16 minute read
Friese Waterlinie
Ontwikkelingsvisie Friese Waterlinie
Advertisement
Inleiding
Deze verdedigingslinie, die in de 16de en 17de eeuw werd aangelegd werd de afgelopen decennia in bredere kring herondekt. Inmiddels zijn de Zwartendijksterschans, de Bekhofschans en de Blessebrugschans gerestaureerd, als concrete uitwerking van het historisch onderzoek dat is gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van de Linie. Als vervolg daarop zijn de provincie Fryslân en Landschapsbeheer Friesland in 2010 gezamenlijk een project gestart voor de planontwikkeling van de Friese Waterlinie, met als doel het weer beleefbaar maken van de Linie als geheel, en het versterken van de identiteit van het landschap. Bureau Feddes/Olthof landschapsarchitecten heeft opdracht gekregen om in het kader van dit project een Visie en een Werkboek op te stellen, in nauwe samenwerking met de betrokken overheden, maatschappelijke organisaties en betrokken bewoners uit de streek.
Friese waterlinie 1 Kuinderschans 2 Schans Slijkenburg 3 Blessebrugschans 4 Schoterschans 5 Terbandsterschans 6 Bekhofschans 7 Tolbrugschans 8 Schans Makkinga
9 Schans Breeberg 10 Zwartendijksterschans 11 Schans Bakkeveen 12 Schans Frieschepalen
Naast de schansen waren ook enkele retranchementen.
Groninger Schansenkrijg 1 Munnekezijl schans 2 De opslag 3 Niezijl schans 4 Enumatil schans 5 Lettelbert schans 6 Wolveschans (Leek)
Hoofdstuk 2 | De samenhang van de Waterlinie met het landschap
Principeschets van de karakteristieke drie-deling in het huidige landschap
De Friese Waterlinie dankt zijn militaire functioneren aan het strategisch benutten van de landschappelijke verschillen: het met schansen blokkeren van de doorgangen in het hoogveenmoeras en het onder water laten lopen van de lager gelegen beekdalen in de 17de eeuw. Nu, ruim drie eeuwen later, zijn de artefacten van de Waterlinie vrijwel geheel verdwenen en hebben grootschalige landschappelijke veranderingen plaatsgevonden. Het hoogveen is grotendeels ontgonnen en daarmee zijn de moerassige hoogveenkussens verdwenen. Een deel van de Zuiderzee is ingepolderd, waardoor De Lende en De Tsjonger/Kuunder bij Kuinre niet meer in zee uitstromen. Op de regionale schaal gezien is het historische patroon van het landschap, zoals dat er in de 16de en 17de eeuw uitzag, nog functioneel en goed herkenbaar. De zandruggen, als uitlopers van het Drents plateau vormen samen met de beekdalen een sterk zuid-west/ noord-oost gericht patroon. Van oudsher volgden de meeste wegen dit patroon, op de hogere ruggen, parallel aan de loop van De Lende en De Tsjonger/ Kuunder. Bij Wolvega en bij Oldeberkoop en Makkinga (vanuit Boyl) waren er dwarsverbindingen haaks op de beekdalen. Deze verbindingen werden in het systeem van de Friese Waterlinie met strategisch geplaatste schansen verdedigd. De laatste eeuw is er een aantal autowegen in dwarsrichting toegevoegd: de A32 Zwolle-Leeuwarden), de N35 (Gorredijk-Noordwolde) en de N381 (Drachten-Noordwolde).
In het landschap van de Friese Waterlinie kunnen drie gebieden met een verschillende karakteristiek worden onderscheiden. Het meest zuid-westelijke deel, tussen Kuinre en Wolvega bestaat uit veenpolders. Hier liggen de benedenlopen van De Lende en De Tsjonger/Kuunder. Dit open, natte weide gebied vormt een schakel tussen het waterlandschap van de Wieden/Weerribben en het Friese merengebied. Het natuurgebied De Rottige Meente, aan de noordkant van De Lende, bestaat uit nat grasland, rietvelden en water. Het middengebied van de Waterlinie heeft een parallele opbouw van zandruggen met de daartussen gelegen beekdalen van De Tsjonger/ Kuunder en De Lende. Op korte afstand is het landschap hier zeer afwisselend, met grote contrasten tussen de bewoonde en deels beboste zandruggen en de open ruimtes van de beekdalen. De beekdalen zijn in gebruik bij grootschalige melkveebedrijven, waarvan de boerderijen op de hogere gronden staan.
Waterlinie en schansen op de hoogtekaart
De hoogteverschillen tussen ruggen en dalen zijn in het terrein goed herkenbaar. De schansen in dit gebied hebben steeds een herkenbare ligging op de overgang van de hogere gronden naar de laagtes van de voormalige inundatiegebieden van de beekdalen. Samen met de –inmiddels deels rechtgetrokken- beken De Lende en De Tsjonger/Kuunder is dit een landschappelijk aanknopingspunt voor het beleefbaar maken van het inundatiesysteem van de Waterlinie. In het kader van de Landinrichting wordt in de van oudsher natte beekdalen opnieuw natte natuur aangelegd, in aanvulling op reeds bestaande natuurgebieden langs De Lende en De Tsjonger/Kuunder. Het oostelijke deel van het Waterlinielandschap bestaat uit de ontgonnen en afgegraven hoogveengebieden. De plekken van de schansen, die voormalige doorgangen in het veen bewaakten, zijn hier niet meer in de landschapsstructuur te herkennen.
Hoewel de Friese Waterlinie drie eeuwen geleden voor het laatst heeft gefunctioneerd, blijkt het idee van de Waterlinie nog sterk te leven in de streek. Dat heeft zeker te maken met het feit dat het gebied nog steeds een grensstreek van Friesland vormt, op de overgang naar het natte gebied van noord-west Overijssel en de hogere gronden van het Drents Plateau. Vooral in het middengebied, van de beekdalen en de zandruggen, is het functioneren van de Waterlinie nog goed voorstelbaar.
Lange Afstand Wandelpaden doorsnijden het tegelijkertijd op de plekken van de voormalige gebied in noord-zuidrichting, maar volgen de beekdalen niet. Er zijn vaarmogelijkheden voor kleinere motorjachten en bootjes op De Tsjonger/Kuunder en de Compagnonsvaarten (de Turfroute) en op De Lende ten westen van de Kontermansweg. Het gebied is zeer aantrekkelijk voor recreanten die rust, cultuur en een afwisselend landschap zoeken. Het opnieuw herkenbaar maken en recreatief en cultureel programmeren van elementen van de Waterlinie zou in de recreatieve ontwikkeling van de streek een aansprekend en verbindend thema kunnen zijn. Er zijn veel suggesties gedaan voor de aanleg van fiets- en wandelroutes, overnachtingsmogelijkheden, koppeling met streekmusea, jaarlijkse evenementen gekoppeld aan de Waterlinie, het geven van informatie via voorlichtingscentra en GPS e.d. , schansen als plek om een tijdelijke kunstmanifestatie te organiseren, in de vorm van theater of beeldende kunst.
Ontwikkelingsvisie
De visie voor de Friese Waterlinie is wordt uitgelegd aan de hand van drie schaalniveau’s:
De blauwe draad Er zijn na ruim 300 jaar veel artefacten van de Waterlinie verdwenen, maar het watersysteem in de vorm van De Lende en De Tsjonger/Kuunder is nog aanwezig. Om in het grote gebied van de Waterlinie de samenhang zichtbaar te maken zijn De Lende en De Tsjonger/Kuunder het aanknopingspunt op de regionale schaal.
De schansen als groeidiamanten Omdat er nog maar weinig artefacten van de Waterlinie over zijn, wordt ingezet op het zoveel mogelijk in grondwerk restaureren van de voormalige schansen. De landschappelijke positie van de schansen wordt beleefbaar gemaakt door subtiele ingrepen in het landschap in de omgeving van de schansen.
Het recreatieve landschap Zowel landschappelijk als recreatief bestaat het gebied van de Friese Waterlinie uit 3 delen: het natte veengebied, het gebied van de zandruggen en beekdalen en het voormalige hoogveengebied. Op deze schaal worden de ‘blauwe draad’ en de ‘groeidiamanten’ van de schansen aaneengesmeed tot een recreatief beleefbaar landschap. De ruimtelijke maatregelen hiervoor zijn vooral het aanbrengen en thematiseren van recreatieve routes. Culturele en toeristische initiatieven kunnen hier op aanhaken.
Kuinderschans
Kuinre was in de beginfase van de tachtigjarige oorlog van strategische betekenis. In 1572 werd door de Spanjaarden een schans opgeworpen. Toen de schans in 1581 in handen van de Staat kwam is deze opnieuw versterkt. De schans beschermde Kuinre voor gevaar vanaf zee. Kuinre was in die tijd een welvarende plaats, het lag in het centrum van de boterhandel vanuit Friesland naar Holland en Engeland. Naast de beschermende functie blokkeerde de schans zowel de open vaarverbinding tussen de Zuiderzee en De Tsjonger/Kuunder en Lende als de verbinding over de zeedijk van Blokzijl naar Lemmer. In 1843 kreeg Kuinre een sluis en verdween de open verbinding met de Zuiderzee. Door de inpoldering van de Noordoostpolder in 1942 is het karakter van Kuinre als havenplaats aan de Zuiderzee minder goed herkenbaar. Op de projectie zien we de plek waar de schans heeft gelegen op de grens van Kuinre met de huidige Noordoostpolder. Op dit moment wordt op de plek waar de zuidrand van de schans lag woningbouw ontwikkeld. Het voorstel is om het grondwerk van de schans zoveel als mogelijk te herstellen. Een openbaar wandelpad over de schanswallen verbindt het dorp Kuinre weer met de schans. De waterplas aan de voet van de schans verwijst naar de voormalige Zuiderzee en heeft een open vaarverbinding met de Tsjonger/Kuunder. Dit water zou tevens kunnen functioneren als de door Kuinre gewenste uitbreiding van de jachthaven.
Positie schans in linie
Schotanuskaart uit 1664 met schans aan Zuiderzee
Prent van de Kuinderschans in 1649 uit de Atlas van Loon
Kaartbeeld uit 1850 van de open verbinding naar zee
Kaartbeeld uit 1950, Noordoost polder ingepolderd
Luchtfoto huidige situatie
Projectie van de schans en open water op huidige luchtfoto
Schans Slijkenburg
Slijkenburg ligt op de plaats waar vroeger De Lende en De Tsjonger/Kuunder samenvloeiden. De schans van Slijkenburg diende daarbij voor het verdedigen van beide rivierenlopen. In 1580 werd een sluis gebouwd als verbinding tussen de rivieren. In de 80-jarige oorlog is de schans zowel in Spaanse als in Staatse handen geweest. De dreigende inval van Bommen Berend noodzaakte de Friezen de schans te versterken. Door het plaatsen van een dam in de Tsjonger/Kuunder kwam een deel van het achterliggende gebied onder water te staan. In 1702 bij de aanleg van de Statendijk is de sluis (1580) verplaats naar Schoterzijl. De brug van de sluis bleef in Slijkenburg staan. Toen in 1842 de sluis werd gedempt verloor Slijkenburg zijn schakelfunctie tussen de twee rivieren.
De historisch sterke relatie met het water van Slijkenburg is in de huidige situatie nauwelijks merkbaar. Het dorp heeft de rug naar het water gekeerd. Het zoveel mogelijk herstellen van de schans geeft Slijkenburg weer een openbare plek aan het water. Deze plek biedt bijvoorbeeld een aanlegplaats voor passanten. De meander in De Tsjonger/Kuunder ten westen van Slijkenburg kan worden hersteld, om de positie van de schans in het landschap beter herkenbaar te maken.
Positie schans in linie
Schotanuskaart uit 1664
Schotanuskaart uit 1718
Eekhofkaart uit 1850, Het Nieuwe kanaal is gegraven
Luchtfoto met prent van de schans bij Slijkenburg erop geprojecteerd
Luchtfoto huidige situatie
Projectie van schans en water op huidige luchtfoto
Ingreep Schans Slijkenburg
Vogelvlucht Schans Slijkenburg
Blessebrugschans
De Blessebrugschans is in 1585 opgeworpen om de weg van Steenwijk via Heerenveen naar Leeuwarden te verdedigen. De Spanjaarden hadden Steenwijk veroverd en deze schans moest voorkomen dat de vijand Friesland kon binnendringen. In 1672 ondernam een Münsterse leger van 2.000 manschappen een aanval op de Blessebrugschans. De Friezen sloegen deze aanval af, maar in 1673 lukte de aanval wel. De Münsterse troepen vernielden Blessebrug. Tijdens de strijd in 1673 werd door middel van een dam in De Lende, die vanuit de Blessebrugschans werd verdedigd, het beekdal onder water gezet. In 2010 is de schans gereconstrueerd. Het tracé van de historische weg naar Leeuwarden loopt, in de vorm van een voetpad, weer door de schans. Een deel van de oude meanders van de Lende zijn uitgegraven waardoor de landschappelijke context van de schans weer te begrijpen is. Om de schans recreatief beter beleefbaar te maken zou de schans verbonden moeten worden met bestaande wandelroutes.
Foto herstelde schans
Positie schans in linie
Tekening van de schans op een doorgang van de sterk meanderende Lende
Eekhofkaart uit 1850
Topografische kaart uit 1927, De Lende is rechtgetrokken
Schans en oude loop van De Lende geprojecteerd op huidige luchtfoto
Prent Blessebrugschans
De weg door de schans opnemen in een route langs de oude meander
Bekhofschans
De Bekhofschans werd in 1582 aangelegd om een acces over De Lende te beschermen tegen de Spanjaarden. De schans ligt op de overgang van de zandrug naar het dal van De Lende. Vanuit de schans had men een goed zicht op het dal. Men kon de vijand al van verre zien. Door een dam te maken in de rivier kon men het water opstuwen en het dal onder water zetten. In 2007 is de schans gereconstrueerd. Op deze locatie is de werking van de Friese Waterlinie goed uit te leggen. Dit komt door de duidelijke kenmerken in het landschap als de hoge droge zandruggen en het lage dal met de Lende. Het is niet moeilijk je een voorstelling te maken van het dal dat in vroegere tijden onder water werd gezet om Friesland te beschermen tegen indringers. Het voorstel is om een (wandel)route te maken met de schans als startpunt. De route gaat over de rand van de zandrug met zicht op het dal aan de ene kant en de zandrug waar de vijand (Bommen Berend) zich bevond aan de overkant. Vervolgens maken we een doorsteek door het lage natte dal met een simpele loopbrug over De Lende om het vijandige gebied te verkennen. Vanaf de zandgrond zien we de ligging van de schans nu door de ogen van de vijand met op de voorgrond het natte beekdal. We benaderen nu de schans vanaf de kant van de vijand. De positie en de functie van de schans kan door middel van nieuwe elementen en zichtlijnen beleefbaar worden. En de schans kan men op twee manieren ervaren: die van de verdediger en die van de aanvaller.
Positie schans in linie
Schotanuskaart uit 1718 met Bekhofschans
Millitaire kaart uit 1850
Hoogtekaart met projectie van de Bekhofschans
Luchtfoto huidige situatie
Luchtfoto huidige situatie met projectie van de schans
Schans op grens van hoge zandruggennaar met uitzicht over het lage beekdal
route Bekhofschans collage
Vogelvlucht van route met elementen