8 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
zal, want de Vader zelf heeft u lief” God was “in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende.” En in de bediening van het hemelse heiligdom zal “de raad des vredes tussen die beiden wezen.”
“Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelik, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” De vraag: Wat is het Heiligdom? wordt in de Schrift duidelik beantwoord. De uitdrukking “heiligdom”, zoals die in de Bijbel gebruikt wordt, doelt allereerst op de taber-nakel, die door Mozes gebouwd werd als een voorbeeld van de hemelse dingen; en ten tweede op de “ware tabernakel” in de hemel, waar het aardse heiligdom op heenwees. Bij de dood van Christus eindigde de dienst vandeschaduwen. De “waretabernakel”in de hemelis hetheiligdomvanhetnieuweverbond. Endaarde profetievan Dan.8:14 indeze bedelingvervuldwordt, moethetheiligdom, waarop het doelt, het heiligdom van het nieuwe verbond zijn. Bij het eindigen van de 2300 dagen, in 1844, was er sedert vele eeuwen geen heiligdom op aarde geweest. Dus wijst de voorzegging, “Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden,” ontwijfelbaar op het heiligdom in de hemel.
Maar de belangrijkste vraag moet nog beantwoord worden : Wat is de rechtvaardiging of reiniging van het heiligdom ? Dat er zulk een dienst was in verband met het aardse heiligdom, wordt in de geschriften van het Oude Testament gemeld. Maar kan er iets in de hemel zijn, dat gereinigd moet worden? In Hebreën 9 wordt de rechtvaardiging van het aardse zowel als van die van het hemelse heiligdom duidelik geleerd. “En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de Wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. Zo was het dan noodzaak,dat wel de voor- beeldingen van de dingen, die in de hemelen zijn, door deze dingen [het bloed van dieren] gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelf door betere offeranden dan deze,“ te weten het kostbare bloed van Christus.
De reiniging moest in de ware eredienst, zowel als in die, welke uit schaduwen bestond, door bloed geschieden; in de eerste met het bloed van dieren; in de laatste, met het bloed van Christus. Paulus geeft als reden aan, waarom de rechtvaardiging door bloed geschieden moet, dat er zonder bloedstorting geen vergeving bestaat. Vergeving, of het wegdoen van zonde, is het werk, dat volbracht moet worden. Maar hoe kon er zonde verbonden zijn met het heiligdom, hetzij in de hemel of op de aarde? Dit ontdekt men door de verwijzing naar de zinnebeeldige eredienst; want de priesters, die op aarde dienst deden, dienden “het voorbeeld en de schaduw van de hemelse dingen.”
De bediening van het aardse heiligdom was tweeërlei: de priesters dienden dageliks in het heilige, terwijl de hogepriester eenmaal per jaar een biezonder verzoeningswerk deed in het heilige der Heiligen, tot reiniging van het heiligdom. Dag na dag bracht de berouwvolle zondaar zijn offer naar de deur van de tabernakel, en, zijn hand op het hoofd van het slachtoffer leggende, deed hij belijdenis van zijn zonden, en droeg die aldus, in een beeld, van zichzelf op het onschuldige dier over. Daarna werd het dier geslacht. “Zonder bloedstorting,”
Heiligdom Symbolen
Controverse zegt de apostel, “geschiedt er geen vergeving.”
“Want de ziel van het vlees is in het bloed.” De wet Gods, waartegen overtreden is, eist het leven van hem, die die wet geschonden heeft. Het bloed, het verbeurde leven van de zondaar voorstellende, wiens schuld door het slachtoffer gedragen werd, werd door de priester in het heilige gebracht en gesprengd v r het voorhangsel, waarachter de ark stond, die de wet bevatte, tegen welke de zondaar overtreden had. Door deze ceremonie werd de zonde door het bloed in een beeld op het heiligdom overgebracht. In sommige gevallen werd het bloed niet in het heilige gebracht; maar dan moest het vlees door de priester gegeten worden, gelijk Mozes beval aan de zonen van Aäron, zeggende: “God heeft u dat gegeven, opdat ge de ongerechtigheid van de vergadering zoudt dragen.” Beide deze ceremonieën stellen de overdracht van de zonde van de boeteling op het heiligdom voor.
