; terwijl het geloof, dat hij tevergeefs had trachten te onderdrukken, zich overal verbreidde. Karel V. had tegen een alvermogende macht gekampt. God had gezegd, “Daar zij licht,” maar de keizer had getracht, de duisternis onverstoord te laten. Zijn plannen waren mislukt, en, oud v r zijn tijd, uitgeput door de lange strijd, deed hij afstand van de troon, en trok zich in een klooster terug.
In Zwitserland, zowel als in Duitschland, braken er donkere dagen voor de Hervorming aan. Terwijl in vele kantons het hervormde geloof werd aangenomen, bleven andere met blinde hardnekkigheid aan het geloof van Rome hangen. Hun vervolging van hen, die de waarheid wensten aan te nemen, gaf eindelik aanleiding tot burgeroorlog. Zwingli en velen, die hem bijgestaan hadden in de Hervorming, vielen op het bloedige slagveld van Cappel. Oecolampadius stierf spoedig daarna, overstelpt door deze vreselike onheilen. Rome triomfeerde, en scheen op vele plaatsen alles te zullen herwinnen, wat het verloren had. Maar Hij, wiens raadslagen van eeuwigheid zijn, had Zijn zaak noch Zijn volk verlaten. Zijn hand zou hun verlossing brengen. In andere landen had Hij arbeiders verwekt, die de Hervorming zouden voortzetten.
In Frankrijk was de dag reeds begonnen te lichten, voordat Luthers naam als die van een hervormer vernomen was. Een van de eersten, die het licht aanschouwden, was de oude Lefèvre, een man van uitgebreide geleerdheid, professor aan de Universiteit te Parijs, en een oprecht en ijverig pausgezinde. Bij zijn nasporingen in de oude litteratuur vestigde zich zijn aandacht op de Bijbel, en hij voerde de studie ervan onder zijn studenten in. Lefèvre was een ijverig aanbidder van de heiligen, en had het schrijven van een geschiedenis van de heiligen en marte-laren op zich genomen, gelijk die in de legenden van de Kerk aangegeven is. Dit was een werk, dat grote arbeid vereiste, maar hij had er reeds aanmerkelike vorderingen mede gemaakt, toen hij, denkende dat de Bijbel hem nuttige hulp zou kunnen verlenen, deze met dat doel begon te bestuderen. Hier vond hij inderdaad heiligen beschreven, maar niet zul- ken,
Heiligdom Symbolen
Controverse als in de Roomse kalender voorkwamen. Een stroom van Goddelik licht baande zich een weg tot zijn ziel. Met ver-wondering en verachting keerde hij zich af van de taak, die hij zichzelf had opgelegd, en wijdde zich aan Gods woord. Het duurde niet lang, of hij begon de kostbare waarheden, die hij daarin ontdekte, te onderwijzen.
In 1512, v r nog Luther of Zwingli het werk van de hervorming had begonnen, schreef Lefèvre: “Het is Gods werk, die ons door het geloof die gerechtigheid schenkt, welke alleen ons door genade rechtvaardigt ten eeuwigen leven.” Peinzende over de geheimen van de verlossing, riephijuit, “O,deonuitsprekelike grootheid vandie verwisseling, deZondeloze wordt veroordeeld, en hij, die schuldig is, gaat vrij; de Zegen draagt de vloek, en de gevloekte wordt gezegend ; het Leven sterft, en de doden leven; de Heerlikheid wordt in duisternis gehuld, en hij, die niets dan beschaamheid des aangezichts kende, wordt met heerlikheid bekleed.”
Enterwijlhijleerde,datdeeervandesmensen behoudalleenaanGod toekomt,verklaarde hij tevens, dat op de mens de plicht van gehoorzaamheid rust. “Indien ge een lid zijt van de kerk van Christus,” zei hij, “zo zijt ge een lid van Zijn lichaam; indien ge van Zijn lichaam zijt, zo zijt ge vol van de Goddelike natuur. ... O, indien de mensen zich dit voorrecht maar konden indenken, hoe rein, kuis en heilig zouden ze leven, en hoe verachtelik, vergeleken met de heerlikheid in zichzelven, die heerlikheid, welke het vleselik oog niet zien kan, zouden ze al de heerlikheid van deze wereld rekenen. “
Er waren er sommigen onder Lefèvre’s studenten, die met gretigheid naar zijn woorden luisterden, en die, lang nadat de stem van de leermeester verstomd zou zijn, voortgaan zouden met de waarheid te verkondigen. Eén van die was Willem Farel. De zoon van godvruchtige ouders, en opgevoed tot onbeperkt vertrouwen in de leer van de kerk, kon hij met de apostel Paulus van zichzelf gezegd hebben, dat hij “naar de bescheidenste sekte van zijn godsdienst, als een Farizeër geleefd had.” Een toegewijd aanhanger van Rome, brandde hij van ijver om allen, die zich tegen de kerk durfden verzetten, te vernietigen. “Ik knarste op mijn tanden als een woedende wolf,” zei hij later, doelende op dit tijdperk van zijn leven, “wanneer ik iemand tegen de paus hoorde spreken.” Hij was onvermoeid geweest in zijn aanbidding van de heiligen, was in het gezelschap van Lefèvre de kerken van Parijs rond gegaan, had bij de altaren aangebeden, en de beelden der heiligen met giften vereerd. Maar deze kerkelike gebruiken konden zijn ziel geen vrede aanbrengen. Overtuiging van zonde begon hem te drukken, enwat boetedoeningen hijookverrichtte,hij slaagde ernietin,omdieweg tekrijgen. Als naar een stem uit de hemel luisterde hij naar de stem van de hervormer: “De zaligheid is uit genade.” “De Onschuldige is veroordeeld, en de overtreder vrijgesproken.” “Het is alleen het kruis van Christus, dat de poorten des hemels opent, en de poorten der hel sluit.”
Farel nam met vreugde de waarheid aan. Door een bekering, op die van Paulus gelijkend, keerde hij zich van de slavernij Van de overlevering tot de vrijheid van de kinderen Gods. “In plaats van met het. moordzuchtige hart van een verslindende wolf, kwam hij terug,” zei hij,