DAGROOFVOGELS Inleiding Vogelcursus 2014 Turnhoutse Kempen
Indeling dagroofvogels • Valken • Havik/sperwer • Buizerds • Wouwen • Kiekendieven • Arenden • Gieren
Kleine tot middelgrote vogels met spitse vleugels en snelle, wendbare vlucht; de meeste slaan hun prooi in de vlucht. Snavel met stompe ‘tand’ aan snijrand van bovensnavel.
Indeling dagroofvogels • Valken • Havik/sperwer • Buizerds • Wouwen • Kiekendieven • Arenden • Gieren
Kleine tot middelgrote vogels met korte, brede vleugels en een lange staart voor een wendbare vlucht tussen bomen. Grijpen hun prooi in de vlucht. Vrouwtjes veel groter dan mannetjes.
1
Indeling dagroofvogels • Valken • Havik/sperwer • Buizerds • Wouwen • Kiekendieven • Arenden • Gieren
Middelgrote vogels met brede vleugels, die vaak hoog op thermiek zweven. Bidden of zitten roerloos speurend naar prooi, die op de grond wordt gevangen.
Indeling dagroofvogels • Valken • Havik/sperwer • Buizerds • Wouwen • Kiekendieven • Arenden • Gieren
Grote roofvogels met lange, gehoekte vleugels, een gevorkte staart en een vloeiende vlucht met draaiende staart. Eten op de grond.
Indeling dagroofvogels • Valken • Havik/sperwer • Buizerds • Wouwen • Kiekendieven • Arenden • Gieren
Middelgrote tot grote vogels met slank lichaam en lange vleugels. Vlucht vaak laag over grond met geheven vleugels (V-profiel). Slaan meestal prooi op de grond.
2
Voorkomen in de loop van het jaar • jaarvogels : als individu/als soort • zomergasten (boomvalk, wespendief) • wintergasten (blauwe kiekendief, smelleken) • doortrekkers (visarend) • dwaalgasten (roodpootvalk, steppenkiekendief) Buizerd
Nestgedrag • Broeden begint vanaf eerste gelegde ei. • Eieren worden met dag tussenpauze gelegd. Daardoor verschil in grootte tussen jongen. Kan leiden tot kannibalisme.
Jachttechnieken • Afhankelijk van bouw • Speurders : draaien rond op thermiek en zoeken ondertussen prooi of aas. vb. buizerd, gieren • Speurder : tijdens “bidden” – torenvalk • Jacht in volle vlucht : slechtvalk, boomvalk • Verrassingsaanval (in bebost gebied) : havik, sperwer
3
Specifiek belang dagroofvogels • jachtvogel (voorbije eeuwen) • concurrenten jagers, dus ook ondanks wettelijke bescherming, lang bejaagd en verdelgd. • erg onderhevig geweest aan gevolgen van pesticiden in de landbouw (onvruchtbaarheid)
Dialectnamen • algemeen : klamper • sperwer mannetje : mussenklamper • sperwer wijfje : duivenklamper (ook voor havik en slechtvalk) • buizerd (en andere grote roofvogels : wespendief, bruine kiekendief, wouwen) : plod • buizerd : muisvogel, zonnedraaier • kiekendieven : weie • grauwe kiekendief : witte klamper
Torenvalk – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Falco tinnunculus • Vrijwel in heel Europa de meest algemene valk en kenmerkend voor agrarische gebieden en langs wegen. Ook in meer natuurlijke omgeving en rotsen. • Het aanhoudend bidden is zeer karakteristiek.
4
Torenvalk – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 33 - 39 cm – Spanwijdte : 65 – 80 cm – Wijfje iets groter dan mannetje
Torenvalk – Kenmerken • Kleur mannetje
• Kleur wijfje
– Blauwgrijze kop. – Blauwgrijze staart met slechts één zwarte eindband. – Rug rosbruin, gevlekt.
– Kop, rug en staart roestbruin – Rug, staart en bovenvleugel gebandeerd.
• Zwakke zwarte streep onder het oog. • Bovenvleugels rosbruin met zwarte uiteinden. • Gele poten.
• Zwakke zwarte streep onder het oog. • Bovenvleugels rosbruin met zwarte uiteinden. • Gele poten.
Torenvalk – Kenmerken • Mannetje onderzijde – Borst licht rosbruin met zwarte druppelvlekken. – Lichte keel. – Onderkant staart met één zwarte eindband
• Wijfje onderzijde – Borst licht rosbruin met minder duidelijke vlekken. – Lichte keel. – Onderkant staart gebandeerd als boven
5
Torenvalk – Kenmerken • Kenmerken juveniel – Als wijfje maar met grotere vlekken op borst
Staart juveniel mannetje (1e kalenderjaar) Staart onvolwassen mannetje (2e kalenderjaar)
Torenvalk – Trek • Onze torenvalken zijn standvogels. – In lange perioden van vorst is er een verplaatsing naar het zuiden
• Noord-Europese vogels migreren naar ZuidEuropa en Noord- of West-Afrika • Gedrag van doortrekker •Gerichte vlucht •Weinig bidden
• Gedrag van lokale vogel •Weinig gerichte verplaatsingen •Zeer veel bidden
Torenvalk – Vliegbeeld • Bidden – Kop absoluut stil – Vleugels, staart en lichaam worden aangepast – Zit tussendoor vaak op paaltjes of hogere uitkijkposten
• Valkenprofiel – lange, puntige vleugels – lange staart, in glijvlucht zeer smal
6
Torenvalk – Diversen • Geluid – Roept weinig, meestal in buurt van nest – Hoog, nasaal, vrij zwak Kie-kie-kie-kie – Latijnse soortnaam tinnunculus betekent klokje
• Biotoop en verspreiding – Vooral in cultuurlandschappen, met verspreide bomen voor nestgelegenheid. – Geen echte bosvogel.
• Voedsel – Voornamelijk muizen – Geen aaseter
Torenvalk – Diversen • Nesten – Op torens, in verlaten kraaiennesten, in nestbakken. – broedt vanaf april
• Bedreiging – Laatste jaren sterke achteruitgang – Oorzaak onduidelijk • Tekort nestgelegenheid • Achteruitgang muizen en akkervogels
Boomvalk – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Falco subbuteo • Elegante valk – lange vleugels – korte staart – Opvallend koppatroon
• Zomergast – Van april tot september
7
Boomvalk – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 28 - 35 cm – Spanwijdte : 70 – 84 cm – Wijfje iets groter dan mannetje
Boomvalk – Kenmerken • Adult – zwarte wangstreep (knevel) – leigrijze rug – witte borst, zwart gestreept – rode “broek” – weinig verschil tussen geslachten • Wijfje meer bruinachtig op rug • Wijfje groter
Boomvalk – Kenmerken • Juveniel – Kop valer, licht voorhoofd – Bruine schijn op rug door bruine verenzomen – Lichte vleugelachterranden – Geen rode “broek”
8
Boomvalk – Vliegbeeld • Typisch valkenprofiel – smalle vleugels – Smalle staart – Te vergelijken met grote gierzwaluw.
• Vlucht zeer beweeglijk en snel • Is in staat om vanuit een ontspannen patrouillevlucht naar hoge snelheid te versnellen • Eet kleine prooi (libellen) in vlucht
Boomvalk – Diversen • Geluid – Roept weinig, meestal in buurt van nest – Hoog, nasaal, snel herhaald Kiew-kiew-kiew-kiew
• Voedsel – slaat prooien in volle vlucht • grote insecten (vooral libellen, ook vliegende mieren) die in de vlucht van hun vleugels ontdaan worden • zwaluwen, inclusief gierzwaluwen
Boomvalk – Diversen • Nesten – bomen (bv. oude kraaiennesten) – Broedt laat (vanaf juni)
• Biotoop en verspreiding – open heide- en weidegebieden, dikwijls nabij vennen, meren of rivieren – ook in lichte bossen en landbouwgebieden met veel waterpartijen (libellen)
9
Slechtvalk – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Falco peregrinus • Middelgrote tot grote, gedrongen, maar fors gebouwde valk • Superbe vlieger maar zit veel en valt dan minder op.
Slechtvalk – Kenmerken • Afmetingen – – – –
Onze grootste valkensoort Lengte : 39 – 50 cm Spanwijdte : 95 – 115 cm Wijfje fors groter dan mannetje
Slechtvalk – Kenmerken • Adult – kop, nek en rug : leigrijs tot –zwart – borst wit met dwarse zwarte strepen – keel wit, opvallende brede, zwarte wangstreep. – weinig verschil tussen geslachten • Wijfje fors groter • Wijfje meestal wat donkerder
10
Slechtvalk – Kenmerken • Juveniel – kop, nek en rug : bruinig – borst met overlangse strepen – Minder afgetekende baardstreep
Slechtvalk – Vliegbeeld • Valkenprofiel – lange, puntige vleugels – nogal korte, toelopende staart
• Snelle vlucht afgewisseld met glijvluchten. • Slaat prooivogels in de vlucht, vaak in stootduik. (snelste vogel ter wereld !)
Slechtvalk – Diversen • Geluid – Roept weinig, meestal in buurt van nest – Luid en rauw, typisch gekekker Kjek-kjek-kjek
• Voedsel – slaat prooien in volle vlucht – duivensoorten (ook reisduiven - oorspronkelijk rotsduiven in valleigebieden) – eendensoorten, steltlopers (kievit, grutto, …), hoenders (fazant, patrijs), kraaien, spreeuwen, lijsters, …
11
Slechtvalk – Diversen • Biotoop en verspreiding – Geen bosvogel. •Valleigebieden met klippen in Wallonië. •Sinds een aantal jaren door inspanningen van FIR ook in steden in Vlaanderen maar ook in Doel, aan Atoomcentrum Mol, ….
• Jaarvogel •Noordelijke vogels trekken naar zuiden, de onze blijven •Juvenielen zwerven •Peregrinus = zwerver
Slechtvalk – Diversen • Nesten • Oorspronkelijk broedvogel van rotsgebieden (valleien, bv. Maas, Semois en Ourthe). • Populatie had helft vorige eeuw sterk te lijden van DDT + roven van eieren en jongen. Begin 70’er jaren uitgestorven. • Nu in kunstmatige nesten op kerktorens, koeltorens, …., ook in onze streek (toren H. Hartkerk).
Buizerd – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Buteo buteo • Wijdverspreide, forse, middelgrote roofvogel. • Zit vaak op palen of uitzichtpunten en zweeft veel • Meestal onopvallend verenpatroon
12
Buizerd – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 51 – 57 cm – Spanwijdte : 110 – 130cm – Weinig verschil tussen geslachten • Vrouwtje wat groter
• Meeste vogels hebben lichte borstband onder donkere keel en hals – Opvallend in zit
Buizerd – Kenmerken Adult • erg gevarieerd – (le buse variable)
• meestal donkerbruin met lichtere borst • soms ook zeer lichte, tot bijna volledig witte exemplaren. Juveniel – mist de donkere achtervleugelrand en subterminale staartband
Adult
Juveniel
Buizerd – Vliegbeeld • Zeiler met brede vleugels • Glijdt op laag gehouden, en gespreide staart (cfr. gewelfde vleugels gieren). • Op thermiek zonnedraaien op zoek naar dode prooi. • Zweeft op geheven • Stootduiken tijdens vleugels in brede, paarvlucht boven kantelende, trage cirkels broedbos
13
Buizerd – Diversen • Geluid – Miauwen – Bedelroep van jonge vogels opvallend in juni/juli
Voedsel • dode prooien (zit graag nabij autostrades verkeersslachtoffers) • ook levende, maar trage dieren : mollen, ratten, … • regenwormen, op geschikte wei zitten soms verschillende vogels
Buizerd – Diversen Biotoop en verspreiding • bosvogel, maar jaagt graag in open gebied. • in winter ook noordelijke vogels (ringwerk)
Nesten • Hoog in bomen. • Nesten worden vaak jarenlang opnieuw gebruikt. • Soms kunnen broedende vogels passanten verjagen
Wespendief – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Pernis apivorus • Grote, soepele roofvogel met lange vleugels, kleine kop en lange straat met drie donkere banden. • Zomergast • Wordt weinig in zit gezien
14
Wespendief – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 51 – 60 cm – Spanwijdte : 140 – 150 cm
• Lijkt sterk op buizerd, maar veel minder variabel
Wespendief – Kenmerken Mannetje • duidelijke polsvlekken • forse zwarte vleugelachterrand • Lange donkere banden over de bases slagpennen Vrouwtje • Als mannetje maar met zwaar gebandeerd patroon
Mannetje
Vrouwtje
Wespendief – Vliegbeeld • in vlucht van buizerd te onderscheiden door slankere kop, langere smalle staart met drie dwarsbanden • iets smallere, langere vleugels • opvallende baltsvlucht – vleugels klappen boven samen
• Zweeft met weinig opgeheven vleugels
• Glijdt op iets afhangende, sierlijk gebogen vleugels, buizerd stijver
15
Wespendief – Diversen Geluid • Zwijgzame soort • Baltsroep “pie-e” – juli – augustus
Voedsel • graaft nesten uit van wilde wespen- en bijensoorten. Eet hun larven dan op. • ook insecten, amfibieën, hagedissen, ratten
Wespendief – Diversen Biotoop en verspreiding • bossen (vooral loof-) met open plekken Zomergast • half mei tot september • overwintert ten zuiden van de Sahara – jonge vogels overzomeren een jaar in Afrika en komen volwassen terug
Nesten • hoog in bomen • nesten worden vaak jarenlang opnieuw gebruikt. • er worden dan wel telkens nieuwe, groene takken aangebracht (in tegenstelling tot buizerd).
Sperwer – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Accipiter nisus • Snelle, behendige roofvogel met brede vleugels en lange staart • Wordt meestal gezien als hij laag door het landschap jaagt • Zweeft vaak tot grote hoogte Mannetje
16
Sperwer – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 28 – 38 cm – Spanwijdte : 60 – 80 cm
• Wijfje 6 tot 8 cm. groter dan mannetje
Vrouwtje
Sperwer – Kenmerken Mannetje – rug blauwleigrijs, onderzijde met roestkleurige dwarsbanden – rossige wangen – witte vlek in de nek. – lange staart – lange, dunne, gele poten
Mannetje
Vrouwtje – onderzijde met donkere grijsbruine borstbanden – lichte wenkbrauwstreep
Vrouwtje
Sperwer – Vliegbeeld • kenmerkend zijn de korte, brede vleugels (bosvogel). • afwisselend vleugelslagen en glijvlucht • jaagt dikwijls laag bij de grond, langs en door hagen • jaagt bij verrassing, duikt bv. plots over afsluiting op voederplek.
17
Sperwer – Diversen Geluid Voedsel • kek-kek, kiejoew • Vooral vogels nabij nest • Mannetje • verder veeleer zwijgzaam – kleinere zangvogels (mezen, mussen, … tot en met lijsterachtigen)
• Wijfje – kan iets grotere prooien aan (turkse tortel).
• Aanwezigheid van soort blijkt vaak door plukresten
Sperwer – Diversen Biotoop en verspreiding • bosvogel • in winterperiode meer in nabijheid van menselijke bewoning • onze vogels blijven hier het gehele jaar, maar in najaar en winter ook noordelijke vogels
Nesten • bosgebieden, dikwijls voorkeur voor naaldbos. • Soms dicht bij bewoning.
Havik – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Accipiter gentilis • Grote, krachtige, spectaculaire roofvogel • Leeft meestal verborgen in bossen • Vrij lange, brede vleugels en lange staart
18
Havik – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 48 – 61 cm – Spanwijdte : 95 – 125 cm
• Wijfje zo groot als buizerd – flink groter dan mannetje
Havik – Kenmerken Adult • als groot sperwervrouwtje – rug donker grijs • verkleurt door slijt naar bruin
– borst wit met smalle bruingrijze dwarsbanden
Juveniel • op borst druppelvormige vlekken i.p.v. dwarsbanden Adult
Juveniel
Havik – Vliegbeeld • korte, brede vleugels, lange staart • jachtvlucht snel en dikwijls laag boven de grond • Sperwer • Snelle, korte vleugelslagen • Smalle staart, vooral aan basis • Recht afgesneden staart
Sperwer - vrouwtje Havik - Mannetje
• Havik • Krachtige vleugelslagen • Brede heupen (staartbasis) • Afgeronde staart
19
Havik – Diversen Geluid • schel gek-gek-gek nabij nest • verder veeleer zwijgzaam Wetenswaardig • schuw <-> Stockholm
Biotoop en verspreiding • zowel naald- als loofbossen • heeft groot areaal nodig • blijft hier het gehele jaar – In winter ook vogels uit noordelijker streken.
Nesten – grote nesten, hoog in bomen – Steeds groene takken – Nesten worden meerdere jaren gebruikt.
Havik – Diversen Voedsel • grotere vogels (houtduiven, gaaien) en zoogdieren ter grootte van eekhoorn en haas. • predator van andere dagen nachtroofvogels (op nest) – Meerdaelwoud
Bruine kiekendief – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Circus aeruginosus • De grootste en zwaarste kiekendief met de kortste staart. • Het mannetje is kenmerkend. • Het vrouwtje kan verward worden met andere soorten
20
Bruine Kiekedief – Kenmerken Afmetingen – Lengte : 48 – 55 cm – Spanwijdte : 110 – 120 cm
Mannetje • meer gevlekt dan wijfje • bruin op rug en deel van vleugels. • rest van vleugels en staart blauwgrijs. • vleugeluiteinden zwart.
Bruine Kiekedief – Kenmerken Vrouwtje • donkerbruin • lichte, crèmekleurige
Adult vrouwtje
– kop en keel – vleugelboeg (schouders)
Juveniel – als vrouwtje maar zonder lichte schouders – lichte dekveerzomen Juveniel mannetje
Bruine Kiekendief – Vliegbeeld • zo groot als buizerd – maar slanker – met langere vleugels en staart
• vleugels in vooraanzicht licht V-vormig • Jaagt dikwijls laag boven de grond.
21
Bruine Kiekendief – Diversen Geluid Biotoop en verspreiding • baltsroep kiejèè • Moerassen met rietvelden, ook polders met rietstroken • verder veeleer zwijgzaam langs beken of kreken. • Zomervogel Nesten
– meestal april tot augustusseptember
– broedt op de grond in nest gemaakt van rietstengels • Overwintert tot in tropisch
Afrika.
– Voedt zich daar vooral met insecten
Bruine Kiekendief – Diversen Voedsel • kleine (bv. karekiet) of jonge vogels (waterhoen, eenden) op en nabij water. • Ook knaagdieren, vissen en amfibieën.
Blauwe kiekendief – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Circus cyaneus • Grote roofvogel met lange vleugels en witte stuit. • Vliegt traag op geheven vleugels • Onderscheid van andere kiekendieven vraagt enige studie.
22
Blauwe Kiekedief – Kenmerken Afmetingen – Lengte : 43 – 50 cm – Spanwijdte : 100 – 120 cm
Mannetje – kop, rug, vleugels en keel licht grijsblauw – zwarte vleugelpunten – buik en stuitvlek wit – Onderscheid Grauwe Kiek • grijze borst afgescheiden van witte buik • vijf “vingers”, handpennen
Blauwe Kiekedief – Kenmerken Vrouw • donkerbruine vleugels • witte stuitvlek en sterk gestreepte staart • borst roodbruin met donkerbruine lengtestrepen.
Blauwe Kiekendief – Vliegbeeld • vleugels in vooraanzicht licht V-vormig. • jaagt dikwijls laag boven de grond.
23
Blauwe Kiekendief – Diversen Biotoop en verspreiding • open terrein zoals heide en veengebied, graanvelden. • Wintergasten blijven graag in open terrein (heide- en weidegebieden) • Verschijnt vanaf eind augustus tot december. • In voorjaar terugtrek vanaf maart tot in mei
Voedsel • veelal kleine zoogdieren (knaagdieren, vooral veldmuizen) • minder vogels.. Wetenswaardig – vroeger broedvogel – in onze streek : 1954 broedden 3 soorten kiekendieven (bruine, blauwe, grauwe) in Liereman.
24