Dit was het werk, dat het gehele jaar door dag na dag voortgezet werd. Aldus werden de zonden van Israël op het heiligdom overgedragen, en het was nodig, dat er iets bie- zonders geschiedde voor het wegdoen ervan. God beval, dat er verzoening gedaan zou worden voor elk van de heilige vertrekken. “Zo zal hij voor het heilige, van wege de on- reinigheden van de kinderen Israëls, en van wege hun overtredingen, naar al hun zonden, verzoening doen, en alzo zal hij doen aan de tent der samenkomst, welke met hen woont in het midden van hun onreinigheden.” Er moest ook verzoening gedaan worden voor het altaar, om “dat te reinigen en te heiligen van de onreinigheden van de kinderen Israëls.”
Eenmaalinhet jaar, op degrote verzoendag,traddepriester hetheiligederheiligen binnen, om het heiligdom te reinigen. Het werk daar gedaan, besloot de jaarlikse bediening. Op de verzoendagwerdenertweelammerenvangeitebokkenaandedeurvandetabernakelgebracht, en werd het lot over ze geworpen, “één lot voor de Heer, en één lot voor de weggaande bok.” De bok, waarop het lot voor de Heer viel, moest geslacht worden als een zondoffer voor het volk. En de priester moest zijn bloed binnen het voorhangsel brengen, en het op en v r het verzoendeksel sprengen. Het bloed moest ook op het reukaltaar, dat v r het voorhangsel stond, gesprengd worden.
“En Aaron zal beide zijn handen op het hoofd van de levende bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden van de kinderen Israëls en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden, en hij zal die op het hoofd van de bok leggen, en zal hem door de hand van een man, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten; alzo zal die bok op zich al hun ongerechtigheden in een afgezonderd land wegdragen.” De zondebok kwam niet meer in het kamp van Israël; endeman,diehemweggeleidhad,moestzichzelfenzijnklederenmetwaterwassen,alvorens hij naar het kamp terug mocht keren.
De gehele ceremonie was bestemd om de Israëlieten onder de indruk te brengen van de heiligheid van God en Zijn afkeer van de zonde, en hun verder aan te tonen, dat ze niet met zonde in aanraking konden komen zonder verontreinigd te worden. Van iedereen werd geëist, dat hij zijn ziel zou kwellen, terwijl dit verzoeningswerk plaats vond. Alle werk moest op
Heiligdom Symbolen
Controverse
zijde gezet worden, en de gehele ver-gadering van Israël moest de dag doorbrengen in plechtige verootmoediging voor God met gebed, vasten, en ernstig onderzoek des harten. Er worden door de zinnebeeldige eredienst belangrijke waarheden aangaande de verzoening geleerd. Er werd een plaatsvervanger aangenomen in de plaats van de zondaar; maar de zonde werd niet door het bloed van het slachtoffer uitgedelgd. Een middel werd op deze wijze verschaft, waardoor die op het heiligdom overgedragen werd. Door het offeren van bloed erkende de zondaar het gezag van de wet, deed belijdenis van de schuld van zijn overtreding, en drukte zijn begeerte uit om vergiffenis te ontvangen door het geloof in een Verlosser, die te komen stond; maar hij werd nog niet volkomen vrijgesteld van de veroordeling van de wet.
Op de grote verzoendag ging de hogepriester, na een offerande van de vergadering ontvangen te hebben, in het heilige der heiligen met het bloed van dat offer, en sprenkelde het ophet verzoendeksel, onmiddellik over de wet, teneindede eisen ervantebevredigen. Daarna nam hij in zijn hoedanigheid van middelaar de zonden op zichzelf, en droeg ze uit het heiligdom. Zijn handen op het hoofd van de zondebok leggende, beleed hij al die zonden over hem, en droeg ze aldus van zichzelf op de bok over. Daarna droeg de bok ze weg, en werden ze beschouwd, als voor altijd van het volk weggenomen te zijn. Zodanig was de dienst, die gedaan werd als “een voorbeeld en schaduw van de hemelse dingen. ” En hetgeen zinnebeeldig geschiedde in de bediening van het aardse heiligdom, gebeurt in werkelikheid in de bediening van het hemelse. Na Zijn hemelvaart begon onze Heiland Zijn werk als onze hogepriester.Pauluszegt:“Christusisnietingegaaninhetheiligdom,datmethandengemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware; maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen v r het aangezicht van God voor ons. “
De bediening van de priester het gehele jaar door in het eerste gedeelte van het heiligdom, “binnen het voorhangsel,” dat de deur vormde, en het heilige van het voorhof scheidde, stelt het werk van de bediening voor, dat Christus op Zich genomen heeft na Zijn hemelvaart. Het was het werk van de priester, om in de dagelikse bediening het bloed van het zondoffer voor God te brengen, alsook het reukwerk, dat opsteeg met de gebeden van Israël. Evenzo heeft Christus op Zijn bloed v r de Vader gepleit ten behoeve van zondaren,en Hem met de kostelike geur van Zijn eigen gerechtigheid de gebeden van boetvaardige gelovigen aangeboden. Dit was het werk van de bediening in het eerste vertrek van het heiligdom in de hemel. Het geloof van Christus’ discipelen volgde Hem daarheen, toen Hij uit hun gezicht werd opgenomen. Hier vonden hun verwachtingen hun steunpunt, hetwelk “wij hebben,” zegt Paulus, “als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel, daar de voorloper v r ons is ingegaan, namelik Jezus . . . een hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid.” “Noch door het bloed van de bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende.”
Achttien eeuwen lang is dit werk van de bediening in het eerste deel van het heiligdom voortgezet. Het bloed van Christus heeft gepleit ten behoeve van boetvaardige ge- lovigen, en
Heiligdom Symbolen
Controverse bun vergiffenis en aanname bij de Vader verworven; toch zijn hun zonden nog op de boeken gebleven, waarin die opgetekend staan. Evenals er in de zinnebeeldige eredienst een verzoeningswerk gedaan werd bij het sluiten van het jaar, zo heeft er ook, v r Christus’ werk tot verlossing van de mensen volbracht wordt, een verzoeningswerk plaats tot wegneming van de zonde van het heiligdom. Dit is de dienst, welke begon, toen de 2300 dagen eindigden. Op die tijd, als door Daniël de profeet voorzegd, is onze Hogepriester het heilige der heiligen binnengegaan, om het laatste gedeelte van Zijn plechtige taak te volbrengen, de reiniging van het heiligdom.
Gelijk van ouds de zonden van het volk in het geloof op het zondoffer gelegd werden, en door het bloed daarvan als in een beeld op het aardse heiligdom overgedragen, alzo worden onder het nieuwe verbond de zonden van de berouw- hebbenden in het geloof op Christus gelegd, en in der daad en waarheid op het hemelse heiligdom overgedragen. En evenals de zinnebeeldige reiniging van het aardse volbracht werd door het wegnemen van de zonden, door welke het bezoedeld was geworden, zo ook zal de wezenlike reiniging van het hemelse volbracht worden door het wegnemen of uitwissen van de zonden, die daar staan opgetekend. Maar voordat dit kan geschieden, moeten de boeken, waarin de zonden opgetekend staan, worden onderzocht, ten einde te beslissen, wie door berouw over zijn zonde en geloof in Christus recht heeft op de voorrechten van Zijn verzoening. De reiniging van het heiligdom sluit daarom een werk van onderzoek, een oordeel, in. Dit werk moet gedaan worden, v rdat Christus komt om Zijn volk te verlossen; want, wanneer Hij komt, zal Zijn loon met Hem zijn, om een iegelik te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
Aldus beseften zij, die het licht van het profetiese woord volgden, dat Christus in plaats van in 1844, aan het einde van de 2300 dagen, naar de aarde te komen, dan het heilige der heiligen in het hemelse heiligdom zou binnengaan, om het sluitingswerk van de verzoening te volbrengen, als voorbereiding op Zijn wederkomst. Er werd ook ingezien, dat terwijl het zondoffer op Christus als een offerande heenwees, en de hogepriester Christus als middelaar voorstelde, de zondebok een beeld van Satan, de oorsprong van de zonde was, op wie de zonden van de ware boetvaardige ten slotte gelegd zullen worden. Wanneer de hogepriester krachtens het bloed van het zondoffer de zonden uit het heiligdom wegdeed, plaatste hij ze op de zondebok. Wanneer Christus bij het sluiten van Zijn bediening de zonden van Zijn volk door de kracht van Zijn eigen bloed wegdoet uit het hemelse heiligdom, zal Hij ze op Satan leggen, die, in de voltrekking van het oordeel, ten laatste de straf moet dragen. De zondebok werd naar een onbewoond land weggezonden, en mocht nooit weer in de vergadering van Israëlkomen.ZozalSatanvooraltijduit detegenwoordigheidvan GodenZijn volkgebannen en zijn bestaan uitgeroeid worden, wanneer zonde en zondaren eindelik zullen worden te niet gedaan.