8 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
elkander; hunhartenwarenvol liefdetotelkander,entotJezus,die ze spoedig hoopten tezien. Eénzelfde geloof, éénzelfde zalige hoop verhief hen boven de macht van alle menselike invloed, en bleek een schild te zijn tegen de aanvallen van de Satan.
“Als nu de bruidegom vertoefde, werden ze allen sluimerig, en vielen in slaap. En te middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet. Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.” In de zomer van 1844, midden tussen de tijd, waarop men eerst dacht, dat de 2300 dagen zouden eindigen, en de herfst van datzelfde jaar, waartoe men later bevond, dat ze zich uitstrekten, werd de boodschap verkondigd in de eigen woorden van de Schrift: “Ziet, de bruidegom komt!” Wat tot deze bewering leidde, was de ontdekking, dat het dekreet van Arthaxerxes tot de herbouwing van Jeruzalem, van welk punt men het tijdperk van 2300 dagen rekende, van kracht was geworden in de herfst van het jaar 457 v. C., en niet in het begin van het jaar, zoals vroeger geloofd was. Van de herfst van 457 af rekenende, eindigden de 2300 jaren in de herfst van 1844.
PROFETIE VAN 2300 DAGEN/ JAREN
En profetisk dag = Et bogstaveligt år
35 Omdat de spionnen veertig dagen in het land waren, moet u veertig jaar in de woestijn rondzwerven. Voor elke dag één jaar met op uw schouders de last van uw zonden. Dan zult u zien wat het betekent dat Ik ú de rug toekeer.” Ik, de Here, heb gesproken. Ieder die tegen Mij heeft samengezworen, zal in deze woestijn de dood vinden.’ [Numeri 14:34-35]. 6 Draai u daarna om en ga veertig dagen op uw rechterzij liggen. Dit keer draagt u de zonden van Juda. Elke dag telt voor één jaar. [Ezechiël 4:6]
457 v. Chr. - 1844 AD – 2300 dagen / jaar 14 De ander antwoordde: ‘Pas over drieëntwintighonderd dagen zal het heiligdom in ere worden hersteld.’ [Daniël 8:14]. 24 God heeft een periode van zeven maal zeventig jaar vastgesteld en pas daarna zal er een einde komen aan de goddeloosheid en zullen de overtredingen vergeven zijn. Het koninkrijk van eeuwige rechtvaardigheid zal dan worden uitgeroepen en een zeer heilige plaats zal opnieuw worden ingewijd, zoals in visioenen en door profeten was aangekondigd. 490 dagen/ jaar [Daniël 9:24].
457 v. Chr. Decreet voor de herstelling van Jeruzalem (Orde van Artajeres). Vanaf het moment waarop het bevel tot herbouw van Jeruzalem wordt gegeven, tot het moment waarop een gezalfde, een vorst, komt, zal een periode van zeven maal zeven jaar verstrijken! [Daniël 9: 25].
408 v. Chr. – De Wederopbouw of Verbouwing van Jeruzalem
27 AD – het doopsel en de zalving van Jezus (o Messias). 27 Deze koning zal een verbond vanzevenjaarsluiten,maarhalverwegezalhij demensendwingentestoppen methetbrengen
Heiligdom Symbolen
Controverse van slachtoffers en spijsoffers. En ten slotte zal de vijand in het heiligdom van God een ontzettende gruwel plaatsen. [Daniël 9:27]
31 AD – De kruisiging en dood van Jezus Christus. 26 Na deze totale periode zal een gezalfde onschuldig worden vermoord. Er zal een koning komen die de stad en de tempel zal verwoesten. Deze zal zijn einde vinden in een vloed van ellende, en oorlog en verwoestingen zullen vanaf dat moment tot het einde heersen, dat staat nu al vast. 27 Maar halverwege zal hij de mensen dwingen te stoppen met het brengen van slachtoffers en spijsoffers [Daniël 9:26-27]
34 AD – De steniging van Stefanus [einde van de proeftijd voor de Joden en het evangelie aan de heidenen gegeven] 14 Het goede nieuws over het Koninkrijk van God zal overal ter wereld worden gebracht, zodat alle landen het zullen horen. En dan zal het einde komen [Mattheüs 24:14]. 46 Paulus en Barnabas lieten zich niet van hun stuk brengen en zeiden: ‘Vanzelfsprekend moest u het eerst horen wat God te zeggen heeft. Maar nu u er niets van moet hebben en daarmee bewijst het eeuwige leven niet waard te zijn, gaan wij het de nietJoodse mensen vertelle. [Handelingen 13:46]
70 AD – De verwoesting van Jeruzalem. 1 Terwijl Jezus het tempelterrein verliet, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en wezen Hem op de tempelgebouwen. 2 Jezus zei tegen hen: ‘Al deze gebouwen zullen worden verwoest. Er zal geen steen op de andere blijven.’
[Mattheüs 24:1-2]
15 Als jullie dan de ontzettende gruwel in de heilige plaats zien staan, waar de profeet Daniël het over had wie dit leest, moet dit proberen te begrijpen ... 21 Want er zal een onderdrukking zijn zoals de wereld nog nooit heeft gekend en zoals ook nooit meer zal terugkomen [Mattheüs 24:15, 21]
1844 AD – Zuivering van het hemelse heiligdom en het hemelse oordeel.
1810 Dagen / Jaren – Het werk van Jezus Christus als onze Hogepriester in het hemelse heiligdom. 14 Dit betekent dat Jezus, de Zoon van God, onze grote hogepriester is, die naar de hemel is gegaan om ons te helpen. Daarom moeten wij geen ogenblik aan Hem twijfelen. 15 Deze hogepriester begrijpt onze zwakheden, omdat Hij dezelfde verleidingen heeft gekend als wij, maar Hij heeft er geen ogenblik aan toegegeven, Hij heeft nooit gezondigd. 16 Laten wij daarom vrijmoedig naar de troon van God gaan om van Hem genade te ontvangen, om hulp te krijgen, juist in die ogenblikken dat wij het moeilijk hebben [Hebreeën 4:14-16].
Bewijsgronden, uit de beelden in het Oude Testament geput, duidden evenzeer heen op de herfst als de tijd, wanneer de gebeurtenis, als de “rechtvaardiging van het heiligdom” voorgesteld, moest plaats vinden. Dit punt werd zeer duidelik gemaakt, toen er aandacht werd geschonken aan de wijze, waarop de beelden vervuld waren, welke betrekking hebben op de eerste komst van Christus.
Heiligdom Symbolen
Controverse
Het slachten van het Paaslamwas een voorafschaduwing van de dood van Christus. Paulus zegt: “Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelik Christus.” De schoof van de eerste vruchten, die op de tijd van het Pascha voor het aangezicht des Heren bewogen werd, was een beeld van de opstanding van Christus. Paulus zegt. van de opstanding van de Heer en van die van al Zijn volk sprekende: “De eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst.” Evenals de schoof van het beweegoffer het eerste rijpe graan was, dat v r de oogst verzameld werd, is Christus de eersteling van die onsterfelike oogst van verlosten, welke bij de toekomstige opstanding verzameld zal worden in de schuur van onze God.
Deze beelden waren in vervulling getreden, niet alleen wat de gebeurtenis aanging, maar ook wat de tijd betrof. Op de veertiende dag van de eerste Joodse maand, dezelfde dag en maand, waarop gedurende vijftien lange eeuwen het Paaslam was geslacht geworden, stelde Christus, nadat Hij het Pascha met Zijn discipelen gebruikt had, dat feest in, door hetwelk Zijn eigen dood als “het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,” herdacht zou worden. Diezelfde nacht werd Hij door de handen van de onrecht- vaardigen genomen en aan het kruis gehecht en gedood. En als een tegenbeeld van de schoof van het beweegoffer werd onze Heer de derde dag opgewekt uit de doden, “de eersteling van degenen, die ontslapen zijn,“3 in gelijkenis van al de opgewekte rechtvaardigen, wier “vernederd lichaam” veranderd, en “gelijkvormig gemaakt zal worden aan Zijn heerlik lichaam.”
Op dezelfde wijze moeten de beelden, die betrekking hebben op de wederkomst van de Heer, vervuld worden op de tijd, die in de symboliese dienst is aangegeven. Onder het Mozaïese stelsel had de reiniging van het heiligdom, of de grote verzoendag, op de tiende dag van de zevende Joodse maand plaats,1 wanneer de hogepriester, na verzoening voor al het volk van Israël gedaan, en aldus hun zonden uit het heiligdom verwijderd te hebben, naar buitentradenhetvolkzegende.Evenzo,geloofdemen,zouChristus,onzegroteHogepriester, verschijnen om de aarde te reinigen door de vernietiging van zonde en zondaren, en om Zijn wachtend volk met onsterfelikheid te zegenen. De tiende dag van de zevende maand, 1 Kor. 15:23. 1 Kor. 15:20. Fil. 3:21.Lev. 16:29-34. de grote verzoendag, de tijd voor de reiniging van het heiligdom, die in het jaar 1844 op de 22ste Oktober viel, werd voor de tijd van de komst des Heren gehouden. Dit stemde overeen met de reeds aangevoerde bewijzen, dat de 2300 dagen in de herfst zouden eindigen, en de gevolgtrekking scheen onomstotelik te zijn.
In de gelijkenis van Mattheüs 25 wordt de tijd van wachten en sluimeren door de komst van de bruidegom gevolgd. Dit was in overeenstemming met de beweeggronden, zowel uit de profetieën als uit de typen, die juist zijn aangevoerd. Die gronden hadden een sterke schijn van waarheid; en de “middernachtskreet” werd door duizenden gelovigen verkondigd. De beweging overstroomde het land als een vloedgolf. Van stad tot stad, van dorp tot dorp, en tot in de afgele- genste plaatsen op het platteland drong hij door, totdat het volk van God, dat in afwachting leefde, volkomen wakker geschud was. De dweperij verdween ten gevolge van deze verkondiging, verjaagd als de rijp voor de opkomende zon. De gelovigen zagen hun twijfel en ontsteltenis verdwijnen, en hoop en moed verlevendigden hun harten. Het werk
Heiligdom Symbolen
Controverse bleef vrij van die uitersten, die zich altijd openbaren, wanneer er menselike opwinding bestaat zonder de beperkende invloed van het woord en de Geest van God.
Het stond in aard gelijk aan die tijden van verootmoediging en bekering tot de Heer, welke onder oud-Israël op boodschappen van bestraffing door Zijn dienstknechten volgden. Het droeg de tekenen, die Gods werk door alle tijden heen hebben gekenmerkt. Er was weinig uitbundige vreugde, maar meer een ernstig onderzoek van het hart, belijdenis van zonde, en verzakingvan dewereld.Voorbereidingomde Heerteontmoetenwas alles,waarbeangstigde zielen zich mede bezig hielden. Er werd met volharding gebeden, en men wijdde zich onvoorwaardelik Gode toe. Miller zei, dat werk beschrijvende: “Er wordt geen grote vreugde aan de dag gelegd; die wordt als het ware onderdrukt voor een toekomstige gelegenheid, wanneer de gehele hemel en de aarde zich samen zullen verheugen met onuit- sprekelike blijdschap en vol heerlikheid. Er wordt niet gejuicht; ook dat wordt bewaard voor de tijd, wanneer het geroep van de hemel geschieden zal. De zangers zwijgen; ze zijn in afwachting van zich te voegen bij de engelescharen, het hemelkoor. . . . Er is geen verschil van gevoelen; allen zijn één hart en één ziel.”
Een ander, die aan de beweging deelnam, getuigde: “Het deed alom het grondigste onderzoek van het hart en verootmoediging van de ziel voor God in de hoge hemel ontstaan. Het heeft een losmaken van de genegenheden van de dingen van deze wereld veroorzaakt, en een bijleggen van twisten en vijandschappen, een belijdenis van zonden, een zich buigen voor God, en een boetvaardig smeken door gebroken harten tot Hem om vergiffenis en aanneming. Het heeft zelfvernedering en verslagenheid van hart teweeggebracht, gelijk we nooit tevoren hebben bijgewoond. Gelijk de Heer door de profeet Joël bevolen heeft, dat geschieden moet, wanneer de grote dag Gods op handen zou zijn, ontstond er een scheuren van de harten en niet van de klederen, en een zich keren tot de Heer met vasten, en geween, en rouwbe- drijven. Gelijk God door Zacharia sprak, werd er een geest der genade en der gebeden uitgestort over Zijn kinderen; ze aanschouwden Hem, die ze doorstoken hadden, en de rouw- klage was groot in het land . . . en, die naar de komst van de Heer uitzagen, kwelden hun zielen v r Zijn aangezicht.”
Van al de grote godsdienstige bewegingen sedert de dagen van de apostelen is er niet één meer vrij geweest van menselike onvolmaaktheid en de listen van de Satan, dan die van de herfst van 1844. Zelfs nu nog, na verloop van vele jaren, gevoelen allen, die deelgenomen hebben aan die beweging, en die standvastig zijn blijven staan op de waarheid, de heilige invloed van dat gezegende werk, en getuigen, dat het van God is geweest. Bij het geroep van: “Ziet, de Bruidegom komt; gaat uit hem te gemoet,” stonden zij, die wachtende waren, op “en bereidden hun lampen;” ze onderzochten Gods woord met zulk een diepe belangstelling als tevoren nooit gekend was. Engelen werden uit de hemel gezonden om hen, die ontmoedigd waren geworden, weder op te wekken, en hen te bereiden voor de aanname van de boodschap. Het werk stond niet gegrond op de wijsheid en geleerdheid van mensen, maar op de kracht