NML Serie - Samenvatting 27 - Monitor Abreidsmarkt

Page 1



Samenvatting

Samenvatting De Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2003 geeft een schets van de arbeidsmarkt en de ontwikkelingen daarop in de maritieme cluster in Nederland. De Nederlandse maritieme cluster is een bundeling van elf maritieme sectoren, te weten Zeevaart, Scheepsbouw, Offshore, Binnenvaart, Waterbouw, Zeehavens, Koninklijke Marine, Visserij, Maritieme Dienstverlening, Watersportindustrie en de Maritieme Toeleveringsindustrie. De studie dient ter ondersteuning van de beleidsvorming van het arbeidsmarktplatform in de maritieme cluster. De Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2003 is een vervolg op de overzichtsstudie De arbeidsmarkt in de Nederlandse Maritieme Cluster, die in 2002 door ECORYS-NEI in opdracht van Stichting Nederland Maritiem Land is uitgevoerd. Doordat de metingen op verschillende wijze en tijdstippen waren uitgevoerd waren de gebruikte bronnen in de overzichtsstudie niet in elk opzicht goed met elkaar vergelijkbaar. In de voorliggende Monitor Maritieme Arbeidsmarkt 2003 is de informatievoorziening gestandaardiseerd, waardoor de resultaten van de individuele sectoren met elkaar vergelijkbaar zijn.

Omvang en samenstelling werkgelegenheid De totale directe werkgelegenheid in de maritieme cluster bedraagt circa 135.600 personen, werkzaam bij ongeveer 11.500 bedrijven. Dit is ongeveer 1,9 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Ondanks een groei in omzet en toegevoegde waarde is de werkgelegenheid in de maritieme cluster met 1,8 procent oftewel 3.500 personen gedaald. De meeste maritieme sectoren verwachten voor de komende twee jaar groei noch krimp van het aantal werknemers (in eigen dienst). In de Binnenvaart, Watersportindustrie en de Maritieme toeleveringsindustrie wordt een groei van de werkgelegenheid verwacht, terwijl in de Offshore en bij de Koninklijke Marine de werkgelegenheid naar verwachting zal afnemen. Toename van flexibele arbeid In de maritieme cluster wordt in vergelijking met het landelijk gemiddelde relatief veel gebruik gemaakt van flexibele arbeidskrachten (arbeidskrachten met een tijdelijk contract en ingehuurde arbeidskrachten). Er is een tendens waarneembaar waarbij meer met flexibele arbeidskrachten wordt gewerkt. Onzekere toekomstverwachtingen over de economie spelen hierin een rol. Vooral in de Zeevaart, Offshore en Waterbouw wordt veel gebruik gemaakt van ingehuurde krachten. Bij de Koninklijke Marine en, in mindere mate, de Zeevaart, Binnenvaart en de Offshore wordt relatief veel met tijdelijke aanstellingen gewerkt. Toename van buitenlandse arbeidskrachten In de Zeevaart en, in mindere mate, de Binnenvaart zijn relatief veel buitenlandse arbeidskrachten werkzaam. Dit aandeel is ten opzichte van 1997 aanzienlijk gestegen. De trend om meer met buitenlanders te varen lijkt zich in deze sectoren derhalve door te zetten. De sterke stijging van het aandeel ingehuurde arbeidskrachten met een buitenlandse nationaliteit is

!

Stichting Nederland Maritiem Land

xv


Samenvatting

grotendeels te verklaren door de toename van het aantal cruiseschepen onder Nederlandse vlag, waarop veel buitenlandse gezellen werkzaam zijn. Vergrijzing van het personeel Vergrijzing van het personeel ligt in de meeste maritieme sectoren op de loer. Met name de Zeevaart, Scheepsbouw, Zeehavens, Offshore en de Maritieme Dienstverlening hebben ten opzichte van het landelijk gemiddelde veel oudere werknemers in dienst. Het vergrijzingsprobleem lijkt in vergelijking met eerdere metingen met name in de Zeevaart, Offshore, Binnenvaart en Zeehavens groter geworden. Opleiding en kennis Het opleidingsniveau van het personeelsbestand in de maritieme cluster verschilt sterk tussen de sectoren. Over het algemeen zijn de werknemers in de maritieme cluster ten opzichte van de werkzame Nederlandse beroepsbevolking relatief hoog opgeleid. Dit geldt vooral voor de Zeevaart, Waterbouw, Offshore, Koninklijke Marine, Maritieme Dienstverlening, Watersportindustrie en de Maritieme Toeleveringsindustrie. Vanuit een oogpunt van kennisontwikkeling lijken deze sectoren een sterke uitgangspositie te hebben voor de ontwikkeling van de sectorale kenniseconomie.

Personeelsbehoefte en werving Vacatures Ondanks de matige economische ontwikkelingen in de afgelopen jaren bestaat er in de maritieme sectoren nog steeds behoefte aan nieuw personeel, gedeeltelijk als uitbreiding van de werkgelegenheid, maar vooral als gevolg van personeelsverloop. Het aantal vacatures in relatie tot het totaal aantal werkzame personen in een sector (de vacaturegraad) is een goede indicator voor de krapte op de arbeidsmarkt. In de maritieme cluster schommelt de vacaturegraad tussen 1 en 4 procent, dat wil zeggen dat er op elke 100 werkzame personen ĂŠĂŠn tot vier vacatures bestaan. Het landelijk gemiddelde ligt op 2 procent. De Visserij, Watersportindustrie (beide 4 procent), Offshore, Binnenvaart en Maritieme Dienstverlening (alle 3%) kennen een relatief hoge vacaturegraad. De Waterbouw, Zeehavens en Maritieme Toeleveringsindustrie hebben een relatief lage vacaturegraad (1%). De vacaturegraad is in nagenoeg alle sectoren gedaald ten opzichte van de vorige meting. In het kielzog van de economische neergang is de behoefte aan nieuw personeel derhalve aanzienlijk afgenomen. Moeilijk vervulbare vacatures Een relatief beperkte vraag naar personeel betekent nog niet dat bedrijven hun vacatures makkelijk kunnen vervullen. Globaal genomen is de helft van alle vacatures in de maritieme cluster moeilijk vervulbaar. Met name in de Waterbouw, Offshore en Maritieme Toeleveringsindustrie blijken er problemen te zijn met het vervullen van openstaande vacatures. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures is in vergelijking met de eerdere meting duidelijk afgenomen, met uitzondering van de Waterbouw en de Maritieme Dienstverlening. Ook in de

xvi

!

Stichting Nederland Maritiem Land


Samenvatting

Watersportindustrie lijken de problemen in de personeelsvoorziening hardnekkig. Voor de meeste sectoren gaat het om specifieke functies die in het rapport nader worden benoemd.

Opleiding en scholing Verandering van kwalificatie-eisen In het kader van kwalificatieontwikkeling, opleiding en scholing is aan de werkgevers gevraagd welke ontwikkelingen van invloed zijn op de kwalificatie-eisen die gesteld worden aan toekomstige werknemers. Volgens de werkgevers moeten de werknemers vooral goed kunnen inspelen op de strengere veiligheids- en milieueisen waarmee de bedrijven worden geconfronteerd. Daarnaast ontwikkelt zich in een groot aantal sectoren een sterke behoefte aan multi-inzetbaar personeel. Voorts wordt in diverse sectoren gewezen op het toenemende belang van automatisering van bedrijfsprocessen (Zeevaart, Binnenvaart, Zeehavens), introductie van nieuwe technologieĂŤn (Zeevaart, Binnenvaart, Watersportindustrie en Maritieme Toeleveringsindustrie), meer projectmatig werken (Scheepsbouw, Offshore), meer specialisatie (Binnenvaart, Waterbouw, Maritieme Dienstverlening) en meer zelfsturende teams (Zeehavens). Stagiairs Om in de toekomst te kunnen beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel, is het van belang dat de werkgevers ruimte bieden voor werkervaringsplaatsen voor leerlingen. In de maritieme cluster zijn bij benadering 2.500 stagairs werkzaam (standcijfer 31 december 2002), hetgeen wijst op betrokkenheid en commitment van de bedrijven bij de opleiding van jongeren. Gemiddeld genomen zijn er twee stagairs werkzaam op elke 100 werknemers. Met name in de Watersportindustrie, Maritieme Dienstverlening en Maritieme Toeleveringsindustrie zijn relatief veel stagiairs werkzaam. Het aandeel werknemers dat een meerjarige beroepsopleiding volgt, bijvoorbeeld via de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo, verschilt sterk tussen de sectoren. Met name in de Zeehavens en, in mindere mate, in de Scheepsbouw, Watersportindustrie en de Maritieme Toeleveringsindustrie volgen relatief veel jonge werknemers een meerjarige beroepsopleiding. Scholing van personeel Over het geheel genomen blijkt er in de afgelopen jaren een daling te zijn opgetreden in het aandeel werknemers dat aan scholing deelneemt. In de maritieme cluster varieerde dit in 2002 tussen 11 en 39 procent. Het meest recente (bekende) cijfer voor geheel Nederland is 33 procent (2000). De hoge scholingsintensiteit in de maritieme cluster die in de vorige rapportage werd geconstateerd, blijkt daarmee aanzienlijk ingezakt. In het algemeen geldt dat scholingsuitgaven van bedrijven sterk conjunctuurgevoelig zijn. Uitzonderingen zijn de Koninklijke Marine waar alle werknemers (uitgezonderd het burgerpersoneel) een functiegerichte cursus volgen, en de Zeehavens (39% van alle werknemers).

!

Stichting Nederland Maritiem Land

xvii


Samenvatting

Arbeidsmobiliteit en clustergebonden competenties Instroom van nieuw personeel en personeelsverloop In vergelijking met de landelijke cijfers is de instroom van nieuw personeel in de maritieme sectoren in 2002 relatief laag geweest. Terwijl gemiddeld in Nederland in 2002 op elke zeven werknemers ĂŠĂŠn nieuwe werknemer in dienst is genomen (dit komt neer op 14% van de totale werkgelegenheid), ligt dit in de meeste maritieme sectoren aanzienlijk lager. Met name in de Zeehavens (3%), Zeevaart en Offshore (beide 5%) is de instroom relatief laag geweest. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de meeste bedrijven in 2002 terughoudend zijn geweest in het aantrekken van nieuwe medewerkers. Dit is voor een deel te verklaren uit het relatief lage personeelsverloop in 2002. Ook de geringe groei van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren speelt hierin een rol. Omvang personeelsverloop Het personeelsverloop is een belangrijke factor voor de personeelsbehoefte van de bedrijven. Een hoog personeelsverloop leidt tot een grote vervangingsvraag en vergroot daarmee de kans op vacatureproblemen. In 2002 bedroeg het gemiddelde personeelsverloop in Nederland 11 procent. Met name de Zeevaart en Zeehavens hadden in 2002 een aanmerkelijk lager personeelsverloop (3%). Maar ook in de meeste andere maritieme sectoren ligt het personeelsverloop onder het landelijk gemiddelde. Uitzonderingen hierop zijn de Visserij en de Offshore met een relatief hoog personeelsverloop. Aangezien de instroom en uitstroom van werknemers in de maritieme cluster nagenoeg in evenwicht zijn, kan geconcludeerd worden dat de vraag naar nieuw personeel in de Maritieme Cluster voornamelijk bestaat uit de vervangingsvraag. Herkomst van nieuw personeel Ongeveer 1 op de 6 nieuwe medewerkers in de maritieme cluster is direct afkomstig uit het onderwijs. Alleen in de Waterbouw en de Zeehavensector lag dit aandeel in 2002 substantieel lager. Het leeuwendeel van de nieuwe medewerkers in de meeste sectoren is afkomstig uit bedrijven buiten de eigen sector. Vaak gaat het hierbij echter wel om andere maritieme sectoren. Dit geldt in het bijzonder voor de Scheepsbouw, Waterbouw, Zeehavens, Maritieme Dienstverlening en Maritieme Toeleveringsindustrie. Blijkbaar zijn het vooral deze sectoren die gebruik weten te maken van sectoroverstijgende personeelsmobiliteit binnen de maritieme cluster. Enkele sectoren worden gekenmerkt door een hoge interne arbeidsmobiliteit (van bedrijf naar bedrijf in dezelfde sector). Dit speelt vooral in de Visserij en, in mindere mate, in de Zeevaart en de Binnenvaart. In deze nautische sectoren wordt tussen bedrijven onderling fors geconcurreerd om het in de sector aanwezige personeel. Uitstroombestemming van vertrekkende personeelsleden Een meerderheid van de werknemers die van baan veranderen, verlaat de sector. Hoewel dit in de Zeevaart en de Zeehavens beperkt blijft tot 1 op de 2 werknemers, is dit in de meeste andere sectoren aanzienlijk meer (65 tot 75%). Werknemers die in de Scheepsbouw of de Maritieme Toeleveringsindustrie van baan veranderen, verlaten vrijwel allemaal de eigen sector, hetgeen

xviii

!

Stichting Nederland Maritiem Land


Samenvatting

voor de betreffende sectoren verlies aan kennis en vaardigheden betekent. Echter, vanuit maritiem clusterperspectief is het een interessant gegeven dat van de werknemers die hun ‘eigen’ sector verlaten, een deel binnen de maritieme cluster werkzaam blijft. In de Scheepsbouw is dit bijvoorbeeld een kwart van de vertrekkende werknemers, in de Offshore tweederde en in de Waterbouw en Binnenvaart rond de 40 procent. Bij benadering is vastgesteld tussen welke maritieme sectoren zich vooral uitwisseling van personeel voordoet. Zo blijkt dat er (in 2002) vooral personeelsstromen bestaan van: "! de Waterbouw naar de Binnenvaart en vice versa; "! de Binnenvaart naar de Maritieme Dienstverlening en vice versa; "! de Visserij naar de Binnenvaart; "! de Zeevaart naar de Maritieme Dienstverlening en de Maritieme Toeleveringsindustrie; "! de Scheepsbouw naar de Watersportindustrie; "! de Maritieme Dienstverlening naar de Zeehavens; "! de Watersportindustrie naar de Maritieme Dienstverlening. Maritieme werkgelegenheid Het aandeel werknemers dat zich per sector bezighoudt met maritieme werkgelegenheid varieert van 9 procent in de Scheepsbouw tot 96 procent in de Visserij. Met name in de nautische sectoren (Zeevaart, Binnenvaart en Visserij) zijn vanzelfsprekend veel werknemers bezig met maritieme werkzaamheden. Maar ook in de andere maritieme sectoren houden veel werknemers zich met maritieme werkzaamheden bezig. Dit geldt met name voor de Offshore, Zeehavens, Maritieme Dienstverlening, Watersportindustrie en de Maritieme Toeleverings-industrie. Competenties Voorafgaand aan deze studie was het goeddeels onbekend welke competenties de maritieme sectoren gemeenschappelijk hebben en in welk opzicht er van een maritiem competentiecluster kan worden gesproken. Teneinde meer inzicht te krijgen in de samenstelling van de maritieme competenties is voor 4 competentiegebieden (houding en gedrag, nautische kennis en vaardigheden, ontwerp, constructie en onderhoud, organisatie en beheer) het belang voor de werknemers vastgesteld. Elk van deze competentiegebieden bestaat uit een verzameling van competenties die gedetailleerd in kaart zijn gebracht. Uit de resultaten komt naar voren dat er met betrekking tot de maritieme competenties van medewerkers een duidelijke verwantschap lijkt te bestaan tussen de maritieme sectoren. Het meest opvallend is het grote belang dat in alle sectoren wordt toegekend aan houding en gedrag als essentiĂŤle basiscompetenties voor het personeel om goed te kunnen functioneren. Hierbij gaat het vooral om de affiniteit met varen en het hebben van inzicht in de maritieme wereld. Ook meer algemene gedrags- en houdingscompetenties worden sterk benadrukt, zoals de bereidheid tot onregelmatig werken, kunnen omgaan met diverse culturen en technisch oplossend vermogen. Het belang van nautische kennis en vaardigheden beperkt zich hoofdzakelijk tot de Zeevaart, Binnenvaart, Waterbouw en Visserij. In de Scheepsbouw, Offshore en Maritieme Toeleveringsindustrie zijn nautische kennis en vaardigheden nauwelijks van belang.

!

Stichting Nederland Maritiem Land

xix


Samenvatting

Ontwerp, constructie en onderhoud is voor een relatief klein deel van het personeel van belang en is vaak specialistisch van aard. Opvallend is dat met name in de Binnenvaart en de Visserij veel belang aan deze competenties wordt toegekend. Waarschijnlijk is het belang van deze competenties zo groot in deze sectoren vanwege de brede inzetbaarheid die van de werknemers wordt verlangd, onder andere als gevolg van de onderhoudswerkzaamheden. Specialistisch van karakter is het werk in de Scheepsbouw, waar de nadruk ligt op het onderhouden en repareren van schepen/jachten en offshore-constructies en het installeren van systemen aan boord van schepen. Het belang van (kennis van) organisatie en beheerstaken wisselt sterk per sector, maar is in geen enkele sector het belangrijkste competentiegebied. Met name in de Binnenvaart, Waterbouw, Visserij en Maritieme Dienstverlening is het belang van deze competenties relatief groot. Hierbij gaat het in de Zeevaart, Visserij en de Maritieme Dienstverlening met name om het inzicht in wet- en regelgeving. Het zijn vooral de competentiegebieden ‘houding en gedrag’ en ‘organisatie en beheer’ die in de nabije toekomst belangrijker worden voor het werk in de maritieme cluster. Vanuit een meer beschouwend perspectief kan worden geconcludeerd dat vooral de organisatorisch-strategische competenties en de sociaal-culturele competenties belangrijker worden voor de werknemers in de maritieme cluster.

xx

!

Stichting Nederland Maritiem Land


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.