ZUSTER ANCILLA VERTELT

Hoe lang bent u al als zuster betrokken bij het Withof?

“Al vanaf mijn jeugd ben ik betrokken bij Het Withof via de zusters van Etten, zoals die toen genoemd werden. We woonden in Rijsbergen en daar waren de Kleuterschool, de Lagere School en de VGLO van de zusters van Etten. Vanaf 1926 waren zij al in Rijsbergen, dus al mijn zussen en broers hebben er op de Bewaarschool gezeten. Een zus van mij ging in 1949 naar de kostschool in Etten om onderwijzeres te worden. Met het uitdelen van het kerstrapport in 1956 vroeg Moeder Overste stilletjes aan zr. Marquérite: “Waarom leert zij niet door?”. Ik vertelde dat ’s middags tegen ons moeder. Zij vroeg aan mij: “Wil je doorleren?”. Ik heb mijn schouders opgehaald: ik wist het niet, want ik had daar nog nooit over nagedacht. Toen wij weer naar school waren, fietste ons moeder naar het dorp naar de zusters en gaf mij op voor bijles. Dat veranderde mijn leven.

Vanaf september 1956 ben ik naar de kostschool gegaan voor de ULO-opleiding en dat hoorde bij Het Withofcomplex. Later toen ik bijna klaar was met de ULO, heb ik thuis gevraagd ook naar de Kweekschool te mogen, want ik wist wel dat kantoorwerk niets voor mij was. Op de Kweekschool gingen andere meisjes na de tweede klas naar het klooster. Dat wilde ik ook. Na de afronding van de Kweekschool in 1963 ben ik nog enkele maanden onderwijzeres geweest in Rijsbergen en vervolgens in Het Withof ‘ingetreden’. Zo heet dat als je voorgoed naar het klooster gaat. Toen werd ik nog meer verbonden met het Withof: het hart van onze congregatie.”

Hoe belangrijk is deze plek voor u?

“Het Withof is van levensbetekenis voor mij. Ook al is het nu geen eigendom meer: het blijft het symbool van de kern van ons én mijn leven, én het is het symbool van onze congregatie. Het is tot 2005 ons Moederhuis geweest. Alle zusters zijn er ingetreden. In de loop van die twee eeuwen waren er dat meer dan 2000. De meesten van ons werden in de gebouwen die er rondom ontstaan zijn, gevormd en opgeleid. Van daaruit werd er door een groot aantal gewerkt in en om het Withof als klooster, maar velen waren ook dienstbaar op het internaat en de scholen op ons terrein en in Etten én Leur.

Van het Withof uit trokken de zusters naar de ‘buitenhuizen’. Ik ben altijd een buitenhuiszuster geweest. Tevens heb ik bij mogen dragen aan de rijke geschiedenis als kloosterling, als onderwijzeres in Prinsenbeek, later als pastor in de St. Josephkerk en -wijk in Roosendaal, als bestuurslid van onze congregatie en nu als algemeen overste.

Toen besloten werd onder leiding van zr. François, de toenmalige algemeen overste, om het Withof te verkopen, omdat het niet geschikt was voor ouder wordende zusters, trof het veel medezusters in het hart, dat we uit dit gebouw