2 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
In tegenwoordigheid van de vorst en de voornaamste mannen van Zweden verdedigde Olaf de leerstellingen van het hervormde geloof met grote bekwaamheid tegen de Roomse voorvechters. Hij verklaarde, dat het onderwijs van de kerkvaders alleen moest worden aangenomen in zoverre het met de Schriften overeenstemt; en dat alle nodige geloofspunten op klare en duidelike wijze in de Bijbel worden uiteengezet, zodat alle mensen die kunnen verstaan. Christus sprak: “Mijn leer is de Mijne niet, maar Desgenen, die Mij gezonden heeft,“ en Paulus verklaarde, dat indien hij een ander evangelie zou prediken, dan hetwelk hij ontvangen had, hij vervloekt zou zijn.” “Hoe zullen,” zei de hervormer, “anderen zich het recht dan aanmatigen, leerstellingen te vormen naar hun eigen goeddunken, en ze de mensen op te dringen als dingen, die tot de zaligheid nodig zijn?” Hij toonde aan, dat de hevelen van de kerk geen gezag hebben, indien ze tegen Gods geboden strijden; en handhaafde het grote Protestantse beginsel, dat “de Bijbel, en de Bijbel alleen,” de regel is van geloof en wandel.
Deze strijd, schoon op een toneel gevoerd, dat in vergelijking met andere verborgen mocht heten, dient, “om ons de soort van mannen te tonen, die de gelederen samenstelden van het leger van de hervormers. Het waren geen ongeletterde, sektariese, luidruchtige redetwisters niets daarvan; het waren mannen, die het woord Gods hadden bestudeerd, en de wapenen, die de Bijbel hun aan de hand deed, wèl wisten te gebruiken. In boekegeleerdheid waren ze hun tijd voorbij. Wanneer we onze aandacht beperken tot zulke schitterende middelpunten als Wittenberg en Zürich, en beroemde namen als die van Luther en Melanchton, van Zwingli en Oecolampadius, laten we ons gemakkelik wijs maken, dat dit voormannen van de beweging waren, en dat men natuurlik in hen buitengewone kracht en grote talenten zou verwachten, maar de ondergeschrikten hun niet gelijk stonden. Maar wij wenden de blik naar het weinig schitterende toneel in Zweden, en de nederige namen van Olaf en Laurentius Petri van de meesters naar de volgelingen en wat zien wij? . . . Geleerden en theologen; mannen die het gehele stelsel van evangeliewaarheid volkomen meester waren, en aan wie het gemakkelik viel, de drogredenaars van de scholen, en de waardigheidbekleders van Rome te verslaan.”
Als gevolg van deze redetwist nam de koning van Zweden het Protestantse geloof aan, en niet lang daarna verklaarde zich ook de volksvertegenwoordiging ten gunste ervan. Het Nieuwe Testament was door Olaf Petri in de Zweedse taal overgezet, en op verlangen van de koning ondernamen de twee gebroeders de vertaling van de gehele Bijbel. Aldus ontving het volk van Zweden voor het eerst Gods woord in hun moedertaal. De Rijksdag verordende,dat door het gehele koninkrijk heen de predikanten de Schrift zouden verklaren, en dat de kinderen in de scholen de Bijbel zouden leren lezen. Langzaam en zeker verdreef het gezegende licht van het evangelie de duisternis van onkunde en bijgeloof. Van Roomse onderdrukking vrijgesteld, ontwikkelde het volk een kracht en grootheid, die het nooit tevoren had bereikt. Zweden werd een van de bolwerken van het Protestantisme. Een eeuw later, in een tijd van het allergrootste gevaar, kwam deze kleine en tot hiertoe zwakke natie de enigste in Europa, die de helpende hand durfde bieden Duitschland ter hulp om het te bevrijden van de vreselike worsteling van de dertigjarige oorlog. Geheel Noordelik Europa