1 minute read
Waarom de stoommachine geen Chinese uitvinding is
In dit boek schetst Maarten van Rossem de kaders waarbinnen de industriële revolutie op gang is gekomen en legt hij uit waardoor die revolutie nu juist in Engeland is begonnen. Een belangrijke rol speelden daarbij de kolenmijnen. In het midden van Engeland liggen de kolen bijna voor het oprapen. In steeds grotere hoeveelheden vonden die hun weg naar Londen.
Een groot probleem was het mijnwater. Thomas Newcomen was de man die een stoommachine uitvond waarmee dat water omhoog kon worden gepompt. Vervolgens was James Watt degene die deze primitieve machine sterk wist te verbeteren. Tegelijk wist hij de verdere verbetering van de stoommachine door anderen tegen te houden. Pas toen de patenten van Watt in 1800 afliepen, kwam de weg vrij voor de rijdende stoommachine: de stoomlocomotief. De eerste locomotief werd gebouwd door Richard Trevithick, maar de echte doorbraak is te danken aan George Stephenson.
Advertisement
Hoewel Maarten van Rossem ook ingaat op de technische merites van de diverse uitvindingen, beschrijft hij niet waarin het geniale van het ontwerp van Stephenson school. Die kwam op het idee om de afgewerkte stoom via de schoorsteen van de locomotief te laten ontsnappen. Daardoor ontstaat er een onderdruk, die gebruikt kan worden om de trek op het vuur te vergroten. Hoe harder de locomotief moet werken, hoe groter de trek en hoe groter de zuurstoftoevoer naar het vuur.
“Waarom de stoommachine geen Chinese uitvinding is. Hoe het westen zo welvarend kon worden.” Door Maarten van Rossem. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2013. ISBN 9789046815748. € 12,95. Te koop in de boekhandel.
Van Rossem vertelt
Op RTV Utrecht verschijnen regelmatig reportages onder de titel Van Rossem vertelt. Voor spoorwegbelangstellenden kunnen deze uitzendingen interessant zijn:
Over de laatste stoomlocomotief van NS