2 minute read
Heiligdom Symbolen
Controverse
Hoofdstuk 24 In het Heilige der Heiligen
Het onderwerp van het heiligdom was de sleutel, die het geheim ontsloot van de teleurstelling van 1844. Het bracht een volkomen stelsel van waarheden, die met elkaar verbonden waren en overeenstemden, aan het licht, aantonende, dat Gods hand de grote Advent-beweging geleid had, en de plicht van het ogenblik openbarende, door de standplaats en het werk van Gods volk duidelik te maken. Gelijk de discipelen van Jezus na de vreselike nacht van zielsangst en teleurstelling “blijde waren, toen zij de Heer zagen,” zo ook verheugden diegenen zich nu, die in het geloof hadden uitgezien naar Zijn wederkomst. Ze hadden verwacht, dat Hij zou verschijnen in heerlikheid om Zijn dienstknechten te belonen. Toen ze in hun verwachtingen werden teleur-gesteld, hadden ze Jezus uit het oog verloren, en met Maria aan het graf geroepen: “Ze hebben mijn Heer weggenomen, en ik weet niet, waar ze Hem gelegd hebben.” Nu zagen ze Hem terug in het heilige der heiligen, hun medelijdende hogepriester, die weldra verschijnen zou als hun Koning en Verlosser. Licht uit het heiligdom bescheen het verledene, het tegenwoordige en de toekomst. Ze wisten, dat God hen geleid had door Zijn onfeilbare voorzienigheid. Ofschoon zij, evenals de eerste discipelen, zelven de boodschap, die ze overbrachten, niet hadden verstaan, toch was die in alle opzichten juist geweest. Door de verkondiging ervan hadden ze Gods plan vervuld, en hun arbeid was niet ijdel geweest in de Heer. “Wedergeboren tot een levende hoop,” ver- heugden ze zich “met een onuitsprekelike en heerlike vreugde.”
Zowel de profetie van Dan. 8:14: “Tot twee duizend drie honderd avonden en morgens, danzalhet heiligdomgerechtvaardigdworden,”alsdeboodschapvan deeersteengel:“Vreest God en geeft Hem heerlikheid, want de ure van Zijn oordeel is gekomen,” wees op de bediening van Christus in het heilige der heiligen, op het onderzoekend oordeel, en niet op de komst van Christus tot verlossing van Zijn volk en de uitroeiing van de goddelozen. De fout had niet gelegen in de berekening van de profetiese tijdperken, maar in de gebeurtenis, die aan het einde van de 2300 dagen zou plaats vinden. Deze dwaling had aan de gelovigen teleurstelling berokkend; toch was alles, wat door de profetie was voorzegd, en alles, wat ze volgens de Schrift konden verwachten, vervuld geworden. Op dezelfde tijd, dat ze de verijdeling van hun verwachtingen betreurden, greep de gebeurtenis plaats, welke in de boodschap voorspeld was, en die vervuld moest worden, v r dat de Heer verschijnen kon om Zijn dienstknechten hun loon te geven.
Christus was niet, zoals ze verwacht hadden, naar de aarde gekomen, maar was, gelijk zinnebeeldig was voorafgeschaduwd, het heilige der heiligen van Gods tempel in de hemel binnengetreden. Hij wordt door de profeet Daniël voorgesteld als op die tijd komende tot de Oude van dagen: “Verder zag ik in de nachtgezichten en ziet, er kwam Eén met de wolken des hemels, als eens mensen Zoon” niet op de aarde, maar “tot de Oude van dagen, en ze dedenHemvoorDezelvenaderen.” DitkomenwordtookdoordeprofeetMaleachivoorspeld.
“Die Heer, die gijlieden zoekt, te weten, de Engel des ver- bonds, aan welke gij lust hebt;