E book vijftig jaar techniekonderwijs in groningen

Page 1

Muntinglaan 3 50 jaar Techniekonderwijs



Muntinglaan 3 50 jaar techniekonderwijs


2


Muntinglaan 3 50 jaar Techniekonderwijs

U i t g av e t e r g e l e g e n h e i d va n d e h e r o p e n i n g o p 2 1 j a n u a r i 2 0 1 6 DOOR C O M M I S S ARI S VAN DE KONING DHR . M A X VAN DEN B ERG

3


4


Inhoud De inhoudsopgave hiernaast en het symbool linksonder op de pagina’s zijn aanklikbaar.

Voorwoord 6 Hoofdstuk 1: Hoe het begon 11 Hoofdstuk 2: Veranderende tijden 21 Kunst aan de Muntinglaan 30 Hoofdstuk 3: Eigentijds onderwijs 33 Hoofdstuk 4: Het technisch onderwijs in 2025 41 10 voorspellingen 53 Wie zijn op de Muntinglaan 3 gehuisvest? 55 BREEAM 60 Colofon 64

5


6

Voorwoord Als moderne schoolleider word je geacht boven de waan van de dag uit te stijgen en steeds vooruit te kijken. Welke ontwikkelingen gaan zich voordoen op de arbeidsmarkt? Gaat de kwalificatiestructuur weer veranderen? Wat voor personeel hebben we in 2020 nodig? Terugkijken is er niet bij. De ordners die ik in 2007 bij mijn aanstelling als directeur van de locatie Muntinglaan van mijn voorganger kreeg, heb ik nooit ingezien. Afgelopen juni zette ik ‘heropening technische school Muntinglaan’ op de agenda van het schoolmanagement. De voltooiing van de renovatie, inclusief installatie van splinternieuwe machines en een imposant kunstwerk, kwam in zicht en dat moest gevierd worden. Ook had ik ontdekt dat het gebouw ooit op 22 november 1965 officieel was geopend. Het bestond binnenkort dus

vijftig jaar en het leek me praktisch om beide feestelijkheden aan elkaar te koppelen. ‘Laten voor de gelegenheid een jubileumboekje uitgeven,’ stelde ik voor. De teammanagers vonden het een goed idee, ‘als het maar niet zo’n saai geschiedenisboek wordt.’ Tijdens het slopen van de binnenmuren werd een plaquette met het portret van de eerste directeur B. Rienksma veiliggesteld. Wij verwachtten dat dit kunstwerk een mooi aandenken zou zijn voor de nabestaanden en korte tijd later ontving ik Tea Rienksma, zijn dochter, op mijn kantoor. Tea verraste mij, niet alleen met haar stellige overtuiging dat de plaquette op school moest blijven, maar vooral met een verzameling unieke documenten die ze mee had genomen over de geschiedenis van de school. Ik begreep dat we toch niet om de historie heen konden.


7

Maar moest het daarom een saai boek worden? Er werd een creatief team geformeerd (zie het colofon) dat meteen heftig begon te brainstormen: in het boek moesten zowel verleden, heden èn toekomst van de school een plaats krijgen. Bovendien moest het een eigentijds en innovatief geheel worden, net zoals het onderwijs dat we onze studenten willen bieden.

duizenden leerlingen en de honderden docenten die er vroeger hadden gestudeerd en gewerkt.

Vanzelfsprekend nam ik de taak op me om de toekomst van het technisch onderwijs te schetsen. Terwijl ik daarmee bezig was, las ik ook de tussenproducten van de andere schrijvers en begon me daardoor steeds meer te interesseren voor de geschiedenis van mijn school: de groei, de reorganisaties, de verbouwingen, de naamsveranderingen, de kunst. Met een zekere weemoed dacht ik aan de vele

December 2015

Toch wel bijzonder wanneer je school zo’n rijke historie heeft. Het is dan ook een inspirerende gedachte dat wij nu in ons prachtig gerenoveerde gebouw een nieuw hoofdstuk aan die historie gaan toevoegen.

Dick van der Plas, directeur Technologie & ICT


8


9


10 9

Start Uitgebreide Technische School met een schakelklas voor L.T.S.-ers (Grote Leliestraat)

In de volgende jaren worden de volgende afdelingen gestart: Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek (1955), Bouwkunde (1957, Violenstraat), Weg- en Waterbouwkunde (1960, J.C. Kapteynlaan)

Opening Muntinglaan 3

‘54

‘55

‘65


Hoofdstuk 1

Hoe het begon

11 9


Uit: Nieuwsblad van het Noorden, 1965

12

Hoe het begon

Grote Leliestraat, Groningen

“Snelgroeiende Groninger U.T.S eindelijk afdoende gehuisvest”, kopte het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden in 1965 bij de opening van het nieuwe schoolgebouw aan de Muntinglaan. Vóór de komst naar dit nieuwe pand was de huisvesting van deze Uitgebreid Technische School minder passend. Toen B. Rienksma in oktober 1954 als directeur begon met zijn nieuwe school, kreeg hij de beschikking over een leegstaand schoolgebouw in de Grote Leliestraat. Met 16 leerlingen en een handjevol parttime leraren werd een begin gemaakt met een schakelklas voor LTS’ers. In een feestrede bij het 25-jarige bestaan van de school in 1979 schetste een van de leerlingen van het eerste uur een beeld van die beginperiode. “Een groepje zeer gemotiveerde leerlingen, allen met een LTS-diploma op zak, komend uit alle

delen van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe en zich volledig bewust van hun pionierspositie. Een directeur die de meeste lessen zelf gaf en als een vader over ‘zijn’ jongens waakte. Maar dat alles in een krakkemikkig schoolgebouw met aanvankelijk maar één leslokaal dat in de winter verwarmd werd door een oude potkachel.”


Tea Rienksma (dochter): “Mijn vader was met hart en ziel betrokken bij de opbouw en ontwikkeling van ‘zijn ‘school. Zelf had hij in Leeuwarden op de ambachtsschool gezeten en was daarna opgeleid tot scheepswerktuigkundige. Tot 1939 voer hij bij de Stoomvaartmaatschappij Nederland over alle wereldzeeën. Maar zijn behoefte om zich verder te ontwikkelen en aan de wal een huwelijks- en gezinsleven op te bouwen deden hem de zeevaart vaarwelzeggen. In Leeuwarden werd hij van 1939 tot 1946 leraar aan de M.T.S. Toen in Zwolle de school voor scheepswerktuigkunde werd opgericht, kreeg hij daar een aanstelling als leraar. In 1952 werd hij benoemd als directeur van de Ambachtschool (L.T.S.). in Harlingen. Bij zijn vertrek in 1954 naar Groningen, gaf de voorzitter van de Vereniging voor Nijverheidsonderwijs in zijn afscheidsspeech te kennen het zeer te betreuren dat de heer Rienksma Harlingen weer zo spoedig ging verlaten. Hij uitte zijn waardering en dank voor alles wat mijn vader kennelijk in die twee jaren voor de school had gedaan. In Groningen viel iets op te bouwen. Enthousiast en vol energie begon hij, daarbij altijd gesteund door de toenmalige Wethouder voor Onderwijs, mevrouw A.J. Aarsen-Jansen. Binnen 10 jaar was de school zo sterk gegroeid dat nieuwbouw noodzakelijk werd. In 1963 was het besluit tot nieuwbouw een feit en in 1965 kon de nieuwe school officieel geopend worden.

Gerda Koster (oud secretaresse): “Bij de ingang hing een plaquette van meneer Rienksma. Er werd nog net niet iedere dag stilgestaan bij deze plaquette. Deze man had vreselijk veel aanzien.

Nog krap zes jaar heeft mijn vader in ‘zijn’ nieuwe school kunnen functioneren. In oktober 1971 overleed hij na een kort ziekbed, twee jaar voor zijn pensionering. In 1973 besloot het bestuur van de Stichting tot bevordering van het Middelbaar Technisch Onderwijs in Groningen tot het plaatsen van een plaquette van mijn vader bij de ingang van het schoolgebouw. In september in datzelfde jaar onthulde mijn moeder de plaquette, samen met de Groninger kunstenaar Thees Meesters, maker van de plaquette.” Bronzen reliëf (l.) van de eerste directeur van de Sybrandis Stratingh M.T.S., de heer B. Rienksma. In opdracht gemaakt in 1973 door de Groninger kunstenaar Mattheus (Thees) Meesters (1908-1992), beeldhouwer, medailleur en tekenaar. Van hem staan in de publieke ruimte van de stad Groningen diverse beelden. Hij was lid van de Groninger schildersploeg de Ploeg. 13

Een snelle groei Al het jaar daarop kwamen de afdelingen Werktuigbouwkunde en Electrotechniek erbij. In 1960 werd de school uitgebreid met een afdeling Weg- en Waterbouwkunde. In de volgende jaren groeide het leerlingenaantal naar meer dan 600. Hierdoor was het gebouw in de Grote Leliestraat al snel niet meer toereikend. De lessen moesten worden gegeven in ruimtes die over de hele stad verspreid waren, in de Violenstraat, de Agricolastraat, de J.C. Kapteynlaan, de Akkerstraat en in een school op het Goudenregenplein. Voor de leerlingen betekende dit heel wat heen en weer fietsen. En voor Rienksma een behoorlijke klus om al die losse elementen als één onderwijsinstelling bijeen te houden. Hijzelf heeft ook heel wat afgefietst in die jaren.

Grote Leliestraat, Groningen


...probeerde het noorden

Directeur Rienksma ontvangt van Sinterklaas een gouden schepje om de eerste spade in de grond te steken voor de bouw van de nieuwe school.

14

Dat de school in betrekkelijk korte tijd zo kon uitbreiden had te maken met de groei van de economie en de verdere industrialisering van het naoorlogse Nederland. De Rijksoverheid probeerde ook het noorden daarvan te laten profiteren. Een van de voorwaarden was dat er voldoende goed opgeleid technisch middenkader was en daarvoor was passend technisch onderwijs het aangewezen instrument. Groningen had in die jaren al wel een lagere technische school en een hogere technische school. Maar de gemeente vond dat in Groningen ook behoefte was aan een meer specifiek opgeleid technisch middenkader. In 1946 was in Amsterdam de eerste U.T.S. opgericht en Groningen was in 1954 de tiende. Overigens was niet iedereen zo optimistisch gestemd over de opmars van deze scholen. Bij de oprichtingsvergadering in 1954 werd

betwijfeld of er wel voldoende vraag zou zijn naar afgestudeerde U.T.S’ers, gezien de aard van de werkgelegenheid toen in het noorden. Gelukkig kregen de pessimisten ongelijk.


daarvan te laten profiteren.

15

Een nieuw gebouw De huisvesting van het groeiende aantal leerlingen werd een steeds groter probleem. Daarom werden er plannen gemaakt voor een groter gebouw voor de U.T.S. De nieuwbouw aan de Muntinglaan was in 1965 een van de eerste bouwwerken die in het kader van de nieuwe uitbreidingsplannen aan de zuidkant van de stad gerealiseerd werd. De Groninger architect F. Klein ontwierp een strak U-vormig gebouw van beton en glas, voor die tijd heel modern. De architectuur van de school valt onder ‘het Nieuwe Bouwen’. Kenmerken van deze stijl zijn functionaliteit en het ontbreken van versieringen. Het Nieuwsblad van het Noorden was er lovend over en beschreef het gebouw als volgt: “Een hoofdgebouw met zijn riante aula, bibliotheek, directieruimte en representatieve vertrekken,


De UTS is een belangrijk

16

waarboven zich twee etages theorielokalen bevinden.” Verder werd nog vermeld dat grond, gebouw en inrichting samen meer dan 4,6 miljoen gulden hadden gekost. Groningen kon ermee voor de dag komen. De toenmalige commissaris van de Koningin, mr. C.L.W. Fock verwoordde het destijds bij de opening van de nieuwe school zo: “De U.T.S. is een belangrijk hulpmiddel in het moeizame industrialisatieproces. Wil men het spreidingsbeleid (naoorlogs overheidsbeleid) doen slagen, dan zal men meer dan tot nu toe aandacht moeten schenken aan de verbetering van de infrastructuur in het noorden. Tot die infrastructuur behoort ook het onderwijs, en met name het technisch onderwijs”. De burgemeester J.J. A. Berger noemde de aanwezigheid van een U.T.S voor Groningen van de allergrootste betekenis. “Sla er de

advertentiepagina’s maar op na: tegen drie ingenieurs worden vijf HTS’ers en acht U.T.S’ers gevraagd”


hulpmiddel... Albert Gessel (oud docent) : “Het was een strenge omgeving, maar wel met een hele prettige werksfeer. Soms zochten we de grenzen op. Wanneer de directeur er niet was, deden we weleens iets wat niet mocht. Met een man of vijf, zes gingen we dan in de directiekamer borrelen en sigaren roken. Wij zaten daar in de blauwe rook, komt ineens directeur Toorman binnen. Hij was zijn tas vergeten. Wij dachten gelijk: ‘Oh, dit is het einde, nu zijn we onze baan kwijt. Maar hij zei niks, pakte zijn tas en vertrok weer. We hebben er nooit wat van gehoord.”

17

Directiekamer van de facilitaire dienst na de renovatie in 2015


...moet het in een oogopslag

18

“Wie straks over de zuidelijke ringweg er langs rijdt moet het in één oogopslag in zich op kunnen nemen” Architect F. Klein

Hoewel de plannen voor de Groninger ringweg al in 1906 werden vastgesteld, is pas in de zestiger jaren het eerste deel ervan - de zuidelijke ringweg - aangelegd. In deze tijd werd ook de school aan de Muntinglaan gebouwd, die met zijn karakteristieke bouw decennialang een herkenningspunt was voor de vele auto’s die het kruispunt op het Julianaplein passeerden. Dit veranderde in 2009 toen het gebouw grotendeels achter hoge geluidsschermen verdween.


in zich op kunnen nemen

19

Omdat de zuidelijke ringweg de verkeersstroom sinds de millenniumwisseling niet meer afdoende kan verwerken, zijn er ingrijpende plannen gemaakt om de situatie te verbeteren. Zo wordt het Julianaplein ongelijkvloers en zal de entree naar de stad worden verlegd. Dit laatste betekent dat in 2020 alle passanten weer ruim zicht hebben op de school, die dan met zijn imposante, tweeĂŤntwintig meter hoge kunstwerk op de kopgevel in ere hersteld wordt als stedelijk herkenningspunt.


20

U.T.S. wordt M.T.S. als gevolg van de mammoetwet. De naam wordt Sibrandus Stratingh M.T.S

Fusie met de Analistenschool (Poortstraat). De naam wordt Stratingh College: School voor Technisch- en Laboratoriumonderwijs

Oprichting van het Noorderpoortcollege. Alle technische scholen worden onderdeel van de Sector Techniek. De nieuwe naam wordt Locatie Muntinglaan. Het laboratoriumonderwijs wordt weer gesplitst van het technisch onderwijs

‘68

‘90

‘96

Herverdeling van de technische opleidingen binnen Noorderpoort. De locatie Muntinglaan profileert zich voortaan als een BOL 4 locatie. Nieuwe naam: School voor Technologie

Uitruil opleidingen met het Alfa-college: o.a. Bouwkunde en Infrastructuur worden uitgeruild tegen Metaal en Procestechniek compleet met studenten, docenten en inventaris. De profilering BOL 4 locatie wordt weer verlaten

Start verbouw Muntinglaan. Het onderwijs wordt tijdens de verbouw gegeven aan de Euvelgunnerweg

‘09

‘12

‘12


Hoofdstuk 2

Veranderende tijden

21


Het succes van de studenten

22

Veranderende tijden

Tegenwoordig is ‘Technologie & ICT’ (kortweg TIC) gehuisvest in het gebouw aan de Muntinglaan. De school maakt deel uit van het ROC Noorderpoort. In het Strategisch Plan van het NP staan drie kernachtige speerpunten: Hetvan succes de leerlingen Het succes de van studenten echtenvoorop. studenten echt voorop Opleidingen waar behoefte aan is Vakmanschap vanvan onze Vakmanschap onzemedewerkers. medewerkers

Opleidingen waar behoefte aan is.

Binnen deze kaders heeft TIC een plan gemaakt waarin de visie van de school is vastgelegd: ‘TIC wil als technische school middenin de maatschappij staan en daaraan een waardevolle bijdrage leveren. Dit betekent dat wij de student met ons onderwijs en onze begeleiding voorbereiden op een succesvol bestaan als burger en beroepsbeoefenaar. Onze visie is duidelijk herkenbaar in zowel onze onderwijsomgeving als onze


echt voorop.

Sibrandus Strating, Adorp 1785-1841 In 1824 hoogleraar scheikunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Stratingh heeft een aantal uitvindingen gedaan, o.a. met voortbeweging. Waarschijnlijk was Stratingh de eerste die in Nederland een voertuig met een motor (stoom in dit geval) bestuurde. Later zou Stratingh ook een elektrovoertuigje bouwen. Vermoedelijk is dit het eerste elektrisch aangedreven voertuig ter wereld.

Nauwe samenwerking met het bedrijfsleven bij de Gasunie

23

(onderwijs)activiteiten. Studenten van nu verwachten ander, eigentijds en modern onderwijs dat aansluit op de beroepspraktijk en de manier waarop ze met elkaar en de wereld omgaan. Het gebruik van sociale media, internet, gaming etc. wordt ook in het onderwijs verwacht. Daarbij werken we nauw samen met het bedrijfsleven en andere onderwijsinstellingen, vooral wanneer dat de doorlopende leerlijn vmbo-mbohbo betreft. Deze samenwerking wordt altijd gekenmerkt door gelijkwaardig partnerschap.’ Mooie woorden, die in wezen nog steeds verankerd zijn in het beleid dat al in 1954 door het bestuur van de U.T.S. is uitgedragen: ‘Het beleid is steeds gericht op bevordering van die ontwikkelingen, die naar een grotere inzetbaarheid van de afgestudeerden leidt. Daartoe worden

de ontwikkelingen in het bedrijfsleven, zowel regionaal als landelijk, gevolgd en waar gewenst in nieuwe afdelingen en studierichtingen vertaald.’ Uit de tijdbalk blijkt dat in de loop der jaren veel veranderingen en reorganisaties hebben plaatsgevonden. Soms gedwongen doordat de wetgeving veranderde, maar in eerste instantie, zoals we hiervoor hebben gezien, vooral om de snelgroeiende leerlingenpopulatie een breed scala aan technische opleidingen te bieden. In 1968 trad de Wet op het Voortgezet Onderwijs (de Mammoetwet) in werking, waarbij onder meer de benaming U.T.S. werd vervangen door M.T.S (Middelbaar Technisch Onderwijs). Het bestuur greep deze gelegenheid aan de naam van professor dr. Sibrandus Stratingh aan de school te verbinden.

Westerhof (Oud docent U.T.S.): “We zijn met zeven docenten begonnen en geëindigd met zo’n twintig leerkrachten. Het is nu natuurlijk nog meer, nu het Noorderpoort is, maar in mijn tijd was er eigenlijk maar een handjevol. Ik vond daarom de Sibrandus Stratingh juist zo leuk.”


Laboratoriumonderwijs De Muntinglaan is nauw verbonden met het laboratoriumonderwijs. De Analistenschool ging in 1948 van start als een avondopleiding. In 1968, met de invoering van de mammoetwet, kreeg de school ook een dagopleiding. De analistenopleiding had zowel een mbo- als een hbo-afdeling. In 1970 vestigde de school zich in het gebouw aan de Poortstraat 50. Ook na de na de fusie met de M.T.S Sibrandus Stratingh in 1990 bleef de Poortstraat de locatie van de Analistenschool. Toen in 1996 het Noorderpoortcollege ontstond, leidde dit tot een splitsing van de HBOen de mbo-afdeling. De hbo-afdeling werd een onderdeel van de Hanzehogeschool en de mbo-afdeling ging binnen het Noorderpoortcollege verder als een zelfstandige locatie, los van de de Muntinglaan. In 2006 volgde de Analisten school haar hbo-zusje naar de Van Doorenveste aan het Zernikeplein, waar tot vandaag de dag in nauwe samenwerking met het hbo het onderwijs wordt vormgegeven. Drie jaar later kreeg de school de naam School voor Laboratoriumtechniek om tenslotte in 2013 onder de noemer Laboratorium- & Procestechniek weer onder dezelfde directie te komen als Technologie & ICT. Sindsdien werken beide scholen weer samen op het gebied van onderwijsontwikkeling en examinering.

24

Ondertussen bleef de school gestaag doorgroeien en vonden er voortdurend verbouwingen plaats waardoor het gebouw aan de Muntinglaan met al zijn geĂŻmproviseerde tussenverdiepingen, zolders, trappen en smalle gangen steeds meer op een doolhof begon te lijken. Enigszins in tegenspraak met de chaotische indeling van het gebouw was de reputatie die school in die tijd had: formeel en streng. Niet alleen ten opzichte van de studenten; de directieleden spraken elkaar met u aan, lang haar was uit den boze en wanneer je als docent te laat kwam, kreeg je een officiĂŤle waarschuwing. De eerste fusie vond plaats in 1990 toen de school samenging met de Analistenschool. Als gevolg hiervan veranderde de naam in Stratingh College: School voor Technisch- en Laboratoriumonderwijs.


25

Achteraf bleek deze fusie slechts een opmaat tot de ROC-vorming in 1996 toen veertien scholen voor middelbaar onderwijs en volwassenenonderwijs in de provincie Groningen fuseerden tot het Noorderpoortcollege. In deze stormachtige periode verloor de school niet alleen haar naam, maar werd ze ook weer gescheiden van de Analistenschool. De fusie leidde een roerige periode in waarin veel beleidsveranderingen werden doorgevoerd en soms ook weer teruggedraaid. Opleidingen werden gestart, beëindigd of uitgeruild met andere Noorderpoortscholen en het Alfa-college. Wanneer we nu in 2015 terugkijken, valt op dat van alle opleidingen die vanaf het begin in 1954 zijn verzorgd, ruw geschat zo’n vijftig, er maar twee nog steeds op de Muntinglaan worden aangeboden: werktuigbouw en elektrotechniek.

Beide zijn een uitstroomrichting van de opleiding Technicus engineering BOL, niveau 4. De voortdurende verandering gold ook de aansturing van de school. Nadat de twee eerste directeuren, de heren B. Rienksma (1954 – 1971) en J.H. Toorman (1971 – 1996), de school lang en streng hadden bestuurd, brak onder de vlag van het Noorderpoortcollege een periode aan waarin de directeuren elkaar in hoog tempo opvolgden. Pas in 2007 keerde op dit punt de rust terug toen de huidige directeur Dick van der Plas werd aangesteld. Ook de sfeer op de school veranderde. Zowel studenten als personeel kregen veel meer zeggenschap en de onderlinge verhoudingen werden informeler, gemoedelijker en minder ‘deftig’. Drank en sigaren verdwenen uit de directiekamer.


De lucht, de giftige stoffen Gerda Koster: “Er werd van alles gebouwd in de school om maar ruimtes te kunnen creëren voor al die studenten. Tussenverdiepingen, zoldertjes. Als je de Arbowetgeving van nu daarop los zou laten dan zou dat echt niet meer kunnen.” Albert Gessel: “ Wegens ruimtegebrek werd naar provisorische oplossingen gezocht. Zoals extra tussenverdiepingen en ruimtes die andere doelen gingen dienen. Zo gaf ik les in de oude archiefruimte. Deze ruimte was ontzettend laag. Als ik mij uitstrekte kon ik zo met mijn hand het plafond raken. Hier gaf ik practicum. De lucht, de giftige stoffen konden geen kant op.” Giel de Vries: “In het noodgebouw liepen de planken door van lokaal naar lokaal. Als naast mij de klas volliep met zo’n dertig leerlingen, dan golfde dat door naar mijn lokaal. Zaten mijn leerlingen te veren op hun stoelen.”

26

Albert Gessel: “ Wegens ruimtegebrek werd naar provisorische oplossingen gezocht. Zoals extra tussenverdiepingen en ruimtes die andere doelen gingen dienen. Zo gaf ik les in de oude archiefruimte. Deze ruimte was ontzettend laag. Als ik mij uitstrekte kon ik zo met mijn hand het plafond raken. Hier gaf ik practicum. De lucht, de giftige stoffen konden geen kant op.” Giel de Vries (oud docent): “In het noodgebouw liepen de planken door van lokaal naar lokaal. Als naast mij de klas volliep met zo’n dertig leerlingen, dan golfde dat door naar mijn lokaal. Zaten mijn leerlingen te veren op hun stoelen.”


konden geen kant op.

27

Reputatie en sfeer vroeger Westerhof: “Wijsheid, Kracht en Schoonheid. Dat is mijn motto, daar leef ik naar. Het innerlijke daarop moet je bouwen.” Gerda Koster: “De M.T.S aan de Muntinglaan was een goede en gedegen school. Wel erg streng. Het was een formele school en de regels waren strak. Jos Post (docent): “Je had een heleboel leraren en alle docenten hadden een eigen plek in de lerarenkamer. Er waren geen flexplekken.” Jos Post (oud leerling): “Tijdens de leerlingenraad lieten we nooit het achterste van onze tong zien. Toorman wilde wel weten hoe zijn docenten het deden en dan vroeg hij daarna. Dan zorgde je altijd dat je verhaal positief was, want je wilde een docent wel tevreden houden. Maar Toorman ook. Dus dan zaten we er tussenin.” Reputatie en sfeer nu Willem Abbring (oud leerling): “ Het was een mooie tijd aan de Muntinglaan. Het is niet zo grootschalig als bijvoorbeeld de Hanzehogeschool. Je hebt hier een beetje een dorpsgevoel, ons kent ons, gemoedelijk. Leraren kennen je allemaal bij naam.” Jos Post (docent): “Het onderwijs is veranderd, de maatschappij is ook veranderd. Nu doen we meer projecten, ik zou niet meer zonder kunnen. Ik vind het mooi om tussen ze door te lopen. Studenten en ik overleggen ook met elkaar over hoe we het aan zullen pakken. We zitten meer op een lijn.” Willem Abbring (oud leerling) “Het is een bepaald type dat ervoor kiest om hier te studeren. Ruige boerenjongens. Weinig vrouwen.”


28


29


Kunst aan de Muntinglaan

In 1951 werd door het toenamlige Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het kader van het overheidsbeleid voor cultuur de zogenaamde percentageregeling voor beeldende kunst in het leven geroepen. Deze regeling betekent dat bij nieuwbouw, verbouw en koop van rijksgebouwen kunst kan worden toegepast. Zo kon ook bij de bouw van de nieuwe school aan de Muntinglaan in de jaren 60 van de vorige eeuw gebruik gemaakt worden van deze regeling. Daarmee werd het begin gemaakt van de relatie tussen de school en beeldende kunst die tot op de dag van vandaag voortduurt. Hieronder een overzicht. Maaier op walkant (1953), olieverfschilderij van de Groninger kunstenaar Job Hansen (1899-1960). Via de kunstuitleen is dit schilderij in de zestiger jaren in het schoolgebouw aan de Muntinglaan terechtgekomen. in 2008 heeft de school het teruggegeven aan de gemeente Groningen, die het schilderij een plaats gaf in het gemeentehuis.

Job Hansen

IJzerplastiek Krijn van Dijke (1965), symboliserend de paarden-machinekracht. Gemaakt door de Amersfoortse kunstenaar Krijn van Dijke (1910-1980). Waarschijnlijk gerealiseerd met de door het Rijk ingestelde zogenaamde ‘percentageregeling’. In het oorspronkelijke gebouw hing dit kunstwerk in de entreehal, recht tegenover de ingang. Krijn van Dijke studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Hij was lid van het Amersfoortse Kunstenaars Genootschap De Ploegh. Naast uitvoerend beeldend kunstenaar gaf van Dijke les aan de Academie Artibus in Utrecht en het Instituut voor Beeldende Expressie in Amersfoort. Muurrelief George van der Wagt (1965) Dit muurrelief aan de oostelijke muur van de school (Noord-Willemskanaal) heeft voor zover bekend geen titel. Aan de kijker om er een eigen interpretatie aan te geven. De Rotterdamse kunstenaar George van der Wagt (1921-2007) kreeg de opdracht om een gevelrelief te vervaardigen. George van der Wagt was een kunstenaar met een eigen, robuuste stijl. Naast figuratief werk maakte hij later in zijn leven meer abstract werk, met altijd een expressionistische uitstraling.

Krijn van Dijke 30

George van der Wagt


Aluminium sculptuur (2015), CIG-architectuur. De tweeëntwintig meter hoge constructie is geplaatst aan de oostgevel naast het reliëf van van Van der Wagt. De karakteristieke architectuur van de jaren 60 krijgt een nieuw aangezicht met deze eigentijdse sculptuur als blikvanger. De sculptuur is vervaardigd door CIG-Architektuur, dat haar wortels heeft in de scheepsbouw. Inmiddels werkt het bedrijf ook samen met wereldberoemde kunsenaars als Anisch Kapoor, Daniel Libeskind en Frank Stella. “Passend bij het speerpunt van Noorderpoort om een duurzame leeromgeving te bieden voor haar leerlingen en medewerkers verwijst de sculptuur naar de transitie van conventionele naar duurzame energie. Als een stroom schone energie stijgt de sculptuur via een windturbine op uit de bestaande schoorsteen. De schoorsteen, die niet langer dienst doet als afvoer van de oude ketel, transformeert hierdoor van symbool van het gebruik van fossiele brandstof tot drager van een voorziening voor schone (wind)energie. Over de gehele sculptuur is een perforatiepatroon te zien dat visueel het beeld van de luchtstroom ondersteunt. Dit patroon is opgebouwd uit ca. 400 lemniscaten, zoals deze zijn terug te vinden in het logo van het Noorderpoort. De sculptuur is vervaardigd uit aluminium met behulp van technieken afkomstig uit de scheepsbouw. De constructieve ruggengraat wordt gevormd door het samenspel tussen de aluminium buis aan de achterzijde- en de aluminium huid aan de voorzijde van de sculptuur”, aldus Arnoud Herder (CIG-Architektuur). Staalsculptuur, titel onbekend. Maker: IJ.B?, 1992. Dit beeld hoort oorspronkelijk niet bij het gebouw aan de Muntinglaan. Het is afkomstig van de locatie Euvelgunnerweg waar het op een binnenpleintje stond en is meegekomen met de verhuizing naar de Muntinglaan. Het beeld is in 2015 door studenten metaalbewerking voorzien van een nieuwe sokkel.

31


Reorganisatie van de scholenstructuur Noorderpoort. De school voor technologie wordt samengevoegd met de school voor ICT (Diamantlaan) onder de naam Technologie & ICT.

32 9

Ook de nieuwe school Laboratorium- & Procestechniek valt voortaan onder dezelfde organisatorische eenheid

Verbouw Muntinglaan gereed: Technologie & ICT onder één dak

21 januari: heropening Muntinglaan, onthulling kunstwerk en viering 50 jarig bestaan

‘12

‘15

‘16


Hoofdstuk 3

Eigentijds onderwijs

33 9


Waar moet

34

Eigentijds onderwijs

Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven, wil de huidige school Technologie & ICT ‘eigentijds en modern onderwijs’ aanbieden. Ook dit lijkt overgeërfd van vroeger. In het verleden werd ook steeds direct op nieuwe ontwikkelingen ingespeeld. Niet alleen door het oprichten van nieuwe opleidingen, maar ook bijvoorbeeld door te experimenteren in de negentiger jaren met probleemgestuurd onderwijs en te starten met een Cisco-klas waarin de studenten met de nieuwste computers van die tijd konden werken. Ook werd toen begonnen met internationalisering, waardoor excursies en stages in het buitenland mogelijk werden voor studenten en docenten. Tegenwoordig blijkt de intentie om bij te blijven en waar mogelijk voorop te lopen uit de volgende concrete voorbeelden.

n Tijdens het onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van digitaal lesmateriaal. Daarom beschikken alle studenten over een laptop, zijn in de meeste de lokalen digiborden aanwezig en is veel lesmateriaal inmiddels online beschikbaar zodat dat up-to-date blijft. Ook worden de studenten op alle niveaus gestimuleerd om zelf de vele mogelijkheden die de digitale wereld biedt, te verkennen.


ik eigenlijk zijn?

Internationalisering Albert Van Gessel: “Internationalisering. We zijn begonnen met Zweden. Aale Dijkstra (adjunct-directeur) ging in zijn eentje naar een partner in Zweden. Het was nog in de tijd van voor de TomTom. Hij kwam in Zweden aan en belde toen vanuit een benzinestation: ‘Waar moet ik eigenlijk zijn?’ Dit was het begin van de internationalisering. We hebben heel veel landen bezocht. Noorwegen, Zweden, Spanje etc. Noorderpoort-breed bestaat de internationalisering nog steeds.” 35

Zo ontwikkelde een team van ICT-studenten (niveau 4) voor The Battle of the Schools een innovatieve app waarmee kinderen met brandwonden door middel van animatie hun stress kunnen verlagen, maar ook onze ‘Men of Steel’, studenten constructiewerker (niveau 2), maakten een cool filmpje waarmee ze hun vak uitbeelden voor ‘Good guidance’. n Ook

zet de school zich op verschillende manieren in voor verbetering van de doorlopende leerlijn vmbo - mbo – hbo in de techniek. Binnen Toptechniek in Bedrijf worden wekelijks meerdere vmbo-klassen in een speciaal ingerichte praktijkruimte ontvangen, waar onze docenten de vmbo-leerlingen de basis bijbrengen van de metaaltechniek, uiteraard in nauw overleg met de

docenten van het vmbo zodat de lessen zo goed mogelijk aansluiten bij hun programma. Aan de ‘bovenkant’ heeft de opleiding Engineering samen met de Hanzehogeschool een doorstroom-moduul ontwikkeld, waarbij de studenten lessen volgen op het hbo. Daarnaast werken studenten Engineering en ICT van beide instellingen regelmatig samen aan opdrachten uit het bedrijfsleven. Tenslotte is samen met de Hanzehogeschool een Associate Degree-traject ontwikkeld voor werknemers en is succesvol samengewerkt met de NHL aan het promotieonderzoek met betrekking tot praktijkleren.

Still uit ‘Men of Steel’


...rijke geschiedenis,

36

n Vanouds is er een nauwe samenwerking tussen de school en het bedrijfsleven. Behalve over stageplaatsen, wordt overleg gepleegd over de inrichting van het onderwijs zelf: hoe moeten we ons onderwijs aanpassen aan de ontwikkelingen in de techniek? Dit overleg verliep de laatste jaren echter vrij ambtelijk met steeds dezelfde vertegenwoordigers wat voor beide partijen te weinig opleverde. Dergelijk overleg hoort ook niet meer bij deze tijd, waarin veel meer via netwerken wordt gewerkt. Sinds kort lukt het om hierin verandering te brengen. Steeds vaker wordt uitgegaan van concrete thema’s waarvoor specialisten van de bedrijven worden uitgenodigd. Vooral de ICTopleidingen zijn hier al ver mee. Zo werden onlangs ICT-specialisten van verschillende bedrijven uitgenodigd om advies te geven over de inhoud van

de lessen en de examens. Sinds kort is ook een samenwerking met Google gestart ten aanzien van werken in een datacentrum. n In

het teken van ‘een leven lang leren’ kunnen technische bedrijven met hun personeel op de Muntinglaan terecht. Twee avonden in de week worden werknemers via bedrijfsopleidingen op maat bijgeschoold of omgeschoold. Op dit moment maken met name metaalbedrijven en uitzendbureaus van deze mogelijkheid gebruik.

n Het

mooiste voorbeeld tenslotte van ons streven naar eigentijds onderwijs is natuurlijk de verbouwde school aan de Muntinglaan zelf.


vooruitstrevende ambities. Eerste Artist impressions

De verbouw Na de millenniumwisseling werd steeds duidelijker dat het gebouw aan de Muntinglaan niet meer voldeed aan de eisen van modern onderwijs. In eerste instantie werden plannen gemaakt om het gebouw te slopen en te vervangen door nieuwbouw, maar uiteindelijk werd besloten tot een zeer ingrijpende renovatie. Hiervoor werd een ontwerp gemaakt door KAW architecten, waarmee op zeer fraaie wijze een verbinding werd gelegd tussen zowel de rijke geschiedenis als de vooruitstrevende ambities van de school. Bij dit ontwerp, waarbij duurzaamheid hoog in het vaandel stond, werden docenten en studenten betrokken. In verschillende sessies kwamen alle wensen en eisen van de verschillende opleidingen boven tafel. Het gebouw werd voor een groot deel opnieuw ingedeeld en ingericht waardoor voor de studenten drie verschillende soorten ruimtes ontstonden: de lokalen voor de theoretische en ICT-vakken, de grote centrale kantine om te eten en te chillen en de praktijkvleugel voor de praktijkvakken - alles ‘state of the art’. De ruime leslokalen beschikken over Wi-Fi en splinternieuwe digiborden. De kantine heeft een stoere, technische inrichting met een metalen balie, ‘geklonken’ zitjes, een moderne keuken en een supergroot beeldscherm. De praktijkvleugel tenslotte is voorzien alle nodige apparatuur zoals de nieuwste lasmachines en een CNC gestuurde plasmasnijder en kantbank om de studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op een mooie carrière in de techniek. Het gymnastieklokaal werd met de gemeente geruild voor het parkeerterrein aan de voorkant van het gebouw. Na een aantal jaren op andere locaties te hebben gebivakkeerd, konden de opleidingen van Technologie & ICT met ingang van het schooljaar 2015 – 2016, dus precies vijftig jaar na de eerste lichting, weer gebruik maken van het gebouw. Op 21 januari 2016 vindt de officiële opening plaats door de commissaris van de Koning van Groningen Max van den Berg. 37


38


39


40

Alle noordelijke Roc’s zijn gespecialiseerd in een tak van de techniek

Er zijn voldoende technici beschikbaar op de arbeidsmarkt

Een kwart van de studenten techniek bestaat uit vrouwen

Viering 60 jarig bestaan van Muntinglaan 3

‘18

‘20

‘22

‘25


Hoofdstuk 4

Het technisch onderwijs in 2025

41


...snel in kunnen spelen

42

Het technisch onderwijs in 2025

Wie al een aantal jaren meeloopt, heeft ervaren dat het moeilijk is om de toekomst te voorspellen. Futurologen, voetbalanalisten, macro-economen en oude sciencefiction films zitten er meestal naast. Vaak werden zaken die nu heel gewoon zijn, in het verleden niet voorzien (WhatsApp bijvoorbeeld) en verwachtte men aan de andere kant van bepaalde ontwikkelingen veel te veel (sinds 1973 heeft er geen mens meer op de maan gewandeld, laat staan dat we andere planeten hebben gekoloniseerd).

Toekomstvoorspellingen zitten er dus vaak naast, toch doen we in dit hoofdstuk een serieuze poging de toekomst van het middelbaar technisch beroepsonderwijs in 2025 te voorspellen. Hoewel het op sommige gebieden misschien tegenvalt, maken we op technologisch gebied wel degelijk stormachtige ontwikkelingen mee. Hiervan is de exponentieel toenemende rekenkracht van de informatie- en communicatietechnologie – iedere twee jaar een verdubbeling – de belangrijkste oorzaak. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat wereldwijd de materiele welvaart, de economische groei en de levensverwachting sneller dan ooit toenemen. Trendwatchers en transitiedeskundigen roepen dan ook om het hardst dat we ons op een kantelpunt bevinden en een nieuwe ‘technologische revolutie’


op ontwikkelingen en innovaties

43

of ‘digitale revolutie’ meemaken. Waar de samenleving in het verleden economisch gezien vooral was gericht op industrie, concurrentie en massaproductie gaat die nu meer in de richting van innovatie, dienstverlening en kennisdeling - oftewel een kenniseconomie. De ontwikkelingen gaan zo snel, zegt men, dat de banen waarvoor we nu opleiden in het Middelbaar Beroeps Onderwijs straks niet meer bestaan. De waarschuwing is duidelijk: wie niet meegaat met de ontwikkelingen, raakt hopeloos achterop in de vaart der volkeren. Dat laatste mag het mbo, de kurk van de Nederlandse economie, niet overkomen.

Maar hoe doe je dat, meebewegen? Waar richt je je op wanneer je niet wilt achterblijven als technische school? Aan welke werknemers is straks behoefte? Aan de kwalificatiestructuur heb je bij deze vragen niet veel want die loopt door de lange ontwikkel- en invoeringsprocedures sowieso zeven jaar achter. Omdat we onze studenten geen werkzaamheden kunnen laten oefenen die nog niet bestaan, moeten we ze leren flexibel te zijn en in te kunnen spelen op de (onverwachte) ontwikkelingen die gaan komen. Daarbij moeten wij als onderwijs zelf ook snel in kunnen spelen op ontwikkelingen en innovaties. Daarom moeten we ons voortdurend oriĂŤnteren op technologische ontwikkelingen die zich in het hier en nu aandienen. Doe je dat, dan vallen in deze tijd de volgende

trends op: energietransitie, biobased economy, materiaal innovatie en robotisering.


ieder ROC brengt daarbij haar

44

Energietransitie Het vorige kantelpunt in de geschiedenis deed ruim tweehonderd jaar geleden zijn intrede: de industriĂŤle revolutie. Toen vond een omschakeling plaats van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen. Door de efficiĂŤntere fabricage daalde de prijs van de producten enorm waardoor steeds meer mensen zich deze producten konden veroorloven en de welvaart steeg. Uiteindelijk leidde dit tot de modernisering van de samenleving waarin een nieuwe middenklasse de macht overnam van de landadel. De nadelen van de industriĂŤle revolutie waren echter de enorme vervuiling van het milieu en de opwarming van de aarde. Deze werden veroorzaakt door het grootscheepse gebruik van fossiele brandstoffen als kolen en olie die nodig waren om de schoorstenen

van de fabrieken te laten roken en het bijbehorende goederentransport mogelijk te maken. Tijdens de oliecrises in de zeventiger jaren van de vorige eeuw begon men om zowel economische als ethische redenen voor het eerst serieus na te denken over alternatieve energiebronnen, maar pas het afgelopen decennium kwam de vaart er echt in. Energietransitie, de overgang naar andere manieren van energie opwekken met de nieuwste technologie, staat tegenwoordig wereldwijd hoog op de agenda. Niet alleen omdat men zich bewust is van de nadelige gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen voor het milieu, maar ook omdat de voorraden uitgeput raken.


eigen specialisme in.

45

Het is bemoedigend dat de inmiddels ingezette acties om het milieu te verbeteren ook werkelijk resultaat opleveren. Uit de laatste inventarisatie van het Europees Milieuagentschap bleek dat grote delen van Europa weer even schoon zijn als voor de Industriële revolutie. Ook binnen het technische onderwijs van de vijf noordelijke ROC’s (Alfacollege, Drenthe College, Friese Poort, Friesland College en Noorderpoort) staat energietransitie op het programma. Samen ontwikkelen ze onder de noemer ‘Energy College’ een aantal modulen over energietransitie, waarvan de basismodule met ingang van het schooljaar 15/16 op de verschillende scholen wordt aangeboden. Ieder ROC brengt daarbij haar eigen specialisme in zoals windenergie, zonne-energie of aardwarmte.

Ongetwijfeld zal energietransitie in de nabije toekomst nog belangrijker worden en veel werkgelegenheid opleveren. Omdat het hier ook een sector betreft waar verschillende specialismen samengaan, is het verheugend dat de verschillende ROC’s in dit stadium al nauw samenwerken.


46

Biobased economy Met energietransitie alleen zijn we er nog niet met het schoner en duurzamer maken van de industrie. Zo kunnen we ook meer doen met agrarische producten als melk, aardappelen en suikerbieten dan ze enkel consumeren. In de biobased economy worden fossiele grondstoffen vervangen door biomassa, zoals reststromen die bij een productieproces vrijkomen. Biomassa heeft ten opzichte van andere fossiele vervangers als wind en zon het voordeel dat het behalve als brandstof ook voor materialen zoals plastics, chemicaliën, cosmetica en medicijnen gebruikt kan worden. Het gaat hierbij dus over méér dan energie. Met onze opleiding Procestechniek sluiten we aan bij deze ontwikkeling. Vanaf september 2015 zijn we samen met de Hanzehogeschool Groningen

gestart met onderwijs in de nieuwe Zernike Advanced Processing faciliteit. Binnen ZAP wordt biomassa tot een halffabrikaat opgeschaald in een semi-industriële setting met opdrachten vanuit het biobased bedrijfsleven. Aangesloten bedrijven zijn Suikerunie, Cosun en Avebe, die ook installaties voor de faciliteit aanleveren. Het is de bedoeling dat in een latere fase ook de RUG en meer bedrijven gaan deelnemen. ZAP is dan de innovatieve werkplaats waar bedrijfsleven en kennis/ onderwijsinstellingen samenwerken aan opschalingsprojecten: kortstondige ‘troubleshooting’ projecten en langer durende R&D trajecten. Behalve kennisdeling, is een ander belangrijk aspect van deze samenwerking dat studenten en docenten van mbo, hbo en universiteit in gemengde teams werken. Zodoende wordt bij ZAP ook een reële


47

werksituatie zoals die in het bedrijfsleven bestaat, gecreëerd.

Materiaal innovatie Met het oog op de reductie van energieen grondstoffenverbruik is er ook een versnelde ontwikkeling gaande richting nieuwe, lichtgewicht materialen. Die nieuwe materialen zijn er in verschillende varianten. Veel materialen behoren tot de groep van vezelversterkte composieten, hybride materialen en biobased materials. Door deze ontwikkeling zullen materialen anders worden toegepast en krijgen ze zelf ook een veranderende rol in constructies, apparaten, machines, gebruiksvoorwerpen, apparatuur, vervoermiddelen en gebouwen. Tevens worden bestaande en nieuwe materialen in combinatie toegepast wat weer gevolgen heeft voor de constructie- en

verbindingstechnieken zoals lassen, lijmen, bouten, nagelen, etc. en de wijze waarop die materialen en constructies worden beschermd door middel van lakken, verven en coatings. Een duidelijk voorbeeld binnen deze trend is de stormachtige ontwikkeling van de 3D printer. Tegenwoordig kunnen 3D printers in heel veel verschillende materialen printen. Van zilveren oorbellen tot houten beeldjes, van chocoladeletters tot champagneglazen die geprint zijn van een biologisch afbreekbaar plastic gebaseerd op maïszetmeel. De lijst van materialen die 3D geprint kunnen worden wordt steeds langer. De meest geavanceerde printers kunnen meerdere materialen in één keer printen en ook worden de producten steeds groter: in China kwamen in 2014 in één dag tien huizen uit de printer. Maar het meest aansprekend is het


...welke nieuwe banen

48

printen van menselijk weefsel, het bioprinten, dat het mogelijk maakt om organen te printen, een uitkomst voor de groeiende vraag naar donororganen. Met ingang van 2015 zet onze school zich samen met medisch technologische bedrijven (o.a. VDL, IMDS en Alvimedica), de Hanzehogeschool en de RUG in bij het vormgeven van de Health Hub Roden. In de Hub werken de kennisinstellingen en de bedrijven samen aan onderzoek en innovatieve oplossingen op het gebied van Healthy Ageing. Aan studenten wordt de mogelijkheid geboden om theoretische kennis in de praktijk te brengen. Hierdoor ontwikkelen ze belangrijke vaardigheden en vinden ze beter aansluiting op hun toekomstige werkveld. Ondernemers kunnen bij de Hub terecht met onderzoeksvragen die passen bij het aandachtsgebied van de Health Hub,

namelijk gezond ouder worden en medische technologie. Met name voor onze studenten Engineering en Laboratoriumtechniek lijkt een uitdagende toekomst weggelegd in de wereld van de medische technologie.

Robotisering In 2014 zei minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) dat het allerminst denkbeeldig is dat in de toekomst robots het werk van mensen overnemen. ‘Robots worden in hoog tempo toegankelijker, betrouwbaarder en goedkoper. Ze zijn voordelig, snel, nooit ziek, werken 24 uur per dag.’ Deze uitspraken deden nogal wat stof opwaaien omdat veel mensen vreesden dat ze hun baan gingen verliezen en ze op straat zouden komen te staan. Een begrijpelijke reactie, maar de geschiedenis leert dat bij technische


robotisering gaat opleveren...

Links: lijnvolgauto ontwikkeld door studenten mechatronica

49

innovaties ook altijd weer nieuwe banen worden gecreëerd. Tijdens de industriële revolutie trokken landarbeiders naar de stad om in de fabrieken aan de lopende band te werken; door de opkomst van de ICT gingen veel administratieve banen verloren, maar in de negentiger jaren werd half Nederland omgeschoold tot ICT-er. We kunnen ons dus beter richten op de vraag welke nieuwe banen robotisering op gaat leveren. Daarbij is het goed te beseffen wat het verschil is tussen een machine en een robot. Een machine vervangt spierkracht en is in principe geschikt voor slechts één taak (graafmachine, freesbank etc.), terwijl een robot meerdere taken kan vervullen en zowel spierkracht als denkkracht vervangt (zorgrobot, drone etc.). Kortom, een robot heeft meer menselijke capaciteiten en zal

in de toekomst ongetwijfeld steeds vaker worden ingezet bij een breed scala van werkzaamheden zowel in de industrie als thuis naarmate het gebruik ervan goedkoper en effectiever wordt. Overigens hoeft een robot niet per se een menselijke gedaante te hebben: een zelfrijdende auto kun je ook als een robot beschouwen. Bij robotisering komen verschillende technische disciplines samen als ICT, mechatronica, werktuigbouwkunde, sensortechnologie en elektrotechniek. Voor ontwerp, assemblage en onderhoud (en misschien wel onderwijs) van robots zullen dus nieuwe, anders opgeleide vakmensen nodig zijn.


... die zo prachtig kon vertellen

50

Gevolgen voor het onderwijs Hierboven hebben we de belangrijkste trends binnen de technologie aangegeven. Het is voorspelbaar dat deze trends straks naar elkaar toe gaan bewegen. Straks printen we wellicht zelfrijdende auto’s van organisch weefsel, op zonne-energie uiteraard. Het onderwijs zal de komende jaren inhoudelijk mee moeten veranderen met deze ontwikkelingen. Energietransitie, biobased economy, kennis van nieuwe materialen en robotica zullen daarom in het lesprogramma worden opgenomen. Maar zal de manier waarop we onderwijs geven ook wezenlijk veranderen? Ongetwijfeld zal de trend om meer gebruik te maken van ICT tijdens de lesuren door middel van tablets, digiborden, social media, online

lesmateriaal en online seminars nog verder toenemen. Niet alleen kan op deze manier gebruik worden gemaakt van actuele lesstof en kunnen vakspecialisten over de hele wereld worden gevolgd, ook sluit deze manier van werken veel beter aan bij de leefwereld van de huidige student, voor wie online (net)werken de normaalste zaak ter wereld is. Schreven we hierboven ‘lesuren’? Met behulp van ICT kunnen studenten zelf hun onderwijsprogramma samenstellen en dit volgen wanneer het hun het beste uitkomt, het zogenaamde ‘blended learning’. Toch is er ook kritiek op de digitalisering van de leeromgeving: de communicatie mislukt vaak doordat het non-verbale aspect ervan wegvalt en ook beschikken mensen die veel met ICT werken over minder parate kennis en een slechter concentratievermogen vanwege het


over de Trojaanse oorlog.

51

Al met al een onmogelijke taak? Hierboven hebben we gezien dat zich door alle trends heen nog een andere trend voordoet die past bij de nieuwe kenniseconomie. Onderwijsinstellingen in de doorlopende leerlijn mbo-hbowo en bedrijven zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking waarbij sprake is van co-creatie. Op aparte, goed geoutilleerde locaties wordt kennis uitgewisseld en samengewerkt aan reĂŤle onderzoeksopdrachten ten aanzien van materiaal innovatie, medische technologie of biobased producten die de wereld beter, gezonder en schoner maken. Op dit soort locaties komt de inspiratie vanzelf!

bl e n d ed

le

simpele feit dat alles digitaal kan worden opgeslagen. De techniekdocent van de toekomst heeft de schone taak om zijn of haar studenten bij al deze ontwikkelingen te vormen tot goede beroepsbeoefenaren en zelfstandige en verantwoordelijke burgers. Feitelijk houdt dit in dat hij niet alleen op de hoogte moet blijven van de laatste technologische ontwikkelingen, maar dat hij ook zijn studenten de 21st century skills moet bijbrengen. Dit zijn de vaardigheden die nodig zijn om de digitale revolutie te trotseren en succesvol mee te draaien in de nieuwe kenniseconomie. En tenslotte wordt opvallend vaak vanaf de zijlijn geroepen dat de docent bevlogen en inspirerend moet zijn (waarbij herinneringen worden opgehaald aan de vroegere leraar klassieke talen die zo prachtig kon vertellen over de Trojaanse oorlog).

a

rn

ing


We besluiten dit hoofdstuk met tien voorspellingen over het technisch onderwijs in 2025. In dat jaar bestaat ons gebouw aan de Muntinglaan 60 jaar en tijdens het feestje zullen we dit boek weer tevoorschijn halen en kijken in hoeverre de voorspellingen zijn uitgekomen.

U bent alvast van harte uitgenodigd! 52

Techniekonderwijs 2025


Muntinglaan 60 jaar 10 voorspellingen In 2025: is ICT zo ver doorgedrongen in alle takken van techniek dat ICT in iedere technische opleiding een derde van de lesstof omvat, wordt het praktijkonderwijs voor de helft van de tijd in virtual reality gegeven, is een school het hele jaar door open en worden, naast de reguliere lessen en bedrijfsopleidingen, korte cursussen, seminars en demonstraties aangeboden, hebben alle noordelijke ROC’s zich gespecialiseerd in een bepaalde tak van techniek, haalt een student zijn kennis door middel van keuzemodulen bij de verschillende ROC’s, zijn de huidige trends energietransitie, biobased economy, materiaal innovatie en robotisering naar elkaar toegegroeid en is er een nieuwe mixed technologie ontstaan, werken in alle takken van de techniek bedrijven en kennisinstellingen in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo-hbo-wo samen op goed geoutilleerde ‘hubs’, zorgt nauwe samenwerking in de doorlopende leerlijn ervoor dat voldoende gekwalificeerde werknemers beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, bestaat een kwart van de studenten uit vrouwen, heeft de school weer een nieuwe naam: Muntinglaan Technology School (MTS).

53


54


Wie zijn op de Muntinglaan 3 gehuisvest? Op de Muntinglaan worden op dit moment de volgende opleidingen aangeboden: Technologie Verspaner, niveau 2 Constructiewerker, niveau 2 Allround constructiewerker, niveau 3 Eerste monteur service en onderhoud werktuigbouw, niveau 3 Technicus Engineering, niveau 4 Procesoperator A, niveau 2 & ICT Medewerker beheer ICT, niveau 3 ICT-beheerder, niveau 4 Op de Muntinglaan volgen ongeveer 600 studenten een opleiding (waarvan 3% vrouwelijk en 70% vanuit de regio) en er werken 60 docenten en onderwijsondersteuners. De dienst Facilities Facilities richt zich vooral op het beheer en onderhoud van de gebouwen, infrastructuur, schoonmaak, catering, fysieke werkplek, ICT werkplek, telefonie, transport, post, groenvoorziening, et cetera van Noorderpoort. Facilities biedt een adequate ondersteuning aan opdrachtgevers en gebruikers in de vorm van goed werkende en gebruiksvriendelijke faciliteiten, die voor Noorderpoort betaalbaar zijn. Op de Muntinglaan werken binnen deze dienst ongeveer 45 collega’s.

55


56


57


58


59


Transport en vervoer • Openbaar vervoer en supermarkt op loopafstand • Dubbele laadpaal op groene stroom voor elektrische auto’s • Ruime, overdekte fietsenstalling

Water • Hoofdwateraansluiting met lekdetectie • Waterbesparende kranen met drukknop

energie

Landgebruik en ecologie • Natuurvriendelijk gebouw

• Het gebouw heeft een energiezuinige mindervalidenlift

• Vleermuisverblijven en een mussenhotel

• Energiezuinige buitenverlichting dankzij slimme schakelaars

Materialen • Onderhoudsarme aluminium buitenkozijnen met lange levensduur • Oude machines gereviseerd

• Bestaande locatie hergebruikt

• Slimme energiemeters, die het verbruik tot op de minuut nauwkeurig controleren, voorkomen verspilling

• Bestrating parkeerterrein hergebruikt • Duurzaam hout

• De windturbine in het kunstwerk levert groene energie

• Sensor-gestuurde toiletten

60

Duurzaamheidsmeter Breeam score Outstanding Excellent Very Good Good Pass

De locatie Muntinglaan is BREEAM-NL “good” gecertificeerd


Gezondheid EN COMFORT

Vervuiling en afval

• Veel daglicht door grote raampartijen

• (Licht)vervuiling wordt tegengegaan

• Continu verse lucht dankzij het ventilatiesysteem

• Geluids- en wateroverlast worden beperkt

• Gebouw geheel voorzien van isolatieglas

• Waar mogelijk hergebruik van materialen

• Akoestische maatregelen om ’t onderwijs niet te verstoren

Windenergie

• Gescheiden inzameling van papier-, chemisch -, metaal- en restafval

Noorderpoort wil werken in duurzame gebouwen die passen in hun omgeving, vriendelijk zijn voor mens en milieu en respect tonen voor de historie. Vandaar dat alle nieuwbouw en grote renovaties worden getoetst volgens de BREEAM-methodiek. Deze toetsing betreft niet alleen het gebouw, maar ook de omgeving en voorzieningen. (Meer informatie op breeam.nl) Het functioneren van het nieuwe gebouw wordt nauwkeurig gevolgd. Installateur en aannemer hebben een handleiding opgesteld zodat iedereen het gebouw efficiënt kan gebruiken.

Isolatieglas


62


63


64

Colofon Tekst Dick van der Plas, Diede de Haas M&C, Tea Rienksma Vormgeving en productie Canon Business Services i.s.m. Klaas de Vries, grafisch ontwerper BNO, Van Liere Media drukwerk en Callenbach boekbinders. Fotografie Judith van der Meulen, e.a. Archief familie Rienksma: pagina 12, 13, 14, 16 en 17. Collectie RHC Groninger Archieven: pagina 18 Foto Nonefo (Folkers) (1785-8106) en pagina 19 (1785-19221). Illustraties aluminium sculptuur pagina 31 en 36 CIG-architectuur. Artist impressions op pagina 19 ‘VIA Drupsteen’. Met dank aan het CBK Groningen voor informatie m.b.t. de kunst aan de Muntinglaan. © Noorderpoort 2016

Twitter @Technologie_ICT Facebook Noorderpoort Instagram @Noorderpoort YouTube: Noorderpoort noorderpoort.nl



Noorderpoort versterkt de regio


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.