14 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse veeleer wat ze hadden behoren te doen.” Barnes en Frith, Tyndale’s trouwe vrienden, stonden op om de waarheid te verdedigen. De Ridleys en Cranmer volgden. Deze leidsmannen van de Engelse Hervorming waren geleerden, die voor het grootste deel in hoge achting gestaan hadden onder de Roomsen wegens hun ijver en gods-vrucht. Hun verzet tegen het pausdom was het gevolg van hun kennis van de dwalingen van de “heilige stoel.” Hun bekendheid met de verborgenheden van Babylon gaf groter kracht aan hun getuigenis tegen hetzelve.
“Nu wil ik een vreemde vraag doen,” sprak Latimer. “Weet gij, wie de ijverigste bisschop en prelaat in geheel Engeland is? . . . Ik zie, dat ge aandachtig luisteren wilt naar zijn naam. ... Ik zal hem u noemen: Het is de duivel. . . . Hij gaat nooit uit zijn parochie . . .roep hem, wanneer ge maar wilt, hij is altijd tehuis; . . . hij is altijd bij zijn ploeg. ... Ge zult hem nimmer traag vinden, dat verzeker ik u. . . . Waar de duivel verblijf houdt, . . . daar moeten de boeken weg, en komen de waskaarsen; daar gaan de Bijbels, en komen de rozekransen; daar moet het evangelie wijken, en moeten kaarsen verlichting geven, zelfs op klaar-lichte dag; . . . daar wordt het kruis van Christus neerge- haald, en het vagevuur, dat de zakken ledigt, omhoog geheven; . . . daar weg met het kleden van naakten, armen, en ge- brekkigen. en beelden worden gekleed en stenen en stokken rijk versierd; daar moeten Gods inzettingen en Zijn allerheiligst woordwijkenvoor menselikeoverleveringenen wetten. . ..Och,of onze prelaten even ijverig het koren van de ware leer wilden zaaien, als Satan wilde klaprozen zaait!”
Het grootse beginsel, waaraan deze hervormers zich vasthielden hetzelfde, dat door de Waldenzen, door Wycliffe, Johannes Huss, Luther, Zwingli en die zich met hen verbonden, was gehandhaafd was het onfeilbare gezag van de Heilige Schrift als regel van geloof en wandel. Zij ontkenden het recht van pausen, koncilieën, kerkvaders en koningen om in godsdienstzaken het geweten aan banden te leggen. De Bijbel was hun autoriteit, en aan wat die zegt, toetsten ze alle leerstellingen en allle eisen. Geloof in God en Zijn woord ondersteunde deze heilige mannen, als ze hun leven op de brandstapel ten offer brachten. “Weest welgemoed,” riep Latimer zijn medemartelaren toe, juist voordat de vlammen hun stemmen verstikten, “we zullen heden een kaars in Engeland ontsteken, die, naar ik vertrouw, door Gods genade nimmer uitgeblust zal worden.”
In Schotland was het zaad van de waarheid, dat Columba en zijn medearbeiders gestrooid hadden, nooit geheel en al verloren gegaan. Honderden jaren nadat de kerken van Engeland zich aan Rome onderwierpen, handhaafden die van Schotland hun vrijheid. In de twaalfde eeuw echter kreeg de pauselike macht aldaar voet, en in geen enkel land oefende hij meer onbepaalde heerschappij. Nergenswas deduisternisdichter.Tochkwamenernoglichtstralen het duister doorboren, om de naderende dag aan te kondigen. De Lollarden, die met de Bijbel en het onderwijs van Wycliffe uit Engeland kwamen, brachten er veel toe bij, dat de kennis van het evangelie bewaard werd, en iedere eeuw bracht zijn getuigen en martelaren voort.
Bij het begin van de Grote Hervorming kwamen de geschriften van Luther, en daarna
Tyndale’s Engelse Nieuwe Testament. Onopgemerkt door de priesterschap gingen deze
Heiligdom Symbolen
Controverse boodschappers zwijgend de bergen over en de dalen door, de fakkel van de waarheid, die in Schotland bijna was uitgedoofd, opnieuw in vlam zettende, en het werk te niet doende, dat Rome gedurende vier eeuwen van onderdrukking had verricht. Toen gaf het bloed van martelaren een nieuwe spoorslag aan de beweging. De Roomse leidslieden, plotseling het gevaar bevroedend, dat hun zaak bedreigde, brachten enige van de edelste en meest geëerde zonen van Schotland op de brandstapel. Doch ze richtten daardoor slechts een preekstoel op, vanwaar de woorden van deze stervende getuigen het gehele land door werden gehoord, de harten van het volk in trilling zettende met een on verwrikbaar voornemen om Rome’s boeien af te schudden.
Hamilton en Wishart,prinsen in karakter zowel als door geboorte, offerden, benevens een lange reeks van nederiger discipelen, hun leven op de brandstapel op. Doch de brandende mutsaard, waarop Wishart stierf, bracht een man te voorschijn, die de vlammen niet tot zwijgen zouden brengen, een man, die door Gods genade de doodsklok voor het pause- lik oppergezag in Schotland luiden zou. John Knox had zich afgewend van de overleveringen en verborgenheden van de kerk, om zich te voeden met de waarheid van het woord van God; en het onderwijs van Wishart had hem in zijn besluit versterkt om de gemeenschap van Rome vaarwel te zeggen, en zich bij de vervolgde hervormers te voegen.
Toen zijn vrienden er bij hem op aandrongen, dat hij het predikambt aanvaarden zou, deinsde hij bevend voor de verantwoordelikheid daarvan terug; en het was niet dan na dagen van afzondering en pijnlike strijd met zichzelf dat hij erin toestemde. Doch toen hij de betrekking eenmaal op zich had genomen, streefde hij voorwaarts met een onveranderlik besluit en onverschrokken moed, zo lang er leven in hem was. Deze oprechte hervormer vreesde het aangezicht van mensen niet. De martelaarsvuren, die rondom hem flikkerden, dienden slechts om hem tot groter ijver aan te zetten. Met de bijl van de geweldenaar dreigend boven het hoofd, stond hij pal, en deelde krachtige slagen rechts en links toe tot vernietiging van de afgoderij.
Toen hij voor de koningin van Schotland gesteld werd, in wier tegenwoordigheid de ijver van menige leider van de Protestanten was bekoeld, legde Knox een onverholen getuigenis voor de waarheid af. Liefkozingen konden hemniet overhalen; bedreigingen joegen hemgeen vrees aan. De koningin beschuldigde hem van ketterij. Ze liet zich uit, dat hij het volk een godsdienst had geleerd, die de Staat had verboden, en op die wijze het gebod Gods had overtreden, dat aan onderdanen de plicht oplegt om hun vorsten te gehoorzamen. Knox antwoordde standvastig:
“Gelijkwaregodsdienstzijnoorsprongofrechtnimmervanvorstenontvangenheeft,maar van de eeuwige God alleen, alzo zijn onderdanen niet verplicht, hun godsdienst naar de smaak vanhunvorsteninterichten. Want dikwelsgebeurthetdat vorsten,bovenalleandere mensen, het minst weten van ware godsvrucht. . . . Indien al het zaad van Abraham de godsdienst had omhelsd van Faraö, wiens onderdanen ze lange tijd waren, ik bid u, Mevrouw, wat soort van
Heiligdom Symbolen
Controverse godsdienst zou er in de wereld geweest zijn? Of indien allen in de dagen van de apostelen tot degodsdienst vande Romeinse keizers hadden behoord, welke godsdienst zou erdanop aarde geweest zijn? ... En dus, Mevrouw, moge het u duidelik zijn, dat onderdanen niet gehouden zijn, de godsdienst van hun vorsten te aanvaarden, al wordt hun geboden, die vorsten zelven te eren.”
Maria antwoordde: “Gij legt de Schriften op de ene manier uit, en zij (de Roomse leraars) verklaren ze op een andere; wie moet ik geloven, en wie zal rechter zijn?” “Gij moet in God geloven, die in Zijn Woord duidelik spreekt,” antwoordde de hervormer; “en verder dan het woord u leert, behoort ge noch de een noch de ander te geloven. Gods woord is duidelik in zichzelf, en indien er hier of daar onduidelikheid bestaat, legt de Heilige Geest, die zichzelf nooit wederspreekt, het op andere plaatsen weer klaarder uit, zodat er geen twijfel kan overblijven dan bij degenen, die door onwilligheid onkundig zijn.” Zodanige waren de waarheden, die de onverschrokken hervormer op levensgevaar af zijn vorstin toesprak. Met dezelfde stoute moed bleef hij bij zijn doel, biddende en de strijd des Heren strijdende, totdat Schotland vrij was van pauselike overheersing.
In Engeland deed de vestiging van het Protestantisme als staatsgodsdienst de vervolging verminderen, maar bracht die niet geheel en al ten einde. Terwijl er veel van de Roomse leerstellingen afgeschaft waren, bleven er niet weinige Roomse vormen bestaan. De oppermacht van de paus werd verworpen, maar in zijn plaats werd de koning als hoofd van de kerk gekroond. In de kerkdienst was er nog steeds veel, waarin die van de zuiverheid en de eenvoud van het evangelie afweek. Het grote beginsel van godsdienstvrijheid werd nog niet verstaan. Ofschoon Protestantse heersers slechts zelden de toevlucht namen tot de gruwelike wreedheden, welke Rome tegen ketterij te werk stelde, werd toch het recht van iedere mens om God naar de inspraak van zijn eigen geweten te dienen, niet erkend. Van allen werd geëist, dat ze de leerstellingen zouden aannemen, en de vormen van eredienst waarnemen, welke de gevestigde kerk voorschreef. Honderden jaren lang werden diegenen meer of minder vervolgd, die zich niet daaraan hielden. In de zestiende eeuw werden er duizenden predikanten van hun ambt ontzet. Aan het volk werd verboden, op straffe van zware boeten, gevangenzetting en verbanning, godsdienstige vergaderingen bij te wonen, behalve die, aan welke de kerk zijn goedkeuring gaf.
Diegetrouwezielen, welkehet niet konden nalaten,bijeente komen omGod teaanbidden, waren genoodzaakt, in donkere gangen, duistere dakkamers, en in sommige jaargetijden te middernacht in de bossen te vergaderen. In de schuilende diepten van het woud, een tempel van Gods eigen maaksel, verenigden zich die verstrooide en vervolgde kinderen des Heren, om hun zielen uit te storten in gebed en lofgezang. Toch, ondanks al hun voorzorg, hadden er velen om hun geloof te lijden. De gevangenissen waren overvol. Huisgezinnen werden ontbonden. Velen werden er naar vreemde landen verbannen. Toch was God met Zijn volk, en gelukte het de vervolging niet, hun getuigenis tot zwijgen te brengen. Velen werden de
Heiligdom Symbolen
Controverse oceaan over naar Amerika verdreven, en legden daar het fondament van burgerlike en godsdienstige vrijheid, die het bolwerk en de roem van dat land geworden is.
Nogmaals, gelijk in de apostoliese dagen, bewees zich de vervolging het middel tot verspreidingvan het evangelie.Ineen afzichtelikekerker,vol laaggezonkenen en misdadigers, ademde Bunyan de dampkring des hemels, en schreef aldaar zijn wondervolle afbeelding van de pelgrimsreis uit het land der vernietiging naar de hemelstad. Twee honderd jaren lang heeft die stem uit de gevangenis te Bedford met ingrijpende kracht de harten van de mensen toegesproken. Bunyans “Pelgrimsreis” en “Genade overvloedig bewezen aan de voornaamste van Zondaren” hebben veler gangen naar de weg des levens henen geleid.
Baxter, Flavel, Alleine, en andere mannen van talent, opvoeding en diepe, christelike bevindingen stonden op als wakkere verdedigers van het geloof, dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd was.Het werk,datdie mannengedaanhebben, verbannenenvogelvrijverklaard door de bevelhebbers van deze wereld, kan nooit te niet gedaan worden. Flavels “Levensfontein” en “Werking der Genade” hebben duizenden geleerd, hoe ze aan Christus de bewaring van hun zielen kon- den toevertrouwen. Baxters “Hervormde Predikant” heeft zich een zegen bewezen voor velen, die een herlevendiging begeren van het werk van God, en zijn “Eeuwige Rust der Heiligen” heeft zijn werk gedaan tot leiding van zielen naar die ruste, “die er overblijft voor het volk van God.”
Honderd jaren daarna, in een tijd van grote geestelike duisternis, stonden Whitefield en de Wesleys op als lichtdragers voor God.Onder het bestuur van de gevestigde kerk was het Engelse volk tot een staat van godsdienstige achteruitgang vervallen, die zich nauweliks van hetheidendomonderscheidenliet.Natuurgodsdienstwasdegeliefdestudievandegeesteliken geworden, en sloot het grootste gedeelte van hun godgeleerdheid in. De hogere klassen smaalden op vroomheid, en waren er trots op, dat ze stonden boven wat ze dweperij noemden. De lagere klassen waren schrikkelik onwetend, en overgegeven aan ondeugd, terwijl de kerk niet langer moed of geloof had, om de vertreden zaak van de waarheid nog te stutten.
De grote leerstelling van de rechtvaardiging door het geloof, die Luther zo duidelik gepredikt had, was bijna geheel uit het oog verloren; en het Roomse beginsel van zich op goede werken te verlaten om zalig te worden, had de plaats ervan ingenomen. Whitefield en de Wesleys, die leden waren van de gevestigde kerk, waren ernstig in hun zoeken naar de gunst Gods, en die moest, zo hadden ze geleerd, verkregen worden door een rechtvaardige wandel en nakoming van godsdienstige instellingen. Toen Charles Wesley op zekere tijd ziek werd, en meende, dat zijn einde nabij was, werd hem gevraagd, waarop hij zijn hoop op het eeuwige leven grondde. Zijn antwoord was: “Ik heb mijn uiterste best gedaan om God te dienen.” Daar de vriend, die hem de vraag gedaan had, niet geheel en al tevreden scheen met zijn antwoord, dacht Wesley: “Hoe, zijn mijn pogingen geen voldoende grond van hoop? Wil hij mij mijn pogingen ontnemen? Ik heb niets anders om op te vertrouwen.” Z dicht was de duisternis, waarin de kerk was gehuld, de verzoening verbergende, Christus Zijn glorie
Heiligdom Symbolen
Controverse
ontnemende, en de gedachten van de mensen wegleidende van hun enige hoop op de zaligheid het bloed van de gekruiste Verlosser.
Wesley en zijn tijdgenoten werden ertoe geleid, in te zien, dat ware godsdienst in het hart zetelt, en dat Gods wet zich uitstrekt tot de gedachten, zowel als tot de woorden en daden. Overtuigd van de noodzakelikheid van reinheid van het hart, zowel als van vlekkeloosheid van wandel, begonnen ze in ernst een nieuw leven. Door de ijverigste, biddende pogingen trachtten ze het boze van hun natuurlik hart ten onder te brengen. Ze leidden een leven van zelfverloochening, weldadigheid en verootmoediging, met grote gestrengheid en zorgvuldigheid alles betrachtende, waarvan ze dachten dat het hen zou kunnen helpen om te verkrijgen, wat ze verlangden, die heiligheid, die hun Gods gunst verzekeren zou. Doch ze bereikten hun oogmerk niet. Hun pogingen om zich van de veroordeling van de zonde te bevrijden, of de kracht ervan te breken, waren vergeefs. Het was dezelfde strijd, die Luther in zijn cel te Erfurt doorgemaakt had. Het was dezelfde vraag, die zijn ziel gekweld had: “Hoe kan de mens voor God rechtvaardig zijn?”
Het vuur van de Goddelike waarheid, op de altaren van het Protestantisme bijna uitgedoofd, zou weder ontstoken worden door de oude toorts, welke, van de Boheemse Christenen af, de ene eeuw aan de volgende overhandigd had. Na de Hervorming was het Protestantisme in Bohemen door Roomse benden uitgeroeid. Allen, die weigerden, de waarheid op te geven, werden gedwongen te vluchten. Sommigen van hen, die in Saksen schuilplaats vonden, handhaafden aldaar het oude geloof. Van de nakomelingen van deze Christenen was het, dat het licht Wesley en zijn tijdgenoten bereikte. John en Charles Wesley vertrokken, na tot het predikambt geordend te zijn, op een zendingsreis naar Amerika. Met hen aan boord was er een gezelschap Moraviërs. Vreselike stormen hadden ze op reis te verduren, en John Wesley, de dood in het aangezicht starende, gevoelde dat hij de verzekering van vrede met God niet bezat. De Duitsers echter legden een kalmte en een vertrouwen aan de dag, die hem vreemd waren.
“Ik had reeds lang tevoren,” zegt hij, “de grote ernstigheid in hun gedrag opgemerkt. Van hun nederigheid hadden ze gedurig bewijs gegeven door het doen van die ondergeschikte diensten voor de andere passagiers, die geen van de Engelsen wilden ondernemen, en waarvoor ze geen betaling begeerden of wilden aannemen, zeggende, dat het goed was voor hun trotse harten, en dat hun liefhebbende Heiland veel meer voor hen gedaan had. En iedere dag had hun aanleiding gegeven om een zachtmoedigheid te bewijzen, die geen belediging kon verstoren. Wanneer ze gestoten, geslagen, of neergeworpen werden, stonden ze op en gingen weg; maar geen klacht werd uit hun mond gehoord. Nu bood er zich een gelegenheid aan om te bewijzen, of ze evenzeer vrij waren van de geest van vreesachtigheid, als ze dat waren van trots, toorn en wraak. In het midden van de psalm, waarmede hun godsdienstoefening begon, sloeg de zee over het schip, scheurde het grote zeil aan stukken, bedekte het vaartuig, en spoelde tussendeks, als had de grote afgrond ons reeds verzwolgen. Onder de Engelsen ontstond een vreselik geschreeuw. De Duitsers zongen kalm voort. Ik
Heiligdom Symbolen
Controverse vroeg een van hen naderhand : ‘Waart ge niet bang?’ Hij antwoordde: ‘Goddank, neen.’ Ik vroeg nog eenmaal: ‘Maar waren uw vrouwen en kinderen niet bang?’ Hij antwoordde op zachte toon: ‘Neen, onze vrouwen en kinderen zijn niet bang om te sterven.’ “
ToenzeinSavannaaangekomenwaren,bleefWesleyenigetijdbijdeMoraviërs,enkwam onder de diepe indruk van hun Christelik gedrag. Over een van hun godsdienstoefeningen, een sterke tegenstelling van de vormelikheid, die in de kerk van Engeland heerste, schreef hij: ” De grote eenvoud, zowel als de plechtigheid van het geheel deed me bijna vergeten, dat er zeventien honderd jaren tussen lagen, en ik verbeeldde me in en van die vergaderingen te zijn, waar vorm of staatsie niet bestonden; waar Paulus, de tentemaker, of Petrus, de visser, voorging, maar in de betoning des geestes en der kracht. “
Bij zijn terugkomst in Engeland geraakte Wesley door het onderwijs van een Moraviese prediker tot klaarder verstand van het Bijbelse geloof. Hij kwam tot de overtuiging, dat hij alle vertrouwen op zijn eigen werken tot verkrijging van de zaligheid moest laten varen, en zich algeheel verlaten moest op het “Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.” Bij een vergadering van het Moraviese genootschap te Londen werd er voorgelezen, wat Luther geschreven had over de verandering, die de Geest van God in het hart van de gelovige werkt. Terwijl Wesley daarna luisterde, ontwaakte het geloof in zijn ziel. “Ik voelde een vreemd gevoel van warmte in mijn hart,” zei hij. “Ik gevoelde dat ik op Christus, Christus alleen, vertrouwde tot zaligheid; en mij werd de verzekering gegeven, dat Hij mijn zonden, ja, de mijne, had weggenomen, en mij gered had Van de wet der zonde en des doods.” Door al die lange jaren heen van moeitevol en troosteloos streven jaren van gestrenge zelfverloochening, van verwijt en verootmoediging had Wesley zich onveranderd bij zijn éne doel gehouden, namelik God te zoeken. Nu had hij Hem gevonden, en bemerkt dat de genade, die hij zich door gebeden en vasten, aalmoezen en zelfverloochening had trachten te verwerven, een gift was, “zonder geld en zonder prijs.”
Toen hij eenmaal bevestigd was in het geloof van Christus, brandde zijn ganse ziel van verlangen omalomde kenniste verspreiden vanhet heerlike evangelievanGods vrijegenade. “Ik beschouw de gehele wereld als mijn parochie,” zei hij, “en in welk deel ik ook ben, ik reken het recht en billik, en mijn dure plicht, aan allen die willen horen de blijde boodschap der zaligheid te verkondigen.” Hij zette zijn nauwgezette leven van zelfverloochening voort, doch nu niet als de grond, maar als het gevolg van het geloof; niet als de wortel, maar als de vrucht van de heiligmaking. De genade Gods in Christus is het fondament van de hoop van de Christen, en die genade bewijst zich in gehoorzaamheid. Wesley wijdde zijn leven aan het prediken van de grote waarheden, die hij had ontvangen, rechtvaardig- making door het geloof in het zoenbloed van Christus, en de hernieuwende kracht van de Heilige Geest op het hart,vruchtdragendein eenleven,datgelijkvormiggemaaktisaanhet voorbeeldvanChristus. Whitefield en de Wesleys waren op hun werk voorbereid door langdurige en diepe persoonlike overtuiging van hun eigen hopeloze toestand; en om hen geschikt te maken om
Heiligdom Symbolen
Controverse tegenheden te verduren als goede krijgsknechten van Christus, waren ze blootgesteld geworden aan de vuurproef van smaad, hoon en vervolging, zowel aan de universiteit, als toen ze in de bediening kwamen. Zij en enige anderen, die hun gevoelens deelden, werden met verachting Methodisten genoemd door hun goddeloze medestudenten een naam, die tegenwoordig als een erenaam wordt beschouwd door een van de talrijkste godsdienstige gezinten in Engeland en Amerika.
Zij waren als leden van de Engelse staatskerk sterk gehecht aan die vorm van eredienst; maar de Heer had hun in Zijn Woord een hogere standaard voor ogen gesteld. De Heilige Geestspoordehenaan omChristusendiegekruisigdteprediken.DekrachtdesAllerhoogsten vergezelde hun arbeid. Duizenden werden overtuigd en wezenlik bekeerd. Het was nodig, die schapen tegen gierende wolven te beschermen. Wesley dacht er niet aan, een nieuwe godsdienstige ge- zinte te vormen, maar organiseerde hen tot wat de Metho- distiese Vereniging genoemd werd.
Geheimzinnig en hinderlik was de tegenstand, welke deze predikers van de zijde van de gevestigde kerk ondervonden; doch God had in Zijn wijsheid de gebeurtenissen z beschikt, dat de hervorming in de kerk zelf beginnen zou. Was die hervorming geheel en al van buiten af gekomen, hij zou niet doorgedrongen zijn, waar hij zo zeer benodigd was. Maar daar de opwekking van predikers van de kerk uitging, en zij hun arbeid binnen de grenzen van de kerk verrichtten, waar zich ook maar een gelegenheid aanbood, vond de waarheid ingang, waar de deuren anders gesloten zouden gebleven zijn. Enige geesteliken werden uit hun zedelike versuftheid wakker geschud, en werden ijverige predikers in hun eigen paro- chieën. Kerken, die door vormelikheid versteend waren, ontvingen nieuw leven.
Gelijk in alle eeuwen van de geschiedenis van de kerk, zo ook in de tijd van Wesley, deden mensen van onderscheidene gaven het hun aangewezen werk. Ze kwamen niet op alle punten van de leer overeen, maar allen werden door de Geest Gods gedreven, en waren één in het grote doel van zielen te winnen voor Christus. De geschillen tussen Whitefield en de Wesleys dreigden eenmaal verwijdering te doen ontstaan; maar daar ze in de school van Christus zachtmoedigheid hadden geleerd, werden ze door onderlinge verdraagzaamheid en broederliefde met elkander verzoend. Ze hadden geen tijd om te twisten, terwijl dwaling en goddeloosheid rondom hen heersten, en er zondaren ten verderve gingen.
De dienstknechten Gods betraden een ruw pad. Mannen van invloed en geleerdheid gebruikten hun krachten tegen hen. Na enige tijd vertoonden zich vele geesteliken bepaald vijandig, en werden de deuren van de kerken gesloten voor een zuiver geloof, en hen, die het verkondigden. De weg, die de geestelikheid insloeg, van hen van de preekstoel af te veroordelen, deed de elementen van duisternis, onkunde en goddeloosheid ontwaken. Herhaalde malen ontsnapte John Wesley aan de dood door een wonder van Gods genade. Toen de woede van het gepeupel tegen hem gaande was gemaakt, en er geen weg open scheen