NML Serie - Samenvatting 18 - Kapitaal forum

Page 1



SAMENVATTING

DEEL 18 - MARITIEM KAPITAAL FORUM

In dit boek zijn de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de werking van de kapitaalmarkt in de sector van maritieme toeleveranciers. Tijdens dit onderzoek zijn vertegenwoordigers van zowel de vraagzijde (de maritieme toeleveranciers) als de aanbodzijde (de vermogensverschaffers) ondervraagd. Vanuit de vraagzijde kwamen onderwerpen aan de orde als de huidige financieringsstructuur van maritieme toeleveranciers, de verwachte ontwikkelingen, de invloed van deze ontwikkelingen op de toekomstige kapitaalbehoeften en de verwachte toekomstige financieringsstructuur van maritieme toeleveranciers. Vanuit de aanbodzijde was het onderzoek gericht op het huidige aandeel van maritieme ondernemingen in de portefeuille van vermogensverschaffers, het imago van de maritieme cluster en de verwachte ontwikkelingen binnen deze sector. Werking van kapitaalmarkt: theoretisch kader Wanneer ondernemingen extern financiĂŤle middelen moeten aantrekken, kunnen zij bij verschillende partijen terecht. In de kern zijn er echter slechts twee mogelijkheden: 1 Aantrekken van risicomijdend vermogen; 2 Aantrekken van risicodragend vermogen. Het aanbod van risicomijdend vermogen kan onderverdeeld worden in kortlopend en langlopend krediet. Kortlopend krediet wordt gewoonlijk gebruikt om werkkapitaal te financieren of om een buffer te vormen voor een plotselinge financieringsbehoefte, zoals onverwachte daling of stijging in de verkopen, of een onverwachte stijging in de uitgaven. Voorbeelden van kortlopend krediet zijn renouvellerend krediet, factoring en voorraadfinanciering. Langlopend krediet wordt vaak gehanteerd ter financiering van de groei. Ondernemingen die moeten lenen om de groei te financieren hebben andere wensen en behoeften dan ondernemingen die lenen ter versterking van het werkkapitaal. Uitbreidingsinvesteringen gaan vaak gepaard met een groter bedrag aan benodigde financiering en een langere terugbetalingstermijn. Voorbeelden van langlopend krediet zijn objectfinanciering, lange termijnkrediet en leasing. Daarnaast wordt nog een aantal andere vormen van risicomijdend vermogen onderkend, zoals garantiekrediet, converteerbare lening en AA-krediet.


Wanneer de onderneming additioneel risicodragend vermogen nodig heeft, kan er, in het algemeen, gekozen worden uit drie alternatieve aanwendingsvormen: 1 Beursgang: het aantrekken van risicodragend vermogen op de openbare kapitaalmarkt; 2 Samenwerking met of aansluiting bij een strategische partij: een derde partij zal een belang verwerven in de onderneming; 3 Onderhandse plaatsing van aandelen: het aantrekken van risicodragend vermogen op de onderhandse kapitaalmarkt. Bij een beursgang laten ondernemingen hun aandelen noteren op een aandelenmarkt. Hiertoe zullen zij de aandelen moeten introduceren. Ook indien een onderneming reeds genoteerd is, kunnen nieuwe aandelen worden geĂŻntroduceerd. Bij de introductie van aandelen op een aandelenbeurs is de onderneming verplicht te voldoen aan de eisen die deze beurs stelt aan de onderneming. Te denken valt hierbij onder andere aan een minimale omvang van het eigen vermogen en een financiĂŤle historie van een aantal jaar, waarbij in een bepaalde periode de boekjaren met winst dienen te zijn afgesloten. Belangrijk in de periode na introductie van het aandeel is dat de onderneming went aan de grotere mate van publieke controle. De vormen waarin strategische allianties voorkomen bevinden zich in het spectrum dat zich uitstrekt van volledig eigendom en volledige zeggenschap (overname), via gedeeltelijk eigendom en contractuele zeggenschap (joint venture, minderheidsdeelneming)) tot geen eigendom en contractuele zeggenschap (coĂśperatieve overeenkomst, cross-licensing of cross-distribution overeenkomst). De bereidheid van grote ondernemingen om in een alliantie te stappen biedt mogelijkheden aan kleinere ondernemingen die op zoek zijn naar financiering van hun groei. Het aangaan van een strategische alliantie is echter een strategische beslissing die inhoudt dat (een gedeelte van) de zeggenschap wordt opgegeven in ruil voor gereduceerd risico, verhoogde winstpotentie en lagere investeringen. Bij een onderhandse plaatsing worden aandelen geplaatst bij een klein aantal beleggers. Dit kunnen familieleden, kennissen of zakenrelaties (passieve particuliere investeerders) zijn, informal investors, maar ook institutionele beleggers als pensioenfondsen en participatiemaatschappijen. Met andere woorden, op de onderhandse kapitaalmarkt heeft de onderneming te maken met individuele aanbieders van vermogen. De ondernemer treedt op als vrager naar risicodragend vermogen, waarbij hij aandelen te koop aanbiedt.


Werking van kapitaalmarkt in sector van maritieme toeleveranciers: uitkomsten aan vraagzijde Kenmerken van maritieme toeleveranciers De sector maritieme toeleveranciers wordt gekenmerkt door een grote heterogeniteit van bedrijven met uiteenlopende activiteiten. Tot de sector maritieme toeleveranciers worden alle bedrijven gerekend die aan de maritieme cluster ofwel eindproducten, halffabrikaten, subsystemen en productiehulpmiddelen leveren, dan wel de reparatie en service van de eindproducten verzorgen. Tot de sector maritieme toeleveranciers kunnen op basis van de gegevens van branchevereniging Holland Marine Equipment in totaal circa 660 bedrijven worden gerekend. De BV is de meest voorkomende rechtsvorm binnen de sector van maritieme toeleveranciers. Ongeveer de helft van de ondernemingen maakt deel uit van een groter concern. De sector bestaat voornamelijk uit bedrijven van een relatief geringe omvang; bijna de helft van de ondervraagde ondernemingen realiseert een omzet van minder dan NLG 10 miljoen. Met name de dienstverlenende bedrijven leveren voornamelijk aan de maritieme cluster: 81% van de bedrijven realiseert minder dan 25% van de omzet op andere markten. Productiebedrijven en, in sterkere mate, de handelsondernemingen, zetten hun goederen en diensten veel meer ook op andere markten af. Bijna 90% van de betrokken ondernemingen is in het buitenland actief. Ruim de helft van de ondernemingen genereert op zijn minst 25% van de omzet in het buitenland. Huidige financieringsstructuur Gezien de positie in de bedrijfskolom richt de financieringsbehoefte met betrekking tot het werkkapitaal van de maritieme toeleveranciers zich met name op: • Kapitaalgoederen en bedrijfsmiddelen voor de productie en huisvesting; • Onderhanden werk en voorraden; • Debiteuren. Gemiddeld is het balanstotaal opgebouwd uit 55% eigen vermogen (EV), 30% vreemd vermogen (VV) en 15% overig vermogen. Onder de laatste categorie worden meestal leverancierskredieten, achtergestelde leningen en converteerbare leningen geschaard. De vorm van risicomijdend vermogen waarvan men het meest gebruikt maakt is het rekening courant krediet. Ook van leasing en hypotheken wordt nog in redelijk mate gebruik gemaakt. Alle overige financieringsvormen die voorgelegd zijn, zijn niet van toepassing in deze sector. Er worden twee nadelen van vreemd vermogen genoemd. Ten eerste vindt men vreemd vermogen te duur ten opzichte van eigen vermogen. De kosten van vreemd vermogen zijn direct zichtbaar c.q. voelbaar, in tegenstelling tot de kosten van het eigen vermogen, wat ertoe leidt dat de betrokkenen de kosten van eigen vermogen onderschatten (met name opportunity costs). Een wellicht nog belangrijkere verklaring voor de afkeer van vreemd vermogen wordt gevormd door de wijdverspreide angst voor het verlies van onafhankelijkheid. Binnen de sector van maritieme toeleveranciers wordt autonomie zeer op prijs gesteld. Dit vormt waarschijnlijk een belangrijke reden voor het feit dat slechts 10% van de


ondernemingen meer dan 4 aandeelhouders heeft. Veel ondernemingen uit de sector zijn familiebedrijven of hebben één directeur-grootaandeelhouder. Bij andere ondernemingen berust de zeggenschap bij een moedermaatschappij. Bestaande eigendomsverhoudingen dienen volgens de ondervraagde bedrijven zoveel mogelijk in stand te worden gehouden. Vier ondernemingen hebben een participatiemaatschappij als aandeelhouder, waarvan er twee zijn te kenmerken als zelfstandig met een omzet groter dan NLG 10 miljoen. Vier ondernemingen zijn beursgenoteerd. Ook hier bestaat dit aantal voor de helft uit zelfstandige ondernemingen met een omzet groter dan NLG 10 miljoen. Men ervaart zeker wel belangstelling van externe partijen om risicodragend kapitaal te verschaffen. De angst voor het verlies van autonomie speelt echter zo’n grote rol dat hierop nauwelijks wordt ingegaan. Dit leidt ertoe dat men ervan overtuigd is dat de onderneming op het gebied van vermogen zelf voorziend moet zijn. Verwachtingen en ontwikkelingen De verwachtingen binnen de sector zijn hoog. Bijna 80% van de ondernemingen verwacht dat de omzet over 2002 zal zijn gestegen ten opzichte van de omzet over 1999. Eén derde verwacht zelfs een sterke stijging. Hoewel de in de sector actieve ondernemingen verschillende kernactiviteiten hebben, blijkt het optimisme zich over de hele sector uit te strekken. De verwachting is dat de groei niet alleen uit acquisities zal bestaan, maar ook uit autonome groei. De positieve verwachtingen gelden ook ten aanzien van de omzet die alleen binnen de maritieme cluster wordt gerealiseerd. De helft van de functionarissen verwacht dat de komende drie jaar de investeringen zullen stijgen terwijl slechts één op de zeven verwacht dat de investeringen zullen dalen. Men verwacht dat het aandeel van de omzet dat men in het buitenland realiseert verder zal toenemen. De functionarissen geven aan op een wereldmarkt actief te zijn. Ook verwacht men dat de concurrentie vanuit het buitenland in de komende jaren zal toenemen (met name vanuit West Europa en het Verre Oosten). Echter binnen de maritieme sector ziet men de internationalisatie en de globalisering eerder als een kans dan als een bedreiging. Men denkt dat het hoge kennisniveau en de voorhanden ervaring zorgen voor een goede positie ten opzichte van de internationale concurrentie. Opvallend is dat een aantal betrokkenen met name de in Nederland strenge milieueisen als een belangrijke bedreiging voor de scheepvaart en de visserij zien. De maritieme toeleveranciers zijn in veel gevallen afhankelijk van die sectoren. Vrijwel zonder uitzondering geven de betrokkenen aan het internet en de ontwikkelingen daaromtrent als zeer belangrijk te beschouwen. Eén van de voordelen van het internet is het feit dat het een wereldwijde toepassing betreft. Hoewel de meeste ondernemers aangeven zich actiever met het internet te gaan bezighouden en hierin ook meer te gaan investeren, blijkt dat er nog weinig tot geen concrete plannen zijn (behalve het creëren van een website). Toekomstige financieringsstructuur Vrijwel zonder uitzondering geven de betrokkenen aan dat zij het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal wensen uit te breiden. Dit heeft niets te maken met


een te lage solvabiliteit, maar wordt veroorzaakt door de afkeer van vreemd vermogen. Bijna de helft van de ondervraagde bedrijven verwacht dat over 3 jaar meer zal worden geïnvesteerd dan het huidige niveau. Opmerkelijk is dat slechts een derde van de ondervraagde bedrijven additionele financiering zal aantrekken. Bijna 80% van de ondervraagde ondernemingen zal haar toekomstige financieringsbehoefte voldoen uit de reserves, 12% zal extra risicodragend vermogen aantrekken, terwijl 19% extra vreemd vermogen zal aantrekken. Hoewel men aangeeft bekend te zijn met de verschillende vormen van risicomijdend vermogen, is het merendeel van de bedrijven die nu geen gebruik maken van een bepaalde financieringsvorm niet van plan dit in de toekomst wel te gaan gebruiken. Onderhandse plaatsing van de aandelen is voor 30% van de ondernemingen die aangeven extra risicodragend vermogen aan te trekken de meest geëigende vorm hiertoe, 15% overweegt verkoop aan een strategische partij. Geen van deze bedrijven zal een gang naar de beurs maken. De overige 55% heeft hierover (nog) geen mening. Werking van kapitaalmarkt in sector van maritieme toeleveranciers: uitkomsten aan aanbodzijde Bij het analyseren van de uitkomsten dient in ogenschouw te worden genomen dat het beeld dat wordt geschetst veelal betrekking heeft op de totale maritieme cluster in plaats van de sector van maritieme toeleveranciers. Verschaffers van risicomijdend vermogen De organisatie van banken met betrekking tot de financiering van maritieme ondernemingen is veelal gestructureerd langs twee lijnen. De kleinere en middelgrote maritieme ondernemingen worden bediend door het lokale bankfiliaal. Daarnaast bestaat binnen banken veelal een gespecialiseerde afdeling, gericht op de grote ‘corporates’ binnen de maritieme cluster. Als achterliggende redenen voor het bestaan van een dergelijke gespecialiseerde afdeling bij financiële instellingen gericht op de financiering van maritieme ondernemingen worden genoemd: • cyclische marktomgeving; • te financieren activa zijn zeer kapitaalintensief in verhouding tot de omvang van de ondernemingen; • specifieke risico’s met betrekking tot het gebruik van de activa. Door een gedegen marktkennis, het nauwlettend volgen van de maritieme ondernemingen en adequate risicobeheersing kunnen door de banken hoge marges worden behaald. De hoge marges kunnen worden berekend op basis van het hoger dan gemiddelde risico waarvan sprake is in de maritieme cluster. De in het onderzoek betrokken leasemaatschappij is weinig actief binnen de maritieme wereld. Als reden hiervoor wordt aangegeven dat het te financieren object vaak te groot is in verhouding tot de omvang van de onderneming. Gezien de cyclische markt en het ontbreken van de specialistische maritieme kennis wordt geen actief beleid gevoerd gericht op de maritieme cluster. Voordat een dergelijke vorm van financiering aangegaan wordt, zal de leasemaatschappij zich er van vergewissen dat de vooruitzichten voor de onderneming op de lange termijn goed zijn. Langs verschillende vermogenseisen wordt de ‘opportunity’ beoordeeld. Anderen stellen dat het rendement voor een leasemaatschappij te laag is. De vaak ingewikkelde crossborder lease constructies worden veelal via de maritieme desks van grote


bankinstellingen gecoördineerd. Bij deze transacties geldt een bepaalde minimum omvang die veel bedrijven te boven gaat. Verschaffers van risicodragend vermogen Tijdens het onderzoek is gebleken dat verschaffers van onderhands risicodragend vermogen, zoals participatiemaatschappijen en informal investors, beduidend minder activiteiten ontplooien binnen de maritieme cluster dan banken. In de portefeuille van participatiemaatschappijen maken maritieme ondernemingen tussen 0% en 5% van het totaal aantal participaties uit. Binnen de cluster zijn erg weinig informal investors actief. Participatiemaatschappijen hebben vaak geen gespecialiseerde afdeling voor de maritieme sector. Zij beoordelen de investment opportunities aan de hand van een aantal criteria. De maritieme cluster scoort over het algemeen niet goed op de genoemde criteria: • kwaliteit van management: De vermogensverschaffers twijfelen aan de mate van professionaliteit. Zij zien de managementstijl als traditioneel, met weinig aandacht voor de organisatie; • Markt en marktvooruitzichten: De markt waarop de sector activiteiten ontplooit is sterk cyclisch en bevindt zich in een staat van verzadiging, waardoor de groeimogelijkheden van de gehele sector beperkt zijn. Bovendien meldt door de toenemende internationalisatie en globalisatie een toenemend aantal buitenlandse concurrenten zich op de Nederlandse markt. De Nederlandse spelers zijn in de ogen van de vermogensverschaffers vaak te nationaal of zelfs te regionaal georiënteerd; • Groeimogelijkheden: Groei is in de ogen van de vermogensverschaffers slechts voorbehouden aan innovatieve bedrijven en nichespelers. Door sommige respondenten wordt aangegeven dat door het ontbreken van reële groeimogelijkheden een consolidatieslag in de sector is benodigd; • Exit-mogelijkheden: De exit-mogelijkheden zijn volgens participatiemaatschappijen beperkt. Beursgang is naar de mening van de kapitaalverschaffers weinig kansrijk, aangezien het geen groeimarkt is. Ook verkoop aan een strategische partij is lastig, aangezien er nog geen consolidatieslag heeft plaatsgevonden in de sector; • Rendementseis: De bedrijfstak wordt als laag renderend beschouwd. Imago van maritieme cluster Over de gehele linie genomen kan het beeld dat de vermogensverschaffers hebben van de maritieme cluster niet als positief worden omschreven. De vermogensverschaffers noemen de maritieme sector zonder uitzondering een gesloten wereldje, met een ouderwetse, archaïsche structuur. De sector wordt bovendien gekenmerkt als sterk gefragmenteerd, door een grote hoeveelheid kleine familiebedrijfjes met een lage transparantie. Zoals hierboven reeds beschreven, wordt door de vermogensverschaffers ook getwijfeld aan de mate van professionaliteit waarmee maritieme ondernemingen bestuurd worden. Ook de groeimogelijkheden van de sector als geheel zijn in de ogen van de vermogensverschaffers beperkt.


Werking van kapitaalmarkt in sector van maritieme toeleveranciers: confrontatie tussen aanbodzijde en vraagzijde Huidige staat De maritieme toeleveranciers zijn conservatief gefinancierd. Gemiddeld is het balanstotaal opgebouwd uit 55% eigen vermogen (EV), 30% vreemd vermogen (VV) en 15% overig vermogen. De wens tot autonoom kunnen opereren en de angst voor het verlies van zeggenschap zijn groot. Het liefst ziet men een balans met een zo groot mogelijk aandeel van het eigen vermogen. Vreemd vermogen wordt bovendien duur gevonden, aangezien de kosten van deze vorm van vermogen direct van invloed zijn op het resultaat van de onderneming. Het aandeel van maritieme ondernemingen in de portefeuilles van vermogensverschaffers is daarom niet groot, de banken uitgezonderd. De ondervraagde leasemaatschappij gaf aan dat het risico te groot is, gezien de omvang van het te financieren object en de cycliciteit van de markt. Maritieme ondernemingen maken in de portefeuilles van de in het onderzoek betrokken participatiemaatschappijen slechts tussen 0% en 5% uit. Binnen de cluster zijn weinig informal investors actief. Wederzijds imago De vermogensverschaffers twijfelen aan de professionaliteit waarmee de ondernemingen worden bestuurd. De managementstijl wordt als traditioneel beschouwd, met weinig aandacht voor de organisatie en de financieringsstructuur. Bovendien kenmerken zij vrijwel zonder uitzondering de sector als sterk gefragmenteerd en weinig transparant, door de grote hoeveelheid van relatief kleine familiebedrijven. De ondernemers constateren dat de vermogensverschaffers vaak te weinig moeite nemen om zich te verdiepen in de maritieme sector. Daardoor ontstaan misverstanden die er toe leiden dat er weinig waardering in de maritieme sector bestaat voor de vermogensverschaffers. Het blijkt dat, als vermogensverschaffers wel de moeite nemen zich te verdiepen in de sector, dit zeer op prijs wordt gesteld. Vanuit de vermogensverschafferskant kan bovenstaande worden verklaard door de wijze waarop deze instituten zijn gestructureerd. De organisatie van banken met betrekking tot de financiering van maritieme ondernemingen is veelal gestructureerd langs twee lijnen. De kleinere en middelgrote maritieme ondernemingen kunnen terecht bij hun lokale bankfiliaal. Daarnaast bestaat binnen de meeste banken veelal een gespecialiseerde afdeling, gericht op de grote ‘corporates’ binnen de maritieme cluster. Participatiemaatschappijen hebben vaak geen gespecialiseerde afdeling voor de maritieme cluster. De wens tot betere contacten is over en weer aanwezig. Uit het onderzoek blijkt dat de functionarissen uit de maritieme sector vaak ontevreden zijn over de verhouding met vermogensverschaffers. De ondernemers zijn over het algemeen niet goed op de hoogte van de verschillende vormen van vermogen en de mogelijke voordelen die de vermogensverschaffers kunnen brengen. Daarnaast kennen zij ook vaak niet de weg


naar de (alternatieve) vermogensverschaffers. Dit wordt voor een belangrijk deel ook veroorzaakt doordat men zelf ook niet echt ge誰nteresseerd is. De vermogensverschaffers onderschrijven bovenstaande. De ervaring van banken is dat zij weinig opportunities langs krijgen. De bestaande contacten zijn blijvend. Ook de participatiemaatschappijen krijgen weinig opportunities uit de maritieme wereld langs. De meeste participatiemaatschappijen zijn zelf niet actief op zoek naar investeringsmogelijkheden in deze branche. De meeste opportunities die langs komen worden verkregen uit hun netwerken. Verwachtingen en ontwikkelingen Met betrekking tot de groei van de onderneming zijn binnen de sector van maritieme toeleveranciers zelf de verwachtingen hoog gespannen. Het merendeel verwacht dat de omzet over drie jaar zal zijn gestegen ten opzichte van de omzet over 1999. Een derde verwacht zelfs een sterke groei van de omzet. De groei zal bestaan uit zowel uit zowel autonome groei als uit groei door middel van acquisities. Echter, de groeiverwachting die breed binnen de sector leeft, wordt niet gedeeld door de vermogensverschaffers. De maritieme sector is volgens hen te cyclisch van aard om een structurele groei te kunnen verwachten. Gekoppeld aan de toenemende globalisatie denken zij daarom aan een teruggang van de maritieme cluster in Nederland. Groei is in de ogen van de vermogensverschaffers slechts voorbehouden aan de innovatieve ondernemingen, de nichespelers of de consolidators. De maritieme toeleveranciers verwachten dat het aandeel van de omzet dat in het buitenland gerealiseerd wordt verder zal toenemen. Tevens verwacht men dat de concurrentie vanuit het buitenland in de komende jaren zal toenemen. Deze toenemende internationalisatie wordt eerder beschouwd als een kans dan als een dreiging. Het hoge kennisniveau en de voorhanden ervaring zorgen voor een goede positie ten opzichte van de internationale concurrentie. Daarom zullen met name de kennisintensieve bedrijven kunnen profiteren van de internationalisatie. De vermogensverschaffers delen de visie van de maritieme toeleveranciers dat een verdere internationalisatie van de maritieme sector eerder een kans is dan een bedreiging. Voorwaarde hiervoor is hun ogen de mogelijkheid van de toeleveranciers om zich met betrekking tot de bedrijfsvoering flexibel op te stellen. De toeleveranciers dienen hun belangrijkste afnemers te volgen naar het buitenland, waardoor deze als klant behouden worden. Bijkomend voordeel is de mogelijkheid op een splitsing van de bedrijfsvoering in een arbeidsintensief gedeelte dat in de zogenaamde lage lonen landen kan worden uitgevoerd en een kennisintensief gedeelte dat nog steeds in Nederland kan worden uitgevoerd. Financieringsbehoefte Hoewel bovenstaande verwachtingen van de maritieme toeleveranciers zelf anders doen vermoeden, verwacht slechts een derde van de ondernemingen additioneel kapitaal aan te moeten trekken om in de financieringsbehoefte te voorzien. De overige bedrijven zullen de activiteiten (en groei) van de onderneming financieren uit de eigen middelen (ingehouden winst en reserves). 19% zal additioneel risicomijdend kapitaal aantrekken. 12% van de ondervraagde ondernemingen zal additioneel risicodragend vermogen aantrekken.


De vermogensverschaffers onderschrijven dit beeld. Aangezien de sector in hun ogen geen groeimarkt is, zullen de meeste bedrijven zichzelf moeten kunnen bedruipen. Mocht extern kapitaal toch nodig zijn, dan zal niet snel worden gedacht aan additioneel risicodragend vermogen. De traditionele wijze van financiering en de in hun ogen beperkte groei van de sector zorgen er voor dat zij weinig vraag naar extern risicodragend kapitaal verwachten. Enkele verschaffers van risicodragend kapitaal zien echter wel grote mogelijkheden voor een consolidatieslag in de sector, waarin bijvoorbeeld een participatiemaatschappij een grote rol zou kunnen spelen. Aanbevelingen van vermogensverschaffers aan maritieme cluster In de ogen van de vermogensverschaffers dient er een sanering van de maritieme cluster plaats te vinden. Op het moment zijn er te veel, te kleine spelers op een markt die te kampen heeft met een teruggang in Nederland. Veel van deze bedrijven zijn, direct of indirect, door de Nederlandse Staat overeind gehouden met fiscale stimulansen en/of subsidies. Deze fiscale stimulansen hebben echter ook bepaalde overcapaciteit in de hand gespeeld. De vermogensverschaffers zien om die reden mogelijkheden voor een consolidator in deze branche. Om beter in te kunnen spelen op de veranderende maritieme wereldmarkt, zullen maritieme ondernemingen zich volgens de vermogensverschaffers flexibel moeten opstellen met betrekking tot hun bedrijfsvoering. De toenemende internationalisering en globalisatie is daarbij in hun ogen eerder een ‘tool’ dan een bedreiging. De Stichting Nederland Maritiem Land zal zich moeten toeleggen op het vergroten van de transparantie in deze bedrijfstak. Door middel van het verspreiden van ‘succes stories’ kan de aandacht op de sector worden gericht.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.