Nieuwsbrief maart 2015 Activiteiten van de voorbije maand: Vrijdag 21 februari 2015: Vergadering +”Nachtvlinders in het voorjaar” Na het opmaken van de planning voor het voorjaar 2015 en het bespreken van nog enkele andere interessante inventarisaties in onze regio was het tijd om even stil te staan bij de nachtvlinders die in het begin van het jaar (januari- februari – maart) al actief zijn. Wim Veraghtert liet ons kennismaken met de voorjaarsuilen die binnenkort weer volop vliegen. Aan de hand van duidelijke foto’s werden de kenmerken van de verschillende soorten besproken. Daarna liet Willy Ronsmans ons kennismaken met de andere soorten die we tijdens de eerste inventarisaties kunnen tegenkomen. Tenslotte liet Ronny Jansen een deel van zijn prachtige foto’s zien die hij maakte in zijn tuin in het Turnhouts Vennengebied. Een erg gevuld programma maar zeker voor herhaling vatbaar!
foto’s: Fred Geysels
Hij is er ! De nieuwe nachtvlindergids met extra informatie en nieuwe foto’s !
Prijs:€ 39,95 Ledenprijs: € 35,95 Dit rijk geïllustreerde standaardwerk toont de meer dan 900 soorten macro nachtvlinders die in Nederland en België voorkomen. Nachtvlinders hebben een minder opvallend uiterlijk dan dagvlinders, maar dat wil niet zeggen dat ze minder mooi zijn. Deze gids toont hun grote verscheidenheid met prachtige, zeer gedetailleerde tekeningen en geeft uitgebreide informatie over determinatie, gelijkende soorten, vliegtijd en voorkomen.
Print deze zoekkaart af op www.microlepidoptera.nl
Wim Veraghtert heeft ons onderstaand overzicht bezorgd. Er is in onze regio nog heel wat te werk te verrichten. Als je niet goed weet wat (en waar) zoeken tijdens je wandelingen in de Kempische natuur dan kan je met dit lijstje beginnen. Tien nachtvlindervragen voor de Antwerpse (Noorder)Kempen 1. Hoe wijdverbreid is de Gevlamde vlinder nog? De Gevlamde vlinder is de mascotte van VWG Taxandria. De soort is gekend van een aantal gemeentes zoals Oud-Turnhout, Retie en Mol. Het meest westelijke bolwerk bevindt zich aan de oostkant van Herentals. Hoewel de soort ook overdag gevonden kan worden, is het een lastig op te sporen vlinder waarvan de verspreidingskennis nogal wat hiaten vertoont. Zitten ze nog in Arendonk (Hooyput als tip)? Twee jaar geleden deden we één vruchteloze poging in de Tikkebroeken maar is die soort daar echt afwezig? Alex Riemis zag Gevlamde vlinders nabij Klein Engeland: hoe is de situatie daar nu? Vochtige (berken)broekbossen en natte heides zijn het leefgebied van deze soort. 2. Speerpuntspanner: nog aanwezig in Vlaanderen? De Speerpuntspanner is in Vlaanderen altijd al superzeldzaam geweest. In 1998 is de soort nog waargenomen in Maasmechelen, maar daar ondanks gerichte zoekacties niet teruggevonden. Alex Riemis ontdekte decennia geleden een populatie vlakbij de Nederlandse grens, zonder de exacte locatie daarvan vrij te geven. Wellicht gaat het hier om Postel, omgeving Reuselse Moeren, waar de soort op Nederlands grondgebied nog in kleine populaties versnipperd voorkomt. Eén waarnemer beweert dat hij ze ca. 4 jaar nog waarnam op Belgisch grondgebied. Waardplant ondermeer Gagel. Dit is een dagactieve soort die best eind mei-juni kan opgespoord worden. Let daarbij op voor verwarring met de Bonte bandspanner, een kleinere soort die recent opdook in de regio rond Postel en vroeger nooit in de provincie gezien is. Ook daarnaar mag nog worden uitgekeken.
Speerpuntspanner
3. Hoe uitzonderlijk is de nachtvlinderfauna van Meerle? De inventarisaties door Bart Hoeymans brachten de voorbije jaren verschillende opvallende zaken aan het licht. Zo vinden we in de regio rond Meerle Grijsbandspinner en Krakeling, twee soorten die elders in de provincie nagenoeg ontbreken. Voor Grijsbandspinner is dit zelfs één van de twee gekende vindplaatsen in Vlaanderen (de andere is Kinrooi in NoordLimburg, waar ook Krakeling zit). Mogelijk komen beide soorten links en rechts nog meer voor langs de noordgrens van de provincie Antwerpen (bijv. de hele regio rond Weelde – Poppel). Belangrijke waardplanten (opnieuw voor beide soorten!) zijn sleedoorn en meidoorn. Zoektochten naar de opvallende rupsen in mei (opnieuw voor beide soorten!) kunnen interessante informatie opleveren, de vlinders zelf zoek je best tussen 25 augustus en 20 september (Grijsbandspinner) en in oktober (Krakeling). 4. De Heidewitvlakvlinder: een exclusief uithangbord voor de Liereman? Wie in waarnemingen.be de gegevens van de Heidewitvlakvlinder raadpleegt, vindt slechts een handvol rupsenvondsten uit de periode 2010-2012 in het Lieremanreservaat. Ook in de Mechelse Heide (Nationaal Park Hoge Kempen) zou de soort nog zitten, maar die waarnemingen zijn niet opgenomen in waarnemingen.be. In feite hebben we momenteel in Vlaanderen minder gekende populaties van Heidewitvlakvlinder dan van Gentiaanblauwtje. Slechts een handvol waarnemingen uit de Liereman: dat roept vragen op: zitten ze er nog? Kan een gerichte zoekactie (juli) meer rupsen opleveren? Wat is de ecologische voorkeur van die rupsen (oude of jonge heide? Etc.)? Zitten ze ook in andere heidegebieden (Mol – Lommel)? De volwassen vlinders laten zich nauwelijks vinden; deze soort in kaart brengen is een rupsenverhaal (maar die rupsen vallen op en zijn gemakkelijk herkenbaar)
Rups van de Heidewitvlakvlinder 5. Hoe bedreigd zijn bremgebonden vlinders? Gewone brem is de (enige) waardplant van een aantal minder algemene nachtvlinders. Oranje bremspanner, Herfstbremspanner, Zomerbremspanner, Grijsgroene zomervlinder zijn daarvan voorbeelden. Goed ontwikkelde bremstruwelen zien we nog maar weinig en sommige van die soorten lijken zowat verdwenen (Zomerbremspanner is wellicht
uitgestorven in de provincie, Oranje bremspanner sterk bedreigd). Overdag in bremstruwelen zoeken naar deze soorten kan volstaan om ze te vinden. Grijsgroene zomervlinder is de laatste jaren nog gemeld in Vorselaar en Olen. Van deze soorten is Herfstbremspanner de meest algemene; de rups ervan kan in het voorjaar op brem gevonden worden. 6. Hoe zeldzaam is de Spaansgroene zomervlinder? Spaansgroene zomervlinder is een soort die in Vlaanderen bijzonder weinig gemeld wordt. Ik vermoed echter dat die veel algemener is. De vliegtijd is relatief kort en het beestje laat zich nauwelijks lokken door licht. De manier om de soort te zien is tussen eind april en begin juni door bosbesstruwelen te stappen en zo de vlinders daaruit op te jagen. Goed ontwikkeld bosbesstruweel is het biotoop bij uitstek (kan bijv. in een lichtrijk grovedennenbestand zijn). Ook Kleine herculesspanner kan op die manier gemakkelijk gezien worden. Op zonnige dagen vliegen de mannetjes overdag rond boven de bosbesstruiken.
Spaansgroene zomervlinder 7. Welke soorten wespvlinders komen in de regio voor? Wespvlinders vormen een aparte nachtvlinderfamilie met een heel mysterieuze leefwijze. Je kan ze nagenoeg enkel m.b.v. feromonen waarnemen. Wie daarmee werkt, zal vaststellen dat Eikenwespvlinder niet zeldzaam is in de regio. Ook andere soorten die nu nog totaal op het Taxandrialijstje ontbreken zoals Elzenwespvlinder of de echt zeldzame Berkenglasvlinder zijn te verwachten in de Antwerpse Kempen. Feromonen te bestellen via Theo Garrevoet. 8. Tielen-Kamp: een mottenhotspot? De soortenlijst van Tielen Kamp telt momenteel zo’n 160 soorten inclusief micro’s: niet slecht maar kan nog beter. De aanwezigheid van ondermeer Groene weide-uil en Geelpurperen spanner doet vermoeden dat de potentie hoog is. Dit zijn een aantal doelsoorten: Zwartpuntvolgeling – Zwarte witvleugeluil – Pijpenstro-uil – Tandjesuil – Gevlamde uil – Randstipspanner – Geblokte zomervlinder – Grijze herfstuil – Donkere grasuil – Egale stipspanner – Kleine hageheld – Grauwe borstel. 9. Hoe zit het met de moeras-nachtvlinders? Moerasnachtvlinders vormen een bijzondere ecologische groep onder de nachtvlinders. Daarover schreven we een tijdje terug een artikel in Natuur.focus (verkrijgbaar als pdf op aanvraag). Moerasnachtvlinders zijn doorgaans gebonden aan planten zoals riet, lisdodde, zegges, poelruit etc. De Nachtvlinderwerkgroep Waasland nam de lijst moerasnachtvlinders
in dat artikel als basis om een vergelijkende studie op te zetten. Lijkt me een interessante piste voor bijv. de vallei van het Merkske.
Wie vult de zwarte gaten op?
De volgende UTM-hokken waren op 1 januari 2014 (zou eigenlijk nog een update moeten krijgen) nog slecht bekeken op vlak van macro-nachtvlinders: UTM-hok
Regio
Aantal soorten
Commentaar
FS58B
Postel
5
Hok ligt grotendeels in NL, maar op Belgisch deel ligt Luikgestelse Heide.
FS19A
Loenhout
5
FS49A
Ravels
7
FT20D
Meerle (Oost)
7
FS49D
Arendonk
9
Oa Hoge Vijvers
FS58A
Postel
12
Omgeving ecoduct
FT40C
Poppel
15
FS39B
Weelde
30
Incl. centrum en vliegveld
FS29C
36
Incl. De Hees
FT30D
Rijkevorsel Hoogstraten Poppel
FS48C
Retie
38
(Corsendonk)
FS48D
Retie - Dessel
39
Incl. Goorvijvers & Huisjes
FS48B
Arendonk
43
Incl. Hooyput & Goorken
FS29D
Merksplas
46
Centrum & Kolonie
FS37B
Kasterlee
67
Incl Hoge Mouw
FS37A
Tielen - Lichtaart
67
FS58C
Postel
87
Oa Staatsbossen
37
Langs de andere kant zijn enkele hokken al redelijk tot zeer goed bekeken. Voorbeelden zijn FS45B (Dessel, met 345 soorten), FS38B (Turnhout & Oud-Turnhout, met 334 soorten) en FT20B (Meer – Hoogstraten, met 337 soorten). 250 soorten lijkt me een minimumgrens om een hok in de Kempen als goed bestudeerd te beschouwen. Aan wie een tante in Loenhout of Poppel heeft: zet eens een mottenbak in haar tuin op een warme zomernacht‌
Vlinder van de maand: Lente-orvlinder
(Achlya flavicornis)
De Lente-orvlinder
Kenmerken Voorvleugellengte: 17-20 mm. Heel kenmerkend zijn de oranje antennen. De voorvleugel is grijs met vooral langs het middendeel van de voorrand een groenwitte of witte bestuiving, die varieert in intensiteit. De bleke centrale vlekken kunnen enigszins in grootte en vorm variĂŤren, evenals de dwarslijnen.
Vliegtijd en gedrag Eind februari-begin april in ÊÊn generatie. De vlinders komen op licht en op smeer. Ze bezoeken bloedende bomen en wilgenkatjes. Overdag worden de vlinders regelmatig aangetroffen op berken; ze zitten vaak in de kleinere takvorken. Ze kunnen ook rustend op een paaltje worden aangetroffen, vooral in open landschap. Op zonnige middagen vliegen ze soms overdag. Levenscyclus Rups: mei-juli. De rups leeft overdag verborgen tussen samengerolde (jonge rups) of samengesponnen bladeren en foerageert ´s nachts. De soort overwintert als een pop in een losse cocon in de strooisellaag.
rups
eitjes
ARABEL - Arachnologia Belgica
Europese spin van het Jaar 2015 de Struikspin Anyphaena accentuata (Walckenaer, 1802)
Foto
1: Volwassen vrouwtje (© Gilbert Loos)
Foto
2: Struikspin in schuilplaats (© Kris Verplaetse)
Foto 3: Volwassen mannetje (© Pierre Oger)
Foto 4: Mannetje tijdens het trommelen op schuilplaats van vrouwtje (© Pierre Oger) Anyphaena accentuata (Walckenaer, 1802) behoort tot de familie van de Buisspinnen (Anyphaenidae). Deze telt wereldwijd iets meer dan 500 soorten. Ons land heeft slechts één vertegenwoordiger. Buisspinnen lijken op Struikzakspinnen. Eén verschil ligt in de positie van de tracheale opening , die bij Buisspinnen in het midden van de onderzijde van het achterlijf ligt. Waar en wanneer kan je de Struikspin vinden? De Struikspin is algemeen in heel Europa. Ze vertoeft graag op de stam en in de kruin van loofbomen, maar ze voelt zich ook thuis in naaldbomen en -zoals de Nederlandse naam zegtop struiken. Anyphaena accentuata is vooral een soort van laagvlakten. Ze wordt doorgaans onder 1000m hoogte aangetroffen, hoewel de grootste hoogte waarop ze gevonden werd (in Oostenrijk en Zwitserland) iets boven 1100 meter was. Overdag verbergen deze spinnen zich in een schuilplaats, gemaakt van samengesponnen bladeren of een enkel opgerold blad (foto 2). Ook de paring en de eiafleg hebben hier plaats. 's Nachts jagen ze actief op kleine insecten. Deze spinnen weven dus geen web. In de winter kan je de Struikspin vaak vinden onder boomschors. De soort wordt af en toe ook binnenshuis aangetroffen. Soms kan je ze betrappen tijdens haar nachtelijke rooftochten. De mannetjes worden volwassen in de vroege zomer (mei tot juni). Volwassen exemplaren van beide seksen worden het vaakst gevonden
van mei tot augustus. 'Accentspin' De lichaamslengte van vrouwtjes meet 5 tot 9 mm, terwijl de mannetjes wat kleiner zijn (4–7 mm). Het lichaam is lichtgeel tot bruin gekleurd en het kopborststuk heeft zwarte gekartelde banden aan de zijkanten. Het meest kenmerkend voor deze soort zijn de vier donkere vlekjes in het midden van het achterlijf. Zij zijn met wat goede wil te herkennen als tegenoverliggende 'accenten' (foto 1) en hieraan dankt de soort haar wetenschappelijke naam "accentuata". De poten zijn geel-bruin geringd. De mannetjes hebben vaak meer uitgesproken tekeningen. Mannelijke trommelaar Mannelijke Struikspinnen (foto 3) vertonen een ongewoon paargedrag. Zij trommelen met de pedipalpen ('tasters') en hun eerste potenpaar op de schuilplaats van het vrouwtje (foto 4) en trillen tegelijkertijd met hun achterlijf. Dit alles resulteert in een zacht zoemend geluid, waardoor ze in het Engels ‘buzzing spiders’ worden genoemd. Niet bedreigd In Midden-Europa is deze soort niet bedreigd en geniet ze geen wettelijke bescherming. Maatregelen die de Europese spin van het jaar 2015 wel zouden helpen, zijn de omvorming van monocultuur-naaldbossen, terug naar gemengde loofbossen en het laten liggen van dood hout. Waarom werd de Struikspin verkozen als spin van het jaar? Eerst en vooral kan hierdoor een spinnenfamilie aan het publiek worden voorgesteld die nog nooit genomineerd werd. Daarnaast is de spin makkelijk herkenbaar door een breed publiek, aan de hand van de vier karakteristieke zwarte vlekjes op het achterlijf. Dit maakt het makkelijker om een oproep tot waarnemingen te lanceren (zie verder). Ook kan deze soort het hele jaar door vrij makkelijk worden gevonden en dit in verschillende biotopen. Het gebeurt zelfs dat de spin met de kerstboom mee binnen wordt gebracht. Tot slot is het feit dat ze in staat is geluid te produceren, toch wel bijzonder voor een spin… De ‘Europese Spin van het Jaar‘ wordt gekozen door 83 arachnologen uit 26 Europese landen. De stemming wordt gecoördineerd door het Naturhistorisches Museum Wien, samen met het Arachnologische Gesellschaft (AraGes) en de European Society of Arachnology (ESA).
Meld zelf waarnemingen van deze soort! Waarnemingen van deze soort worden het best gemeld via Waarnemingen.be. Dit helpt ons een beter zicht te krijgen op waar en in welke biotopen de Struikspin zoal gevonden wordt. De huidige verspreidingskaart vertoont nog vele leemten. Maak best een foto als je de soort vindt en post die makkelijk op Waarnemingen.be. Enkel meldingen met een foto kunnen immers gecontroleerd worden op juistheid. Veel succes!
Activiteiten maart 2015
Vrijdag 27 maart 2015: Nachtvlinders vangen in Postel i.s.m. de Vlinderwerkgroep van Natuurpunt De Vlinderwerkgroep van Natuurpunt organiseert een nachtvlinderinventarisatie in Postel. Er zullen een aantal vallen worden opgesteld en ook een aantal bomen worden ingesmeerd. Een ideaal moment om de voorjaarssoorten te leren kennen. Zodra we meer concrete informatie hebben zullen we jullie op de hoogte brengen. Kijk ook eens op de website van de Vlinderwerkgroep Natuurpunt: http://www.natuurpunt.be/vlinderwerkgroep
Zaterdag 28 maart 2015: Insectenwandeling Turnhouts Vennengebied De eerste vlinders, kevers, bijen en andere insecten zijn weer actief. We gaan op stap met enkele ervaren gidsen van de Vlinderwerkgroep Taxandria. Ze laten je kennismaken met deze fascinerende wereld vol bijzondere soorten. Dit is een activiteit voor het brede publiek en verschijnt ook in de Haaklewie Samenkomst: Klein Engelandhoeve Turnhout Uur: 13.00 – 16.00 uur Meebrengen: laarzen – insectengidsen Contact: willy_ronsmans@msn.com of 0495 16 96 70
Lees ook onderstaand natuurbericht over de Atalanta
http://www.natuurpunt.be/news/atalanta-schuwt-belgische-winterniet#.VOjw7SyWnCY
Rode wijn gezocht !
Wie in zijn wijnkelder (of kasteel) nog enkele flessen rode wijn heeft liggen die hij toch niet nuttigt mag die altijd aan onze vlinderwerkgroep schenken. Momenteel is het weer “smeerseizoen� en we vinden het toch altijd zonde als we daar nieuwe wijn moeten voor aankopen.
De vlinders kijken ernaar uit !