Zeggen wat je ziet

Page 1

Zeggen wat je ziet Introductie tot de 360Ëš fotobespreking Niek van Schie


Colofon Titel Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking Versie | Datum 1.0 | 2014-10-27 Tekst | Fotografie | Vormgeving Niek van Schie Prijs papieren uitgave €10,00 URL issuu.com issuu.com/

© 2014 Niek van Schie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het commercieel gebruik van deze uitgave is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met de auteur is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld.


Voorwoord Fotografie is niet meer weg te denken uit onze moderne manier van communiceren. Iedereen is fotograaf en we consumeren meer foto’s dan ooit. Fotografie is voor velen een liefhebberij of manier van communiceren. Verenigd in clubs praat men over fotografie en over foto’s. Het structureel bespreken van foto’s is voor velen echter een uitdaging. Dit boekje geeft een set van praktische handreikingen om het bespreken van foto’s te structureren. Het is geen uitputtende behandeling van alle aspecten die in een foto te zien kunnen zijn. En zeker niet als keurslijf hoe een bespreking vorm moet worden gegeven. In dit boekje probeer ik een brug te slaan tussen analyse en interpretatie van een foto. De basis is een vrij eenvoudig model dat met een beperkte set van elementen wordt gevuld. Elementen die elke fotograaf zullen aanspreken. Ik gebruik het boekje vooral als ondersteuning bij de workshops fotobespreking die ik verzorg. Mocht je naar aanleiding van de inhoud van dit boekje opmerkingen, tips of vragen hebben, neem dan contact op. De contactgegevens vind je op www.niekvanschie.nl. Niek van Schie Vinkega, oktober 2014

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

1


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

2


Inhoud Voorwoord

1

5.3

Externe context

21

Inhoud

2

1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7

Van beeld naar woord Vooraf Strategie Vakjargon Woorden maken bewust De techniek maakt het mogelijk Drie soorten fotografie Woord in beeld

5 5 5 6 7 8 8 9

6 6.1 6.2 6.3 6.4

Het model toepassen Pijlen en voorzetsels Vragenlijst De bespreking Voorbeelden

24 24 24 24 24

I

Het 360˚ model als schema

29

II

Het 360˚ model in tabelvorm

30

III

Literatuur

31

2 2.1 2.2 2.3

Het 360˚ model Vooraf De basis: licht Drie delen en 28 elementen

11 11 11 11

IV

Over dit boekje

32

V

Fotoverantwoording

33

3 3.1 3.2 3.3

Mens Vooraf Communicatieve functies De leesbare boodschap

13 13 13 14

4 4.1 4.2

Techniek Vastleggen Ontsluiten

16 16 17

5 5.1 5.2

Wereld Oorspronkelijke context Interne context

19 19 19

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

3


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

4


1 Van beeld naar woord 1.1 Vooraf Door onze visuele ervaringen in woorden om te zetten worden wij ons bewust van de wereld. Zonder woorden zouden wij niet kunnen communiceren zoals wij dat nu doen. Het bespreken van foto’s is het verbaal maken van een visuele ervaring. Hierbij volgen we een bepaalde aanpak of strategie om tot een interpretatie en evaluatie van de foto te komen. In dit eerste hoofdstuk ga ik in op deze strategie. Vervolgens sta ik stil bij enkele aspecten van verbale communicatie. Om ten slotte kort in te gaan op de verhouding en interactie tussen woord en beeld.

1.2 Strategie In het proces van beeld naar woord volgen we een bepaalde strategie. We nemen daarin diverse stappen om tot een goed begrip van de foto te komen. Dat doen we meestal in zes stappen. Deze stappen kunnen met elkaar overlappen. En we hoeven niet altijd alle stappen te nemen. Benoemen We beginnen met het benoemen van de foto, de fotograaf en eventueel de titel van de foto. Bedenk dat het benoemen ook het medium waarin of waarmee je de foto bekijkt omvat, zoals krant, boek, beeldscherm, projectie etc. Deze stap maakt duidelijk over welke foto je het gaat hebben. Een bijschrift bij een foto in een boek of tijdschrift volgt ook dit principe.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Beschrijven Vervolgens beschrijf je wat er op de foto te zien is. Nu zal doorgaans iedereen meekijken en is het verstandig om je te beperken tot datgene wat van belang is voor je bespreking en wat anderen wellicht niet direct zouden opmerken. Schat je publiek goed in. In context plaatsen Een foto staat meestal niet op zichzelf. Soms is de foto eerder geëxposeerd of gepubliceerd. Of de foto is eerder getoond, ingezonden of besproken. Mogelijk had de fotograaf bij het maken van de foto al een bepaald gebruik voor ogen. Dat noemen we de externe context van een foto. Daarnaast is er de oorspronkelijke context, denk hierbij aan de omstandigheden, het moment, de selectie in tijd en ruimte. Veel foto’s worden gemaakt vanuit een beoogd gebruik. Analyseren Het analyseren van een foto vraagt om een bepaald perspectief of ideologisch kader. Bijvoorbeeld vanuit een semiologisch, psychoanalytisch of Marxistisch wereldbeeld. Een enkelzijdige benadering is nooit onpartijdig. Elke benadering heeft zijn eigen waarde. Dus ook een pragmatische of realistische analyse van een beeld. De 360˚ fotobespreking is een meer pragmatische benadering van beeldanalyse. Dit maakt het niet beter dan een psychoanalytische of cultuurhistorische benadering.

5


ontwikkeld. En met meer levenservaring of kennis van fotografie kan zich dit nog verder ontwikkelen.

Interpreteren Alle voorgaande stappen brengen je tot een interpretatie van de foto. Deze interpretatie kan lang of kort zijn, maar is nooit simpel. In elke bespreking probeer je de betekenis of het belang van een foto te duiden. Daarbij spelen complexe zaken een rol zoals perceptie, kennis, verwachtingen en verwijzingen. Om het verhaal nog wat ingewikkelder te maken, moet je bedenken dat de woorden die je gebruikt bij een fotobespreking weer door je publiek moeten worden geïnterpreteerd. En woorden hebben geen vaststaande betekenis. In dit dubbele proces van interpretatie kan van alles misgaan. Terugkoppeling is dan belangrijk: ‘hoort u mij’ en ‘begrijpt u mij’ zijn de belangrijke vragen. Evalueren Het geven van een waardeoordeel aan een foto is moeilijk. In principe kan een waardeoordeel niet zonder een bepaald gebruik (wordt onder 1.7 nader besproken). Het is dan handig om een beoordeling aan een mogelijk gebruik te koppelen. Voor een beoogd gebruik is een gewenst beeld nodig, vooral als we het over gebruiksfotografie hebben. Bij jureren ligt dat iets anders. Daar geeft een jurylid doorgaans punten aan een foto op basis van een aantal vooraf bekende criteria. Maar bespreken is iets anders dan jureren.

Een goede foto waardeer je als meer dan alleen de weergave van een onderwerp. De foto stijgt uit boven de vanzelfsprekendheid van een afbeelding. De hierboven beschreven strategie volg je in principe altijd. Het is een strategie die ook wordt onderwezen en gebruikt in de kunsteducatie1. Het kennen van deze strategie draagt bij aan de kwaliteit van een bespreking. Een strategie is echter nooit de bespreking zelf. Het is het verschil tussen hoe en wat. Je moet weten hoe je tot een bespreking komt, maar je moet het niet verwarren met de bespreking zelf. Het letterlijk volgen van bovenstaande stappen in een bespreking is sterk af te raden.

1.3 Vakjargon

Anderzijds heeft iedereen zijn eigen referentiekader met voorkeuren en normen voor schoonheid of kwaliteit. Dat kun je smaak noemen. Iemands persoonlijke smaak of voorkeur heeft zich in de loop der tijd Bekend is de volgorde beschrijven, analyseren, interpreteren en waarderen zoals door E.B. Feldman in de 1

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Elk vak kent zijn eigen jargon. Zo ook het foto vak. Het effect van technisch jargon is afhankelijk van je publiek. Fotografen weten wat scherptediepte, korrel, bokeh, beeldhoek, kleurruimte etc. betekenen. Zo niet, schroom dan niet iets uit te leggen. Schat je publiek dus goed in. Daarnaast kan de inhoud of het gebruik van de foto aanleiding zijn om vaktermen te gaan gebruiken. Denk aan de röntgenfoto’s die artsen veel zullen zeggen, of de bouwkundige die direct allerlei materialen en constructies zal herkennen. Het is leuk om veel te weten en mensen zijn altijd jaren zestig van de vorige eeuw is beschreven als instrument voor de kunsteducatie. 6


nieuwsgierig. Ook hier geldt: schroom niet om iets uit te leggen. Mensen willen weten wat ze zien. Alleen daarom al zegt een plaatje meer dan duizend woorden. Goed begrip vraagt om een goede uitleg. Fotografie is een geaccepteerde kunstuiting. Bij fotobesprekingen kun je dus rijkelijk verwijzen naar andere beeldende kunstuitingen en kunstenaars. De kunstgeschiedenis kent zijn eigen vakjargon. Het geeft je fotobespreking meerwaarde als je begrippen uit de beeldende kunsten gebruikt en vooral goed toelicht. Voorbeelden hiervan zijn de gulden snede, clairobscure, surrealisme, abstractie etc. Maar pas op. Laat je niet verleiden tot de holle frasen die menige galerie- en museummuur ontsieren. Te vaak zie je vage bedoelteksten die in het hokje kunstbullshit vallen. Een foto is geen dialoog, onderzoek of paradigma. Dat zijn de woorden die een afstand scheppen tussen de beleving van de kijker en de ijle sferen waarin de curator of criticus zich af en toe waant.

1.4 Woorden maken bewust De mens is een taaldier, wordt vaak gezegd. Althans, dat zegt de mens zelf. Sommigen zeggen dat ze beelddenkers zijn en geen woorddenkers. Dat klinkt interessant, maar vraagt nogal wat woorden ter uitleg. We hebben onze verbale en non-verbale talenten nodig om ons bewust te worden van onze omgeving en waarneming daarvan. Een fotobespreking is het verbaliseren van een visuele ervaring. Een fotobespreking is daarmee ook een oefening in taal. En taal kunnen we op verschillende

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

manieren gebruiken. De volgende begrippen of technieken kun je daarbij inzetten. Mimesis Het herkennen van een gelijkenis is een algemene ervaring bij het beschouwen van foto’s. We maken dan een vergelijking van een element in de foto met een bekend fenomeen. ‘Het lijkt wel een …’ is een veelgebruikte uitspraak. Fotografen kunnen dit bewust doen, waarbij we spreken van mimesis. De eigenschappen van een persoon, actie of voorwerp probeert men dan te benadrukken. Bijvoorbeeld met onscherpte om beweging te visualiseren. Metafoor De metafoor of beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Beeldspraak is gebaseerd op een associatie. Het kan een bespreking kleurrijk maken (ja, dat is een metafoor) maar het te ver doortrekken van deze beeldspraak kan leiden tot chromatische aberratie (verkleuring in fotojargon). Denotatie De denotatie van een woord is datgene wat door het woord wordt aangeduid. Dit geldt ook voor een afbeelding. De denotatie van een afbeelding is wat er op de foto staat. Connotatie De connotatie van een woord is de ermee verbonden vooronderstelling of bijbetekenis. Het is de gevoelswaarde of associatie die je bij een woord kunt hebben buiten de eigenlijke betekenis van het woord ofwel denotatie. Ook dit gaat op voor afbeeldingen. De connotatie van een afbeelding is de gevoelswaarde of associatie die je bij het gefotografeerde hebt. 7


De begrippen mimesis, metafoor, denotatie en connotatie komen uit de taalkunde. Ze hebben betrekking op zowel je bespreking van de foto in de woorden die je gebruikt als op de elementen in de foto (de beeldtaal).

onze bewuste communicatie zal gaan veranderen weet ik niet. Maar voorlopig zullen we foto’s moeten bespreken met woorden.

1.6 Drie soorten fotografie

1.5 De techniek maakt het mogelijk Van belang is dat onze communicatie steeds meer beeld omvat. Gewoon omdat het technisch mogelijk is. In de oertijd vertelde men verhalen rond het kampvuur en tekende in het zand of op de rotswand. Na de uitvinding van het schrift konden woorden op papier of andere dragers worden verspreid. Het kopiëren en doorgeven van belangrijke teksten (zoals wetten, contracten of religieuze geschriften) werd een apart ambacht. Maar lang niet iedereen kon lezen. Tekeningen en schilderingen waren zeker zo belangrijk om een verhaal te vertellen en door te geven. Vervolgens werd de boekdrukkunst uitgevonden waarmee publicaties bij een groter publiek konden worden gebracht. Dit publiek groeide ook omdat steeds meer mensen konden lezen. In de afgelopen decennia is de techniek snel ontwikkeld, met als gevolg dat publicaties steeds sneller bij een groter publiek kunnen komen. Een ander gevolg is dat iedereen nu kan publiceren op internet. En dat in woord en in beeld. Het is de techniek die het mogelijk maakt. En uiteindelijk bepaalt het gebruik de veranderingen. Er wordt veel geschreven over een mogelijke verschuiving in onze communicatie van verbaal naar visueel. Ik noem het verrijking. De manier waarop we met fotografie kunnen communiceren via mobiele schermpjes in telefoons en tablets is een verrijking voor onze communicatie. Hoe dit Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Voor de eenvoud onderscheid ik drie soorten fotografie: gebruiksfotografie, kunstfotografie en volksfotografie. Dit onderscheid is gebaseerd op de manier waarop we met foto’s omgaan. Er is ook een duidelijk onderscheid in (monetaire) waardering. Bij gebruiksfotografie wordt de inspanning om een foto te maken beloond en bij kunstfotografie het object dat met de genomen foto wordt gemaakt. Volksfotografie blijft zogezegd onder het volk. Niet alle foto’s zullen een uitgebreide bespreking krijgen. De in dit boekje beschreven strategie en model kun je voor elke foto gebruiken ongeacht het beoogde gebruik. Gebruiksfotografie Dit zijn de foto’s die met een vooraf beoogd gebruik worden genomen. Voorbeelden zijn de illustraties in een boek of rapport, de röntgenfoto van de arts, de infraroodfoto van de monteur of de advertentiefoto. Maar ook de reclamefotografie en de bruidsfotografie hebben een vooraf bestemd doel en gebruik. Kenmerkend voor gebruiksfotografie is dat de fotograaf voor de dienst wordt ingehuurd. Kunstfotografie Dit is de fotografie die we in musea, galeries, fotobladen en bij (amateur)fotoclubs zien. Het is fotografie waar niemand om heeft gevraagd, maar waar we niet zonder kunnen. Deze fotografie wordt ook vaak in (amateur)clubverband

8


beoefend. En o ja, amateur betekent liefhebber en hopelijk zijn we dat nog allemaal. Volksfotografie Ook wel verniculaire of inheemse fotografie genoemd. Het zijn de foto’s die iedereen neemt om bijzondere momenten vast te leggen en te delen. Sociale fotografie zou ook een goede naam zijn. Overigens zijn de grenzen tussen deze drie soorten er vooral om overschreden te worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer een sociale fotograaf op internet wordt ontdekt en later een (fysieke) expositie heeft. Het is de externe context, het gebruik van de foto, die dan verandert, niet de foto.

1.7 Woord in beeld Met het bespreken van foto’s creëren we een externe context. Het bespreken van een foto vraagt om woorden die niet in beeld te zien zijn. Deze interactie tussen twee verschillende vormen van media wordt transmedia genoemd. Maar wat als er nu al woorden of symbolen in het beeld zelf staan?

ook wel van mixed-media of intermedia. Dit zien we vaak in grafische kunsten en schilderkunst. Daar kunnen foto’s van gemaakt worden. Het lezen van de tekst in het beeld vergt kennis van de betreffende taal. Vreemde talen kun je als zodanig wel herkennen, maar niet altijd begrijpen. Het betekent veelal dat de foto in den vreemde zal zijn gemaakt. Van belang bij een fotobespreking is het beoordelen of een bepaalde tekst opzettelijk door de fotograaf in beeld is gebracht. Het kan bijvoorbeeld een locatie of tijdstip duidelijk maken. Maar ook een tegenstrijdigheid tussen de tekst en de andere beeldelementen. Ten slotte is er nog de titel die een fotograaf aan de foto kan geven. Dit kan leiden tot zogenoemde ‘framing’: Het bewust sturen van de interpretatie van een beeld. Dan kan zelfs al met een onderschrift als ‘zonder titel’. Bespreek dan ook het effect van de titel op de interpretatie. Bedenk ook dat Engelstalige titels niet meer zeggen dan Nederlandstalige.

Bij een multimedia relatie tussen woord en beeld staan de woorden leesbaar in beeld, maar bestaan vooral naast elkaar als verschillende media in één beeld. Voorbeelden hiervan zijn het stripverhaal, teksten in de openbare ruimte, zoals straatnamen, of beelden waarin de titel is opgenomen. En dat is best vaak, overal op straat zie je teksten en symbolen. Wanneer de grens tussen woord en beeld minder duidelijk is in een kunstwerk dan spreekt men Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

9


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

10


2 Het 360˚ model Fotograferen of schrijven met licht bestaat niet zonder techniek. Evenmin bestaat het zonder wereld. En de lichtschrijver is de fotograaf.

2.1 Vooraf Het 360˚ model heb ik bedacht als hulpmiddel voor het bespreken van foto’s. Het is gebaseerd op een procesbenadering van fotografie. In de kern is dit proces: De fotograaf vertelt met behulp van techniek iets over de wereld. Dit proces is gespiegeld aan het proces waarbij de kijker met behulp van techniek iets van de wereld ziet. Beide processen hebben drie factoren gemeen: een mens, de techniek en de wereld. Deze drie factoren heb ik nader uitgewerkt in 28 elementen. Dat is natuurlijk geen uitputtende lijst geworden van alles wat er op een foto te zien zou kunnen zijn of met fotografie te maken heeft. Ik heb keuzes gemaakt. Keuzes gericht op een zinvolle bespreking van foto’s.

Licht is daarmee de basis van het 360˚ model. In het model heb ik licht in het midden gezet. Licht heeft vele eigenschappen, waaronder toon, kleur, verzadiging en intensiteit. Benoem deze in een fotobespreking en koppel het aan de gebruikte techniek, de context van de foto of de boodschap van de fotograaf.

2.3 Drie delen en 28 elementen

Vanuit de groepering van elementen kun je elke foto analyseren en vervolgens interpreteren. Dat werkt met pijlen en voorzetsels. Dat klinkt wat abstract, maar ik zal het in de hoofstukken hierna illustreren. Ik begin bij de basis van fotografie: licht. Vervolgens de indeling in drie delen met de verschillende elementen.

2.2 De basis: licht Licht bestaat uit fotonen, deeltjes die zich als een golf gedragen. Dat leerden we op de middelbare school. En met dat licht kun je schrijven: fotograferen. Schrijven is het maken van een originele weergave via een medium door tekens en symbolen te gebruiken. Gebruik je woorden, dan ben je auteur, gebruik je techniek om te schrijven met licht dan ben je fotograaf. Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

In de hoofdstukken hierna bespreek ik de drie delen en de elementen van het model. Vervolgens komt het gebruik van het model aan bod. Het eerste deel betreft de mens die een boodschap verpakt in de foto. Deze boodschap heeft een communicatieve functie en is verpakt in tekens, codes of thema. Het tweede deel is de techniek die we gebruiken bij het vastleggen dan wel ontsluiten van de foto. Hier ben ik selectief geweest, omdat technische elementen moeten bijdragen aan het begrip van het verhaal van de foto. En over techniek is al zo veel geschreven. Het derde deel betreft de context van de foto. Dat is een combinatie van oorspronkelijke context (de situatie tijdens het fotograferen), de interne context (wat er op de foto te zien is) en de externe context (wat er met de foto nadien gebeurd is).

11


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

12


3 Mens 3.1 Vooraf De mens kan niet zonder communicatie. Dat doen wij via verschillende kanalen en methoden. Als we iemand zien spreken letten we op houding, gezichtsuitdrukking en intonatie. We noemen dit ook wel de non-verbale communicatie. Deze tekst is ook een vorm van communicatie, evenals tekeningen, schilderijen, verkeersborden en foto’s. In de theorieën over communicatie kent men diverse functies toe aan elke gecommuniceerde boodschap. Vier van deze functies komen hierna aan bod. Vervolgens kijken we hoe deze communicatie kan zijn gecodeerd. Daarbij bespreek ik tekens, codes en thema.

3.2 Communicatieve functies Een fotobespreking is een vorm van mondelinge communicatie. Een kenmerk van mondelinge communicatie is dat er altijd sprake is van terugkoppeling. Deze terugkoppeling kan gaan over het communicatiekanaal (hoort u mij goed daar achterin?) of over de inhoud (begrijpt u wat ik bedoel?). Dit is niet het geval bij een foto als middel van communicatie. In een foto kunnen we wel vier andere functies van communicatie herkennen. Deze functies zijn afgeleid van de communicatiemodellen die in de linguïstiek worden gebruikt om de relaties tussen zender, bericht en ontvanger schematisch weer te geven. Er zijn verschillende modellen in gebruik. Omdat communicatie door middel van fotografie een onderbroken proces is (de fotograaf Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

communiceert indirect met de foto), zijn niet alle functies van belang. De relationele functie en terugkoppeling laat ik daarom onbeschouwd. Binnen een foto is één van de onderstaande vier functies dominant en daarmee relevant voor een fotobespreking. Als bespreker heb je alleen met de foto te maken. Dat betekent dat je er alleen voor staat in het herkennen van deze communicatieve functies. De poëzie De poëtische fotograaf demonstreert vooral zijn vaardigheid in het maken van een goede of mooie foto. Het onderwerp op de foto zal zich daarvoor moeten lenen. De focus ligt op de foto zelf. Vergelijk het met de geschilderde stillevens waarin het vakmanschap van de schilder ten toon werd gespreid. Vorm en functie vallen samen. De expressie De fotograaf wil met een expressieve foto uiting geven aan zijn persoon, gevoelens, opvattingen, normen en waarden. Deze expressie is niet altijd uit één foto te halen maar wel als je meer van het werk van de fotograaf kent. We bedoelen hier overigens niet de expressie van een model op de foto. Daarmee komen we op de volgende functie. De referentie De fotograaf verwijst in foto naar (refereert aan) bepaalde personen, feiten, verschijnselen of gebeurtenissen. Iedereen vraagt zich wel eens af, waar gaat dit over?

13


Het appèl De fotograaf wil met de foto een beroep (appèl) doen op de kijker om iets te doen. Bijvoorbeeld bewust worden van bepaalde feiten of consequenties van gedrag. Reclamefotografie beoogt het beïnvloeden van koopgedrag. Propaganda in woord en beeld het beïnvloeden van opinie. Als we even terug gaan naar de drie soorten fotografie die ik in hoofdstuk 1 beschreef, dan zien we dat gebruiksfotografie vaak appellatief is. Kunstfotografie is meest expressief. De sociale fotograaf refereert vaak naar momenten en gebeurtenissen. En alle foto’s kunnen mooi zijn. Met de analyse van de foto op basis van de communicatieve functies kun je achterhalen wat voor soort boodschap de fotograaf in de foto heeft gestopt. Zoals gezegd is één functie van origine dominant. Op het tweede gezicht kan een tweede functie de boventoon gaan voeren. Zoals de nieuwsfoto die refereerde naar een gebeurtenis, later vooral een mooie, poëtische of sterke, expressieve foto wordt gevonden. Dat kan gebeuren wanneer foto’s een ander gebruik gaan krijgen dan het vooraf beoogde gebruik.

3.3 De leesbare boodschap Elke foto bevat een boodschap. Deze boodschap staat niet altijd even vast. Wat je in een foto leest is afhankelijk van je kennis en culturele achtergrond. Om een fotografische boodschap te kunnen lezen maak ik hier onderscheid tussen tekens, codes en thema. Deze drie begrippen vormen de basis van de boodschap zoals de letters, de woorden en de zinnen van een tekst.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Tekens Alles wat je op een foto kan zien kan ook een teken zijn. Een teken is niet wat het is, maar wat het kan betekenen. Elk teken vertegenwoordigt een idee. Maar niet iedereen krijgt dezelfde ideeën bij het zien van een teken. Naast de tekens die we uit de onderwerpen op de foto kunnen lezen, zijn er de tekens uit de vorm van de foto. Deze categorie tekens omvat bijvoorbeeld de compositie, kadrering, beeldhoek en scherptediepte. Codes Op een hoger niveau kunnen tekens gecodeerd zijn. Tekens krijgen dan binnen een bepaalde culturele context een min of meer vaststaande betekenis. Symbolen zijn een voorbeeld van vooraf gecodeerde tekens. Thema En ten slotte vormt het thema het verhaal van de foto. Dit thema ligt als het ware besloten in de tekens op de foto. Het is dat waar de foto over gaat, niet wat er letterlijk te zien is op de foto. Net zoals deze tekst die niet over letters of woorden gaat. Een fotograaf kan dit vooraf bedenken en ermee aan de slag gaan. Maar het kan ook later tot uiting komen bij het bekijken van het foto werk. Het lezen en begrijpen van de tekens, codes en thema in een foto is afhankelijk van je kennis en culturele achtergrond. In die zin is een foto een open systeem dat in de tijd en in andermans ogen zal variëren.

14


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

15


4 Techniek 4.1 Vastleggen Met film en video behoort fotografie tot de technische beeldende kunsten. Het (her)kennen van bepaalde technische elementen is van belang voor een fotobespreking. Over de technische aspecten van fotografie zijn hele boekenkasten vol geschreven. Bij fotobesprekingen gebruik ik vaak onderstaande vijf technische elementen, zodra deze een duidelijke invloed hebben op de foto. Beeldhoek Als je de wereld om je heen in graden verdeelt en je legt daarvan een deel op een foto vast, dan gebruik je een bepaalde beeldhoek. Die beeldhoek loopt over de diagonaal van de foto heen. Een fish-eye lens kent meest een beeldhoek van 180˚ en een standaard 50 mm lens op een kleinbeeldformaat zo’n 45˚. Het is één van de belangrijkste kenmerken van een objectief in relatie tot het beeldformaat van de film of sensor. Het is ook de keuze van de fotograaf om een bepaald deel in beeld te brengen vanaf een gekozen standpunt. Diafragma Het diafragma is de instelbare opening in de lichtbaan van een lens. Deze kan een bepaalde hoeveelheid licht doorlaten of tegenhouden. Bij een kleiner diafragma wordt de hoeveelheid doorgelaten licht kleiner en neemt de scherptediepte toe. De keuze van scherptediepte is een selectie in het kader. Dit kan versterkt worden door een kanteling en eventueel verschuiving van de lens. Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Belichtingstijd De tijdsduur dat een film of sensor wordt belicht noemen we de belichtingstijd of sluitertijd. Sluitertijd is eigenlijk een vreemd woord, omdat het aangeeft hoelang de sluiter heeft open gestaan. De belichtingstijd heeft een verband met bewegingsonscherpte. Bij lange belichtingstijden kan er ook meer ruis optreden. Film/sensor Een belangrijke eigenschap van film en sensor is de ISO waarde. Bij digitale camera’s is deze in te stellen. Het geeft de lichtgevoeligheid weer en heeft een verband met ruis en kleurdiepte. Mogelijk is er een derde factor hier, en dat is de ouderdom van het type sensor. Technische ontwikkelingen gaan op dit terrein heel snel. Over een tijdje koop ik een veel betere camera… Software Zodra er ergens in het proces van foto nemen tot en met foto bekijken elektronica wordt gebruikt, dan speelt software een rol. Dus ook als je oude zogenoemd analoge foto’s op je computer ziet. Software zit tegenwoordig ook bijna overal in. In je camera, telefoon, computer, printer, monitor, projector etc. Bij het vastleggen van een foto speelt de software in het fototoestel een rol. Vervolgens is er de nabewerking met fotobewerkingsprogramma’s. De discussies over de mate van toegestane nabewerking of manipulatie zijn wel zo’n beetje geweest en de standpunten ingenomen. Veel

16


belangrijker is dat je herkent of een beeld is nabewerkt of gemanipuleerd. Er zijn nog meer technische aspecten die je kunt benoemen bij een fotobespreking. Hierboven heb ik een volgorde aangehouden die het licht door het toestel volgt. Van objectief via diafragma en sluitertijd naar film/sensor en software.

4.2 Ontsluiten Tijdens een fotobespreking laten we de te bespreken foto’s zien. Hierbij gebruiken we indirect ook techniek. Ik noem dit hier het ontsluiten van de foto. Als we een afgedrukte foto laten zien dan hebben we zelf geen directe invloed meer op de techniek. Dat ligt anders bij het presenteren of projecteren van foto’s op een beeldscherm of wand. Dan kunnen we nog aan knoppen draaien. Met een mooi woord kunnen we dit randvoorwaardelijk noemen. En dat is het ook. Maar de gebruikte techniek is wel bepalend voor het kunnen decoderen of lezen van een foto. En daarmee van groot belang voor een fotobespreking. Afdruk De keuzes die een fotograaf maakt bij het afdrukken bepalen veel voor de presentatie. Denk maar aan formaat, glans of mat, passe-partout en drager van het beeld (papier, aluminium, hout, karton, plastic etc.). Een afgedrukte foto is een object dat met technieken is gereproduceerd. Het grote voordeel van een object is dat je ze ergens neer kunt leggen of ophangen, er omheen kunt lopen en vooral dat je ze naast elkaar kunt zetten (in een bepaalde volgorde). Dit maakt een bespreking actief en biedt kansen voor interactie Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

met het publiek. Kennis van materialen en drukprocedés kan iets toevoegen aan een fotobespreking. Het licht in de ruimte waarin je de foto’s bekijkt kan ook van invloed zijn op hoe je de afdruk ziet. Niet voor niets is de daglichtlamp uitgevonden. Maar bedenk ook dat er speciale inkjetprinters zijn om afdrukken te maken die vooral bekeken kunnen worden bij kunstlicht. Beeldscherm Beeldschermen zijn er in allerlei soorten en maten. Het is handig als je weet waar je naar kijkt. Eigenschappen als kleurruimte en oplossend vermogen (aantal pixels) bepalen het beeld. Dit kan afwijken van wat de fotograaf voor ogen had. Projectie Voor projectie geldt dat we, net als bij een beeldscherm, meestal maar één foto tegelijk kunnen zien. Het grote voordeel van een projectie is dat je lekker groot kunt projecteren. Een nadeel is de verstoring door omgevingslicht wat met het verduisteren van de ruimte kan worden voorkomen. Maar in het donker naar beelden kijken nodigt niet uit tot een actieve houding van je publiek. Internet Het ontsluiten van foto’s via internet heeft als groot voordeel dat het bijna overal beschikbaar is. Nadeel kan zijn dat de diverse platforms niet goed met elkaar communiceren. Flash wil niet met Apple, of was dat andersom?

17


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

18


5 Wereld het binnen een kader of lijst plaatsen van een bepaald beeld. Het is de bewuste keuze van een fotograaf om zaken binnen of buiten het kader te plaatsen. Wanneer onderwerpen volledig binnen het kader zijn geplaatst, dan noemt men dit een gesloten kader. Staat iets er maar voor een deel op dan spreken we van een open kader.

5.1 Oorspronkelijke context De oorspronkelijke context is het verhaal achter de foto. Vaak kent alleen de fotograaf dit verhaal. Bij een fotobespreking kunnen we alleen die dingen benoemen die we binnen de foto zien. Wat je niet in de foto ziet, is dan niet belangrijk. In de oorspronkelijke context zien we drie beslissingen van de fotograaf terug: het gekozen moment, de geselecteerde onderwerpen en ordening binnen het kader. Discussies met de fotograaf tijdens een fotobespreking veranderen niets aan de foto.

Compositie Compositie van een foto is het ordenen van de beeldelementen binnen de foto volgens een vooraf gewenst beeld. De fotograaf creëert hiermee orde in het platte vlak vanuit de driedimensionale wereld. Er zijn verschillende vormen van composities te onderscheiden. Bij horizontale, verticale, diagonale of driehoekcomposities zit er duidelijk een bepaalde richting in. Let je op de plaats die de figuren of kleurvlakken innemen ten opzichte van elkaar dan zijn er symmetrische en asymmetrische composities en centrale of verspreide composities. Soms spreekt men wel over regels in compositie, maar die zijn er slechts om overtreden te worden.

Een kenmerkend onderscheid tussen fotografie en schilderkunst is de oorspronkelijke context waarin het werk tot stand komt. Met het intensief nabewerken en manipuleren van foto’s schuift dit op naar de schilderkunst. Hoe langer de fotograaf achter de computer zit hoe meer de oorspronkelijke context verdwijnt. Moment Het bijzondere van een foto is de vastlegging van een bepaald moment uit de continue tijdstroom. Henri Cartier-Bresson had het over het beslissende moment (le moment décisif). Filosofen spreken over kairos ten opzichte van chronos. Kairos staat voor het speciale moment dat je moet zien te grijpen en chronos voor de almaar voortschrijdende tijd. Veel fotografen zullen dit herkennen.

5.2 Interne context

Selectie Het selecteren van wat de fotograaf binnen het beeld brengt noemen we ook wel kadreren. Het is Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

De interne context is het verhaal binnen het kader van de foto. En zoals er voor verhalen bepaalde genres zijn, zo zijn die er ook voor foto’s. In het algemeen onderscheid ik vijf verschillende genres. En in elk genre zit in mijn opvatting een bepaalde onderliggende betekenis.

19


Landschap Landschappen gaan over herbergzaamheid. Zou ik me daar prettig voelen? Kunnen mensen daar wonen? We houden van zacht glooiende groene landschappen met zoet water en vruchtbare aarde. Niet voor niets schilderen kunstenaars dit al eeuwen lang2. Evengoed kunnen we gruwelen of verbaasd zijn bij onherbergzaamheid of gevaren uit de natuur. Deze betekenis of waarde van een landschap speelt altijd een rol als we naar een landschapsfoto kijken. Portret Portretten gaan over de expressie en karakter van personen. We willen weten wat mensen voelen, hoe mensen zijn. We maken als het ware oogcontact met de geportretteerde. Het genre portret is breder dan alleen het klassieke portret, ook straatfotografie reken ik hieronder. Stilleven Stillevens gaan over de handvaardigheid van de mens. Ik schaar daar ook architectuur onder. We willen de vaardigheid van de ander bewonderen. Het 'klassieke' stilleven was enerzijds een uiting van schilderkundigheid in materiaaluitdrukking. Anderzijds was het een lofzang op het afgebeelde onderwerp. Dus een bloemstilleven gaat ook over de vaardigheid van de kweker en de bloemist, culinaire fotografie over de kunde van het koken, etc. Abstract Abstracten gaan over denkbeelden of emoties. Een abstract is een uittreksel. Alle overbodige informatie laat je weg. Als fotograaf doen we niet Op de website ted.com is een presentatie van Denis Dutton te zien over waarom kunstenaars een voorkeur voor 2

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

anders dan selecteren en weglaten. Zo kun je ook kleur, vorm of detail weglaten om uiteindelijk dat ene denkbeeld of gevoel te visualiseren. Reportage Reportages gaan over wat mensen overkomt. Het is de essentie van journalistiek. Wat overkomt al die mensen daar toch? Aangevuld met een eigen interpretatie en goed verhaal heb je de documentaire. Documentaire fotografie definieer ik als het door middel van fotografie vastleggen van non-fictie waarbij de maker een beeld tracht te geven van een aspect uit de realiteit, zoals uit de politiek, wetenschap, maatschappij, geschiedenis of van de persoonlijke belevingswereld van de fotograaf. Documentaire fotografie onderscheidt zich van een registratie omdat er is nagedacht over de verhaallijn (het narratieve) en het beeldverhaal (de sequentie of opbouw van het werk). Ook onderscheidt het zich van reportages door het onderzoek dat naar het onderwerp is gedaan, door het in een groter geheel plaatsen en door de omvang van het werk (niet beperkt tot ĂŠĂŠn gebeurtenis). Vanuit deze definitie rekent men reportages vaak te snel tot de documentaires. Reportage en documentaire hebben met elkaar gemeen dat de presentatie van het werk meest niet zonder begeleidende tekst kan. Deze tekst dient ter uitleg van het beeld maar werkt dan ook sturend in de interpretatie. Niet alle fotografie laat zich even makkelijk in een genre plaatsen. Het decor van een portret kan een landschap, interieur of gebouw zijn. En een landschappen hebben. Ook zegt hij iets over de bewondering die we hebben voor de handvaardige mens. 20


onscherpe achtergrond is al snel een abstract. Misschien is het belangrijker om expressies, emoties, vakmanschap, herbergzaamheid, ideeën of gebeurtenissen te herkennen.

5.3 Externe context De externe context is het verhaal van wat er met de foto is gebeurd nadat deze de wereld in is gestuurd. De foto kan zijn geëxposeerd, gepubliceerd en daar kunnen vele reacties op zijn gekomen. Expositie Het kenmerk van een expositie of tentoonstelling is dat de foto als fysiek object of geplande projectie wordt getoond aan het publiek op een daarvoor bedoelde locatie. Met geplande projectie bedoel ik bijvoorbeeld de diaprojector of de computer met beamer of beeldscherm op een publieke locatie. Kenmerkend voor een expositie is dat het publiek naar de expositie toekomt. Dat een foto is getoond op een expositie is soms heel belangrijk. Een expositie wordt samengesteld door een zogenoemde curator. Deze bepaalt welke foto’s waar worden getoond binnen de expositie. De samenstelling en inrichting van een expositie geeft zo extra betekenis aan een foto. Publicatie Waar het publiek naar een expositie toe moet komen, komt een publicatie naar het publiek toe. Zoals de krant, boeken, tijdschriften maar ook alles op internet. Een publicatie wordt vermenigvuldigd met het doel onder de publieke aandacht te komen. We kunnen hier onderscheid maken tussen publicaties die specifiek over fotografie gaan en Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

alle andere publicaties die steeds meer gebruik maken van fotografie. Fotoboeken, fototijdschriften en fotowebsites worden gemaakt voor een specifiek fotopubliek. Anderzijds wordt fotografie steeds belangrijker in andere publicaties. Kijk maar eens hoe de krant er twintig jaar geleden uitzag in vergelijking met een nieuwswebsite op internet vandaag de dag. Recensie Een recensie is een beoordeling van een cultureel product. Grotere exposities en publicaties krijgen vaak meerdere recensies in de pers (krant, tijdschrift of internet). Zo’n recensie is een, meestal kritische, bespreking van de expositie of publicatie gericht op het publiek. Hierbij volgt de recensent dezelfde strategie als de fotobespreker. Kenmerkend is het waardeoordeel, vaak in de vorm van een rapportcijfer of sterren (1 t/m 5). Een recensent geeft zo een advies aan de lezer of een expositie of publicatie het waard is om te bekijken. Recensies verschijnen doorgaans enkele dagen nadat een expositie of publicatie toegankelijk is voor het publiek. Om die reden is een expositie soms voor de opening al voor de pers toegankelijk of worden publicaties eerder naar recensenten gestuurd. Een recensent kan het besprokene in een ruimere context plaatsen, bijvoorbeeld het oeuvre van de fotograaf, de ontwikkelingen in de fotografie of nog breder de ontwikkelingen in de maatschappij. Publieksreacties Naast de deskundige mening zijn er steeds meer mogelijkheden voor het publiek om te reageren op foto’s. Op internet gepubliceerde foto’s kun je becommentariëren of waarderen. Maar ook 21


vroeger al lieten exposerende fotoclubs het publiek hun favoriete foto kiezen en was er een schrift waarin men een reactie kon achterlaten. In je bespreking van een foto kun je de externe context een rol laten spelen. Deze is echter niet zichtbaar op de foto zelf, dus zul je die moeten toelichten. Foto’s kunnen soms een heel eigen leven gaan leiden. Bij besprekingen in clubverband van door leden genomen foto’s zal dit minder het geval zijn. Nu kun je bij een fotobespreking de externe context beperken tot die ene foto of serie die je bespreekt. Evengoed kun je andere foto’s erbij betrekken. De externe context wordt daarmee zo groot als de (fotografische) wereld die je kent als bespreker. Dit kan je bespreking verrijken, maar sluit vooral aan op de wereld van je publiek.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

22


Foto pagina

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

23


6 Het model toepassen 4. Wat zegt de interne context? Portret, landschap, stilleven, abstract of reportage. 5. Wat is de externe context? Expositie, publicatie of recensie van deze foto of van gerelateerde foto’s. 6. Met welke techniek ontsluit je de foto? Kijk je naar internet, beeldscherm, projectie of afdruk? 7. Welke techniek heeft de fotograaf gebruikt? Beeldhoek, diafragma, sluitertijd, film/sensor, software.

6.1 Pijlen en voorzetsels In de beschrijving van het model in hoofdstuk 2 gaf ik al aan hoe het model kan worden toegepast. Neem de foto en het schema met het model. Omcirkel in elk van de drie delen één, twee of drie elementen. Verbind deze omcirkelde elementen met pijlen. Zet bij deze pijlen een voorzetsel van één woord, zoals bij, met, in, naar, door, uit, op, tussen etc. (door middel van = door en met behulp van = met). Ga hierbij de cirkel rond en verbind elk deel met een ander deel. Vervolgens maak je zinnen waarin je de elementen en voorzetsels gebruikt. Op deze wijze ga je de cirkel rond en beschouw je alle relevante elementen bij je fotobespreking. Vandaar de naam 360˚ fotobespreking. In bijlage I staat het model als schema weergegeven.

6.3 De bespreking Een fotobespreking is een presentatie. En ook daarvoor geldt dat een goede voorbereiding het halve werk is. Je kan je bespreking helemaal uitschrijven, maar sneller is om de basis van de bespreking te gebruiken. Dat kan met alleen de relevante elementen verbonden door de voorzetsels.

Een alternatieve weergave van het model in tabelvorm staat in bijlage II.

6.2 Vragenlijst Als je niet direct weet welk element betrekking heeft op de foto, dan kun je de volgende vragenlijst gebruiken.

6.4 Voorbeelden

1. Welke communicatieve functie is belangrijk? Poëzie, expressie, referentie of appèl. 2. Waarin kun je de boodschap lezen? Benoem tekens, codes of thema. 3. Wat is bepalend in de oorspronkelijke context? Compositie, selectie of moment.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Op de pagina’s hierna volgen vier voorbeelden waarin ik het model toepas. Bij elke foto staat het schema met de omcirkelde elementen en een korte uitwerking van een bespreking. Bij die bespreking ga ik uit van het bekijken van dit boekje als drukwerk. Zoals je zult zien is het model een open en vrij te gebruiken model. Je kunt het altijd aanvullen en er van afwijken.

24


Voorjaarsbeurt

Voorjaarsbeurt Aan het gereedschap en werkkleding herkennen we de tuinman. We zien hem aandachtig aan het werk in het voorjaar bij een bloeiende magnolia. De foto is gebruikt in een reclamefolder van het bedrijf. Daarbij weten we dat de foto is gemaakt met een smartphone wat je aan de afdruk niet ziet.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

25


Foto 2.

Winter in de weerribben In een regelmatige compositie zien we rietschoven en een fiets in een winters landschap. Samen vormen deze Hollandse symbolen een stilleven. Waarbij we kunnen stellen dat elke uitsnede van een cultuurlandschap een stilleven is. Het frisse licht doet vermoeden dat er veel detail te zien zou zijn, meer dan we op deze afdruk in dit boekje nu zien.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

26


Foto 3.

Marktkraam Zijn ze nu aan het inpakken of aan het uitladen? De linkerman kijkt over zijn schouder naar de fotograaf die koos voor dit moment om het tafereel te portretteren. We vermoeden een heel verhaal achter deze foto, zeker als we weten dat de foto’s linksboven op de voorpagina en pagina 12 van dit boekje op dezelfde markt zijn gemaakt. Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

27


Foto 4.

Woefwoef Een gat in het plafond heeft een vorm die aan het silhouet van een rennend hondje doet denken. Mocht je dat niet direct zien, dan zet de titel ‘woefwoef’ je wel op dit spoor. Dit is een voorbeeld van framing: het met woorden leiden van de beleving van een abstract beeld. Een abstractie die tot stand is gekomen door een bewuste selectie van wat er in beeld is gebracht waarbij datgene wat je werkelijk ziet er minder toe doet in de poëtische vrijheid van de fotograaf.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

28


I Het 360Ëš model als schema

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

29


II Het 360Ëš model in tabelvorm

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

30


III Literatuur Enkele suggesties als je verder wilt lezen over communicatie en fotografie. Aansluitend op de onderwerpen die in dit boekje geef ik je hier een lijstje met boeken die ik zelf zeer heb gewaardeerd.

S. Morley, Writing on the Wall, Word and Image in Modern Art, London: Thames & Hudson, 2003 J. Hacking red., Fotografie in het juiste perspectief, Kerkdriel: Librero, 2012 S. Sontag, On Photography, New York: Farrar, Straus and Giroux, 1973

Over de strategie van het verwoorden van het visuele M. Clarke, Verbalising the Visual, Translating art and design into words, Lausanne: AVA Publishing, 2007

Over de techniek van fotografie D. Präkel, Fotografie, Visuele gids, Kerkdriel: Librero, 2012

E. Feldman, Becoming human through art. Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall., 2007

Over licht W. Baatz, Gestaltung mit licht, Ravensburg: Ravensburger Buchverl., 1994

Over de functies van communicatie en het (de)coderen van de boodschap M.F. Steehouder et al., Leren communiceren, Procedures voor mondelinge en schriftelijke communicatie, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1984

C. Rutter, The essential color manual for photographers, Mies: Rotovision, 2006

T. Hendriks, Beeldspraak, Fotografie als visuele communicatie, Culemborg: Van Duuren Media, 2013 J. van den Broek et al., Beeldtaal, Perspectieven voor makers en gebruikers, Den Haag: Boom-Lemma, 2010 Over de context van fotografie J. Hermsen, Kairos, Een nieuwe bevlogenheid, Utrecht: Arbeiderspers, 2014 D. Crow, Left to Right, The cultural shift from words to pictures, Lausanne: AVA Publishing, 2006

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

31


IV Over dit boekje Dit boekje is in eigen beheer samengesteld en gepubliceerd. Op internet is een digitale versie te zien via issuu.com. Papieren exemplaren (formaat 21*21cm) zijn alleen via de auteur te bestellen. Alle tekst, foto’s en vormgeving: Niek van Schie Behalve de foto’s op pagina 4, deze komen uit de schoenendoos oftewel het familiearchief. Bestel informatie U kunt dit boekje als volgt bestellen. Geef het gewenste aantal per e-mail door op info@niekvanschie.nl. Zo snel mogelijk ontvangt u een factuur per retour mail met daarbij vermeldt de leveringstermijn. Na betaling volgt de verzending als brievenbuspakje of pakket. De kosten bedragen €10,00 (incl. btw) per exemplaar met verwerkings- en verzendkosten van €5,00 (incl. btw) per bestelling voor Nederland en België. Dus één boekje bestellen kost €15,00, twee €20,00, drie €25,00 etc.

Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

32


V Fotoverantwoording Een korte verklaring op de foto’s in dit boekje met wat, waar en wanneer. LB betekent linksboven, RB rechtsboven, LO linksonder en RO rechtsboven. We gaan dus met de leesrichting mee. Voorpagina LB: Markt, Guargacho, 2014-03-30 RB: Daken, Nerja, 2009-06-17 Pagina 2 Bouwwerken van architect Santiago Calatrava. LB: Brug ‘Luit’, Hoofddorp, 2014-09-26 RB: Auditorio de Tenerife, Santa Cruz de Tenerife, 2014-03-23 LO: Station Luik-Guillemins, Luik, 2014-09-21 RO: Auditorio de Tenerife, Santa Cruz de Tenerife, 2014-03-23 Pagina 4 Foto’s uit familiearchief. LB: Java, circa 1947 RB: Haarlemmermeerpolder, circa 1946 LO: Haarlemmermeerpolder, circa 1949 RO: Haarlem, circa 1930 Pagina 10 LB: Rottige Meente, 2014-05-03 RB: Bananenplantage, Guargacho, 2014-03-23 LO: Bananenplantage, Guargacho, 2014-03-30 RO: Volle maan, Vinkega, 2014-08-11 Pagina 12 LB: Markt, Guargacho, 2014-03-29 RB en LO: Parque Nacional del Teide, Tenerife, 2014-03-25 RO: Carel en Nataschja, Vijlen, 2014-09-18 Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360˚ fotobespreking | Niek van Schie

Pagina 15 LB: Fokzeug, Vinkega, 2014-08-23 RB: Lindevrucht, Vinkega, 2014-08-30 LO: Interieur tuinhuis, Vinkega, 2014-07-22 RO: Orthodoxe kerk in aanbouw, Moermansk, 2008-04-23 Pagina 18 LB: Doodborstje, Wijlre, 2011-10-16 RB: Boomstammen, Winterberg, 2010-01-28 LO: Rhodondendron, Vinkega, 2010-06-13 RO: Laurierbos, La Gomera, 2006-03-10 Pagina 23 LB: Zwam op eik, De Hoeve, 2014-12-15 RB: Achtertuin, Rotterdam, 2014-09-16 LO: ‘Kerstboom’, Vinkega, 2010-12-21 RO: Landbouwmachines, Vinkega, 2010-06-15 Fotobesprekingen Pagina 25, ‘Voorjaarsbeurt’, Dordrecht, 2012-0424 Pagina 26, ‘Weerribben’, 2009-01-10 Pagina 27, ‘Marktkraam’, Guargacho, 2014-03-30 Pagina 28, ‘Woefwoef, , Genk, 2012-08-09 Achterpagina LB: Meidoorn, Vinkega, 2009-11-15 RB: Venkel, Papenburg, 2014-07-30

33


Zeggen wat je ziet | Introductie tot de 360Ëš fotobespreking | Niek van Schie

34


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.