Bijlage "plussen en minnen"

Page 1

8 6 9 4 5 2 31 7 Jaarverslag Noorderpoort 2010, bijlage

PLUSSEN EN MINNEN


Geconsolideerde balans per 31 december 2010 (Na bestemming resultaat) 1 Activa

31 december 2010 €

1 januari 2010*) €

96.664.160 16.167.353 351.395

87.317.262 13.271.618 12.675.707

113.182.908

113.264.587

pm 760.258

pm 176.858

760.258

176.858

113.552.810

113.441.445

21.567

25.004

5.812.885 725.872 1.256.477 7.522.737 1.645.671

3.713.237 1.324.177 1.227.264 11.020.123 1.633.597

16.963.642

18.918.398

19.510.397

21.381.514

Totaal vlottende activa

36.495.606

40.324.916

Totaal activa

150.438.772

153.766.361

31 december 2010 €

1 januari 2010*) €

Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.4 Activa in uitvoering 1.3 1.3.5 1.3.7

Financiële vaste activa Ministerie van OC&W Overige vorderingen

Totale vaste activa Vlottende activa 1.4 1.4.1

Voorraden Gebruiksgoederen

1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 Ministerie van OCenW 1.5.6 Deelnemers/cursisten 1.5.7 Overige vorderingen 1.5.8 Overlopende activa 1.7

Liquide middelen

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen 2.1.1 Algemene reserve 38.559.800 2.1.2 Bestemmingsreserve 2.673.409 41.233.209 2.2 Voorzieningen 2.2.1 Personeelsvoorzieningen 2.124.861 2.2.3 Overige voorzieningen 390.357 2.3 2.3.3

Langlopende schulden Kredietinstellingen

2.4 Kortlopende schulden 2.4.1 Kredietinstellingen 2.4.3 Crediteuren 2.4.7 Belastingen en premies SV 2.4.8 Schulden terzake pensioenen 2.4.9 Overige kortlopende schulden 2.4.10 Overlopende passiva

Totaal passiva

38.062.045 2.965.447 41.027.492 3.589.297 0

64.475.554

72.400.115

6.750.633 4.931.348 5.423.045 2.254.781 3.978.218 18.876.766

6.840.935 5.300.376 3.745.604 1.176.523 1.832.270 17.853.750

42.214.791

36.749.457

150.438.772

153.766.361

*) Als gevolg van de wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van 22 september 2010 moeten de kosten van de (spaar)BAPO-regeling vanaf 1 januari 2010 als periodelasten worden verwerkt in plaats van als voorziening. De effecten van deze stelselwijziging zijn rechtstreeks verwerkt in het Eigen Vermogen per 1 januari 2010. 2


Toelichting Activa Vaste activa Materiële vaste activa De boekwaarde van de materiële vaste activa is in 2010 licht gedaald ten opzichte van 2009. De investeringen bedroegen € 8,5 miljoen waarvan 4,1 miljoen betrekking had op de bouw van de Campus in Winschoten. De Campus in Winschoten is gebouwd in samenwerking met AOC Terra/Dollardcollege en is in maart 2010 in gebruik genomen. Er waren in 2010 desinvesteringen van € 1,7 miljoen. Deze hadden betrekking op de verkoop van de Grintweg en de Hortensialaan in Winschoten. Financiële vaste activa In 2010 is een renteloze lening verstrekt aan Winkler Prins van 600.000. Het Noorderpoort ziet af van participatie in de bouw van een Campus in Veendam en het geven van techniekonderwijs. De lening is verstrekt in het kader van de afwikkeling van de samenwerking tussen Winkler Prins en het Noorderpoort.

Vlottende activa Debiteuren Het debiteurensaldo is hoger dan het saldo van 2009. Dit komt voornamelijk door facturering van contracten en huisvesting in december 2010. Verder zit hierin begrepen een subsidievordering van de Campus Winschoten op de provincie Groningen. Van het saldo per 31 december 2010 was ultimo mei 2011 reeds € 4,9 miljoen ontvangen. Naar verwachting zal de inning van het resterende saldo geen moeilijkheden opleveren. Overige vorderingen Overige vorderingen is lager dan in 2009. Dit heeft te maken met een grote vordering inzake de verkoop van de Poortstraat die in 2009 op de balans stond Liquide middelen In verband met de uitvoering van het vastgestelde huisvestingsplan zijn door het Noorderpoort langlopende leningen afgesloten. De hiervan nog niet bestede gelden zijn uitgezet op een spaarrekening. Door investeringen en door betaling van rente en aflossing op langlopende leningen is het saldo op deze rekening in 2010 gedaald.

Passiva Eigen vermogen Algemene reserve In 2010 is een positief resultaat behaald van afgerond € 0.2 miljoen. De kosten in 2010 van het ICT-masterplan van 0,3 miljoen zijn ten laste gebracht van de bestemmingsreserve. Hierdoor kon 0,5 miljoen worden toegevoegd aan de algemene reserve.

Voorzieningen Personele voorzieningen Aan de reorganisatievoorziening worden premies inzake FPU en pensioen onttrokken die betaald worden aan het ABP ten behoeve van oud-medewerkers die door reorganisatie het Noorderpoort hebben verlaten. In 2010 behoefde niet gedoteerd te worden.

Langlopende schulden Kredietinstellingen Het saldo langlopende schulden is lager dan in 2009 door jaarlijkse aflossing op leningen en door een volledige aflossing van een lening in verband met de verkoop van de Grintweg.

Kortlopende schulden Belastingen, premies en pensioenen De schulden m.b.t. belastingen en pensioenen zijn hoger omdat lasten van november 2010 pas in 2011 zijn betaald. Overige kortlopende schulden is hoger door een schuld aan het Drenthe college en een schuld m.b.t. nog te betalen huren. Verder zijn de overlopende passiva hoger door ontvangen investeringssubsidies inzake de Campus die zijn geboekt op de egalisatierekening.

3


Leerwegondersteunend

1000 500

524

531

546

0

Praktijkonderwijs

101

120

2006

89

2007

Regulier

2008

Aantal deelnemers in het V(mb)O Exploitatierekening Bedragen x 1 miljoen 2007 2008 2009 2010 2010 2011 Begroting Begroting Aantal deelnemrs per Mbo-niveau Baten: 125,2 128,3 131,6 123,4 131,0 124,3 7000 Lasten: 6.171 6.089 - Personeel 84,7 86,2 88,3 84,5 89,0 88,8 6000 5.829 - Afschrijvingen 7,0 6,7 6,9 7,3 7,3 7,5 5000 - Huisvestingslasten 9,5 8,7 8,6 9,2 9,6 8,9 3.826 3.993 24,2 - Overige 25,3 22,1 19,4 22,1 18,8 4000 lasten 3.802 3.577 3.370 3.274 126,5 125,8 125,9 120,4 128,0 124,0 3000 Saldo baten en lasten -1,3 2,5 5,7 3,0 3,0 0,3 2004 2000 Financiële baten en lasten -2,3 -2,4 -2,9 -3,0 -2,8 -2,8 2005 646 1000 gewone 624 Resultaat bedrijfsvoering -3,6 0,1 2,8 0,0 0,2 -2,5 588 Buitengewone baten en lasten 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2006 0 Saldo exploitatie -2,7 0,1 2,8 0,0 0,2 -2,5 niveau 1 niveau 3 niveau 40,3 Onttrokken aan bestemmingsreserve 3,2 2 0,0 niveau 0,0 0,0 0,0 Resultaat totaal 0,5 0,1 2,8 0,0 0,5 -2,5

Aantal deelnemrs per Mbo-niveau

Resultaten uit gewone bedrijfsvoering 2006-2010 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 -1.000.000 -2.000.000 -3.000.000 -4.000.000 Resultaat

2006

2007

2008

2009

2010

4.229.831

-3.606.164

62.572

2.804.340

205.717

Verkorte toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening 2010 Baten

Rijksbijdragen Resultaten 2004-2008 Er is ruim € 1,5 miljoen meer ontvangen aan rijksbijdrage ten opzichte van 2009. De baten in opdracht van derden zijn afgenomen door het opheffen van het Centrum Vakopleiding per 1 augustus 2010. De baten kunnen volgt worden gesegmenteerd: Aantal als deelnemers per MBO-sector Normatieve rijksbijdrage OCW MBO € 87,6 miljoen 5000 rijksbijdrage OCW VO Normatieve € 15,0 4.224miljoen 4.221 4.139 3.973 4.130 Overige subsidies OCW € 7,9 miljoen 3.971 3.840 3.848 4000 Educatie (REP) € 4,0 miljoen 3.267 Contractactiviteiten € 6,2 miljoen 3000 Overige baten € 10,3 miljoen 2000

Lasten 1000

1.130

1.622 1.657 1.593

2006 2007

416 504

334 Personele lasten 2008 0 De stijging van de loonkosten ten opzichte van 2009 is grotendeels te verklaren door de wijziCampus Gezondheidszorg Werkwijs Zakelijke ging van de regeling inzake&de verwerking HTV van kostenTechniek van de BAPO-regeling. Winschoten Welzijn Dienstverlening

Financiële baten en lasten Aantal

4

deelnemers per Mbo-sector

Financiële baten Door investeringen en aflossingen in ondermeer huisvesting zijn de liquide middelen van het Noorderpoort in 2010 gedaald. In combinatie met een lagere rentestand resulteerde dit in lagere Aantal gediplomeerden MBO-sectoren rentebaten in vergelijking met 2009. Financiële 1600 lasten De rentelast 2010 is ten opzichte van 2009 gedaald als gevolg van aflossingen op langlopende 1.424 1.359 1400 1.341 leningen. 1.286 1.206 1200

1.148 1.045 1.034

1.151


Baten 0% 7% 1% 5% (Bedragen x € 1.000)

3%

Baten

Ministerie van OC&W

0% 7% 1%

110.420

Gemeentelijke bijdragen

5%

3.998 6.223

Contractonderwijs

(Bedragen x € 8.978 1.000)

Overige baten

3%

84%

1.362 110.420 292 3.998

Projecten niet OC&W Ministerie van OC&W Rentebaten Gemeentelijke bijdragen

6.223 131.274 8.978

Contractonderwijs Overige baten

84%

1.362

Projecten niet OC&W Rentebaten

292 131.274

Lasten

17% Lasten 7% 6%

2%

(Bedragen x € 1.000)

2%

17%

Personeelslasten

68%

88.927

Afschrijvingen

7.301

Huisvestingslasten

9.634

Overige lasten

22.112

(Bedragen x € 1.000)

Rentelasten Personeelslasten

7%

3.095 88.927

131.068 7.301

Afschrijvingen

6% 68%

Huisvestingslasten

9.634

Overige lasten

22.112

Rentelasten Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2010

3.095 131.068

2010 2009 FTE-verloop Noorderpoortcollege in duizenden euro's in duizenden euro's Aantal Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat 3.009 5.659 1.600 Aanpassingen voor: 1.550 - Afschrijvingen 7.301 6.941 FTE-verloop Noorderpoortcollege - Mutaties voorzieningen -1.074 -910 1.500 Veranderingen in vlottende middelen Aantal - Voorraden 3 -8 1.450 1.600 - Vorderingen 1.955 -5.013 1.400 - Kortlopende schulden (excl. kredietinst.) 5.465 -561 1.550 1.350 16.659 6.107 1.500 1.300 uit bedrijfsoperaties Kasstroom 1.450 interest Ontvangen 292 Sep. Okt. 557 Jan. Feb. Mrt. Apr. Mei. Jun. Jul. Aug. Nov. Dec. Betaalde -3.095 -3.411 1.400interest -2.803 -2.854 1.350 13.856 3.253 Kasstroom 1.300 uit investeringsactiviteiten Investeringen vaste -7.219 Jan. materiële Feb. Mrt. activa Apr. Mei. Jun. Jul. Aug. Sep. Okt. Nov. -7.821 Dec. Investeringen financiële vaste activa -583 33 Aantal fte's in OP en OBP per 31 december -7.803 -7.788 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw1800 opgenomen leningen 0 0 1.605 Aflossing langlopende leningen -7.925 -6.841 1600 1.573 1.436 -7.925 -6.841 1400 Aantal fte's in OP en OBP per 31 december Mutatie liquide middelen -1.872 -11.375 1200 1.089 1.043 1800 Beginstand 21.382 881 32.757 1000 liquide middelen 1.605

1600

1.573

Mutatie800 liquide middelen 1400 600 Eindstand 1200 400 1000 200 800 0 600

530

518 Liquide middelen 1.089

-1.872

1.436

19.510

-11.375 21.382 OP

881

518

2004

555

1.043

530

2004

OBP 555

TOTAAL

5


Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen Het financieel jaarverslag is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Met ingang van 2008 is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van toepassing. Bij het opstellen van het financieel jaarverslag is rekening gehouden met deze regeling, alsmede met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 660 Onderwijsinstellingen (RJ 660). Tenzij hierna anders vermeld, zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar behoudens de stelselwijziging met betrekking tot het verwerken van de kosten van de (spaar)BAPO-regeling (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) als periodekosten. Deze stelselwijziging is een gevolg van de wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van 22 september 2010. Materiële vaste activa De gebouwen worden gewaardeerd tegen kostprijs, verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met de lineaire afschrijvingen. Sinds januari 2002 wordt bij het afschrijven op gebouwen rekening gehouden met een restwaarde van 25%. Gebouwen en terreinen waarvan in het kader van de OKF-operatie het economische claimrecht is verkregen zijn gewaardeerd tegen de normatieve restwaarde, zoals deze is bepaald bij de invoering van de OKF. Ook de hierop betrekking hebbende afschrijvingen op gebouwen zijn gebaseerd op deze OKF-systematiek. De inventaris en apparatuur worden gewaardeerd tegen kostprijs of verkrijgingsprijs verminderd met de lineaire afschrijvingen. Als activeringsgrens voor inventaris en apparatuur wordt in principe een bedrag van € 2.500 gehanteerd. De verwachte economische levensduur per vast actief zijn als volgt vastgesteld: Terreinen 0 jaar Gebouwen 33,33 jaar Vaste installaties 10/20 jaar Terreinvoorzieningen 20 jaar Noodlokalen 10 jaar Verbouwingen 10 jaar Audiovisuele hulpmiddelen 5 jaar Hard- en software 3 jaar Schoolmeubilair 15 jaar Overige inventaris 10 jaar Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. De onder fianciële vaste activa opgenomen vordering worden gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Voorraden Gebruiksgoederen worden gewaardeerd tegen kostprijs/inkoopprijs onder aftrek van een (eventuele) voorziening voor incourantheid.

6


Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen, bestaande uit kasgelden en banktegoeden, staan ter vrije beschikking. Eigen Vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingreserves. De bestemmingreserves zijn reserves met een, door het bestuur aangegeven, beperkte bestedingsmogelijkheid. Voorzieningen Een voorziening wordt gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen benodigd is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De reorganisatievoorziening is opgenomen tegen nominale waarde en de overige voorzieningen zijn opgenomen tegen contante waarde. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor uitkeringen aan werknemers bij het behalen van een jublieum. De reorganisatievoorziening is gevormd in 2004 en daarna jaarlijks geĂŻndexeerd. Aan de voorziening worden premies inzake fpu en pensioen onttrokken die betaald worden aan het ABP ten behoeve van oud-medewerkers die door reorganisatie het Noorderpoort hebben verlaten. Egalisatierekening Deze post hangt samen met het egaliseren van meerjarige investeringssubsidies en is opgenomen onder de overlopende passiva. De vrijval van de investeringssubsidies worden overeenkomstig de afschrijvingssystematiek van de desbetreffende materiĂŤle vaste activa verwerkt onder de baten.

Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rijksbijdragen OC&W De baten die in het verslagjaar zijn ontvangen van het ministerie worden in totaliteit verantwoord en zijn gebaseerd op de meest recent verschenen rijksbijdragebrieven. Baten in opdracht van derden Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Overige baten Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, detacheringen, ouderbijdragen en overige. Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen.

7


Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Het Noorderpoort heeft de toegezegde-pensioenregelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. Voor toegezegde- bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. FinanciĂŤle baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.

8


Financiële indicatoren

2002

Solvabiliteitratio Liquiditeitratio Rentabiliteitratio

0,35 1,01 0,6%

2003 2004 0,35 1,05 1,1%

0,35 0,90 2,0%

2005

2006

2007

2008

2009 2010

0,35 0,97 3,5%

0,36 0,77 3,2%

0,30 1,18 0,4%

0,20 1,32 0,1%

0,21 0,27 1,10 0,86 2,1% 0,2%

Solvabiliteit eigen vermogen / totaal passiva Liquiditeit Vlottende activa / korte schuld Rentabiliteit Exploitatieresultaat / totale baten

Early warning syteem Exploitatiesaldo Personele lasten Weerstandsvermogen Liquiditeit Operationele kasstroom

Noorderpoort-waarden

BVE-norm

205.717 67,85% 31,41% 0,86 16.659.120

>0 Lager dan 72% van de lasten Hoger dan 30% van de baten >1 >0

‘Solvabiliteit’ geeft de mate aan waarin de organisatie in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Door de stelselwijziging met betrekking tot het verwerken van de kosten van de BAPO-regeling, een positief exploitatiesaldo en aflossing op langlopende leningen is de solvabiliteitspositie in 2010 sterk verbeterd ten opzichte van 2009. ‘Liquiditeit’ geeft de mate aan waarin de organisatie in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Door een hogere korte termijnschuld en een daling van de liquide middelen is de liquiditeitsratio gedaald in vergelijking met 2009. ‘Rentabiliteit’ geeft de mate aan waarin de organisatie door doelmatigheid in staat is om positieve resultaten te genereren. De rentabiliteit van het Noorderpoort was in 2010 positief.

Financial performance van het Noorderpoort Het Noorderpoort meet zijn financiële performance af aan bovenstaande indicatoren. De financiële indicatoren zijn de graadmeter voor de financiële positie van het Noorderpoort. Op het gebied van exploitatiesaldo, personele lasten, weerstandsvermogen en operationele kasstroom scoort het beter dan de BVE-norm. Het resultaat 2010 van het Noorderpoort bedraagt bijna 206.000 euro. Hiermee is de begrotingsdoelstelling behaald en eveneens de BVE-norm. De personele lasten van het Noorderpoort zijn lager dan de BVE-norm. De effecten van de terugloop van de vaste personele formatie van het Noorderpoort verklaren voor een groot deel dit verschil. Het weerstandsvermogen is hoger dan de BVE-norm. Dit komt door enerzijds het positieve resultaat in 2010 en anderzijds door het terugdraaien van de stelselwijziging m.b.t. de voorziening BAPO die in 2008 was ingevoerd. In 2010 is besloten deze stelselwijziging terug te draaien met als resultaat dat het eigen vermogen en dus het weerstandvermogen met ruim 8 miljoen euro toenemen. Het weerstandsvermogen komt dan uit op een percentage van 31,4%. Houden we rekening met de uitgangspunten van Commissie Don dan scoort de solvabiliteitspositie van het Noorderpoort hoger dan de norm. De liquiditeitscore is lager dan 1. De reden hiervoor is de hogere korte termijn schulden positie van het Noorderpoort. Een lagere liquiditeitscore is vanuit het oogpunt van treasury gezien voordelig vanwege de lagere geldmarktrente. De lagere liquiditeitscore is daarom geen teken van bad performance, maar eerder van good treasurymanagement. Dit komt o.a. tot uitdrukking in de operationele kasstroom. Deze is significant hoger dan de BVE-norm en is zelfs in 2010 toegenomen met ruim 10 miljoen euro t.o.v. 2009. De conclusie op basis van bovenstaande constateringen is dan ook dat het Noorderpoort ruim voldoet aan de BVE-norm en derhalve financieel economisch gezond is. 9


Treasury Management Renteontwikkelingen De zorgen over de soliditeit van het Europese bankwezen blijven aanwezig. Het economisch herstel in Europa is derhalve kwetsbaar. De situatie in Griekenland, Portugal en Ierland lijkt nog niet te verbeteren hetgeen de onzekerheid vergroot. Door deze twijfels over de soliditeit lagen de korte rentes in 2010 op een laag niveau. Pas wanneer deze twijfels verdwijnen kunnen de korte rentes de komende tijd weer oplopen. Het Noorderpoort moest gezien deze economische ontwikkelingen in 2010 genoegen nemen met een relatief lage rente op uitstaande gelden. Toch is er in 2010 een optimaal renteresultaat behaald. Daarnaast is evenals in 2009 de operationele kasstroom positief. De liquiditeitspositie van het Noorderpoort wordt op dit moment nog steeds met name be誰nvloed door de huisvestingsplannen. Er is in 2010 voor ongeveer 3,8 miljoen euro vanuit dit plan ge誰nvesteerd terwijl de verwachte uitgaven vanuit het huisvestingsplan waren geraamd op ca 7,7 miljoen euro. De overige investeringen bedroegen 4,7 miljoen. Ondanks deze investeringen en betaalde aflossingen op langlopende leningen zijn de liquide middelen in 2009 slechts gedaald met bijna 2 miljoen euro. Dit heeft ondermeer te maken met een hoger saldo op de kortlopende schuldenpositie. Het Noorderpoort houdt ook in 2011 een overschot aan liquide middelen. Om hierover een optimaal renteresultaat te krijgen zal ook in 2011 de renteontwikkeling nauwkeurig moeten worden gevolgd. In 2011 wordt gerekend op investeringen ter hoogte van ongeveer 6 miljoen euro inzake huisvesting en 2 miljoen overige investeringen.

Verloop liquide middelen 2006-2010 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00 2006

in miljoenen 4,72

2007 19,80

2008 31,50

2009 21,38

2010 19,51

De overtollige middelen zijn in 2010 tegen een relatief hoge geldmarktrente weggezet bij solide en gezonde Nederlandse banken zoals de BNG en de Rabobank. Deze transacties zijn verlopen conform de vigerende wet en regelgeving.

Resultaten 2004-2008

In 2011 zal gezien de economische ontwikkelingen wel weer rekening moeten worden gehouden met een relatief lage rente op uitstaande gelden. Gezien de cashflow positie van het Noorderpoort, de financieringsstructuur en het renterisico op de vaste en vlottende schuld mag er van worden uitgegaan dat het Noorderpoort in directe zin op de geldmarkt en kapitaalmarkt geen last zal hebben van de gevolgen van de kredietcrisis. De totale leningportefeuille bedraagt in december 2010 ruim 71 miljoen euro (zie overzicht). Langlopende leningen 11.892.854 Bank Nederlandse Gemeenten 2005 13.333.333 Bank Nederlandse Gemeenten 2006 14.666.667 Bank Nederlandse Gemeenten 2007 14.000.000 Bank Nederlandse Gemeenten 2008 17.333.333 Totaal 71.226.189 De leningportefeuille van het Noorderpoort bevat voor het overgrote deel leningen met een rente die voor lange tijd vaststaat. Enig renterisico is hier dus niet aanwezig. 10


Resultatenbox 2010 Volgens de regeling Jaarverslaglegging Onderwijs moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het jaarverslag en de jaarrekening een set met gegevens toevoegen. Dit wordt ook wel de resultatenbox genoemd. De indicatoren van de resultatenbox zijn ter beschikking gesteld door DUO en worden in dit hoofdstuk weergegeven.

Onderwijskundige opbrengsten op instellingsniveau Resultaten en VSV Schooljaar

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10

Diplomaresultaat Noorderpoort BVE

66,7 63,3 66,8 67,3 69,8

Jaarresultaat Noorderpoort BVE

58,5 61,2 62,5 64,7 66,7

68,4 64,3 65,7 66,4 68.9

Percentage nieuwe VSV-ers Noorderpoort BVE

61,6 62,6 62,5 64,8 67,5

8,7 8,4 7,9 8,0 7,3

10,5 10,2 9,6 9,3 8,6

Overzicht jaarresultaat en diplomaresultaat Noorderpoort 2005-2010 Schooljaar

05/06 06/07 07/08 08/09 09/10

Diplomaresultaat Noorderpoort

Diplomaresultaat benchmark DUO

66,7 58,5 63,3 61,2 66,8 62,5 67,3 64,7 69,8

Jaarresultaat Noorderpoort

Jaarresultaat benchmark DUO

68,4 64,3 65,7 66,4 68,9

61,6 62,6 62,5 64,8

Diplomaresultaat 80,0% 75,0% 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% 50,0%

Resultaat Noorderpoort Resultaat Benchmark DUO

2005/2006

2006/2007

2007/2008

2008/2009

2009/2010

Jaarresultaat 80,0% 75,0% 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% 50,0%

Resultaten 2004-2008 Resultaat Noorderpoort Resultaat Benchmark DUO

2005/2006

2006/2007

2007/2008

2008/2009

2009/2010

De toelichting op deze cijfers geven we aan de hand van de ontwikkelingen per niveau. Intern worden deze resultaten op school-, team- en creboniveau vastgesteld.

Resultaten 2004-2008

11


Diplomaresultaten Schooljaar 05/06 06/07 07/08 08/09

Niveau 1 38,3 36,3 39,1 42,3

Niveau 2 56,4 48,7 55,2 57,7

Niveau 3 70,4 73,3 74,1 75,7

Niveau 4 75,7 70,9 75,0 75,6

Nadat in 2006-2007 de definities gewijzigd zijn, zien we dat het diplomaresultaat een stijgende lijn te zien geeft. Op niveau 1, een groep deelnemers waar het Noorderpoort er relatief veel van heeft, blijft de ontwikkeling nog licht achter bij de landelijke ontwikkeling. Wat hier een vertekend beeld kan geven is het feit dat het toeleiden naar een werkplek voor dit onderwijsniveau wel als succesvol beschouwd kan worden, maar niet in het formele (onderwijskundige) resultaat zichtbaar is. Voor niveau 2, 3 en 4 liggen we ruim boven de landelijke norm. Wel is afleesbaar dat binnen het Noorderpoort op school- en teamniveau verschillen in de resultaten te constateren zijn. Door hierop te sturen wordt geprobeerd de resultaten verder te optimaliseren. Op dit moment is als doelstelling geformuleerd dat het resultaat een stijgende ontwikkeling dient te tonen, met als minimum de inspectienorm.

Jaarresultaten Schooljaar 05/06 06/07 07/08 08/09

Niveau 1 55,4 52,3 54,4 55,4

Niveau 2 66,5 62,2 64,4 65,9

Niveau 3 69,6 66,3 63,7 64,6

Niveau 4 72,3 67,2 70,4 71,2

Nadat in 2006-2007 de definities gewijzigd zijn, zien we dat het jaarresultaat een stijgende lijn te zien geeft. Op niveau 1 en 3 blijven de ontwikkelingen nog licht achter bij de landelijke ontwikkeling. Bij niveau 3 is er nog sprake van een technische vertekening doordat de ongediplomeerde doorstroom naar niveau 4 de resultaten van niveau 3 negatief beĂŻnvloedt. De niveaus 2 en 4 doen het duidelijk beter dan de landelijke trend. Wel zien we binnen het Noorderpoort dat er op school- en teamniveau verschillen in de resultaten te constateren zijn. Op dit moment is als doelstelling geformuleerd dat het resultaat een stijgende ontwikkeling dient te tonen, met als minimum de inspectienorm. Hieronder worden het jaar- en diplomaresultaat opgesplitst naar leeftijd. Hier vallen geen noemenswaardige verschillen uit op te maken.

Deelnemers < 23 jaar Schooljaar 05/06 06/07 07/08 08/09

Diplomaresultaat 64,9 63,7 65,9 66,7

Jaarresultaat deelnemers 67,8 65,0 65,5 66,7

Diplomaresultaat 71,6 62,4 68,8 68,6

Jaarresultaat deelnemers 70,5 62,4 66,0 65,8

Deelnemers ≼ 23 jaar Schooljaar 05/06 06/07 07/08 08/09

12


VSV Schooljaar 05/06 06/07 07/08 08/09

Niveau 1 43,8 35,4 42,2 34,3

Niveau 2 13,7 14,1 13,9 12,8

Niveau 3 5.0 4,7 3,8 4,5

Niveau 4 4.0 4,1 3,9 3,6

De inspanning van de laatste jaren heeft ervoor gezorgd dat het aantal VSV-ers duidelijk afneemt. Het Noorderpoort werkt op basis van een convenant in het Noorden waarbij deelnemers van alle leeftijden als VSV-er getypeerd (kunnen) worden. Ook hier zien we een daling. We blijven op dit gebied ambitieus, met name op niveau 1 en 2 is er nog winst te boeken. In paragraaf 6.2 Onderwijsproces is meer informatie te vinden over VSV.

Deelnemerstevredenheid: School Opleiding Lessenprogramma Docenten Studiebegeleiding Stage Werkplek (BBL) Informatie Organisatie Inspraak Veiligheid Onderwijsfaciliteiten

Noorderpoort 6,2 6,6 3,1 3,5 3,2 3,5 3,7 3,5 3,1 3,1 3,8 3,1

BVE 6,3 6,9 3,2 3,5 3,3 3,6 3,7 3,5 3,1 3,0 3,7 3,1

Bij de eerste twee onderwerpen werd een 10-puntsschaal gehanteerd en bij de overige onderwerpen en 5-puntsschaal. De JOB enquĂŞte geeft op een aantal onderwerpen een geringe differentiatie. Intern wordt er via de ROC Spiegel een eigen deelnemertevredenheidsonderzoek afgenomen (zie ook hoofdstuk 8 resultaten DTO/JOB 2010). Dit onderzoek kent een hogere respons en wordt naast het Noorderpoort mbo/VO-niveau ook op team- en schoolniveau uitgewerkt. De hoge score voor veiligheid is ook hier herkenbaar. De waardering per school verschilt nogal, terwijl de studiebegeleiding ook als aandachtspunt naar voren komt.

13


Financiële kengetallen Liquiditeit Rentabiliteit Solvabiliteit

2005 0,97 1,19 1,7 2,0 0,32 0,48

2006 0,77 0,98 3,5 2,2 0,33 0,46

2007 1,18 0,86 -2,9 0,6 0,28 0,42

2008 1,32 0,68 0,00 -0,8 0,2 0,33

2009 1,10 2,1 0,21

In de eerste kolom onder het desbetreffende jaartal staat de score van het Noorderpoort en in de tweede kolom de gemiddelde BVE-score. Het Noorderpoort meet zijn financiële performance af aan bovenstaande indicatoren. De financiële indicatoren zijn de graadmeter voor de financiële positie van het Noorderpoort. De liquiditeitspositie is in 2009 afgenomen ten opzichte van 2008 door de investeringen die in 2009 zijn gepleegd. De rentabiliteit is in 2009 gestegen ten opzichte van 2008, doordat er in dat jaar een hoog rekeningsresultaat is behaald. De solvabiliteitspositie van het Noorderpoort is in 2009 lager uitgevallen t.o.v. 2008. VOA

2006/2007 Percentage VOA-geïndiceerden 28,1 Diplomaresultaat VOA-geïndiceerden

14

2007/2008 29,2 45,2

2008/2009 30,4 50,1


Helderheid (OCW) De notitie Helderheid 2004 en de daaropvolgende aanvullingen hebben betrekking op de BVE-sector. In de notitie wordt aangegeven dat er acht thema’s zijn waarover verantwoording moet worden afgelegd. Deze worden hieronder beschreven. Thema 1: uitbesteding Er zijn drie uitbestedingen gerapporteerd, die voldoen aan de daarvoor gestelde eisen. Dit is aantoonbaar middels de afgesloten contracten. Het betreft de volgende uitbestedingen: • Vacansoleil • Verkeersschool Oosterpoort • UMCG Ambulancezorg Thema 2: investeren van publieke middelen in private activiteiten Op dit thema zijn geen investeringen van publieke middelen in private activiteiten gerapporteerd. Ondertussen hebben we kennis genomen van de handreiking voor de inrichting van onderwijskundige publiekprivate arrangementen en zullen we deze handreiking in dit kader ter hand nemen. Thema 3: het verlenen van vrijstellingen In 2010 hebben de scholen in totaal aan 28 deelnemers vrijstellingen verleend, die echter niet geleid hebben tot onderschrijding van de bijbehorende IIVO. Alle onderwijsprogramma’s die de respectievelijke scholen aanbieden voldoen aan de daaraan gestelde eisen, en geen van de scholen, die regulier onderwijs verzorgen, genereert outputbekostiging middels extranei die nooit aan het beroepsonderwijs deelgenomen hebben. Binnen de respectievelijke scholen is sprake van horizontale stapeling. Het gaat in totaal om 307 deelnemers die zowel in 2009 als in 2010 een diploma behaald hebben. Voor 2010 bedraagt de kwantitatieve verhouding tussen BOL-voltijd, BOL-deeltijd en BBL 10.212 : 265 : 4.013. Het betreft de bekostigde deelnemers. Thema 4: les- en cursusgeld Het Noorderpoort doneert geld in het Hindrik Schollemafonds dat als doelstelling heeft mensen in moeilijke omstandigheden in staat te stellen een mbo-opleiding te volgen. Over 2010 zijn echter geen gegevens beschikbaar van deelnemers die via dit fonds in staat gesteld zijn een mbo-opleiding bij een van de scholen te volgen. Het cursusgeld is bij 52,7% van de deelnemers, die hun cursusgeldkaart ingeleverd hebben, overgenomen door derden. Ten opzichte van 2009 is dit percentage met 3,5 procent afgenomen. Voor alle 420 deelnemers die een opleiding volgen via het NCvB geldt dat het cursusgeld door derden is overgenomen. Het Noorderpoort heeft voor geen enkele deelnemer meer dan één keer les- en/of cursusgeld in rekening gebracht. Thema 5: in- en uitschrijvingen van deelnemers Het Noorderpoort registreert de aanwezigheid van deelnemers en kan aantonen dat de 850 klokuren IIVO (In Instellingstijd Verzorgd Onderwijsprogramma) tenminste waargemaakt worden. Voor de BBL kan aangetoond worden dat tenminste 120 klokuren IIVO waargemaakt worden. Van alle deelnemers wordt de vooropleiding in PeopleSoft ingevoerd. Er wordt frequent gerapporteerd aan betrokkenen bij welke deelnemers welke bekostigingsdocumenten ontbreken. Voor het innen van lesgeld- en cursusgeld beschikt het Noorderpoort over een maandelijkse rapportagecyclus. In de periode van 1 oktober 2010 tot en met 31 december 2010 hebben 364 deelnemers hun laatstgenoten opleiding ongediplomeerd verlaten, er wordt echter niet geregistreerd naar welke school. 15


Thema 6: de deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij/zij ingeschreven is De meeste scholen passen de kadernotitie Risicoleerlingen van OCW (oktober 2005) toe en zetten daarvoor de VOA-gelden in. Van de scholen die de VOA-gelden inzetten wordt door een aantal scholen aangegeven dat de vrije ruimte gebruikt wordt voor individuele begeleiding om zo toch de opleidingsdoelen te behalen. Het beleid met betrekking tot LoopbaanoriÍntatie- en begeleiding, het zgn. LOB-beleid, is nog niet door alle onderwijsteams geïmplementeerd. In 2010 zijn deelnemers binnen het Noorderpoort van opleiding c.q. leerweg gewisseld. De bijbehorende processen zijn beschreven en door het CvB vastgesteld. Het aantal en soort omzwaaiers is middels de maandelijkse tussenrapportage Bekostiging MBO inzichtelijk te maken. Op grond van de opgeleverde rapportages vindt er in de scholen geen horizontale en verticale stapeling van diploma’s plaats. Thema 7: bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven In 2010 werden er in totaal 9 maatwerktrajecten uitgevoerd bij 9 verschillende bedrijven; maatwerktrajecten die voldoen aan de daarvoor gestelde eisen. De overige maatwerktrajecten lopen via het NCvB. Uit de afgesloten contracten blijkt dat het Noorderpoort rekening gehouden heeft met de wensen van de klant. Thema 8: buitenlandse deelnemers De centrale deelnemersadministratie geeft aan dat er buitenlandse deelnemers zijn. Het instroomproces (de AO instroom) zorgt ervoor dat een buitenlandse deelnemer eerst alle benodigde documenten in moet leveren om voor bekostiging in aanmerking te komen. Er heeft in 2010 geen audit plaatsgevonden om de werking van dit proces in beeld te brengen.

16


Inhoudelijke verantwoording 2010 geoormerkte middelen Innovatiebox Thema 2.1 Versterken praktijkgerichtheid in het leertraject. Noorderpoort is vertegenwoordigd in de BTOLPI, een netwerk van metaal- en installatiebedrijven. Binnen dit netwerk werken de school en het bedrijfsleven nauw met elkaar samen en informeren elkaar over nieuwe ontwikkelingen en organiseren o.a. bedrijfsexcursies en themadagen voor leerlingen en docenten Het office-center gaat geleidelijk de plaats innemen die het beoogde. Leerlingen worden via het office-center o.a. ingezet voor het verzorgen van de administratie van verenigingen, het organiseren van open dagen, of het vervullen van de rol van gastheer/vrouw bij werkconferenties. Thema 2.2. Optimaliseren van de schoolorganisatie Evenals in voorgaande jaren is ingezet op scholingsdagen voor docenten. Deelname aan het landelijk project Improve Your Move heeft ook in 2010 plaatsgevonden T.b.v. CGO is een studiewijzer gemaakt Thema 2.3 en 2.4 Verbeteren begeleiden deelnemers binnenschools en buitenschools Er is een nieuw protocol verzuim en wangedrag opgesteld. Leerlingen en ouders worden bij verzuim direct gebeld. Tweedelijners, de leerplichtambtenaar en de RMC-medewerker werken nauw samen als het gaat om sociale problematiek van de leerling. De leerplichtambtenaar of RMC-medewerker houdt spreekuur op school. De school is tevens partner binnen het centrum voor Jeugd en Gezin. Thema 3 Verbetering aansluiting beroepskolom Uit onderwijs (mbo en hbo) en werkveld is een stuurgroep actief die het contact tussen het Laboratoriumonderwijs en het werkveld ontwikkelt. Er worden jaarlijkse resultaatafspraken gemaakt. Verder zijn er afspraken betreffende werving en voorlichting. Om de doorstroom van mbo-deelnemers Laboratoriumtechniek naar hbo Laboratoriumtechniek te bevorderen heeft een uitwisseling van docenten plaats gevonden. Thema 4 Vernieuwing beroepsonderwijs met bedrijfsleven Samenwerking met de stichting Bouwtalent (bouw/ infra) is in de BPV geherstructureerd, zowel wat vormgeving als inhoud betreft. Voor Multimedia en Gaming is contact gezocht met het bedrijfsleven. Na lang onderhandelen is het uiteindelijke doel, om te komen tot een permanente uitwisseling met en participatie in een bedrijf, niet tot stand gekomen. De doelstellingen bleken te ver uiteen te lopen. Het is wel gelukt om de opleiding vorm te geven rondom praktijkopdrachten verkregen uit het bedrijfsleven.

Stagebox Diverse thema’s In 2009 is gestart met de School voor maatwerk. De School voor maatwerk is een experimentele school die voor deelnemers die nog geen duidelijk beroepsbeeld hebben, samen met het bedrijfsleven, flexibel vraaggestuurd beroepsonderwijs vormgeeft volgens het principe van werken en leren. In 2010 is het aantal deelnemers aanmerkelijk toegenomen. Er blijkt dus duidelijk behoefte te zijn aan deze vorm van onderwijs. 1a/2b Zorg dragen voor passende stage- en simulatieplaatsen Het Noorderpoort beschikt over een office-center, welke fungeert als een formele leer-werkplek. Deelnemers worden gezien als medewerkers. Hun werk is erop gericht om stageplekken buiten de school te verwerven in de vorm van uit te voeren opdrachten in de praktijk. 1b Intensieve begeleiding naar stage- en simulatieplaatsen Samen met een verzorgingshuis is een leerafdeling gestart waar leerlingen (BOL en BBL) zowel hun opleiding als hun stage volgen. 17


Er is een samenwerkingsverband met een multifunctioneel centrum, waar samen met het VO, Welzijnsstichting en verzorgingstehuis, activiteiten voor jong en oud in de buurt worden georganiseerd. Dit heeft uiteindelijk geleid tot meer stageplekken. 2a Aanbieden van passende stageplaatsen Er is met goed resultaat gewerkt aan het uitbreiden van het aantal stageplaatsen, het verbeteren van de voorbereiding op een stage en in het algemene zin verhogen van de kwaliteit van de stages. Zo is er in de regio Veendam een opzet gemaakt van een stagebank, dit project loopt nog. De School voor werkwijs is een project gestart om voor deelnemers aan AKA-trajecten eveneens in de regio stageplekken te zoeken. Dit heeft inmiddels ook al enigszins zijn vruchten af geworpen. Binnen de Scholen voor laboratoriumtechniek en logistiek loopt een project stagebureau. 2c Adequate opleiding van de deelnemersbegeleiders Er vinden training- en scholingsdagen plaats. Frequent bezoek aan stagebedrijven levert betere contacten en afstemming op.

School Maatschappelijk Werk In het jaarverslag van 2009 is voor het eerst melding gemaakt van School Maatschappelijk Werk. In het kalenderjaar 2010 is door veel scholen en Cursistendienstverlening gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het inzetten van deze middelen, ten behoeve van begeleiding van jongeren die problemen ondervinden op niet-schoolse gebieden. De inzet is vooral gericht op het helder krijgen van de problematiek van de jongere, het eventueel opheffen van deze problematiek of, indien er sprake is van complexere problematiek, het toewerken naar een doorverwijzing naar de gespecialiseerde (jeugd)hulpverlening. Conform de regeling SMW is binnen het Noorderpoort de inzet van SMW geregistreerd en ook verantwoord naar het NJI (Nederlands Jeugd Instituut). Er hebben ruim 2000 leerlingen gebruik gemaakt van SMW, waarbij er gemiddeld vier gesprekken hebben plaatsgevonden. Omdat leerlingen soms met meerdere hulpvragen zijn doorverwezen, is in het overzicht dat hier volgt het aantal hulpvragen in totaal hoger dan het totaal aantal leerlingen dat gebruik heeft gemaakt van SMW. Een kleine 1400 leerlingen is doorverwezen met een hulpvraag over gedragsproblematiek, ruim 950 maal betrof het functioneren op school, rond 800 maal op het gebied van lichamelijk of geestelijke gezondheid. De overige hulpvragen betroffen: leef- en gezinsomstandigheden (ruim 500), sociaal netwerk en vrije tijd (ruim 200) en ingrijpende gebeurtenis (ruim 100). De aard van de geboden hulp geeft ook een divers beeld, waarbij schoolondersteuning (850 maal) en advies/ambulante begeleiding (750 maal) het meest geboden is. De geboden hulp is door de leerling gemiddeld met een 6,7 gewaardeerd, de verwijzers geven een waardering van 7,2. Ook in 2011 zal het ingezette beleid t.a.v SMW worden gecontinueerd om zoveel mogelijk leerlingen in staat te stellen hun leerloopbaan met succes af te ronden.

Leerplusarrangement VO Relatief veel leerlingen uit achterstandswijken gaan in de stad Groningen naar school. Op basis hiervan zijn extra middelen toegekend aan de School voor (v)mbo Groningen-Zuid. Deze extra middelen zijn volledig aangewend om maatwerk aan te bieden aan de doelgroep. Dit maatwerk heeft bestaan uit extra begeleiding op diverse leergebieden. Ook worden uitgebreid mentoraat, extra ondersteuningslessen, huiswerkbegeleiding, hulp bij studieaanpak en planning deels bekostigd uit de extra middelen. Naast deze studiehulp is ook extra inzet gepleegd op hulp bij sociaal-emotionele problemen. Alle activiteiten zijn gericht op het verhelpen en voorkomen van leerachterstanden van de leerlingen.

Kwaliteitsgelden Deze middelen zijn door de verschillende scholen VO aangewend voor het inrichten en het bieden van extra reken- en taallessen. De scholen hebben zich gericht op het aanbieden van remediale programma’s om deze vakprogramma’s op het voor de opleiding gewenste niveau te brengen. Naast extra ondersteuningslessen in taal (begrijpend lezen) en rekenvaardigheid, 18


is extra formatie ingezet in remedial teachers die erin gespecialiseerd zijn achterstanden op te sporen en waar mogelijk te verhelpen.

Doorontwikkeling Praktijkonderwijs In de samenwerking met andere scholen is het afgelopen jaar gekozen voor een tweetal thema’s • versterking van de relatie met de omgeving; • ontwikkeling van een transitieplan. Er is geïnvesteerd om kennis te vergaren over de eigen regionale arbeidsmarkt, zodat de opleiding deels op die arbeidsmarkt kan worden afgestemd. Er is een netwerk opgebouwd met instanties die zich bezig houden met arbeidsintegratie. Overdracht van gegevens en kennis van begeleiding moet waarborgen dat leerlingen op de arbeidsmarkt blijven. Daarnaast zijn individuele trajecten ontwikkeld. In het transitieplan voor de leerling die op stage gaat, staat uitgebreid beschreven welke stappen gezet worden om de overgang van school naar arbeidsmarkt te verwerkelijken. In dit proces staat nadrukkelijk hoe de leerling zelf bij dit proces wordt betrokken.

Maatschappelijke stage VO In de verschillende scholen wordt gewerkt aan de invulling van de maatschappelijke stage. De voortgang van de verschillende trajecten wordt jaarlijks in september beschreven.

19


Controleverklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Noorderpoort De in deze bijlage opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte geconsolideerde balans per 31 december 2010, en de samengevatte winst-en-verliesrekening over 2010 met bijbehorend geconsolideerd kasstroomoverzicht, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Noorderpoort per 31 december 2010. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 21 juni 2011. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 21 juni 2011. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Noorderpoort. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, "Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiĂŤle overzichten" en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Noorderpoort per 31 december 2010 en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting.

Groningen, 21 juni 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: drs. A.M.P. van den Belt RA

20

20


Bijlagen Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht Dhr. Th.A.J. Brugman Nevenfuncties: • Vice-voorzitter van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) • Vice-voorzitter Raad van Toezicht RENN4 • Voorzitter Vrijwilligers Terminale Zorg Drenthe • Lid bestuur Vereniging Palliatief Terminale Zorg • Lid bestuur Vereniging Breed Overleg Kleine Dorpen Dhr. J.R.M.F. Cooijmans Hoofdfuncties: • Voorzitter Raad van Bestuur OZG Nevenfuncties: • Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Samenwerkende Ziekenhuizen Oost Groningen • Lid Bestuur Libau • Lid Raad van Commissarissen Rabobank • Lid Bestuur behoud de st.Joriskerk Westerlee • Lid Raad van Advies “Dementie in het Digitale Tijdperk in de provincie Groningen” • Lid stuurgroep “Zorg voor de Toekomst van Oost-Groningen” Dhr. G.J. Kral Hoofdfuncties: • Directeur Networks media B.V. • Directeur Krallman B.V. • Directeur Hilterberg B.V. • Directeur Pheagle investments B.V. Nevenfuncties: • Voorzitter Stichting verkiezing onderneming van het jaar provincie Groningen • Lid platform criminaliteitsbeheersing Groningen • Vice-voorzitter bedrijvensociëteit de Commanderie • Penningmeester Stichting Productiefonds Amateurkunst MPV Mevr. E.I. van Leeuwen Hoofdfuncties: • Directeur/senior adviseur NL consulting bv Nevenfuncties: • Voorzitter Raad van Toezicht Biblionet Groningen • Lid Raad van Commissarissen Lefier, woningbouwcorporatie • Lid Raad van Toezicht Interzorg Drenthe • Lid Raad van Toezicht Tjongerschans Ziekenhuis Heerenveen • Penningmeester/secretaris bestuur Stichting Kinder-Oncologie Groningen • Lid bestuur en kunstgenootschap Stichting Thomassen á Thuessink (gelieerd aan UMCG) • Lid bestuur MBO-stichting ‘Assen voor Assen’ • Coördinator ‘Festina Lente Programma’ • Voorzitter Bestuur NL Kenniscoöperatie • Lid Raad van Advies Van Ede & Partners Mevr. M. de Meijer Hoofdfuncties: • Lid Raad voor Cultuur Den Haag Nevenfuncties: • Voorzitter Raad van Commissarissen woningbouwcorporatie Wold & Waard Leek • Vice-voorzitter Raad van Toezicht VNN (Verslavingszorg Noord-Nederland) • Lid Raad van Commissarissen Martiniplaza BV • Voorzitter nationaal Park Lauwersmeer

21


Dhr. C.G. Zijderveld Hoofdfuncties: • Voorzitter Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta, SBE • Lid Raad van Commissarissen van Geo hydrogen Holding, Luxemburg Nevenfuncties: • Lid Dagelijks Bestuur Kamer v. Koophandel Noord • Bestuurslid VNO-NCW Groningen en VNO-NCW Noord • Bestuurslid Eems Dollard Regio (EDR) • Projectleider Platform groene Grondstoffen Nederland voor N. Nederland • Voorzitter TOA Eemsdelta - Groningen • Lid Stuurgroep Eemsdelta Green • Voorzitter stichting Vrienden van Airport Eelde • Bestuurslid stichting Delfsail • Lid Raad van Advies DHV Noord • Lid Raad van Advies NPAL (NOM) • Lid Nationale Haven Raad Bezoldigingsgegevens leden Raad van Toezicht De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft in 2010 een bedrag van 10.000,- euro ontvangen, de overige leden van de Raad van Toezicht ontvingen 6.000,- euro per persoon. Nevenfuncties College van Bestuur Dhr. R. Schuur • Voorzitter Stichting Prof Basketbal Groningen (GasTerra Flames) • Voorzitter bestuur Stichting Vier/ Vijf mei (Bevrijdingsfestival Groningen) • Plaatsvervangend voorzitter Raad van Toezicht Nationaal Gevangenismuseum, Veenhuizen • Plaatsvervangend voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Stad en midden Groningen • Lid Raad van Advies RENN 4 • Lid Raad van Advies Walk for Life Dhr. W. van de Pol • Lid afdelingsbestuur PvdA Groningen • Lid bestuur Stichting Fotografie Noorderlicht Groningen • Lid bestuur Stichting Swingin’ Groningen Bezoldigingsgegevens College van Bestuur Belastbaar loon 2010: • Voorzitter College van Bestuur • Lid College van Bestuur

22

€ 144.802,€ 117.188,-


23


8 6 9 4 5 2 31 7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.