4 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding van de ziel.”

Dat deze vermaning gericht wordt tot de kerk in de laatste dagen, blijkt klaarlik uit de woorden die de nadering van de komst des Heren aanduiden: “Want: Nog een zeer weinig tijds, en Hij, die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.” En hier ligt duidelik in opgesloten, dat er een schijnbaar uitstellen zou zijn, en het zich zou laten aanzien, alsof de Heer vertoefde. Hetgeen ons hier geleerd wordt, is in het biezonder van toepassing op hetgeen de Adventisten in deze tijd ondervonden. De mensen, die hier toegesproken worden, waren in gevaar van hun geloof te laten schipbreuk lijden. Ze hadden de wil van God gedaan door de leiding van Zijn Geest en Zijn woord te volgen; toch konden ze Zijn bedoeling met hetgeen ze hadden doorleefd, niet verstaan, en evenmin het pad onderscheiden, dat v r hen lag; en ze kwamen in de verzoeking van te twijfelen of God hen wezenlik had geleid. Op die tijd waren de woorden van toepassing: “maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.”

Toen het heldere licht van de “middernachtskreet” op hun pad had geschenen, en ze de zegelen van de profetieën hadden zien afnemen, en acht gegeven hadden op de zich snel vervullende tekenen, die het naderen van de wederkomst van Christus vermeldden, hadden ze als het ware als zienden gewandeld. Maar nu, ternedergedrukt door teleurgestelde verwachtingen, konden ze alleen blijven staan door het geloof in God en Zijn woord. De spottende wereld zei: “Ge zijt bedrogen geworden. Geeft uw geloof op, en zegt, dat de Advent-beweging uit de duivel was.” Maar Gods woord verklaarde: “Indien iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.” Hun geloof nu op te geven, en de kracht van de Heilige Geest, die in de boodschap werkzaam was geweest, te ontkennen, zou betekend hebben, terug te keren tot het verderf. Ze werden bemoedigd om standvastig te zijn door de woorden van Paulus: “Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg.” “Want ge hebt lijdzaamheid van node.” “Want nog een zeer weinig tijds en Hij, die te komen staat zal komen, en niet vertoeven.” Het enige veilige pad was voor hen, het licht, dat ze reeds van God ontvangen hadden, op prijs te stellen, zich vast te klemmen aan Zijn beloften, voort te gaan met de Schriften te onderzoeken, en geduldig te wachten op en uit te zien naar verder licht.

Hoofdstuk 23 Wat is het Heiligdom?

De tekst, die boven alle andere de hoeksteen en voor- naamste steunpilaar van het Adventgeloof had uitgemaakt, was de verklaring: “Tot twee duizend en drie honderd avonden en morgens, dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.” Dit waren woorden, waarmede alle gelovigen in de spoedige wederkomst van de Heer zeer vertrouwd waren. Op duizenden lippen leefde deze voorzegging als het wachtwoord van hun geloof. Allen gev elden, dat hun heerlikste verwachtingen en best gekoesterde hoop afhingen van de gebeurtenissen, die daarin voorspeld werden. Er was aangetoond, dat deze profetiese dagen in de herfst van 1844 zouden eindigen. Tezamen met de rest van de Christenwereld geloofden de Adventisten toen, dat de aarde, of een deel ervan, het heiligdom was. Ze verstonden, dat de rechtvaardiging van

Heiligdom Symbolen

Controverse

het heiligdom de loutering van de aarde door het vuur van de laatste, grote dag was, en dat die gebeurtenis bij de wederkomst van de Heer zou plaats vinden. Vandaar dat ze tot het besluit kwamen, dat Christus in 1844 naar de aarde zou terugkeren.

Maar de vastgestelde tijd was verstreken, en de Heer was niet verschenen. De gelovigen wisten, dat Gods woord niet kon feilen; er moest een vergissing zijn in hun verklaring van de profetie; maar waar lag de fout ? Velen hakten ijlings de knoop door door te ontkennen, dat de 2300 dagen in 1844 eindigden. Hiervoor kon geen reden aangegeven worden, behalve dat Christus niet gekomen was op de tijd, waarop ze Hem verwacht hadden. Ze beweerden, dat, indien de profetiese dagen in 1844 geëindigd waren, Christus op die tijd teruggekeerd zou zijn om het heiligdom te rechtvaardigen door de loutering van de aarde door vuur; en dat de dagen dus niet geëindigd konden zijn, omdat Hij niet gekomen was.

Deze gevolgtrekking aan te nemen, betekende, van de vorige berekening van de profetiese tijdperken af te zien. Er was bevonden, dat de 2300 dagen begonnen waren, toen het bevel van Arthaxerxes om Jeruzalem te herstellen en op te bouwen, in de herfst van 457 v. C., van kracht werd. Dit tot uitgangspunt nemende, was er volkomen overeenstemming in de toepassing van al de gebeurtenissen, in de verklaring van dat tijdperk van Dan. 9:25-27 voorspeld. Negen en zestig weken, de eerste 483 van de 2300 jaren, moesten tot aan de Messias, de Gezalfde, reiken; en de doop van Christus en Zijn zalving door de Heilige Geest in 27 n. C. klopten volkomen met die berekening. In het midden van de zeventigste week zou de Messias uitgeroeid worden. Drie en een half jaar na Zijn doop werd Christus gekruist, in de lente van 31 n. C. De zeventig weken, of 490 jaren, behoorden in het biezonder aan de Joden. Aan het einde van dat tijdperk verzegelde het volk Zijn verwerping van de Christus door de vervolging van Zijn discipelen, en keerden de apostelen zich tot de Heidenen, 34 jaren n. C. Daar de eerste 490 jaren van de 2300 toen geëindigd waren, bleven er 1810 jaren over. Van 34 n. C. strekken 1810 jaren tot 1844. “Dan,” zei de engel, “zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.” Al de voorafgaande kenmerken van de profetie waren onbetwistbaar vervuld geworden op de vastgestelde tijd.

Met deze berekening was alles duidelik in overeenstemming, behalve dat men niet inzag, dat er in 1844 een gebeurtenis, die met de reiniging van het heiligdom overeenkwam, had plaats gehad. Te ontkennen, dat de dagen op die tijd eindigden, betekende de gehele zaak te verwarren, en stellingen op te geven, die bevestigd geworden waren door onmiskenbare vervulling van de profetie. Maar God had Zijn volk geleid in de grote Advent-be- weging; Zijn macht en heerlikheid hadden zich in het werk geopenbaard, en Hij zou niet toelaten, dat het in duisternis en teleurstelling onderging, of de blaam zou dragen van een valse en dweepachtige opwinding te zijn geweest. Hij zou Zijn woord niet in twijfel en onzekerheid gehuld laten. Hoewel er velen van hun vroegere berekening van de profetiese tijdperken afzagen,endejuistheid vandebeweging,daaropgegrond,ontkenden, warenanderenonwillig om geloofspunten en ondervinding op te geven, die op de Schrift en het getuigenis van de Geest van God berustten. Ze geloofden, dat ze de juiste beginselen van uitlegging hadden

This article is from: