15 minute read

Veilingen $old! Nieuws uit de Verenigde Staten

Advertisement

MERCEDES-BENZ 280 SE 3.5-LITER CABRIOLET 1971

De 280 SE cabriolet met V8-motor was een nieuw model in 1970. Vanaf dat moment konden klanten die een V8-motor wensten ook bij Mercedes-Benz terecht. Op de veiling van RM Auctions in Amelia Island vond een exemplaar uit 1971 een nieuwe eigenaar.

$OLD!

Van deze vijfpersoons toerwagen zijn er niet meer dan 1.232 gemaakt tussen 1969 en 1971.

Niet alleen het uiterlijk van de 280 SE 3.5-liter coupé en cabriolet was nieuw. Bij zijn verschijning in augustus 1969 sprak de fabriek van ‘de motor van morgen’ en dat was geen loze kreet. Het was de voorbode van een nieuwe generatie motoren waarin Mercedes-ingenieurs al hun technisch vernuft hadden gestoken. De V8-krachtbron, uitgerust met een enkele bovenliggende nokkenas, was voorzien van elektronische benzine-injectie van Bosch en een elektronische ontsteking die werkte met transistors. Met zijn vermogen van 200 pk bereikte de cabriolet een topsnelheid van 210 km/u. Ook de acceleratie van 0 tot 100 km/u in 10 seconden was voor die tijd behoorlijk, al deed de oude vertrouwde zescilinder er maar een seconde langer over.

Aan de buitenkant verschilde de 3.5-liter cabriolet nauwelijks van zijn zescilinder-equivalent waarmee het model de brede en lagere (ten opzichte van de sedan) radiatorgrille deelde. Op de veiling in Amelia Island werd deze W 111 aangeboden met een kilometerstand van 9.470 mijl, oft ewel 15.237 kilometer! Kenmerkend aan het interieur is de aan het stuur bevestigde schakelaar waarmee de viertraps automaat wordt bediend. Zaken die nu in iedere auto zitten, werden in 1970 nog uitgebreid aangeprezen: stuurbekrachtiging, rembekrachtiging op de vier schijfremmen en elektrische ramen. Deze 280 SE cabriolet heeft een interieur dat is bekleed met bordeauxrood leder. De nog bijna nieuw aanvoelende tapijten, de zonnekleppen en de kaphoes zijn ook bordeauxrood; een kleur die goed past bij het zilverkleurige koetswerk en de zwarte stoff en kap. Van deze vijfpersoons toerwagen zijn er niet meer dan 1.232 gemaakt tussen 1969 en 1971. Het was zonder discussie het vlaggenschip van het modellengamma, de representatieve 600 even niet meegerekend. Aan de uitstekende staat van de auto kan niet worden getwijfeld. Alleen het chroomwerk vertoont op sommige plaatsen sporen van ouderdom. Natuurlijk is deze ‘Amerikaanse’ Mercedes uitgerust met airconditioning. De waarde die vooraf werd geschat op $ 100.000 tot $ 140.000, was in overeenstemming met het hoogste bod, $ 121.000. „

Op de autosalon van Genève werd in het voorjaar van 1957 de 300 SL Roadster voorgesteld. Dat deze modellen tegenwoordig zeer gewild zijn, bleek op een veiling jongstleden maart, waar de verkoopprijs van een Roadster de stoutste verwachtingen overtrof.

De 300 SL Roadster was het antwoord van Mercedes-Benz op de vraag van veel exportlanden naar een zeer snelle en comfortabele open sportwagen. Dit model was van een heel ander kaliber dan zijn voorganger; de ‘Flügeltür’. Behalve het ontbreken van een vast dak, had de Roadster bredere voorspatborden, nieuw vormgegeven koplampen, een iets kleinere grille en chroomlijsten aan de zijkanten. Onderhuids was het chassis versterkt om het ontbreken van een dragende bovenkant te compenseren. Hierdoor was de Roadster ongeveer vijf kilogram zwaarder dan de coupé. Beide uitvoeringen hadden dezelfde zescilinder lijnmotor aan boord. De Roadster die in maart door RM Auctions werd geveild, was nieuw gekocht door iemand in Newport, Californië en bleef ook de jaren daarna in ‘The Golden State’. Ongeveer tien jaar geleden kocht de laatste eigenaar de sportwagen van Paul Russell in Essex, dat ligt helemaal aan de andere kant van de VS, in de staat Massachusetts. De eigenaar was zeer te spreken over de rijeigenschappen. En rijden met de 300 SL was precies wat de nieuwe eigenaar van plan was. Eerst van de auto genieten, een eventuele restauratie was van later zorg. Aldus werd de Mercedes-Benz over zee bij de nieuwe eigenaar in Florida thuisgebracht. Na een grote servicebeurt, waarbij riemen en slangen werden vervangen, kwam de Roadster uit in de New England 1000 classic rally. De afstand tussen Florida en New England – in totaal 6.114 km – legde de auto op eigen kracht af. Dat ging allemaal zonder mankementen.

DEZE KLASSIEKE ROADSTER IS HELEMAAL GEPREPAREERD OP HET RIJDEN VAN VEEL KILOMETERS

het interieur kreeg bij een restauratie zijn oorspronkelijke blauwe kleur terug.

Als volgende evenement schreef de eigenaar in voor de Florida 1000 classic rally, een rit van noordelijk Florida naar het zuiden van Georgia, een afstand van 2.816 km. Na die rit werd besloten tot het laten uitvoeren van een cosmetische restauratie. Bij het bedrijf Ageless Automotive uit Deerfi eld Beach werd de SL compleet gestript en gespoten in de originele zilveren kleur. De specialisten van Ageless Upholstery namen het interieur onder handen en dit kreeg zijn oorspronkelijke blauwe kleur terug. Ook de kap werd vervangen door een nieuw, blauw exemplaar. Daarna kwam de Roadster terecht bij Hjeltness Restorations in Escondido, Californië, waar erkend 300 SL-expert Jerry Hjeltness het speciaal voor deze klassieker ontwikkelde airconditioningsysteem installeerde. Dit systeem maakt gebruik gemaakt van machinaal vervaardigde openingen onder het dashboard en een condenser die discreet verborgen zit achter de kokerbalk aan de bestuurderskant. De hele installatie kan worden verwijderd zonder achterlating van sporen wanneer toekomstige eigenaren de originele toestand prefereren. Bij Hjetness werd het hele technische gedeelte van de auto nagekeken en waar nodig hersteld. Er werden daarbij enige, niet zichtbare verbeteringen aangebracht ter verhoging van het rijcomfort. Hiertoe behoorde het aanbrengen van isolerend materiaal om de inzittenden in de cockpit beter af schermen tegen de warmte van motor en transmissie. Ook kreeg de auto een afneembare console voor het onderbrengen van een moderne radio. De laatste klus was het aanleggen van nieuwe bedrading, met het doel de betrouwbaarheid van de elektrische installatie te verbeteren. Wat deze 300 SL zo aantrekkelijk maakt is de zeer complete documentatie die bij de auto hoort, inclusief de originele bouwkaart van de fabriek, en een extra set vloermatten en interieurbekleding. De originele radio

is ook bij de auto aanwezig. Deze klassieke Roadster is helemaal geprepareerd op het rijden van veel kilometers en het zou zonde zijn hem in een museum of statische verzameling onder te brengen. Deze argumenten droegen eraan bij dat de verkoopprijs uiteindelijk ver boven de geschatte waarde van $ 475.000 tot $ 550.000 dollar lag. De SL werd na veel loven en bieden afgetikt op $ 627.000. „

Tekst: Eduard Hattuma | Foto’s: RM Auctions

MERCEDES-BENZ PILOOT

Jan Hindrik Holm (52) is piloot op een Boeing 747. Hij heeft naar eigen zeggen de mooiste baan ter wereld, maar vliegen is zijn werk en niet zijn hobby. Dat zijn auto’s. Italiaanse auto’s, Franse auto’s, maar vooral Duitse auto’s. Met Mercedes-Benz als favoriet.

“I k vlieg al 31 jaar”, zegt Jan Hindrik Holm. “Het is de mooiste baan ter wereld, maar het is mijn vak en niet mijn hobby. Zo lees ik één luchtvaartblad, omdat ik vind dat je dat als piloot moet doen, maar ik heb een abonnement op vijf of zes autobladen. Auto’s vormen nou eenmaal een belangrijk deel van mijn leven. Dat geldt overigens voor veel van mijn collega’s. Er zijn er een aantal die ook in hun vrije tijd veel vliegen, ballonvaren of zweefvliegen, maar het aantal autogekken en bootjesliefh ebbers is minstens even groot. Dat komt misschien ook doordat vliegen vaak een solistische bezigheid is en je een rit in een auto of een boottochtje wel met partner kunt doen. Bij mij is die voorliefde voor auto’s terug te voeren op mijn jeugd. Ik ben opgegroeid in Delfzijl. Mijn ouders hadden een Kever, maar onze buurman was makelaar

en die reed in een Mercedes-Benz 280 SE W108. Als jochie keek ik altijd verlekkerd naar die auto. Hij was zo lekker groot en imposant en had van die dubbele exportkoplampen en chromen bumpers. Prachtig vond ik het. En de vader van een jongen bij mij op de lagere school had een korte Heckfl osse met clignoteurs op de voorschermen en een verticale snelheidsmeter. In Duitsland noemen ze zo’n ding ‘de koortsthermometer’. Het waren prachtige auto’s in mijn ogen.” De voorliefde voor auto’s komt volgens Holm echter vooral van diens vader. “Dat was een enorme autoliefh ebber, ook al had hij weinig met Mercedes-Benz. “Maar hij leerde mij op mijn tiende al autorijden. Dan legde hij een kussen op mijn stoel en zette me een gleufh oed op, zodat je van een afstand niet direct kon zien hoe jong ik was. Dit alles weliswaar zeer tegen de zin van mijn moeder, maar toch. Op mijn dertiende verjaardag kreeg ik een slipcursus cadeau op Zandvoort. Van Rob Slotemaker, want die leefde toen nog.

Joyriding “Op mijn vijft iende ben ik voor het eerst gepakt voor joyriding. Mijn vader wist dat ik de auto mee had, maar hij zei altijd dat als ik gepakt zou worden, hij zou zeggen dat hij van niets wist. Mijn vader was huisarts en in het uitgestrekte Groningen kwam je destijds gelukkig vaak weg met zaken waarvoor je tegenwoordig het landelijke nieuws zou halen. Zo liet hij mij en mijn broer vaak van Delfzijl naar Groningen rijden. Die weg had 84 bochten en mijn vader zei dan tegen ons: ‘je mag zo hard rijden

MIJN VADER LEERDE MIJ OP MIJN TIENDE AUTORIJDEN EN OP MIJN DERTIENDE KREEG IK EEN SLIPCURSUS VAN SLOTEMAKER CADEAU.

als je wilt, maar als je remt, krijg je een dreun. Hij had een hekel aan zenuwachtig weggedrag en zo leerden we heel goed constant rijden. “Mijn eerste auto was een Kever, daarna kwam er een Eend en toen ik van het internaat van mijn vliegopleiding in Eelde kwam, kocht ik van mijn eerste centen een Alfasud. De rest van de jaren tachtig heb ik in Alfa’s gereden. De laatste was een GTV6. Toen die auto ooit werd bekrast, was ik het zat en zocht een model dat leek op een penosebak, zodat ze ‘m met rust zouden laten. Overigens was het feit dat Alfa eind jaren tachtig afstapte van achterwielaandrijving ook een hele belangrijke reden. Maar goed, ik kocht hele foute 280 S W 116. Met spoilers, foute Borbet wielen, geblindeerde ramen. Kortom; een hele foute hoerensloep. Is nooit wat mee gebeurd. Later heb ik ‘m verkocht en heb toen precies dezelfde auto teruggekocht, maar dan helemaal netjes. Toen ik eenmaal geld ging verdienen, ben ik in snel tempo allemaal auto’s gaan kopen die ik als jochie interessant vond. Een Citroën DS zoals een goede vriend van mijn vader had bijvoorbeeld en een Citroën CX zoals mijn ouders hadden gehad; een Pallas diesel. Maar er stond ook nog altijd een foto in mijn geheugen gegrift uit mijn puberjaren uit het blad Auto Motor und Sport met daarop vier generaties S-Klasse; de W 111, de W 108, de W 116 en de W 126. Die wilde ik ook en daar heb ik vijf jaar over gedaan om die verzameling compleet te krijgen. Later heb ik er nog een W140 bijgekocht om het setje compleet te maken.” Geen trailerqueens “Inmiddels heb ik niet alle S-modellen meer. Een aantal van die auto’s heb ik gekocht met mijn toenmalige vriend en toen die relatie in 2005 uitging, heb ik een

deel van die collectie verkocht. Bovendien: als je één zo’n S hebt gereden, heb je ze allemaal gereden. Maar al snel daarna liep het weer gillend uit de hand en nu heb ik weer tien auto’s. In Maastricht kocht ik vorig jaar nog een Renault 4 met nagenoeg geen kilometers. Mijn vriend had destijds twee honden en die wilde ik niet in mijn Mercedes hebben, dus kocht ik speciaal voor die honden een Renault 4. Toen ik onlangs die smetteloze auto in Essen zag, kon ik ‘m niet laten staan. Ik zie dat om me heen wel meer. Oudere mannen kopen met die klassiekers een stuk jeugdherinnering terug. Echt kieskeurig ben ik niet qua automerk. Ik heb ook nog een BMW 7 Serie en een Buick Rivièra bijvoorbeeld, maar het merk Mercedes-Benz speelt bij mij wel altijd een hoofdrol en die liefde gaat ook nooit over. Aan het huidige gamma kan ik mijn hart nog niet zo verpanden, maar de klassiekers blijven trekken. Dat hoeven helemaal geen dure modellen te zijn. Van een W 123 met een mooie historie en in goede staat kan ik bijvoorbeeld ook weke knieën krijgen. Tijdens mijn wachtperiode na de vliegopleiding heb ik enige tijd taxi gereden in zo’n auto. Het lijkt me leuk om er nog eens een te bezitten. En met een 240 D vorm je ook geen verkeershinder. De milieubeweging is er misschien niet blij mee, maar aan de andere kant heeft Femke Halsema er ook een, dus zo erg kan het niet zijn. Ik ben er wel achter dat ik geen trailerqueens moet kopen. Ooit had ik een Heckfl osse 220 S die destijds 7.000 kilometer had gereden. Die was zo mooi dat ik er nauwelijks mee reed. Die heb ik uiteindelijk dan ook verkocht en er een iets minder mooie met wat meer kilometers voor teruggekocht. Met de letters JH, mijn initalen, als beginletters. Hier rijd ik dus wel mee. Gemiddeld zo’n 45.000 kilometer op jaarbasis en dat terwijl ik met de trein naar Schiphol ga. Dat doe ik niet alleen uit gemak overigens. Het vliegend personeel staat op P40 naast Lang Parkeren en die vakken zijn nogal klein. Het gebeurt regelmatig dat mensen daar gewoon de deur openzwaaien als ze uitstappen en zo auto’s van anderen beschadigen. Dat risico wil ik liever niet lopen.” Werkpaard “Hoe ik dan aan die 45.000 kilometer kom? Nou ja, sinds ik in uniform rondloop, heb ik wel eens het gevoel dat TOEN IK EENMAAL GELD GING VERDIENEN, BEN IK IN SNEL TEMPO ALLEMAAL AUTO’S GAAN KOPEN DIE IK ALS JOCHIE INTERESSANT VOND.

ik het meest verwende jongetje van de klas ben, want ik heb ook nog een zeilboot in Hindeloopen. Daar rijd ik een tot twee keer per week naar toe. Ik heb daar ook een stalling, dus mijn auto’s staan veilig. Mijn moeder woont in Drenthe en sinds mijn vader is overleden, eet ik een keer per week bij haar. Ook heb ik een broertje dood aan koken en dus probeer ik zo vaak mogelijk bij anderen te eten. In ruil voor een auto wassen of andere klussen. Ook rijd ik regelmatig naar Duitsland om naar auto’s te kijken met kennissen. Ik ben ook lid van de Gay Classic Car Club. Dat classic slaat op de auto’s en niet op de mannen, want ik zit met mijn 52 jaar in de middenmoot. Zij organiseren regelmatig ritten in binnen- en buitenland en zo kom ik al met al snel aan ruim 40.000 kilometer per jaar. Het is niet alleen het rijden waar ik van geniet. Mijn auto’s staan in een grote stalling en ik kan ook zeer gelukkig worden van een beetje knoeien, poetsen of simpelweg even achter het stuur van een auto gaan zitten en genieten. Ik heb het meest met mijn 280 SL. Het is ook de auto die ik het langst heb. Samen met mijn inmiddels overleden vader heb ik die auto uit Duitsland gehaald. Het was een zeer leuke dag. De SL was de enige Mercedes-Benz waarvan hij ooit heeft gezegd dat ‘ie mooi was. Toch zou ik, als er brand uit zou breken en ik er één kon redden niet kiezen voor de SL maar voor mijn DS. Die auto is in absolute nieuwstaat en zoiets vind je nooit meer. Een goede SL is nog wel te vinden.

In de winter rijd ik met de W 126 300 SE. Dat is mijn werkpaard. Ik kocht de auto van de eerste eigenaar. Er zaten rondom deukjes in en krassen op. Dat gebeurt nou eenmaal wanneer oude mannen in te grote auto’s rijden. Het is de eerste auto die ik niet strak heb laten maken. Hij staat op kroonkurkwielen met winterbanden en niet op de putdekselvelgen die erbij horen. Het is de boekhouderversie, dus zonder airco, getint glas en schuifdak, maar wel met automaat, velours bekleding, centrale vergrendeling en cruise-control. Het is niet mijn mooiste auto, maar hij rijdt wel uitzonderlijk goed. De laatste tijd denk ik wel eens aan het verkleinen van mijn autoverzameling. Er zit nauwelijks een lijn in en tien auto’s is wel wat veel voor iemand die alleen woont en vaak alleen rijdt. Soms vind ik het zelf ook wel eens van de zotte. Maar aan de andere kant zijn de prijzen voor klassieke auto’s op dit moment niet uitzonderlijk hoog en er staat veel te koop, waardoor je snel in de verleiding komt. Op termijn wil ik echter wel van een aantal auto’s af. Als piloot moet je namelijk op je 56e met pensioen en tegen die tijd wil ik nog vijf auto’s overhouden. Dat stelt me voor een behoorlijk dilemma, want welke dat moeten zijn weet ik nog niet. Maar dat er een paar Mercedessen bij zitten is wel zeker.” „

DE AUTO’S VAN JAN HINDRIK HOLM

Mercedes-Benz Heckfl osse 220 S 1964 Mercedes-Benz 280 SL 1980 Mercedes-Benz 300 SE 1990 Citroën DS 21 Pallas 1967 Citroën CX 2500 diesel Pallas 1981 Maserati 3200 GT 2001 Maserati Spyder 2003 Renault 4 1992 Buick Rivièra 1970 BMW 740 1996

This article is from: