4 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
Hoofdstuk 20 — Een Grote Godsdienstige
Opwekking
In de profetie van de boodschap van de eerste engel van Openbaring 14 wordt een grote godsdienstige opwekking voorspeld tijdens de verkondiging van de spoedige wederkomst van Christus. Er wordt een engel gezien, vliegende “in het midden van de hemel, en hij had het eeuwige evangelie, om te verkondigen aan degenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie en geslacht, en taal, en volk.” “Met een grote stem,” geeft hij zijn boodschap: “Vreest God, en geeft Hem heerlikheid, want de ure van Zijn oordeel is gekomen; en aanbidt Hem, Die de hemel, en de aarde, en de zee, en de fonteinen van de wateren gemaakt heeft.”
Het feit, dat een engel gezegd wordt de heraut van deze waarschuwing te zijn, is betekenisvol. Door de reinheid, de heerlikheid en de macht van de hemelse boodschapper heeft de Goddelike wijsheid het verheven karakter van het werk, dat door zijn boodschap tot stand komen zou, willen voorstellen, alsook de macht en heerlikheid, die ermede gepaard zouden gaan. En het vliegen van de engel “in het midden van de hemel,” de “grote stem,” waarmede de waarschuwing gegeven wordt, en de verkondiging ervan aan allen, “die op de aarde wonen,“ “aan alle natie en geslacht, en taal en volk,” getuigen van de snelheid, die de beweging kenmerkt, en hoe die zich over de gehele wereld uitbreidt.
De boodschap zelf geeft opheldering aangaande de tijd, waarop deze beweging zal plaats vinden. Hij wordt verklaard een deel uit te maken van het “eeuwig evangelie”, en kondigt het begin van het oordeel aan. De heilsboodschap is in alle eeuwen gepredikt geworden; maar deze boodschap is een deel van het evangelie, dat alleen in de laatste dagen kon verkondigd worden ; want alleen dan zou het waar zijn, dat de ure van het oordeel gekomen was. De porfetieën geven een opeenvolging van gebeurtenissen, die ons tot de aanvang van het oordeel leiden. Dit is in het biezonder waar van het Boek van Daniël. Maar dat gedeelte van zijn profetie, hetwelk betrekking had op de laatste dagen, werd Daniël gelast toe te sluiten en te verzegelen “tot de tijd van het einde.” Niet voordat we die tijd bereiken, kon er een boodschap aangaande het oordeel bekend gemaakt worden, op de vervulling van deze profetieën gegrond. Maar in de tijd van het einde, zegt de profeet, “zullen velen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenig-vuldigd worden.”
De apostel Paulus waarschuwde de kerk om niet in zijn tijd naar de komst van Christus uit te zien. “Die komt niet,” zegt hij, “tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zal zijn de mens der zonde.” Eerst na de grote afval, en het lange tijdperk van de regering van de “mens der zonde,” kunnen we uitzien naar de wederkomst van onze Heer. De “mens der zonde,” die ook de “verborgenheid der onge-rechtigheid,” “de zoon des verderfs,” en “de ongerechtige” genoemd wordt, stelt het pausdom voor, dat, naar hetgeen in de profetie voorspeld wordt, zijn oppergezag 1260 jaren lang zou handhaven. Dit tijdperk eindigde in 1798. De wederkomst van Christus kon niet v r die tijd plaats vinden. Paulus besluit in
Heiligdom Symbolen
Controverse zijn waarschuwing de gehele Christelike bedeling tot op het jaar 1798. Het is na die tijd, dat de boodschap van Christus’ wederkomst verkondigd moest worden.
Zulk een boodschap is in de vervlogen tijden nooit gepredikt. Paulus, zoals we gezien hebben, predikte hem niet; hij wees zijn broederen op de toekomst, die toen nog ver in het verschiet lag, als de tijd voor de wederkomst des Heren. De Hervormers verkondigden hem niet. Martijn Luther plaatste het oordeel ongeveer drie honderd jaren in de toekomst, van zijn tijd af gerekend. Maar sinds 1798 zijn de zegelen van het boek van Daniël afgenomen, de kennis van de profetieën is toegenomen, en velen hebben de plechtige boodschap verkondigd, dat het oordeel nabij is.
Gelijk de grote Hervorming van de zestiende eeuw, zo werd ook de Adventbeweging in verschillende landen van de Christenwereld op dezelfde tijd waargenomen. Zowel in Europa als in Amerika werden er mannen van geloof en gebed toe geleid om de profetieën te bestuderen, en, wat in het bezielde woord opgetekend staat naspeurende, vonden ze overtuigend bewijs, dat het einde van alle dingen (1Dan. 12:4. ; 2 Thess. 2:3). op handen was. In verschillende landen waren er afgezonderde groepen Christenen, die er geheel en al door onderzoek van de Schriften alleen toe gekomen waren om te geloven, dat de wederkomst van de Heiland nabij was.
In 1821, drie jaren nadat Miller tot zijn verklaring van de profetieën gekomen was, welke opdetijdvanhetoordeelheen-wijzen,begon Dr.Joseph Wolff,“dezendelingvoordewereld,” de naderende wederkomst des Heren te verkondigen. Wolff was in Duitschland geboren en van Joodse afkomst, daar zijn vader een Joods rabbijn was. Op zeer jeugdige leeftijd werd hij van de waarheid van de Christelike godsdienst overtuigd. Bezield met een werkzame en onderzoekende geest, had hij altijd gretig geluisterd naar de gesprekken, die er in het huis van zijn vader gevoerd werden, wanneer vrome Joden zich daar dagelijks verzamelden om te spreken over de hoop en verwachting van hun volk, de heerlikheid van de Messias, die te komen stond, en de herstelling van Israël. De knaap vroeg eens, toen hij Jezus van Nazareth hoorde noemen, wie die persoon was. “Een Jood van zeer grote talenten,” was het antwoord; “maar omdat hij voorgaf de Messias te zijn, veroordeelde de Joodse rechtbank Hem ter dood.”
“Waarom dan,” antwoordde de vrager, “werd Jeruzalem verwoest? en waarom zijn wij in ballingschap?” “Helaas, helaas!” antwoordde de vader, “omdat de Joden de profeten vermoord hebben.” De ge dachte kwam onmiddellik bij het kind op: “Misschien was Jezus van Nazareth ook een profeet, en hebben de Joden Hem gedood, ofschoon Hij onschuldig was.” Dit gevoel was z sterk, dat hoewel hem verboden was, ooit een Christelike kerk binnen te gaan, hij er dikwels buiten bleef staan om naar de prediking te luisteren.
Toen hij pas zeven jaar oud was, pochte hij eens tegen een oude Christelike buurman over de toekomstige zegepraal van Israël bij de komst van de Messias; waarop de oude man vriendelik zei: “Lieve jongen, ik zal u zeggen, wie de ware Messias was: Hij was Jezus van Nazareth, .. .dieuw voorvaderen gekruisthebben,gelijkze de profetenin deoudetijdhebben