13 minute read

Heiligdom Symbolen

Next Article
Heiligdom Symbolen

Heiligdom Symbolen

Controverse

De Christen zal de drang van de zonde voelen, maar zal er voortdurend tegen strijden. Het is hier, waar de hulp van Christus nodig is. Menselike zwakheid wordt met Goddelike kracht verbonden, en het geloof roept uit: “Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus.” De Schrift toont duidelik aan, dat het werk van de heiligmaking voortstrevend is. Wanneer de zondaar uit kracht van zijn bekering vrede met God vindt door het bloed van de verzoening, dan is het Christelike leven pas begonnen. Hij moet nu “tot de volmaaktheid voortvaren;” om op te wassen “tot de mate van de grootte van de volheid van Christus.” De apostel Paulus zegt: “Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen v r is, jaag ik naar het wit, tot de prijs van de roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.” En Petrus stelt ons de trappen voor, langs welke de heiligmaking van de Bijbel verkregen kan worden: “En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd; en bij de deugd kennis; en bij de kennis matigheid; en bij de matigheid lijdzaamheid; en bij de lijdzaamheid godzaligheid; en bij de godzaligheid broederlike liefde, en bij de broederlike liefde liefde jegens allen . . . want dat doende zult ge nimmermeer struikelen.”

Wie de heiligmaking van de Bijbel bij ondervinding hebben, zullen een geest van ootmoedigheid openbaren. Gelijk Mozes hebben ze iets aanschouwd van de ontzettende majesteit der heiligheid, en zien hun eigen onwaardigheid in tegenstelling van de reinheid en de verheven volmaaktheid van de Oneindige. De profeet Daniël was een voorbeeld van ware heiliging. Zijn lange leven was een eervol dienen van Zijn Meester. Hij was “een zeer gewenste man”1 in de hemel. Toch vereenzelvigde deze geëerde profeet zich met de wezenlik zondigen in Israël, in plaats van er zich op te laten voorstaan, dat hij rein en heilig was, toen hij ten behoeve van zijn volk v r God pleitte: “Wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn.”

“We hebben gezondigd, we zijn Fil. 2:12, 13. 1 Kor. 15:57 ; Fil. 3:13, 14.; 2 Petrus 1:5-10. Dan. 10:11. goddeloos geweest.” Hij zegt: “Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde van mijn volk.” En toen Gods Zoon later verscheen om hem te onderrichten, zegt Daniël: “Mijn sierlikheid werd aan mij veranderd in een verderving, zodat ik geen kracht behield.”

Toen Job de stem des Heren hoorde in de wervelwind, riep hij uit: “Daarom verfoei ik mij, en heb berouw in stof en as.” Het was toen Jesaja de heerlikheid des Heren zag, en de serafs hoorde roepen: “Heilig, heilig, heilig is de Heer der heirscharen,” dat hij uitriep: “Wee mij, want ik verga.” Paulus spreekt van zichzelf, nadat hij opgetrokken geweest was in de derde hemel, en onuitsprekelike woorden gehoord had, die het een mens niet geoorloofd is te spreken, als “de allerminste van al de heiligen.” Het was de geliefde Johannes, die aan Jezus’ boezem rustte, en Zijn heerlikheid aanschouwde, die voor dood nederviel aan de voeten van de engel.

Er kan geen zelfverheffing, geen pochend aanspraak maken op zondeloosheid zijn aan de zijde van hen, die in de schaduw van het kruis van Golgotha wandelen. Ze gevoelen, dat hun

Heiligdom Symbolen

Controverse

zonde de oorzaak is geweest van de doodsangst, die het hart van de Zoon van God heeft gebroken; en die gedachte zal hen tot zelfvernedering leiden. Zij, die het dichtst bij Jezus leven, beseffen het levendigst de zwakheid en zondigheid van het mensdom, en hun enige hoop ligt in de verdienste van een gekruiste en verrezen Heiland. De heiliging, welke tans in de godsdienstige wereld op de voorgrond treedt, voert een geest van zelfverheffing met zich, en een geringschatting van Gods wet, die hem kenmerken als vreemd aan de godsdienst van de Bijbel. De voorstanders hiervan leren, dat de heiligmaking het werk van een ogenblik is, waardoor zij, door het geloof alleen, tot volkomen heiligheid geraken. “Geloof slechts,” zeggen ze, “en de zegen is uw.” Er wordt verondersteld, dat er geen verdere pogingen van de kant van degene, die hem ontvangt, vereist worden. Tegelijkertijd ontkennen ze het gezag van Gods wet en voeren aan, dat ze van de verplichting ontheven zijn van de geboden te moeten onderhouden.

Maar is het iemand mogelik, heilig te zijn in overeenstemming met de wil en het karakter Gods, zonder eenswillend met Hem te zijn aangaande die beginselen, welke een uitdrukking zijn van Zijn natuur en wil, en aantonen, wat Hem welbehagelik is? Het verlangen naar een gemakkelike godsdienst, die geen strijd, geen zelfverloochening, geen scheiding van de dwaas-heden van de wereld noodzakelik maakt, heeft de leer van het geloof, en het geloof alleen, populair gemaakt; maar wat zegt Gods woord? De apostel Jakobus spreekt: “Wat nuttigheid is het, mijn broeders! indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? kan dat geloof hem zalig maken? . . . Maar wilt gij weten, o ijdel mens! dat het geloof zonder de werken dood is? Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd,alshij Izak,zijnzoon,geofferdheeftophetaltaar? Zietgewel,dathetgeloof mede gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest uit de werken ? . . . Ziet ge dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleen uit het geloof?”

De uitspraken van Gods woord weerspreken deze misleidende leerstelling van geloof zonder werken. Wat aanspraak maakt op de gunst des Hemels, zonder te voldoen aan de voorwaarden, waarop genade bewezen wordt, dat is geen geloof; het is aanmatiging; want het ware geloof heeft zijn fondament in de beloften en voorzieningen van de Schrift. Laat niemand zich bedriegen door te geloven, dat hij heilig worden kan, terwijl hij eigenwillig een van de dingen overtreedt, die God van hem eist. Het doen van een bekende zonde legt de getuigende stem van de Geest het zwijgen op, en scheidt de ziel van God. “De zonde is de ongerechtigheid (is wetsovertreding).” En “een iegelik, die zondigt (die de wet overtreedt), die heeft Hem niet gezien, en heeft Hem niet gekend.” Ofschoon Johannes in zijn brieven zoveel over de liefde zegt, aarzelt hij toch niet om het ware karakter te openbaren van die klasse van mensen, welke beweert geheiligd te zijn, terwijl ze in overtreding van Gods wet leven.

“Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in die isdewaarheidniet; maarzowieZijnwoordbewaart,indieiswaarlik deliefdeGodsvolmaakt

Heiligdom Symbolen

Controverse geworden.” Hier is de toetssteen van iedere belijdenis. We kunnen niemand heiligheid toezeggen zonder hem in aanraking te brengen met de enige standaard van heiligheid, welke God in hemel en op aarde heeft. Indien de mensen het gewicht van de zedewet niet gevoelen, indien ze iets van Gods voorschriften afdoen en die licht opnemen, indien ze één van deze minste geboden zullen breken, en de mensen alzo zullen leren, zo zullen ze in het oog des Hemels niet geacht worden, en we kunnen er ons van overtuigd houden, dat hun beweringen zonder grond zijn. En te zeggen, dat men zonder zonde is, is op zichzelf al een bewijs, dat hij, diezulksbeweert,verre vanheiligis. Hetisomdathijgeenwaarbegrip heeftvandeoneindige reinheid en heiligheid Gods, of van wat zij, die in overeenstemming met Zijn karakter wensen te komen, moeten worden ; omdat hij geen waar begrip heeft van de reinheid en de verheven liefelikheid van Jezus, en van de boosheid en het kwaad van de zonde, dat de mens zichzelf als heilig kan beschouwen. Hoe groter de afstand tussen hem en Christus is, en hoe gebrekkiger zijn opvatting van het Goddelik karakter en de vereisten daarvan zijn, des te rechtvaardiger schijnt hij in zijn eigen ogen.

De heiligmaking, die in de Schrift aan het licht wordt gebracht, omvat het gehele wezen, geest, ziel, en lichaam. Paulus bad voor de Thessalonicensen, dat hun “gehele geest, en ziel, en lichaam onberispelik bewaard mocht worden in de toekomst (tot de wederkomst) van onze Heer Jezus Christus.” Dan weder schrijft hij aan de gelovigen: “Ik bid u dan, broeders! door de ontfermingen Gods, dat ge uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelike offerande.” Ten tijde van het oude Israël werd iedere gave, die Gode ten offer gebracht werd, zorgvuldig onderzocht. Indien er één gebrek werd ontdekt aan het dier, dat aangeboden werd, zo werd het geweigerd; want God had bevolen, dat de gave “volkomen” moest zijn. Zo ook wordt er van de Christenen verlangd, dat ze hun lichamen zullen stellen “tot een levende, heilige en Gode welbehagelike offerande.” Ten einde dit te kunnen doen, moeten al hun vermogens zo goed mo gelik in orde gehouden worden. Iedere gewoonte, die de lichaamsof geesteskracht verzwakt, maakt de mens ongeschikt voor de dienst van Zijn

Schepper 1 Joh. 2:4, 5. 1 Thess. 5:23. Rom. 12:1.. En zal God genoegen nemen met iets minder dan het beste, dat we Hem kunnen aanbieden? Christus zegt: “Gij zult liefhebben de Heer, uw God, met geheel uw hart.” Diegenen, welke God met hun gehele hart liefhebben, zullen er naar verlangen, Hem met hun leven op de best mogelike wijze te dienen, en voortdurend trachten om alle krachten van hun bestaan in overeenstemming te brengen met devoorschriften,diehungeschiktheidomZijn wiltedoen zullen verhogen. Zezullendegave, die ze hun hemelse Vader aanbieden, niet verzwakken of verontreinigen door toe te geven aan lust of hartstocht.

Petrus zegt: “Onthoudt u van de vleselike begeerlik- heden, welke krijg voeren tegen de ziel.” Iedere zondige bevrediging leidt ertoe om de vermogens te verdoven, en het zedelik en geestelik gevoel te doden, zodat het woord of de Geest van God slechts weinig indruk kan maken op het hart. Paulus schrijft aan de Korinthiërs: “Laat ons onszelven reinigen van alle besmetting van het vlees en van de geest, voleindigende de heiligmaking in de vrese Gods.”

Heiligdom Symbolen

Controverse

En on- der de vruchten van de Geest, “liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid,“ rekent hij “matigheid.” Hoevelen van hen, die voorgeven Christenen te zijn, verzwakken, niettegenstaande deze verklaringen van de Heilige Geest, hun vermogens door winstbejag of mode-aanbidding; hoe velen verlagen hun naar Gods beeld geschapen lichaam door gulzigheid, sterke drank, of verboden genoegens! En de kerk, in plaats van het kwade te bestraffen, bevordert het maar al te dikwels dooreetlust,verlangen naarwinst,of delusttot genotaante moedigen, teneindezijn schatkist te vullen, waar de liefde tot Christus te flauw is om in het nodige te voorzien. Indien Jezus de kerken van deze tijd zou binnenkomen, en het feestvieren en de onheilige handel aanschouwen,diedaar inde naamvan de godsdienst plaats vinden,zouHij de heiligschenders niet evenzo uitdrijven, gelijk Hij de geldwisselaars uit de tempel dreef? 1 Petr. 2:11; 2 Kor. 7:1. Gal. 5:22, 23.

De apostel Jakobus verklaart, dat de wijsheid, die van boven is, “ten eerste zuiver” is. Indien hij diegenen ont-moet had, welke de dierbare naam van Jezus nemen op lippen, door tabak verontreinigd, wier adem en lichaam besmet zijn met de walgelike reuk ervan, die de lucht van de hemel verontreinigen, en allen in hun nabijheid noodzaken om het gift in te ademen, indien de apostel te doen had gehad met een gebruik, dat zozeer in tegenstelling is met de reinheid van het evangelie, zou hij het niet als iets “aards, natuurliks, duivels” bestraft hebben? Slaven van de tabak, aanspraak makende op de zegen van volkomen heiligmaking, spreken van hun hoop op de hemel; maar Gods woord zegt duidelik: “Daarin zal niet inkomen iets,dat ontreinigt.” “Of weet gij niet,dat ulieder lichaam een tempel is van de Heilige Geest,die in u is,die gij van God hebt,en dat ge uws zelfs niet zijt (uzelven niet toebehoort) ?

Want ge zijt duur gekocht; zo verheerlikt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn.” Hij, wiens lichaam de tempel is van de Heilige Geest, kan niet verslaafd zijn aan een ver- derfelike gewoonte. Zijn vermogens behoren Christus toe, die hem gekocht heeft met de prijs van bloed. Zijn bezitting is des Heren. Hoe zou hij zonder schuld kunnen zijn, terwijl hij dit aan hem toevertrouwde kapitaal verkwist? Belijdende Christenen geven jaarliks een ontzaglike som uit voor nutteloze en schadelike overdaad, terwijl er zielen verloren gaan, omdat ze het woord des levens niet kennen. God wordt beroofd van de tienden en het hefoffer, terwijl zij op het altaar van de verdervende wellust meer verteren, dan ze geven om de armen te helpen, of het evangelie te ondersteunen. Indien allen, die voorgeven, volgelingen van Christus te zijn, waarlik geheiligd waren, zouden hun middelen, in plaats van voor nutteloze en zelfs schadelike overdaad gebruikt te worden, in de schatkist des Heren worden gestort, en zouden de Christenen een voorbeeld van matigheid, zelfverloochening en zelfopoffering stellen. Dan zouden ze het licht van de wereld zijn.

De wereld heeft zich overgegeven aan zelfbevrediging. “De begeerlikheid van het vlees, en de begeerlikheid van de ogen, en de grootsheid van het leven,” beheersen de menigten der mensekinderen. Maardevolgelingen van Christushebbeneen heiliger roeping. Openb. 21:27.

Heiligdom Symbolen

Controverse

1 Kor. 6:19, 20. “Gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heer, en raakt niet aan hetgeen onrein is.” In het licht van Gods woord zijn we gerechtigd te zeggen, dat die heiligmaking niet echt kan zijn, welke geen volkomen afstand laat doen van het zondige najagen van werelds genot en bevrediging. Tot hen, die voldoen aan de voorwaarden: “Gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, ... en raakt niet aan hetgeen onrein is,” komt Gods belofte: “Ik zal ulieden aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heer, de Almachtige.”

Het is het voorrecht en de plicht van iedere Christen om een rijke en volle ondervinding te hebben in de dingen Gods. “Ik ben het licht van de wereld,” zegt Jezus. “Die Mij volgt, zal in de duister nis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.” “Het pad van de rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en schijnende tot de volle dag toe.” Iedere stap van geloof en gehoorzaamheid brengt de ziel in nauwere gemeenschap met het Licht van de wereld, waarin “gans geen duisternis is.” De heldere stralen van de Zon der gerechtigheid schijnen af op de dienstknechten Gods, en ze moeten zijn licht weerkaatsen. Evenals de sterren ons zeggen, dat er een groot licht in de hemel is, door welks heerlikheid ze schijnen, evenzo moeten Christenen tonen, dat er een God op de troon van het heelal zit, Wiens karakter lof en navolging waardig is. De genadegaven van Zijn Geest, de reinheid en heiligheid van Zijn karakter, zullen in Zijn getuigen geopenbaard worden.

Paulus toont in zijn brief aan de Kolossensen de rijke zegeningen aan, die aan de kinderen Gods worden geschonken. Hij zegt: Wij “houden niet op voor u te bidden en te begeren, dat ge moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelik verstand; opdat ge moogt wandelen waardiglik de Heer, tot alle behagelikheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God; met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte van Zijn heerlikheid,tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap.” Dan weder schrijft hij over zijn verlangen, dat de broederen te Efeze het verhevene van het voorrecht van een Christen zullen verstaan. Hij legt in veelomvattende bewoordingen de wonderlike macht en kennis voor hen open, die ze zouden kunnen bezitten als zonen en dochteren van de Allerhoogste. Het was hun mogelik om “versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens,” om “in de liefde geworteld en gegrond” te worden, om “met al de heiligen te begrijpen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, en te bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat.” Maar de bede van de apostel reikt tot het allerhoogste voorrecht, wanneer hij bidt: Opdat “ge vervuld wordt tot al de volheid Gods.”

Hier openbaart zich de hoogte, waartoe we kunnen geraken door geloof in de beloften van onze hemelse Vader, wanneer we doen, hetgeen Hij van ons verlangt. Door de verdiensten van Christus hebben we toegang tot de troon van de Oneindige Macht. “Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” De Vader gaf Zijn Geest aan Zijn Zoon zonder mate, en wij mogen insgelijks deel hebben aan de volheid ervan. Jezus zegt: “Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de

Heiligdom Symbolen

Controverse

Heilige Geest geven aan degenen, die Hem bidden?” “Zo ge iets begeren zult in Mijn naam, Ik zal het doen.” “Bidt, en ge zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.”

Terwijl het leven van de Christen gekenmerkt zal zijn door ootmoedigheid, behoort het geen droefheid en zelfverachting te openbaren. Het is het voorrecht van elkeen, z te leven, dat hij Gods goedkeuring kan wegdragen en door Hem gezegend worden. Het is de wil niet van onze hemelse Vader, dat wij ooit onder veroordeling of in duisternis zouden verkeren. Het is geen bewijs van ware nederigheid, dat we het hoofd laten hangen en het hart vol hebben van gedachten over onszelven. We mogen tot Jezus gaan en gereinigd worden, en ons zonder schaamteenverwijttegenoverdewetstellen.“Zoiserdannugeenverdoemenisvoordegenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.” Door Jezus worden de gevallen zonen van Adam “zonen Gods.” “Want èn hij, die heiligt, èn zij, die beheiligd worden, zijn allen uit één, om welke oorzaak Hij zich niet schaamt hen broeders te noemen.” Het leven van een Christen behoort een leven van geloof, en overwinning, en vreugde in God te zijn. “Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelik ons geloof.” In waarheid sprak Gods dienstknecht Nehemia: “De blijdschap des Heren, die is uw sterkte.” En Paulus zegt: “Verblijdt u in de Heer te allen tijd; wederom zeg ik u, verblijdt u.” “Verblijdt u.te allen tijd. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.”

Zodanige zijn de vruchten van de bekering en heiligmaking van de Bijbel; en het is, omdat de grote beginselen van gerechtigheid, door Gods wet aan het licht gebracht, door de Christelike wereld met zoveel onverschilligheid beschouwd worden, dat men deze vruchten zo zelden ziet. Dit is de reden,waarom er zich zo weinig toont van dat diepe en blijvende werk van de Geest Gods, waardoor opwekkingen in vroegere jaren zich kenmerkten. Het is door te aanschouwen, dat we veranderd worden. En terwijl de heilige voorschriften, waarin God de volmaaktheid en heiligheid van Zijn karakter voor de mensen heeft blootgelegd, worden verwaarloosd, en het verstand van de mensen wordt aangetrokken door de leer en de theorieën van mensen, is het dan wel te verwonderen, dat het gevolg daarvan een afnemen van de levende vroomheid in de kerk geweest is? De Heer zegt: “Mij, de sprinkader van het levende water, hebben ze verlaten, om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.”

“Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad van de goddelozen . . . maar zijn lust is in des Heren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken.” Het is alleen dan, wanneer Gods wet hersteld wordt tot de plaats, die hem toekomt, dat er een herlevendiging zijn kan van het eenvoudige geloof en de godzaligheid onder het volk, dat Hem belijdt. “Zo zegt de Heer: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin, zo zult ge rust vinden voor uw ziel.”

This article is from: