Bedrijventevredenheidsonderzoek 2016

Page 1

Bedrijventevredenheidsonderzoek 2016

Colofon Datum Mei 2016 Titel Bedrijventevredenheidsonderzoek 2016 Dienst / school / auteur Corporate - Bestuursdienst / A Mennenga Msc Status definitief Bestand BTO 2016

1


Samenvatting Aanleiding en achtergrond Naar aanleiding van aandacht in de politiek en de aankomende resultaatafhankelijke beloning voor de BPV heeft Noorderpoort besloten tot een Bedrijventevredenheidsonderzoek, tevens in opvolging van het Bedrijventevredenheidsonderzoek uit 2013. Het belangrijkste resultaat van het Bedrijventevredenheidsonderzoek in 2013 was dat de algemene tevredenheid van bedrijven als ‘ruim voldoende’ werd gewaardeerd. De algemene tevredenheid werd gewaardeerd met een 3.5 op een 5-puntsschaal. Verbeterpunten waren het aantal contactmomenten tussen Noorderpoort en het stagebedrijf, de voorbereiding en de informatie over de BPV, de houding van de student, de match tussen de opleiding en de beroepspraktijk en het contact met Noorderpoort tijdens de voorbereiding en gedurende de stage. Het doel van het huidige onderzoek is inzicht te verkrijgen in de tevredenheid van praktijkbegeleiders van BPV-bedrijven over de BPV en de samenwerking met Noorderpoort. Met de gegevens wordt een vergelijking gemaakt met de resultaten van het onderzoek uit 2013. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt; ‘Wat is de perceptie van bedrijven waar (BOL/BBL) stagiair(e)s van Noorderpoort werken over de samenwerking met Noorderpoort?’. Deelvragen die hierbij horen zijn; -

Wat zijn de redenen voor het oordeel van bedrijven over de samenwerking met Noorderpoort?

-

Hoe scoort Noorderpoort op het gebied van;

-

o

Informatie en voorbereiding van de BPV

o

BPV-leerproces

o

Begeleiding

o

Digitale interactie tussen school en leerbedrijf

o

Beoordeling en examinering

o

Aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt

Op welke punten kan de samenwerking tussen Noorderpoort en de bedrijven verbeterd worden?

Resultaten In totaal zijn er 682 bedrijven benaderd om deel te nemen aan de enquête. Uiteindelijk werden er 176 enquêtes ingevuld. Dit houdt in dat het responspercentage 25.8% is. In 2013 was het responspercentage 22.4%. De enquête is onderverdeeld in verschillende categorieën, oftewel stage-onderdelen. Uit de data-analyse blijkt dat een hogere score op een stage-onderdeel samenhangt met een hogere score op de algemene tevredenheid. Het onderdeel informatie & voorbereiding heeft de meeste invloed op de algemene tevredenheid. Het onderdeel begeleiding heeft als tweede de meeste invloed. Ver daarop volgt beoordeling & examinering. Het stageleerproces heeft de minste invloed op de algemene tevredenheid. Noorderpoort scoort op alle stage-onderdelen ‘voldoende’. Alle scores liggen tussen de 3.6 en de 3.9 op een 5-puntsschaal. Hierin is een stijging te zien ten opzichte van 2013, toen de scores tussen de 3.4 en de 3.6 lagen. De meeste groei is te zien in het onderdeel informatie & voorbereiding, van een 3.4 naar een 3.9. Ook de algemene tevredenheid is gegroeid van een 3.5 op 5-puntsschaal in 2013 naar een 3.8 in 2016. Uitgesplitst naar schoolniveau scoren vijf scholen een goed (boven de 4.0), namelijk Beroepsonderwijs Appingedam (Boa), Beroepsonderwijs Stadskanaal (Bos), Energy & Maritime (E&M), Laboratorium & Procestechniek (Lab) en Campus Winschoten (Win). De overige scholen scoren voldoende (tussen de 3.2 en de 4.0). Beroepsonderwijs Veendam (Bov) had onvoldoende respons om een betrouwbare uitspraak over te doen.

2


Ten opzichte van 2013 zijn drie scholen van voldoende naar goed gestegen, namelijk Boa, Bos en Lab. Drie scholen zijn van onvoldoende naar goed gestegen, namelijk E&M, Entree en Win. Business & Administratie (Bua) is iets gedaald in waardering, maar scoort nog steeds voldoende. Bedrijven met alleen Bol-studenten of met studenten uit beide leerwegen zijn tevredener over de informatie & voorbereiding en de begeleiding dan bedrijven met alleen Bbl-studenten. Ook in de algemene tevredenheid valt op dat bedrijven met Bbl-studenten minder tevreden zijn. Deze lagere tevredenheid wordt vooral veroorzaakt door het onderdeel begeleiding. Aansluitend bij deze cijfers geeft 52.3% van de bedrijven aan dat zij een student van Noorderpoort zouden aannemen, omdat zij weten dat hij of zij goed opgeleid is en de juiste instelling heeft. Slechts 4.5% van de bedrijven zou de student niet aannemen, voornamelijk omdat er binnen het bedrijf geen ruimte voor is. De overige bedrijven geven aan dit nog niet te weten. Het afronden van de beroepspraktijkvorming gaat in 53.4% van de gevallen zonder problemen. Wanneer de beroepspraktijkvorming niet succesvol afgerond wordt, komt dit meestal door de inzet of de motivatie van de student of de capaciteiten van de student. De redenen van niet succesvolle afronding die aan het bedrijf zijn toe te schrijven, zijn nauwelijks genoemd. De reden die toe te schrijven is aan de school is ook nauwelijks genoemd. Een niet succesvolle afronding van de beroepspraktijkvorming ligt volgens bedrijven dus grotendeels bij de student. Het belangrijkste bij een prettige samenwerking zijn de sociale vaardigheden en de houding van de student. Ten tweede het contact met de school gedurende de BPV en ten derde de voorbereiding en informatie van de school voorafgaand aan de BPV. Het belangrijke punt waarop Noorderpoort verbeteringen kan doorvoeren is de informatie & voorbereiding. Ten tweede de aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt en ten derde de begeleiding vanuit de school. Aanbevelingen -

Noorderpoort kan zich het beste richten op de informatie & voorbereiding, dit heeft de meeste invloed op de algemene waardering én wordt door bedrijven aangegeven als belangrijkste verbeterpunt.

-

Bedrijven geven aan dat de sociale vaardigheden en de houding van de student het belangrijkst is voor een prettige samenwerking. Richt je op de voorbereiding op de beroepspraktijkvorming door de begeleiding en voorbereiding van de student te verbeteren. Dat is tevens het tweede verbeterpunt vanuit bedrijven en is het belangrijkste om uitval bij de beroepspraktijkvorming te verminderen.

-

De waardering van bedrijven met Bbl’ers loopt achter op bedrijven met Bol-studenten. Er kan verbetering plaatsvinden van de tevredenheid van bedrijven met Bbl’ers, en dan voornamelijk op het onderdeel ‘begeleiding’, waar bedrijven met Bbl-studenten een onvoldoende op scoren.

-

Verken de mogelijkheden voor een digitale portal. Bedrijven zijn hier enthousiast over, het is een speerpunt in het nieuwe Strategisch Plan en dit zal tevens de informatie & voorbereiding en de communicatie tijdens de beroepspraktijkvorming verbeteren.

-

Denk na over een vervolgonderzoek naar succesvolle elementen uit de verbeterplannen van de teams gericht op BPV. Dit kan worden samengenomen met een verdiepend onderdeel naar de achterliggende redenen voor het oordeel van bedrijven.

-

Bespreek de uitkomsten in scholen/teams/met BPV-bedrijven, met als doel het integreren van BPV in de ambitieplannen van scholen en teams.

-

Bekijk de mogelijkheid om de uitkomsten van dit onderzoek te verwerken in het nieuw op te stellen verbeterplan BPV

3


Inhoudsopgave 1

Aanleiding

5

2

Onderzoeksvraag & achtergrond

6

3

Methodologie & data

7

3.1 3.2 3.3

Methodologie Respons Beschrijvende data & bewerkingen

4

Algemene bedrijventevredenheid

9

4.1 4.2 4.3

Algemene resultaten Extra toegevoegde vragen ten opzichte van BTO 2013 Duiding resultaten

9 9 13

5

Resultaten per leerweg

5.1 5.2

Beschrijvende data Verschillen tussen leerwegen

6

Resultaten per school

6.1 6.2

Beschrijvende data Opvallende verschillen tussen scholen

7

Resultaten in relatie tot strategisch beleid

7.1 7.2

Koppeling met de teamverbeterplannen BPV Koppeling met doelstellingen kwaliteitsplan & strategisch plan

8

Conclusie & aanbevelingen

8.1 8.2

Conclusie Aanbevelingen

9

Bijlagen

9.1 9.2 9.3

EnquĂŞte Statistische toetsen Open antwoorden

7 7 8

14 14 15

16 16 22

23 23 23

25 25 26

27 27 29 33

4


1

Aanleiding

Het studiesucces van een student is voor een groot deel afhankelijk van een succesvolle stage (beroepspraktijkvorming). Ook landelijk is er grote belangstelling voor de kwaliteitsbevordering van de beroepspraktijkvorming. De SBB Kamers (sectorkamers waarin beroepsonderwijs en bedrijfsleven sectorspecifieke afspraken maken) moeten sinds 2015 met flink minder budget dezelfde wettelijke taken rondom erkenning van leerbedrijven en kwaliteitsbewaking uitvoeren. Dit kan zorgen voor minder BPV-plekken, langdurige wachttijden op erkenningen en onduidelijkheid over de criteria (Kwaliteitsplan Noorderpoort 2015 – 2018 p. 35). Hier staat tegenover dat er vanuit de politiek grote belangstelling is voor de kwaliteitsverbetering van de BPV. Door middel van een nieuwe kwaliteitsafspraak wil minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Jet Bussemaker, stimuleren dat de kwaliteit van de BPV verbetert. Deze recente ontwikkelingen hebben tot gevolg dat de tevredenheid van studenten en BPV-bedrijven, een succesvolle afronding van de stages en het onderhouden van goede contacten nog belangrijker zijn geworden om voet aan de grond te houden in het bedrijfsleven. De MBO Raad werkt momenteel aan de ontwikkeling van een landelijke BPV monitor, die als pilot uitgezet is. Deze pilot loopt tot het eind van het schooljaar 2015/2016, waarna er gekeken wordt wat de beste aanpak is om deze monitor landelijk uit te rollen. Naast landelijke aandacht is kwaliteitswaarborging van de BPV ook bij Noorderpoort een belangrijk thema. Noorderpoort is nauw betrokken bij het beroepenveld en de daaraan verbonden beroepspraktijkvorming, en stelt zich in het Kwaliteitsplan 2015-2018 daarom concreet als doel ‘de studenten- en bedrijventevredenheid in 2017/2018 van een 3.4 naar een 3.8 te laten stijgen’. Deze doelstelling maakt tevens onderdeel uit van het Strategisch Plan 2016-2020, waarin nog aangevuld wordt dat ‘om dit te realiseren o.a. wordt ingezet op de digitale interactie over de studievoortgang tussen school en BPV-bedrijf’. In dit kader is besloten om in 2016 een nieuw onderzoek naar BPV-tevredenheid van bedrijven uit te voeren. Daarnaast is er vanuit de Raad van Toezicht een vraag om een zelfde soort onderzoek, in verband met het uitblijven van de landelijke BPV-monitor van de MBO Raad. Dit onderzoek is een opvolging van het Bedrijventevredenheidsonderzoek dat in 2013 uitgevoerd is door UniPartners.

5


2

Onderzoeksvraag & achtergrond

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de tevredenheid van praktijkbegeleiders van BPV-bedrijven over de BPV. Met de gegevens die worden opgehaald kan een vergelijking worden gemaakt met de resultaten van het vorige Bedrijventevredenheidsonderzoek uit 2013 en kan inzicht worden verkregen in hoeverre de strategische doelstellingen voor de BPV uit het kwaliteitsplan reeds bereikt zijn en welke groei nog bewerkstelligd moet worden. Op basis van deze gegevens kunnen verbetervoorstellen worden aangedragen om de doelstellingen voor 2018 te bereiken. De informatie die dit onderzoek oplevert kan handvatten bieden voor beleid rondom de beroepspraktijkvorming en helpen bij de urgentiebepaling van extra actie rondom dit thema. Hoofd- en deelvragen Om het gestelde doel te bereiken wordt grotendeels dezelfde hoofdvraag als in het onderzoek uit 2013 gehanteerd; ‘Wat is de perceptie van bedrijven waar (BOL/BBL) stagiair(e)s van Noorderpoort werken over de samenwerking met Noorderpoort?’. Deelvragen die hierbij horen zijn; -

Wat zijn de redenen voor het oordeel van bedrijven over de samenwerking met Noorderpoort?

-

Hoe scoort Noorderpoort op het gebied van;

-

o

Informatie en voorbereiding van de BPV

o

BPV-leerproces

o

Begeleiding

o

Digitale interactie tussen school en leerbedrijf

o

Beoordeling en examinering

o

Aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt

Op welke punten kan de samenwerking tussen Noorderpoort en de bedrijven verbeterd worden?

Uitkomsten BTO 2013 Het belangrijkste resultaat van het Bedrijventevredenheidsonderzoek in 2013 was dat de algemene tevredenheid van bedrijven als ‘ruim voldoende’ werd gewaardeerd. De algemene tevredenheid werd gewaardeerd met een 6.9, gemeten op een 10-puntsschaal, dit is een 3.5 op een 5-puntsschaal. Verbeterpunten waren het aantal contactmomenten tussen Noorderpoort en het stagebedrijf, de voorbereiding en de informatie over de BPV, de houding van de student, de match tussen de opleiding en de beroepspraktijk en het contact met Noorderpoort tijdens de voorbereiding en gedurende de stage.

6


3

Methodologie & data

3.1 Methodologie Door middel van een online enquête via de ROC Spiegel is geïnventariseerd wat de huidige situatie rond de beroepspraktijkvorming is. De enquête is zoveel mogelijk hetzelfde gehouden als die uit 2013, zodat de resultaten van nu met de resultaten van drie jaar geleden vergeleken kunnen worden. Er zijn een aantal nieuwe vragen toegevoegd op basis van de landelijke pilot van de BPV-monitor en een vergelijkbaar onderzoek van ROC Friese Poort uit 2015. Er wordt in de enquête gevraagd naar een algemeen beeld over de samenwerking met Noorderpoort, niet naar het oordeel over individuele stagiair(e)s. De gehele enquête en de oorsprong van de vragen is terug te vinden in bijlage 9.1. De enquête is ingevuld door bedrijven die in het schooljaar 2015 – 2016 (BOL/BBL) stagiair(e)s van Noorderpoort hebben of hebben gehad. Er heeft een selectie van bedrijven plaatsgevonden om tot een representatieve steekproef te komen. Deze selectie is in overleg met de scholen gemaakt, om de contacten die al lopen tussen BPV-bedrijven en scholen niet te verstoren. De resultaten die deze enquête oplevert, zijn op een zelfde manier geanalyseerd als dat in het onderzoek in 2013 is gedaan, met behulp van SPSS. In de resultaten zal gezocht worden naar eventuele kruisverbanden die aanleiding kunnen zijn voor verschillen in tevredenheid. Op basis van deze informatie kunnen verdiepende interviews worden gehouden om uit te zoeken waar de verschillen in tevredenheid precies ontstaan. Ook wanneer blijkt dat de tevredenheid van bedrijven laag is, kan met diepte-interviews worden achterhaald wat daarvan de oorzaken zijn. Bij de selectie van eventuele verdiepende interviews zal ook gelet worden op gelijke verdeling van mate van tevredenheid, stad- en regioscholen, branche en omvang.

3.2 Respons Voor dit onderzoek zijn 701 bedrijven benaderd. De bedrijven zijn zo random mogelijk geselecteerd uit het algemene databestand van Noorderpoort. Hierbij is getracht om de verdeling over de scholen gelijk te houden en van iedere school minimaal 10% van de bedrijven in de steekproef mee te nemen. Hierna is gecontroleerd of er geen bedrijven dubbel in de steekproef zaten, of bedrijven waarvan bij de onderzoeker bekend was dat ze inmiddels failliet zijn. Vervolgens is de steekproef rondgestuurd aan de schooldirecteuren, zodat bedrijven die reeds benaderd werden voor een onderzoek van de school zelf niet nogmaals uitgenodigd werden. De uitnodigingen werden per post gericht aan de stage-coördinator/begeleider van het bedrijf, daar er in de algemene administratie geen e-mailcontacten bekend zijn. Er kwamen tien brieven terug van bedrijven waarvan het adres, ook na controle, niet te achterhalen was. Vier bedrijven waren inmiddels toch failliet gegaan. Van drie bedrijven kwam de brief retour met als reden ‘geweigerd’. Twee bedrijven gaven aan geen stageplekken meer te verzorgen en uit het systeem gehaald te willen worden. Zo blijven er uiteindelijk, nadat de bovenstaande 19 bedrijven afvielen, 682 bedrijven over die in de steekproef zaten en benaderd zijn om deel te nemen aan de enquête. De eerste uitnodiging werd verstuurd op dinsdag 8 maart. Na deze brief werden er 57 enquêtes ingevuld, oftewel 8.4%. De tweede uitnodiging werd verstuurd op vrijdag 18 maart. De respons steeg naar 141 ingevulde enquêtes, oftewel 20.7%. Tot slot werd er op woensdag 30 en donderdag 31 maart een telefonische herinnering gedaan aan 42 bedrijven, voornamelijk van scholen waar de respons nog achterbleef. Uiteindelijk werden er 176 enquêtes ingevuld. Dit houdt in dat het responspercentage 25.8% is. In 2013 was het responspercentage 22.4%. In Tabel 1 is te zien hoe de respons verdeeld is over de verschillende scholen. De rij ‘meerdere scholen’ betekent dat

7


een bedrijf stagiaires had van meer dan één school van Noorderpoort. Opvallend in de respons is dat er van de bedrijven die stagiaires van Veendam hebben slechts één bedrijf de enquête ingevuld heeft. In 2013 waren dit 4 bedrijven. Er waren 24 bedrijven (13.65%) die Bbl-studenten hadden, 24 bedrijven (13.65%) die zowel Bol- als Bbl-studenten hadden en 128 bedrijven (72.7%) die alleen Bol-studenten hadden. Tabel 1 Overzicht respons per school

Bedrijf heeft stagiaires van de school…

Totaal benaderde

Ingevuld

Responspercentage

bedrijven Automotive & Logistiek

69

15

21,7

Beroepsonderwijs Appingedam

10

2

20

Beroepsonderwijs Stadskanaal

48

9

18,8

Beroepsonderwijs Veendam

14

1

7

Business & Administratie

86

16

18,6

Energy & Maritime

10

5

50

Entree

11

3

27,3

Gastvrijheid & Toerisme

100

19

19

Gezondsheidszorg & Welzijn

105

28

26,7

Gezondheidszorg Assen

17

4

23,5

Kunst & Multimedia

23

9

39,1

Laboratorium & Procestechniek

13

4

30,8

Lucia Marthas

1

0

0

Meerdere scholen

134

41

30,6

Technologie & ICT

25

7

28

Campus Winschoten

35

13

37,1

Totaal

701

176

25,1

3.3 Beschrijvende data & bewerkingen In bijlage 9.2, Tabel 27 zijn de beschrijvende data van de 176 respondenten te zien per vraag. Om de analyses overzichtelijker te maken worden de vragen per onderdeel samengenomen tot één variabele. In de constructie van de schalen zijn de variabelen die een andere schaal hanteerden dan de 5-puntsschaal omgevormd tot eenzelfde bereik. Daar waar in het rapport gesproken wordt over de algemene tevredenheid wordt gewerkt met de 10-puntsschalen. Wanneer gesproken wordt over het oordeel per stage-onderdeel wordt gewerkt met de omgevormde 5-puntsschalen. Voor meer informatie over de schaalconstructie is bijlage 9.2 raad te plegen. Uit de analyses bleek dat alle variabelen significant met elkaar correleren, oftewel er is veel samenhang tussen de verschillende stage-onderdelen en de algemene tevredenheid, die niet door het toeval verklaard kan worden. Om te meten hoe goed de score op algemene tevredenheid verklaard kan worden door de scores op de verschillende stage-onderdelen is een regressieanalyse gedaan. In bijlage 9.2 is hierover meer informatie te vinden. De belangrijkste bevinding hieruit was dat alle stage-onderdelen significante invloed hebben op de algemene tevredenheid. Een hogere score op een stage-onderdeel hangt dus samen met een hogere score op de algemene tevredenheid. Uit de regressieanalyse bleek dat het onderdeel informatie & voorbereiding de meeste invloed heeft op de algemene tevredenheid. Het onderdeel begeleiding heeft als tweede de meeste invloed. Ver daarop volgt beoordeling & examinering. Het BPV-leerproces heeft de minste invloed op de algemene tevredenheid.

8


4

Algemene bedrijventevredenheid

4.1

Algemene resultaten

In navolging van de gebruikte Noorderpoort normering voor de JOB-monitor geldt voor scores op een 5-puntsschaal het volgende; ≤ 3.2 > 3.2 en < 4.0 ≼ 4.0

Onvoldoende Voldoende Goed

Om de resultaten overzichtelijk te duiden ten opzichte van 2013, is gebruik gemaakt van kleuring. De scores worden gekleurd op basis van significante afwijkingen. Significantie houdt in dat een verschil niet toevallig is, maar betekenisvol. Dit betekent dat niet alleen een grote groei relevant kan zijn, maar ook kleine afwijkingen. Wanneer de waardering voor een onderdeel significant is verbeterd, is dit cijfer groen gekleurd. Als de waardering voor een onderdeel significant verslechterd is, is dit cijfer rood gekleurd. In Tabel 2 is te zien dat de gemiddelde scores allemaal tussen de 3.6 en de 3.9 liggen. Op alle stage-onderdelen scoort Noorderpoort dus een voldoende. In alle scores is een stijging te zien ten opzichte van 2013, toen de scores tussen de 3.4 en de 3.6 lagen. Toen scoorde Noorderpoort ook op alle onderdelen voldoende, maar binnen dit spectrum is toch groei behaald. De meeste groei is te zien in het onderdeel informatie & voorbereiding, van een 3.4 naar een 3.9. Uit een ANOVA-toets blijkt dat deze groei ook significant is. Dit stage-onderdeel heeft ook, zoals in het vorige hoofdstuk genoemd, de meeste invloed op de algemene tevredenheid. De waardering voor beoordeling & examinering is ook significant gegroeid. De algemene tevredenheid is wel gegroeid van een 6.9 op 10-puntsschaal (3.5 op 5-puntsschaal) in 2013 naar een 7.1 (3.8 op 5-puntsschaal) in 2016, maar deze groei is niet significant. De standaarddeviaties zijn allemaal redelijk gelijk gebleven. Hoe hoger de standaarddeviatie, hoe uiteenlopender de antwoorden. De hogere standaarddeviatie bij de algemene tevredenheid wordt veroorzaakt doordat de algemene tevredenheid gemeten is op een 10-puntsschaal. De stage-onderdelen zijn gemeten op 5-puntsschalen. Tabel 2 Algemene bedrijventevredenheid per stage-onderdeel, 2013 (N=131) en 2016 (N=176)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.4

0.7

3.9

0.7

Stageleerproces

3.6

0.5

3.8

0.6

Begeleiding

3.5

0.8

3.6

0.6

Beoordeling & examinering

3.6

0.7

3.7

0.5

6.9

1.8

7.1

1.5

Algemene tevredenheid (5-puntsschaal)

4.2

(3.5)

(3.8)

Extra toegevoegde vragen ten opzichte van BTO 2013

Niet succesvolle afronding Op de meerkeuze vraag 25, of het wel eens is voorgekomen, en zo ja, waarom, dat een student de stage niet succesvol afrondt, zijn de volgende antwoorden gegeven; a)

Dit is nooit voorgekomen bij de stagiair(e)(s) van studiejaar 2015/2016

94x

53.4%

b)

Persoonlijke omstandigheden van de student

42x

23.9%

c)

De inzet/motivatie van de student

54x

30.7%

9


d)

De capaciteiten van de student

33x

18.8%

e)

De leermogelijkheden voor de student binnen ons bedrijf

2x

1.1%

f)

De begeleiding van de student door de opleiding

4x

2.3%

g)

De begeleiding van de student door ons bedrijf

1x

0.6%

h)

Anders, namelijk [open]

9x

5.1%

De bovenstaande percentages zijn niet op te tellen, omdat respondenten de mogelijkheid hadden meerdere antwoorden te geven. 53.4% van de respondenten geeft aan dat het in het studiejaar 2015/2016 nooit voorgekomen is dat een stage niet is afgerond. De meest genoemde oorzaak van het niet succesvol afronden van een stage is de inzet of de motivatie van de student, dit is 54 keer genoemd. Daarna komen de persoonlijke omstandigheden van de student (42 keer genoemd), en de derde vaak genoemde oorzaak is de capaciteiten van de student (33 keer genoemd). De redenen van niet succesvolle afronding van een stage die aan het bedrijf zijn toe te schrijven, zoals antwoord e of g, zijn nauwelijks genoemd. De reden die toe te schrijven is aan de school (antwoord f) is maar vier keer genoemd. De antwoorden gegeven bij ‘anders, namelijk…’ zijn terug te vinden in onderstaande tabel. Vier van de open antwoorden waren dat de stage nog niet was afgerond of dat het voor het eerst was dat het bedrijf een stagiair(e) had.

Tabel 3 Open antwoorden op de vraag 'wat is de reden van niet succesvolle afronding?'

Stagiaires van

Opmerking ‘reden van niet succesvolle afronding’

school Automotive &

2e jaars student, het 2e jaar niet naar school geweest, hier kwamen wij per ongeluk in februari

Logistiek

achter. hij kwam gewoon op zijn werk. De schooldag bleef hij thuis wat achteraf bleek. Maar geen reactie van school! student liet via email weten dat ze niet weer kwam nadat ze feedback had gekregen op een opdracht.

Business &

Sterfgeval

administratie Entree

Opleiding gestopt door student

Gezondheidszorg

Over algemeen altijd ruim voldoende, laatste bijna onvoldoende, vanwege ontbreken

& Welzijn

capaciteiten student

Belangrijkste aspect bij een prettige samenwerking Op vraag 26, wat bedrijven het belangrijkste aspect vinden voor een prettige samenwerking met Noorderpoort ten aanzien van de stage, zijn de volgende antwoorden gegeven; a) De praktische voorbereiding van een student voorafgaande aan de stage b) de theoretische voorkennis die een student bezit c) de specifieke beroepsvaardigheden die een student bezit d) de sociale vaardigheden en de houding van de student e) de voorbereiding en informatie van de school vooraf f) het contact met de school gedurende de stage g) anders, namelijk… [open]

19x 18x 21x 44x 25x 33x 14x

10.9% 10.3% 12.1% 25.3% 14.4% 19.0% 8.0%

Er waren 14 bedrijven die het antwoord ‘anders, namelijk…’ gaven. Deze antwoorden zijn allemaal terug te leiden naar de antwoordmogelijkheden a tot en met f. Deze 14 bedrijven gaven dus aan dat het belangrijkste aspect voor samenwerking een goede balans in alle bovenstaande factoren is.

10


De belangrijkste aspecten bij een prettige samenwerking met Noorderpoort zijn allereerst de sociale vaardigheden en de houding van de student (antwoord d). Ten tweede het contact met de school gedurende de stage (f). Ten derde de voorbereiding en informatie van de school vooraf (e). De minst belangrijke aspecten voor een prettige samenwerking zijn de praktische voorbereiding van een student (a) en de theoretische voorkennis van een student (b). Aspecten waar meeste verbetering mogelijk is voor Noorderpoort Op vraag 27, op welke aspecten bij Noorderpoort de meeste verbeteringen mogelijk zijn, zijn de volgende antwoorden gegeven; a) de informatie en de voorbereiding b) het stageleerproces c) de begeleiding van de school d) de beoordeling en de examinering e) de aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt f) anders, namelijk… (open)

73x 34x 41x 28x 54x 20x

44% 20% 24.8% 17% 32.7% 12.1%

De bovenstaande percentages zijn niet op te tellen, omdat respondenten de mogelijkheid hadden meerdere antwoorden te geven. Het belangrijkste aspect waarop Noorderpoort verbeteringen kan doorvoeren, is de informatie & voorbereiding. Op de tweede plaats komt de aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt. Ten derde wordt de begeleiding van de school genoemd als verbeterpunt. De minste verbetering is mogelijk op de beoordeling & examinering en het BPV-leerproces. Er waren 17 bedrijven die bij het antwoord ‘anders, namelijk…’ daadwerkelijk iets invulden. Daarvan gaven 5 bedrijven aan dat er geen verbeteringen nodig waren. De overige 12 antwoorden zijn terug te leiden naar een aantal centrale thema’s. Vier bedrijven stellen dat de communicatie richting het bedrijf kan verbeteren. Wees

‘De bovengenoemde punten (a-f) zijn allen van groot belang en wij vinden dat het Noorderpoort op alle fronten goed bij de praktijk aansluit. Vooral zo doorgaan dus’ – Bedrijf met stagiair(e)(s) van Gezondheidszorg & Welzijn

bereikbaar, maak duidelijk wie de begeleider is, geef inzicht in de stagiair als mens en laat weten wat een student nog meer voor school moet doen naast de stage. Vier bedrijven stellen dat de kennis en de kunde van de student verbeterd kan worden. Hier worden de Nederlandse schrijfvaardigheid, de theoretische kennis en de praktische vaardigheden van een student genoemd. Eén bedrijf geeft aan dat Noorderpoort meer aandacht zou moeten besteden aan het thema fossiele energie. Tot slot is er een bedrijf dat vindt dat de communicatie richting de student beter kan. Studenten van Noorderpoort in dienst nemen Op vraag 28, of een bedrijf een student die een opleiding bij Noorderpoort heeft afgerond in dienst zou nemen, geeft 52.3%, 92 bedrijven, aan van wel. 4.5%, 8 bedrijven, stelt dat het bedrijf geen student van Noorderpoort aan zou nemen. 41.5%, 73 bedrijven, weet het niet. Alle unieke antwoorden ‘Ik heb er al 9 parttime aan het werk, en dat

op deze vraag zijn terug te vinden in bijlage 8.3, Tabel 33. In Tabel 4

worden er meer, en daarom zou ik graag

zijn de antwoorden samen gevoegd in overkoepelende thema’s. Het

betere afspraken maken over afstemming

valt op dat de meeste bedrijven studenten van Noorderpoort aan

van de opleiding op mijn bedrijf’ – Bedrijf

zullen nemen omdat zij de student zelf opgeleid hebben en weten

met stagiair(e)(s) van Kunst & Multimedia

wat voor persoon zij in huis halen. Het tweede onderwerp dat vaak genoemd is, is de instelling van de student. Die is bij studenten van

Noorderpoort over het algemeen goed. Wanneer een bedrijf een stagiair(e) niet aan wil nemen, komt dit meestal omdat er geen ruimte binnen de organisatie is, of het bedrijf heeft hoger opgeleide medewerkers nodig.

11


Tabel 4 Redenen om studenten van Noorderpoort na stage wel of niet aan te nemen

Aannemen?

Reden

Ja, want…

Weet wat je aanneemt; de student is ingewerkt in het bedrijf, is op de

Aantal keer genoemd 18

juiste manier opgeleid door het bedrijf, en het bedrijf weet of de persoon past bij het bedrijf. Instelling van de student

13

Goede ervaringen

12

Goede opleiding

9

Afhankelijk van de persoon van de stagiaire, niet van de opleiding

5

Opleiding in de buurt

1

Arbeidsmarkt is schaars; krachten zijn moeilijk te vinden; grijp dus je

1

kans bij de opleiding Nee, want…

Geen budget voor, geen behoefte aan als eenmanszaak, geen ruimte in

4

personeelsbestand Hoger opleidingsniveau benodigd om bij het bedrijf te kunnen werken

2

Studenten zijn vaak niet in staat in de praktijk van de psychiatrie te

1

functioneren Opleiding onder de maat

1

Digitale portal Op vraag 29, wat bedrijven vinden van het idee een digitale portal in te richten, om de interactie tussen stagebedrijf en school te vergroten, is enthousiast gereageerd. In Tabel 5 zijn de gegeven antwoorden te zien. Tabel 5 Antwoorden op de vraag naar een digitale portal

Oordeel

Aantal respondenten

Percentage

Heel slecht

2 respondenten

1.1%

Slecht

8 respondenten

4.5%

Neutraal

22 respondenten

12.5%

Goed

96 respondenten

54.5%

Heel goed

47 respondenten

26.7%

Niet ingevuld

1 respondent

0.6%

Ruim 80% van de bedrijven vindt een digitale portal een goed idee. 12.5% van de bedrijven is neutraal over dit idee, 5.6% van de bedrijven geeft aan dit een slecht idee te vinden. Bereidheid deel te nemen aan vervolgonderzoek Om eventuele onduidelijke of opvallende resultaten verder uit te diepen, is in deze enquête reeds een vraag opgenomen of respondenten deel zouden willen nemen aan een verdiepend vervolgonderzoek. Hierop reageerden 126 respondenten met ‘nee’ (71.6%). 50 respondenten, oftewel 28.4%, zou het geen probleem vinden benaderd te worden voor een verdiepende studie.

Overige opmerkingen Alle opmerkingen, ingevuld bij vraag 31, uitgesplitst naar school, kunt u vinden in bijlage 8.3. In Tabel 6 zijn deze opmerkingen samengevat in thema’s. Het valt op dat het meest genoemde thema communicatie is. Bedrijven zien graag dat BPV-begeleiders vanuit Noorderpoort vaker langskomen op de werkvloer, meer afspraken plannen en ook voorafgaand aan de beroepspraktijkvorming al meer informatie aanleveren. Ten tweede vaak genoemd is dan ook de

12


informatie vooraf die duidelijker kan, met meer uitleg over het doel van de stage en de opdrachten en wat er van het BPV-bedrijf

Zet de stage van het laatste jaar aan het

verwacht wordt. Ten derde wordt (de begeleiding in) het gedrag

einde van de laatste periode. Hierdoor

van de student een aantal keer genoemd. Studenten moeten meer

ontstaat de mogelijkheid om mensen in

voorbereid worden op de stage en het gedrag dat daarbij past. Vijf

dienst te nemen (als er vacatures zijn) en je

bedrijven hebben nog specifiek ingevuld dat zij tevreden zijn over

kan dan doorgaan met het aanleren van

de samenwerking met Noorderpoort.

het bedrijf en het proces – Bedrijf met stagiair(e)(s) van Energy & Maritime

Tabel 6 Samenvatting overige opmerkingen

Thema Communicatie – meer bedrijfsbezoek, meer afspraken, informatie

Aantal keer genoemd 19

vanuit de school in plaats van via de student, ingaan op verzoeken om meer stagiair(e)s, docenten in praktijk laten kijken Informatie vooraf - duidelijkere doel van de stage, opdrachten,

8

exameneisen en de verwachting van het BPV-bedrijf Gedrag studenten – betere begeleiding in aanloop naar en tijdens

5

BPV, betere houding Informatie vooraf – over de student / betere matching of

4

sollicitatieprocedure Inrichting stage / examinering – handiger

3

Aansluiting bij beroepspraktijk en voorlichting over arbeidsmarkt

1

Tevreden

5

4.3

Duiding resultaten

In bovenstaande was te lezen dat bedrijven als belangrijkste verbeterpunten de informatie & voorbereiding, de aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt en de begeleiding van de school zijn. Opvallend is dat de informatie & voorbereiding is ten opzichte van 2013 juist het meest gegroeid is. Verbeterpunten liggen hierin nog in de informatie vooraf over de student die de beroepspraktijkvorming komt doen en het voorbereiden van studenten op gebied van theoretische kennis, specifieke beroepsvaardigheden en sociale vaardigheden. De begeleiding van de school is het laagst scorende onderdeel, voornamelijk op het contact met de BPV-begeleider van de school en het oplossen van problemen vanuit de school tijdens de beroepspraktijkvorming.

13


5

Resultaten per leerweg

Er waren 24 bedrijven die Bbl-studenten hadden (13.6%), 24 bedrijven die zowel Bol- als Bbl-studenten hadden (13.6%) en 128 bedrijven die alleen Bol-studenten hadden (72.7%).

5.1

Beschrijvende data

In onderstaande tabellen is te zien hoe de tevredenheid van bedrijven verdeeld is over de verschillende leerwegen. Ten opzichte van 2013 is de algemene tevredenheid bij alle leerwegen gestegen. Bedrijven met alleen Bol-studenten waarderen de ‘Informatie & voorbereiding’ significant beter, in 2013 een 3.3 tegenover een 3.9 in 2016. Bij bedrijven met zowel Bol- als Bbl-stagiair(e)s valt op dat de tevredenheid op alle stage-onderdelen gedaald is, behalve de tevredenheid over ‘informatie & voorbereiding’. Deze stijging is zelfs significant verbeterd van een 3.6 naar een 4.1. De waardering voor de begeleiding is significant gedaald, van een 3.8 naar een 3.6. De algemene tevredenheid is ten opzichte van 2013 juist wel gestegen, ook significant van een 3.7 naar een 3.9. Tabel 7 bedrijventevredenheid BOL-bedrijven per stage-onderdeel, 2013 en 2016 (n=128)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.3

0.7

3.9

0.6

Stageleerproces

3.6

0.5

3.8

0.6

Begeleiding

3.4

0.8

3.6

0.6

Beoordeling & examinering

3.6

0.7

3.8

0.5

Algemene tevredenheid

3.5

0.9

3.9

0.7

Tabel 8 bedrijventevredenheid BBL per stage-onderdeel, 2013 en 2016 (n=24)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.3

0.8

3.5

0.7

Stageleerproces

3.6

0.6

3.9

0.5

Begeleiding

3.4

0.7

3.2

0.7

Beoordeling & examinering

3.4

0.8

3.6

0.7

Algemene tevredenheid

3.1

0.9

3.5

0.9

Tabel 9 bedrijventevredenheid BOL & BBL per stage-onderdeel, 2013 en 2016 (n=24)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.6

0.7

4.1

0.6

Stageleerproces

3.8

0.6

3.6

0.5

Begeleiding

3.8

0.6

3.6

0.6

Beoordeling & examinering

3.8

0.8

3.7

0.5

Algemene tevredenheid

3.7

0.9

3.9

0.7

14


5.2

Verschillen tussen leerwegen

Opvallend is dat bedrijven met alleen Bbl-studenten minder tevreden zijn dan de andere bedrijven. Dit wordt vooral veroorzaakt door de lagere waardering op het onderdeel ‘begeleiding’. Met een statistische toets is gekeken of er significante verschillen in waardering tussen de leerwegen zijn. In bijlage 8.2 is over de analyses meer informatie te vinden. Bedrijven die alleen Bol-studenten hebben verschillen significant in mening over de ‘informatie & voorbereiding’ van bedrijven die alleen Bbl-studenten hebben. In de vorige paragraaf was te zien dat de ‘informatie & voorbereiding’ door Bol-bedrijven beoordeeld werd met een 3.9, tegenover een 3.5 door Bbl-bedrijven. Bbl-bedrijven verschillen significant in mening over de ‘informatie & voorbereiding’ van bedrijven die beide leerwegen stagiaires hebben. In de vorige paragraaf was te zien dat de Bbl-bedrijven dit waarderen met een 3.5, en de bedrijven met stagiair(e)s van beide leerwegen met een 4.1. Ook ‘begeleiding’ verschilt significant tussen bedrijven met alleen Bol-studenten en bedrijven met alleen Bbl-studenten. Bol-bedrijven geven dit een 3.6, Bbl-bedrijven een 3.2. In 2013 was er ook een significant verschil in de waardering van ‘begeleiding’ tussen bol-beide en bbl-beide. Dit verschil is er nu niet meer. Bedrijven met alleen Bol-studenten zijn dus tevredener over de ‘informatie & voorbereiding’ en de begeleiding dan bedrijven met stagiair(e)s met alleen Bbl-studenten. Bedrijven met studenten uit beide leerwegen zijn tevredener over de ‘informatie & voorbereiding’ dan de bedrijven met alleen Bbl-studenten. Bedrijven met alleen Bbl-studenten zijn minder tevreden over informatie & voorbereiding dan bedrijven met studenten van bol of bedrijven met beide leerwegen. De algemene tevredenheid verschilde in 2013 significant tussen bedrijven met alleen Bol-studenten en alleen Bbl-studenten, maar dit verschil is in 2016 verdwenen. In de bovenstaande Tabel 7, Tabel 8 en Tabel 9 valt op dat de bedrijven met alleen Bbl-stagiair(e)s met een 3.5 lager scoren op de algemene tevredenheid, dan bedrijven met alleen Bol-stagiair(e)s, of stagiair(e)s van beide leerwegen, die beiden een 3.9 scoren. Hoewel dit verschil in absolute zin vrij groot is, is het niet significant.

Tabel 10 Significante verschillen tussen leerwegen in het oordeel op de stage-onderdelen

Bol-Bbl

Bol-beide

Bbl-beide

Stage-onderdeel

Jaar

Significant?

Significant?

Significant?

Informatie & voorbereiding

2013

nee

Nee

Nee

2016

Ja

Nee

Ja

2013

nee

Nee

Nee

2016

Nee

Nee

Nee

2013

nee

Ja

Ja

2016

Ja

Nee

Nee

2013

nee

Nee

nee

2016

Nee

Nee

Nee

2013

Ja

nee

nee

2016

nee

nee

nee

Stageleerproces Begeleiding Beoordeling & examinering Algemene tevredenheid

15


6

Resultaten per school

6.1

Beschrijvende data

In Figuur 1 is in een oogopslag te zien wat de algemene tevredenheid en het gemiddelde over de verschillende stage-onderdelen op een 5-puntsschaal van bedrijven over de samenwerking met Noorderpoort is, uitgesplitst per school. De lijn zijn de cijfers uit 2013.

5

Gemiddelde over stage-onderdelen 2016

Algemene tevredenheid 2016

Gemiddelde over stage-onderdelen 2013

Algemene tevredenheid 2013

4,5 4 3,5

3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Aul

Boa

Bos

Bov

Bua

E&M

Ent

Eur

Gew

Gza

Ktm

Lab

Tic

Win

Figuur 1 Overzicht algemene tevredenheid per school (5-puntsschaal), 2013 (N=131) en 2016 (N=176)

Zo op het oog valt op dat de algemene tevredenheid van bedrijven met studenten van Beroepsonderwijs Appingedam (Boa), Beroepsonderwijs Stadskanaal (Bos), Energy & Maritime (E&M), Entree (Ent) en Campus Winschoten (Win) erg gestegen is ten opzichte van 2013. Voor Beroepsonderwijs Veendam (Bov) lijkt het oordeel sterk gedaald. De enquête is voor Bov echter slechts door één bedrijf ingevuld en daarom niet representatief voor de school. Ook het oordeel over de school van Business & Administratie (Bua) is licht gedaald. Het valt op dat het gemiddelde over de vier stage-onderdelen (de blauwe lijnen in Figuur 1) soms afwijkt van de algemene tevredenheid (de groene lijnen) die bedrijven geven. De algemene tevredenheid is de allereerste vraag van de enquête en geeft een ‘onderbuikgevoel’ weer. Het gemiddelde wordt berekend over de vier stage-onderdelen, die

16


bestaan uit vragen waardoor bedrijven wat beter na kunnen denken over hun oordeel op verschillende aspecten. Bij Boa, Bos en E&M wijkt dit gemiddelde behoorlijk af van het eerste ‘onderboekgevoel’. In onderstaande tabellen is uitgesplitst per school te zien wat de cijfers zijn. Er zijn vijf scholen die goed scoren (boven de 4.0), namelijk Boa, Bos, E&M, Laboratorium & Procestechniek (Lab) en Win. Alleen Bov scoort dus een onvoldoende, maar is slechts door één bedrijf beoordeeld. De overige scholen scoren voldoende (tussen de 3.2 en de 4.0). Tabel 11 Bedrijventevredenheid Automotive & Logistiek, 2013 (n=23) en 2016 (n=15)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Informatie & voorbereiding

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

3

0.7

3.6

0.9

Stageleerproces

3.4

0.5

3.5

0.5

Begeleiding

2.9

0.9

3.2

0.8

Beoordeling & examinering

3.3

0.5

3.6

0.6

Gemiddelde

3.1

-

3.5

-

3

1

Algemene tevredenheid (10-puntsschaal)

3.3

1.1

(6.3)

(2.3)

Het oordeel van bedrijven over Automotive & Logistiek (Aul) is ten opzichte van 2013 gegroeid van een onvoldoende naar een voldoende. Deze groei zit vooral in de informatie & voorbereiding. Op de begeleiding waarderen bedrijven Aul nog steeds vrij laag. Tabel 12 Bedrijventevredenheid Beroepsonderwijs Appingedam, 2013 (n=5) en 2016 (n=2)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3,7

0.2

3.8

Stageleerproces

3,8

0.5

3.7

0

Begeleiding

3,8

0.8

3.8

0.1

Beoordeling & examinering

3,8

0.8

3.5

0.7

Gemiddelde

3.7

-

3.7

-

Algemene tevredenheid

3.6

1.4

4.5

0.7

(8)

(1.4)

(10-puntsschaal)

0.2

Ten opzichte van 2013 is Boa van voldoende naar goed gestegen. Opvallend is dat het hier vooral om het eerder beschreven ‘onderbuikgevoel’ lijkt te gaan. De gemiddelde waardering is namelijk gelijk gebleven, hoewel de algemene tevredenheid flink gestegen is. Belangrijk is om rekening te houden met het feit dat de steekproef relatief klein is, met 5 bedrijven in 2013 en slechts 2 in 2016. Tabel 13 Bedrijventevredenheid Beroepsonderwijs Stadskanaal, 2013 (n=13) en 2016 (n=9)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.4

0.9

3.9

0.5

Stageleerproces

3.7

0.5

3.9

0.6

Begeleiding

3.5

0.9

3.7

0.4

Beoordeling & examinering

3.6

0.9

3.8

0.4

17


Gemiddelde

3.6

-

Algemene tevredenheid

3.6

1.4

(10-puntsschaal)

3.8

-

4.2

0.4

(7.7)

(1.1)

Bos is ten opzichte van 2013 van een voldoende naar een goed gestegen. Deze groei is vooral te zien in de informatie & voorbereiding. Wederom valt hier op dat het eerste oordeel over de algemene tevredenheid wat hoger uitvalt dan het gemiddelde over de vier stage-onderdelen. Tabel 14 Bedrijventevredenheid Beroepsonderwijs Veendam, 2013 (n=4) en 2016 (n=1)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

2.8

0.9

3.0

-

Stageleerproces

3.8

0.1

3.7

-

Begeleiding

3.5

0.9

2.9

-

Beoordeling & examinering

3.3

-

3.0

-

Gemiddelde

3.6

-

3.2

-

Algemene tevredenheid

3.9

1.3

3.0

-

(10-puntsschaal)

(6.0)

Bov scoort op de algemene tevredenheid een onvoldoende. Dit komt doordat er maar ĂŠĂŠn bedrijf voor Bov de enquĂŞte heeft ingevuld. Tabel 15 Bedrijventevredenheid Business & Administratie, 2013 (n=23) en 2016 (n=16)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.4

0.7

3.5

1.0

Stageleerproces

3.7

0.6

4.0

0.8

Begeleiding

3.8

0.5

3.3

0.9

Beoordeling & examinering

3.8

0.4

3.5

0.6

Gemiddelde

3.7

-

3.6

-

Algemene tevredenheid

3.7

0.6

(10-puntsschaal)

3.5

1.2

(6.6)

(2.5)

Bua is de enige school waar de algemene waardering ten opzichte van 2013 is gedaald. Dit wordt veroorzaakt door de onderdelen beoordeling & examinering en begeleiding. De andere stage-onderdelen worden echter juist hoger gewaardeerd, met het stageleerproces als uitschieter zelfs een goed. Tabel 16 Bedrijventevredenheid Dansacademie Lucia Marthas, 2013 (n=1), en 2016 (n=0)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

4.8

-

-

-

Stageleerproces

4.5

-

-

-

Begeleiding

4.8

-

-

-

Beoordeling & examinering

4.6

-

-

-

Gemiddelde

4.7

-

-

-

5

-

-

-

Algemene tevredenheid

18


Helaas hebben er in 2016 geen bedrijven met stagiair(e)s van Dansacademie Lucia Marthas deelgenomen aan de enquête. Tabel 17 Bedrijventevredenheid Energy & Maritime, 2013 (n=5) en 2016 (n=5)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.2

0

3.7

1.2

Stageleerproces

3.5

0.4

3.9

0.2

Begeleiding

3.2

0.7

3.1

0.7

-

-

3.9

0.4

Gemiddelde

3.3

-

3.7

-

Algemene tevredenheid

3.1

0.8

Beoordeling & examinering

(10-puntsschaal)

4.0

0.7

(7.4)

(1.5)

E&M is van onvoldoende naar goed gestegen. Dit komt onder andere omdat er nu ook bedrijven waren die betrokken bij de beoordeling & examinering en hier zeer tevreden over zijn. Ook de informatie & voorbereiding is veel positiever beoordeeld. De begeleiding is echter beoordeeld als onvoldoende. Tabel 18 Bedrijventevredenheid Entree, 2013 (n=1) en 2016 (n=3)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

1.8

-

4.0

0.7

Stageleerproces

3.4

-

3.9

0.7

Begeleiding

2.6

-

3.7

0.7

Beoordeling & examinering

2.9

-

3.8

0.8

Gemiddelde

2.6

-

3.9

-

Algemene tevredenheid

2.5

-

3.7

1.5

(6.7)

(2.5)

(10-puntsschaal)

Entree is gegroeid van een onvoldoende naar een voldoende. Dit komt ook omdat er in 2013 slechts één bedrijf heeft deelgenomen, dit is niet representatief. In 2016 zijn de bedrijven zeer tevreden, voornamelijk over de informatie & voorbereiding. Tabel 19 Bedrijventevredenheid Euroborg | Gastvrijheid en toerisme, 2013 (n=8) en 2016 (n=19)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.3

0.2

4.0

0.5

Stageleerproces

3.2

0.4

3.7

0.6

Begeleiding

3.5

0.7

3.5

0.6

Beoordeling & examinering

3.4

0.5

3.6

0.4

Gemiddelde

3.4

-

3.7

-

Algemene tevredenheid

3.6

0.5

3.9

0.6

(7.5)

(1.0)

(10-puntsschaal)

Voor Gastvrijheid & Toerisme (Eur) is de waardering voor informatie & voorbereiding van een 3.3 naar een 4.0

19


significant gegroeid. Deze groei is zelfs van net voldoende naar goed gegaan. Dit betekent dat deze groei niet alleen absoluut is, maar ook niet aan toeval toe te schrijven en dus zeer relevant. Ook de waardering voor het stageleerproces is verbeterd. Tabel 20 Bedrijventevredenheid Gezondheidszorg & Welzijn, 2013 (n=19) en 2016 (n=28)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.4

0.8

4.0

0.6

Stageleerproces

3.8

0.5

3.9

0.5

Begeleiding

3.6

0.7

3.6

0.5

Beoordeling & examinering

3.5

0.7

3.8

0.4

Gemiddelde

3.6

-

3.8

-

Algemene tevredenheid

3.6

0.6

(10-puntsschaal)

3.8

0.6

(7.0)

(1.2)

Voor Gezondheidszorg & Welzijn (Gew) is de informatie & voorbereiding van een 3.4 naar een 4.0 significant gegroeid en in 2016 dus zelfs als goed gewaardeerd. Dit betekent dat deze groei niet alleen absoluut is, maar ook niet aan toeval toe te schrijven en dus zeer relevant. Tabel 21 Bedrijventevredenheid Gezondheidszorg Assen, 2013 (n=2) en 2016 (n=4)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.6

0.8

4.0

0.9

Stageleerproces

4.1

0.6

3.3

0.4

Begeleiding

4.1

0.2

3.3

0.6

Beoordeling & examinering

4

-

3.8

0.8

Gemiddelde

3.9

-

3.6

-

Algemene tevredenheid

3.8

1.1

3.8

0.5

(6.8)

(0.5)

(10-puntsschaal)

Bedrijven met stagiair(e)s van Gezondheidszorg Assen (Gza) zijn in 2016 minder tevreden over het stageleerproces en de begeleiding. Het eindoordeel blijft wel gelijk aan 2013. De informatie & voorbereiding wordt zelfs met een goed gewaarderd. Tabel 22 Bedrijventevredenheid Kunst & Multimedia, 2013 (n=3) en 2016 (n=9)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.2

0.4

4.0

0.3

Stageleerproces

3.2

0.5

3.7

0.6

Begeleiding

3.2

0.5

3.8

0.2

-

-

3.8

0.4

Beoordeling & examinering Gemiddelde

3.3

-

3.8

-

Algemene tevredenheid

3.5

0

3.8

0.7

(7.2)

(1.3)

(10-puntsschaal)

20


Bij Kunst & Multimedia (Ktm) is informatie & voorbereiding van een 3.2 naar een 4.0 en begeleiding van een 3.2 naar een 3.8 significant gegroeid. De waardering voor de informatie & voorbereiding scoort daarmee zelfs een goed. Tabel 23 Bedrijventevredenheid Laboratorium & procestechniek, 2013 (n=3) en 2016 (n=4)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.8

-

3.9

0.3

Stageleerproces

3.7

0.4

3.8

0.5

Begeleiding

3.9

0.1

3.8

0.3

Beoordeling & examinering

-

-

3.8

0.3

Gemiddelde

3.8

-

3.8

-

Algemene tevredenheid

3.8

0.3

4.0

0

(7.0)

(0)

(10-puntsschaal)

Lab is van een voldoende naar een goed gegroeid. Het gemiddelde over de stage-onderdelen blijft echter gelijk aan 2013. De groei lijkt dus vooral gebaseerd op het eerder genoemde ‘onderbuikgevoel’. Tabel 24 Bedrijventevredenheid bedrijven met stagiaires van meerdere scholen, 2013 (n=0) en 2016 (n=41)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

-

-

4.0

0.5

Stageleerproces

-

-

3.6

0.6

Begeleiding

-

-

3.7

0.6

Beoordeling & examinering

-

-

3.8

0.6

Gemiddelde

-

-

3.8

-

Algemene tevredenheid

-

-

3.8

0.6

(7.2)

(1.2)

(10-puntsschaal)

In 2013 is deze groep niet afzonderlijk geanalyseerd. Bedrijven met stagiair(e)s van meerdere scholen geven een voldoende aan de algemene tevredenheid. Over de informatie & voorbereiding zijn zij zeer te spreken. Tabel 25 Bedrijventevredenheid Technologie & ICT, 2013 (n=10) en 2016 (n=7)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.6

0.8

4.0

0.5

Stageleerproces

3.9

0.5

3.7

0.4

Begeleiding

3.8

0.9

3.6

0.7

Beoordeling & examinering

3.6

1

3.8

0.3

Gemiddelde

3.7

-

3.8

-

Algemene tevredenheid

3.4

1.1

(10-puntsschaal)

3.9

0.7

(7.3)

(1.4)

De informatie & voorbereiding van Technologie & ICT (Tic) is gegroeid ten opzichte van 2013 en wordt nu met een goed gewaardeerd.

21


Tabel 26 Bedrijventevredenheid Campus Winschoten, 2013 (n=11) en 2016 (n=13)

2013 Stage-onderdeel

2016

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Gemiddelde

Standaarddeviatie

Informatie & voorbereiding

3.1

0.6

4.1

0.5

Stageleerproces

3.4

0.4

3.9

0.2

Begeleiding

3.6

0.7

3.7

0.7

Beoordeling & examinering

3.5

0.9

3.9

0.4

Gemiddelde

3.3

-

3.9

-

Algemene tevredenheid

3.2

1

(10-puntsschaal)

4.0

0

(7.6)

(0.5)

Bij Win is de algemene tevredenheid van een 3.2 naar een 4.0 significant gegroeid. Ook informatie & voorbereiding en stageleerproces zijn significant gegroeid.

6.2

Opvallende verschillen tussen scholen

Op basis van een ANOVA blijkt dat de oordelen van de bedrijven met stagiaires van verschillende scholen op zowel het algemene oordeel als de stage-onderdelen niet significant van elkaar verschillen. De school waar een student vandaan komt is dus niet de oorzaak van een verschillende waardering van het bedrijf. Er is ook geen significant verschil tussen bedrijven met stagiaires van ĂŠĂŠn school en bedrijven met stagiaires van meerdere scholen.

22


7

Resultaten in relatie tot strategisch beleid

7.1

Koppeling met de teamverbeterplannen BPV

Uit de resultaten blijkt dat er een aantal scholen is waar de waardering van bedrijven erg gestegen is, te weten Boa, Bos, E&M, Entree en Win. Naar aanleiding van het integraal kwaliteitsplan 2015 – 2018 konden teams aanspraak maken op kwaliteitsmiddelen door een teamverbeterplan te schrijven. 13 teams zijn hiervoor bezig gegaan met het thema BPV. Vijf van deze plannen zijn gericht op digitalisering of het toevoegen van een ICT-component, om het contact met het bedrijfsleven dan wel het monitoren van de voortgang van de student te vergemakkelijken. Twee plannen richten zich op de voorbereiding van studenten op de stage en het verbeteren van hun sociale vaardigheden. De andere plannen gaan onder andere over het verbeteren van de planning en de matching, het werven van meer geaccrediteerde praktijkplekken, meer contact leggen met de praktijk door middel van docentstages, beter opleiden van BPV-begeleiders in de scholen, het oprichten van een Gilde en het gebruiken van feedback van alumni om de inhoud en begeleiding van de BPV te verbeteren. Bij Aul zijn vier verbeterplannen ingediend die te maken hebben met BPV. In de resultaten van dit onderzoek is te zien dat Aul op de algemene waardering beter scoort dan in 2013, van een 3.0 naar een 3.3. Voornamelijk de informatie & voorbereiding en de begeleiding zijn verbeterd. Boa heeft ook een plan ingediend voor verbetering van de BPV. In de resultaten is te zien dat Boa gegroeid is van een 3.6 naar een 4.5. Dit kwam echter voornamelijk door het ‘onderbuikgevoel’. In de afzonderlijke stage-onderdelen is nog geen grote groei te zien. Bos heeft ook een BPV-project. De waardering is gegroeid van een 3.6 naar een 4.2. Dit zit voornamelijk in de informatie & voorbereiding. Bov heeft één verbeterplan BPV. Hier is echter niet te zien of er een betere waardering is, omdat slechts één bedrijf met stagiair(e)s uit Veendam deel heeft genomen aan de enquête. Bua heeft één plan voor verbetering van de BPV, hier is in dit onderzoek groei te zien in het stageleerproces. De begeleiding en de beoordeling & examinering worden juist minder hoog gewaardeerd dan in 2013. Eur werkt ook met één plan aan de BPV. De algemene tevredenheid is daar gegroeid van een 3.6 naar een 3.9. Voornamelijk de informatie & voorbereiding en het stageleerproces zijn beter gewaardeerd. Gew werkt ook aan de BPV. De algemene tevredenheid is daar gestegen van een 3.6 naar een 3.8. Voornamelijk de informatie & voorbereiding wordt beter gewaardeerd. Win werkt met twee plannen aan de BPV. De algemene tevredenheid is daar sterk gestegen, van een 3.2 naar een 4.0. Vooral de informatie & voorbereiding, het stageleerproces en de beoordeling & examinering zijn sterk verbeterd. Het blijkt dus dat de scholen waar BPV-verbeterplannen zijn vaak ook een groei laten zien in bedrijventevredenheid. Er zijn echter ook twee scholen, E&M en Win, zonder specifiek plan om de BPV te verbeteren, waar ook groei te zien is. In een nadere analyse zou dieper ingegaan kunnen worden op welke aspecten van de plannen succesvol zijn en Noorderpoort-breed ingezet zouden kunnen worden.

7.2

Koppeling met doelstellingen kwaliteitsplan & strategisch plan

Uit dit onderzoek blijkt dat de tevredenheid van de bedrijven sinds 2013 gestegen is van een 3.5 naar een 3.8. Noorderpoort-breed is dus een slag gemaakt in de juiste richting, zoals beoogd is in de eerste doelstelling ter verbetering van de BPV in het Strategisch Plan; 1) De tevredenheid over de BPV-begeleiding van Noorderpoort onder zowel (BOL en BBL) studenten als praktijkbegeleiders van BPV-bedrijven stijgt op een 5-puntsschaal van een 3,4 in 2013 naar een 3,8 in 2017 en 2018. Om dit te realiseren wordt o.a. ingezet op de digitale interactie over de studievoortgang tussen school en BPV bedrijf’. De inzet op digitale interactie is nog niet van de grond, maar bedrijven geven aan dat het opzetten van een digitale

23


portal, zoals dit in het strategisch plan uitgewerkt wordt, een zeer goed idee is, ruim 80% van de respondenten is hier enthousiast over. In het Kwaliteitsplan en Strategisch Plan wordt tevens genoemd dat er een groei in de BBL-studenten beoogd wordt. De bedrijven met Bbl-stagiair(e)s zijn echter minder tevreden, om te kunnen profileren als school met een sterke Bbl-cultuur is het van belang de tevredenheid van de Bbl-bedrijven waar mee samengewerkt wordt nog meer te verbeteren. Aansluitend bij de tweede doelstelling van het Strategisch Plan, moeilijk plaatsbare studenten succesvol bemiddelen, moet vooral gelet worden op de persoonlijke begeleiding van de student. Bedrijven geven aan dat stages die niet succesvol worden afgerond grotendeels veroorzaakt worden door persoonlijke problemen of tekortschietende capaciteiten van de student, niet zozeer door de begeleiding vanuit de school of het BPV-bedrijf.

24


8

Conclusie & aanbevelingen

8.1

Conclusie

In totaal zijn er 682 bedrijven benaderd om de enquête in te vullen. 176 bedrijven hebben dit uiteindelijk gedaan, oftewel 25.8%. Er waren 24 bedrijven die Bbl-studenten hadden (13.6%), 24 bedrijven die zowel Bol- als Bbl-studenten hadden (13.6%) en 128 bedrijven die alleen Bol-studenten hadden (72.7%). Noorderpoortniveau -

Noorderpoort scoort op alle stage-onderdelen een voldoende. De stage-onderdelen zijn; informatie & voorbereiding, BPV-leerproces, begeleiding, beoordeling & examinering. Alle scores liggen tussen de 3.6 en de 3.9 en zijn gegroeid ten opzichte van 2013.

-

Informatie & voorbereiding is het meest gegroeid ten opzichte van 2013. Dit onderdeel heeft tevens de meeste invloed op de algemene tevredenheid. Opvallend is dat ondanks deze groei dit ook het meest genoemde verbeterpunt vanuit bedrijven is.

-

Begeleiding wordt vaak genoemd als verbeterpunt. Dit onderdeel heeft als tweede de meeste invloed op de algemene tevredenheid.

-

De digitale interactie tussen school en leerbedrijf kan verbeterd worden. Uit de opmerkingen blijkt dat hier behoefte aan is. Op het idee van een digitale portal wordt enthousiast gereageerd.

-

Als er problemen zijn waardoor de beroepspraktijkvorming niet afgerond kan worden, geven bedrijven aan dat dit komt door de inzet of de motivatie van de student. Redenen die aan het bedrijf dan wel de school toe zijn te schrijven worden nauwelijks genoemd. Een niet succesvolle afronding van de beroepspraktijkvorming ligt volgens bedrijven dus grotendeels bij de student.

-

-

Voor een prettige samenwerking met Noorderpoort is voor bedrijven het volgende het belangrijkste; o

de sociale vaardigheden en houding van de student

o

het contact met de school gedurende de beroepspraktijkvorming

o

De voorbereiding en informatie van de school voorafgaand aan de beroepspraktijkvorming.

Bedrijven noemen als belangrijkste verbeterpunten; o

De informatie & voorbereiding. Opvallend is echter dat de informatie & voorbereiding is ten opzichte van 2013 het meest gegroeid is. Verbeterpunten liggen hierin nog in; 

De informatie vooraf over de student die de beroepspraktijkvorming komt doen

Het voorbereiden van studenten op gebied van theoretische kennis, specifieke beroepsvaardigheden en sociale vaardigheden.

o

De aansluiting van de opleiding op de arbeidsmarkt

o

De begeleiding van de school. De begeleiding is in 2016 het laagst scorende onderdeel, voornamelijk op gebied van; 

Het contact met de BPV-begeleider van de school

Het oplossen van problemen vanuit de school tijdens de beroepspraktijkvorming.

Resultaten naar School en leerweg -

Boa, Bos, E&M, Lab en Win scoren een goed. De overige scholen scoren een voldoende. Bov had onvoldoende respons om betrouwbare uitspraken te doen.

-

Ten opzichte van 2013 zijn Boa, Bos en Lab van een voldoende naar een goed gestegen. E&M, Entree en Win zijn van onvoldoende naar een goed gestegen. Bua is iets gedaald in waardering, maar blijft een voldoende scoren. De overige scholen blijven ook een voldoende scoren.

25


-

Bedrijven met Bbl-studenten zijn minder tevreden over de informatie & voorbereiding en de begeleiding dan bedrijven met Bol-studenten of studenten uit beide leerwegen. Ook in de algemene tevredenheid valt op dat bedrijven met Bbl-studenten minder tevreden zijn.

-

Scholen waar verbeterplannen op gebied van BPV lopen, laten een groei zien. Maar ook E&M en Entree, zonder een plan om de BPV te verbeteren, groeien in het oordeel ten opzichte van 2013. In een nadere analyse zou dieper ingegaan kunnen worden op welke aspecten van de plannen succesvol zijn en Noorderpoort-breed ingezet zouden kunnen worden.

8.2

Aanbevelingen

Uit bovenstaande conclusies zijn de volgende aanbevelingen op te stellen. -

Noorderpoort kan zich het beste richten op de informatie & voorbereiding, dit heeft de meeste invloed op de algemene waardering én wordt door bedrijven aangegeven als belangrijkste verbeterpunt.

-

Bedrijven geven aan dat de sociale vaardigheden en de houding van de student het belangrijkst is voor een prettige samenwerking. Richt je op de voorbereiding op de beroepspraktijkvorming door de begeleiding en voorbereiding van de student te verbeteren. Dat is tevens het tweede verbeterpunt vanuit bedrijven en is het belangrijkste om uitval bij de beroepspraktijkvorming te verminderen.

-

De waardering van bedrijven met Bbl’ers loopt achter op bedrijven met Bol-studenten. Er kan verbetering plaatsvinden van de tevredenheid van bedrijven met Bbl’ers, en dan voornamelijk op het onderdeel ‘begeleiding’, waar bedrijven met Bbl-studenten een onvoldoende op scoren.

-

Verken de mogelijkheden voor een digitale portal. Bedrijven zijn hier enthousiast over, het is een speerpunt in het nieuwe Strategisch Plan en dit zal tevens de informatie & voorbereiding en de communicatie tijdens de beroepspraktijkvorming verbeteren.

-

Denk na over een vervolgonderzoek naar succesvolle elementen uit de verbeterplannen van de teams gericht op BPV. Dit kan worden samengenomen met een verdiepend onderdeel naar de achterliggende redenen voor het oordeel van bedrijven.

-

Bespreek de uitkomsten in scholen/teams/met BPV-bedrijven, met als doel het integreren van BPV in de ambitieplannen van scholen en teams.

-

Bekijk de mogelijkheid om de uitkomsten van dit onderzoek te verwerken in het nieuw op te stellen verbeterplan BPV

26


9

Bijlagen

9.1

Enquête

Nr.

Vraag

Schaal

Bron

1

Hoe tevreden bent u in het algemeen over de samenwerking met Noorderpoort ten aanzien van de stage?

10-puntschaal

BTO 2013

2

Bent u over het algemeen voldoende geïnformeerd over zaken rondom de stage? (1=onvoldoende geïnformeerd, 10=voldoende geïnformeerd)

10-puntschaal

BTO 2013

3

Ontvangt u vooraf voldoende informatie over de BOL (Beroepsopleidende leerweg) student die bij u stage komt volgen? (Indien u een BBL (Beroepsbegeleidende leerweg) student heeft begeleid, sla deze vraag dan over)

5-puntschaal of nvt, uitsluitend BBL-studente n

BTO 2013

4

Heeft de opleiding ervoor gezorgd dat de student voldoende bij het bedrijf past wat betreft;

5-puntschaal

Conceptvragenlijst BPV-monitor 2013

5-puntschaal

BTO 2013

5-puntschaal

BTO 2013

5-puntschaal

BTO 2013

5-puntschaal

BTO 2013

5-puntschaal

BTO 2013

5

6

a) de beroepshouding? b) de leerwensen? c) de leermogelijkheden? Bent u voldoende op de hoogte van de inhoud van de opleiding waarvoor u een stageplaats verzorgt? Is het doel van de stage duidelijk wat betreft; a) b) c)

7

de opdrachten? de begeleiding? de beoordeling?

Zijn de studenten op school goed voorbereid wat betreft;

9

a) theoretische kennis? b) specifieke beroepsvaardigheden? c) sociale vaardigheden? Bent u tevreden over het startniveau beroepsvaardigheden van de student? Bent u tevreden over de beroepshouding van de student?

10

Bent u tevreden over de inzetbaarheid van de student?

5-puntschaal

BTO 2013

11

Vindt u de opdrachten voor de stage voldoende toegespitst op de beroepspraktijk?

5-puntschaal

BTO 2013

12

Bent u over het algemeen tevreden over de begeleiding van school in de stage? (1= geheel ontevreden, 10= geheel tevreden)

5-puntschaal

BTO 2013

13

Is het duidelijk wie vanuit de opleiding de stage coördineert?

5-puntschaal

BTO 2013

14

Hoe is het contact met de stagebegeleider van de school;

5-puntschaal

BTO 2013

8

a) b) c) d)

is het contact wat u ervan verwacht? is hij/zij goed bereikbaar? is het aantal contactmomenten zoals afgesproken? is de stagebegeleider van de school goed op de hoogte van de beroepspraktijk?

27


15

Is duidelijk wat de opleiding van u als praktijkbegeleider verwacht?

5-puntschaal

BTO 2013

16

Als zich een probleem voordoet tussen de student en het bedrijf of bedrijfsafdeling, wordt dit dan door de stagebegeleiding vanuit school afgehandeld?

5-puntschaal of nvt, geen probleem voorgedaan

BTO 2013

17

Is de stageperiode na afloop in goede samenspraak met de school en de student geëvalueerd?

5-puntschaal

BTO 2013

18

Heeft u in het algemeen vertrouwen in de kwaliteit van de examinering door de opleiding? (1=geen vertrouwen, 10=volledig vertrouwen)

10-puntschaal of nvt

BTO 2013

19

Kan de student over het algemeen voldoende oefenen in uw bedrijf of bedrijfsafdeling om het examen te behalen van de opleiding? (1=onvoldoende, 10=voldoende) Bent u betrokken bij het examineren in de beroepspraktijk? (route naar vraag 26)

10-puntschaal

BTO 2013

Ja/ nee

BTO 2013

21

Zijn de beoordelingseisen van de stage voldoende duidelijk voor u?

5-puntschaal

BTO 2013

22

Wordt in de stage voldoende getoetst op wat in het kader van opleiden voor de praktijk nodig is?

5-puntschaal

BTO 2013

23

Bent u tevreden over de manier waarop de stage van de student wordt beoordeeld?

5-puntschaal

BTO 2013

24

Bent u voldoende op de hoogte van de inhoud van het totale examen van de opleiding?

5-puntschaal

BTO 2013

25

Is het wel eens voorgekomen dat een student zijn/haar stage niet succesvol heeft afgerond? Zo ja, kunt u dan aangeven wat daarvan de oorzaak was? [Meer antwoorden mogelijk]

Meer antwoorden mogelijk

Opgesteld door de onderzoeker naar aanleiding van thema ‘kwaliteitsbevordering beroepspraktijkvormin g’ in Integraal Kwaliteitsplan 2015-2018, in samenspraak met diverse betrokkenen.

Multiple choice

Opgesteld naar aanleiding van suggestie van Peter Zwarter, om te meten welke beoordelingsonderdel en het zwaarst wegen.

Meerdere antwoorden mogelijk

Geïnspireerd op afsluitende vragen tevredenheidsonderz oek

20

a) b) c) d) e) f) g) h) 26

Dit is nooit voorgekomen bij de stagiair(e)(s) van studiejaar 2015/2016 Persoonlijke omstandigheden van de student De inzet/motivatie van de student De capaciteiten van de student De leermogelijkheden voor de student binnen ons bedrijf De begeleiding van de student door de opleiding De begeleiding van de student door ons bedrijf Anders, namelijk [open]

Wat vindt u het belangrijkst bij een prettige samenwerking met Noorderpoort ten aanzien van de stage? (Kies één van de mogelijkheden) a)

27

De praktische voorbereiding van een student voorafgaande aan de stage b) de theoretische voorkennis die een student bezit c) de specifieke beroepsvaardigheden die een student bezit d) de sociale vaardigheden en de houding van de student e) de voorbereiding en informatie van de school vooraf f) het contact met de school gedurende de stage g) anders, namelijk… [open] Op welke aspecten zijn volgens u bij Noorderpoort de meeste verbeteringen mogelijk? (Meerdere antwoorden mogelijk) g)

de informatie en de voorbereiding

28


28

h) het stageleerproces i) de begeleiding van de school j) de beoordeling en de examinering k) de aansluiting van de opleiding bij de arbeidsmarkt l) anders, namelijk… (open) Zou u een student die een opleiding bij Noorderpoort heeft afgerond in dienst nemen? a) b) c)

BPV-bedrijven/instelli ngen van ROC Friese Poort in 2015.

Open vraag

Geïnspireerd op interviewvragen gesteld in verdiepende interviews tijdens het BTO 2013.

Ja, want… Nee, want… Weet ik niet

29

Noorderpoort wil de mogelijkheden van een digitale portal verkennen, om de interactie tussen school en stage bedrijf te vergroten. Op deze manier kunt u snel informatie inwinnen over de begeleiding van studenten. In hoeverre vindt u dit een goed idee?

5-puntsschaal

Opgesteld naar aanleiding van het nieuwe Strategisch Plan 2016 – 2020 waarin dit toekomstbeeld toegevoegd is aan doelstelling 1 van het thema ‘kwaliteitsbevordering beroepspraktijkvormin g’.

30

Bent u bereid deel te nemen aan een eventueel verdiepend interview naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek?

Ja/nee

Opgesteld door de onderzoeker met oog op een eventueel kwalitatief vervolg van dit onderzoek

Open vraag

BTO 2013

Ja, ik wil benaderd worden via… (vul uw telefoonnummer, e-mailadres of postadres in) [open] b) Nee Heeft u nog verdere opmerkingen of suggesties ten aanzien van de samenwerking met Noorderpoort? a)

31

9.2

Statistische toetsen

In onderstaande tabel zijn van alle gestelde vragen de beschrijvende statistieken te zien. De standaarddeviatie geeft de spreiding in de antwoorden op een vraag aan. Hoe hoger deze waarde, hoe verder de antwoorden uiteen lopen. Hoe lager de standaarddeviatie, hoe dichter de gegeven antwoorden bij elkaar liggen. Opvallend in de standaarddeviatie is dat deze bij sommige vragen erg hoog lijkt te liggen. Dit komt omdat dit vragen betreft die gemeten zijn met een 10-puntsschaal in plaats van op een 5-puntsschaal. Dit is logisch, er zijn dubbel zo veel antwoordmogelijkheden, dus wordt de spreiding automatisch ook groter. Eén standaarddeviatie blijft opvallen, bij vraag 16, een 5-puntsschaal. Dit is de vraag ‘Als zich een probleem voordoet tussen de student het bedrijf of de bedrijfsafdeling, wordt dit dan door de stagebegeleiding vanuit school afgehandeld?’. De hoge standaarddeviatie wordt veroorzaakt doordat 78 bedrijven, oftewel 44.3%, deze vraag heeft ingevuld als ‘niet van toepassing’.

29


Tabel 27 Beschrijvende statistieken alle vragen in de enquête

Stage-onderdeel

Vraag

Aantal

Schaal

Gemiddelde

ingevuld

Standaard deviatie

Algemeen

1

176

10

7.1

1.5

Informatie & voorbereiding

2

175

10

6.8

1.6

3

128

5

3.3

0.9

4a

176

5

3.5

0.8

4b

176

5

3.5

0.7

4c

176

5

3.7

0.8

5

176

5

3.6

0.9

6a

176

5

3.5

0.9

6b

176

5

3.8

0.8

Stageleerproces

Begeleiding

Beoordeling & examinering

Verbeterpunten Afsluitend

Tot slot

6c

176

5

3.6

0.9

7a

176

5

3.4

0.7

7b

176

5

3.3

0.7

7c

176

5

3.4

0.7

8

176

5

3.6

0.7

9

176

5

3.8

0.7

10

176

5

3.9

0.7

11

176

5

3.4

0.8

12

176

10

6.5

1.7

13

176

5

3.7

0.9

14a

176

5

3.4

0.9

14b

176

5

3.6

0.8

14c

176

5

3.5

0.9

14d

176

5

3.5

0.8

15

175

5

3.7

0.7

16

98

5

3.4

1.2

17

137

5

3.7

0.9

18

176

10

7.1

1.3

19

176

10

7.8

1.2

20

176

Ja/nee

-

-

21

82

5

-

-

22

82

5

3.9

0.5

23

82

5

3.8

0.7

24

81

5

3.6

0.8

25

176

Multiple choice

-

-

26

174

Multiple choice

-

-

27

176

Multiple choice

-

-

28

173

Ja/nee

-

-

29

175

5

4

0.8

30

175

Ja/nee

-

-

31

61

Open

-

-

Om de analyses overzichtelijker te maken worden de vragen per onderdeel samengenomen tot één variabele. Om de betrouwbaarheid van de schaal te meten is een betrouwbaarheidsanalyse gedaan. Door middel van de ‘Cronbach’s alpha’ kan de interne consistentie van de schaal gemeten worden. Wanneer de Cronbach’s alpha boven de 0.8 ligt,

30


wijst dat op een hoge betrouwbaarheid; de samengestelde items meten nagenoeg hetzelfde concept. Vanaf 0.7 is een schaal voldoende betrouwbaar. In Tabel 28 is te zien dat de Cronbach’s alpha’s van de verschillende schalen allemaal onder de minimale waarde van 0.7 vallen en dus voldoende betrouwbaar zijn. Tabel 28 Schaalconstructie

Cronbach’s alpha

Stage-onderdeel

Bijbehorende vragen

Informatie & voorbereiding

2, 3, 4, 5, 6, 7

0.891

Stageleerproces

8, 9, 10

0.736

Begeleiding

12, 13, 14, 15, 16, 17

0.907

Beoordeling & examinering

11, 18, 19, 21, 22, 23, 24

0.807

In de constructie van de schalen zijn de variabelen die een andere schaal hanteerden dan de 5-puntsschaal omgevormd tot eenzelfde bereik. Daar waar in het rapport gesproken wordt over de algemene tevredenheid wordt gewerkt met de 10-puntsschalen. Wanneer gesproken wordt over het oordeel per stage-onderdeel wordt gewerkt met de omgevormde 5-puntsschalen. Vraag 11, Vindt u de opdrachten voor de stage voldoende toegespitst op de beroepspraktijk?, hoort in Tabel 27 bij het stage-onderdeel ‘stageleerproces’ maar is in de constructie van de schalen verplaatst naar het onderdeel ‘beoordeling & examinering’. Dit omdat uit de betrouwbaarheidsanalyse en heroverweging is besloten dat deze vraag toch beter bij dat onderwerp past. Samenhang tussen stage-onderdelen en algemene tevredenheid In Tabel 29 zijn de correlaties tussen de verschillende variabelen te zien. Alle variabelen correleren significant met elkaar, dit betekent dat er samenhang tussen de verschillende concepten is die niet door toeval verklaard kan worden. Tabel 29 Kruistabel met correlaties van alle variabelen

Algemene

Algemene

Informatie &

tevredenheid

voorbereiding

Stageleerproces

Begeleiding

Beoordeling & examinering

-

tevredenheid Informatie &

0.705**

-

Stageleerproces

0.316**

0.309**

-

Begeleiding

0.637**

0.728**

0.253**

-

Beoordeling &

0.391**

0.646**

0.292**

0.626**

voorbereiding

-

examinering **Correlatie significant bij een toetsingsniveau van 0.01 (twee-zijdig) Om te meten hoe goed de score op ‘algemene tevredenheid’ verklaard kan worden door de scores op de verschillende stage-onderdelen is een regressie-analyse gedaan. In Tabel 30 zijn hiervan de resultaten te zien. De R-kwadraat is de variantie in ‘algemene tevredenheid’ die door de stage-onderdelen verklaard worden. Het onderdeel ‘informatie & voorbereiding’ verklaart dus 50% van de variantie in de algemene tevredenheid. De hoogste waarde bij R-kwadraat is het stage-onderdeel dat het belangrijkste is voor de vorming van de algemene tevredenheid. Het onderdeel ‘informatie & voorbereiding’ draagt dus het meeste bij aan de algemene tevredenheid. De t-waarde geeft aan of er samenhang tussen de afhankelijke (algemene tevredenheid) en de onafhankelijke variabele (stage-onderdelen) is. De F-waarde geeft aan of de stage-onderdelen een significant deel van de variantie in de algemene tevredenheid verklaren.

31


Bij een p-waarde onder de 0.01 kan gesteld worden dat het model bij een betrouwbaarheid van 99% significant is. Dit geeft aan dat een verandering in de score op een stage-onderdeel samenhangt met een verandering in de algemene tevredenheid. In onderstaande tabel is te zien dat alle stage-onderdelen significante invloed hebben op de algemene tevredenheid. Een hogere score op een stage-onderdeel hangt dus samen met een hogere score op de algemene tevredenheid. Tabel 30 resultaten regressie-analyse met ‘algemene tevredenheid’ als afhankelijke variabele en de stage-onderdelen als onafhankelijke variabelen

R kwadraat

F

t

B

0.497

171.85**

13.11**

1.57

Stageleerproces

0.100

19.24**

4.39**

0.81

Begeleiding

0.406

118.83**

10.90**

1.45

Beoordeling &

0.153

31.40**

5.60**

1.15

0.563

55.12**

Informatie & voorbereiding

examinering Gezamelijk **significant bij P<0.01

Verschillen tussen leerwegen Met een independent t-test is gekeken of de gemiddelden in de leerwegen significant van elkaar verschillen. De score op het algemene oordeel verschilt niet significant tussen groepen. Informatie & voorbereiding verschilt significant tussen groepen. in Tabel 31 is te zien dat er een significant verschil is in de waardering van de informatie en voorbereiding tussen bol–bedrijven en bbl-bedrijven, en tussen bbl-bedrijven en met stagiair(e)s van beide leerwegen. Begeleiding verschilt ook significant tussen groepen. In onderstaande tabel is te zien dat dit verschil zit tussen bedrijven met alleen bol-studenten en bedrijven met alleen bbl-studenten. In 2013 was er ook een significant verschil in waardering van de begeleiding tussen bol-beide en bbl-beide. Dit verschil is er nu niet meer. De algemene tevredenheid verschilde in 2013 significant tussen bol-bbl, maar in 2016 niet meer. De p-waarde van 0.01 geeft aan dat met een zekerheid van 99% gezegd kan worden dat bedrijven met alleen Bol-studenten tevredener zijn over de informatie & voorbereiding en de begeleiding dan bedrijven met alleen Bbl-studenten. Met een zekerheid van 99% kan gezegd worden dat bedrijven met studenten uit beide leerwegen tevredener zijn over de informatie & voorbereiding dan de bedrijven met alleen bbl-studenten. Tabel 31 T-toets: significante verschillen tussen de leerwegen in scores op stage-onderdelen

Bol-Bbl

Bol-beide

Bbl-beide

Stage-onderdeel

Jaar

p-waarde

Significant?

p-waarde

Significant?

p-waarde

Significant?

Informatie &

2013

0.715

nee

0.363

Nee

0.311

Nee

voorbereiding

2016

0.012

Ja, P<0.01

0.379

Nee

0.006

Ja, P<0.01

Stageleerproces

2013

0.663

nee

0.361

Nee

0.282

Nee

2016

0.483

Nee

0.094

Nee

0.061

Nee

0.035

Ja, P<0.05

2013

0.601

nee

0.049

Ja, P<0.05

2016

0.019

Ja, P<0.01

0.759

Nee

0.069

Nee

Beoordeling &

2013

0.56

nee

0.523

Nee

0.367

nee

examinering

2016

0.161

Nee

0.447

Nee

0.495

Nee

Algemene

2013

0.03

Ja, P<0.05

0.614

nee

0.07

nee

tevredenheid

2016

0.09

nee

0.673

nee

0.079

nee

Begeleiding

32


9.3

Open antwoorden

Tabel 32 Open antwoorden op de vraag 'waar is de meeste verbetering mogelijk?'

Stagiaires van school

Opmerking Meer inzicht verstrekken in de persoon als mens

Automotive & Logistiek De opdrachten aanpassen aan de sector Business & Administratie Energy & Maritime Euroborg | Gastvrijheid & Toerisme Gezondheidszorg & Welzijn

Theoretische kennis Duidelijkheid wie de begeleider is en goede communicatie hierover Nederlands schrijfvaardigheid verbeteren. Beter nederlands in de verslagen gebruiken. er moet duidelijker aan de leerlingen worden uitgelegd welke beoordelingen door het stagebedrijf getoest moeten worden. voorkennis praktische vaardigheden Communicatie over wat de student tijdens het stagejaar nog meer moet doen

Kunst & Multimedia

voor school (want dat bijt soms met de activiteiten voor het stagebedrijf). Invoering van 4 naar 3 jaar zonder overleg met stagebedrijven is bijvoorbeeld niet handig. En terugkomdagen en examens is soms ook lastig.

Technologie & ICT Stagiaires van meerdere scholen

persoonlijk opleidingsplan bereikbaarheid Fossiele energie thema

Tabel 33 Open antwoorden: Redenen om een student na zijn stage wel of niet aan te nemen

School

Redenen om wel/niet aannemen 3 van de 8 komen vanaf deze opleiding, maar natuurlijk altijd afhankelijk van de persoon etc. 90% van de studenten komen bij ons aan het werk, omdat wij zelf door een

Automotive & Logistiek

"solicitatie procedure" weten wat wij aannemen de ervaringen die wij met stage lopers hebben zijn goed Deze opleiding zit hier in de buurt voldoende kennis en vaardigheden Wij weten wat voor persoon we voor ons hebben en hebben dus vaak eerst keus bij goede inzet en competenties

Beroepsonderwijs Stadskanaal

Er is genoeg kennis goede ervaring mee Dat heeft al plaatsgevonden de huidge student doet het perfect, dus waarom een andere zoeken als deze

Business & Administratie

perfect aansluit en al is ingewerkt Iedereen verdient een kans en zoals nu heeft de stagiaire zelf veel inzicht en drive JUISTE INSTELLING

33


Je hebt al inzicht in de kunde en kennis van de student die hie r zijn of haar Energy & Maritime

laatste jaar stage heeft afgerond. Je kent de persoon en weet al of hij / zij wel of niet in een kleine groep past. Zijn goed gemotiveerde en goed opgeleide medewerkers.

Entree

is wel afhankelijk van de student die er op dat moment is als het op het moment van afronden opleiding past in de salon.. dan weet ik dat t goed is! de basis is gelegd GEMOTIVEERD

Euroborg | Gastvrijheid &

Goede ervaringen mee

Toerisme

hij/zij is geschikt. Ik ben een eenmanszaak en wil dit graag zo houden is per leerling verschillend, maar meestal zijn ze gemotiveerd vaak zijn zij volledig doorgegroeid als een fulltime receptionist wij hebben al meerdere medewerkers welke voorheen stage hebben gelopen. blij de houding en het niveau van de student de stagiaire deed het prima Er is in het onderwijs geen betaald werk mogelijk, anders wel graag en dan zou ik wel studenten aannemen van het Noorderpoort. goede ROC goeie opleiding hangt af van de capaciteit van de student, maar als een student de stage goed

Gezondheidszorg & Welzijn

heeft afgerond, staan wij zeker open voor het in dienst nemen van een student. Het niveau van de student dient wel niveau 3 en bij voorkeur niveau 4 te zijn. is al gebeurd met de huidige student positieve ervaring over het algemeen breed opgeleid Specifieke praktijkkennis die we tijdens de stage hebben bijgebracht we hebben al 3! Zijn vaak praktisch in gesteld deze studenten hebben mogelijk al stage bij ons gelopen waardoor we weten

Gezondheidszorg Assen

dat dit een goed opgeleidde beginnend beroepskracht is geworden meestal zijn ze onvoldoende in staat om in de praktijk van de psychiatrie te kunnen functioneren als iemand talent heeft dat hebben we eerder ook al gedaan.

Kunst & Multimedia

geen vacature ik heb er al 9 parttime aan het werk, en dat worden er meer, en daarom zou ik graag betere afspraken maken over afstemming van de opleiding op mijn bedrijf afhankelijk van de student, niet afhankelijk van de opleiding

Laboratorium & Procestechniek

goed opgeleid, ook door onszelf je weet wat je aan de stagiaire hebt.

Stagiaires van meerdere scholen

als de student goed gemotiveerd is, gaat hij/zij zich op de werkvloer verder ontwikkelen. Als een student alles goed heeft afgerond en mits er werk voor hem is.

34


bij de RDW wordt minstens HBO werk- en denkniveau gevraagd. dan weet je over het algemeen wat je binnen haalt de huidige stagiaire heeft de goede werkattitude en heeft ontwikkelingsmogelijkheden Dit ivm .bewezen succesvolle sollicitaties in voorgaande jaren Goede ervaring mee goeed ingewerkt in het bedrijf Helaas is er geen geld voor. hij ./zij heeft een vak geleerd Is nog op MBO niveau. je weet hoe de student heeft gefunctioneerd tijdens zijn stage. Daarnaast is de student bekend op de locatie en hoeft niet meer ingewerkt worden. opleiding is onder de maat Techniek is schaarste op de arbeidsmarkt, goede schoolverlaters van het Noorderpoort uiteindelijk kan ikzelf beoordelen of de student past bij onze organisatie een goede stagiair kan ook een goede werknemer worden. Technologie & ICT

goeie leerling start 2016 Wij leiden deze persoon zelf op die is dan al ingewerkt in de organisatie Doen we nu al van de AOT opl. Goede jongemannen

Campus Winschoten

Hebben al 3 stage leerlingen in dienst genomen hij heeft al een dienstverband voldoet aan gewenste capaciteiten ze hebben een goede opleiding gehad en kennis van zaken

Tabel 34 Open antwoorden: extra opmerkingen

School

Opmerkingen Neem u verantwoordelijkheid als school naar de leerlingen en laat ze niet zwemmen. Nee, loopt wel goed Graag voor af gaande aan de stage informatie over de leerling. Wij wijzen niet af maar voor kennis is wel van belang. Dit vergemakkelijkt de stage en het plezier Wat mij erg heeft verbaasd is dat een student via de mail laat weten niet terug te komen. Vanuit het Noorderpoort wordt aangegeven dat er geen tijd is voor een evaluatiegesprek. De leerling nooit meer

AUL

langs is geweest voor een afsluitend gesprek, ook niet heeft gereageerd op e-mails, wel gelijk een nieuwe plek heeft aangeboden gekregen. Beter communiceren met het stagebedrijf. Er is nooit een eindgesprek geweest met de school de student en ons als bedrijf. Wij willen ons best inzetten voor een student dat doen wij ook, alleen als er geen terugkoppeling komt vanuit de school vraag ik me af in hoever de prestaties van een student voor jullie als school belangrijk zijn. Er zou betere communicatie van uit de organisatie mogen komen. (Wij hebben geen problemen met de inzet van de leerkrachten)

BOS

Vertaalslag van de opdrachten voor de student en stagebegeleider verduidelijken en aanpassen naar de werkvloer

35


Ik zou graag meer verdieping willen zien in de praktijkopdrachten (ontwikkelingsgericht) , dit is bij alle ROC summier BOV

Als stagebedrijf moeten wij zelf vaak eens achter informatie aan en horen we soms een lange tijd niets vanuit de opleiding. Duidelijke communicatie naar leerling en leerbedrijven Student heeft een eigen verantwoordelijkheid! Niet ieder student kan daar mee omgaan! Van uit school

BUA

moet men daar meer op toe zien en deze student meer gaan begeleiden. het onderzoek is best suggestief, en lijkt aan te sluiten op reguliere opleidingen. Wij hebben een bbp student, die zelf goed was bij aanvang, daar heeft de school niets aan gedaan. Door de vraagstelling is dat antwoord niet te geven. Dat is jammer van dit onderzoek. Probeer studenten van de opleiding PO-niveau 4 in hun verdiepende stage te examineren voor de kerntaken 1 en 2. Dit scheelt een hoop tijd, wanneer ze hun onderzoeksopdracht (kerntaak 3) bij een

Delfzijl

ander bedrijf doen. De stage van het laatste jaar aan het einde van de periode. Hierbij is de mogelijkheid om mensen in dienst te nemen)als er vacatures zijn), en je kan dan doorgaan met het aanleren van het bedrijf en het proces Ik heb op dit moment een leerling in dienst, hij heeft tot op heden nog steeds geen opdrachten gekregen van zijn docent, Ik vind dit erg slecht dat de leerling nu erg weinig tijd krijgt om zijn opdrachten goed kunnen af te ronden. Daarnaast is het examen van hem mij nog volledig onduidelijk waardoor ik hem er

Entree

nu slecht tot niet in kan begeleiden. Hier moet door school echt meer aandacht worden besteed zodat er vanuit het bedrijf ook een betere begeleiding kan worden gegeven. Daarnaast is de praktijkbegeleider vanuit school gewisseld, de afspraken die ik had staan zijn komen te vervallen. Ik had het prettig gevonden als de school mij hier meer over had verteld ipv de leerling. Het contact tussen stage coĂśrdinator en stage bedrijf is prima. Contact tussen school en stagiair tijdens de stage kan beter. Stagiair moet duidelijker worden geĂŻnformeerd wanneer en welke opdrachten ze moeten maken. Wij missen veel informatie,met betrekking op leerdoelen,en doelstelling stage Blijven communiceren over en weer, dat is het toverwoord denk ik.. stagevergoeding BOL: Nu bijna 4 mnd een stagiaire op mijn werkvloer...Wat mijn conclusie is over de stagevergoeding.. Ik ben een eenmanszaak en heb iedere dinsdag nog klanten voor mijn stagiaire geregeld.. Maar, nu raakt dit een beetje op... Heb uitgelegd aan haar dat ze zelf ook ns wat modellen moeten verzorgen op haar stagedag om de stagevergoeding wat aangenamer te maken.. Heb uitgelegd

Euroborg

dat het niet zo kan zijn dat ik aan het werk ben op haar stage dag en zei niets doet!! Dat compenseert namelijk niet!! Dus mijn conclusie is dat het beladen is voor een eenmanszaak ... Dus als er geen werk is ik haar niet laat komen op haar stage dag! omdat het mij dan geld gaat kosten en dit kan niet de bedoeling zijn!! Ik maak kosten bij accountant voor uitwerken loonstrookjes en belasting moet ik voor haar betalen... Daar moet iets voor terug komen .... Ik ben er wel van overtuigd en mijn stagiaire ook dat ze bij een eenmanszaak meer leren dan een groot bedrijf!! Ze krijgen 1 op 1 begeleiding!! Dit is wat ik graag kwijt wil en dat er nog niemand van jullie school geweest is valt me een beetje tegen.. Stagiaire is niets mis mee !! Stage moet stage blijven... Dat is mijn motto ... Ik stel mijn bedrijf open om haar het vak te leren... En een vrijblijvende gift zou dan toch aangenamer zijn!! Bedankt voor het lezen!! Het probleem zit hem echt in het contact. graag actie! Tot op heden een prettige samenwerking Als stage bedrijf ben je erg afhankelijk van de informatie die de student verstrekt. Je krijgt van te voren geen informatie over de te maken opdrachten in de loop van het jaar. Verder vind ik dat je als stage bedrijf

GEW

wel erg veel verantwoordelijkheid krijgt in het wel of niet slagen van de opleiding. Betere samenwerking zou heel raadzaam zijn. Ik merk als stage-coordinator dat ik het lastig vind om een beeld te vormen van de

36


begeleiding/benaderbaarheid van het Noorderpoort. Het alfa-college is voor mij zichtbaarder omdat zij energie stoppen in onze organisatie en regelmatig persoonlijk contact zoeken. Van het Noorderpoort ontvang ik alleen schriftelijke informatie met mededelingen en algemene uitnodigingen. Ik merk door deze enquête dat ik minder binding heb met het Noorderpoort. Uiteraard zullen de stagiaires en hun begeleiders wel de schoolbegeleiders kennen maar ik ken ze van het Alfa wel/ook en van het Noorderpoort niet. In het begin van deze enquête wordt aangegeven dat het niet gericht is op de student, terwijl er meerdere vragen of de stagiaire zelf gesteld worden. Ik ben met name erg te spreken over de student, maar over de school valt weinig te beoordelen. Dit gezien er praktisch geen contact is. Er zijn introductiebijeenkomsten geweest en de stagedocent van de Noorderpoort komt 1 keer in de gehele stage een werkbezoek brengen. Misschien telefonisch of per e-mail tussentijds contact vanuit Noorderpoort naar stagebedrijf. Nu is het afhankelijk van de student/stagebedrijf of er aan de bel wordt getrokken. Wij zouden het prettig vinden om meerdere stagiaires op gesprek te krijgen, zodat wij eventueel een keus kunnen maken. Een instructie met "wat wordt er van het stage-bedrijf verwacht" vind ik zeer wenselijk. Duidelijke communicatie dat studenten niet zelf op zoek gaan naar stageplaatsen. Minder wijzigingen stagematching na de definitieve matching. Wij hebben een zeer goed contact met de mensen van Niveau 2 HZW. vanuit deze opleiding is er ook zeer regelmatig een docent van het Noorderpoort bij ons op school aanwezig. Voor nivea 3 (onderwijsassistent) zou ik het ook fijn vinden om meer en intensiever contact te hebben. Wij willen graag een goede leerplek zijn voor deze groep studenten. Op dit moment hebben we 2 staggiaires gehad dit schooljaar, terwijl ik wel plek heb voor 10 studenten.Ik denk dat je meer kunt bereiken als er meerdere studenten van hetzelfde niveau aanwezig zijn. Je kunt intervisie doen bij ons op school en je kunt meer gebruik maken van elkaars mogelijkheden. Leerlingen kunnen elkaar helpen en ondersteunen. Begeleiding vanuit Noorderpoort kan dan ook efficiënter. Contacten verschillen per jaar; dit heeft de ene keer te maken met het feit dat er verloop is bij het Noorderpoort de andere keer kiezen leerlingen niet voor onze school of weten misschien niet van ons bestaan. Dit jaar heb ik een keer voorlichting gegeven. Verder wordt mij ieder jaar weer gevraagd of ik in een brief wil aangeven op welke dagen ik stagiaires kan gebruiken. Ik merk niet dat daar iets mee gedaan wordt. Ik zou graag een vast stageadres willen zijn waarbij korte lijntjes zijn met de juiste coördinatoren. Vanuit onze school ga ik dit jaar bezig met een beter digitaal aanmeldsysteem, zodat ook wij ons duidelijker profileren als stageplek voor de MBO stagiaires. Kort gezegd verschilt de samenwerking wel per afdeling van het Noorderpoort. Meer contactmomenten -over het proces van de student- met school zou fijn zijn. Nu nog summier. Zet je heen over mogelijke problemen met mijn persoon en ga denken aan de toekomst van studenten van de opleiding muziek en maak afspraken met mijn organisatie over hoe we nog meer studenten aan het werk kunnen helpen in een sector waar van wordt beweerd dat er geen werk is voor Mbo'ers. Studenten die in het tweede jaar stage gaan lopen, moeten daar beter op worden voorbereid. Bijvoorbeeld door studenten die al stage hebben gelopen. Zodat ze weten wat ze kunnen verwachten, wat het werk inhoudt, welke beroepshouding er van je verwacht wordt, etc. KTM

Over het algemeen is de informatie voorziening minimaal. Onze huidige stagiaire heeft zelf bij ons aangeklopt voor een stageplek. Daarna is er 1 bezoek geweest van een leraar. Dit bezoek was tot op zekere hoogte verhelderend. Verdere informatie heb ik nooit ontvangen omtrent de opleiding, duidelijke beoordelingscriteria enzovoort. was prima 2e jaars studenten geen jaar stage laten lopen. Meer aansluiting/begeleiding qua vakken en voorbereiding bij de beroepspraktijk. Betere voorlichting over de arbeidskansen in de game industrie

37


LAB

ben blij dat er nu concreter met vaste stagebegeleiders wordt gewerkt, dat vergemakkelijkt het proces. de structuur van de opleiding + zn stage kan nog verbeterd worden Niet alleen in actie komen wanneer er nog wat studenten over zijn die geplaatst moeten worden. Wij begeleiden studenten van 3 verschillende locaties van het Noorderpoortcollege. Over twee locaties ben ik heel tevreden, over één locatie wat minder. Dit heeft echter gevolgen voor het totaalplaatje. In die zin vind ik het jammer dat dit in de enquete niet is opgesplitst! Laat docenten meer van de praktijk zien! Ik ben erg bereid om mee te werken aan een diepgaand interview naar aanleiding van deze enquête onder de leerbedrijven. Zeker gezien mijn werkzaamheden binnen het Noorderpoort wil ik hier graag bij betrokken worden Gewoon zo door gaan.

Multi

Wij hebben meerdere stageplaatsen. De stagiaires van de opleiding hovenier/groenvoorziener komen zeer vaak niet opdagen. Er is nagenoeg geen controle vanuit school en bij (mail)contact wordt er vaak pas te laat gereageerd. Ik zou graag zelf iets van een opleiding willen doen om mensen op ons bedrijf beter te begeleiden. Ik zou graag op mbo 2 niveau een computerprogramma willen hebben die ik klassikaal zou kunnen geven. (e-learning) Zowel aan BBL als eigen instroom Reeds besproken en wordt geimplementeerd al onderwijs thema in het eerste jaar AOT is "fossiele energie introductie ". Hiervoor heeft NAM lespakketten incl. leraren handleiding aangeleverd. In dienst nemen na de stage is afhankelijk vd student. Dit staat buiten de opleiding, Opleiding niveau sluit aan. Gaat men bij de opleiding MZ of verz/vp naar een afdeling dementerende dan is het goed dat men iets over dementie weet dat is nu niet het geval

TIC

Ik hoop op een nauwere samenwerking. wij zijn al jaren heel tevreden over de samenwerking met het noorderpoort. We hopen dat dit nog lang zo mag blijven

WIN

Deze enquête gaat over de samenwerking met het Noorderpoort maar jullie hebben zoveel verschillende opleidingen en afdelingen. Per opleiding zijn dingen anders geregeld en is de samenwerking ook verschillend. Het is dus bijna onmogelijk om deze enquête goed in te vullen en hier een waarde oordeel aan te verbinden.

38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.