Indeling spechten • bonte spechten : grote, middelste, kleine, … • groene specht • zwarte specht • draaihals
Spechten - diversen • Voorkomen in de loop van het jaar – jaarvogels : als individu – zomergasten: draaihals
• Nieuwkomers – zwarte specht – middelste bonte specht
• Jachttechniek – opgerolde tong – hersenen opgehangen in schedel
Specifiek belang spechten • bosbouw : kappen in (beschadigen van) stammen, was vroeger reden om spechten als schadelijk te beschouwen (afschot door jacht- en boswachters).
1
Dialectnamen • specht (algemeen) : spik, houtspik • grote bonte specht : bloedspecht (Vosselaar) • groene specht : bosveulen (Gierle)
Grote Bonte Specht – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Dendrocopus major • Een algemene, middelgrote specht: zwart, wit met hier en daar rood. • Gemakkelijk te vinden door zijn luide geroffel vanaf de late winter en door zijn scherpe roep de rest van het jaar.
Grote Bonte Specht – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 22 - 23 cm
• Mannetje – overwegend zwarte rug met witte tekening – zwarte baardstreep – borst wit met weinig strepen – anaalstreek rood – kleine rode nekvlek – beige voorhoofdsvlek
2
Grote Bonte Specht – Kenmerken • Vrouwtje – zoals mannetje, maar rode nekvlek ontbreekt
Grote Bonte Specht – Kenmerken • Juveniel – zoals mannetje maar met rode kop – Verwarring met middelste bonte specht mogelijk • Middelste Bonte Specht – geen zwarte rand onder rode kap – snorstreep loopt niet tot snavel – borst licht gestreept
Juveniel Grote Bonte
Grote Bonte Specht – Kenmerken • Juveniel – zoals mannetje maar met rode kop – Verwarring met middelste bonte specht mogelijk • Middelste Bonte Specht – geen zwarte rand onder rode kap – snorstreep loopt niet tot snavel – borst licht gestreept
Middelste Bonte
3
Grote Bonte Specht – Vliegbeeld • Sterk golvende vlucht • Zwart-wit-tekening op rug valt daarbij op • Stijl opwaartse bocht bij landing
Grote Bonte Specht – Diversen • Roep – regelmatige tsjik-roep – heel jaar door te horen
• Roffel – zeer snelle slagen, korte roffel – vorm van zang; enkel in voorjaar, vanaf februari – meestal op dode takken (ook tegen nestkasten)
• Biotoop en verspreiding – loof- en naaldbossen – parken en dreven
• Onze meest algemene spechtensoort
Grote Bonte Specht – Diversen • Voedsel – insecten, hun eieren en larven. – vogeljongen (bv. van mezen) uit nestkasten – zaden uit dennenappels (ingeklemd in smidse). – in najaar en winter ook noten (wal- en hazelnoten), worden op de grond gegeten – in voorjaar boomsappen (ringelen van stammen)
4
Grote Bonte Specht – Nesten • in zelf gehakte holten – tussen 2 en 10 m (soms lager) – Doorsnede nestopening : 4,5 cm.
• Broedperiode – eind april tot juni
• het maken van de holen maakt deel van het baltsgedrag
• het hakwerk duurt 2-3 weken • per broedseizoen worden meestal verschillende holen gekapt • holten worden buiten broedseizoen ook als slaapplaats gebruikt • spechtenholen belangrijk voor bosecologie
Groene Specht – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Picus viridis • Een grote groengele vogel met een lang lichaam. • Hij vliegt de bomen in onder het uiten van een luide, lachende roep
Groene Specht – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 31 – 33 cm
• Mannetje – enige groene specht – onderzijde kop en buik grijsgroen – kop en nek rood – omgeving oog – snorstreep rood met zwarte omranding
5
Groene Specht – Kenmerken • Vrouwtje – zoals mannetje, maar snorstreep zonder rode vlek.
Groene Specht – Kenmerken • Juveniel – kleuren valer dan adult – onderzijde gevlekt en gebandeerd – wangen en keel gevlekt – snorstreep en masker zeer vaag
Groene Specht – Vliegbeeld • Sterk golvende vlucht • 4-5 vleugelslagen tussen de golven • Stijl opwaartse boog bij landing in boom • Verschuilt zich vaak achter takken
6
Groene Specht – Diversen • Roep
• Biotoop en verspreiding
– typisch “lachen” – versnellend kluu-kluu-kluu – vooral in broedseizoen, maar heel jaar door te horen
– loof- en gemengde bossen (loof- en naaldhout) – ook in parken
• Roffelt zelden
Groene Specht – Diversen • Voedsel – insecten, zoekt graag ook voedsel op de grond, vaak in mierennesten – lange tong tot 5 x koplengte – ook zaden en bessen – vraagteken-vormige uitwerpselen met mierenchitine-onderdelen
Groene Specht – Nesten • Hakt nest in loofbomen – tussen 2 en 10 m hoog – Doorsnede nestopening : 6 cm – Constructie: ca. 2 weken
• Broedperiode – eind april tot juni
• Holten worden buiten broedseizoen ook als slaapplaats gebruikt
7
Zwarte Specht – Algemeen • Wetenschappelijke naam: Dryocopus martius • Zeer grote, volledig zwarte specht op rode kruin, lichte snavel en licht oog na • Ondanks zijn formaat niet zo gemakkelijk te zien • Vaker te horen dan te zien
Zwarte Specht – Kenmerken • Afmetingen – Lengte : 45 – 57 cm
• Mannetje – volledig zwart • op volgende kenmerken na – rode kruin, snavel tot nek – ivoorwitte snavel – witte ogen
• Vrouwtje – als mannetje – rode kruin beperkt tot achterhoofd
Vrouwtje
Zwarte Specht – Vliegbeeld • Slechts licht golvende vlucht • Grootte en kleur vallen op
8
Zwarte Specht – Diversen • Roep
• Biotoop en verspreiding
– klagend “kliejee”, gelijkt op dat van groene specht, maar luider
• Vluchtroep – “kri-kri”
– naald- en gemengde bossen – ook graag in beuken
• Tamelijk recente soort in de Kempen
• Roffel – luid – langdurig – in broedseizoen
– eerst opgedoken in de Kempen in jaren twintig van vorige eeuw, wegens tot dan ontbreken van hoge nestbomen – afwezig in bvb. Engeland
Zwarte Specht – Diversen • Voedsel – Insecten (graag mieren en ook kevers) en hun larven en poppen in bomen (rukt schors af) en op grond. – In voorjaar ook sap van bomen.
Zwarte Specht – Nesten • Hakt nest in bomen – tussen 3 en 25 m hoog – Grote, ovale nestopening • 8,5 cm breed • 12 cm hoog
– Constructie: ca. 3 weken
• Broedperiode – Half april tot begin juni
• Holten worden buiten broedseizoen ook als slaapplaats gebruikt
9