9 minute read

Royal Niestern Sander geeft vorm aan toekomst met nieuwe algemeen directeur Fokke Jan Botke

Royal Niestern Sander, een toonaangevende scheepswerf in de provincie Groningen, is trots op haar bijdrage aan de regionale economie. Naar schatting zijn maar liefst 4.200 arbeidsplaatsen nauw verweven met de scheepsbouw-, scheepsreparatie-, scheepsonderhoud- en scheepontwerp activiteiten op de werf. Op hun drie locaties, Farmsum, Delfzijl en de Eemshaven, bruist het van de bedrijvigheid. Er zijn 190 vakprofessionals in vaste dienst, velen al lange tijd. Aan de nieuwe algemeen directeur per maart van dit jaar, Fokke Jan Botke, de taak hen mee te nemen in de plannen voor de toekomst. Voormalig algemeen directeur Jan Doorduin, staat Fokke Jan nu nog een aantal maanden bij in de rol van adjunct-directeur. Daarna start zijn pensioen. Een nieuwe episode in de lange geschiedenis van dit mooie bedrijf is aangebroken.

In zijn jonge jaren droomde Fokke Jan ervan om kapitein te worden. Om op zee de mooiste avonturen te beleven. De beroepskeuze was dan ook zo gemaakt. Op de zeevaartschool in Terschelling behaalde hij zijn papieren voor de opleiding tot maritiem officier. De avonturen op zee konden beginnen. Zijn ogen beginnen te schitteren als hij erover vertelt: “Ik ben mijn loopbaan begonnen met varen, het mooiste dat er is!” Al snel ontdekte hij aan boord dat er verbeteringen mogelijk zouden kunnen zijn. Niet alleen verbeteringen aan het schip, maar ook ingrepen die de dagelijkse operatie aan boord beter zouden kunnen ondersteunen. Hij besloot daar werk van te maken en scheepsbouw te gaan studeren aan de TU Delft. Vervolgens startte hij bij Smit International, tegenwoordig onderdeel van Boskalis, als engineer. Er gingen ruim acht jaar voorbij, waarbij Fokke Jan diverse functies bekleedde bij Smit International en ook een uitstapje maakte naar Rijkswaterstaat. Fokke Jan: “Het verlangen ontstond om weer terug te keren naar Noord-Nederland. Terug naar mijn basis. Bij Royal Niestern Sander kreeg ik de kans een mooie functie te bekleden. Ik werd hoofd van de design, engineering en projectmanagement afdeling.”

VEILIGHEID IN DE OFFSHORE BEREIKT EEN NIEUWE STANDAARD

De afdeling waar Fokke Jan leiding aan gaf, ontwikkelde in die periode de Kroonborg. Een walk to work service operation schip. Het innovatieve schip trok behoorlijk de aandacht en won zelfs de KNVTS Schip van het Jaar 2015 award. Personeel van en naar olieplatforms vervoeren, gebeurde altijd per helikopter. De Kroonborg zette een nieuwe standaard neer. Via de Ampelmann loopbrug kan personeel vele malen veiliger van en naar het platform worden gebracht. Fokke Jan: “Het lonkte om dit schip te gaan volgen in de operatie. De markt voor walk to work schepen was zich in die tijd volop aan het ontwikkelen. Ik besloot de positie tot Manager Operations Offshore bij onze opdrachtgever Royal Wagenborg aan te nemen.” Niet lang na de Kroonborg, werd een standaard platform supply schip, in opdracht van Royal Wagenborg, ook omgebouwd tot een walk to work schip. Fokke Jan:

“De conversie, die plaatsvond op de werf van Royal Niestern Sander, nam zo’n 12 weken in beslag. Het schip werd omgedoopt tot de Kasteelborg. Niet veel later werd nog een schip omgebouwd tot walk to work schip, de Keizersborg.”

DIRECTIEWISSEL

Tot eind 2020 was Wietse Holman algemeen directeur van Royal Niestern Sander samen met Jan Doorduin. Jan nam, na het pensioen van Wietse, de rol in zijn volledigheid over. Fokke Jan kwam in beeld voor de rol van directeur nieuwbouw, met op termijn de positie van algemeen directeur. Sinds maart 2023 is het zover. Fokke Jan: “Het is een hele eer om een bedrijf te mogen leiden dat stand heeft gehouden in goede en moeilijke jaren. Royal Niestern Sander bestaat inmiddels 117 jaar en heeft nog een mooie toekomst voor zich. Daar bouw ik graag aan mee. Ik stel de continuïteit voorop. Het is ontzettend belangrijk dat er schepen gebouwd blijven worden in Nederland. Dat er ook scheepswerven zijn in Nederland die een schip nog echt van A tot Z helemaal hier bouwen. De scheepswerf verschaft niet alleen werk aan het eigen personeel, maar in een hele brede regio er omheen. Als een scheepswerf in Nederland wegvalt, betekent dat een gigantische klap voor het maritieme ecosysteem.”

UNIEKE SAMENWERKING MET ROYAL WAGENBORG

Al geruime tijd bouwt de scheepsnieuwbouw afdeling vooral voor de vloot van Royal Wagenborg. Deze grote Nederlandse rederij, met een vloot ter grootte van 170 schepen, is te vinden in Delfzijl. Royal Wagenborg heeft sinds 2008 alle aandelen in handen van Royal Niestern Sander. Een unieke samenwerking krijgt vorm. Fokke Jan: “We zijn de dedicated scheepswerf voor Royal Wagenborg. We bouwen dus vooral voor het vlootvernieuwingsprogramma van Royal Wagenborg. De onderhoud en reparatie aan de huidige vloot vindt ook zoveel mogelijk bij ons plaats. De verdeling is hierbij; vijftig procent van de beschikbare uren gaat naar onderhoud en reparatie van de Royal Wagenborg vloot, de overige vijftig procent wordt ingezet voor werk aan schepen van derden.”

EASYMAX SCHEPEN

De nauwe verwevenheid met Royal Wagenborg biedt veel voordelen. Fokke Jan: “We ervaren veel minder commerciële druk. Bovendien ontwikkelen we nieuwe scheepsontwerpen in alle openheid gezamenlijk. Zo hebben we in 2017 een geheel nieuw type schip ontwikkeld; de EasyMax. Easy to operate, Maximum performance. Met de EasyMax formule gaan we terug naar de basis. Dit type schip is makkelijk te ontwikkelen, bouwen en onderhouden. In het ontwerp is weggelaten wat niets toevoegt. Het is een mooi lang en slank ontwerp. EasyMax schepen zijn slimmer en efficiënter.” Het eerste EasyMax schip, duurzaam vrachtschip Egbert Wagenborg, werd bekroond met de KVNR Shipping award 2017. Inmiddels wordt op de werf druk gewerkt aan de EasyMax 4, een multipurpose schip. Wie er alles over wil weten, moet zeker eens op de website www. niesternsander.com kijken voor een exclusief filmverslag van de bouw en realisatie van dit vierde EasyMax schip.

UIT DE OVERLEVINGSMODUS

Fokke Jan stipt aan dat de Nederlandse scheepsbouwindustrie nog weleens te veel met zichzelf bezig is geweest. Veelal om te overleven, is zijn analyse. Hij meldt hoopvol: “Inmiddels merk ik dat er weer meer aandacht bij directies van scheepswerven is, om te werken aan een toekomstvisie voor onze industrie. Er is weer volop aandacht voor het behoud van onze kennis en ervaring. Niet alleen intern, in de sector zelf, ook de overheden zien het belang. De toekenning van gelden aan het Maritiem Masterplan is daar een mooi voorbeeld van. Evenals de aanstelling van een tijdelijke gezant voor de maritieme maakindustrie. Gezant Marja van Bijsterveldt, bezocht dit jaar ook onze werf en we hebben haar trots rondgeleid.” Fokke Jan vervolgt: “We moeten voorop willen lopen in de ontwikkeling van duurzame, schone schepen. De leiding nemen in de (maritieme) energietransitie. Het Maritiem Masterplan geeft een goede steun in de rug.” Hij meldt echter ook een zorg: “Ondanks veelbelovende ontwikkelingen op het vlak van digitalisering en robotisering, is de factor mens van onmiskenbare waarde voor het scheepsbouwproces. We moeten er alles aan doen de sector weer in de belangstelling te zetten bij jongeren. Daar zijn we laks in geweest. Alle zeilen moeten nu bijgezet worden om mensen te krijgen.”

GEDEELDE FACILITEITEN IN SCHEEPSBOUWEND NOORD-NEDERLAND

Met veel belangstelling participeert Royal Niestern Sander in allerlei Joint Industry Projects, o.a. GDMIEN-NL, wat staat voor Green & Digital Maritime Innovation Ecosystem North-Netherlands. “We proberen te onderzoeken waar we als scheepswerven samen kunnen werken. Bijvoorbeeld door het opzetten van een gedeelde faciliteit voor de productie van stalen micro panelen. Ook ontwikkelen we benodigde kennis voor de nabije toekomst. Kennis die ons helpt duurzame schepen te ontwikkelen. Scheepsbouwers houden en hielden nog weleens teveel de kaarten tegen de borst. Maar laten we vooral elkaar niet de vliegen afvangen, maar kijken hoe we elkaar kunnen versterken in het bedenken van oplossingen voor onze gezamenlijke problemen. In Nederland elkaar onderling beconcurreren heeft geen zin, we moeten een strategie bedenken om weerstand te bieden aan onze internationale concurrentie. Juist voor dat soort zaken, die samenwerking vergen, is een brancheorganisatie zoals NMT een prachtig instrument. Laten we kennis delen, strategieën bedenken en uitrollen en samen groeien.”

DE JUISTE KEUZE VOOR DE PLANEET

Een duurzaam schip bouwen, gaat verder dan alleen kijken naar de voortstuwing, je moet het integraal bekijken, legt Fokke Jan uit. Hij meldt: “Het is uiteraard wel het vraagstuk waar we vaak het meest mee worstelen. Centraal staat bij ons echter steeds de vraag; Welke oplossing draagt op dit moment het meeste bij aan het welzijn op onze planeet? We hebben een EasyMax ontwerp liggen voor een schip dat kan varen op methanol. Als er echter alleen grijze methanol beschikbaar is, in plaats van groene, dan doe je nog steeds niets voor de planeet. We willen niet greenwashen, maar echt de duurzaamste, beste keuze maken. Zo hebben we voor de EasyMax 2, de Máxima, nog gewoon gekozen voor een dieselconventionele voortstuwing. Eerder hebben we wel een inspectieschip voor de provincie Groningen gebouwd. De PW 18. Deze vaart volledig elektrisch. En het door ons gebouwde ondersteuningsschip voor ondiep water onderzoek, de GEO RANGER, wordt dieselelektrisch aangedreven. Voor ieder van deze schepen maakten we samen met de opdrachtgever een weloverwogen keuze.”

ELEKTROSTATISCH VERVEN; AAN ALLE KANTEN EEN VERBETERING

Een schip bouwen kost veel energie, energie die benodigd is om bijvoorbeeld te lassen, maar ook energie die wordt gebruikt om staal te produceren en andere maritieme equipment. Fokke Jan: “Om een start te maken met het verbeteren van onze processen, ze minder energie-intensief te maken, zullen we nul waardes moeten meten. Op basis daarvan kunnen we interventies doen. Zo hebben we bewust gekozen voor het wijzigen van onze lichtsystemen en is er LED verlichting geïnstalleerd. We onderzoeken ook de inzet van zonnepanelen op onze vele platte dakoppervlakken. In samenwerking met SIGMA Coatings hebben we een elektrostatisch verfsysteem in gebruik genomen. De scheepshuid wordt elektrisch geladen en met een speciaal verfpistool wordt de verf zonder verspilling en zonder het vrijkomen van schadelijke stoffen, heel mooi egaal op de scheepshuid aangebracht. Het maakt het werk van onze scheepsschilders ook veel aantrekkelijker. Juist ook op die manier proberen we naar de verschillende taken in het scheepsbouwproces te kijken.

Hoe maken we het werk interessanter? Hoe brengen we het werk meer naar de mensen toe? De huidige generatie nieuwe werknemers zit anders in de race dan de generatie die aan het uitstromen is. Bovenal geldt, je moet het werk op de werf uitvoeren met respect voor mens en omgeving. Dat is je license to operate.”

This article is from: