6 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse

Hoofdstuk 19 Licht in de Duisternis

Gods werk op aarde vertoont door alle eeuwen heen een treffende gelijkvormigheid in iedere grote hervorming of godsdienstige beweging. De grondregels, waarnaar God met de mensen handelt, zijn altijd dezelfde. De belangrijke bewegingen van de tegenwoordige tijd zijn een weerga van die van vroegere eeuwen en de ondervinding van de kerk in vervlogen tijden bevat lessen van grote waarde voor onze eigen tijd.

Er is geen waarheid, die de Bijbel duideliker leert, dan dat God door Zijn heilige Geest Zijn dienstknechten op aarde biezondere leiding schenkt in de grote bewegingen, waardoor het verlossingswerk voortgezet wordt. De mensen zijn werktuigen in Gods hand, die door Hemgebruiktworden omZijndoeleindenvan genadeen barmhartigheidtebereiken.Iedereen heeft een deel, waarvoor hij te zorgen heeft; aan iedereen wordt een zekere mate van licht geschonken, passend voor de vereisten van zijn tijd, en voldoende om hem in staat te stellen, het werk te verrichten, dat God hem te doen gegeven heeft. Maar geen mens, hoezeer ook door de Hemel begunstigd, heeft het grote verlossingsplan ooit volkomen begrepen, of zelfs meer dan ten dele beseft, wat de Goddelike bedoeling is met het werk voor zijn eigen tijd. De mensen begrijpen niet ten volle wat God wenst te weeg te brengen door het werk, dat Hij hun te doen gegeven heeft; ze beseffen niet volkomen het gewicht van de boodschap, die ze in Zijn naam overbrengen.

“Zult gij de onderzoeking Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid toe de Almachtige vinden?” “Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de Heer. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.” “Ik ben God, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik; Die van den beginne aan verkondig het einde, en vanouds af die dingen, die nog niet geschied zijn.”

Zelfs de profeten, begaafd met een biezondere verlichting van de Geest, begrepen niet volkomen de betekenis van de openbaringen, die hun toevertrouwd werden. De betekenis ervan zou van eeuw tot eeuw geopenbaard worden, naarmate het volk Gods de lering, die erin vervat was, zou behoeven. Petrus, over de zaligheid schrijvende, die door het evangelie aan het licht gebracht wordt, zegt : Van welke zaligheid “de profeten ondervraagd en onderzocht hebben, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; onderzoekende, op welke, of hoedanige tijd de Geest van Christus, die in hen was, beduidde en tevoren getuigde het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlikheid daarna volgende. Aan dewelken geopenbaard is, dat ze niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen.”

Maar hoewel het niet aan de profeten gegeven was, de dingen, die hun geopenbaard werden, volkomen te verstaan, trachtten ze ernstig al het licht te verkrijgen, dat het Gode behaagd had te laten schijnen. Ze “ondervraagden en onderzochten,” “onderzoekende, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus, die in hen was, beduidde en tevoren getuigde.”

Heiligdom Symbolen

Controverse

Welk een les voor Gods volk in de Christelike bedeling, te wier behoeve deze profetieën aan Zijn dienstknechten gegeven werden! “Aan dewelken geopenbaard is, dat ze niet zichzelven, maar ons bedienden.” Laat ons nagaan, hoe deze heilige mannen Gods “ondervraagden en onderzochten” aangaande openbaringen, die hun gegeven waren voor nog ongeboren geslachten.

Vergelijkt hun heilige ijver met de trage onachtzaamheid, waarmede de begunstigden uit lateretijdendezehemelsegavebeschouwen. Welkeen terechtwijzingvoordegemakzuchtige, wereldlievende onverschilligheid, die er zich mede tevreden stelt, te verklaren dat de profetieën niet verstaan kunnen worden. Ofschoon het eindige verstand van de mensen niet bevoegd is, om de raadslagen van de Oneindige binnen te dringen, of de uitwerking van Zijn voornemens volkomen te begrijpen, toch is het menigmaal ten gevolge van de een of andere dwaling of nalatigheid aan hun zijde, dat ze de boodschappen des Hemels zo onduidelik verstaan. Niet zelden is het verstand van de mensen, en zelfs van Gods diensknechten, z verblind door menselike beschouwingen, 2 Petrus 1:10-12. Door overleveringen en valse leer van mensen, dat ze slechts ten dele in staat zijn om de grote dingen te vatten, die Hij in Zijn woord geopenbaard heeft. Zulks was het geval met de discipelen van Christus, zelfs toen de Heiland in persoon met hen verkeerde. De algemene opvatting van de Messias, als een aards vorst, die Israël verheffen zou tot de troon van een wereldrijk, had hun hart vervuld, en ze konden de betekenis van Zijn woorden, waarin Hij Zijn lijden en sterven voorspelde, niet verstaan.

Ze deden hun plicht door het Joodse volk het aanbod der genade te doen, en op de eigen tijd, toen ze verwachtten hun Heer de troon van David te zien bestijgen, moesten ze het aanschouwen, dat Hij als een boosdoener gegrepen, gegeseld, bespot, veroordeeld, en aan het kruis van Golgotha verhoogd werd. Welk een wanhoop en zielsangst verscheurde de harten van deze discipelen gedurende de dagen, die hun Heer in de groeve doorbracht! Christus zelf had hen uitgezonden met de boodschap: “De tijd is vervuld, en het koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het evangelie.” Die boodschap grondde zich op de profetie van Daniël 9. De negen en zestig weken werden door de engel verklaard als reikende tot aan de “Messias, de Vorst,” en met hooggespannen hoop en blijde verwachtingen zagen de discipelen uit naar de oprichting van het koninkrijk van de Messias te Jeruzalem, om over de gehele aarde te heersen.

Ze verkondigden de boodschap, die Christus hun had toevertrouwd, ofschoon zijzelven de betekenis ervan verkeerd begrepen. Terwijl hun aankondiging zich op Dan. 9:25 grondde, zagen ze in het volgende vers van hetzelfde hoofdstuk niet, dat de Messias uitgeroeid zou worden. Van hun geboorte af aan hadden ze het hart gezet op de heerlikheid, die van een aards koninkrijk te verwachten was, en dit verblindde hun verstand voor de biezondere punten in de voorzegging, zowel als voor de woorden van Christus. Christus was op de juiste tijd en wijze gekomen, die in de profetie voorspeld was. Het getuigenis van de Schrift was in iedere biezonderheid van Zijn bediening vervuld. Hij had de boodschap der zaligheid gepredikt, en

Heiligdom Symbolen

Controverse

“Zijn woord was met macht.” De harten van Zijn hoorders hadden getuigd, dat het uit de Hemel was. Het Woord en de Geest Gods staafden de Goddelike opdracht van Zijn Zoon. De discipelen hingen nog met onverflauwde genegenheid aan hun geliefde Meester. En toch waren hun harten in onzekerheid en twijfel gehuld. In hun zielsangst herinnerden ze zich toen niet de woorden van Christus, die heenwezen op Zijn lijden en sterven. Indien Jezus van Nazareth de ware Messias geweest was, zouden zijn dan aldus in droefheid en teleurstelling gedompeld zijn? Dit was de vraag, die hun zielen teisterde, terwijl de Heiland in het graf lag, al de hopeloze uren van die Sabbat, die er verliepen tussen Zijn dood en Zijn opstanding.

Ofschoon deze volgelingen van Jezus in een donkere nacht van droefenis gehuld lagen, waren ze toch niet verlaten. De profeet zegt: “Wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn, zal de Heer me een licht zijn. . . . Hij zal me uitbrengen aan het licht, ik zal mijn lust zien aan Zijn gerechtigheid.„ “Ook verduistert de duisternis voor U niet; maar de nacht licht als de dag, de duisternis is als het licht.” God heeft gesproken: “Voor de oprechten gaat het licht op in de duister-nis.” “Ik zal de blinden leiden door de weg, die ze niet geweten hebben; Ik zal ze doen treden door de paden, die ze niet geweten hebben. Ik zal de duisternis voor hun aangezicht tot licht maken, en het kromme tot recht. Deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten.”

De aankondiging, die door de discipelen in de naam des Heren was geschied, was in alle biezonderheden juist, en de gebeurtenissen, waarop hij heen wees, grepen toen juist plaats. “De tijd is vervuld, het koninkrijk Gods in nabij gekomen,” was hun boodschap geweest. Aan het einde van “de tijd” de negen en zestig weken van Daniël 9, die zich zouden uit-strekken tot de Messias, “de Gezalfde” had Christus de zalving van de Geest ontvangen na Zijn doop door Johannes in de Jordaan. En het “koninkrijk Gods”, hetwelk ze verklaard hadden nabij te zijn, werd door de dood van Christus opgericht. Dit rijk was niet, zoals ze geleerd hadden te geloven, een aards koninkrijk. Ook was het niet dat toekomstige, onverderfelike koninkrijk, dat gesticht zal worden, wanneer “het rijk en de heerschappij, en de grootheid van de koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan bet volk van de heiligen van de hoge plaatsen;” dat eeuwige koninkrijk, waarin “alle heerschappijen Hem zullen eren en gehoorzamen.”

De uitdrukking “koninkrijk Gods,” zoals die in de Bijbel gebezigd wordt, wordt gebruikt om zowel het koninkrijk der genade als het koninkrijk der heerlikheid aan te duiden. Het koninkrijk der genade wordt door Paulus in de brief aan de Hebreeën beschreven. Na op Christus, de barmhartige Middelaar, gewezen te hebben, “die medelijden heeft met onze zwakheden,” zegt de apostel: “Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat we barmhartigheid mogen verkrijgen en genade vinden.” De troon der genade stelt het koninkrijk der genade voor; want het bestaan van een troon veronderstelt ook het bestaan van een koninkrijk. In vele van Zijn gelijkenissen gebruikt Christus de uitdrukking “het koninkrijk der hemelen,” om het werk van de Goddelike genade op de harten van de mensen aan te duiden.

This article is from: