7 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse

gezondigd. 16 Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen, om hulp te krijgen, juist in die ogenblikken dat wij het moeilijk hebben [Hebreeën 4:14-16].

“Daar ik er ten volle van overtuigd was,” zegt Miller, “dat al de Schrift van God ingegeven en nuttig is,“ en hij geenszins voortgebracht was door de wil des mensen, maar gesproken, naardat de heilige mannen Gods van de heilige Geest gedreven werden,2 en geschreven was ‘tot onze lering, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting van de Schriften hoop hebben zouden,’ kon ik niet anders dan aannemen, dat de tijdrekenkundige gedeelten van de Bijbel evenzeer een deel uitmaken van het woord Gods, en evenveel recht hebben op onze ernstige overdenking, als enig ander gedeelte van de Schrift. Ik gevoelde dus dat, als ik wilde trachten te verstaan, wat het Gode goedgedacht had, ons in Zijn barmhartigheid te openbaren, ik geen recht had om de profetiese tijdperken over te slaan.”

De profetie, die de tijd van de wederkomst het duidelikst scheen te openbaren, was die in Dan. 8: 14: “Tot twee duizend en drie honderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.” De regel volgende van de Schrift tot zijn eigen uitlegger te maken, ontdekte Miller, dat een dag in symboliese profetie een jaar voorstelt;5 hij zag, dat het tijdperk van 2300 profetiese dagen, of letterlike jaren, zich tot lang na de Joodse bedeling moest uitstrekken; vandaar dat het niet kon doelen op het heiligdom van die bedeling. Miller nam het algemeen heersende denkbeeld aan, dat in de Christelike eeuwen de aarde het heiligdom is, en hij verstond dus, dat de reiniging van het heiligdom, waar Dan. 8: 14 over spreekt, de loutering van de aarde door vuur bij de wederkomst van Christus moest betekenen. Indien daarom het juiste punt gevonden kon worden, van waar men beginnen moest de 2300 dagen te tellen, kwam hij tot het besluit, dat men gemakkelik de tijd van de wederkomst zou te weten kun- nen komen. Aldus zou de tijd van de voleinding van alle dingen geopenbaard worden, de tijd, wanneer de tegenwoordige staat met “al zijn trots en macht, praal ijdelheid, en verdrukking, een einde zou nemen;” wanneer de vloek “van de aarde weggenomen, de dood te niet gedaan, en er loon gegeven zou worden aan de dienstknechten Gods, aan de profeten en heiligen, en allen, die Zijn naam vrezen, en te niet gedaan zouden worden degenen, die de aarde verwoesten. “

Met nieuwe en grotere ernst begon Miller de profetieën te onderzoeken; gehele nachten zowel als dagen wijdde hij aan de studie van wat hem nu van zulk een ontzettend gewicht en alles te boven gaand belang toescheen. In het achtste hoofstuk van Daniël kon hij geen sleutel vinden voor de tijd, van waar af de 2300 dagen gerekend moesten worden; de engel Gabriël, ofschoon gelast aan Daniël het visioen te doen verstaan, gaf er hem slechts een gedeeltelike uitleg van. Toen de vreselike vervolging, die de kerk zou treffen, aan het oog van de ziener geopenbaard werd, bezweek zijn lichamelike kracht. Hij kon niet meer verdragen, en de engel yerliet hem voor een tijd. Daniël werd “zwak, en was enige dagen krank.” “En ik was ontzet over dit gezicht,” zegt hij, “maar niemand merkte het.”

Heiligdom Symbolen

Controverse

Toch had God Zijn boodschapper bevolen: “Geef deze het gezicht te verstaan.” Die opdracht moest vervuld worden. Om eraan te voldoen, keerde de engel enige tijd later naar Daniël terug, zeggende: “Nu ben ik uitgegaan, om u de zin te doen verstaan;” “versta dan dit woord en merk op dit gezicht.” Er was één voornaam punt in het gezicht van hoofdstuk acht, datniet uitgelegd was, namelik dat, hetwelk betrekking had op detijd, het tijdperkvan2300 dagen; daarom handelt de engel bij het hervatten van zijn verklaring hoofdzakelik over het punt van de tijd: “Zeventig weken zijn bestemd over uw volk en over uw heilige stad. . . . Weet dan, en versta: van de uitgang van het woord, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de vorst, zijn zeven weken en twee en zestig weken; de straten en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor hemzelf zijn. . . .En Hij zal aan velen het verbond versterken één week; en in de helft van de week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden.”

De engel was naar Daniël gezonden met het uitdrukkelike doel om hem het punt uit te leggen, dat hij in het gezicht van het achtste hoofdstuk niet had verstaan: de berekening van de tijd, “Tot twee duizend en drie honderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.” Na Daniël gelast te hebben “het woord te verstaan, en te merken op het gezicht,” zijn de eerste woorden van de engel: “Zeventig weken zijn bestemd voor uw volk en over uw heilige stad.” Het woord, dat hier als “bestemd” is vertaald, betekent letterlik “afgesneden.” Zeventig weken, 490 jaren voorstellende, worden door de engel verklaard als afgesneden te zijn, omdat ze in het biezonder aan de Joden behoren. Maar waar zijn ze van afgesneden? Daarde2300dagenhetenigetijdperkwas,datinhoofdstukachtgenoemdwordt, moet dat de periode wezen, waarvan de zeventig weken afgesneden zijn; de zeventig weken moeten dus een deel uitmaken van de 2300 dagen, en de twee tijdperken moeten tegelijkertijd beginnen.Deengelverklaarde,datdezeventig wekenbegonnen metdeuitgangvanhetwoord om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen. Indien de datum van dit bevel gevonden kon worden, dan zou het grote tijdperk van de 2300 dagen met zekerheid gevonden zijn.

In het zevende hoofdstuk van Ezra wordt het bevel gevonden.2 Het werd door Arthaxerxes, koning van Perzië, in 457 v. C. in zijn volkomenste vorm gegeven. Maar in Ezra 6:14 wordt er gezegd, dat het huis des Heren te Jeruzalem gebouwd werd “naar het bevel (kant. dekreet) van Kores, en Darius, en Arthaxerxes, koning van Perzië.” Deze drie koningen brachten het bevel, door het uit te vaardigen, te bevestigen, en volledig te maken, tot de volmaaktheid, die de profetie vereiste, om het begin van de 2300 jaren te kenmerken. Het jaar 457 v. C., de tijd waarop het dekreet volle- dig werd gegeven, als datum van het bevel aannemende, ziet men, dat ieder biezonder aangegeven punt in de voorzegging betreffende de zeventig weken vervuld was geworden.

“Van de uitgang van het woord, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zullen zijn zeven weken, en twee en zestig weken,“ namelik negen en zestig weken, of 483 jaren. Het dekreet van Arthaxerxes werd in de herfst van 457 v. C. van

Heiligdom Symbolen

Controverse

kracht. Van die datum af zijn er 483 jaren tot de herfst van 27 n. C. Op die tijd werd deze profetie vervuld. Het woord “Messias” betekent “de Gezalfde”. In de herfst van 27 n. C. werd ChristusdoorJohannes gedoopt,en ontvingde zalvingvan deGeest.DeapostelPetrusgetuigt, dat “God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht.” En de Heiland zelf verklaart: “De Geest des Heren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Me gezonden om aan de armen het evangelie te verkondigen.” Na Zijn doop kwam Hij in Gali- lea “predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en zeggende: De tijd is vervuld.”

“En Hij zal aan velen het verbond versterken één week.” “De week,” waarvan hier gesproken wordt, is de laatste van de zeventig; het zijn de laatste zeven jaren van het tijdperk, dat in het biezonder aan de Joden is toegekend. Gedurende dit tijdperk, van 27 n. C. tot 34 n. C. werd de uitnodiging van het evangelie eerst door Christus persoonlik, en later door Zijn discipelen, voornamelik aan de Joden gegeven. Toen de apostelen uitgingen met de blijde tijding van het koninkrijk, luidde de opdracht van de Heiland aan hen: “Gij zult niet heengaan op de weg van de Heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad van de Samaritanen; maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israëls.”

“En in de helft van de week zal Hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden.” In 31 n. C., drie en een half jaar na Zijn doop, werd onze Heer gekruisigd. Met het grote offer, op Golgotha gebracht, eindigde dat stelsel van offeranden, dat gedurende vier duizend jaren had heengewezen op het Lam Gods. Het beeld was door het tegenbeeld vervangen, en al de slachtoffers en spijsoffers van het ceremoniële stelsel vonden daar een einde. De zeventig weken, of 490 jaren, die in het biezonder aan de Joden toegerekend waren, eindigden, gelijk we gezien hebben, in 34 n. C. Door de handelwijze van het Joodse Sanhedrin kwam het volk in dat jaar openlik uit voor zijn verwerping van het evangelie door het martelaarschap van Stefanus en de vervolging van de discipelen van Christus. Toen werd de boodschap des heils, nu niet langer voor het uitverkoren volk alleen bestemd, aan de wereld gegeven. De discipelen, door de vervolging gedwongen om uit Jeruzalem te vluchten, “gingen het land door, en verkondigden het Woord.” “En Filippus kwam af in de stad van Samaria, en predikte hun Christus.” Petrus verklaarde onder Goddelike leiding het evangelie aan de hoofdman over honderd te Cesarea, de godvrezende Cornelius; en aan de ijverige Paulus, voor het geloof van Christus gewonnen, werd opgedragen om de blijde boodschap “ver tot de heidenen” te brengen.

Tot dusverre is iedere bepaling van de profetie treffend vervuld; en het begin van de zeventig weken wordt zonder bezwaar in het jaar 457 v. C., het einde ervan in 34 n. C. vastgesteld. Van die datum af rekenende, bestaat er geen moeilikheid om het einde van de 2300 dagen te vinden. Als de zeventig weken 490 dagen afgesneden moesten worden van de 2300, dan bleven er 1810 dagen over. Aan het einde van de 490 dagen moesten de 1810 dagen nog vervuld worden. Van 34 n. C. af rekenende brengen 1810 jaren ons tot het jaar 1844. Bijgevolg eindigde de 2300 dagen van Dan. 8:14 in 1844. Bij het sluiten van dit grote profetiese tijdperk zal, volgens de uitspraak van de engel Gods, “het heiligdom

This article is from: