Samenvatting docentenhandleiding Goed zorgen voor je geld

Page 1

BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

SAMENVATTING DOCENTENHANDLEIDING
INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 4 1.1 Welkom! 4 1.2 Hoe is dit lesmateriaal tot stand gekomen? 4 2 Over de cursisten 5 2.1 Wat is de doelgroep van deze cursus? 5 2.2 Wanneer spreken we van mensen met een LVB? 5 2.3 Kenmerken van de cursisten en aandachtspunten voor de trainer 5 > Aandachtspunt 1: Persoonlijke ontwikkeling 6 > Aandachtspunt 2: Taalniveau 6 > Aandachtspunt 3: Korte(re) spanningsboog 6 > Aandachtspunt 4: Leren door concreet te ervaren 6 > Aandachtspunt 5: Geldzaken 6 > Aandachtspunt 6: Hulp bij financiële problemen 6 > Aandachtspunt 7: Anticiperen op situaties 7 > Aandachtspunt 8: Moeite met bespreken van de eigen situatie 7 2.4 Laat de cursus aansluiten bij de cursisten 7 3 Over de cursus 8 3.1 De algemene leerdoelen van de cursus 8 3.2 Een nieuwe benadering voor de cursus, gebaseerd op onderzoek 8 > De cursisten bepalen de inhoud 8 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------3.3 De werkwijze 9 > Stel de individuele leerdoelen van de cursisten vast 9 > Zoek een individuele motivator 9 > Bepaal de thema’s en de onderwerpen (modules) van de cursus 9 > Hebben cursisten moeite met onderwerpen kiezen? 10 > Pas micro-leren toe 10 > Pas de meest recente gedragswetenschappelijke inzichten toe 10 3.4 De bijeenkomsten 11 > Bijeenkomst 1 11 > Bijeenkomsten 2 tot en met 5 12 > Interesse in een terugkombijeenkomst? 12
3.5 Tips voorbereiding voor de budgetcursus 12 3.6 Het cursusmateriaal 13 > Opbouw van het cursusmateriaal 13 > Docentenblad 13 > Werkvormen 13 > PowerPointpresentaties 13 > Meeneembladen voor de cursisten 14 > Doel-actie plan 14 > Sociale kaart 14 > Veranderingen 14 3.7 De trainer 15 > Basishoudin g trainer 15 > Competenties van de trainer 15 > Tips 15 > Werken met groepen 16 > Voordelen van groepsonderwijs 16 > Wij-gevoel 16 > Committeren aan de groep 16 > Cursisten koppelen 16 > Groepsgrootte 16 > Kweek zelfvertrouwen 16 > Vertrouwelijkheid 16 18 Colofon

1.1 WELKOM!

Welkom bij de cursus Budgetcursus Goed zorgen voor je geld. Je kunt met het lesmateriaal een cursus maken voor deze doelgroep. Het doel is om de kennis en vaardigheden van cursisten omtrent omgaan met geld te vergroten.

In deze docentenhandleiding vertellen we je over:

1. De aandachtspunten bij het lesgeven aan mensen met een LVB: waar hou je rekening mee;

2. De opzet van de vernieuwde cursus: hoe stel je een cursus op maat samen?

In de bijlage vind je een overzicht van het lesmateriaal.

We zijn erg benieuwd naar je ervaringen met de nieuwe cursus! Feedback horen we dan ook graag. Daarmee kunnen we de cursus verder verbeteren. Je feedback kun je mailen naar opleidingen@nibud.nl.

1.2 HOE IS DIT LESMATERIAAL TOT STAND GEKOMEN?

Dit lesmateriaal is gebaseerd op de budgetcursus ‘Omgaan met geld’ van het Nibud. Deze cursus is gestoeld op:

1. De meest recente inzichten uit de gedragswetenschappen;

2. De nieuwste Nibud leerdoelen en competenties voor gezond financieel gedrag;

3. Nibud-onderzoek onder Nederlandse huishoudens;

4. Onderzoek ‘Naar een effectieve budgetcursus’, van: Hogeschool Utrecht, Wageningen University & Research en het Nibud. We passen het lesmateriaal van deze cursus jaarlijks aan.

De verdere opbouw van deze docentenhandleiding:

> Hoofdstuk 2: Over de cursisten gaat over de achtergrond van mensen met een LVB.

> Hoofdstuk 3: Over de cursus gaat over de leerdoelen, de vernieuwing, de nieuwe werkwijze, de bijeenkomsten, het cursusmateriaal en natuurlijk ook over de spil van de cursus, de trainer.

Veel succes en plezier met het geven van de cursus!

1 INTRODUCTIE
© Nibud 2021 4 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

2 OVER DE CURSISTEN

In dit hoofdstuk staan de cursisten centraal:

> Wat is de doelgroep van deze cursus? (2.1);

> Wanneer spreken we van mensen met een LVB? (2.2);

> Kenmerken van de cursisten en aandachtspunten voor de trainers (2.3);

> Laat de cursus aansluiten bij de cursisten (2.4).

2.1 WAT IS DE DOELGROEP VAN DEZE CURSUS?

De doelgroep van deze cursus is mensen met een licht verstandelijk beperking (LVB). Deze groep mensen is zeer divers. In deze docentenhandleiding en tijdens de bijeenkomsten spreken we bij voorkeur van cursisten.

2.2 WANNEER SPREKEN WE VAN MENSEN MET EEN LVB?

Een LVB pakt bij iedereen anders uit. Daarom is het vaak lastig om een LVB te herkennen. Van Dam et al. (2018) benoemen drie kenmerken van mensen met een LVB:

1. Een IQ onder de 85;

Een IQ van 70 tot 85 wordt vaak gezien als zwakbegaafd.

2. Er is sprake van verminderd adaptief functioneren in conceptuele, sociale en praktische zin;

3. De beperkingen in het functioneren zijn nadrukkelijk al tot uiting gekomen in de vroege kinderjaren en/of adolescentie.

2.3 KENMERKEN VAN DE CURSISTEN EN AANDACHTSPUNTEN VOOR DE TRAINERS

We geven een overzicht van de kenmerken van de cursisten uit deze doelgroep. Deze kenmerken hebben invloed op de effectiviteit van de cursus. En zijn dus aandachtspunten voor de trainer.

De kenmerken zijn gevonden in de literatuur of bekend uit de praktijk (focusgroep, expertteams, trainers Nibud budgetcursus). Ze gelden nooit allemaal voor elke cursist. Maar ze bieden hulp als je wilt weten wat er speelt bij een cursist. Let bij deze doelgroep goed op. Sommige cursisten kunnen zich goed aanpassen en hun beperking maskeren. Je ziet als trainer niet meteen dat ze soms beperkt functioneren. Hierdoor kunnen cursisten sneller overvraagd worden. Houd hier rekening mee tijdens de cursus.

© Nibud 2021 5 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Aandachtspunt 1: Persoonlijke ontwikkeling

Over het algemeen zijn deze cursisten laagopgeleid. Vaak spelen er ook leerproblemen. Dit hoeft niet bij iedereen zo te zijn, er is veel diversiteit binnen de doelgroep.

> Sommige cursisten hebben voldoende reken- en leesvaardigheden om de cursus te kunnen volgen. Anderen zullen meer moeite hebben met de cursus. Deze cursisten vragen meer aandacht en ondersteuning. De trainer dient hier rekening mee te houden, bijvoorbeeld tijdens het maken van een begroting. De trainer bespreekt, indien nodig, samen met de cursisten waar zij terecht kunnen voor hulp en vragen.

> Sommige cursisten hebben voldoende digitale vaardigheden. Bij de overige cursisten is het belangrijk deze digitale vaardigheden te stimuleren of samen met hen in kaart te brengen waar zij terecht kunnen voor hulp en vragen.

Aandachtspunt 2: Taalniveau

Het taalniveau van de cursisten kan beperkt zijn. Zo is begrijpend lezen lastig voor velen. Het beperkte taalniveau maakt het leerproces lastiger. Het gebruik van visueel materiaal zoals het gebruik van foto’s, plaatjes en video’s is een pré. Ook werkt voor deze doelgroep om gemakkelijk en concreet taalgebruik te gebruiken. Metaforen werken vaak verwarrend.

Aandachtspunt 3: Korte(re) spanningsboog

Het is belangrijk om tijdens de cursus rekening te houden dat cursisten vaak een kortere spanningsboog hebben. Ze zijn niet gewend om veel informatie in één keer te verwerken. Ook kan het voorkomen dat cursisten sneller afgeleid zijn en willen praten over andere onderwerpen. Hiervoor mag zeker de ruimte zijn maar het is ook mogelijk dat je als trainer het gesprek af en toe (op een vriendelijke manier) moet afkappen. Om het leerproces te ondersteunen kan informatie in korte blokjes worden verdeeld. Cursisten hebben baat bij herhaling van de informatie en onderwerpen. Ook helpt het om de tijd te nemen voor de uitleg & werkvormen en genoeg pauzes in te lassen.

Aandachtspunt 4: Leren door concreet te ervaren Cursisten leren beter door concreet te ervaren. Tijdens de bijeenkomsten kan het leerproces ondersteund worden door concrete voorbeelden te gebruiken (als aanvulling op de inhoudelijke informatie). Ook gaat de voorkeur uit naar praktische oefeningen en huiswerkopdrachten.

Aandachtspunt 5: Geldzaken

Sommige cursisten regelen hun eigen geldzaken en andere cursisten ontvangen hier hulp bij. Dit kan bewindvoering zijn, maar hulp van vrienden, familie of een kennis is ook mogelijk. Het is dus wisselend per cursist wat zij (moeten) weten en regelen betreffende hun geldzaken. Vaak is er wel de wens bij cursisten om de financiën zelfstandig te regelen. In de praktijk zullen de meeste cursisten niet geheel zelfstandig hun geldzaken regelen omdat ze een beperkte groei naar (financiële) zelfredzaamheid hebben. Er is daarom in de cursus veel aandacht nodig voor wanneer en waar ze terecht kunnen voor hulp bij de financiën.

Aandachtspunt 6: Hulp bij financiële problemen

Cursisten overzien meestal hun eigen financiële problemen niet. Ze hebben vaak beperkt inzicht in hun financiën, maar ook beperkt inzicht in ziektes, het dagelijks leven, sociale situaties etc. Ook vinden ze het vaak lastig om de juiste plek te vinden voor hun financiële problemen. Om hier rekening mee te houden tijdens de budgetcursus wordt iedere bijeenkomst aandacht besteed aan de sociale kaart en praten over geld.

© Nibud 2021 6 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Aandachtspunt 7: Anticiperen op situaties

Ook vinden cursisten het vaak lastig om te anticiperen op situaties. Ze houden liever vast aan de status quo (de situatie zoals die nu is). Toch is het soms nodig om te veranderen. Dat zal lastig zijn en vraagt de nodige ondersteuning. Ook is het belangrijk om bepaalde wijzigingen op tijd en op de juiste plek door te geven, bijvoorbeeld als het inkomen verandert heeft dat invloed op de toeslagen. Het zal vaak niet direct door de cursist worden herkend als wijziging die doorgegeven moet worden. Daarom wordt dit onderdeel iedere bijeenkomst benadrukt: welke veranderingen moet je doorgeven en waar kan je dit doorgeven.

Aandachtspunt 8: Moeite met bespreken van eigen situatie

Dit speelt vooral als de groep elkaar kent. Bijvoorbeeld als de budgetcursus wordt gegeven bij SW-bedrijf. Houd er dan rekening mee dat cursisten collega’s zijn en het soms lastig vinden om hun persoonlijke financiën te delen. Vraag daarom altijd aan cursisten of zij het goed vinden om hun situatie te bespreken. Mochten cursisten dit niet willen, kies dan een minder persoonlijke werkvorm uit de module en geef ze als huiswerk mee om de opdracht over hun eigen persoonlijke situatie te maken. Kom hier wel de volgende bijeenkomst op terug. Cursisten kunnen bijvoorbeeld in de pauze het huiswerk aan de trainer laten zien. Zo krijgen ze toch tips op het huiswerk maar hoeven ze niet klassikaal hun persoonlijke situatie te bespreken.

2.4 LAAT DE CURSUS AANSLUITEN BIJ DE CURSISTEN

Als de cursus goed aansluit bij de doelgroep, dan is deze effectiever. Daarom hebben we de trainers in dit hoofdstuk acht aandachtspunten gegeven. Deze aandachtspunten helpen de trainer om samen met de cursisten de trainingsbehoefte vast te stellen. Hoe dat in zijn werk gaat, wordt uitgelegd in het volgende hoofdstuk: Over de cursus.

© Nibud 2021 7 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

3 OVER DE CURSUS

In dit hoofdstuk staat de cursus centraal:

> De algemene leerdoelen van de cursus (3.1);

> Een nieuwe benadering voor de cursus, gebaseerd op onderzoek (3.2);

> De werkwijze (3.3);

> De bijeenkomsten (3.4);

> Tips voorbereiding voor de budgetcursus (3.5);

> Het cursusmateriaal (3.6); en

> De trainer (3.7).

3.1 DE ALGEMENE LEERDOELEN VAN DE CURSUS

Het doel van de cursus is dat de cursisten:

> Kennis en vaardigheden opdoen in het omgaan met geld;

> Kunnen bepalen wat zij niet weten of niet zelf kunnen doen;

> Weten waar hulp ze hulp kunnen krijgen en hoe ze deze hulp tijdig kunnen inschakelen.

In de cursus werken de cursisten aan het vergroten van hun financiële kennis en vaardigheden. Zij leren over de door hen gekozen financiële onderwerpen. Daarnaast werken zij aan voor hen haalbare financiële vaardigheden.

3.2 EEN NIEUWE BENADERING VOOR DE CURSUS, GEBASEERD OP ONDERZOEK

Wageningen University & Research (WUR) en de Hogeschool Utrecht (HU) onderzochten de effectiviteit van de traditionele budgetcursus van het Nibud: Omgaan met Geld. Zij vergeleken de effectiviteit van die cursus met die van een cursus gebaseerd op nieuwe gedragswetenschappelijke inzichten. Bij dit onderzoek waren het Nibud en organisaties uit verschillende gemeenten betrokken. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is deze cursus in 2019 geheel vernieuwd.

De cursisten bepalen de inhoud

De Budgetcursus Goed zorgen voor je geld is gebaseerd op de Budgetcursus Omgaan met geld. Dat betekent bijvoorbeeld dat cursisten de inhoud van de cursus zelf bepalen. Het programma staat niet tevoren vast. Dat maakt iedere cursus en iedere les uniek. Het cursusmateriaal is geschreven in begrijpelijke taal en bevat veel visueel materiaal.

© Nibud 2021 8 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

3.3 DE WERKWIJZE

De werkwijze ziet er in grote lijnen zo uit:

> Stel de individuele leerdoelen van de cursisten vast;

> Zoek individuele motivators;

> Bepaal de thema’s en de onderwerpen (modules) van de cursus;

> Pas micro-leren toe;

> Pas de meest recente gedragswetenschappelijke Inzichten toe.

De eerste drie onderdelen van deze werkwijze vinden plaats in de eerste bijeenkomst. De laatste twee gelden voor alle bijeenkomsten.

Stel de individuele leerdoelen van de cursisten vast

In deze cursus staan de leerdoelen van de cursisten centraal. Hiermee wordt:

> De bereidheid om te leren vergroot;

> De al aanwezige ervaring van de cursist meegenomen.

Door deze werkwijze ervaart de cursist autonomie en voelt zich betrokken bij de inhoud en de uitvoering. In de eerste bijeenkomst geven de cursisten individueel hun leerdoelen aan. Daarna bespreekt de trainer deze doelen in de groep.

Zoek een individuele motivator

Tijdens de eerste bijeenkomst is het noodzakelijk om voor iedere cursist een zogenoemde motivator te vinden. Een motivator is een verder liggend doel, van waaruit kleinere doelen worden opgesteld. Concrete voorbeelden zijn:

> ‘Ik wil een eigen huis kopen’;

> ‘Ik wil mijn eigen geldzaken regelen’;

> ‘Ik wil sparen’.

Bepaal de thema’s en de onderwerpen (modules) van de cursus

Op het werkblad Wolken staan de vijf thema’s van de cursus en de onderwerpen (modules) binnen die thema’s, zie bijlagen. Als de motivator duidelijk is, bespreekt de trainer de vijf thema’s en de onderwerpen binnen de thema’s.

De thema’s hebben elk een eigen kleur en icoon:

Wat je moet regelen;

Je geldzaken op orde (overzicht en inzicht);

Rondkomen;

Denken aan je toekomst;

Omgaan met mogelijke risico’s.

© Nibud 2021 9 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Voor ieder onderwerp is cursusmateriaal uitgewerkt in een module. Samen met de cursisten wordt bepaald welke modules aansluiten bij de motivator. De motivator is de kapstok. De trainer hangt samen met de cursisten de gekozen onderwerpen aan deze kapstok. Bijvoorbeeld het maken van een begroting of het omgaan met verleidingen. Een cursist kan ook zelf onderwerpen inbrengen. Zo wordt in de eerste bijeenkomst bepaald welke onderwerpen (modules) in de volgende bijeenkomsten worden behandeld.

Hebben cursisten moeite met onderwerpen kiezen? Het kan voorkomen dat cursisten het lastig vinden om bepaalde onderwerpen te kiezen. Ze willen misschien over ieder onderwerp wel wat leren. Een tip is om cursisten dan een top 3 te laten maken met de onderwerpen waarover zij meer informatie willen en hun vaardigheden willen vergroten.

Pas micro-leren toe

We hebben het cursusmateriaal geschikt gemaakt voor micro-leren (micro learning). De lesstof is in kleine behapbare brokken verdeeld en voldoet aan de vereisten voor micro-leren:

> Goed vindbaar;

> Direct bruikbaar.

De modules zijn overzichtelijk. De trainer kan ingewikkelde onderwerpen in kleine stapjes behandelen en de theorie is meteen bruikbaar. Er wordt verwezen naar online tools en instanties in de gemeentes.

Pas de meest recente gedragswetenschappelijke inzichten toe Omdat de cursisten zelf de leerdoelen formuleren en zelf de onderwerpen van de cursus kiezen, zijn ze zeer gemotiveerd. Ze gaan aan de slag met modules die aansluiten bij hun leerdoelen. De cursisten willen graag leren, omdat ze het nut ervan inzien.

Soms is het cursusmateriaal gericht op bewustwording van eigen gedrag. Dat geldt bijvoorbeeld voor de module Veilig bankieren of de module Weerbaarheid en omgaan met verleidingen. Het doorbreken van gewoontegedrag verloopt in een aantal stappen, waarbij terugval in de oude gewoonte altijd kan voorkomen. Door herhaling ontwikkelen de cursisten uiteindelijk nieuw gedrag.

De volgende gedragselementen zijn verwerkt in de cursus:

1. Doel & actieplan: de cursisten formuleren leerdoelen. Bij iedere module denken ze na over de acties die ze gaan uitvoeren om het leerdoel te halen. Ik heb een doel

> Ik wil ... (doel)

> Ik ga vóór de volgende bijeenkomst ...(actie)

Tip: voor de modules die je de laatste bijeenkomst behandelt, bespreek met cursisten wat zij de komende twee weken gaan doen in plaats van voor de volgende bijeenkomst (die is er niet meer).

2. Volhouden! Gedurende de cursus kijken de cursisten samen met de trainer naar hun gedrag. Hoe gaat het? Wat lukt (nog) niet? Wat heb je nodig?

© Nibud 2021 10 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

3. Belangrijke vaardigheden worden steeds herhaald, zoals het stellen van doelen, het bijhouden van een kasboek en het onderzoeken waar men hulp kan vinden. Bijvoorbeeld door het bekijken van de sociale kaart van de betrokken gemeente.

3.4 DE BIJEENKOMSTEN

De cursus bestaat uit 5 bijeenkomsten van 2 uur. De vernieuwde opzet voor de eerste bijeenkomst staat vast. Dat is samen met de cursisten overeenstemming krijgen over de thema’s en de onderwerpen. Dit doe je door:

> inventarisatie van de leerdoelen van de cursisten; en

> het kiezen van de meest relevante thema’s en modules voor het behalen van die leerdoelen.

De uitkomsten bepalen de onderwerpen van bijeenkomsten 2 tot en met 5. Bedenk hierbij dat onderwerpen in meer dan één leerdoel kunnen voorzien.

Bijeenkomst 1

Opzet

Voor de eerste bijeenkomst is een aparte module en een PowerPointpresentatie gemaakt. Deze staan in de Nibud Academie. Als trainer spreek je tijdens de eerste bijeenkomst met de cursisten over hun leerdoelen en het nut van de deelname aan de cursus.

> Voorkomt het volgen van de cursus een probleem?

> Lost het volgen van de cursus een probleem op?

> Biedt het de cursist een kans? Zo ja, welke?

> Maakt het (persoonlijke) groei mogelijk?

De antwoorden op deze vragen zijn van invloed op de bereidheid tot het volgen van de cursus.

Structuur

> Voorstellen trainer

> Bespreken programma

> Inhoudelijke informatie over de budgetcursus

> Praktische obstakels worden besproken

> Vertrouwelijkheid budgetcursus wordt besproken

> Voorstelronde cursisten

> Pauze

> Je eigen cursus maken

Zie voor de werkwijze 3.3 hierboven:

> Stel de individuele leerdoelen van de cursisten vast

> Zoek een individuele motivator

> Bepaal de onderwerpen (modules) van de cursus (bijv. top 3)

© Nibud 2021 11 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Bijeenkomsten 2 tot en met 5

Opzet

De cursisten hebben tijdens de eerste bijeenkomst hun leerdoelen geformuleerd. Daarna hebben zij de onderwerpen aangekruist waarover zij meer willen leren. Dit vormt de basis van de andere bijeenkomsten van de cursus. In de Nibud Academie staan voor alle onderwerpen (modules) docentenbladen met verschillende werkvormen. Daarnaast is er ook voor elke module een meeneemblad voor de cursisten en een PowerPointpresentatie. Sommige modules vragen meer tijd dan andere. Per bijeenkomst kun je ongeveer twee modules behandelen. Hoewel iedere bijeenkomst anders is, hebben de bijeenkomsten wel een vaste structuur:

Structuur

> Opening

> Terugkijken op vorige les - doelen stellen

> Behandeling module X

> Pauze

> Behandeling module Y

> Leerdoelen

> Sociale kaart (zie 3.6)

> Veranderingen doorgeven (zie 3.6)

> Benoemen van de onderwerpen (modules) in de volgende bijeenkomst, op basis van de onderwerpen die in de eerste les zijn bepaald.

> Afsluiting

Interesse in een terugkombijeenkomst?

Het organiseren van een terugkombijeenkomst, een aantal maanden na de laatste bijeenkomst, is erg waardevol. De cursisten kunnen tijdens deze terugkombijeenkomst met elkaar delen wat ze na de cursus hebben gedaan. En waar ze nog tegenaanlopen.

3.5 TIPS VOORBEREIDING VOOR DE BUDGETCURSUS

Voor deze doelgroep hebben wij een aantal tips van ervaren trainers en hulpverleners verzameld om cursisten goed te informeren over de budgetcursus en de drempel te verlagen om naar de budgetcursus te gaan:

1. Stuur een uitnodigingsbrief met informatie over de budgetcursus en informatie en foto van de trainer. Dit kan ook via de mail.

2.Eventueel kan een mail gestuurd worden naar de contactpersonen van deelnemers om betrokkenheid te creëren.

3. Bespreek tijdens het aanmelden voor de budgetcursus (praktische) obstakels die deelname aan de budgetcursus kunnen hinderen. Denk aan reiskosten, op tijd komen of cursisten die het spannend vinden.

4. Mochten deelnemers het te spannend vinden om alleen naar de budgetcursus te gaan, kan je voorstellen om een betrokken begeleider of iemand uit hun netwerk uit te nodigen voor de eerste bijeenkomst. Overleg dit wel met de trainer.

5. Stuur via sms of WhatsApp een berichtje naar cursisten om hen te herinneren aan de budgetcursus. Dit kan bijvoorbeeld een week van te voren en een dag van te voren.

© Nibud 2021 12 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

3.6 HET CURSUSMATERIAAL

We hebben per onderwerp lesmateriaal ontwikkeld: de modules. De trainers maken daarvan gebruik voor de bijeenkomsten. Daarnaast kunnen ze zelf lesmateriaal samenstellen. Ze kunnen bijvoorbeeld antwoorden zoeken op vragen van de cursisten. Of zelf video’s zoeken of een presentatie maken. Ze kunnen ook gastlessen organiseren: bijvoorbeeld iemand uitnodigen van het Juridisch Loket.

Opbouw van het cursusmateriaal

Op het werkblad Wolken staan vijf thema’s met verschillende onderwerpen (zie ook bijlage 1). In de Nibud Academie is voor ieder onderwerp een module ontwikkeld met cursusmateriaal. Elke module heeft een:

> Docentenblad

> PowerPointpresentatie met beeldmateriaal

> Meeneemblad voor de cursisten

Docentenblad

Het docentenblad bevat:

> Leerdoelen: aan welke leerdoelen werken cursisten binnen deze module;

> Een overzicht van de werkvormen, de benodigde materialen en een tijdsindicatie;

> De werkvormen uitgeschreven;

> De logo’s die bij de module horen (ook te vinden in de PowerPointpresentatie);

> De inhoudelijke informatie over de module.

Werkvormen

In elke module is een aantal werkvormen uitgewerkt. Deze zijn niet verplicht. De trainer kiest uit deze of andere werkvormen. De keuze is gebaseerd op de leerdoelen van de cursisten en het niveau van de groep. Elke werkvorm is gericht op andere leerdoelen. Als niet alle werkvormen worden gebruikt, dan komen misschien niet alle leerdoelen aan bod. Dat is geen probleem. Als de cursus maar aansluit bij de individuele leerdoelen van de cursisten.

In principe zijn alle werkvormen bedoeld om klassikaal te behandelen. Voor deze doelgroep is het lastiger om in kleinere groepjes zelfstandig aan de slag te gaan. Mocht je de budgetcursus samen met iemand anders geven is het mogelijk om de werkvorm in twee groepen te doen zodat ieder groepje cursisten begeleid wordt.

Sommige modules hebben een bijlage met aanvullend materiaal, bijvoorbeeld een voorbeeldbrief of een ingevulde begroting. Als een module een bijlage heeft, dan staat dit vermeld op het docentenblad. Deze bijlage met aanvullende materialen vind je bij de betreffende module.

PowerPointpresentaties

De PowerPointpresentatie voor de eerste bijeenkomst staat in de Nibud Academie. Daarnaast is er voor elke module een aantal sheets gemaakt met ondersteunend materiaal voor de verschillende werkvormen. Denk hierbij aan foto’s, casusbeschrijvingen en linkjes naar video’s. De trainer kan voor een bijeenkomst de sheets uit de verschillende modules combineren tot één PowerPointpresentatie. Voor dat doel is er één basispresentatie gemaakt.

© Nibud 2021 13 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Meeneembladen voor de cursisten

Voor elke module is er een meeneemblad voor de cursisten. Elk meeneemblad heeft dezelfde opbouw. Op de meeneembladen zijn de onderdelen duidelijk herkenbaar weergegeven met een icoon.

Op het meeneemblad staan de volgende elementen:

> Logo of pictogram

> Doel-actie plan

Ik wil ... (doel)

Ik ga daarom meteen beginnen met ... (actie)

> Sociale kaart

Ik kan hulp vragen aan Organisaties

Familie/vrienden/buren

> Er verandert iets

Mogelijk verandert:

Ik geef dit door aan:

> Tips

Doel-actie plan

Voor iedere module is een meeneemblad voor de cursisten gemaakt. Op dit meeneemblad kunnen de cursisten per onderwerp aangeven wat hun doel is (ik wil... ) en wat hun acties zijn (ik ga voor de volgende bijeenkomst... ). We raden de trainers aan om deze leerdoelen en acties te bespreken met de cursisten en in de volgende bijeenkomst samen na te lopen welke acties zijn uitgevoerd en hoe dit is gegaan. Hieronder staan een aantal voorbeeldvragen die je kan gebruiken:

> ‘Naam deelnemer’, jij gaf vorige week aan ‘beschreven actie’ te doen. Hoe is dat gegaan?

> Wie wil vertellen wat hij/zij afgelopen week heeft gedaan?

Sociale kaart

De cursisten formuleren eerst hun doelen en acties. Daarna vullen ze op het meeneemblad in bij wie zij hulp kunnen vragen voor het uitvoeren van de acties. Er wordt onderscheid gemaakt tussen formele hulp (organisaties) en informele hulp (vrienden, familie of buren).

In de eerste bijeenkomst hebben de deelnemers allemaal een blad gekregen met een lege sociale kaart. Het is de bedoeling dat zij dit blad elke bijeenkomst meenemen en aanvullen met de onderwerpen die op de bijeenkomst zijn besproken. Je kunt deze oefening na elke module doen, maar het is aan te raden om als afsluiting van de bijeenkomst de kaart in een keer voor alle behandelde onderwerpen in te vullen. Op die manier dient het ook gelijk als samenvatting van de bijeenkomst.

Vraag de deelnemers welke instanties of wie uit hun persoonlijke kring hen bij vragen over dit onderwerp zou kunnen helpen. De deelnemers kunnen het onderwerp bij de juiste instanties op hun eigen sociale kaart schrijven.

Veranderingen

Voor alle behandelde modules krijgen cursisten een meeneemblad. Op dit meeneemblad schrijven cursisten hun doelen op, waar ze terecht kunnen voor hulp en besteden ze aandacht aan mogelijke veranderingen. Cursisten kunnen het lastig vinden om te anticiperen op

© Nibud 2021 14 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

situaties en daarom gaan ze vooraf nadenken wat er mogelijk kan veranderen in hun situatie. Bijvoorbeeld gaan samenwonen, meer/minder werken of een nieuwe baan. Deze wijzigingen moeten doorgegeven worden bij bijvoorbeeld de gemeente en de Belastingdienst. Tijdens het onderdeel veranderingen gaan cursisten nadenken over wat er mogelijk in hun situatie kan veranderen en waar zij deze verandering kunnen doorgeven.

3.7 DE TRAINER

We gaan ervan uit dat je als trainer voldoende financiële basiskennis hebt. Het is daarnaast mogelijk om de cursus in duo’s te geven, bijvoorbeeld met een maatschappelijk werker, iemand van de organisatie waar de budgetcursus wordt gegeven of met een getrainde vrijwilliger. Denk bijvoorbeeld aan een maatschappelijk werker samen met een financieel vrijwilliger.

Basishouding trainer

Sommige trainers zijn niet gewend les het geven aan deze doelgroep. Daarom hebben we na de trainersbijeenkomsten in de onderzoeksfase deze checklist gemaakt:

> Gebruik simpele taal;

> Verdeel de informatie in kleine brokjes;

> Vraag de cursisten de informatie terug te vertellen, als check;

> Neem een open houding aan en luister naar de cursisten;

> Beweeg mee met de cursisten en de groep;

> Wees enthousiast;

> Improviseer! Improviseren is heel belangrijk;

> Wees creatief;

> Leg verbanden tussen alles wat ter sprake komt.

Competenties van de trainer

Na de evaluaties van de vernieuwde cursus zijn de competenties van de trainer bepaald. Een trainer dient idealiter te beschikken over deze vier belangrijke competenties:

> Faciliteren van leren;

> Begeleiden van groepsprocessen;

> Presenteren van leerstof en werkvormen;

> Kennis van het financiële systeem.

Tips

Cursisten kunnen zich soms goed aanpassen waardoor het lijkt alsof de informatie goed begrepen is of hebben moeite met vragen stellen. Om de werkvormen goed te laten aansluiten bij de cursisten hebben we een aantal algemene tips:

> Herhaal informatie en opdrachten (herhalen is heel belangrijk)

> Stel simpele, duidelijke vragen

> Gebruik waar mogelijk visuele ondersteuning

> Zet cursisten in hun kracht en geef complimenten

© Nibud 2021 15 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Werken met groepen

De cursus wordt gegeven in groepen. Het is belangrijk dat de cursisten zich veilig voelen in de groep. Daarom moet de trainer in de eerste bijeenkomst benadrukken dat alles dat wordt besproken binnen de groep blijft. Bij deze doelgroep is vertrouwen en veiligheid namelijk zeer belangrijk. De vertrouwensband kan je versterken door duidelijk af te spreken met cursisten dat alles wat verteld wordt binnen de groep blijft. Ook is het belangrijk om aandacht te besteden aan sociale praatjes maar stuur tijdig bij zodat de focus weer op de inhoud ligt.

Voordelen van groepsonderwijs

Groepsgewijs werken heeft verschillende voordelen, bijvoorbeeld dat een taboe wordt doorbroken doordat geldzaken bespreekbaar te maken.

Wij-gevoel

Als de cursisten zich voorstellen en hun situatie globaal schetsen tijdens de eerste bijeenkomst, dan ontstaat er een wij-gevoel. Cursisten herkennen elkaars verhalen en zien elkaar als gelijkgestemden. De cursisten worden open naar elkaar. En soms ontstaan er vriendschappen. Ook werkt een groep drempelverlagend om hulp te zoeken, tips met elkaar te delen en inkomensondersteuning aan te vragen.

Committeren aan de groep

De trainer kan op vele manieren gebruik te maken van de groep. Uit de literatuur blijkt, bijvoorbeeld, dat mensen hun gedrag graag in overeenstemming brengen met wat ze eerder hebben gezegd. Als je cursisten dus laat benoemen aan welke doelen zij thuis gaan werken, dan committeren zij zich aan de groep. Daarmee wordt de kans groter dat zij daadwerkelijk hun geplande acties gaan uitvoeren.

Cursisten koppelen

Het kan een goed idee zijn om cursisten te koppelen, zodat ze elkaar helpen. En je kan gevorderde cursisten wat extra uitzoekwerk geven, zodat zij zich betrokken blijven voelen bij de cursus.

Groepsgrootte

De ideale groepsgrootte is maximaal 6 - 8 cursisten. Dan kun je de cursisten nog voldoende individuele aandacht geven. Ook bij deze groepsgrootte is twee trainers of een trainer en een ondersteuner prettig. Je kan dan de groep af en toe opsplitsen om in kleinere groepen een opdracht te maken.

Kweek zelfvertrouwen

Voor veel cursisten zijn praten over geldzaken, het regelen van de financiën en/of het volgen van een budgetcursus nieuw en spannend. Daardoor kan het vertrouwen in eigen kunnen laag zijn. De trainer kan meer zelfvertrouwen kweken. Laat de cursisten bijvoorbeeld benoemen op welke punten ze vooruitgang hebben geboekt. Door de groep hierbij te betrekken, draag je verder bij aan toename van het zelfvertrouwen van de cursisten.

Vertrouwelijkheid

Het vertrouwen binnen de groep is zeer belangrijk voor cursisten. Besteed hier als trainer aandacht aan. Dit kan door simpelere dingen zoals iedereen welkom heten en ervoor zorgen

© Nibud 2021 16 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

dat er iedere bijeenkomst koffie en thee is. Ook is het belangrijk dat iedereen de aandacht krijgt en dat er ruimte is voor sociale praatjes. Dit is belangrijk voor de vertrouwensband, maar hoeft niet de focus te hebben tijdens de budgetcursus dus op een vriendelijke manier afkappen mag. Zorg ervoor dat iedere cursist gehoord en gezien wordt en spreek af dat alles wat verteld wordt binnen de groep blijft.

© Nibud 2021 17 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

COLOFON

Dit lesmateriaal is gemaakt door:

Anne-Ruth van Leeuwen, Tamara Madern en Eline Maussen van de Hogeschool Utrecht.

In samenwerking met:

Marion Weijers, Brigitte ter Laak, Sandra Schoenmakers en Pauline Mulder-Hiltmann

Redactie:

André Doesburg, Words at Work Bedrijfscommunicatie

Correctie:

Simone Lensink

Oktober 2021

© Nibud, Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, Utrecht

Vormgeving:

Cunera Joosten

We hebben dit lesmateriaal zeer zorgvuldig gemaakt. Als er fouten in zitten, is het Nibud hiervoor niet aansprakelijk.

Als je iets uit dit lesmateriaal wilt overnemen, moet je toestemming vragen aan het Nibud. Het gaat om elke vorm van overname, digitaal, gedrukt, op film, als fotokopie, etc.

© Nibud 2021 18 Docentenhandleiding BUDGETCURSUS GOED ZORGEN VOOR JE GELD

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.