Hobokense Polder, een ekologisch rapport over een gebied dat niet mag verdwijnen

Page 1


~OBOl<EH5E

POGDER

EEN EKOLOGISCH OVER EEN

RAPPORT

GEBIED DAT

NIET MAG VERDWIJNEN!

UITGEGE:VEN WINTERMAAND

DOOR 1978

DE

WERKGROEP

HOBOKENSE

POLDER


2

Met dit wel'kdcy:ument wiJ de

'áel'}~GI'cep

Hobo-

kense I'o l.de-r aan tonen clu."t "de 1'-'010e2"" verre

van waarde l oo« is (5.Jhoetiel dit door bouvpr-omoto ren en enke l.e op hol geslagen pcl itiekers 20r,<1e1' b'l oc er: ,;ol·d.': ui tgebazuillci) en willslC lIe bi.jd1'agen tot de OnVOOl"1·raardelijke be s ct.e rn.Lng van het ger.·iecL.

Eet zijn ju:"s-r. de

1ï:ot:eli.jkheé.~er:

er~

de waar-de

var. de Hobok.er.se Fe·lder die (:e He1'kcroep ertee aance t ten te i jveren voor een ve rdá en.le k~asserine,

deels als natuurrecervaat, deels

als natuur[9bied..

Alleer. rr.e t de c e o f'f'Lc i

ê

le

erkenning kan d:'e .i.r tereS22"nte gToerireserve

veilig gestelä.

liJOI'ê..en

voor de or.wonenden er.

voor de toekcrr.stige genera ties •••


De '.ierker bef.:irrnen. Enorme gr-aa fme.chá.ne s s cheur-en '':'e s.ard e open

en hakken hWI IT.e ta l

en k i auven

irl s t o e re polc:ergror2.l'l.

Bulldozers verzetten oassa's zand

meedogenloos

be"eI~eL

s taaLha r-de reuz er. het maagde l i jke ] ands chap,

Er wordt genivelJeelè. en goro t.e [I'OeVe!2.

2 terke u:" t rus ~inB eh'eu!l-:

be tonr en palen to~ ee~ rr'assiev~

be t i-ouvbar-e fr,l'!G.erinê'.

3et kontakt met de

~ardkluiter.

s timul eert.

geproefd.

(Uit

rrop~genadabrochure van

PoJderstad.)


- 4 -

J

o

WIL.RiJK


VOORWOORD De liobokense Polder, voor somf'igen nog onbekenc'. terrein ... is het laatste natuurgebieci op de rechter Scheld,,-oever tussen grootstad Antwerpen en de Fupelstreek. Aan de noorderzijde wordt het gebiec geil~~keerd door de petroleuminstallaties Antwerpen-ZuiG.. De spoorlijn hltwerper. - Boom vormt de oostelijke grens en zuidwaarts ligt de in aanbouw zijnde Polderstad, die de grootste bed.re i.gi.ng vormt voor het natuurgebied. Al bij al is het ruim 65 ha zeldzaam natuursc~oon, in een dichtbevolkte en sterk geïndui;;"tI'ialiseerde omgevarrg••• I t Behouden zeker \""ard er, meer' dan noodzakeli jk ! Vroeger...

was de Hobokense Polder, toe~ nog een uitgestrekt en rijkgevarieerd poLde r Land , een opzienbarend natuu.rgebà ed, Het kleins chal i g Lan ds chap van I<eleer met zijn s cho r-r-en langs de Schelde, knotwilgrijen er. bemalingsgrachten bestaat niat meer. Het heeft door de eeuwen heen grotendeels plaats moeten ruimen voor woonen industriezones. Uitgezonderd de ~opulierenaanplanting en een moerasachtig terrein verdwenen de laatste 200 he. in de 60-e1' jarel: onder een meters dikke gronè.specie, die vr-i jkvam me t de aanleg van de E3 rond Antwerpen.

Lancbouwgrond werd bouwgrond! De gemeer.te kocht al deze "waardeloze" gronden op.

De Hobokense Folder ve r-d gerevaloriseerd, bouwri jp gemaak t ! In samenwerking met enkele grote immobiliëngroepen lanceerde de pl ae tseli jke overhei d het grootse, pres tigi euze Polders tadpro jekt. In '74 werd gestar't met de 1ste woonfaze en met de industriezone. Momenteel werkt men aan de 2de faze. Er zijn in totaal zo'n 5 woonfazen gepland + 1 voor sociale woningbouw ••• Het gehele projekt zou voor eer. 25.000 mensen voonge.Le genhei.d moeten bieden Op de ongeveer 65 ha resterende Hobokense Polder, die de Werkgroep wil reserveren, is buiten de geplande woonzone nog'een zeer' duur sportkomplex voorzien, met i4 voetbalvelden, 16 terillisterreiner., 2 superparkings, In tegenstelling tot het nauturgebied waarvan IEDEREEl, kan genieten, zal dit slechts door een beperkte bevolkingsklasse gebruikt .or'den, de rest mag toekijken ! Bovenè.ien zal dat sportkomplex er meestal ongebruikt bij liggen, en zulke ve rkwi s td.ng Hord.t door ons niet aanvaard !! Polderstad =

groe~stad

I??

Met deze leuze werd 1 bufferzone voorzien tussen woonzone en industriezone (of beter : men heeft de lef om een taluQje beplant met scharrelhout een buffer te noemen !).

I "


HE!]' IOODVO N1U S VJili DE HO=.c.Y[EÏ,: :'~ E POL DE R s FO!..DEK;T..'J.D••• OF, HOE FE 'IDUF't..1ITATEN .IS'!' NAIUURGE:2IEI; ] 11 :JE 'IDEKOl\rST Z IE!\~

In '7 5 werd eveneen H be 6~mlen met de &an plan ting van eer- polderbos ••• Hét grote f i a s co , het iE n amel ijk reeds 3 j aar de t men tevergeefs pogin gen ondernee~ t om op zwer e , bl auwe k~ e i ETon d bomen te planten. Officieel is de oorz aak van de j aa r l i jks e mis lukki.ngen van de aanplant no g steeds de droge zomerp e r i o de van 17 6 ( s i c .) . En z eggen dat er vlakbi j i e Eobckens e Folde r li gt, die è.e polderstadplanners willen vernielen. Het enige dat het zogenaamde bo ua n i s ch alle gaar tje trouwens tot nu toe hee ft op ge bracht i s een zware f i n ar. ci ël e l ast Váll verscheidene 10-tallen nriLjo enen, En de poLdez-e t admen cen !ll:nk er en ' no g s t e e ds naar hun be l oo f de "ze e van gr oen II ! In op spraak. Me t di t Pol der s tadprojek t wordt er nie t alleer. een groene bu ffe r - die voor lioboken onmi sbaar is - van de kaart ge v eegd , Baar t e ven s ve rn i e t i g t men een waarde vol na tuurge tie~., da t vanui t natuur-histori sch oogpun t niet mag verdwi jnen, en een wandelgebied Qat voor velen een laatste band beteken t me t de natuur, en dit i n eigen omgeving.

De noodzakeli JKhe id V~l deze re alisatie is verre van bewezen , leegs taan de pcl der stadhuizen z~jn hiervoor s t i l l e getuigen. Men is s t e e ds ver trokken van de idee dat Pol ders t a d er per sé moést komen. Andere roogeli jkheden werden r i e t een s in ove rwegt.rig genomen, en di e waren er wel degelijk! Zo bi ~voorbeeld het aane rer; en r-eno verer; van oudere woonwi 2k en in Hobokent die op zi cl:z elf vee l aangenaJller en levendiger zijn dan de kuL stmatige Folders t a d .


- 7Zulke wi ~ken gen.aak t na.ar- mer.s enmaa t , waa r he t co c a.B.1 ve rkce r en è.e vereiste infras1iTIl.ktuur de wezig zijn, t i af tegen d.e steriele, grootsct~2.1ige Po l de r-c ta d, wac r pre s t.ige er: gigB.I1 ti t i r: de r.i euve é:.fe!,·c)f.:.er. zj ~n ••• Eer.. r_erHaë..rdel'ing van die v.:. jke:n sou bovendien g"08(:J.koper er.. r - e n c a b e L e rgeHeC2.t, zi j n , er, Laè. b c v e n d . i e r , mo o ge ..':é.derd in ï

r - e

e

a a n ..

s

e k

e n

s . c h

r

I

ï.

't jaar

V~l

tet dorp!

vergee t in è.e pr-o pagandakampan je~ maa r veel :'.f'! t;raag te vert.ellen da t die Pol de i-; tau o r een bo o gr.cheu J,; ligt van I.~étallu:!:'gie, bron van heel wa t pc Ll.u tn e i.Ln de.r er!. e l Len de tr~ Eoboker.••• ook VOOI' de toekomc t i ge PoLc.e r s tad ! ~.~er_

Omdat de destijds geple.nè.e PLcpehe€ niet aa.l'1gelef'c1. vo r d t (er. terecht r ), mce t alle verkeer van er, nas r Po Lr e rc t ad door de do r peke rn , wa t to taal or.ve ran twoc rd is en eer. s~ag be teken t voor he t do rpeLe ver: !

Vl'j.

jHillige è.ood-

De Hobokense Folder ligt in e er, dicttbevolkte en ster': de omgeving; dit is een kOLkreet en beJffilerijk

gepol1u"e~­

&~€~~e~t

om het

na tuu r-geb i ed -te behouden. Hoe bestaat het dat onze kinderen ooit een klare kijk krijgen op de ekologische problewen, hoe kunnen ze d~e nn~1ur terug leren waarderen als de laatste c tukken hen ongevraagd werden on triomen r Nu reeds e tuurt. mer; Eo bckens e kinderen van huis 'Heg arr. gezonde luch i; te proeven...

Voor~·:E.2.r,

meer dan een teken aan de wand,

Het is hoogtijd c.a t irl Eo boken eerlijke (I) pogingen gedaan wor-den or; de leefsi -tuatie in e i ger; gemeente te verbeteren.

De Werkgroep we,cht nog steeds (reeds 5 jaar) op r-eak tá e s en konkrete mede... e z-ki ng van èce p Laa tseli jke overheid er, wi j hopen dat het ge~eentetestuur de dwaze polderstadè.room voorgoed de rug toekeert r En \ia t maal:": die E:obokense Folder nog zo aan trel-d<eli jk, kortom 't re:::ervere~ als natuurgebied overweard ? We vernoemen vooreeret de rijke, gevarieerde plantenwereld, waarvan de practtige ~oerasvegetatie geen gelijke kent in de on~iddel­ l i jke orr.ge vf rig, Ook de fauna spreidt een haast over.eldigende rijkdom ten toon. Vooreerst is er de bTondig bestudeerde vogel wereld. De Hobokense Polder blijkt voor een aanzienlijk aantal vogelsoorter, een "laatste" toevluchtsoord te zijn. Zo zijn er de vele, zeldzame moerasvogels die jaarlijks met succes in het gebied tot broeden komen. Door zijn des.Le ligging langs de ::'chelde liedt het verder voo r tal van trekvogels aen geschikte rust- en foerageerplaats. De insekten zijn zeer goed vertegenwoordigd. Enkele interessante groepen werden zo volledig mogelijk bestudeerd. Waterkevers, -wantsen, libellen en enkele zweefvlieg~n, die voor hun ontwikkeling en voorkomen gebonden zijn a~~ waterrijke gebieden, waren talrijk vertegenwoordigd. De ind~we~~ende vlinderlijst spreekt voor zichzelf. Voor amfibieën bleek de polder eveneens een paradijs te zijn. ä


- 8 -

Een voorlopige studie over de dietor:oeeër;flora, leert ons va t over de waterkwaliteit.

t

1 ,

;

Op al deze behanèel de pun ten zal in de 'toek cms t v e rde r gewerkt worden.

!

Mits een nauwgezet beheer wil de ~erkgroep in samenwerking met de Jeugdbonden VOOr Natuurstudie tet gebied onderhouden, er zorg VOOr dragend dat het z e Ldaaa,n noerazbiotoop t.ewaa r-d blijft! In de navolger.cie l:.oofdstukken wo r der, de ze verschillende facetten van de 1::iologische rijko.orr, var. "de j:older" ui tgebreid toegelicht.

i

I Heb je reakties, kritiek cf wil je ffiee~erken met de Werkgroe~ Hobokense Pclder••• dsn kun je steeds terecht biJ: 11

-

Pol PaLs , Boofosec;teenweg 466, 2610 Wilrijk Mértens, L.Mastplein 19, 2710 Hoboken

Koe~


_

0

_

De pc Lde r s dankei, hun Qy:t;it:::E....r ; ,"L':'~L ,l~ :,~I'ij'l .h e (t-ç o9·'.~ert,ev;oners eerti jds t e ger; he t Ha TeT ~:(Je""['r}::-~r! ~ De s tri jd we r-d acnvanke Lá jk cco r .i.E'.~i v.i due I a -:,i ./! c,-:.g·e!: b'evo·3rd rr aa r al vlug werd. T~coè.geè.-,':o!:~·e-~~ cV2rgeg'.:c:.::o.r:. t c ; c8: ir:8_~i.):.e '?.~:.tie:3. Langzamerband we r-den lleze ak -:ie s !;..:::.u~{~:e~l ri ';;€"I' 0"':'Cll~ .;·:.1-:' :.<.,;crti~ Bepaalde Herker: d i entar, r-e ge Lmo.f t g ",:0 ge t-e' ... :"8!". , ''':;Ob.,:,·-: h'.J ~ vc rco rgen en verdedigen V2.n de d.ijken en l.e t gr:::t!jç,::: En Ol"::.c]eI'l:Q1..':'':8~·_ van af"wa teringskanaal i jec:,. De po Lde r-beworiers lVç-.re:n dus ve rcn i gd in "3e:r. SC0I't. vta: ve r ocnd ',vaari:!:l ieder zi ~n t.ak.en dier..de te ve rvu Lj en, Daar- è.e ~,!eI'k'3r_ ui ~6evoerd door d.eze vereniging var.. nu t W"lI'e:c voc r alle béwcne ru van ie gem6en~'é), was de overheid be~eid lepsalda k6UI'0fl "te vsrl'2r~~n eI'. scnr.Lge bep:ilingen van de po Lde r-bet.one ro k r ach t van ~';èt te g9""'iE::i.~.~ 3e6r~_jI.'èlijk is dat verschillenè.e polders op..c~.erlin"": vGrschilrien door het fei t dat ze niet alle evenveel rechten ver-vo rven r.ed.den 6n h'::"orui t is makkelijk te begTijpeL Qat er geen eenheid 7ên r6cht. wa~, Dat dit soms tot co n fl ik ter. le'::"llde is duiie:l.:: jk, Het dekreet v~ Napoleon ven 11 ja~üari 1011 bracht nierin gTootse veranderingen.

Het

polderbes~ur

ontstond

toe~J

zodat alle onderlinge verschillen

ve rvi e ï.en, De polders ve r der, voo r-t aan beheerd door een raad die door de cer.trale ove rhe i d '~HJrd Sa..r1er..ga;;,: te l d. Het o pr-i c h t en van eer. ve:r'enigiIlt;, waarva..n ui.e rco ven reeds e pr ake Wá.S, kan men ongevee~ si~uer6n ~ort n~ de GverQ~ach~ van dG lage g~onden aan de gene en t e , Dit geteurcle c.co r vrouwe ~'eliei t as op 8 decerr..ber 1260" Het hierna. vol genûe Il p c l è:..e- r Ce 2 tuu ::- 1I \-15.2 63.rr..e!!6esteld ui t drie be Langr-ä jke pe r s oner, : Ge wo::oekL-~:ce.ste:r", ,ie- "sucs t.i tuu t" en de "pennmgmee s te.r", Elk van hen had da taal': e sn aen ta l nauwkeu r-i g Oülschreven ve ran t,,;oorè.e.!..i ~}:.heden te è;.ragell. .3:1.. J konder. ui t hun ambt ontslagen wClrclen aLs 6::::' kl::..ch i er, V8~n de be.-,-lor..ers ·"j<.:::-er~ .. Enkele en hUL

I

telangri~ke ~;e::e-1.:r~0eni;';;':':6c geschieQe~~s

3u~et~e~

cë.e

~,I.(.; G

ve r-de z-

'ï"?I'="00p

van de pold.ers

:

Or;ts taan van de L:.i jken , Eers~e ,iijk~reuk in ~oboken. De dijk we:rd feI geteisterd op 1 no v; , vooral Herr.Lk.s en, Sc:nell e en Boom werd.en erg toegetskeld" Rond äe~G ti~i v~rd~een het dorp Saeftinghe vnlle~g in de golveno situeren rond 1682 en 1715. Anaere dijkbreu1:eL kan Den

13de 1562 1570

14è.e eeu,'

De polder bleef echte!" zijn functie 5.1s l'Oi'ldboulfgTond niet vervu.llen.

get de E3-werk8J1_, kwam een grote ho e ve e Lh eá d zand. vrij dat ken gebruik"t .orden cp de poldergronden op te hogen. Daarmee verdween voor een groot deel het ~eide-~~otwilg karakter van het gebied. De ganse bedoeling m e rvan was de grond oou',l::,i jp te Ir. aken , Intussen is er al wat tijd verlopen en een nieu"e vege~atie en enkele plassen or: ts tonden or de opgehoogde s tuide en. Sarneri met de oude polderoverblijfselen vormt dit een eLorme ver8cLeide~teiQ aan tictoopjes. •


-

10 -

PLANTEN INLEIDING

PLAN TEN INVENTARISA TI E

Zoals vro e ge r ree0.s ve r-ne l d , t88 t aa t he t groc -G~ te gedeel te van de Hobokense Folder ui t recer; ~ c pge s ~orte s tukken g=~r_d. Vandaar dat de vegetatie var, dit terrein 0::';' '~eJ::.:.::.l·ie flaatser. nog

erg weinig

ho~oge~itel: vertOG~t.

Eén soort begroeiin;t ~l. de oeverbegroeiing> blijkt een vrlJ ~trakke struktuur te bezitten n.e t ctv.i r l e l i j k afgelijnde cve z-gangon , De gegevens var'.. c1.eze inven t2..ri.2a tie kuamen , zowel van in:ii vi duele waarnemingen als v~~ de plantp.nsocio10gische p18n~enopna~en. Voor de plan tensociologische o pncn.en ;,;·erd. de waardeschaal van Braiu-~­ Blanquet, verfi jnd doo z- Bar-kr.an , Doi ng en 3egal (1964), i-;ebruikt. Deze s chz.aL geeft de L!'TaL-':;i-Latie?e beoo r-de Li.i... g 'I-SI. e en T."egetatie.type naar "abur.dan t i,e " er, bedel-è.cingsgraad weer.

Enkel de gegevens van de oevervegetatie werden i" tabelvorm ve rwe rk t , De op"amen van het ove~ige deel van de polde~ weren "iet voldoende in aantal o~ hiermee zekere str~~turen in de be~oeiing op te zoeken. Daarom zullen è.eze s tukk en in de vol geride ,ja:'en verder wcr1en onde~­ zocht met dezelfde schaal

OIT,

Deze studie is noodzakeli jk goed gevolg voort te kunnen

de evolutie ervan te 0'"

bes~dere~.

de beheerswerken te ve r-an twoo r-dan en me t

zette~.

Veel van de gevonden soorten planten zullen in de toekomst door andere soorten verdrongen Horden, zoua t e" eer; bepaalde selectie zal optreden tussen de con~~rrerende gemeenschappen en groepen planten. Daarom moet de hierbi~ geleverá.e plantenlijst met enige reserve worden bekeken. De lijst bevat een a~~tel planten, die bijvoorbeeld slechts eenmaal lieI'den waarger.omen, we.ardoor het niet te verwonderen is dat we deze plant de volgende jaren niet meer zullen terug vin1en. Het omgekeerde is natuurlijk ook mogelijk: de plant kan uitbreiding nemen en een stQk inpalmen, waarin ·tit individu een eerste plaats i~­ neemt. Een t;y-pisch vooz-be e Ld hiervan is de "gr o te ratelaar" : deze half-parasiet nam de

la~tste

jaren een paar vierkante meter grasland

in beslag en leeft nu ten koste nabijheid groeien.

v~n

de grasoen, die in de onmiddellijke


-

BESCH RIJVING

1~

V EGET ATiEKAART

Inleiding:

Bij de inventarisatie van de vogels op de Eobcke~8e Polder bleek het onontbeerlijke te zijn een overzicht te hebben over de aspectbepalende vegetatie van het beschouwde gebied. Het ligt bijgevolg ook niet in de bedoeling een studie van de flora te maken op basis van associaties, verbonden en gemeenschappen. Een groffe onderverdeling werd als volgt gekozen : Populierenbos Ruigten (op zijn beurt opgedeeld in open en mee r gesloten s tukk en )

Riet (kragen, zomen en velden) Wilgenbroek Oevervegetatie Boomgaard Nu volgt een korte bescr~ijving v~~ ieder type, wordt aangegeven die op kaart is aangebracht

w~arbij

ook de code

A. Populierenbos De oppervlakte door dit stuk ingenomen is lager gelegen dan de rest van de polder (+ 1 m). Enkele grachten (ong~ 2 m breed) doorkruiGen de oudere aanplantingen, die bes taan uit canada I s van ong-eveer 50 jaar oud. Het wegvallen van het beheer van het bos heeft geleid tot het opsc~ieten van vlierstruikjes. De onderbegroeiing van dit bos is voornamelijk samengesteld uit grassen. liet voorkomen van de breedbladige wespenorchis is een vermelding waard. Op de overgang naar de jongere aanplant heeft de vroegere eigenaar een aantal naaldboompjes geplant. De jongere aanplant bestaat uit een aantal populierensoorten, tevens doorsneden met kanaaltjes voor de afwatering. De onderbegroeiing is vrij.el gelijk aan die van de oudere aanplanting. Enkele grachtjes zijn voorzien van een smal rietkra~gje. In dit stuk bemerkten .e ook de opko~st van andere boo~soorten. Enkele wilgensoorten overgewaaid ui t het overige gedeelte van de polder beginnen hier en daar op te Gchieten. Eigenaardig echter is het feit d~t we hier veel kie~plantjes en ook een aantal grotere (ong. 1 m) exemp Lare n van de eik terug vinden. De willekeurige groei plaats wijst erop dat deze niet gepla.nt werden. Misschien werden de eikels door bepaalde vogelsoorten (vb. de Vlaamse gaai, ook eikel gaai genoemd) nas r hier overgebracht.

CODE

B. Ruigten 9P~r:._s_~eE_~

Deze stukken bevatten een aantal veel voorkomende grassoorten


L~";"'I

, '-_•.-

---.\

,I

/ \, Ir

i,'

,

J

,

;!

..'

'I

,

,

,I

_-

'.. \

~\::'.

' .

'J

• ••

'

r,

Y'-'~

vj I '.

"

'0

-

_ -.... ,

) (

.' .•'';

l' I.

\' I"~

IW\\~,I\III\\\'''\1

'\\

I III \\ '\.~.,\ ·\\,I.'\I\\~.\'

('1.

-. .....

.-

~.-

<-'_~""_L,'

1':\\\\\ \.\. I\ I I. ,'I I'

~

".. -c-- --

.. '"

-:,"f,'

-Óe:

'./ c

'.

~

I!"

••~

': ::-' . .' , ..

~>:t-;--o?'.~

c

*"

'''.''''

t

I .

"'o'.l:.' ;:.;.' '.

AI"

_

'..

.".

r ""'(','

r

.. '

.... "

"

0':')

~

"'tIl

-

,

..

'. .

I

Yl

"

I

\

','

'\

,...

! cli'" ~

0

"

. ()

,r

( ,

l

!..

.

,.~ Ik) (Jo

rVO

r

1*"

0

C· 0

0 .

f

r

I

4~~'i

. ,.-~:",'

' r, al .. "1\lp.lld ':>rr"'(1

~(~n',..., e r~

r ~lJO

t:

," I

I

(>

''1./' ., -'V

'l:J ~8

Q

_-..c.:'_ _' _

I

o O t_ ' ..... e .•~"J e ",-?'-;:::;o( ,.::é-/ _ . . -"'" r0

krrcln

--.- - : - : = - - - -

i'rdal~: iÇ):/(.nd

,...:::::-'""'~-'

"

·,1

10"'/ . .( r.:,. . II()"' ' r-r Ir r (,

'

11

0"

.r

/, '.' . r!/ ,;.

1

1 i !

_ - .. '-'- .. --

"0

(;I

G> o~r r ç y"~ I 1')0'" C e ,.t , r0 ~ 0 I (

~

!I01~ (;JI~0

-(.

,,', " . . -".* ", . '.,' .~.

t : ' , ' ,.

Cl «' Co

0

ç, C' 0

Q

:': . '; "- ...... \ Or'ncO'

0

o~o:

, ..

,.

'< ......','7(,'1')

...... ".:.

••••• " . ' , ' r, : . . .

: . ..:., ~

1\' \'...

V

(I' . t (

'y,I'fI' :;r

,-'...

r'

I

n'

...

I).

O

,.~~~~r~1l' I. ,,' '1.-"'"

"~~,~,

"':" "'- \'

.'It.

,.~0-... ~~·r~~"1i \~ '"

... ;-::_-.

'v'

"!':''':II~ l'O

':;'-:"--"':::c :0';;:>""'-

r

r'vfl :........ ".\" I , -,

r ' ".'

~ ,.t' ~ (

,.1 "

. ,.

t··.

{r,i (

'_'. \v

1'\\"'\I\\\\I~I\t-'C:..l.l.!...Il0.tlJj\I-'%I;;"Q r Y f v -' .:».. , « , ,.A Ir ' J [I ( I.'._.~j I Y .I;":t ...}d

!'\\\'\'..

....

....

, I x; l'"

--~

I.

r

(r'(

,.

J

::'

00" ~

... ~fO ,~) ,,;> 0 \

<'1 .0 f>

<>v~

"'~/~'-

.. f."'-----~..// '.r

.. ,' .'

",'

~.

>

" -...r,

~~ (~ ç"--::"'\~'

IJ

r> f:l

e ".

~

1\ \\

/)

,...~OQCll;'l';.-'I

~o""Oorli7 0 0' >

a r:o(:('I('I\

I'D

Y

r f((- .. . : .... /}.:: i'" .', • "',';'.. '. . .

'"

r, f ' r

r

",,",'.1 .

C.. "."1' r

':!~'''l

V"r, ~ (r',~ I .

( .r.:

~~

'"

o~()O"'("0,,c \l'~'D~ ,)

0>

<)

... ~ (

0 0 Q \ 00'000\1

I)

...... __ - . _ . _

ro.P"~(!),,

Ol""'; P""." o. ~"'o(>

O ..•

"

'='

ooc-<roC!"IO'.'O('l"" IOOf!J bDC\'O

"

C"oe,(,)()

I)

~•••

1600'>0

O<>~~~o

~OOD:OO"O~: ~ I~ Boom

:-:7

~ ~Oo·.·c ~\il~II.~1

I

O_oe>,.:),~

..,.~, c "<.-""" "()

oOOOOt...J0Q

~':'CI .."I,,~,O

ft

Cl,., ~

°""0' ,," ,h-;'~:--''''

Cao •. :;

:\<"~(~li:'f( "......:<. j:, r,r ( t :I~ '''-,r, ..., ...., ' ll~

--":,',

f·, . r·( I ( ':l,.r , I. r li'

" --,_

_

--,o· ......

• --..::::::......

,.,~

"0'-," '':_'-'C <>c..,--.. 0

ionqe aanpl2nt

----~-·.r~~---..:...

I

:

lIll!Y'!~n

-'--=-~-=---:=-=-----=~

. ----.... _é'PYOlwcy

I

<-, __ -.::,:;:::::"=- ==-'..'. ,','-..< ,>., •r "'/> ' 11 .. ,U,'(

' .._-

.

_~_>::.. ~~

K.~ ~-', ~t' .' -"!' ", ')f ,." ~

",:X;;'j'.j

~I,'V'~' ,,11'

r:· .~ :'~ . s,~J r(rII' ,

"

.: ,

.j; .. .' .'{.

."-::1' . '.

....

~

'/fr.. -: :~;r~ ,l",fr -I' I",' ~ ~'

(':. ~~,',.

r

-:-.::-:: -,,:,,::-::::,-;'_:-:=. . "',1. ..~" -.• - -- ..., ~':;'Ir 't •~

': '~:

::.', \.:. :.j , IJ

'IJ." : .•.1

. '::i\1'Vll,~?

\

\

I '

--'1"

='

,h',. ,\

~'~:'"'' - - ' 0 ' ,,

~~\."" •.:::.

. :';-.'::'::.: \\

o.~.r

.:'!-""'"

.',

~ I

.,.; ~

:::..

.,

r

Llo(t~,

Gl

aD"

Cl

." ~

"

"

-, -, ~,,, 1"1 ., .1'.,'., ' '.' ;<. ~"!'f;' \ '/. ~., -+: "-,,<.... I I _ r'· ~ ~" -". ,t i\r tt" ,;. ·"'/1.f.r r r, t.., .'~'ill.·."

"

f' ~., 1/ .·;·"<",,,,J.y;l'.t,r;'-.. . -.

·1

, .... ',' 111,"" I ' . "l." '. • ,. . . . ' ,.r.~~).',f:: '1. • • ," : 'I ' . : ' -;:I ,".' " ,,J 'I' ( , '. II" i.~,.

J.' IJ

'.: ~'d

•.

....~

~, (~:'lr

-•• ..........' ':'- .'r':'".."--. -/,/,,"'~_ ," '{"". 'f " ,i:': ( r~·

I:."

.' " ... ', ,_, _.

!

,

~

-... -. ' -', )/ ',(J' '~ \. r ' . '0 ,:,,1... ':,c,.::')·:' ,',.' - ....:. --:..=~~--:::.._--_:::J.!-.~,__ ...::-. . ,___ _

\'.

( ,

• J

/

I,',I ',I

r/

I, ,

:

1

I .1:J

I J

;

1I ....~eidp.il

---n-..r~\miOil-·

.__===:.=~:·---,.. =-=--~'=-==:·~~~~_-=--

.-:c-=-~:-=----,--=-.,L

C .

,

~;::.

~

-

-,

-, .----J

:J

<1l

~

co

.0

~

'"

-'"

~S.L __ ~J

~

.:< ,

UJ

u

<:

'"

'0 <1l

n

lI!

<:

~

_p..

:J

0

a

" •

-'

W

CJ

LU

Z

Cl

w

0·0

00. 0

o

0

<r:

.u

.Y-

~

'"

,I

~

'0

.,••cr>

')

E

0

.0

<1l

'"

-I

00 '<) 0

'l:. o e

0 .0

,~

'J

0

~

0>

" '>" '>" '"

t,,_ /X/

0

a

'"

<:

'"

'"

~

-.-

.; '/I.

-

~~J)---I [JJ~~~ --

I


(k.. ~·eek, zachte witbol, kr-o pas.r , er.. z ••• ). De bo uem waarop deze groeien is erg g8vFtrieerd er.. r10Bilijk te type ren , ornda t vele stL:.kken o p ge s t.o r t zijn en er dU.3 "H~"l.Llig hcmo gen i tei:; in -c8I"1..".g te vinden is. Bui ten de gr-as e en ve r-re Ltien ".. . e hier s Le ch ta enkele so o r ten die di t type ka.r ak t.e rc.e e rer., Ui tel'.'1E.rd i;: d.G ~JCn)r"'Gen~ i js t ·'.-eel 1 anger..

We noteren : bi j vo e t, e..kkerdi stel, toni·:n.tY 13.""{,,-Q:-", srksle iri.kk.e s oc r ten , ko eko elc ul o em , smalle i-mgbree, du.izenc'blad, Leve rz ruä d , tc-::.-:,eu')rmkr....::.id j l"ilgerov=:je, ... Enkele gedeel ter:. die r e cer; tel' werde!1 :-]!gec to rt -:;8V2. -ttel: meer pI=.::.: t en zoals : korn ngekaar-s , k.lein ho e r'bI ad , groc t no e f'b Ls.d , ••• Gesloten stukken: Het is zeker nu t tä g op te n.er-ker, dat niet so me.ar een grens te tl'€~,:ker: val t tussen. dit er; vc ornoem.i :;~(pe. H~~ essen~iäle verschil zi~ h€~: al:e8~ in n~~ voo rkornen "'T8::.: s b.ru i k gswas da t L.at geheel e:';;~"~ E:eel' gesleten ndruk gee rt , ~f.et ui tzcnd.8::'~n;; var.. erike Le gevallen, Hna.r - door è.e 0~c~te begroe~~~g - mi~~er licnt de bodem bel'e.i.k~j, i3 de c.Gde~beg..r ce i Lrig (i:.::-u.ir.lla.ag) ~ identiek aan vorig geval. De meest voorkomende str~iken z~jn wilgesoo~ten à

(een 5-tal verschillenQ8). Het stuk. tus s en de leigracht en de verbindings-

weg wordt echter voo ral getypeerd door brerr.struiker.. Sommige wi Lgen gaan hoger de lucht in en dit geeft aanLe i.da.n g tot de vorming van kleine bosjes. Voor~l

gende

deze ja~en

worden,

0",

sDL~an

moeten in de loop van de volverder 8et plahtenopnamen onderzooht

inzicht in de

strukv~ur

van deze ge-

meenschap te k:'i jgen.

CODE

c.

Riet Door het niet maaien en afvoeren van strooisel treedt hier en

d~ar

verruiging op var: di t type. Di t merker.. we aan d.e o pkome t van -wilgercosje e , d,

Zoals in het stukje beheerswerken ook wordt vermeld, is bet nodig regelmatig het riet te maaien en weg te ruimen voor bet kans ziet in bet water te vallen en daar te rotten, om zo de waterbraliteit gevoelig te

CODE

ver~inderen.

r ~

i


- 14 -

D. Broekbossen: Omringd door de verschillende p La.e c en en on6'eV8G!' C8"~·~ ~,r.'.lal gele€"E:n. Begroeiing bestaat vo o r a.L ui t wilgen, die vo.f:Lf.. 30 ilC1."t op elkE.:..::.r gr-oe i en dht het een cerwoud lijkt. ~;orr,!!ü~e :...:tl.~..kk e n "':~~.:in :3teeQ::; onder water, terwijl andere stukken ieder ja~!' eer. ti,jr1 droog korner,

te staan. Op deze laatste vinden

W'8

dan ook

8811

~1.an Ü ... L

-::Jpi-->c~~e

.i~1a.Y1

ten zo a.Ls

wolfspoot, bitterzoet, heermoes, w"terfrlurd., •.• Aan de rand van deze bosjes liggen hier

e~

j~ar W&~

crchideeën-

veldjes (gevlekte orchis).

CODE

E. Oeverbegroeiing : Eigenlijk is dit zowat de enige begroeiing waar duidelijk af te tekenen overgangen aanwezig zijn.

De concentratie en apr e dá n g van de pLan t ene oo r-t.en ve rs chà I t wel van á

plas tot plas, maa r toch i3 s t.ee da dezelfde s t ruk tuu r weer te vi ncen, ~Jperend

zijn grote en kleine lisdodde in het diepere

naar de oever vinden fi8 pitrus en Bepaalde plaatsen van de plassen, begroeid met '.-late:!'bies, wolfspoot,

wa~er.

Meer

water~eegbree.

laag is, wateI'l:.l...U~t, z cmpr-us , waterkers, ev d, Bij twee plasser, (Reigershoek en Bar be r-ven ) k r i Jgen "e ach t e r de w a

s r

net

w a

t

e

r - p e

i I

z a

j n

lisdoddeèoord een ir,dr'Uk;:ekken:ie rie tkr"ag. Voor het Rallegat dient ook nog o pgeme rk t te \-lcI'ier: dat het grootste deel van de

oppervl~~te

ingenomen wordt

doo~ p:~ru~.

Naast biezen en rus~en zijn er ook gedeelten tegroeid ffiet zeggesoorten. De meest voorko~ende soorten vinde~ we al zeker terug. Op te merken is zeker het feit dat er plekken begroeid zijn met zeebies (zoutminne~d). De verklaring van di t fenomeen lS nie t ver te zoeken : or.Langs werden op deze plaa t:oen sluiks tortingen gekor,s ta teerd. ,;luik2 tortingen zijn dus zeker uit den boze, willen we dit gebied in de toekomst naar een soort van

even~ichtige vege~~tie

laten

evoluere~.

Sinds enkele jaren '.,ora t het ui tzicht vtu: s omni ge pLae aer, ook beheerst door een aantal zuringzoorten. Dank zij beheerzwerken van Je Werkgroep kon dit ingeiijkt worden, zoda t dit jaar weer enke le plassen vr i jgenlaak t werden VOor de normale be gr-o e i Lng ,

CODE

....,::..:.: [ZJ .... : '

'

."

F. Boomgaard:

Deze boomgaard wordt al heel lang niet meer onderhouder..

Daardoor


vinden we er dan ook ande re bo omuoo r te n i r, t e rus- d~r. OO!·;·.tJ~·üt-c.~eli jk het geval was. Vb. I berk, populier, v i l.l, el.:·:', Ook kvaman er een a.an t a I c t ru i k e n bij ~;Oé:d...; n.e i uoo i-n en vlier OGI er

slechts twee te noemen. De kruidlaag be s ci.ri jven is €ocn onl.et--or:nen zu.:.d:, Oi;.'~:_ t. er :'::0'l8e1 planten bij elkaar 3 L&.i..l.n Ja': .nen er ru:;;tif:: j;::.ren in :':i':"l1 ronddolen, zonder alles ge~ien :e hebben. Heel speciaal aan de bo ora ga a r-d i s de brede g'l'é1ch t :.81.. ri e tkr-e ag , die do o r-Lco p t ria a r eer~ vrij €.l'oot, maa r ollto8ga:r.~:el: .;;.: rietveld. Bovendien is de boomgaaz-d zelf <:11 n.oe i r ; Jr'- 1.E: L8~~r8:!.et1 ~J8.n~·;ege de overwoekering door b r-aan, en hop. Alles bi j elkaar genomen is di t stukje eet, ur.i ek e ruu t- en broedplaats voor er.kele achuwe z angvo ge Le ,

CODE


- 1e -

PLANTENLIJST Composieten Leve i-kr-u; d

Can. Guldenroede Madeliefje ::- Zul te J. Goudhaaraster ( Zomerfijnstraal Can. fi jns traal Heelblaadjes driedelig tandzaad • -:J. Aardpeer •Knopkruid Reukloze k~mille Schi jfkamille Boerenwormkruid Margriet Bi jvoe t Duizendblad d Moerasandijvie 2 kleverig kruiskruid klein kruiskruid Jacobskruiskruid groot hoefblad klein hoefblad klein klis L gewone klis akkerdis tel Kale jonker Kruldistel Cipeerdis tel Knoopkruid Akkerkool Bi tterkruid .: fubbelkelk s,': ~chorseneer Paardebloem Biggekruid Gele morgens ter Wilde sla Akkermelkdistel Ruwe melkdis tel Groen streepkruid Tweejarig streepkruid Schermhavikskruid Gewoon havikskruid ~ Knikkend tandzaad Moerasdroogbloem Kompassla

s

Eu pa t.o ri un. canr.at.. i num L. :;olidugo cL:.!la.J.cr,:....:"::.: L.

bellis perenLi" L. As ter tri pol .i u:r. L. Aster lino~Jri~ be~nh. Erigeron ar.uu., l-'e.c:..:.. c='.,Qen~l';

Erigeron

L.

Pulicaria ày3enterica Ber-nh. Bidens tripartitu~ L. Helianthu~

tucerosus L•

Galin~oga

parvlf'lora cav • Matricaria inodora L. Ma tricaria. d i c co Lle a DC. Chrysan t hernum vul gare 3ernh.

Chrysan the ...urr. leucan ther.,urr. L. Artemisia vuLga r i ; L,

Achillea

L. cau Li e :·:ér.::,,::;:'.

~illefoliu~

;'~enecio

tu t i

~;enecio

VluCOtU~

:~enecio

vuLga.r i ,. L.

~er.eclo

jacot~ea

L.

Pe t.as Lte ; n ....r.r r iu., ij, r.:·et 'Iu s s i Lago i'á.rf&':·~,;. L. Arctiu~ !:.i~u_ ~e~nfi.

Ar-c t i ur. put er.; ~<,,;:, C'i r-c i ur. :l.l''1eC,..:e cc p , ......

Cir~lu~

p&~u_:re

co~.

Ca r duuc c.ri c pu.: L, C'i r-s i ur: lá.nceola ":.U:', Centaurea j~ce~ L. Lapsana cornr un i e L.

'cap.

Picris hieracioides L. Helminthia echoi~e~ G~rtn. "':carzoner.s. hi3pb.nica L. Taraxacurn officir.. ,:-...le "deb.

Hypochaeris radicata L. Tragopogon prateû~is L• Lactuca serriola L. Sanchus

arvensi~

L.

Sonchus a~per Hil~. Crepis capillaris Wallr. Crepis bi enni s Hieracium umbellaturn L. Hieraciurn lachenalii Gnel. Bidens cernuus L. Gnaphalium uliginosurn L.

;~.


- 11 -

\~inderbloemigen

Brem Hopklaver .:- Wi tte honingklaver J. Akker honingklaver • ;J.- Gele honingklaver Kleine klaver 1., Hazepoo t je Rode klaver 'Ni tte klaver Rolklaver Moerasrolkla'ler . :!- Blazer.s huik Acacia .2.Hokjespeul Wikke (-vogel) Heggewikke Voederwikke Vierzaadwikke Ringel wikke · -:.. Bosi a thyrus ;;. Aardaker · ;- i-ioerasla t hyrus -j, Breedbladla. thyrus Smalbladwikke VeldIa t hy rus :.. Vogelpoot je

Sa ro t hamnus sco parius Koch Medic ago lupulin~ L. Melilotus albus Me d. Melilotus officinalis La~. Melilotuê altissimus Thuill. 'rrifoliUI!! dub i un. Si 'o th , Trifolium arvense L. TrifoliUK! p ~a ten~e L. Trifolium r-epen e L. Lotus co rrrl cu Latua L. Lo~us celiginosus Schk. Colute~ arborescens L. Robinia pseudoacacia L. As tragolus g:lyc;yphyllus L. Vicia cracca L. Vicia sepium L. Vi ci a aa ta va L. Vicia tetrasperma Mönch. Vicia hirsuta Gray Lathyrus syl ve s t r i s L. Lathyrus tuèerozus L. Lathyrus pa.Iu.s t r-á s L. Lathyrus lataefolius L. Vicia angustifolia L. Lathyrus pratensis L. Ornithopus perpusillus L.

Kruisbloemigen Gele waterkers Moeraskers Hongaarse raket Akke rke r-s

Herderstasje Pijlkruidkers Schijnraket Wi tte krodde Grijskruid Pinksterbloem Herik Zands ene e flcelk Kleine veldkers Gewone raket Tweeknop varkenskers

Rori pa amphi bia Roripa islandira Sisyrnbriurr. altisismQ~ Rcripa sylvestris CapselIa bursa - p~storis Lepidium draba Erucastrum gallicum Thlaspi awense Berteroa incana Cardamine pratensis Sina.pis arvensis Arabis arenesa (zzz) Cardamine hirsuta Sisymbrium officinale Capsella didymus


- 18 -

Schermbloemen Bereklauw Engelwortel Flui tekruid Zevenblad Pastinaak Wilde peen Heggedoornzaad Grote bevernel Gevlek -;;e aoh eer-I ing Melkeppe

He rac l eum spl.ondyl Lum Angeiica sylvestris &~thriscus sylvestr13

Aegopcdium podagraria P~stinac~

sativa Daucus c.srota

Torilis japonica Pimpine:la maJor Coni.urn r:a.cuJ_a +:Urn Peuce danum palustre ;,îönch.

Grassen Wirldhalm Glanshaver (frans raaigras) Echte witbol Kweek Smalbladi€ (?) schapeg~as Hondsgras ('i) (Gewoon) struisgras Kropaar Vlottend manr.agras BuntgTas

Ape ra spica

ve!"l.'ti

Ar-nhe na'l.he rum ela. tius

Holcue lanatv3 Agro:fyr'cn :=epens F98

tu ca ovina

Agroe tie tenuä.s Dactylus glomerata Gl;ycoria flui ram Coryne pho ru.s d áma

Liesgre.s

Gl~;-c&:ria m·~:'

Reukgras Rood zwerJ<:gras Ijle dravik Riei:gras Geknikte vossestaart Vossestaart Zachte dravik Straatgras

odoratum Festuca rub ra Bromus s be rd I i s

Ve Ldbe emdg-rae

fuinriet Glad vingerl;;Tas Engels raaigras Rie .. Fioringras

AnttoJ1an~hum

Phalaris arundi4acea Al o pe curus ge~iculá,t"u.s Alopecurus pratensis

Eromus mollis Poa

r:p.mor~lis

Poa pratensis Calamagrostis epigejos Dj ,,'i taria iscl:aemum LoLáun pe i-enne

Pl:ragmites australis Agrostis s+'olonifera

C;nlergrassen Behaarde zegge Oeverzegge Valse voszegge Scherpezegge Ruigezegge Moeraszegge

Cérex otrubae Podp. Carey ri,eria Curt. Carex acuta L. Care): hirta L o Ca.r-ex acutiformie Ehrh . .


- 19 -

Zeegroene rus

Greppel:ru.s Zompros Biezeknoppen ri tros Zeebies Waterbies Slanke bies

Lnf'Le xu.e L. .Iun cu e bu:'e"niu;'j L. Juncue <....I'ticula t1HJ L. Jun (..11;., cor.;...Lome i-a tu~, L. Juncue eĂ?fu::"':U:J L. JU11CUS

SCil'iJU:"':: 1:,(;... ri timu~ HeleochBri~

L.

p~luBtris

R en Sch. HeLec cr.a ri.c un i gLund,e Schuit

Paardestaartfamilie Heennoes Lidrus

Equi.se tum a rvenee Equise~

palustre

Waterweegbreefamilie Grote waterweegbree Middelste waterweegbree

Ali3ma plantago-aquatica

Alisrr.Ă lanceola tum

Lisdoddefamilie Gro te lisdodde Kleine lisdodde

T-Jpho. La t i f'o Li.a ~Jpha ar-~~~ifolia

Brandnetelfa~ilie

Grote brandnetel Kleine brandnetel Hop

TJrtica d.ioioa Urtica u re ns Humulus lupulus

Ganzevoe tfami 1 ie Korrelganzevoet Melganzevoet Rode ganzevoet Welriekende ganzevoet S tin.'<ganzevoet Druifkruid (7)

Chenopodium polyspennum ChenopodiuD album Cheropodiu~ rutrlli~

Chenopodium ambrosioides Chenopodium ~lvaria

Duizendknoopfamilie Moeras zuring Ridderzuring Veldzuring Schapezuring Krul zuring. Kluwenzuring Zeezuring Heggeduizendknoop Perzikkruid Zwaluwtong

Rumex palus tre Rumex obtusifolius Rumex acetosa Rumex acetoselia Rumex crispus Rumex conglomeratus Rumex maritimus L. Polygonum dumetorium Polygonum persicaria Polygonum convolvulus


- 20 -

Varkensgras Japanse duizendknoop Sachalinse duizendknoop

Polygonwn aviculare PoIj' gorrum cue pi da rum Polygonlli~ s~chalinense

Papaverfamilie Klaproos Ruige klaproos Kleine klaprros Slaapbol Stinkende gouwe

Papaver r-hoe aa

Papaver argemone Pe pave r dub i urn

Papaver somniferum Chelidonium ma jus

Duivekervel familie fuivekervel

~~maria

officinalis

Resedafamilie Wilde reseda Wouw

Reseda lutea Reseda lu teola

Viooltjesfamilie Akkerviool tje

Viola arv-ensis

Hertshooifamilie St.-Janskruid

Eyperi cum perfora turn

Familie der vetplanten Muurpeper Tripmadam

.-~edum

acre

:;edurr, re flexum

Steenbreekfamilie Kandelaartje

Saxi fraga tri d.actyli tis

Teunisbloemfamilie Gewone teunisbloem Zandteunisbloem (?) Wilgeroos je Harig wilgeroos je Rose bastaardwederik Vierkantige bastaardwederik Kleinbloemige bastaardwederik

Oenothera biennis Oenothera muricata

EPllobium angustifolium Epilotiu~ hirsutum Epilobiurn rose~~ Epilobi~~ tetragonum Epilobium parviflorum

Kattestaartfamilie Kattestaart

Lythrum salicaria

I j zerhardfamil ie Ijzerhard

Verbena officinalis

Weegbreefamilie Grote weegbree Smalle weegbree 'Zanè.weegbree

Plantage major Plantage lanceolata Plantage ind.icata


-

21 -

Gentiaanfamilie Fraai duizendguldenkruid Echt duizen채guldenkruid

Centauriwr. pulchellum Cen tau r i.un, minus

Klokjesfamilie Rapunzelklokje Weideklokje Grasklokje

C처.mpd.l1ulD. rapunculus

Campanula pa tula CampanuLa ro tundifolia L.

Familie der sterbladigen Lievevrouwebedstro Ech t wals tra Glad walstro Kleefkruid

l..sperula odora ta Galium verum Galium mollugo Galium aparine

Kamperfoeliefamilie Kruidvlier Gewone vlier Peterselievlier Gelderse roos Wollige sneeuwbal

Sambucu s ebulus

Sambucus nigra Vibernwr. opulus Vi be rnum lan tana

Valeriaanfar.체lie Valeriaan

Valeriana officinalis

Kaardenfamilie Wilde kaardebol

Drps acu s fullonum

Windefamilie Akkerwinde Haagwinde

Convolvulus arvensis Convolvulus sepium

Nachtschadefamilie Bi tterzoet Zwarte nachtschade Driebloemnachtschade Doornappel

Solanum dulcamara Solanurr. nignun

Solanum triflorum Datura stramonium

Familie der ruwbladigen Smeerwortel Slangekruid Middelste vergeet-mij-nietje

Symphytum officinale Echium vulgare Myositis arvensis

Helmkruidfamilie Koningskaars Zwarte toorts Vlasleeuwebek Gevleugeld helmkruid Helmkruid Vingerhoedskruid Beekpunge

Verbascum thapsus Ver bas cum nigrum Linaria vulgaris Scrophularia alata Scrophularia nodosa Digi talis purpurea Veronica beccabunga

_

.... J"


- 22 -

Gro te ra tel aar toorts

~\elige

Bl체nanthus majcr VerbasClli~ lychnitis

R"l'onkelfamilie Blaartrekkende boterbloem Knolboterbloem Kruipende boterbloem Scherpe boterbloem Fijne waterranonkel Poel rui t fuinridderspoor

Ranun~~lu8 sceleratus Ranunculus bulbosus Ranu4culus repens Ranunculus ac~is

Barruncu.l.us aqua.l i s 'Pha I i c t rum f'Lavum Delpninium ajacis

Ol/i 1genfami lie Schietwilg BOEwilg

Salix alba Salix ca;;:rea

Grauwe wilg

3alix: c채 ne re a

Kat'.nlg Kruipwilg Canadese popu~ier ~taliaanse populier

Sal ix repens Populus canadensis Populus nigra var. italica

:~ilie

Salix

vimi~alis

der napjesdragers

Berk Z'.arte els Zomereik

Betula aI ba L. Alnus glu tinosa Quercus robu r L.

Paardekastanjefamilie Paardekastanje

Aesculuz hippocastanum L.

Appelfamilie Meidoorn Peer Appel

Cratae~s mono6yna Pyrus communis L. Malus sylvestris

P=imenfamilie Sleedoorn (var. heesterpruim)

Prunus spino2a var. macrocarp

Lipbloemenfamilie lIolfspoot BruneI Hennepnetel Bosandoorn Pepermunt Groene munt l/i tte nnmt lIatermunt lIilde thi jm Hondsdraf Hoenderbeet Paarse dovenetel lIi tte dovenetel Gele dovenetel ",al se salie

Lycopus ~ropeUG L. Prunella vulgaris ~. Galeopsis tetrahit L. Stachys sylvatica L. Mentha piperata L. Mentha spicata L. l'lentha rotundifolia Mentha aqua tica Thymus serpyllum L. Glechoma hederacea L. Lamium amplexicaule L. Lamium purpureum L. Lamium a.lbum L. Lamium galeobdolon Teucrium scorodonia L.


23

Bladmossen Zilvermos Krulmos Dikkopmos

b ruun, ill'6ell t eum Funaria hy gr-ou.e trica Bi-acho te cuuÂŤ, ru t abuLum

Di.cr-ane l r a

nâ‚Ź t e i-oma I La

Cer-a te don pu r-pu r-eus

Varens Mannetjesvaren

Dl'yopteri;.; i'ilix-rna.3

Kaasjeskruidfamilie Malva sy]ves~ris I~al va pulsilla

Groot kaasjeskruid Rond kaasjeskruid Ooievaarsbekfamilie Kleine ooievaarsbek Zachte ooievaarsbek Slipblad ooievaarsbek Robe r-takrud d Reigersbek Duinreigersbek (?)

Geranium pu~illum Geranium molle Geranium dissectum Geranium robertianum Erodium cicutariuffi

Hulstfamilie Ilex aquifolium

Hulst Wolfsmelkfamilie Kroontjeskruid Heksenkruid Brede 1101 fsmelk Roedewolfsmelk

,\

,

\ f'

l

Euphorbi~

helioscopa

Eu pho rb i

e su l a

a

Euphortia p~atyphyllos Euphorbia vi rga ta

Sterrekroosfamilie Gelloon sterrekroos

Calli_richa platycarpa

Rozenfamilie Moerasspirea Zilverschoon Vijfvingerkruid Krui pganz e rik Middelste ganzerik Gro te pimpe rnel Kleine pimpernel Agrimonie Braamsoorten Framboos Eenstijlige meidoorn Vogelkers

Filipenduia ulmaria Potentilla anserina Potent~lla reptans Potentilla angelica Potentilla intermedia Sanguisorba offencinalis Sanguisorba minor Angrimonia eupatoria Rubus s pec, Rubus idaeus Crataegus monogyna Prunus padus

Sleutelbloemfamilie Wederik

Lysinachia vulgaris


- 24 -

Gewoon guichelheil Wa terviolier

Anagallis arvensis Hottonia paluGtris

Leliefamilie Vogelmelk Kraailook

Ornithogalum umbellatum Alli= vineale

Lissenfamilie Gele lis fui tse iris Crocus

1 ris pseudacorus Iris germanica Crocus vernus

Orchideeënfamilie Gevlekte orchis Breedbladige wespenorchis

Orchis macula t a Epipactus latifolia '

'.

I<t,....Î

PADDESTOELENLIJST Slechts twee tochten waren volledig aan paddestoelen gewijd, vandaar dat deze lijst in de toekomst zeker zal uitgebreid worden. De gegevens werden verzameld door Dhr. Moens. Broekskot Hebeloma crustuliniforme Hebeloma versipele Hypholoma subericaeum

gewone radijszwam

vroege vaalhoed zwavelkopsoa rt

Broekbos zwartwordende bovist trechterzwamsaart geschubde inktzwam

Bovista nigrescens

Cli tocybe spec. Coprinus comatus Eccila parasiticus Inocybe s pe c , Laccaria pr-oxi ma Lycoperdon spec. Marasmius languidus Omphalia fi bula Paxillus involutus Phylacteria terrestris RussuIa grisea RussuIa violacea-groep Coprinus atramentarius Cortinarius paleaceus Hebeloma s pe c, Hebeloma versipele Inoloma turgidus Inoloma urbicus Laccaria tortilis Lycoperdon umbrinum Mycena galopus Trincholoma cingulatum

- één ex.

vezelkopjessaart fopzwamsaart s tuifz'"amsoort

I I I I

naaldje krul zoom franjezwam grijze russuIa russulasoort kale inktzwam wi tgordels teel vaalhoedsoort vroege vaalhoed dikvoetsoort dikvoetsoort fopzwamsoort stuifzwamsoort melksteelklokje ringridderzwam

Reigershoek Coprinus comatus

geschubde inktzwam

.B


- 25 -

Dacryomyces deliquescens Nolanea staurcspora Rhodopaxillus sordidus

oranje dra j.z ..... arr.

vochtklokje vaal-paarse ridderzwam

Verbindings路"eg fluweelpoot~e (op brenl) go r-d谩 jnz vamn.en zvave Iko peoo r t

Collybia velutipes Cortinarius spec. (3 soorten) Hypholoma subericaeum Inocybe s pe c, Laccaria laccata Laccaria proxima Ly'coperdon perlatum Marasmius languidus Gyrophana himantioides Omphalia fibula Paxillus involutus Psathyrella spec. Russuia s pec ,

vezelkopjessoorten f'o pzwam f'opz.vamso o r t

pa.re La tui fzwam taailingsoort oranje treohterzwam krul zoom russul.s.soort

Spoorweg Coprinus disseminatus Psathyrella Candolleana

grljs

streepklo~je

bleke

s~alplaatfranjehoed

Populierenbos kale ink. t zwam

Coprinus atramentarius Overal verspreid

Roetdauw op wilgen Witziekte (ErysipheJ met volwassen vruchtlichamen op klaversoorten.

I

\


t I,

- 26 -

1 !

OVERZICHTSTABEL

Soorten Heleoeharis pal. Heleoeharis unig!. Juneus eff. Juneus artic. Juncus inflex. Lyeopus euro Alisma pl.-aq. Equisetum ar-v, Carex acuta Holeus Lan , Salix Typha Praghmites Lemna tris. Lemna spe c, Juncus sub. Cirsium arv. Rumex crisp. Callytrie~e pl , Mentha aq , Ranuneulus rep. Trifolium rep. Epilobium Lathyrus prat. Melilotus Arrhenaterium elatt. Agrostis stolonifera Plantago major Plantago Larie, Urtiea dioiea Vieeia eraeea Tanaeetum vulgo Carex hirta Trifolium dub. Artemisia vu Lg, Rhinantus maj. Hypericum perf. Tussilago farf. Eupatorium can, Ranunculus seel. Iris pseudaeorus Sarothamnus seop. Aehillea mill. Dactylis glom. Lolium per. Centaurea pra t. Elytrigia re pens

1 +p 1b 1b 1p +ll +p +p +ll r

-

2

DER

3

PLANTENOPNAMEN

5

6

8

9

I

10

2b 2a

4a +p +p

+p +p

+ll

1p

+a +p +p

2a

4a

5a

4a

2m

+p

+p

+p

+p 1p 1p

+p

-

2a +p 2m

2m

2p

2p +p +p r 2m

+p

+a +p

1p

+p

+p

+p r +p

40

4a

I

1

+p +p 2m 1p +p +p +p +p

2m

+p

2p

1a

+p

2m 1p +p 2p +p 1b +p 2a 2a 1p

I

I I

3b +p +p 2m +p +p

+p +p

12

11

+p 2m +p +p

2m

+p

2p

+p +p

2m 2p

2p

1p

4a

1p

2m

1a

1p

+p

+p +p

2p +ll 2a +p +ll +p +p +p

+ll 5a +p +p +p +p +p


t:

van links naa r

t'

e ch r3

- gevre kt e orchis, b loeiend i n vochtige wilgenbosjes foto : L . Van Schoor - een war e r-ju ffe r , e na Ilagna c y o t hi ge ru m foto: W. Vande rvek en - de vee nwortel, een aspectbepalende p lant van h e t Ra l l e ga t - foto; W. Vande r v e k e u - vla s Ieeuwebek .. I oto : W . Vande r vek e n


'~

Soorten Lemna t r-ä su

o pname ï

1U'o

CEl

Lemna speet

Rumex crispus Callitriche platycarpa ~el'ltha aqua ti ca Juncus e f'f'ueu s Juncus articulatus Juncus Ln f'Lexu s Lycopus europaeus Ali~ma plantago-aq. Phragmites australis Cirsium arvense calix (cinerea) Heleocharis p~ILstrjs Heleocharis uni.g'Lum i.s HolcUG lanatus Equisatum arvense Trifo~ iurn repens Ranunculus re pens Viccia cracca Care:x hirta Ramlnculus sceleratLs La tr.yrus pra tensis ABrostis stoloni~era Plantago lanceolata Trifolium dubiwn Rhinanthus major Hypericwn perforatum TussiJago farfara Eupa t.oi -áum cannabäum Arrhenaterum ela tius Sarothamnus scoparius Achillea millefolilm 'I'ana ce tum vu I ga r-e Artemisia vulgaris DB,C tylis glolllerata Lolium perenne Melilotus albus Dactylo1'chis maculata-

.

2

3

2m 2p

2m 2p r: 2m +p 4a

2a +p +p +p

I

+p +p

1p 1f 2m 1p +a +p -l-a +p +p

+p 1ex.

4a +p +p

pun'tkx·('.oe kToossooriknü zuring s te r rek.roo s Wa te rmun t pitrus

1p +p 2m 1p

3b

1b 1p

+p +p 2m -lp +p +p 2ex. 2b

+p -lp r

+p +p

+p 1e:>::. +p 1b r +p

2a +p +p +p

4a +p +p

+p 2p -lp

+p

+p

I

I

+p +p 4a +p

co mprue z ee gr-o erie rus

+p +p +p +p

+p 2p

Ja 1p 2m -lp +p

2m

+p 2m

Îa

408

4b +p

+p 2p

21'

-lp

+p 2m

I

2p 2m +p 2a +p +r +p

2p

1p 1p

Q ~cJ

2a +p

VOgE,J Hikke I'L-j, G'e ~ e g~~e

I

vel d.l a t.h;yruf.t f i or i n gr.:::-.s e maLl,e .Tee{,!:l're:3 k i e i.r;« k. t eve r

gro te ra t.elaart~. - :;.a i I ::; 1<:: ~r. 1.. l J.• (; klein hc e f'bl a d E.

Le ve r k ru i d

+P

f r a n c raaigr-a s brem dui zendblad bo er-envrormk J u i d bi j voet

-r p

k r-o paa r

+:9

""'p

+p

ne e m.ce s lá tte k Lave r k ruá.per.de bo ~, e rb l 0 er.'

b l aar-t'rekken ûe bo t e rt Lo e m

+p

2m 5a '~- p

rTolfspoo t grote 1'ia tel'l{ee g'r,ree riet akke r-d.i.s t.el .lUg (gI'8U1\Te) waterbie s s 1 anke .la te rob je s witbol

+p +p

\

Îa

+p ft

+p

I

l

,

engels r-aai.gr-as .ri tte honingklaver

gev I ek te orchis

ro

-.1


----------~---- 28 -

VOGELS INLEIDING De avi fauna van de Ho"akense Polder wel'è. zeer €-Tondig bes tude e r-d,

TIe verscheidenheid aan biotopen, waar ook de iêeale liggi~g langs de Sche l de , zijn faktoren die van de polder een "ar,r vo.:elparE,dijs maken. In 1978 werd de broedvogelpopulatie van het te klasseren getied r.auwgaz e t geinventariseerd. We hopen i.n de volgende jaren deze inventarisatie verder te zetten, zodat de evo Iu t i e op c..e voet kan gevolgd. t;OrcieIl. In de winterperiode '77-'78 werd er aandacht besteed aan de waterwildtelling. Verder zi~n e r- nog de vele, "108se" waarnemingen van de :. vorige jaren, èje een vrij volledig beeld weergeven van het vogellev~n in de polder. Ei j de verè.ere bespreking. koelen ,le : r;t.e r es.e an t~ te socrten aan bod. TIe r esu.Lta ten v ...n het ringwerk tenen duidelijk aan hoe telangrijk tet gebied is voor onze trekvogels. Tot slot kan nog vermeld worGen <lat vele rr<oerasvotelc; in ons land zeer zeldzaam geworden zijn. Dit wordt voornamelijk ve rc c r aaak t door de onveran twoorde verniel in~ van wa terri jke g"etieden, 'oI2.araan deze vogel s gebonden zijn (broed-, voedselterrei~,..• ).

Welke zin heert dan ele "ettelijke bescheming r,ot',. die >,-13 Ledreigèe vogelsoorten biedel', ah, we hun levensnoodzakelijke LLc t.c pe n niet respekteren••• ? In de opzicht mat' de hobokense Polder, het 1 aa ts te va terri jk na tuurgebied op c~e rechter é:chelcte-oever tussen gr-oo ts t c.u Ar. twe i-pen en de Rupelstreek, niet vord.wijnen !

RIET60RS 0'_

ZOI1ERk'L.EED-


va n link s naa r re cht e - z crne r a i c ht van B r o e k s k ot met t yp is ch e b e g r o e iing a ls p it r ua en grot e lisdodd e fo to : W . Vaoder ve ken - d e groe ne k ikke r , g e l ukkig nog tal rij k Iot o : D . A rnhe m - wate rsnip , ti jd e n s de door t rek a lgemeen foto : E. Duc her - jon g e k oekoek m et p leegouder k le i ne k a r e k i e t f o to : M. Cauwe Is


- 29 -

BROEDVOGELINVENTARISATIE Invert tarisatiemethode Ui t de verscheidene il ven tari sa t i eme thoden (1) 'der" een var i an te op c.e integrale me t.hode geko<.en en wel om a) het kwalitatief en k~~ntitatief karakter een soortenli jS t alleen is onvo l doende oe é.e I/~ar'le va. een gebied aan te duiden b) de heterogeniteit van het terrein: het te klasseren gebied Hobokense Polder teulaat een oppervlakte van.:!:. 68,1 ha die we kur,ner, ir.è.elen ir. 18 ha rie'v-, lisdodà.e vegetatie met ci.iverue kleine open watergedeel.ten (l"/atervege'..u.-tie

-+.

6 - 7 há.)

15 ha broek (vooral wilg (~alix <pee.) op ~o~ri~e plaatsen zwarte els) 3,1 ha ver\\ilderè.e boomgaard (uiter:u:.~"e r.8teroge:ne vegetatie me. appelaarc, Ferelaar~, gel~er2e

roos, eik en grote gedeel ten" :erl< or.t,',:ikl<el cia braamstruiken) 18 ba poptüierenaanl'lan m ng 14 ha verlande gedeel ten ruigt.en me t op.:çllietende boomsoorten (wilg, berk) er: ,",rt<ike" (meidoorn, trem) . Hierbij We?e aa.ngedLlid dat de riet-, l:~rio'.ide veget,aT.ie,

. de broekgeà.eel ten en var-Lande geaeel ter, perk verstrengeld zi~n.

o.!"

elk»cr

c ) de gro te nauwkeurigheid bi ~ eer:. mir~irr.ut': é"ar~ ver. tcrir.~·.

I I I I I

De methode be s t c.at erin tijdens de terri toriumnfLaY.lr.gs- er; troedpericde minstens 6 x (verspreid over beici.e perioden) een win 0: meer zelfde weg doorheen het gebied af te leggen en è.e zan~·o"ter: or k;;.art aan te duiden. Deze gegevens kan men aanvullen met anè.er" aan zang]Jostwaarnemingen op dezel ide toch ie, zoals toevallig eeVOrlderi nes ter>, fles tmaterl"-al en voedselaandragende d'd'of ~~ enz •• ' (2) De weg moet zodanig uitgestippeld zijn dat men een globaal overzicht krijgt van het gebied. Elke zangpoet veronderstelt een broedpaar. Met recht kan man hiertegen aanvoeren dat voor bepaalde soorten (bv. Waar ongepaarde mannetjes lang blijven zingen) dit zeker niet ZO is. Men maakt geen erge fouten door die eksemplaren mee te tellen en ze duiden eigenlijk ook aan dat het geschikte biotooP aanwezig iE (3).


l - 30 -

Ou deze fout tot een te i Ic.an men het inventar Laa t i.e to ch ten opdrijven en over een langere pe:Liode (bv. 1 maart tot 1 juli) spreiden. De lange periode moet ook Hel, daa r be paal de coorten hun o o t i ma Le zangactiviteit reeds in maart hebben (bv. Hegge"~u) eL and~re eind mei begin juni (bv. Rietzanger). m L n

i . m u m

h e r - L e

r l e r ,

a a n

t . a l

Ook moet men ermee rekening houden dat verscheidene s oort en cl ech t.s op verschillende tijds~ippen van ie dag het actiefst zijn (een tabel met de mees+. geschikte inventarisatietijden van broedvogels is te vinden in de "handleiding voor het nven tar äs.eren van br-o e dvc ze Ls in Nederland", KlrNV 96). á

En om het nog inge"ikkelder te maken z i jn er ir,'üviduele verschillen per soort (bv. bepaalde "sterke" !î1~nIletje.s blijven zingen blJ rr.ene8lijke aanwezigheid waar aaartegenover andere reeds lang opgehouden hebben (4).) Na de laa ts te inven tarisa ~ie worè.e:l de kaar~er, ITl3t elkaar vergeleken en r-ek eru ng houdende me t de lever.z',rijze Van de <aart telt men het aantal zangpos ten. Hieruit leidt men het

aan~E.l

broedkoppels af.

Praktische uitwerking. In de periode maart - juli 1978 we rderi 13 vo l I ed i ge en 3 gedeel teli~ke inventarisatietellingen verricht door een 15-tal amateur ornithologen. Eij de vergelijking van cie verschillende kaarten (zie voorbeeld) werd voor de mees,e soorten als broedkoppel aanzien, die zangposten die ffiinstens 3 x cp dezelfde pla"ts werden vastgesteld waarbij tussen de vroegs te en la.ats te vas ts t el I ing rr.ins tens 3 weken Haren verlopen. Deze gegevens "rarden aangevuld door po s i, t i eve waarnemá ngen van, hetzij nesteL, hetzij juveniele~ in de m~ande~ ~uli-aug~s~~~ (vooral waterwild).

Eepaalde gedeelten (iLzonderheid een stuk wilgenbroek en omgeving talingven) werden onvoldoe:lde nauwkeurig geteld om verstoring tot een minimum te herleiden (zomertaling) of omdat de dichte veget9.tie een volledig overzicht van het deels tuk verhinè.erde. te aantallen die verder \iorden weergegeven moeten dan ook als minima geïnterpreteerd worden. Voor de volgorde der soorten werd de indeling zoals toegepast in de "Atlas var. de Vogels in België en West-Europa" gevolgd (5). voor eer. beknopt overzicht raadplege men "Har.d.Lë i dá.rig voor het Lnven tiar-Lz er'en van broedvogels in Nederland", KNNV nr. 96, blz. 4 - 6.


- 31 -

(2) een lijst met eenvoudige symbolen om op kaart aan te br~ngen staat o.a. in Praktische Vogel~nde (Kilde Verlag), blz. 40 - 41 (bv. nest merel met 4 eieren@r j voe~selaandragenie ~19ine karekiet K1K::I-) (3) handleiding voor he tinven tiari se r en van ·brceetvoge.l.!:l, Ki:JjV nr. 9 E: ,

blz.

5).

(4) om een indruk te tebben van de effi c i ericy van een Lr-ven tarisa ti"toch t met de .;, hierbov~n vermelde Lnv.l oe den (~aizoel1, soc rt ,

indi vidu) wordt ve rwez er; naar het artikol "Broeä.vogelinvElntarba -Ü,l me t de karteringsmethode : een methodologisch ender-aeek 11 var:

P. OPDAM en R. REIJ1lEJ:! in het Vogeljaa.r jgr. 26, nr. 4.78,

blz. 163 - 168). (5) Atlas van de vogels in België en West-Europa. Graaf Leen LIPPE!'rS/ Henri ,IILLE - ui tg. Lanncor'I'Le l.t/Gtrecr. t.

, I I I I I


BROEDVOGELINVENTARISATIE 1978 bv, verspreiding zangterritoria van enkele s oo rt en

Jft TI)

• • .~~ ( ~?& ire:.b:L==.,. ..

f

j•

8

/

i ""· i ~

Fitis (Phylloscopus r r oc htlu s ) Tjiftjaf [Phvtko s copua collybita)

" ===~

1-1-

jFi ;

*

Kleine karekiet (Acrocephalus sc rrpcceu s) Blauwborst (Syanosylviil sve cte a )


- 33 -

,1

.~

BROEDVOGELS J

DODAARS (Podiceps ruficolli8)

J

;

,~'--,

Vijf koppels van deze kleinste tutensoort hebuen met succes gebroed in ~e ondiepere sterk begroeide ~lasse~. Een zesde koppel deee:. dit w"ar8chi jnli jk in e:.e "reigershoek" • Waarnemingen in de con.er-pe r Lode cevee tigen di t, rallega t kot ui tloper barberven

3 4 2 2

2 juv. 3 juv. 2 juv. juv. begin

groo t gebra ch t grootgebracht groo tgebrach t augus tus ,,/3-- -v o

WILDE EEND (Anas platyrhynchos)

,

oe",·

Moeilijk met zekerheid aantal kcppels vast te stelle~ (verstoring!). Wij denken aan ee~ minimum van 10 koppels. WINTERTALING (Anas crecca) Ook bij deze soort moeilijk het juiste aantal te bepalen, minirnUK 3 koppels. ZOMERTALING (bnas ~uer~ueçula) Twee koppels va~ deze, door overbejaging er. inkri~ping van overwinteringsge b i e der; , be l aagde eer.de so o r-t waren gedurenè.e de hele broed- er. zorr.erperiode aanwezig. Het gebied waar we vencoeè.en dat de nesten verborger. "are~ werd zo weinig mogelijk vers too rd, In Li t gedeel te we rden vorig jaar an ti-verlandingsl-er.eers·,;erken ui tgevoerd. Ler., aan de van waarnerr.ingen alarmerenè.e dat er één zeer waarschijnlijk broedgeval p.laa t.ahad , met moge.lijk een tweede. Waarnerr,ingen ui t 1913 wezen op eer. 5 à 6 ko ppe Ls ,

We kunnen

s

t e

l

h e . n d

v a n

a a r

d

,

. - .-

SLOBEEND (Spatuia clypeata)

~

Minstens 4 koppels. Tussen 19/04 en 22/04, 7 koppels aanwezig. Toevallig werd 1 nest gevonden. Op 03/06/78, 1 ~ en 6 juv, op barberven waargenomen. Regelmatig komen

groe~jes

van 20 - 30 slobeenden rusten in dit gebied.

TAFELEEND (Aythya ferina)

·1

Nest met 4 eieren gevonden. Einde mei werden 2 ~~ w6.argenomen. zodat mogelijk een tweede koppel een broedpoging heeft ondernomen. Begin augustus 1 ad. en 1 juv. gezien. 7

KNOBBELZWAAN (Cygnus olor) , koppel op nest, echter begin juni verstoord en verdwenen.


- J4 -

PATRIJS (Perdix perdix)

5 koppels. Zoekt zowel beschutting, voedsel als nestgelegenheid op de drogere gedeelten in het ranQgebied.

~

FAZANT (Phasianus

colcti~s)

Waarschijnlijk 2 nesten in vrij ontoega~~elijk gebied, hogere en drogere s~en tussen riet-/broek vegetatie. WATERRAL (Rallus aquaticus) Zoals alle ralachtige~ moeilijk te inventariseren wegens v~rborge~ levenswijze. Op 10/06 en 27/06 roep waterral in zelfde omgeving. Andere losse waarnemingen en de geschiktheid van het terrein zouden kunnen duiden op maximaal 3 koppels. WATERHOEN (Gallinula chloropus) Minimum 18 koppels over heel het gebied verspreid op drassige stukken MEERKOET (Fulica atra) Minimum 8 koppels in de buurt van grotere wateroppervlakten. KIEVIT (Vanellus vanellus) 3 koppels op hoger liggend zandig terrein in het westen gebied.

v~n

het

WATERSNIP (Gallinago ga.llinago) Het gebied is vrij geschikt vocr deze waadvogel. neming : 22/05/78 : 1 exemplaar opgejaagd.

Slechts één waar-

HOGTDUIF (Columba palumbus) Zeer algemeen: 15 tal koppels in "boomgaard" en 'populierenbos" . TORTELDUIF (Streptopelia turtur) Minimum 5 koppels (waarvan 3 in toomgaard) van deze sterk jn aantal achteruitgaande soort. TURKSE TORTEL (Streptopelia decaocto) Enkele koppels in boomgaard KOEKOEK (Cuculus cano rus ) Tijdens de inventarisatie ekscursies werden duidelijk twee territoria onderscheiden, nl. middengebied - boomgaard en omgeving. Op 10/07/78

t1' en

~ "tij elkaar •

RANSUIL (Asio o tue )

'2

~

..,

-

J' 0 v

.t: -

.' _..' .,

. -

Ook dit jaar een broedgeval : 3 juv. geringd!

~

.l


- 36 -

BLAUlffiORST (Cyanosyl via sve cä ce ) Stelde ons door zeer uitgebreid zangrepertori~ (imitatie verschillenàe andere in zelfde biotoop lever.de soorten) dikwijls voor problemen ter determinatie Minstens 9 zangposten op neer drogere plekken. ROODBORST (Eri thacus rubecula) Algemene broedvogel van het dichtere struikgewas. Enkele koppels. CETTI'S ZANGER (Cettia cetti) . Reeds enkele jaren standvogel in Hobokense Polder. Minstens 3 koppels in omge-.ring "violiersgracht" (zie cok ringgegevens ). KLElllE KAREKIET (Acrocephalus scirpaceus) Een 2O-tal verspreid over van Broekskot en

he~

:' ?"

"'·0'" "._ ,.,. - ~ ..,.,'~J

gebied met concentraties in rietvelden

Baràe~ven.

BOSRIETZANGER (Acrocephalus palustris) Het minimum aantal wordt geschat op een 20 è 25 exemplaren, waarvan het grootste gedeelte in de overgang riet - wilgenbroek r.estelde. RIETZANGER (Acrocephalus schoer.obaenus) Slechts 2 koppels omgeving rallegat: dit jaar sterk in aantal verminderd (natte meimaand, weinig zo~~ige lente ?). SPO~JDGEL (Hippolais icterina)

3 zangposten in wilgenbos ZWARTKOPGRASMUS (Sylvia atricapilla) 6 à 7 zangposten in deelbiotopen met hogere struiken - bomer. (omgeving leigracht - boomgaard). TUINFLUITER (Sylvia borin)

5 zangposten in tamelijk v6rschill3nde biotopen (omgeving talingplas, omgeving speldekop, offigeving rallegat, omgeving citadel en populierenbos ). GRASMUS (Sylvia commur-is) Een 6-tal zangposten verspreid over de drogere gedeelten van het gebied, slechts gedurende korte periode (~ 2 weken) zeer zangactief.


• • -11

I

~11

- 37 -

ERAAMSLUIPER (3ylvia curruca) Zeker 1 broedkoppel. FITIS (Phylloscopus trochilus) Minimum 23 - 25 zanb~osten in het meer centrale gebied, vooral in "wilgenbroekvege ta tie". TJIFTJAF (Phylloscopus collybita) in aantal dan fitis, minimum 14 koppels vooral in offigeving leigracht - populierenbos bocmgaard en hogere opgeschoten bomen in centraal gebied.

Min~er

KOOLMEES (Parus major) Minstens 5 koppels in o~geving grens (N-o; spoorweg. PIMPE1~rnES (Parus caeruleus)

Geen broedgeval vastgesteld, wel veelvuldig gezien in de ranè.gebieden. MATKOPMEES (Parus atricapillus) Minstens 1 koppel RIETGORS (Emberiza schoenicluE) Minimum 10 koppels, vooral in rietkraag. GBOENLING (Chloris chloris) Broedvogel in populierenbos en randgebied. KNEU (Carduelis car~abina) Minimum 5 op ruimere deelgebieden. Enkele jaren geleden in veel grotere aantallen. Door evolutie (scnietwilgen eng is het gebied minder geschikt geworden voor deze soort. HUISMUS (Passer domesticus) Algemeen in

ran~gebieden.

RINGMUS (Passer montanus) Kleiner in aantal dan huismus: Vooral in randgebied met kleine "akkerachtige" percelen. SPREEUW (Sturnus vulgaris) Algemeen in populierenbos en randgebieden. Hobokense Polder wordt gebruikt als voedselgebied en onregelmatig als slaapplaats (rietvelden).


- 38 -

I ,

•I •I •I • •I ,

,I

lil ,

~

i

lil ~ ~ ~

WIELEWAAL (Oriolus o ri o Lua ) 1 koppel in populierenbos. EKSTER (Pica pica) 3 koppels in bolvormige nesten in de kruinen van èorr.en. VLAAMSE GAAI (Garrulus

glandariu~)

Zeker 1 koppel in boomgaard. Waarschijnlijk 1 koppel in populierenbos.


I I I I I

1

- 39 -

Overzicht broedkoppels in 1978, ingedeeld naar soort en biotoop _ V'egetatie type. R

r-à e t

J3

broek verlande gedeelten/ruigten onnauwkeurig vast te stellen wegens ineenstrengeling vegetatietypen. Nestplaats op grens R, B en L boo~gaard (inbegrepen violiergracht) Populierenbos

1

REL D P

c, ,

lisdodde vegetatie

Soortnaam

To-tac.l

Dodaars Wilde eend liintertaling Zomertal ing Slobeenli Tafeleend. 'riaterral Waterhoen

R

5 i. 6 10 3

5

4 1 à 2

.,

6

3 8

3

Rietzanger

Spotvogel Zwartkopgrasmus Tuinflui ter Grasmus Braamsluiper Fi Us Tjiftjaf Rietgors Kneu Wielewaal Subtotaal

4

3 1

I

6 3 à 4

I

7 3 6

.3 1

1 à 2

5

4

1

I

I

4 3 à 4 2 à 3 1 à 2 3 1

3

20

25

.3

I I,

8

à

3

I

17 10

2

I

5 à 6

3

5

5 6 1 23 à 25 14 10

.3

7 à c,

6 à 7

.3

1 à 2 1

1

4

6

6 1

18 à, 20

5 4

10

5

5

1 238 à 252

Moeilijk te bepalen koppels

80 à 90

Algemeen totaal

.318 à 342

~p~~~j~~_: De

10

5

6

20 à 2

2

I 2

1

Boompieper l,in terkoning Gr. Lijster Zanglijster Roodbors ttapui t Zw. Roodstaart Nachtegaal Blauwborst Cetti's zanger Kleine Karekiet Bosrietzanger

4 1 à 2 3 4

3

c;

3 à 4 6 à 2 à 4 à 3 1 3 9 3

p

I

3

-'

oeve rzwa l u"V.'1'

L

2 ?

3 15

Ve Ld'Leeuwe r-Lk

REL

6

2 ?

8

Kievit Houtduif Tortelduif ::r.B.Specht

"

10

18

~leerkoet

E-

E

1 53 à 55

34 à 38

47 à 48

4'5 a 48

26 a 27

33 à 36

meeste koppels, geklasseerd onder RBL nestelden vooral in de riet vegetatie - verlande gedeelten overgang


1

- 40 -

I

Broedvogels uit randgebieàeu 'fORENVALK (Falco tinnunculus)

."

1 koppel broe&de &it jaar in omge\~ng van Kielse Polder, en waarsccijnlijk 1 op Scheldedijk (zie ver&er) • KLEnffi PLEVIER (Charadrius dubius)

.'

... ~'::: -;~;"

Drie koppels juist buiten het gebied. In 1977 nog 3 op de plaats waar nu de kieviten hun broedgebied. hadden (nu meer hogere begroeiing). GIERZWALUW (Apus apus ) Broedt zeer dicht bij het gebied. Komt dikwijls in grote concentraties jagen over Hobokense Polder. KLAPEKSTER (lanius excubi tor) Heeft dit jaar waarsctijnlijk buiten het gebied gebroed. Op 10/04/78, 1 koppel in gebied, verder rreerdere waarneminger. over bet gebied verspreid. RANSUIL (Asio otus) Broedde met succes in 1975 en 197E in populierenbos en wilgenbroek, in 1977 werdeL 3 jongen op r.est geringd net buiten het besproken gebied. BOERENZWALUW (Eirundo rustica) Enkele nesten onder overhangend gedeel te dak: van het "boeveke" in omgeving Hobokense Polder. Jaagt in bet gebied. HUISZWAlUW (Delicton urèica) Fourageert op Hobokense Polder. ",-'

TAPUIT (Oenanthe oenanthe) 1 koppel op zandiger terrein juist buiten het gebied. Nestelde tussen één van de vele steenhopen.

1


~

J

!

I I I I I

- 41 -

WATERVOGELTE LLING

,

1

J ,

J ~ I

I I

1

I/

I I I I,

I/

I

TELRESULTATEN I.W.R.B. Inleiding Voor de eerste maal werd in de w i.nt.e rp er i ode 77/76 daadve rke l.t jk neegeholpen met het systematisch teller, van wa t e r-voge Ls i!'. ..e t kader var, de internationale watervogeVsteltlopertellingen onder toozicht van het IWRB (International Wateriowl Research Bureau). Het doel van deze tellingen is een algemeen inzicht te verkrijgen in de verspreiding en trekbewegingen van de verschillende 300rten watervogels en respectievelijke aantallen en daardoor o.a. aanbevelingen te verrichten (bv. betreffende de internationaal te beschel~en gebieden) en informatie te verstrekken (bv. over vogeltrekrouteG 1ie vliegtuigroutes kruisen; een sterke daling van een coo r t , wat zou kunnen wi.jzen

op een slecht broedseizoen, maar ook op vergiftiging). Praktische uitwerking tellingen gebeurden 's zaterdags en wel op de volgende teldata 19 november, 17 december (77); 21 januari, 18 fe c:ruari , 18 maart, 22 april (78).

De

Me teo tel da t.a da turr.

19.11.77 17.12.77 21.01.78 18.02.78 18.03.78 22.04.78

:

wind

temperatuur

koud (.= SOC) idem idem idem koud (+ sec) warm 12째C)

zich t

bries weinig

fris~e

weinig

weinig

IlW-wind weinig

(!:

uitstekend (zonnig) bewolkt met opklaringen nis tig goed zicht ui ,stekend (zonnig) idem

HOBOKENSE POLDER

dodaars wilde eend win tertaling zomertaling krakeend smient pijlstaart slobeend' kuifeend tafel eend

19. 11

17. 12

21.01

2 2 3

1

1

lS

6 31

6

22.04

4 34

2 20

7 16

3

5

3

2 4

5

2 2

2 2

2

4

8 120

ber-ge end

knobbelzwaan ..... a.~erhoen meer-koe -:

wate:-ra:

21 18 7 16

10

9 2

..

(n. geteld) j'

15

28

53

55 1

26 71

19

18

50

21

1


l I I

I I

1

- 42 -

Bespreking Dodaars (Podiceps ruficollis) Tijdens de winterperiode doorlopend aanwezig met een ho og t apun t van

7 eksernplaren begin lente. Wilde eend (Anas pla tyrhynclcoê ) Samen met wintertalingen vorffien de "ilde eenden het leeuwenaar-deel van de eendachtigen (uitgeconderd op 18/02, zie verder). Wintertaling (Anas crecca) Hoogste aandeel op 21/01 : 31" -'

.:

Zomertaling (Anas querquedula)

.

-

,)

--.

2 eksemplaren. Op 18 maart teruggekeerd. Deze soort, die H.P. als dcortrekstation en als wordt erg bedreigd door :

nes~plaats

verkiest,

a) jacht (vooral op doortrek in Italië) b) inkrimping biotopen - in hun zomerverblijfplaatsen - minder en minder voedselrijke zo e twa te rp.Las s en , drassige weilanden en vochtige heidegedeelêen blijven over in hun winterverblijfplaatsen - door uitbreiding ~àhel Krakeend (Allas strepera)

,-.

-

Op 18/03 slechts 4 eksemplaren. Enkele jaren geleden broedde deze soort nog op H.P. Smient (Anas penelope) H.P. is minder geschL~t als overwinteringsbiotoop, omdat het een planten grazende soort is. Pijlstaart (Anas acuta) 2 eksemplaren op 18/0j op doortrek. Slobeend (Anas clypeata) Naast de funktie van broedkamer wordt R.P. ook nog regelmatig gebruikt om te fourageren en te rusten. Dit laatste gebeurt meestal in groepjes van 20 - 30 stuks, vooral begin lente en einde zomer, begin her-f's t , .~

Kuifeend (Aythya fuligula)

"

"

.:

, r-

Overwinteraar op H.P. (de tel gegevens zijn laag,daar op tussentijdse waarnemingsda ta de aantallen tussen 8 en 20 schommelden.)


I

~~. ~ i

...\

I

(I .

J.

J J) i, \

' r.-I ----J~ I"~ " Y' . ~~ "I ~ o!"~"" -\ . . 'H' l" '. r.lt,\ ~",. , . r' "'W 'm.r« ' ,' ''~" { \ ':"I... ,'\~' . i"'"V )','' \ ",1 1l. ' " , . 'I I..' , 1"111\\ ~;,1\'. " ( ,~ ,~ , ,' ~_ \ ' . • ' ;:.' (" , " \ l lt ' , l' ,: ....

,.

-~ =..

:":=-< 5 na a r re c hts

: : ",", =~ ta lin g , z eldz a m e b roe d v o ge l i n Wes t -Eu r o pa : : : : : ? Va n Daalen .!: : ~ ?e ... \a:i ::t e rta lin &e n , b roedvo ge l e n wint er g a st : : : : : ? V an D aa Ie n :~ w e r e i ge r , re g e lma tige be z oe ker van de ?. e ~ z: e:'s h oek • • . - fo t o: D. A r nh p rn ce cent r a a l g e lege n p las : het B r o e ks k ot : :': :l : "",", Va nde rve ken

'

lI

f


I I

I I

,

I

al

I

I

- 43 -

Tafel eend (Aythya ferina)

.'" <'

. ..

"

-< . '-,

,\

Op 18/02 (vriesweer !) dobberden 120 tafeleenden or de ~chelde voor H.P. (dit is 37,5 % van het totale aantal dat in het "gewe e t" geteld werd~ ." ,_...

Bergeend (Tadorna tadorna)

Regelmatig op H.P. aanwezig (wisselwerking met "Bt okke r-s dá jk "},

==----------

kuil.."d

/I,

...

I I

I

I

I

IS

.....

10

s

....

"

"" ,

~ "

..••

",

"

'/

""

r ;

........:".:.;.:: .:.., -.

ll.n.

GRAfiSCH

~EERGEGfVEN

EvOLUTIE VAN ENKELE SOORTEN

"WATERWILO" GEDURENDE DE WINTERPERIDOE '77/78 OP HOBOKEN POLDER EN OMGEVING


van H n k s na a r r e chts de b lauwb c r a c i s dĂŠ za n gv oge l v a n de H obok ense polder fo to : O. A rn hem d e g ras mu s b roedt in dr og ere onde r be g r oe irng fo to: R . V e en s t ril grote Ie Ig r a cht e n w ilgenb os fo t o; W. Van de r v eken - de z e geringde k lap ek s t e r i s een r eg e lmatig e b roedvo ge l - Io t o : W. Van d e r v e k e n


- 45 -

VOGELWAARNEMINGEN De hierna volgende soortenlijst bestaat uit een overzicht van alle verzamelde veldwaarnemingen (,81.<'oa1'. in de perioJe 1973 - okt. 1978. Het waarnemingsgebied is vrij ruim opgevat. Het omva, niet alleen het te klasseren terrein, maar ook de daarbij aa4slu~tende 3cheldedijk en Schelde en de vroegere graspolder.

De uitgebreidheid van de socrtenlijst (160 soorten!) zal waarschijnlijk velen verwonderen, daarom is het misschien goed nog even aan te stippen dat: a) het gebied een diepgaande evolutie heeft doorgemaakt, en nog steeds in ontwikkeling is, waardoor in een betre~~elijk korte periode verschei~ena biotopen een opgang ken~en en verdwenen. Bv. wat vroeger een open zandterrein was met ondiepe "vochtige plekken" (Kleine Plevier, Ruiterachtigen) is op na~~urlijke wijze begroeid (Graspieper, Rietvo ge l a ) •

b) het gebied aan de ~chelde en juic, Loven het begin van het Schelde-estuarium gelegen is. Hierdoor ligt he t op een rou te van zowel "no rrne.Le "

doortrekkers (zie verder bij rinigsgevens) als toevallig afge;;eken doortrekker-s (Kr-aar. vogel, \louwen). Om een duidelijker beeld te krijgen in de regel~~tigheid ven aanwezigheid werd gekozen voor volgende eigen s pec i f'Leke indeling. S : stanûvogel : broedde in 1977 en/of 1978 in net hierboven beschreven gebied en ic er het gehele jaar door waarneembaar (bv. ~aterhoen, Winterkoning).

Z : zomervogel

heeft voor Krakeend) •

+

broedde in 1~77 en/of 1978, maar is niet het ganse jaar op de Hobokense Polder aanwezig. Trekt weg (bv. Blauwborst, Zomertallng).

1911 wel in het gebied gebroed (bv.

\lou~aapje,

Opmerking: een? duidt op een onzeker broedgeval. J

I

T

I

jaarvogel

: praktisch het ganse jaar door in de Hobokense Polder waar te nemen, broedt er echter niet (bv. Kokmeeuw, Blauwe Reiger).

doortrekker I (tv. Zwarte Ruiter, Appelvink). Indien de soort alleen in het voorjaar werd waargenomen, wordt dit aangeduid met een v; alleen in het najaar waargenomen soorten met een n , De meeste soorten blijven vaak gedurende een bepaalde periode pleisteren (Kiekendieven, Ruiters).


- 46 -

gast

G

omvat enerzijds de specifiek winterga~ten, zij worden aangeduid met een w (bv. :~m i e n t , Bokje), en anderzijd:.; onregelmatige gasten (bv. ~cholekster) en dwaalgasten (bv. Jan van Gent).

I¡

Voor de doortrekkers en "gasten wordt daarbij nog volgende kv..antitatieve kode gebruikt

.

aantal waarnemingen a

minder dan 3

b

5 5 - 10 meer dan 15

c d

3 -

SOORTEN LIJST Soortnaam

Broedvogels

'77,. ,j

Fuut Dodaars Jan Van Gent Aalscholver Roerdomp Woudaapje Blauwe reiger Purperreiger Kwak Lepelaar Kolgans Rietgans Knobbelzwaan Wilde eend Krakeend Smient Pijlstaart Wintertaling Zomertaling Slobeend Bergeend Kuifeend Tafeleend Grote zaagbek Buizerd Sperwer Rode wouw Zwarte wouw Bruine kiekendief Blauwe kiekendief Boomvalk Smelleken Torenvalk

+

J

T

-

G

178

Z wja

X

a a c X X

njd a a Wja wja X

t l

X

il

j

d wjb

X

I

it

d X

<

X

t

t

X

X

w;d

X

X

Wt a X c

b b d b a

I, ~

t I

I• w;b

X

i

J

1


I

Broed.vogel : > So 0 r t riaam

G

Z

X X

njb

X

b

X X

c

X

Bon t bak p Lev i e r-

b

Kleine plevier Watersnip Bokje Houtsnip Wulp Regemmlp Grutto Oeverloper Witgatje Bosrui t er 'Tureluur Z"arte rui t e~ Gr oen poot rui t e r

X X

WjC b d vja d ei.

d d d d d d b

K emph a ar;

Bont e s trandlo per Temr:. i nck 3 s<;r 3.:-ldl op er Klut:.t Grote man t el ::Je euw Kleine man t e Lmeeui.. . Zilvermeeulf

v;a

C w wjb X X X

S 'to rnmeeuu Kokme euv

Z路"a:rte stern Visdief Eou t d.u i f Tort e l d.u if Turkse t or t e l d.ui f Koekoek Ker ku il St eenu i l Ransuil Vel du il Gi er zwa l uw I j s v ogel Gr oene spech t Gro te bon t e specht Draaihals Ku ifl e euwe r i k Vel dl e eu we r i k Booml e eu we r ik. Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Boompieper Graspieper Oeverpieper Ge l e kwiks taart Wi tte kwiks taart Grauwe klauwier

r

J

17

:3

Pa t r i j s Fa z an t Kraanvogel Haterral Po r s el einhoen Haterhoen Me e r k oet Sc hol ek s'G e r Kievit

+

177- 8

vja nja X

X X X

WjC l.

X

WjC X X X X

vja wjd X

VjC X X X X X \0{

X

X

X

Vja


- 48 Ero edvo ge 1s

Soortnaam ....~

Klapekster Wielewaal Spr e euK Vlaamse gaai Ekster Kauw Roek Zwarte kraai Bonte kraai Winterkoning Heggemus Cetti 1s zanger Snor Sprinkhaanrietzanger Rietzanger Eosrietzanger Kleine karekiet Grote karekiet Spotvogel Tuinfltii ter Zwartkopgrasmus Grasmus Braamsluiper Fi tis Tjiftjaf Flui ter Goudhaan t j e Bonte vliegenvanger Grauwe vliegenvanger Tapuit Paapje Roodborsttapuit Gekraagde roodstaart Zwarte roodstaart Elauwborst Roodborst Nachtegaal Beflijster Merel Koperwiek Zangl ijs ter Grote lijster Kramsvogel Glanskopmees Matkopmees Pimpelmees Koolmees Zwarte mees Staartmees Baardmannetje Boomklever Boomkruiper Huismus Ringmus Appelvink Vink Keep

+

J

X

X

T

'77-'18

G

Z

X

X X X X

w;d X

w X X

X X ?

d

X X X

b X X X X X X

X

nja w;d d X X X

d

X

X X X X X

b X

w X X

w w;a X X X

n;a w;d w;b wja X

X X

b X w-


- 4) Br-o e d v o g e L s

;;001'tnaam

+

' 77- 713 1

..

I

Ul'oen Ling ..i i j:::> Pu tter Kn eu F'r-a ter Ba rms i j s Ortol a an Riet gors Ge e l go rs

!I

i

I

I I

I

X

I I

I

I I I I

X

I

I

I

I II

!

.,j

I i

I

r

è; I

,

Eu r-o p e s e k.an a r i e

'I'

I

I I

Goudv i nk

,J

I

Z

"

I

Z.

I I i

Z

1

b

I

,• I

i

\l

I

Ii

I

!

i

i

I

i

Vja

I I

I

\ol

w

I! I

I

'ti

II

\ I

In 'r7 en '78 br o edden er s amen 62 s oo r t en o p J E Hotok en se Pol de r : een ongelooflijk resultau t ! Vo o r de afge lo r en 5 já~en loo p t he t a~ nta l broedvo gel s o p t~t .7 (. Zu lke cij fer s il l uu t r eren lliooi ~e or ~itho logi sch e ri jkclom van het geb ied. E.

\1es pendie f, gr-au we k i eke rid i e r, kwa rt e l , ho p , f;e.. t'l o?,'E:l , no t ek r-ake r , vuurgoudhaan tje, roocunu s, k ruis cek , grauwe go r i, er. e ne eu v gors werden v6ór '7 3 wa ar ge nomen. De kwartel was vroe ge r een t:e~·I O :1.e ve r-s cr. i .jn i n~ i {j ae Hoo ok en o e Po ld er . De stij ds wer d !lij ve e I vu i d g g e : .igr. :di . ~ e eru aar, .i e ',: e i ::.e n r.aa s t d e ~ c h e ld ed i jk , waar de ::i oo rt t oen r e~e l~ati6 br oeJde . De waarnem i n g- van een r-o odmu ., ,b "e e r t van î / 2 ok t.o oe r- 16':; (Dhr . L . 'Hij n .,; ). Pe s tvo ge 1, no t ekr- ak e r , vui.... r ~o ll '.1hi..:.:':'!. t ,je e n . m e e11 ~'i go r , L i ,jn z r- onregel.na t i g e wi n1.er gasterl' á

é

é

8E5PREK!NG He t i s voo r -a f no g be L angr i jk a an t e r.e rk e r, ua ; . in Js '7 j door de a a nvang van pol der s t a d enkele vra arne lr.i n ?,·;.B'eb ie d.e rl v e r- d.:"e n en. Zo ·.. e r-d e en mooi e 31 00t aan '.l e ..c ne Lue d i ;jk vol Le d i g o n der ~ ch e ld e s l ib b edol ven e n werd de enige " d.i e pe " pl a s - he t .icn e l dev e e I - opge hoogd. Op de Gra::opold er en oml i gge nde t e r r e in en v e r:rijz e n ;:: woonfa zen van pol de r s t a d , zoda t ook de z e geb ie de n verloren z ijn ••• Door werk zaamheden i s er naas t je bu ffer zo n e ee n pI aa cm ts taan , deze werd echter wegens ti jd.gebrek a l l een 1 3 wintere o r. ~erzocht ( wa t e r v o gel t e l l i n g) . Om h et geh e e l niet te overladen, worden alleen de me e s t type r e nd e vogel soorten voor de Hobokense Pol de r nader toegelich t.

Dodaars (P odi c e ps ruficolli s ) De ze kleinste fuut -r.inèt in de Hobokense Polde r zijn ideaal bio toop. I t Broekskot is voor hem een vaste broedplaats. Zijn in 't water liggend ne s t, 3~nenge steld uit allerlei plan tenresten, wee t hij zorg-


- 50 -

I

vuldig te verbergen ir. de dichte oevervegetatie.ln het broedseizoen kan je hem drukd.oende achter voedsel zien 'uiken en regelmatig laat hij zijn mysterieuze, hinnekende roep hcran. Vanaf juni zijn de pulli's reeds waar~"<~ neembaar en bedelen ze de ouJers om ~~~J '~. voedsel. \\ J fj/' .r' ".lovsr'" ~ Tot '77 kende het broedOuesta;".d een st"llselmatige afname (verdwij;oen van ge\ I ,.I)r:)II.,. . "~~,h schik te broedplaats er. !). In' 74 konI den we nog met zekerheid 3 geslaagde broedgevallen noteren, terwijl in '77 slechts één koppel .ot broeden kwam en amper 2 jongen grootbracht. '78•.. een succesjaar ! Er werden met zekerheid 5 broedgevallen vastgesteld, allen in het te beschermen gebied.

I I I

,

r~

,,~i\, ·~U~

Roerdomp (Botaurus stellaris) Enkele prachtwaarnelliingen van deze impo~ sante, echter zeldzam~, rietvogel sieren onze verslagen. Buiten het breedseizoen maak je een behoorlijke,kans om de roerdomp waer te nemen in de Hobokense Polder. In '74 werd hij verschEidene keren wearger.omen er. in '75 overwinterde minstens 1 exemplaar. Tot broeden komt ue roerdomp niet, '"aarschijnlijk is r.e t gebied te klein

ge~/orden elï

is

In juni '78 werd nog

"3r 1

teveel s tor ing voor deze rneris s cnuwe sco r t ..

exemp l aar- gesie;,;alee"d.

Wouè.aapje (L<obrychus rr,j !'ll!~..:cS) :.- 1·,J

Het woudaapje is ëebonden aan

~oera~~io~open,

waar

hi~

broed: in

dicht struikl5ewas of o ve rja.r i.ge rietvelder.. De ",010ker'28 Polder L; dus een ui tgeJe2Erl toevl'_dl ts')ord voor deze ui ters t s chuwe vo ge L, Evenzeer als de roerdo~~ is hij voornamelijk in de avondschemering ak~i3f.

Deze sierlijke reiger~chtige is echter 1e laatste jaren overal zienderogen achte1~it gegaan ••• Tot in '75 was h~t ~oud~apje een regelmatige verschijning in de Hobokense Polder. Dat jaar k·.am het zelfs tot een geslaagd broedsel • . Na '75 zijn er ons geen vaar-nemangen meer bekend ••• Alleen door beho~d van het te beschermen gebied als reservaat, een verantweord beheer en net naluven van enk~le regels door het wandelpubliek, zodat storing en vernieling gec,inimaliseerd w"rden, kunnen vogels als 't woudaapje ~ich in de polder handhaven. En hopelijk komt hij terug, deze haast exotische pracht, zodat de Ho~nse Polder een bijdrage kan leveren tot de instandhoudir.ó van deze merkwaardige vogelsoort •••


- 51 Blauwe reiger (Ardea cinerea) Een vertrouwd beeld op Hoboken-Polder. Vroeger trof je hem vaak aan op de Reigershoek, vandaar de naaffi. De dichtsbijgelegen broedkolonie (Wilrijk) neemt uitbreiding (in '77 reeds ~ 30 koppels !?). Naast bloY~ersdijk en de Antwerpse fortengordel, vormt ook de Hobokense Polder een vrij belangrijk voedsel terrein. De rijke kikkerpopulatie vormt waarschijnlijk voor het polderbezoekend reigervolkje de hoofdschotel. Purperreiger (Ardea purpurea) Massale doortrek in de zomermaanden van waarneming van een groep van 8 exx.

'75.

Vermeldenswaardig is de

Lepelaar (Platalea leucorodia ) Twee waarnemingen van doortrekkende exx. 10/08/73 2 juveniele exx. overvliegend. - Oe/OS/74 : 1 adult ex. voedsel zoekend op de Graspolder. Zowel voor zwemeenden als voor duikeenden biedt de Hobokense Polder unieke mogelijkheden om deze te bestuderen. Het is wel een noodzaak als bezoeker op de aangegeven wandelpaden te blijven. Vooral in de broedtijd zijn er eendesoorten die zeer gemakkelijk opgejaagd worden (bv. zomertaling); zo gebeurt het vaak, weliswaar onbewust en ongewild, dat broedsels verloren gaan door verstoring! Buiten het aanzienlijk aantal broedvogelsoorten zijn er ook mooie waarnemingen te verrichten van doortrekkende en overwinterende eenden. Zwemeenden Wilde eend (Allas platyrhinchos) Uitgesproken star_dvObel, vrij talrijk als broedvogel. Is zowat de meest voorkomende eend, maar nooit in overdreven grote aantallen. De Hobokense Polder is ook een geliefkoosde overnacatingsplaats voor vele eenden uit de omgev i ng (?ar~c ZorgvI t.e t}, Krakeend (A..'1as strepe:'a) Broedv0~el ir, '75. E;ervar. ge~igen verschillende mei-juni waarnemingen Talrijker zijn de waarnerdngen in de wintermaanden. Voo::-namelijk bij plotse vorstinvallen zceken krakeenden becchuttir.g op de begroeide plassen. Zo bv. op 17/01/74 : 9 exx. cp Broekskot. Pi:,lstaart (Allas acuta) uitgeeproken doortreY$e~o Eet cverwicht van de doortrek valt in het e i nd fetruari - begir. maart). In de navruege voorjaar (voor '74' zcmez- mir.der opvallend. De pijlstaart is zeer schuwen vliegt gem&kkeliJK op. De laatste jaren is deze eend zeer schaars geworden voor de Hobokense Polder. Smient (Allas penelope) De em i en t. is een wintergast die als pleisterplaatsen hoofdzakeliJK oper. waterpartijen prefereert. Hiermee in overeenstem~ing kunnen we slechts enkele waa~emir-gen a~~alen. Zo bv. een koppeltje dat gedurende een aarrta) weken de l!obokense Polder sierde ('75).


,

-I ..

I

- 52 -

Waarscbijnlijk z:!.;:;n die

eYJ.e

waar de srr.ient in wir.teytijd

a f'ge dwaaLc freque~~ e~

V2.n

i~

EIC'1::}:F.2:~dijk ~·c~€

of Saeftinge,

2.an:2.11en vcorkomt.

Wilitertaling (J~as crecca) Gewone broedvogel voor Eoboke~-Folder. Komt he: ganse jaar voor, meestal in kleir.e groepjes. Op doortrek zi~n soms !'Tote az.nt.a'l Ler. w2.argencnen : 10/10/73 : ;±. 170 exx. ge~e:~ op Broekskot. Zomertaling (Anas querr:-_ue(~_ul[..)

In maart-april keert deze pr-ach teend teI'llg r.aa i- è.e ve i t rouvde broed-

gebieden. Hij geeft hierbi~ de voorkeur aan ondiep zoet water, met oeverbegroeiing. Voo:T,amelijk door r.et verdwijnen Van zi~n geschikte broedgebieden gaat dez e soort ove ra'L sterk ach te=i t. In België zouden nog slechts 40 ko ppe Ls broedgelegen1:eid vir:den !! In 1978 broedden er waarschijnli~k 2 koppels in Hoboken. Ook in Hoboken iE het broedbestand achteruit gegaan; ir: '73 werd het aant2.1 nog geschat op 6 koppels. Ze kwamen voo rnaae Ldjk voc r op de Graspolder, die intussen spijtig genoeg volledig verloren Ls €,agaan. Weliswaar is er voor deze taling reeds een interessant deel van de poleer ve r-dvenen , maar rr:i tE een integrale bes che rmäng van de overige

plassen en de nodige beheerswerker: m2.g verwacht worden, dat de soort zich z2.1 handhaven en mogelijk uitbreiding ~eemt. Slobeend (Sparul2. clype~ta) Evelials de zomertaling was deze merkw2.ardige eer:d tc+, voor enkele jaren een algemene broedvogel. 00k tier iE he t, aan taI geslonken V2.l1 7 koppels in '73 tot 4 in '78. (In '77 werd er maar 1 broedkoppel gee gna.Lee rd t ) Ook bui ten de broedtijd is de slob e er, gewone verschijning vooz- de Folder. á

Ber5~end (Tadorna tadorna)

Geen broedvogel, wec. een re ge Ln.a tige bezoeker van de polder, die er ganse jaar àoor waarneembaar is. Enkele jaren terc.g wer~ 1 over~omerend koppel w2.argenomen op een opgespoten zandvlakte, nabij de Scheldedijk. Er zijn eveneeliS enkele win terwaarnemingen bek.end., In het voorjaar zorgen de bergeenden voor een heus spektakel, wanneer ze uitpakken met hun indrukwekkend baltsceremonieel. Als de koppels eer~a2.1 gevormd zijn, neemt ieder paar een territorium in, dat hardnekkig en met de nodige aggressiviteit verdedigd wordt tegenover soortgenoten en andere eendachtigen. WaarschijnliJK zi~n deze .e=. afkomstig van broedgebieden in de omgeving (BlokkercdiJK, l·inkeroev-er). Na de droge zooerperiode VaL '76 groeide het Broekskot dicht met zuring, zodat geen baltsende ezx. meer werden waarge~omen. eigenli~k he~

Duikeenden : Uitgezonderd het Scheldeweel, dat ondertussen ook opgevuld werd met zand en huisvuil, beschikt de polder niet over plassen met voldoende diepte ('74). Toch komen kuifeend en tafeleend vrij regelmatig voor•


I

I I

I I I I I

I

----~--~----~

--

-- - -

- 53 -

Kuifeend (Aythya fUligula) In '75 één geslaagd brced.gev&l~ begil' juli lH:'rè 1 tli:f~e met eer. 7-tal pulli I 5 ;raarsenomer.. !'ier,.a werè. geer. b ro edgevs.L meer geko'-.s te tee::c:.. 's vlil.:'ers over-wärrt.e rden ve r-sche i deue ku i.f'eeriden samen met tafeleenden op het 2che::"dei'Jeel. TegellW'QOl'è.ig t re r ~e ~e in wintertijè.. af en toe aan op 't Erot:k~kot en vuke r op de Juffen·las. Tafeleend (A:ithya ferir.a) Broedde in '/5 in Hobokense Folder: ber;ir_ juli '.ere'. een >lijfje met 1 donekuäker (pu2.1us) v;aargeEcr,len. Voor- 1 77 was er een onz ek e c broedgeval. Fet afgelopen eroe~seizoen heeft zeker î keppel geb~a~ (teevallig werd het nest gevenden), mogelijk ~elfs 2 koppels. In de winterpel'iede kan je de t.a r'e Le er.d vaak aantreffen in gez e Le cz.a; van de kuifeend. Op î8/02/78 werden met zeer koud I-Ieer + 120 tafeleenden aange t rof'f'en ep de Schelde, ter boogte van de Hohokense Pol "e::-. (Alle plassen i1: de Hobokense FoLde i- waz-en d Lch t gevr-o r-en, ui tgezonderd eer. kleine plek op de Bufferl'laE'). Bruine kiekendief (Circ:us aerutÜI:OSUE) Regelma tige bezoeker van de Ho uoker s e Pol der, ve i-c l i j ft Soms enkele dagen (meestal voor- en l:11jE.arstrer). Be~reft meestal solitaire exx. Flauwe kieker.dief (Cir·cus cyaneus ) Minder f'r-equen t voo rkoraend dan z i, jn bruine genoot. In ck to be r- '78 werd ~ wijfje ve rrche dene maler, waargenomen. In '70 werè. 1 ex. gel'ingd. á

Boomvalk (Falco subbuteo) Ieder ~aar zi jn e r enkel e waarnemingen van doo r-t.r-ekke rs , In '75, 1 jur..i waarneming: rr.ogelijk eer> ex. dat Ln de omgevir.g broedde (Haasland). Torenvalk (Falco tirJluT_culus) :Begin 70-er ~aren I'JaS è.eze velk "eer talr'i ~k ve r t egenvoo rdä gd op de Hobokense Folder. 3 à 4 koppe~s op eer> gebied. v~ eel! 250 ha is heel wat. Destijds deed een deel van de polder dienst als gemeentelijke stortplaats, wat resultaarde in een vrij groot ratten- en muizenbestand en een k~ad kultuurvolgers zoals huismussen. Dit hoge voedselaanbod zou de broeddichtheid op de Eobokense Polder kunnen verklaren. Me'" he~ verdwijnen van het stort en de opbouw van Polderstad, viel het aantal broedvogels terug tot 1 koppel. In '77 broedde è.e t.o renvaIk in een wilgebosje op de Scheldedijk, en datzelfde jaar bracht een koppel op de Kielse Polder (gelegen ten noorden van Hobokense Polder) een 4-tal jongen groot. In '78 ,ras er 1 broedkoppel ir. de oogeving. Enkele ringgegevens illustreren de hoge bezetting van begin 70-er jaren: 1973 : 7 exx. geringd. 1974 : 2 exx, geringd. Waterral (Rallus aquaticus) Het ganse jaar door waar te nemen, ~roedt er eveneens (3 koppels). In de broed ti ~d vaak lui à.xUeh tig. Voornamelijk 's nachts laat hi~ ....-i ~""n"""I=',:I1't.."pr;.C"A rOelJ horerle -'VI


- 54 -

In de win t e rper-Lo de '7 ~-' ~:' werden 3 dode exx, gevonden; do ode oo r-c aak is rri e t bekend ! rorseleir.hoen (?orzana porzana) Verschillende >laarnemir.gen i!' het broedseizoen '77 zouden kunnen 'ili;;zen op een mogel i jk broedgeve.l. Ook bui ten br-o ed t i jd werd hij een enke l,e maal waaz-genomeri,

Kievi t (vane r lus vane I Lus ) Vóór de o ps to r t i ng van de HoLck ene e Polter zeel" talri~k vertegenwoordigd als broedvogel. F.ierr.. a voorr.. amelijk b r-o ederid i!l de omgev Lr.g van cie Gro.spolder Ct 10 k01'pels in '73 en '74). Na de f2.tale vernieling van de Graspolder is het aant2.1 teruggebracht op amper 3 ! Kleine plevier (Ch2.r~drius dubius) Sedert de ops pu; .. ings"erken aan de Scheldedijk a.l gerneen 111s broedvogel aanwezig. In de Olill.idde:lijke oQgeving van het te bescherme~ gebied in '18 een 4-tal koppels. In 176 broedde ee~ kop~el op een droog gevallen plasje nabij Reigershoek. Watersnip (Ga:linago gallinago) Het dichttegroeide en voe de eLrá jke racei-as bi.o too p b i e d t vocr deze sni~ een geschik~e verblijfplaats. EiLd mei '78 werc r-og een ex. a~~­ getroffen aan het Eroekskot, doch in het troedseizoen werd nooit enige VOrm van balts waargeno~en, zodat een broedgev2.1 vrijwel uitgesloten is. Bui ten "troed ti jd ~'1el.is,,;;aar E,lgerneen, SOQS in gz-oeper:. Op doortrek soms zeer talrijk. 2 ringv~ngsten in '78.

Pokje (Lymnocr:'Jptes minimus) Deze watersnip in pocketforrn2.at laat zich opv2.11end dicht benaderen, vliegt dan snel op el: laat zich een 10-t2.1 meters verder terug in de begroeiing vallen. ,[as een t r-ouve wirnergast in de Gr2.spolder, waar het zich verborg in de dichte oeveI~ege~atie. De 1aatste j2.ren opvallend-minder meléingen (Broekskot en ongeving minder geschikt, zachtere .~nters). Houtsnip (Scolopax rusticola) Verscteidene winterwaarnemi~gen. Zoek, meestal beschutting in de dichte bro ekbo aaen, Strandlopers : f,e Graspolder was hiervoor een ideale pleisterplek, zowel in voorals najaar. Algemee~ buiten broedseizoen waren en zijn nog: oeverloner (Tringa hyPoleucos), witgatje (T. ochropus) en bosruiter (T. glareola). Deze laatste werd ir 't broedseizoen '77 een paar keren waargenomen, .at wijst op een overzomeringsgeval.


- 55 -

De tureluur (T. to k .. nus ) iG eve ne eris een regelma tige ve r-s ch i jnir:g in de z crne rrnu ande r,, De zwarte rui tel' (T. e r y trropus ) en de gr oe r,pootruiter (T. nebuJ.aria) zijn eerder schaarse doortrekkers. De kemphaan (Philomachus pugnax) waE:; zeer algemeen op de Graspol der. Op doortrek kwam hij soms zeer talrijk en meest al in kleine groepjes voor (28/07/73 : 34 exx. geteld i j. Alhoewel het biotoop we] vrij geschikt wa3 vO,or deze soort, werd nooi t eerl broedgeval vas tges te Ld, In '73 overzomerde een k.l e i.n aantal. Verschillende malen werden mannet jee in prachtig broedkleed waargenomen (29/06/73 : 3 eXY.:., waar-onde r- 2 mannetjes). Van de bonte strandloper (Calidris alnina) hebben we 1 zomerme Ldi.n.g (28/07/73 : 1 e x,. ) en ve r-s ch i Ll.en de winterwaarnemingen, e te e ds kleine aantallen. Vermeldineswaardig is tenslo t te de waarneming van een temminckstraml10 er (Cäliàris temminclt:ii) op e an plasje aan de Scbeldedijk 21/05 75). Deze waarneming Ls irl ove re ene ten m.ing met vroegere n.el d i ngen die in de Vogelatlas var; Belr;ië (Li j.pens ] worden aangehaald. Opv~llend is dat deze 8c naarse d o o r t re ~~ e r vraege~ nog enkele malen e;esigrw.leerd werd te HOboken. Kluu t (Recurviros tra avo s e t t a ) Regelma tige somer-gas t, mees te I in de nar i jheid var, oPCeqJo ter: terreinen aan de Scheldedijk. Ir 1975 ove r-z omer-de er eer, koppel. Zwarte stern (Chlidonias niger) Op 22/05/75 verbleef er 1 koppel tje op l.e t Br-oekck o t,. vogels lieten zich ver~cheidene uren bewonderen.

De jagende

Koekoek (Cuculus canoru~) Ieder jaar worden een 2-tal territoria vastgesteIc. Interessant is de waarneming van een roodfasig wijfje, begeleid doeI' een mannelijk ex., op zoek naar een eeschikt nest ('7J). Steenuil (Athene r.octua) Vroeger algemene broedvogel op de Ho bokeriae Polder. _ De huidige polder biedt voor deze uilesoort geen geschikte broedgelegeru.eid (knotbomen) meer, dit resul~eert in enkele sporadische waarnemingen. Velduil (Asio flammeus) Tot voor 3 jaar een trouwe wintergast op de Hobokense Polder. Solitair tot soms een groep van een 5-t~1 exx. (winterperiode '72-'73). Het geliefkoosd jachtterrein was een grasvlakte te&enover de Graspolder, waar nu fase 1 van Polderstad staat te pronken .•• Op 06/03/74 werd een baltsend koppel waargenomen boven het toen neg in gebruik zijnde stort, met een prachtige zonsondergang als dekor! Nog sterker is de wauTIleming van een jab~nd koppel in de buurt Vän het Broekskot op 22/05/75!1 Een broedgeval werd echter nooit vélstgesteld. Op het recente ..erkweekend (28-29/10/78) werd 1 koppel van deze schaarse '~ilesoort vez-e ch e áene malen waargenomen. á


- s6 Kerkuil (Tyto aLba ) Vroeger was het een e..lgemene overwintera.ar op d.e Eobok.erie e Polder. De laatste jaren z i jn om, e ch t er geen vaarnerm. ngen meer beker..d in het gebied. In de onmiddelli jke omgeving wordt hij vrij rege lmatig gesignaleerd. In de winterperiode 17S- 176 we r-d een zwaar vergiftigd ex, e..angetroffen in de buurt v an ~l{!tallurgie. Het dier werd opgeknapt door de Heer Wijns en in m&.art ter pl a a t s e gelost. Gierzwaluw (Apus apus) Broedt in de omliggende wijker.., en is het gans e broedseizoen boven de plassen aan te treffen op zoek naar voedsel. Cp ~oortrek vaak in grote getalen. Enkele ui t.errr.ate late v.'a2.rnem ;i.ngsdata : 30/ 09/7 '3 3 e}:x. op Broekskot. 08/10 /78 2 exx. Z-waarts trekkenQ. Ijsvogel (Alcedo atthis) Algemeen op doortrek. Regelmatig is hij voedselzoekend aan te treffen op het Broekskot of omgeving. Verschillende ringvangsten bekend: '76 : 3 exx., '77 : 1 exx., '78 : 2 exx, In 175 overzomerde een ex., w.its een ge schikte nestelgelegenheid (grachtk ant, afgraving) is è.eze pr ~chtige soort zeker als een toekomstige broedvogel te verwacLter... Veldleeuwerik (blauda a r v ens i s ) Op de authentieke polderweiden van weleer kwam hi ~ al s broedvogel zeer goed a&n zijn trekken. Na de opstort ing van de polde r werd hun aantal drastisch herleid. In '73-'74 wisten zich nog een 1S-tal koppels te handhaven op drogere stukken, hoofdze.kelijk rond de Grf.spolder ep. tegen de ~cheld~­ dijk. Tegenwoordig kunnen we ons verheugen op een S-tal koppels in de buurt van het Broekskot. (Inventarisatie 178 : 6 zangposten). De veldleeuwerik is verder een gewone wintergast aan de Scheldedijk; meestal een troep van een SO-tal exx.; vaak ook in kleinere groepjes. De 3 inlandse zwaluwsoorten komen algemeen voor op de Hobokense Polder. De oeverzwaluw"(Fip2.ria riparia) broedt in een afgraving aan de rand van het te reserveren natuurgebied ( + 3-tal koppels). De hu i s zwa l uw (Delichon urbica) broedt tevens in de onrr,iddellijke omgeving en è.e boerezwaluw (Hirundo rustica) broedt jaarlijks in een hoeve grenzend aan de Polder. In de zomerperiode kunnen deze vogels in aanzienlijke aantallen (soms tot enkele 100- en), jagend achter insekten, waargenomen worden. In '77 was er een slaapplaats van een 2O-tal boerezwaluwen vastgesteld in eer.. rietvelè.je nabij het Broekskot. Oeverpieper (Anthus spinoletta (petrosus-groep)) Tijdens de wintermaanden steeds waarr-eembaar in de buurt van de plassen of op de Sch el dedi jk . Bij vorstinvalIer- soms zeer talrijk vertegenwoordigd. Grauwe klauwier (LaniuB collurio) Vroeger een algemene verschijning, nu echter zeer zeldzaam (eind SO-er jaren broedden er nog 3 koppels op Fort 8 te Hoboken). 1 recente waarneming op Hobokense Polder : 1 ex. op 01 /05/77 (L. Wi jns).

I


- 57 -

Klapekster (Lar-ius exc~bitor) Haast geen gesprek over de Eobokense Polder gaat voorbij of er wordt over deze zeldzame k l auiri e r gerept. Ook al takel t men het gebied langzaam af, tO-ch Ke6 t de klapeks tel' zich als bz-o e dvo ge L te handhaven. Tere cl: t wo r d t de z,e rut je s tu euz.e vogel door de 'derké,'Toep als zinnebeeld van de polder beschouwd. De k lapekster komt het hele jaar door voor op de Hobokense Polder. Hij is wel vrij schuw, zodat hij vaák ê-án het oog ontsnapt. De nestbouv vangt zeer vroeg aan. Hij nes tel t bij voorkeur op plaatsen waar hij een goed overzictt heeft over zijn jachtgebied. In cie Hobokense Polder' maakte hij ieder jaar o pni.euu een nieuw nest en dit telkens op verschillencie plaatsen. (Hij broedde reeds in het populierenbos en in eer- wilg op de dijk) In het vroege voorjaar is het mannetje zeer luiciruchtig, zo heb ik op 24/02/74 een ex. s~hreeuwend en fluitend aangetroffen in de top van een Canadapopulier. Tijdens de broedtijd houdt de klapekster zich zeer stil. Pas als de jongen het nest hebben verlaten, kan je de voeels goed observeren. Zo werder: in '75 (eine: ~uni) een 3-tal jongen.waarger.olllen : deze warer. heleu:aal niet s chuv , stoeiden wat in enkele wil ges truiken en werden nog gevoed door de oudervogels. Naarmate ze volgroeiden, we~den ze veel schuwer. In tegenstelling tot wat vogelgidsen beweren, heb ik de klapekster slechts enk eLe keren zien "b i dden ", Vaker tref je1m aan in een boomtop, waar hij de omgeving bespiedt. Als jachttechniek onderbreekt hij meestal zijn golvene:e vlucht, om zich op een prooi te storten. Zijn voedsel bestaat uit ffiuizer: , amphibieën en kleinere vogels (eens zag ik een kJapekster een s pr-eeuv s l a an ) . ' Ook in de winterperiode is hij re5~lmatig in de Hobokense Polder te gast. Hij heeft eer. groo~ territorium, dat zich waarSChijnliJK uitstrekt tot op de linker Schelde-oever. In '78 heeft de klapekster waarsctijnlijk in de omgeving van de polder gebroed (Linkeroever ?). Interessante ringgegevens : volgroeid ex. Ln '70 vo:wassen ex. in juni '74 2 volgroeide juveniele ex~. in de zomermaanden 177 + 1 kontrolevangst in de winter van datzelfde jaar. Wie:ewaal (Oriolus oriolus) Jaarlijks 1 broedkoppel in het populierenbos. Ringvangsten '76 : 2 eJ:X. : 1 juveniel en 1 volwassen ex. Cetti1s zanger (Cettia cetti) Samen met de Lac~tegaal maakt hij deel uit van het symphonische p~relstuk van de Hobokense Polder. Hij werd voor 't eerst in Hoboken gesignaleerd en geringd in '74. In 175 werd het aántal broedvogels geschat op 3 koppels. Ook in '78 werden 3 koppels vastgesteld. Bet groot aantal ringv~ngsten (10 in '77 en 15 in '78) ondersctrijft zijn algemene aanwezigheid. Vermoedelijk overwintert hij, althans in milde winters; eind december 175 werd hij gehoor~ aan de Violiergracht.


- 58 Snor ( Locustella lusc~ni o ide s ) Tot en met '77 brc e dde er Î kopp el (t evens In '7 8 niet vas t ge s t e L d,

3 r inevarLgs t er- dat jaar) .

S p rir~~haan rie tzange r (L ocu s te lla nae via ) 1 wa arschijnli jk broe dge va l in ' 77.

Ieder jaar waarneembaa r op trek . Rie tz anger (Ac::'oc e-pr..alus s cto anobaenus ) n i et zo a lgemeen dan we l wo rd t a a n geno men, 2-tal broe dgeval leD. In 177 : 12 r ir:6v an gs i.er.., i n '7 8 : 11.

Ja-é:.Tl ijl':s z ijn er een

Bosrie tzan ger ( Acr~ ce pr..alus palus t r is ) Algemene b r oe dvo ge l. De è.ich t e oever- en broekbo s vegetatie bie dt b lijkba ar een ge s chikte ne s te l plaa t su De 243 rin 6~éngste n en het groo~ aan t al kontrole vángs ten in '77 leve ren een ontegensprekeli jk be ~ ij s van z ij n t a lri jke a anwez i gh ei~ . Kleine ka =ek i et ( Acroce ph alu 8 s ci r pa ceus ) Evenee ns alge~ e e n , doch n i e t z o talrijk ~ls de b os r i e tz ange r . Nestel t bijna u its l u i t en d in r i etvegetati e . Het aantal r i n gvang s t en voo r '77 i s 131. Gr ot e karekiet (Ac r o cephal us arundina c eu s) Geen 'b ro e dvogeI ~ he ei"t be ho e f te aan u i t ge s trekte rie tvel den. 2-tal wa aE~e ffiin ge n : Cî/05/77 1 zangpos t ach ter rt Br oeksk o to 19/07 / 78 ~ Î zan gpo s taan h e t .3 a r be rve n. Grau we vl ie ~e ~~ ger (Mus ci capa str iat a ) 1 broedkGppe l i n % 77 i n het popul i er enbos . Doo r het plaat sen v an halfope n ne s t kas t j es he pe r; ,·;e her.: vo l gend. j e.ar terug b ij de broe dvo gel s te rr:.ogen re ke nen. Tapuit (Cenan t ne oenanthe) 1 broe dge va l in '71; broe dd.e in e en op ge stor7,e st e e~~a ss a . Overigens al gemen a d.o o r t rek~ e r bu i ten het broe dsei zoen. Pa a pje (S axi col a r~be t ra) Vroe ger ee~ algemene ë r oeQvogel . In '73 broedde er no g 1 koppel op een we idere s tan t a a n de S c~e l de d i jk . Di t, t e rre i n i s ondertus sen ook reeds opg er..oogd en doet nu dienst al s in d.us triepark. J a a r l i jks wo rden nog wel er~ele door t r ekken de paapjes waa r ge n omen . Bl au wbo r s t (CJanosyl via sve cica) Weero ffi zo ' n ker~erk8nde soor t v oor de Eoboke r-se Polder . Dit jaa r werden op h et te klas seren gebi ed 9 koppels opgetekend. Enkele jaren terug werd hun a antal geschat op een 15-tal koppels. In '77 wer den 66 exx. ge r i ngd , in '78 : 68 exx. Rier z i jn veel broedvo gel s er- jongen bij (grootgebracht op de Hobokense Polder), maar ook eeh aanzi enli ~c aantal doortrekkers Q N&cht ega a l (Lu s c i n i a me garhyncho s) De z e bri ljante zanger broedt in de verwilderde boomgaard, waar hij een zeer ver bor gen bestaan lei dt. J a a r lijks broeden er 3 tot 4 koppels. Regel matig ringv nn gs ten.


I

- 59 -

Bef] i js ter (Tu r-dus toro.ua tus) Scha.ar s e doortrekker, 2;0\1e1 VOOl'- als na jaa r29/04/73 1 manne H jk ex. op de Graspolder.

07/10/76

1

vr ci.w t je '.-n.:-:r.;c:enomer:..

Baardmannetje (Panuruรถ biรถmicus) In het najaar van '75 verbleven een 3O-tQl exx. gedurende enkele rr.aanden op de Hobokense Pclde~. De baardmannetjes vlogen oceestal in kompakte groep var. struik naar struik en Li e t er, zich ui t.errna te dicht bena.de rer.. Boowklever (Sitta e~ropaea) Winter '77-'78 : 1 ex. in ;;;eselsche.p van mezen (L. Wij"s). Boo~kruiper

(Certhia brachidactyla) 1 waarschijnlijk broedgeval in '77, 2 juv. exx.

~erden

geriLgd.

Barmsijs (Carduelis flammea) Re5~lmatige wintergast, zeer veel ringvangsten in de winterperiode , 7 2- '73 (67 ezxv l l ) Ortolaan (Emberiza hortul~~a) 1 voorjaarswaarnerr.ing '74 (zangpost) (A. Durinck).


- 60 -

RINGGEGEVENS Voornamelijk de 2 laatste jarer, we rd op de Hobokense Po1der inte"sief ge r-i ngd, Ook in de pe r Lo de do.arvoor hield men zich bezig met ringwerk, zij het niet zo regelmatig. De werkgroep (nr. 41, geleid door Dhr. L. Wi jns) maakt in hoofdzaak gebruik van mistnetten. Deze zwarte nylonnetten worden te ger, een dorJkere achtergrond geplaatst (struiken), er s t e e ds voor zorgend dat er voor de netter, een vluchtruimte voo rhander. is (meestal een weg). De argeloos laag over-vliegende vogels worden in hun vlucht gestuit en "verstrikken' zich zelf ir, de netten. Met deze methode worden voornameli jk de kleine zangvogels (insekteneters) gevangen (in het voorjaar en de zomerperiode). Slagnetten worden meestal in de winterperiode toegepaet, dit voornamelijk voor de vangst van zaadeters (Diste1vink, Kneu) en lijsterachtigen (Koperwiek, ..• ). Hierbij worden lokvogels gebruikt om de overvliegende vogels aan te lokken. De Werkgroep maakte in '77-'78 bijna uitsluitend gebruik van mistnetten. Deze methode is zeer veilig voor de vogels en is voor de soudie van de avifauna in de Hobokense Polder zeer interessant. Om de verschillende soorten te lokken, wordt ond.er de netten een casetterekorder geplaatst; vele soorten (vrijwel alle rietzangers, mezen, ••• ) reageren positief op de hierdoor voortgebrachte vogelgeluiden. De ringaktivi tei ten zijn beperkt tot het weekend, alleen in de zome r-e maanden komen er nog erJkele dager. surplus bij. Het weer is ook een beperkende faktor: bij regen verplaatsen de vogels zich niet, en als er veel wind is, zijn de ringresultaten beduidend lager : de wiegende netten worden door de vogels gemaY~elijker opgemerkt. Tijdens het broeoseizoen zelf wordt er niet geringd. : storing van de broedvogels !! Gewoonlijk ,wrdt er per jaar ongeveer 40 maal geringd. De netten worden opgesteld ong. 1 uur v66r zonsopkomst en tegen de middag wordt er opgebroken. De meeste zangvogels worden gevangen van zonsopkomst tot ong. 2 uur erna (vb. bosrietzanger, tuinfluiter, ••• ). Mezen daarentegen zijn meestal later aktief (tegen de middaguren). De voordelen van het ringwerk zijn veler1ei Je leert de vogels van dichtbij kennen, tevens krijg je een beter inzioht in de vogeltrek (periode, aantal, ••• ). Er zijn zo Voor bepaalde soorten "pieken" waarneembaar, Waar een massale doortrek is vast te stellen. Zo werden op 1 morgen in juli '78, 56 tuinfluiters geringd Spreekt tot de verbeelding, niet••• ? Voor de najaarstrek werd vastgesteld dat het grootste aantal fitissen doortrekt van midden tot eind juli, om dan snel af te-nemen. Eind augustus zijn de meeste fitissen reeds vertrokken. De tjiftjaf begint ook weg te trekken vanaf midden juli, doet die trek gaat door tot ver in september, niet zelden worden in oktober en zelfs in november nog tjiftjaffen waargenomen. Ook het aantal doortrekkers schommelt van jaar tot jaar, cfr. tabel.


-

61 -

Enkele soorten met het aantal geringde exx. Soort Cetti' s zanger Snor Rietzanger

'77

'78

10

15

3 11

10

Bosrietzanger

239

175

Kleine karekiet

131

107

12

8

162

161

Zwartkop

60

186

Grasmus

51

17

Braamsluiper

15

36

130

97 206

Blauwborst

53 66

Nachtegaal

2

7

MG.tkopmees

6

14

Pimpelmees

22

53

Kö o Lrnee s

15

56

Spotvogel Tuinflui ter

Fitis Tjiftjaf

Cek r-aagde r oo ds t.ac.r-t

68

5

Zo waren er in '77 veel grasmussen, bosrietzangers en klein karekieten op doortrek. Voor '78 ligt hun ac~tal opmerkelijk lager, Ret tegenges telde kar. geeegd vorder, van tji ftjaf, zwar-tkop : zij waren in '7& zeer talrijk. Uit de opgegeven tabel voor insekteneters een plaats vormt. (Bij de vogels, nl. vogels die

kG.r. je reeds afleiden dat de Hobokense Polder zeer voornaam, waarschijnlijk or~isbare pleistercijfers zit ook een percentage plaatselijke er gebroed hebben of grootgebracht zijn.)

De regelmatige terugvangsten over verscheidene jaren, van wegtrekkende soorten als blauwborst, fitis, ••• bewijzen de trouw aan het broedgebied. Zo werden '78, 6 blauwborsten teruggevanger., die in '77 op de Hobokense Polder geringd werden. Gemiddeld worden er per jaar zo'n 1.500 vogels op de Polder geringd. Ieder jaar worden ook zeer interessante vangsten gedaan zoals in '77 : barmsijs (1), ijsvogel (1), klapekster (2). '78 : koekoek (1), ijsvogel (2), ransuil (3), watersnip (2), oeverloper (1), fluiter (1), sperwer (1), zwarte mees (2).


- 62 -

••

AMFIBIEEN EN REPTIELEN Inleiding Het spreekt vanzelf dat een 5root aantal wáter~artijeu als in de H.P. voorhanden zijn, een rijke herpeto-fauna belooft. Tot op de dag van vandaag is dit inderdaad ook zo, hoewel nooit zeldzaamheden zijn aangetroffen. De &.antallen echter waarmee de "gewone" soo rt.e n vertegenwoordigd zijn, zijn werkelijk soms zeer groot te noemen. Ta,ch was ook de riJKdom op dit vlak vroeger groter. Toen de Graspolder platgewalst werd, en de grachten aan de dijk werden afgegraV3n, kreeg de wereld van amfibieën en reptielen in de polder een flinke klap. Waargenomen

soorte~

1. Groene kikker (Rana esculanta) Deze soort is neg steeds zeer talrijk. Men behoeft maar een warme zomeravond rustig aan de rand van een ven te zitten, om het oorve z-dcvend , maar en i g mooie "kvaak vccnce r t te genieten. Is over heel de polder verspreid. 2. Bruine kikker (Rana temporaria) Om onbekende redenen, veel minder alee~ee~ dan de vorige. Waarschijnlijk door een gebrek aar. het voorkeurstiotoop, nl. vochtige graslanden. '/a&.r de vorige soort ze Lderi meer dan enkele meters van het 'Na ter verwi jderd zit, 1even deze d i e r-er, s or.s een fl ink eind van de oever we g,

3. Gewone pad (Buio buio) Sporadische "aarneminb~n wijzen op de aan\oie2igb-eid van dit overigens zeer dagschuwe dier. 4. Kleine watersalamander (Triturus vulgaris) Zeer talrijk aanwezig in de waterpartijen (vnl. de Violiergracht). In de nazcmer kan men op deze plaatsen massale aantallen larven aantreffen. Vooral deze seLamande r-eoo r-t handhaaft zich zeer goed in de Polder.

5. Alpenwatersalamander (Triturus alpestris) Deze was vroeger zeer algemeen, nu echter minder' en wel om voornamelijk twee redenen : Het verdwijnen en vervuilen van de pla&.tsen waar ze zeer veelvuldig voorkwamen (grachten aan de dijk en naast het Br-oek sko t J; Een Hobokense dierenhandelaar biedt aan kinderen kleine bejragen voor het vangen van deze dieren in de Polder. Op sommige dagen werden tientallen tot honderden dieren weggevoerd. Dit is uiteraard een zeer zware druk op een populatie. 6. Levendbarende hagedis (Lacerta vivipara) Zeer algemeen op de drogere stukken (tegen de spoorweg, langs wegkanten). Op zor~ige dagen kan men ze soms met verscheidene tegelijk op een steen aantreffen.


- 63 -

INSEKTEN LIBELLEN Inleiding Gegevens over Odonata in de polder werden voornamelijk tijdens twee perioden verzameld I rond 1960 door de Heer Ludo Peeters, m.a.w. in de glorietijd van de polder. Uit deze periode zijn enkel gegevens over Anieoptera bekend. Vijftien jaar later namelijk, vanaf 1975 tot op het huidig moment, werd voornameliJK door mezelf intensiever naar libellen gezocht, gegevens over deze laatste periode vindt men in tabel 1. Beep~eking

van de

w~argenomen

soorten

A. Zygoptera 1. Sympecma fusca (winterjuffer) De enige waarneming op 17.09. 78 betreft een mumetje , gevangen

in de boomgaard. 3. fusca komt slechts plaatselijk voor, en meestal met niet veel individuen tegelijk. Dat deze soort pas dit jaar werd gevangen, wil dus geenszins zeggen dat ze de vorige jaren ontbrak. 2. Lestes vire4s Slechts 1 waarneming, uit 1977. Het betreft een mannetje, gevangen tussen Barberven er. Broekskot. De soort wordt in België slechts lokaal aangetroffen. L. virens prefereert doorgaans laagveenplassen en dichtbegroeide ver~en. 3. Lestes viridis De soort komt in kleine aantallen voor, tot talrijk in de boomgaard, verspreid door het gehele gebied, maar steede aan water met overhangend struikgewae. Dit hangt samen met de afwiJKende levenswijze van de soort. L. viridie legt namelijk de eitjes buiten het water, in over het water hangende struiken en bomen. Bij het uitsluipen vallen de zgn. "pronymfen" in het water en vervellen daar tot larf, waarna de cyclus een gewoon verloop kent. Waarnemingen uitsluitend vanaf augustue.

4. Lestes sponsa Op het moment ('78) één van de algemeenste libellensoorten van de polder. Een populatieechatting met behulp van de capture-recapture methode, begin augus~s '78, gaf op een vrij willekeurig gekozen oppervlak van 25 m (begroeiing hoofdzakelijk grassen met een hoogte kleiner dan 1 m) een 390-tal dieren.


- 64 -

Gegevens van di t Onè.er::.o; 0 ek wo r-den ook ge t ru ik t in ve r-band me t een ecologische en e tho Lo g i s crie s tu d.Le Y2.r: de seort in d.e po Lde r , In tabel 1 is ook duideli ~k te ziel". dat L. s,.ons2. in '75 talrijk voorkwam, in '7ó veel mi n-te r (slectd,s 1 e xen.pl ae.r 0]: 9 ekskursies), terwijl de aar~t~llen weer steseD in '77 en '78v Deze daling in '7ó is onget~ijfeli te wijten n~n de grote droogte

in dat jaar, welke trouwens invloed had op juffersoort.

he~

voorkomen van elke e i.nd '76 ve r-dverien !

iró.ktisch al net o j.er; h"ater 'Na:

5. Erythror;:.rJla "Virid1.:.lum (roodoogjuffer-) Dit is verre:-:eg ':!el de zelJzaarr:ste ju:feI' tot ru e r tc e in de polder Het betreft twee vclle~ig uitgekleurde m~nnetjes,

gev~ngen.

beide waargenomen m de loop van augus tus '78 en op eer; afs tar:d van dewaterkant. Normaal prefereert de socrt grote stilstaande vennen en plassen, voornamelijk deze welke bedekt zijn met drijvende bladeren van waterplanten. In de omgeving van het Antwerpse vond ik enkele grote populaties, zodat het niet uitgesloten is tat uitbreiding van het aantal in polder in de toekomst optreedt. 6. Enaliagma cyathigerum Ook deze soort blijkt zeer i TfiaEr ze in 175 ru e t er: in '7f. iTl d u

d e

in t eze!::pl2.ar

L i j k

Î

a a r .

a

I

v o o

~.,erd

i t te gaan. vaar-genomen , r u

kwam ze in '77 gedurende de hele vliegtijd algemeen voor. Ook in '78 werden ver-sc ri Ll er.de exemplaren waargenomer!o Normaal een uitgesr~oken heidelibel(zandgro~d en laagveen), daarom zullen waarschijnlijk nooit massaal grote populaties voorkoDen, temeer da~r ze door de volgende soort zal verdrongen worden. 7. Ischnura elegans De over het gehele 12-nd nee s t verspreide ;;a ter juffer is ook in de polder uitgesproken massasl vertegenwoordigd. Een populatieschatting op deze soort "erd nog niet uitgevoerd, maar ik vermoed dat zij gelijklopenè zal zijn met L. sponsa. Wel dienden de beide soorten op verschillende plaatsen gezocht te worden I Ischnura prefereert duideli jk lage 'oevervegeta tie en dit ten allen tijde. L. sponsa daarentegen pendelt: bij zOl"~ig weer vindt men ze in grote aantallen in pitrusvelden, zeggenpollen, .•• ; bij slecht weer, overtrokken of regen hangen ze verdoken aan grasstengels, een flink stuk van de waterkant verwijderd. Hier dieper op ingaan zou ons echter te ver leiden.

8. Coenagrion puella Enkele vangsten tijdens de zomer '78. De beste periode voor deze en volgende soort is mei-juni. Precies dan blijft er weinig tijd voor onderzoek, zodat goede gegevens ontbreken. WaarschijnliJK verspreid voorkomend.


- 65 -

9. Coenagrion pulchellum Slechts 1 wijfje aan de Muisgracht, juli Zie opmerking bij vorige soort.

, -;.-

.

B. Anisoptera

10. Anax imperator (keizerslibel) Deze prachtige libel was dit jaar zeer â‚Źos~ 7srtegenwoordigd in de polder. Omdat in de tabel enkele vangste~ genotes~~ .orden en alle Aeschnidae, door hun eno rme vliegbehendi;':.s:':', tot de moeilijkst te vangen insekten behoren, geeft dit ges~ ~ed beeld van de voorkomende aantallen. Beter is een dergelijke waarneming I op 1 dag in augustus '78 werden volgende :e~=itoria (door manne~jes) aangetroffen I Barberven 3, Broe~2~c" min. 5, Muisgracht 1, Reigershoek min. 2. Andere plaatsen werden toen niet bezocht. A. imperator is in de vlucht goed van andsrs ~eschnidae te herkennen door het iets naar beneden geboge~ abdomen.

11. Aeschna cyanea (blauwe glazenm2ker) De meest algemene Aeschna in de polder. Vanaf begin augustus tot SomS eind oktobe~ ~cmen steeds enkele exemplaren voor. Op 10/09/78 werden een groot aantal exe~pl~rs~ (verschillende tientallen) gezien in de boomgaard. Ook na~rgenomen in 1960. In vergelijking met de waarnemingen uit 7oo~gaande jaren liJKt de soort vooruit te gaan. Q:e.~e_r.!<.?-!:[_I

Hardnekkige geruchten doen de ronde als ZOu i~ de polder Aeschna viridis, de groene glazenmaker voorkomen. 3ij mijn weten is er echter nooit een te aanvaarden waarneming g9weest.

Uit eigen

ervaring is het duidelijk dat het waarschi~~ijk steeds wijfjes zijn geweest van A. cyanea, meestal ook yollsdig groen in voorkomen betreft. Bovendien zijn opgegeven kenmerken als T-vlak van het voorhoofd en dikte van de tho razna den ook vrij variabel. Het voorkomen van de soort is des te meer onwaarschijnliJK, daar er in de polder nooit krabbenscheer (Stratiodes aloides) werd gemeld, waar A. vi ri dis ecologisch zeer sterk aan gebonden blijkt.

12. Aeschna juncea De soort komt voo rnamel Jk voor aan plassen en in veengebieden in bergs treken. Alle waarnemingen in de polder gebeurden in het najaar van '76 tussen de Leigracht en de spoorwegbrug, m.a.w. op een zekere afstand van het open water en in de boomgaard. Voordien en na '76 geen waarnemingen. ĂĄ


1

- 66 -

î• ,

I

\

13. Aeschna mixta (kleine gla3enmaker) Waargenomen in '60 rond Fort VIII en via migraties ook in de polder. Waar ui t de jaren r 76 en r 77 slechts weinig waarnemingen en var.

telke~s

geringe

aar~talle~ beken~

zijn, was de

soort werkelijk talrijk te noemeL in '78, voornamelijk tijdens de maanden

septe~ber

en oktober.

~e

meeste waarnemingen ge-

beurden tegen ie late n~iid~g en praktisch steeds op zandwegen. Zij vliegen zelden alleen. Niettegens taande het eigenl i jke "vade r-Land" Zuid-Europa is, kent de soort o ok in onze streken een algemene verspreiding.

14. Aeschna iscsceles (voorjaarsglazenmaker) Waargenomen op 20/04/64 door Ludo Peeters. Later is deze zeer zeldzarr,e Aeschr.a niet meer gevangen. Vermoedelijk be,rof het een migrant. 15. Aeschnagrandis (bruine glazenmaker) Waargenomen op 26/06/65. Door de sterk gebruinde vleugels goed ~erkenbaar. Ook vermoedelijk waargenomen op 21/08/76. Vooraleer er echter aan ged~cht kon worden bern te vangen, verdween het dier pijlsr"el tot op ca , 100 m hoogte. A. graniis heeft geen speci~al voorkeursbiotoop. 16. Cordulia aenea De enige waarneffiing dateert van 01/05/59. De soort komt in ons land vooral vaar in de Ardennen op vijvers en laagveen. fuogelijkerwijs "as zij vroeger algemeen. 17. Libellula depressa (platbuik) Waarneming op 30/05/59, later niet meer aangetroffen. Prefereert zandgrond. In ons land ook voornamelijk algemeen in de Ardennen. 18. Libellula ~uadrimaculata (viervlek) Dit is wel de best gekende libel, dae.r ZlJ s orn s in massale aantallen trekt, zij vormen dan de beroemde libellenzwermen. Meikelijk herkenbaar aan de vier bruine vlekjes op de nodus van de vleugel (niet te verwarren met het pterostigma, dat alle libellen uitgezonderd Calopteryx bebben). Soms zeer talrijk in het voorjaar in zandstreken (heide, ••• ). In de polder naai t talrijk aanwezig. Ook in '60 gevonden. 19. Orthetrum cancellatum Algemeen in Waargenomen Deze schuwe is algemeen

de polder op 05/07/59 en in '76 en '77 en '78. soort geeft de voorkeur aan open plassen en meren; in ons land.


.. - bi -

20. Sympetrum sanguineum Vol gens... LTlè"'TTHCJ' (,.,",:,' ". 0 " ' 'ie~~ s o o rt ..•. _"'-"J. __ . t\.. ,I_-'):\ c:.. ,.....rvan de mann e t je s prachtig bloed.rooà. geklel,,;.rd. c i jn , vaak 2·"ti.".sn voor ~et de volgende, l..~

'-'~

.!.. ... ,

..

<Cl.

Echter in geringere m2te tegelijk, daar zij aeide voornamelijk plassen en grote moerassen verkiesen. In de polder is

-~ ..

sar:suinel..:..TIl s t.e ec.s veel

algemener gewees t dan

S. danae. Zij was Sém8n met 0. ~~l~atwL in 178 en ~aar8chijnlijk ook in 177 de mees L, 3.1 g8r::ene ,:-~, ll.pa t rum, Ook vaar genomen OF 08/08/59.

Iets kleiner en ::,.inà.er aan de aan.ze a i ghe i d van ·water gebonden dan

de vorige scort. Slecnts waargenowen, en dan nog telkens in kleine aantallen, vanaf augustus '78. I~ ons land ~ochtans een alge~ene soort te noemen, de dieren vlie€en soms in ~~ss~le aantalIer. bij heiplassen tijdens de ms.a.nden augustus en s e c temt e r,

22. Sympetrw.1 flaveolum Deze normaal typische heidelibelle~ zijn onmiskenbaar door de prachtige diepgele vlekken, welke beide geslachten op de vleugels hebben. Men kon de soort vinden in '75 en '76 en dan in massale hoeveelheden. Het viel tijdens de droogteperioden van '76 zeer duidelijk op dat ~ij in hur, aktiviteit veel minder dan andere soorten afhankelijk zijn van de direkte nabijheid van open water. LIEFTINCK (15'26) schrijft: " ••• Vri j algemeen in moerassen • ••• In sommige jaren ook gewoon in laagveen en kleigebied." '75 en '76 warer. zulke jaren. In '77 en '78 werd de soort ni&t meer

23.

geva~gen.

Het waarom

hierv~~

is niet duideliJK.

S~petTUEI vulg~tum

De in ons land

~lg~~eeL8te S:~petrum

is ook in de polder zeer

talrijk en steeds aanwezig. OOK in 1960 \1aargenomen. Behalve aan het e i nc, van ie v l i e g t i jd , ',laa!.' zij ook op zandwegen en dergelijk toeft, vaek in het gezelschap van de volgende soort, is zij vrij sterk gebonden aan stilstaand open water. Verder heeft zij geen ecologische voorke~r.

24. Sympetrum striols.turr Deze libel liJKt uiterlijk zeer sterk op de vorige, zij is echter veel minder gebonden aan de nabijheid van open water. Waargenomen in '77 (Verlinden). In '78 als zeer algemene soort in de polder gevonden.

Beslui t Het overzicht dat we nu van de libellenstand in de polder hebben, is wel vrij volledig te noemen. Uiteraard is verder onderzoek geboden, daar evolutie in de populaties zeer waarschijnlijk is.


.. - 68 -

Hoe ve L het aantal van 24 soorten n i e t k l e i n is, L.l jk t r,e t toch voornamelijk door de mc a s e Le ae n t a Li er, van de rnee c t.e .so o r t.en , dat de Polder zo \{aardevol is op hel ge1ied v~n OQOnรกt~. De grote verscheidenheid van lJiotopen (op",.. k Le i.ve nner, , be ga-oe i de moerassen, broekbossen, grachten, ... ) la~t de ;e riJKrlom toe. รก


IJAI'r~

I I

:300H'J'EH

.'" . . . . .") .'"er, ." . . .'" . . '". 'I' . ---> ---> ---> ---> 0 O:J

I

Le e tes vi rens

I

Lestes viridis Lestes sponsa

I

f\) f\)

0

~

<

0

0

0

rt-;

o-;

0

0

0">

0

'"

o-:

o-;

o-;

~

en

0

0

0

_I

-1

'[j

.-.J

\J)

Sympecma fusca

~

f\)

o-;

a'

- • --->. . . . . --->. . . . .. • -.. . . .0 . --->. . . . • • • . . • ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> ---> --->

'" .,0 ' '-"' •

~

0

---> 0\

0

o-,

<'

0 CO

--->

'-"' ~

<

0

0

0 O:J

--->

~

'0

f\) f\)

0

O:J

0

G'

0 O:J

0'.

--->

0

f\)

O:J

0

0 O:J

O:J

O:J

.p..

0 O:J 0>

0

0

0">

0 O:J

O:J

x

m

-I

·1

X

,

m w

m

j

m

+

4

+

m w

4

x

2

m

x

?

<.[,

--->

0>

0

•0

-•

--->

f\)

0

•0

. --->. --->.

'0

--->

O:J

0 'D

'D

O:J

O:J

+

+

+

+

x

m G

u

x

x

+

x

T

m

m

2

1

2

x

3

'D

x

x

x

2

m

x

w x x

3 m x w

2

,

3

w

3

x

2

2

2

Sympetrum danae x

m

?

?

rrr

Orthetrum cancellatum

m

m

m

"

I o-;

2 T

Aeschna mixta Libellula quadrimaculata

1

m m

m

x

Aeschna juncea

m

m 2

w

m

\ol

w

2

Sympetrum striolatum I

O:J

0

~

"

Anax imperator

TAllEL

+

2 -t-

Coenagrion pulchellurn

Sympetrum vulgaturn

O:J

0 Cl:'

e

w m

m

puella

Sympetrum flaveolurn

O:J

0 O:J

0 \J)

m m

m

Ischnura elegans

Sympetrum aangu Lneum

O:J

0 O:J

'-"' e

rrr

Enallagrna cyathigerum

Aeschna cyane a

0>

0 01

f\)

~

0

m

Erythromma vi ridulum

Co~nagrion

0 CO

0 'D

waarnemingen (vangsten) Odona tu in de Ho bok cnae Polder In) - 1978 , ~ zeer talrijk x ~ algemeen waargenomen 2 = 2 exx' en waargenOillen (",,,,vangen)

x x

2

m 2

2

'"

11

m

w

x

\ol

'"

..

I<

m

T

\ol

'I' ' : : LarHleul '!

m

G

:=

w

m

m

x

g]jmmer

geel . 100 ~!~, :-,ckGl'JJeid

2


- 70 -

WATERWANTSEN Inleiding In de loop van he t jaar 1977 werd door L. VERLINDEJ: er, in 1978 door K. MARTENS in vier van ie voo rrio an " te wa te r-j.ar t i jen na"-r waterwan tsen gezoeh t , :'ijdens deze we1n1g diepgaande s tu d i e werden eer; 1'+-tal s t a Ler. , ger-om.en op ve r-s cn i Ll ende da t a , onde r-co cn t , 'lolgende verdeling werĂ . bekomen

augus tus

I

77

14.09.77 18.03.78 31.03.78 23.04.78 07.05.78 02.08.78 04.08.78 10.09.78

1

algelreen algemeen algemeen Barberven Violiergraeh t Ruiterplas algemeen narberven Rui terplas

Br-o ek sko t I Br-o ek sk o t

Violiergracr. t 3arberven VioliergTaeht Er werden 16 soorten wa t.e r-wan t.s e n er. 2 so o r te r, o ppe r-v l ak t evar; t s er, 5'e...,-or;.den. In 1978 weraer. ech ter geen oppervlak t ewan wen or.ce r z ocn t , z o aa t vooral van deze laatste groep zeker nog ne e I wa t meer soorten moeten aanwezig zijn.

Bespreking van de

waar~enomen

soorten

1. Gerris odontogaster Eer. niet zo algemene soort in ons land. Waargenomen in 1977. 2. Gerris argen t.:c tus Vrij algemeen op kleine, eutrofe wateren. Waarneming op 14/09/77.

3. Ilyocoris cimicoides (platte waterwants) In ons land algemeen op plaatsen met dichte plantengroei. Twee waarnemingen, telkens uit het Broekskot I op 04/08/78 een nyrnf en op 10/09/78 1 volwassen mannetje. 4. Nepa rubra (waterschorpioen) Alle waarnemingen van vroegere datum (o.a. 1976) uit het Broekskot.


- Î1 -

:). ~,lo"torJ.ecta glauca ('oootsIÏl::.r-..ne-s,je) ~:L_rCeI"Ven

Gevangen in het pl ts aa

Zeer

mas s

a.Lgerae er; ,

in

bvt.,

10,/0;/78 gev-·.~l[er.

Op

er. ie '/iolier,zTaci:.:.t, op

je~e

':aG."ts-:e

aa.L,

Enk I 2.1geLeer.. te e

me s

in r..8

n o e r

e

n

t

o

ro

fe

ve

m

e

n

..

3::.:.l'Oe!'v8f: er, .~e-_ ~,roe::2~:o-:'.

t

in

v o

e . i u

e

cr.

La rrie ".; 2.teren

::'::.:::_::·c.:.e::-.•

7. :;0 tor.ec ta I:lacula ë" (bOLt boa t~;:_'mne tje) J..r.t-.{er~ er. VOI'!Tl.t e er; punt o p de N;·;-grerJ.3 v :.. r. net van deze no rnaa'l cu i ae H jk e soc r t ,

Bijgevolg niet Enige

ve=s:reii:..~.€"..::€·s·:.:..:..e:..

~lgeI:leen.

waa r n e r i ng

:

1

ms.nne

t

je

in het

Bar-be rven

o

p

02 i/Ot-;'7,s.

8.. C~.'1r.&. tia coleoptr:-~te=. (bréct~,' tere varrrl ) "daé.rger.omen

0;'

j·la2.rscl;.ijnlij~:

Oj/11/72

(2 [l.'ó:.!'_~et,jes) ir.. he t 3roek~kot. ;:,a: r il:. cor.e rt i jJ vaak over het hoofd. "·'--~". . ."c e . ".J.-_.~<;> . "r....on (l-'~../=- I,"",. ....,,...~

a~ger.,eer.,

z i . ~ c.'0 or c. 'e c-·eT'~·r·e oze ...,le. _.J.-.-c Al gec.ene water'..rar; ~s "': : i ~ voorkeur ie oren ;"a ter. y,

~.

Corixa

pu~ct~t~

liormaal e.l6'e::1eer. in z I einere eu trofe of 1 iel: Ln de polder ove ra I

7;

br-akke

'.~'e. :e:!:"e!'~.

tc,lri jk voorkomend.

10. Corixa panzeri

Bui ten de du i ns :reek enkel 10k3.,,-1 voorkomend. :n de polder eeL STate popu12tie in het Barberver., in ar-dere plassen en grachten nog niet

~evarigerL.

11. Callicorixa praeustra

In ons land algemeen. Schijnt instabiele (bvb. i'1isselenc.e va ter s tanc , ••. ) :":1ilieus te

prefererer•• Algemeen in de polder, voorn~"elijk Barberven en Violiergracht. Vooral deze eerste heeft inderda~d een zeer wisselend waterpeil, na de droge zomer van '76 was net zelfs volledig uitgedroogd. 12. Callicorixa producta

Deze soort wordt Vá~ met de voorgaar.de verwisseld, vandaar dat de waarneming van het wijfje in het Barberver. op 10/09/78 niet 100 % vast staat, doch wel zeer waarschijnlijk is. Heeft een zeer noordelijke ve rs pre i d àng (Noord-Europa, Siberië) en zou dus een zeldzame vangst betekenen.


- 72 -

13. Hesperocorixa

lip~ei

Zes r- algemeen bi j or s ,

In de polder overal talrijk aanvez i g,

14. Hesperocorixa sahlbergi Slechts 1 wijfje op 10.09.78 in de Violiergracht. De soort vermijdt brak water. 15. Sigara striata Normaal zeer algemeen in eutrofe waterer., weinig in zwak brak water. Algemeen en talrijk in de polder, voorna~elijk Barberven en Violiergrach t. 16. Sigara lateralis Ongeveer de algemeenste Sigara-soort in kleiige, tot licht brakke wateren met weipig plantengroei. Kan dan ui terst talrijk voorkanten. Vanga ten va, 2~/04/7j in de Rui t~rplas "aren inderdaad massaal te no emen : tot ca. 10'J individl1911 pez- vi e rkan te me ter werden op sornn Lge plaa -ts eri ge s cna t,

17. Sigara

3ta~1alis

Zou t:!linnel1de sco r t î:1 het bi::1n9:'l19.~:i enkel op ziltige p i aa t s en , Een ~an~etje in het Broekskot op 10/09/78. Dui de Li jk niet algemeen in de po Lder ,

13.

Sigar~ sernis~riata

Talrijk i:1 mes~~rofe V8rm8:J.. Waargenomen 14/09/77 en een mannetje ~ een wijfje op 20/09/78 L'1 de Vial er-gr-a ch t , á

(Samenva t tende -:'abel van de

~,.;aar!le:üngeil

zie 'ai jlage)

Ecologie van het Barbervan Naterwantsen Z1Jn ecol~gi3ch zeer sterk gebonden aan ae f'ys i s che kwaliteiten van het water. 0nier3taande t~bel geeft een opsomming van de gevangen soorten en hU:1

voo r-k eur-ab i.o toop

\T erklaring : 1 = oligotroof

2 3 ~

mesotroof ~ eutroof = zoet water

5

=

licht brak water

6 = bral< water 7 = sterk ontwikkelde plantengroei 3 = weinig ontwL<k. plantengroei


73-

soort

waargenomen op

31/3

N. viridis N. glauca N. mculata

02/8

10/9 x

x x

C. C. C. C.

punc ta ba panzeri praeustra. producta H. linnei S. striata S. lateralis

X

Jt

voorkeur3bi"toop 2

x ( x)

3

X

Jt

X

6

7

X

X X

~

X X

X

8

x ( x)

X

.x

Je

5

4

X

X

Jt

X

X

x

x

x

(x) x

We kunnen dus afleiden dat alle, vrij talrijk voorkomende soorten enigszins tot ste~k zoutminnend zijn en er voornamelijk een voorkeur voor eutroof wate::, bestaat. N. viridis vormt hierop een uitzondering, maar is dan ook niet algemeen in deze plas. 2 soorten verkiezen weiniff-begroeide delen. Het beeld dat we krijgen van het biotoop dat de soorten als groep prefereren (a. h, w. de kleins te gemene deler) komt inderiaad vr i. j goed overeen met de beschrijving van het Barberven zelf : enigs>lins brak water, begroeiing t.~eerlt enkel op aan de rand , een kleiige ondergrond. Besluit Nog veel onderzoek is vereist vooraleer we kunnen ~omen tot een vrij volledig 0 ver-c cu t van de voorkomende wantsen. Toch is het nu reerls zo nde r meer du i de l i jk , 113. t de vennen van de Hobokense PoLde r op het gebied van wate::,wantsen zeer Llteressant zijn á

en waarschi,jnlijk nog mooia waarne.nängen kunnen bieden.

N"Jol"cJrz. 8'/~vc.a.

(;oj

;>11.4;--

/I/. AI:•• e» • /91"1)

x


Q "

'-''' ~lh

~ll'> ~lh ~~ t~

I"

""

~""

~

Q

.)-

..... ~ ~.).

~

'::>

%~

.,.... ...

Cl>

!Cl

<0

...

<Cl

cQ

,

'"

~

- 74 -

'll>

'>.

~

~

'::.

......

x x.

'>.

~

...

CC>

x

cQ

x ~

.

~

~

':>

...• ""'Cl '::>

t>::

':> ':>

c:e CC> <0 l(

>< X

...•

~.

....

~

x

~

'\l

" "

ti '1~i~ ~·l

~~J~'

~

':>.'::>

cQ~Q4~~

':>. ~

...

I!I

x ::>

<t>CO<O

""

~"Î~

....

~

x

"'"

..... .....

.

....

" x x

X-

<,!'3

~~ ~

..

~

~

~ ~,:~ ~

~ .. ..... 'jl!~

H \!~ J~<1'~ <. -,":i ~. ~ ~~.~

~~ ~

...

')r.".Q~';:)'

t:l

1 II .~ ~ ) ~ ~ l/ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ E ~ ~ -è ~ ~ ~ t ~~ ~~ 1).,..qs ~1\5~~~~\tJj~ ~~~"",",J"

~ ~

llo, 4 .~" .::, '3~~l).,~~~~ v:l; l3

II

f

'"

~

..... ~

~

~

--l!

~ "

~ 'J....

~ ~

Ol

~" II~

;;; ~

I

-,

<,

~ ~

" ~

e"" i

'l'

"

~

~

~

~

~

1

~"1

~~

,t:....

i ....:::

~

"

1

.....

"

'/ ~

~

f

~

'"':I

~

~~

~

"

~

:t:

~

~

~ '<\

Q

~

"..

., <:l

~

~ " X

f


- 7') -

WATERKEVERS Inleiding In onde r-staande t eks 10 bespreken we waarnemingen van L. Pe e te es (1;160),

L. Verlinden (1977) en K. Martens (1978). Hoewel aoms op bepaalde plaatsen vrij g ro t e aan tallen kunnen voorkomen, zijn niet veel soorten gevangen: slechts 2端 van de meer dan 200, die bij ons kunnen voor<omen. Soortbespreking 1. Hygroba tar1a (slijkzwemmer)

Waargenomen in 1960, sindsdien nie~ meer. Herkenbaar o, a. aan het piepend eel'lid da t '103 kever k an voortbrengen, wanneer hij gevangen wordt. In stilstaand water met mOdderbodelils. 2. Coelambus ilnpressopunct'l.tus Waargenomen in 1977 en 1978 in de Violiergracht. Een algemene soort.

3. Hygro tus decor3. rus

1 mannetje op 10/09/78 in de VioliergL'ac ', t , Zeer kleine kever - tot 2,5 mm - die enk e I wordt in onze streken. Normaal voornamelijk in vennen.

~por",ll~c:,

waargellomen

4. Hygrotus inaequalis Vangsten u i t 1978 in het .droeb3kot en ie Jiolierg:-ac:,t. Het is een algemene soort, iets groter dan ie vor i ge ,

5.

Hydroporus palustris Uit het grote ge s l ach t :Iydroporus zijn in de poeier 2 vs r t a ..enwoordigers b~kend. H. palustris >lerd in 1977 gevangen en is een zee r- algemene soort.

6.

Hydropor~s

pubescens

Waarneming op 10/09/78 in de Violiergracht (determinatie: L. VerI inden). In onze streken een algemene soort.

7. Noterus clavicornie Waarneming in 1977 en massaal in het Broekskot op 10/09/78. Overigens een vrij algemene soort.


- 76 -

8. Noterus crassico:nis Waargeno~en op 14/09/77. o\T:~rige

Deze, zOI,·rel als -le

9.

A~abus

»cc r t ,

~e~bell

\'ieinig ecologische voorkeur.

bipusG~latus

Waargenomen in 1960 en in 1977. Nie: in 1978. Normaal zeer algemene ao or t in stilstaand of zwak stromend water. 10. Man tus no ta "bs }evangen in 1960, 1977 en in 1978 in het Barberven en de Violiergrach t. Nie~

zeldzame

11. Colymbetes

900~t.

fuSCllS

'n P~ge;nene soort, waar-genomen in 196û en in 1978 in de Rcliterplas. 'n ~looie, vri~ grote (1'1 mm) soort. 12. ~'tiscus marginalis (geelgecande watartor) De welbekende geelrand, een roo:fzuch Gige "reus" (35 mm), die telkens /leer een spek t.acuLa i r-e W9.ar!leu l!lg be teken t , Gekend l~i t 1960, naar nadien niet meer gevonden, Ov door i.Lá is (1838 vroager ~o algemene soort sterk achtera

,

v e

r v u

n g e n

u Lt gegaan.

13. G:crinus caspbs (schrijverke) 1 ~a~~etje op het ~roek3kot op 04/08/78. Mogelijk komen nog andere so~rtan voor. G. caspius is nie~ algemeen. 14. Hrdrous piceus (G~ote pi~zwarte water~o~)

Enkel gevangen in 1960. De soort is groot (38 mm) en voornamelijk plantenetend. Samen met de volgende SOOTt benore~ zij tot de kevérs, die er broedzorg op nahouden: zij spi:cnen een nestje voor de eiaren. (Synoniem: grote spinnende watertor.) 15. Hydrophilus caraboides (kleine p~~zwarte watertor) Eveneens enkel in 1960 gevangen. lS. Hydrobius fuscipes Algemene soort. Waarnemingen in 1977 en 1978 in de Violiergracht. 17. Enochrus testaceus Waarne~ing

Een

in 1977.

al~emene

soort.


- 77 -

18. Enochrus quadripunctatus Eveneens enkel waarnemlng8Jl uit 1)77. Deze soort is bij ons achter "~"elijk

1,.

zeldza~m

te ,.oeman.

Heloch!lres ObSCllruS Waarnemi·'1g in 1977, algemene soort.

20.

Helochare~

lividus

Evenals de vorige soort ankel in 1Tl'] waargeaome". de beide vorige worden door sommige au t eur-s als één soort beschouwd •

?E~e_r!:~n§_:

..

I

1


- 78 -

ZWEEFVLI EGEN Inleiding .j.fstematisch vindt deze bo e i ende falililie In p Laa t.e j e bij de orde van de 2-vleugeligen (Dipten'). Je kun t z e zo.a t o ver a l o.antreffen en ongetwijfeld heb je ze ree'i" .aarge110men op een natuur ...snde Li.ng of gewoon in een bloemrijke tuin. Binnen de familie vaI t <le verGclleidellhe i.d op van grootte, kleur en vorm. Zo bereiken onze grootste ~wevers een lichaamslengte van 1'7 mmi de tere .rJeoascia' s daar-en te gen behoren met hun 5-tal mm tot de benjamins. De Helophilussoor ten dvi ngen me t hun geelzwart gestreepte borst en hun markant vlekkenpatroon op ' t achterlijf bij iedereen bawonde r-t.ng ar. Hun felle kleurenpracht steekt af tege" de donkere, onopvallende Cheilos ia-soor ten. Tot de verbeelding sp re ek t de "elijkenis van de dicht behaarre Volucella bombjlanu met een hommelsoor t , De al gemene en plompgebouwde ErL3talis ce,1ax vo rd t doo r vrijwel " iedere leek voor ee:1 wilde "uij gehouden, en wordt terecht "alinüe bij" genoemd. Hoe groot de va r i a tie 'Jieme" de t'ars i l i e dan wel mag zijn, toch i::; het -r i mits determinatiekenmerken in acht te nerneu , een zllee~'vlieg bij eeh an.ie r-e f'a.ti l Le te p l a a t s an , Bij de r-d ld de :~'.feefvliegeI1 is het l ij: voorzien V3,l1 een f'r-aai wit, geel to t Oi"t:lje-roociaciltig vlekkenpatroon op ee" donkere achtergronl. Jlij -le o'.'''''i(;e" geeft .Ie ka r ak t e r i s t i ske vleugeladering en de typische, 3-le 1 l i ~G 'l!d,erulen uitsluiting var, even tue l e vergissingen. In de natuur ve ;.. r-aIe n .Ie ne e c t e ?weefvliegen hun eigs':.Llijke identiteit reeds door hun ui t z on de r Li jk .i i e r Lá jk vl Le gve rao ge.r, _ Het zijn grotendeels bedr-even vlieger':..;, d i e vaak blijven 'han5'en o«, ,l~n bij de minste bedreigin.g o runi.dd.e Ll Ljk .-l8 G t8 s ch i e t en , t . g e . s

m e

e

e

r - n e

v a n

L o

t . e n

e

n k e

a c n

t . e

l

e

r

l

"

Leverw ..... ijze Zweefvliegen 7.1Jn ui tr.;",;proken b Loer.be z oeke r-s , waar z e leve" van stuifmeel en nektar. Omdi t het c;ro", ,ler zweefvliegen over korte monddelen beschikt, zijn z e voor hU,1 voe dn e I aangewe z en op b t oeaen me t ondiep liggende honing (ucher-'«Jloe,;}llSe<1 bv.). Enkele soorten (.,,11. kleinere zoals Melanostolna en 1'1," t, cne i ruq ) ne bban zich gespecialiseerd op windbloeierG (graS3en; wee~)ree. Alleen soorte~ met een snuit (zeer opvallend bij Rhin,~a c~" entrls) vinden makkelijk hun gading op bloemen met dieperliggende honing lipbloemigen). Uitgezonderd enkele doorten wiens larven zich oat~ikkelen in bloembollen (de grote narcIsvlieg : Merodon equestris) zijn zweefvliegen indifferent tot nuttig te noemen.

I• i f

1 ,


I

- 79 -

Enkelen onder-acheá äen zich in

t voor- jaar als 5'oede bevruchters va.n onze fruitbomeu. Een overgroot deel van de zweefvliegen zijn bovendien in larves taiium felle b La d.Lu i s vez-de Lge r-s , (In de t'linbeu.... wordt mOl!:.8nteel onder:3ocht in hoeverre deze carnivore larven kunnen gebruikt ~/[orian hij b i oLo gd s che en geïntegreerde bestrijdangsne tho den om een even tue Le bl ad lu i ae np l aag beneden de schade:109

lijk:"eidsdrem-;>el te houden!) bd..ere Lar-va Le

- in stengels in vermolmd

0;'1 ~~iikk.elingss

doie plan t en of in paddes toelen. of rottend hout.

'1321

in ui tvJoeien1 .sap onde~

tadia. zi jn eveneeris '"as tge;;;; tel d

V3.n

z i.ek e bomen;

water: - zuurstof via ademhalingsb~is batrekkend (kunnen zich alzo ook handhaven in sterk vervuild water).

z~urstof via ~oringen in waterplanten. in mest of rottende plantenmassa's.

Va:l enk91e soorten is nog niet exact geifeten op welke

w~Jze

ze het

larvestadiwn do o r-bz-enge n (20 bvb. voor 'fropidia. sci ta , een typisc~1e moe z-as s oo r-t },

Al de opgesomde mil teu ' S z a jn Ln de Hobokense ?older aanvez i g,

De meest a.l gemene "~Ieefvliegan tref je in ZO'"a t alle biotope'l en op bloem types aan. Een groot a&1tal, zeld"a~ere soorten zijn echter gebonden aan .elbe-;>aalde biotopen en sommigen zijn voor hun voedsel aangewezen op 1 5pecifiek bloemtype. Het is dan logisch dat hun voorkomen in :100fdzaak af'hanke l jk is V<3-'1 het voorhanden z jn van deze faktoren. ve!'sc~illende

á

Ook de

a a n v e z

i

g h e a

d

à

V3.n zuiver

w a

t~r

is veelal

e

e

n

vereis te; het is

uitsluitend in zo'n milieu dat waterplanten voo!'komen, die kunnen fungeren als zuurstofdonors voo!' bepaalde zweefvlieglarven, en dat alzo desbetreffende soorten (1e joga3 te r , C:1rysogas ter) in het gebied kunnen overleven.

Men behoeft geen verde!' betoog dat he~ zweefvliegenwereldje van een niet te onderschatten ekologisch belang is. De zweefvliegenrijkdom kan beschouwd worden als een afspiegeling van de plantendiversiteit in een welbepaald gebied, en door een inventarisatie wordt het mogelijk een waardeoordeel voor een gebied op te geven. Inventarisatie Hobokense Polder Er werd vooral aandacht besteed aan het vochtig gedeelte (omgeving van Broekskot en andere, makkelijk te bereiken waterpartijen: Rallegat, Ruitersplas, Barberven). Ook de verwilderde boomgaard, met de zeer interessante Violiergracht, de spoorweg en een deel van het populierenbos wer-den regelmatig onderzocht.

De Broekbossen (~et noordwestelijk deel) en de Reigershoek evenwel werden niet geïnventariseerd (moeilijk toegankelijk, tijdgebrek, ••• ).


- 80 -

Resul ta te" In '77 werden

doo~ de ~eer L. Verlinden op een 5-tal excursies zOwat 15 soorten gedeter-.üneerd. Heel wat, als j3' toeperkt aantal ui t"tappen en het bedroevend s Lech t.e weer in acn t wi L ~,e,"en.

In '75 ae b ik me ook toegelegLl op de ze intiektengroep en de Hee r- Verlinde" be20cht eveneens nog verschillende ke~en de Hobokense Polder. Spijtig genoeg was dit j,ar het klimaat de 2,,.eefvliegen weerom niet indachtig••• een vochtig koud voorjaar en voor de afwisseling een ove~ 't alge~een, sombere zomerperiode, met een reko~dminimum a~~ zon. De opgestelde soortenlijst is voor-zeke'r nog niet volledig, omdat een

interessante periode (mei-juni) niet of slechts sporadisch onderzocht werd en hierdoor enkele typische voorjaarsoorten ontbreken, die waarschijnlijk toch in Hoboken voorkomen (Cheilosia alb;i.tarsis, Cj.uysogaster hirtella. Ook verdie'len de wilgebroekbossen volgende jaren meer aandacht. In '75 werden 59 soorten waargenomea, wat he t to taal aan tal over de 2 jaren op 62 brengt (dit is meer dan 1/4 van de in België opgetekende soorten.

Soo~tenlijst

Soort

Zeldzaamheidsgraad vlgs. Barendregt (Ned9"!'land)

Larve

Chrysotoxum bicinc twn

5

H

Volucella bombylans

r:

o

N

Volucella pellucens

Ó

N

Pipizella vi rens

2

C

Pipizella varipes

5

C

Pipiza austriaca

3

C

Pipiza noctiluca

0

/

C

Baccha o os cur-Lpenna,s

6

C

1'leoascia podagrica

8

0

N.

dis par

7

0

:'l.

aenea

5

0

N.

interrupta

2

0

Rhingia campestris

9

M

Triglyphus primus

3

C


- 81 -

Cheilosia impressa

5

P

C.

velutina

2

p

C.

vernalis

5

P

n

pagana

8

P

Lejogaster splendida

5

0

metallina

7

0

Orthonevra splendens

0

Sphaerophoria scripta

8

C

4

C

Xanthogramma pedisse'1.uum

5

C

Pyrophaena

7 8

C

C

Platycheirus albimanus

7 8

C

P.

angustatus

Ă“

C

P.

ful vi ven tris

6

C

p.

seu ta tus

8

C

P.

pel tatus

7

C

P.

scambus

C

P.

clypeatus

7 8

P.

immargina tus

2

C C

Syrphus vitripennis

7 8

s.

8

C

8

C

7

C

Dasyrphus albostriata

7

C

Episyrphus balteatus

9

C

2

C

Paragus haemorrhous

5

C

Myiatropa florea

8

W

Helophilus tri vi tta tus

7

W

v.

L.

rueppelli

S.

gr~~ditarsa

Melanostoma mellinum

M.

scalare

3caeva pyrastri

ribesii

Metasyrphus corollae M.

Melan~-ne

LunĂĄ.ger

guttata

C ,.~

C

C

H.

pendulus

9

'ti

R.

hybridus

6

'ti


- 82 -

HeLoph Iu s versieolor à

H. H.

linea hl"

7

t rane t'ugus

6

n.

lunula tus

.~

w

i:ristalis sepulehrnlis

7

E. E.

tenax

8

aeneus

4

E•.

arbus torum

E.

intrica.rius

8

E.

pertinax

8

E,

nemo rum

8

w w w w w

Tropidia seita

6

?

3yritta pipiens

')

M

Xylota e egn Ls

7

ti

Totaal aan tal soo rte'" V3.riëtei ten liie

vc.~

62

tgos teld ,;erde:'-l :

Volucella bOI;lbylá.n::: : alleen va r , plUi!I8. t3. - Sphaerophoria 1:'u8ppelli : naa., t de tJpiSC.'l8 vo rn kwam ook de

V9.I'.

nili11colli~ ~OOr.

Eris

ta.li~

ten3.X : bil i ten de -L0tlone vorm, werd .Ie 'lar. hortorur.'l (;'~Qheel ~~~-lQrt :~1L.1mend) a~gei:"!ee'·~ opgemerkt.

Eristalis

intrlc:~rill;':

: normale vo rm en var.

De 31e kolom geeft ne t milieu

'],'<f\

waarin de larve

Verk laringen : C ~....

,,'

fLlr~IUG. zie;~

ontwikkelt.

ca r ni. voor

phytofaag in hou t in mest N in nesten van H;menoptera (mieren, hommels) B in boomaappen Wonder water, langs adembuis o onder water, zuurstof ~it waterpl3.nten ? nog niet geweten P

H M :

,

i7

Sphaerophoria rueppelli, PJatycr.eirus immarginatlls en Triglypbus primus werden alleen in '77 waargenomen, waarvan S. rueppelli en T. primus V2'ij talriJK.

&wo. ol0nt:)6t..

------------------


- 83 -

Be a pr-ek Lng van de .riaz-nemi.ngen

Ev::.lllél.1::ie

De nederlander Bar-en.ir eg t (1:;75) deeLt .ie "JeierJ.:L11J.~e .io o r t.en in volgens de z e Ldz aarahe i d (Z.-Limburg rekent hij er niet IJij, gezien het specifieke karakter van ie"e a tr-e ek }, Le Ie r-e ,;OO!'t k en t nij een waardecijfer toe, da t Je ~eldzaamheid"graad '.;eerJeert. Hij onderscheidt 10 z e Ld.zaamhe i.dak Lau a e n,

Zo behoren in klasse 'j de .so orten die algemeen vo or-kome n er. bij '/",i~­ wel elke inventarisatie worden o pge telcend , uvb , ,;.:rritta pipie:J~, Episyrphus bal teatus. .ioor ten gerangschikt bij x l a s s e Î zijn ge voor., maar beperkt tot bepaalde biotopen (bos, moeras) uvb , Helopililus lineatus. In categorie 2 plaatst hij de .:;oorten, wa~rvan 1 tot 10 vindplaatsen bekend zijn. Klasse 0 herbergt de soorten die na 1900 nie t werden vas tges telri in Ne de r l an.I, Nu gaa t deze tJaarderi.ng:-;me thode 61'0tende9ls op voor Laag-3elgië, öoch zullen er in ae toekom3c, als we een volledi~er beeld. ~ebben van le zweefv t i e geut'auna ':.ier ~e lande, enkele aanpa3singe~ ~r!oete~ verric~t wor~en.

Terech t kan reed.;; opze~::eri-: t wor-áen dat waterrljk8 l'f~';:,ierie:-, jij 0.1.8, in ve r-ge Là jx i n ç r:;9t ::e:i81'land, mer1-:elijk z e Ld z ar.e r zijn, z o da t die tJpL:;~he so o r t en ~ij ori:s "'3e:'", no ge r e ..l3.a.rderlng verd.ienen. Ande r-z ij-rc is ue t, ,..laa;,::c~ij:'11ijY_ 'lat, gezien onz e iets 3 11 i -ie l i j k e r e ligging bepae.ld.e coo r ten ::..i.j onc al~e::-,ener voo rkome n en zo do e r.o e overè'e,..raardeerd zijn in de lijst 'fan Ba r-erid r-e g t , Ver~elden3NaarJig in deze ko~tekst is de waarner:1"ing in Eobokense Polder van Orthonevra snlen..:..e·13 (2 e xx , , waarbij Le c'l e r-cq (literatllurlij3t ':~'rpiJidae 1?55) 1 vermelding van opgeeft, maar lie ontèreekt in ie lij3t van Ba r-endr e g t , Deze ao or t , die voorkomt in Zuid- en r:,idà.en Europa, zal hier waarschijnlijk haar noordelijkste grens van haar ver5preiding~gebied bereiken.

De zeldzaamheid"waarle Deze wordt bekomen door het nummer van de zeldzaamneidskla3se van 10 af te trekken. Zeer algemene soorten (klasse 9) bvb. Helophilus pendulus, worden gewaardeerd met 10 - 9 = 1. De schaarse Melangyne guttata (2) daarentegen krijgt een waardering van 10 - 2 = 8. Wanneer deze waarden worden samen geteld, verkrijgen we de zeldzaamheidssom. Voor de Hobokense Polder is dit 235.


- 8L! -

De gemiddelde zeldzaanheid3graad per soort wordt vervolgens

gevo~ie~

door de zeldza~nneidsso~ te delen door het aantal soorten. Dit levert voor de Hobokense Polder 3,79 op. Op zichzelf hebben deze ge ta.l l en :<einig draagkracht, wel laten ze toe verschillende gebieden met elkaar te vergelijken en "ldus naar. waarde te scha~ten4 In volgenie tabel leken worden met die van andere

Gebied

aan t. s o or teri

Hob. Polder

62

Kal denbro ek

k\L~e~

ie bekomen resultaten verge-

gebiede~.

3Z.

som

gem.

zz. graed

35

23) 106

3,79 2,97

30

314

3,93

Km. hok 206-337

93

Km. hok 206-383

)0

345 142

3,69 2,34

Wellemeersen

55

193

3,51

Km.hok 207-.332 Oude Landen Schui twa ter

De Oude Landen, 'i!ellemeersen en de Ho boke aae Polder z i jn allen vr a j vochtig en mekaar te vergelijken. De Wellemeersen,een nauurgebied nabij Aalst (langs de Dender), '"erd cride r zo ch t in 1975-76. De OUd.8 Landen (Ekeren-Luch tbal ) werd-sm nauxkeur Lg geĂŻnventariseerd

in de periode '76-'77. Schuitwater en Kalde"broek liggen in Midden Limburg (NI), dus o"geveer op dezelfde breedtegraad. De 93 soorten die in Schuitwater (206-337) werden vastgesteld, is het hoogste aan ta L dat ooit in Nederland werd gekonstateerd.

Volgens Bare"dregt mag de zweefvliege"fauna va" de Hobokense Polder als goed bestempeld worde". Een resultaat van minder'dan 30 soorten binnen 1 vierka"te kilometer noemt hij ronduit slecht. 30 Ă 50 soorten noemt hij matig, wanneer in een gebied tussen 50 en 100 aoo r ten worden geinven tariseerd, geeft hi j een beoordeling "goed". Meer dan 100 soorten is uniek ! Er mag dus gelconkludeerd worden dat de resul t a ten, bekomen in de Hobokense Polder, zeer behoorlijk zij". Mits een vollediger inventarisatie in het voorjaar (mei-juni), zal het aantal soorten nog kunnen opgetrokken worden, en zo het aantal van de Oude Landen benaderen. De Hobokense Polder is bovendien nog volop in evolutie. Te verwachten is dat een sterker gedifferentieerde plantengroei zal resulteren in een groter aantal soorten.

,


- 85 -

Enkele nabeschouwingen : De gewone soar ten waren zeer a Lgeme en in Hobok en l-o l der

Episyrphus ba I t e a tuc kwam in de zomer mas s a a I voor. De elders algemene Rhingia campe~tri~ (~nuitvlieg), waarvan ue Lar-ve z i ch in ui twe r-pce Len van runter e-i o.i twi kk e I t, kOlCt "lecht~ sporadisch voor. Het ontbr"ken va<1 het g8schikt ontwikkelings~ilieu voor de larve han hiervoor ~ls oor'zaak gesteld worden. Pipiu nodiiuc .. De volgens Nederl~ndse norme~ algemeen voorkomende Eristalis horticola, I-Ieru in de Hobokens~ Polder nie t va" tge::; t e l d , Deze .ioo r L "OU in onze streken Ininuer c..lgemeen , zijn als wel wordt ~~necnomBn.

De soorten k enme r-Len ; voor vochtige geb i e.Ien zijn in "de polder" zeer goed. ver tege!Hloorl1.L.; 1, met name de ge a La ch t en d"tJcneirus, Helopnilus, "eoa~cia. Opvallend was de vr r, z e Lc.zume ,tl. [uI vl ven tr 1::: erl 1)1. 'J.(~ ';L~ tu t'..!:...; in Hoboken bepa~ld t.Llr'l,jk te noerrlen waren.

[

Andere ze Ldz aauhe.Ien (cr., ve Lu t i.na , Triglyphlls p r i mu a ) ',iare:;: voo t: Hobok e n algemeen. De driespek t;.J<.ul:.Lira, ni euae ~;leltiinge.'1 voor :België tor.e.. '10'5 de ui t z on de r Li jke I-IaarJe V:"T, het geo i e d , Neoa;;;;cia interrupt:-1. : vrij >S'oed

ve r te genwo o r-d i gd

(~erd eve~eeflS

Lr,

r;-

aSa.r

89118

Ho ooken ,

in Bazel gev~n6en e~ 1 maal ge-

~ignaleerd in de Oude Landen).

Cheilosia

velutin~

Ripiza austriaca :

1 ex. gevangen door

L.Varlinde~.

wijfje (L. Verlinde~).

Beslui t : De inventarisatie toont duidelijk aan dat de Hobokense Polder toch een bijzonder rijke zweefvliegenfauna bezit en terecht een waardevol en te beschermen moerasgebied mag genoemd worden ••• en zulke gebieden worden steeds 3chaarser !!


,

- 86 -

Vernietiging van dergelijke b10topen kun oader 66en enkel voor.ead~el goedgepraat worden en zal leiien tot een totale verarming op biologi~ch vlak. Tenslotte wil ik nog vermelden dat deze bij,lrage enkel tot s tarid kon komen mits de gewaardeerde hulp van Dhr. L. Verlin~en en Dhr. L. ~larnef•

, ~

.'

d'


- 87 -

VLINDERS "OOr tenli jGt De soorten in onderstaande Lรก jc t Z1Jn gerangsc:Likt volgens Lempke. De tweede kolom bevat een z e er ruwe aandu i -[ing van de zeldzaamheidGgraad: A = algemeen, Z = zeld~aam, T = trekvlinder. In de derde kolom is aange du i d wie de be treffende soort waarnam : L = L. Peeters, W = W. De Prins. Het is slechts mogelijk om een meer genu~~ceerde indeling te geven na een regelmatig onderzoek, var"preid over verscheidene jaren. Onder algemene soorten moet men die soorten verstaan die geregeld in aantal voorkomen en die doorgaans niet aan eng begr-ensde biotopen gebonden zijn. Zeldzame soorten komt men meestal slecht3 sporadisch tegen en nooit in aantal, ofwel zijn ze zeer plaatselijk Micropterigidae Micropterix calthella L.

AW

Hepialidae Hepialus humuli L. Hepialus sylvina L.

Z L AW

Gossidae Zeuzera pyrina L.

Z

Cas BUS CQSSUS

~.

Zygaenidae Adscita staticeJ L. Zygaena filipendulae L.

~

Z L

A L AL

Sesiidae Sesia apiformis Cl. A L Parenthrene tabaniformis Rott. Z ~ Glyphipterigidae Anthophila fabriciana L.

A W

Oecophoridae Endrosis sarcitrella L.

AW

Tortricidae A W Archips heparana D. & 3. AW Clepsis spectrana Tr. Dichrorampha simpliciana Hw. Z W Dichrorampha plumbana Scop.A W Cydia succedana D. & 3. AW Cydia servillana Dup. Z W Cydia splendana Hb. AW Eucosma metzneriana Z W Epiblema foenella L. AW Epiblema farfarae Fletcher Z W Cacochroea grandaevana Z. Z W Bactra robustana Christ. Z W

Endothenia gentianaeana Hb. Z W Lobesia abscisana Dbld. Z W Olethreutes lacunana D. & S. A W Cochylid'3.e Phalonidia implicitana Wcke Agapete ham~~a L. Aethes smeathmanniana F.

Pyralidae Chilo phra8mitella Hb. Calamotropna paludella Hb. ~hrYGoteuchia culmella L. Cr-anbus pascuella L. Cral.bus parlella ::icop. Agriphila selaselIa Hb. Agriphila s t.r-ard.ne H a D & S Agriphila tr is tella D. & 3. Agriphila genic~lea Hw. Pediasia contaminella Hb. Parapoynx stratiotata L. Evergestis extimalis Scop. Evergesti3 pallidata Hufn. Ostrinia nubilalis Hb. Pleuroptya r~ralis Scop. Anerastia lotelIa Hb. Myelois cibrella Hb. Phycitode3 binaevella Hb.

Z W AW AW Z li

Z W AW AW AW Z W AW AW Z W Z W Z W AW AW T W AW AW Z W Z W

Pterophordiae Platyptilia calodactyla D. & S. Z W Platyptilia ochrodactyla D. & S.

zw

Platyptilia pallidactyla Hw. Z W Pterophorus pentadactyla L. A W


- 88 -

Hesperiidae Ochlodes vena ta Br. & Gr.

AL

Papil ionidae Papilio maehaon L.

Z L

Pieridae Colias hyale L.

TL

Colias croceus Fourcr.

T L

rnamni L. Pier is brassieae L. Pieris rapae L. Pieris nap i L.

AL

Go~epteryx

A 1',1

A LH A LW

Lyeaendiae Polyo~matus iea~~s ~ott.

Celastrina argiolus L. Nympbalidae Vanessa atalanta 1. Gynthia eardui L. Aglais urtieae L. Nympnalis polye~loros Inaehis io L. Polygonia e-album L. Araschnia le7ana L.

AW AL T L

TL ~.

Satyridae Pararge aegeria L. Lasiommata megera 1.

Coenonympha pamphilus L. Maniola j~rtina L'

A L~i Z L

A LW AL A L'II

ALl, A Lil A Vil AL

1asiocampidae

Lasiocampa quercus L. Philudoria potatoria L. Gastropacha quercifolia L. Gastropacha populifolia Esp. Odonestis pruni L.

AL A Lil

Z L

Eupithecia suceenturiata L. AW ':~lloroclys "cis v-a t a Hl;. Z W ChLoro c Lys t i s reeta"1gula ta L. A \I

Che e Las rufata F.

Aplocera plagiata L. Aplocera e f'f'orma t a Guen , Abraxas grossalariata L. ~o~aspili3 ~arginata

Agrius convolvuli L. tiliae L. Smerinthus oeellata L. Laothoe populi L. Deilepiüla elpenor L. TIeilephila por cel lus L. ~Iimas

Phalera bucephala L. Gerura v i.nuI a L.

Thya tiridae Tethea ocularis L. Tethea or TI. & S.

Z L A 1W

Geometridae Remithea aestivaria Hb. A '11 A W Timandra griseata Pet. Xanthorhoe spadicearia D & S A W AW Xanthornoe ferrugata Cl. AW Cosmorhoe oceliata L. A W &11ithis testata L. AW Eulithis mellinata F. Perizoma flavofasciata Z iI Thnbg. Z W Eupithecia pygmaeata Hb. Eupithecia vulgata Rw. A W

A LW A W A .• A LW

ZL AL Z L

AL AL AL AL AL

AL ZL AL

AW AW AW T L AL A LW AL A LW Z L

Notodontidae

ZL ZL

Z L A W A 1

3phingidae

Z L

Sa turni idae Sa~~rnia pavonia L.

L.

Semiothisa notata L. .lemi.o th i s a al teraaria Rb. 0emiothi3~ clathrata L. Ennomos auturnnaria Wernbg. Selenia dentaria F. Crocallis elinguaria L. OU~apteryx sambuearia L. Colotois pennaria L. Angeroda p~unaria L. Apocheima pilosaria TI. & S. Biston oetularia L. Erannis defoliaria Cl. Alcis repandata L. ~ctropis crepuseularia D & S Carbera ~~saria L. Cabera exanthemata Seop. Campaea margaritata L.

ZW

Rarpyia furcula·L. Rarpyia bifida Erahm Notodonta dromedarius L. Tri tophia tri tophus D. & S. Pheosia tremuia Cl. Pterostoma palpina L. Ptilodon capucina L. Eligmodonta ziczac L. Gluphisia crenata Esp. Clostera curtula L. Clostera anachoreta D. & S. Clostera pigra Hufn. Lymantriidae Orgyia antiqua L. Euproctis chrysorrhoea L. Euproctis similis Fuessly Leucoma salicis 1. Lymantria dispar L.

AL A LW

Z iI ZL A ••

ZL AL A LW A LW A LW

ZL AL

Z L

ZL AL AL AL A LW

A LW

i I i! ~

.;

t•

i i


- 8S! -

Arctiidae Arctia caja L. Jpilosoma lubricipeua L. ~pilosoma luteum Rufn. Jpilodoma urticae E~p. Diaphora mendica Cl. Phragmatobia fUliginosa L. ~Jria jacobaeae L. Noctuidae Agrotis vestigialis Hu f'n, Agro tis segetum D. & ~j. Agrotis exclamationis L. Agrotis ipsilon Rufn. Agro tis pu ta Hb , Ax;ylia putris L. Ochrolpleura plecta L. Uoctua pronuba L. Uoctua janthina D. & ~. Peridroma saucia ITh. Diarsia rubi View. Xestia c-nigrum L. Xestia triangulum Rufn. Xestia xanthographa D. & v. Naenia typica L. Discrestra trifolii Hu f'n , Mamenstra brassicae L. Melanchra persicariae L. Lacanobia w-latinQ~ Rufn. Lacanobia thalassina Rufn.

& ~. Lacanobia oleracea L. Lacanobia 3uasa D.

8eramica pisi L. Cerapter.fx grarninis L.

A L A LW

AL Z L

Z L A LW AL

ZW A LW A LW

TL A W

AL A LW A LW

A W

T L A LW A LW

A W

A LW Z L A

LW

A LW AL

AW A A A A

W LW LW

LW

A LW

ZL rholera decimalis Poda AL Orthosia stabilis D. & u. AL Orthosia incerta Rufn. A LW Mythimna ferrago F. A LW Mythimna impura Hb. A A LW Mythimna pallens 1. Z W Mythimna obsoleta Hb. A LW Mythimna comma L. Z L Cucullia absinthii L. Eupsilia transversa Rufn. AL AL Agrochola malicenta Hb. AL Xanthia icteritia Hufn. Acronicta megacephala D. & S.A LW AL Acronicta aceris L. A L Acronicta psi L. AL Acronicta rumicis L. Z LW Simyra albovenosa Goeze ZW Cryphia domestica Rufn. AL Amphipyra pyramidea L.

AL

Trachea atr"vlici~ L. Euplexia lucipara L. Phlogophora lile t i cu l o aa L.

A L A L

lpimorpha re tu ca L. lpimorpha ~li.b tu..a D. & v. Enargia JP~illoD D. & S. C08,llia trape~ina L.

Z Z Z A

Apamea mcno g ly pha Hu f'n,

A L,I

Apamea lithoxylea D. & :3. Apamea remissa Hb. Apamea sordens Rufn. Dligia strigilis L. Oligia fasciuncula Rw. Mesoligia furuncula D. & S. Mesoligia literosa Rw Mesapamea secalis L. Amphipoea oculea 1. Rydraecia micacea Esp. Celaena leucostigrna Hb. Archanara geminipuncta Rw. Archanara lissoluta TI'. Archanara sparg~nii Esp. Rhizedra lutosa Hb. Arenostola phragrnicidis

W W LW W

Z L

Z LW A LW A LW A LW

AW Z W A LW Z '11

Z L Z

LW

Z L

Z W Z LW

A Z A A

L LW

Diacnry~ia

W W A W AL A LW

Plu~ia

A L'II

Caradrina morpieus Hufn. Del tote bankiana F. Earias clorana L. Bena pr as mana L . .

chrJsitis L. fe..;tucae L.

Autographรก gamma L.

Autograpia p~lchrina Rw. Abrostola tripla~ia L. Catocala nupta L. Callis t.ege mi Cl. Euclidia gl:lPl1i~a L.

libratrix L. Rivula sericealis 3cop. ~coliopter:rx

T A A A A A A A

LW W L L W LW L W

5 ~ " Pil IDRE P~ ..oph""n... ,!,<"'1\cl.i.~CI"""


- 90 -

LOSSE WAARNEMINGEN 1. lfYMENOPTERA Waarneming van een wilde bij Epeloides coecutiens, ~ie sprekend op een wegwesp lijkt en op andere wilde bijen van het geslacht r.lacroyis parasiteert. Komt uitsluitend. voor op kattestaart (Lythrum) met in de buurt wederik (Lysimachia vulgaris). (1977) 2. HYMENOPTERA - SPHECIDAE (graafwespen)

In 1977 werden vier soorten waargenomen, waarvan de drie eerste telkens op Canadese guldenroede (Solid.ago canadensis). 1. Philantus triangulum (bijenwolf) 2. TrYPo~rlon attenuatus

mm + ww

3. Ammophila sabulosa (zandwesp)

1 w

4. Tachysphex pompiliformis

niet

1

w a~gemeen

3. COLEOPTERA - UARABIDAE Waargeno~en

: Cicindela campestris Ciclnàela maritima

Cicindela hybrida

4. ORTHOPTERA (sprinkhanen) Tettigonia viridissima (sabel8prinkhaan) ie in zondeTlij~

~e ~~oeKèos3en

uit-

algemeen en werd ook in '60 veel gezien.

;)e

z e e r a Lger.ene

:15.· ...T. OOf..

Cl'.or~ipv..l':"; ',:,:"=,, ~ij::-:

veldsprink·GrllneUS is

ve.'!'tegen·,·loJrigd.~

'1t'oet:er -iiéiS 001: ie veenmol veel te vinden.

veel te vinden in de polder ova. Cica~en

~ijn

enOTI~

Aphropt.ora spumar-ia (schuimbeestje ). 6. HETERO?TERA

Van land- en boomwantsen zijn geen recente gegevens gekend. L. Peeters vermeldt in 1960 eea zestal soorten.

7. CURCULIONDIAE Uit 1960 zijne een tiental soorten gekend. Zeer algemeen in de polder is het helderrood gekleurde snuitkevertje, Apion miniatum dat ecologisch 3eer sterk gebonden is aan Rurnex-soorten (vnl. R. obtusifolius ridderzuring)

!

,; j


- 91 -

••

DIATOMEEEN Enkele algemeenheden betreffende het water van de plas "BroeKskot", bepaald aan de hand van de aanwezige Diatomeeënflora. Inleiding Het gaat hier om een beperkt onderzoekje naar het plankton van B~oekskot. Er werd slechts éénmaal d.m.v. een planktonnet een genomen, welke daarna mikroskopisch onderzocht werd. Hierdoor de inventaris van de gevonden kiezel wieren zeer waarschijnlijk volledig zijn en slechts een grof beeld geven van de betrokken

het staal zal niet flora.

Aan de hand van de gevonden soorten "erd getracht enkele ekologische omstandigheden te bepalen, nl. saliniteit, saprobie en eutrofie. Sommige van deze zaken, met na~e de saliniteit, kunnen veel beter langs scheikundige weg bepaald worden, zodat hier slechts een onnauwkeurig reslutaat wordt gegeven.

Saprobie : Met deze term wordt de graad van "mineralisa tiel! van de organische stoffen in het water omschreven. Het is een maat vOOr de vervuiling door organisch materiaal. Men onderscheidt : Polysaproob cl.-mesosaproob 1:\ -mesosaproob Oligosaproob

uiterst vervuild sterk vervuild (a) zwak ver~~ild (b) niet vervuild (0)

In de tabel werden de saprobie indikatoren volgens BREITIG gebruikt. Salini te i t : In de tabel te vinden onder hoofding "type". Termen werden ge bru ik t als in "Diatomeeënflora van Nederland", Van der Werf Huls

Cl in mg/l MB BM B

BZ ZB

marien-brak brak-marien brak brak-zoet zoet-brak

10.000-17 .000 5.000-10.000 1.000- 5.000 500- 1.000 100500

S in mg/l (zoutengeh. ) 18.000-30.000 9.000-18.000 1.800- 9.000 900- 1.800 180900


- 92 -

Relatieve talrijkheid: Deze werden geschat en dienen dus voorzichtig benaderd te worden. Oplopend van 1 tot 3 Diatomeeënflora en afgeleide gegevens 1. Samenstelling Het~ankton bestaat voornamelijk uitkiezelwieren. Enkele vertegenwoordigers van de Euglenophyceae en de Chlorococales, evenals andere groen- en blauwwieren werden eveneens a~ngetroffen, doch in mindere mate.

Wat de diatomeeën betreft z1Jn het vooral de Navicula en Nitzshia soorten die de bovenhand halen, zowel wat betreft talrijkheid als wat betreft aantal soorten. Alle aangetroffen soorten behoren tot de Pemnsles (Centrales waren niet aanwezig). Er werden 26 soorten en variëteiten genoteerd, hetgeen niet bijzonder veel, maar ook niet weinig kan genoemd worden. Het betreft voornamelijk soorten die als zeer algemeen tot vrij algemeen beschouwd worden. Vooral soorten uit ~-mesosaproob water werden gevonden. Gezien de gegevens omtrent'indikatie van een bepaald saprobiesysteem in stromend water werden verzameld, verkrijgt men, wanneer men ze toepast op stilstaand water een te negatief beeld; de aanwezigheid van Nitzsha palea en N. hungarica, die doorgaan als sterke indikatoren voor ~ -mesosaproob water kan men in deze optiek niet verklaren. Bij de meeste soorten vindt men de letters ZB terug, een niet te verwaarlozen a~~tal kreeg BZ en enkele zelfs B of BM. Waarschijnlijk is het een goed benadering als men het water BZ noemt, dit plaatst het water volgens het systeem van REDEKE in de oligohaline groep. De mogelijkheid bestaat dat het water iets zouter is en aldus als (~-)mesohalien beschouwd zou kunnen worden. Het aantal eutrofe soorten dat aanwezig is, sterkt het vermoeden dat het water nogal sterk eutroof is. Aanvullingen Rotatoria Van de raderdiertjes werden slechts 2 vertegenwoordigers aangetroffen, waarvan één soort door formol contractie niet determineerbaar was. Er werd slechts 1 exemplaar van deze soort in de onderzochte preparaten aangetroffen. De tweede soort was Keratella quadrata. Dit is een zeer algemene planktonische soort, die zowel in zoet als in brak water voorkomt. Het feit dat slechts twee soorten werden aangetroffen, is ongetwijfeld te wijten aan de beperktheid van het onderzoek.


.. - 93 -

Testaceae Centropyxis constricta var. spinifera Difflugia lanceolata Deze zijn accidenteel met opgewerveld slijk in het staal tercht gekomen. Eugl ènophyceae Phacus crenulata Phacus curvicauda Eugl ena acue Euglena fusca (?)

3 exx. Phacue epec.

Chlorococcalee Scenedesmus quadricauda var. quadrupina

D'I1Wfll~

ClJfle,vla. ~e-I { ..ri.ntUlr

ÁVI.r;è-

I-!fU-""a.. U


- 94 -

TABEL

waargenomen diatomeeën in de Hobokense Polder, Broekskot ( 1978). Soort

Achnantes lanceolata

b

Amphora vene ta Anomoeoneis sphaerophora

2

3

ZB

X

BZ

X

ZB-BZ

X

4

5

6

7

X ? ?

X

1

Bacillaria paradoxa

b

ZB

Cocconeïs placentula

o-b

ZB

X

b

ZB

X

ZB

X

2 2

Epithemia turgida

E. zebra var. saxonica Somphonema constrictum

X

2

b

ZB

X

X

b

ZB

X

X

b

ZB

.)

+

1:,

S. Acuminatum var. brebisonii·

S. oliVRceum

X

Navicula cuspidata

ZB

X

N. cuspidata var. ambigua

ZB

X

N. dicephala

ZB

N. hungarica

ZB

N. mutica

BZ

X

BZ-ZB

X

N. mutica Var. ventricosa N. radiosa

X

2

+ X

X X

2 ?

X

ZB

N. salinarum

2

?

B

Nitzsha fonticola

ZB

N. hungarica

a

BZ

N. palea

a

ZB

N. triblionella Pinnularia viridis

BZ b

Surirella avalis

3 X

ZB BM

X X

Gyrosigma acuminatum

b

ZB

X

3 4

2

X

2

oligotrafeut 6 = alkalifiel 7 = halofiel 8 = Rel. talr.

5

=

X

2 2

+

ZB

2

X

X

X

b

= saprobie = we = eutrafeut = mesotrafeut

X

3

Synedra uIna

Verklaring : 1

2

2 X

1

fI "~


- 95 -

BEHEERSPLAN De hieronder besproken beheersmaatregelen z1Jn noodzakelijk voor het optimaal voortbestaan van het gebied en van de daarin a~~8z~ge levensgemeenschappen. I. ZUIVERING

a) Opruiming van vuil, achtergelaten door vele sluiks tarters is absoluut noodzakelijk, voornamelijk op de plaatsen 1, 2, J. Di~ kan in de nabije toekomst gebeuren (en is reeds gebeurd) op werkweekends in samenwerking met jeugdverenigingen. Hulp van het gemeentebestuur is echter onontbeerlijk in verband met het ophalen van het verzamelde vuilnis. b) Alle waterlopen in het papillierenbos zijn sterk verontreinigd, voornamelijk dan de Grote Leigracht, als gevolg van Qe!l gesprongen olietank tijdens W.O. 11 en industriĂŤle lozingen nadien. Het plan bestaat om de Grote Leigracht te rioleren, wat echter een zeer dure en bovendien milieuonvrie!Odelijke oP2.o'''d,ng zou zijn (schade aan de omringende vegetatie). Daarenboven zijn daarmee de andere grachtjes nog niet gered. Daarom is het volgens de werkgroep beter het vervuil,u, 'Hater weg te pompen (met een goede installatie is dit op minder dan een dag gebeurd), nadien de sliblaag te verwijderen. Op die manier kan zuiver regenwater de gracht opnielw villlen en wordt de kosprijs v~n het geheel van enkele miljoenen gedrukt tot enkele tienduizenden franks. Ook het verwijderen van de sliblaag kan best niet macninaal gegeuren, opnieuw wegens het gevaar vaar de omringen~e vegetatie. Wanneer alle vervuilingsbronnen in de toekomst geĂŤli~ineerd worden kan een gezonde levensgemeenschap in de Grote Leigra~~t ontstaan. Uit de Violiergracht moet een deel van de afgesto~r~~ vegetatie gehaald worden en de plan tenres ten mogen in geen ge'r:d langs de oevers blijven liggen. c) Buiten het vuil van de sluikstorters, ~ordt op de P-~ats 4 door de gemeente bouwafval en rioolslib gestort. Vanwege de schade aan het landschap zou hiermee dri~gend moeten ges topt worden. H. "NA'IUURLIJKE" BEDREIGINGEN

a) Na de zeer droge zomer van 1976 waren een aantal ve~~en geheel of gedeeltelijk droog gevallen. Voor het grootste de8_ .aren deze droge stukken "gekoloniseerd" door (vnl. ridder-) z'lring. Het volgende jaar, zelfs nadat de bedoelde stukken weer onder water e tonden, nam de "plaag" uitbreiding en dreig-:'en hele stukken te verl.~den onder invloed van deze woekerbe~oe~ing. Het ging hier voornamelijk om het Talingven (5), e~~ groot deel van het Broekskot (6), het Rallegat (7), de Reigeru.oek (8) en de Rui terplas (9).


- 96 -

~

~ ~

o

~

~

~ D

Ü

I Ü

~

(I

.• à

••

\.1

n o ~

ij

1.1

i

~I I

I I I I I I 1

---,) :~.(...'.... ":L .•

>'

se

"

'"

''""

• • • •

• •

I

f,


- 97 -

Een drietal zuringtrekdagen in 1977 en in '78 vrijwaarden achtereenvolgens plaatsen 5, 6, 7 en 9. Inderdaad is het enige mogelijke bestrijdingsmiddel het uitrukken van de gehele plant (inclusief wortelstelsèl). Het is echter duidelijk dat steeds delen val'} dit laatste blijven steken, zodat het absoluut noodzakelijk blijft hier permanent a~~ te werken. b) Waarschijnlijk verwilderd uit omliggende tuinen, verscheen enkele jaren geleden de Japanse duizendknoop. Deze plant die tot 2 m hoog kan worden, verstikt alle vegetatie op plaatsen waar hij groeit en verspreidt zich bovendien zeer snel. Ook hier is het enige bestrijding~middel (buiten uiteraard het ge_ knoei met herbiciden) het uitrukken van liet gehele wortelstelsel, hoewel dat nog veel moeilijker is dan bij de vorige plant. Bosjes van deze plant staan op plaatsen 10, 11, 12, 13, 14. Ook hier moeten jaarlijks alle scheuten verwijderd worden. c) Een volgend probleem, reeds aangehaald onder (a) is de voortschrijdende verlanding va~ de vennen, vnl. het 3roekskot, o.a.

veroorzaakt door oprukkende vegetaties va~ riet, gele lis, pitrus en zuring. Zorgvuldig moeten rietkragen en pitrusvelden uitgedund worden en bL'L~en de perken gehouden worden. Riet en gele lis kan gekapt worden, pitr~spollefl worden best uitgerukt. Het gedroogde rie, en gele lis kunnen gebruikt worden voor de vervaardiging van rietmatten (broe~plaatsen voor o.a. zwarte stern, ••• )

IIL VERJONGING Elk vegetatietJ~e is eigenlijk een stap in een evolutie naar een begroeiing van een "hoger niveau". In een "klein" gebied als Hobokense Polder zullen gedeelten v~~ vennen verlanden en begroeid raken door oeverplanten, vervolgens evolueren naar struikbegroeiing en dan uiteindelijk tot een bos, het eindpunt van zulk een evolutie. In natuurlijke omstandigheden zijn het dan rampen als bosbranden, permanente overstromingen, enz •.. die de evolutie terug naar het beginpunt brengen. Het is duidelijk dat in onze huidige urbanisatie deze kringloop van de evolutie niet van toepassing is. Daarom zorgt de mens, door een doelbewust natuurbeheer, voor een zo complex mogelijk oecosysteem, als waarborg voor het optimaal en blijvend bestaan van zoveel mogelijke uitingen van leven. Door de inwendige beheerswerken zorgen wij voor diversiteit. Zo'n divers landschap heeft een hoge natuurbelevingswaarde en zorgt voor een betere stabiliteit op biologisch gebied. a) Verlanding van de vennen kan tegengega~~ worden door verwijdering van de pioniervegetatie en door het gedeeltelijk uit- en afgraven. Dit is o.a. in het Talingven zeer noodzakelijk. b) Het verjongen van kruidvegetaties komt neer op het maaien en het afvoeren van het gemaaide. Hierdoor verarmt men de bodem wat uiteraard een diversiteit meebrengt. Stukken die hiervoor in ."""""m,::,.,...1r;l1.o-

k-rrrnë n

:

de nercelen

tuSRP.l1

{i.l"'oi:A LA; s-r-aoh f

en de Ver-


- 91' -

bindingsweg , tussen de Verbindingsweg en de oude spoo~.eg en grote stukken in het populierenbos. Momenteel werd reeds gemaaid langsheen het gehele wandelpas (zie verder). Betreding zal er verder voor zorgen dat een ander vegetatietype verschijnt (vnl. gekeJ~erkt door weegbree, straatgras , ••• ). / Wanneer men enkele jaren na elkaar maait in dezelfde percelen, zal het än ter-es aan t zijn de evo Iu t i ee van ;i" vegetatietypes na te kijken aan de hand van plantenopnamen. c ) Rui terp::' as. Di t . ven 1igt vla!: naas teen vroe ge re s "':ortplaa"';s • Zovre I bode", al s water zijn dus zeer stikst0fri~k. Sede",t het r.ajaar van '78 dri ~ft eer. enorme populatie van daz-n.wi e r (Enteromorpha - is enigszins brakminnend), ~scbat op een 30 kubieke me te i- indien wa ter· opgenomen !, op de oppel'vlakte. Ei.e r-van "erc: op 28/10/78 een 10 td kubieke meter ve rwi jder-d, Op deze man i.e r werd dUE een eno rn.e massa voedsel

eu trofiëring tegengaat. teit moeten optreder.

\\·egger~orr:er .. ,

wa t de

Ook hierdoor zou in de toekcms t diver·si-

IV. WANDELPAD De ~erkgroep stelt ee~ we.r.delpad voor als aangegeven op de kaart. Di t is op he t huidige momen c reeds volledig aange Le gd, Hiervoor werden delen gemaaid, drassige s tukken opgehoogd, d.elen beter toegankelijk gemaakt door effenen, Let aanleggen Ván trapjes, bruggen bouwen. Aanduidingen worden gegeven door beschilderde paaltjes en stenen. Het is de bedoeling dat wandelaars op de paden blijven. Deze zullen ui teraard eveneens onderhouden wor-den , Rustbanken dienen langs het wandelpad geplaatst te werden en best op plaatsen waar een mooi uitzicht geboden wordt.

V. BESCHERMING Bepaalde delen moeten, zeker tijdens het broedseizoen, voor het publiek ontoegar..kelijk gehouden worden. Wij stellen voor de delen aangeduid op bijgevoegde kaart (ttz : Broekskot, Reigershoek, een stuk van de Broekbossen, rietkraag rond de Violiergracht). Een duidelijke afpaling moet hieI~oor voorzien worden door bijvoorbeeld het aanbrengen van borden. Voor het overige deel wordt het dorne i n onder bescherming van het publiek geplaatst wat betreft lawaaihinder, de voorzichtigheid in verband met betreding, vervuiling (optreden tegen sluikstorters, • • • ).

VI. OVERIGE

a) In de besgedeelten (boomgaard, populierenbos) moet het teveel aan dood hout gekapt worden.


- 99 -

b ) Veellawaaihinder ondervinden de wandelaars van motorijder's en telegeleide vliegtuigjes. Dit zou in de nabijheid van een na tuUI- en wandelgebied en een woonzone moeten verboder• vo r-den,

Met de beheersmaatregelen is reeds begonnen door jongeren van de Werkgroep, B.J.N. en N.2000. We hopen ir. de toekomst steeds meer vrijwilligers uit de buurt bij deze werkzaamheden te 'betrekken.

l ,


-

100 -

DANKWOORD Tot slot zoudeL we al dieg~nen, die op welke wlJze dan ook, hebben bijgedragen tot de voltooiing van dit werkdokument oprecht willen danken voor hun geleverde arbeid. Het C.C.V.B. (Coördinatie Comitee voor de Bescherming van de Vogels) en in het bijzonder Dhr. R. Arnhem, voor de steun en de onbaatzuchtige mede~erking, zonder dewelke deze brochure nooit zo vlug ter perse zou gewees t zijn. Eveneens de Jeugdbonden voor Natuurstudie: B.J.N. en Natuur 2000, er. alle "losse" medewerke re op de cn t.s Lba re plantenekskursies en vogelinventarisatiese Verder Dhr. D. Arnhe~ en Dhr. L. Van Schoor prachtige fotowerk.

voor de lay-out en het

Dhr. en iilevr. Moens voor de boeiende èijdrage over padde s to e Len, Dhr. L. Denys voor het overcicht van de diatomeeënflora van het Broekskot. Dhr. W. De Prins voor de uitgebreide vlinderlijst van de Hobokense Polder. Dh". ~. VerlindeL, die bereidwillig zijn mocie pentekeningen ter beschikking stelde. Dhr. L. Wijns voor de gegevens van het

rin~.erk.

Renee voor de uren verzorgd typwerk waardoor uiteindelijk het werk kon gepublicee r d worden. Luc Van Schoor voor het mee verwerken van de br.oedvogelinventarisatie. Om af te ronden richten we een woord van dar~ tot ieèereen, die zich reeds aktief heeft ingerel; voor "de polder" en tot diegenen die in de toekomst willen mee-ijveren voor het integraal behoud van de Hobokense Pol der en de Lee t'baar-he id in de streek•.•

Hoofdmedewerkers; Auteurs van de artikels zie inhoud - Typwerk : Renee - Tekeningen en kaarten Paul He l s e n , Pol Pa l s , Walter Vanderveken, Luc Van Schoor. L. Verlinden. -Ontwerp en foto-omslag Luc Van Schoor

l è

Gedrukt bij INDoeEL Informatie en Dokumentatie Centrum Leefmilieu gond Beter ~eefmilieu vzw ~~rle~s:~~a: l~ - :~tC 3RUSSEL


-

101 -

LITERATUUR 1. Planten

I

Rubbard, C.E. I "Gr-as s e s ", Uitgeverij Per.gu i,n Bo ok s , 1978 - Den Ee Ld , J.J. en Den Held, A.J. : "Beknopte handleiding voor vels-etatiekundig onderzoek". Wetenschappelijke mededelingen K.N.N. nr. 97 - juli 1976. "Inven tarisa tie handleiding", 3e druk. Ui tg. (liCK )JH Biologische uitgaven reeks nr. 2, 1971. Westhof, V. en Den Reld, A. : "Planten gemeenschappen in Nederland". Ui tg. Thieme en Cie, Zutphen 1975. - Heimans, E., Reinsius, H. W. en Thijsse, Jacv P, : "Geïllustreerde flora van Nederland".

V.,

,

I

11. Insecten

I

a) Libellen I Dutmer en Duym : "Libellen, tabellen vaar de Rederland..ee imago' s en larven IJ. Jeugdbondsui tgeveri j, 1974, sv L, Hammond , Cyril, O. : "The Dragonfl ies of Grea t Bri tain and I reland", Ui tg. Cu rwen Backs, London 1977. Lieftinck, blo : "Odonata Neerlandica". Uitg. tijdschrift van de Nederlandse Entomologische Vereniging. (p. 61 - 174, 85 - 226), 1926. - Robert, P.A. : "Les Li.be Ll.u Le s ", Ui tg. DeLa chaux et Niestlé, s , a., Pairs, 1958. Smidt, Eberhard : "Aeschna viridis (Eversmann) in Schleswig Holstein BRD". Uitg. Odonatologica, 4e J.g., nr. 2, (J:. 81--88), 1975.

b) Waterwantsen: Macfadyen A., "Animal Eco Lo gy , Aims ar.d Methods", 2nd. Ed., 1963, Bath, Pitman Publishing. Nieser N., "IJs Keci.erlandse water- en oppervlaktewantsen", 1974, Hoo gwoud , KID!V (wm nr. 77) Odum, "Fundamentals of Ecology", 3rd Ed., 1971, lIB Saunders & Cie, London. c) Zweefvliegen _ Le cLe r cq ~l. I "Catalogue des Syrphides (Dipt.) de Be Lgi que "; Bull. Ann, Soc. Roy. Ent. Belg., 1955, p. 171 - 186. Van der Goot V. I "Zweefvliegentabel". Jeugdbonduitgeverij 1970. Verlinden C. en L• • "De Oude Landen, Antwerpen". (Syrphidae) p. 83 - 90

111. Beheersplan

I

"De Oude Landen, Antwerpen, Ekologische studies en inventarisatie van een natuurgebied". Ui tg. Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie in samenwerking met de werkgroep "Oude Landen", 1977. De Blust G. I "Ekologische achtergronder, van natuurbehoud", U.1.A. cursus.


- 102 -

INHOUD Blz. Auteur 1. Voorwoord 2. Geschiedenis 3. Planten a) Inleiding planteninventarisatie b) Beschrijving vegetatiekaart c ) Plantenlijst d) Paddestoelenlijst e) Tabellen I Overzicht der opnamen VerweIking van de oevervegetatie 4. Vogels a) Inlei.d.ing b) Broedvogelinventarisatie c) WateI~oh~ltelling a) Vogelwaarnemingen Soortenl i j.s t Bespreking e ) Ringgegevens 5. Amfibieën en reptielen 6. Insekten a) Libellen b) Waterwantsen c) Waterkevers a) Zweefvlieger. e) Vlinders f) Losse Waarnemingen 7. Diatomeeën 8. Beheersmaatregelen 9. Dankwoord 10. Literatuur

-

5 9

Pol PaIs Walte r Vande rveken

10 11 16

24

Walter Vanderveken en Mark Peeters Moens

26 27

Guy Leys Guy Leys

28 29

Pel PaIs Frank Gé rard Frank Gérard Frank Gérard en Pol PaIs Pol PaIs Pol PaIs Koen Martens

41 45 46 49 60 62

63 70

Koen Martens Koen Martens 75 Koen Martens 78- Pol PaIs 87 Willy De Prins 90 Koen Martens 91 Luc Denijs 95 P, Helsen en K. Martens 100 Pol PaIs 101

:.

,

l -,

c

-c-

" 0

" ~

,'lj


- - v

-

v;-.

~

nUIT ER· PLAS

o.

~~ •.-J ._---

oPgtlGPOlen grond

• • • • • • • • TALINGVEO

,'

I.

~~ •

• • •

• • •

.~-

t

,•

8 c

c Ö

~

r-

"•• JI

"

;;;

äl:0

n

z

nEIGERSHQEK

0

.;

BROEKSKOT

G;-.~ -,

kol BAnBEnVEN

---

~_V_E_R__O 'NO I N G S ..... E G

---------=::::::::::::

o

SPELDEKOP

o

VEnGE rEN END

U.poonWEG

---'lJ~t ooqe s poten Q'ond

w

~

-' w

o

-' w

"

U

WEIDE

<IJ

• PQPUlIERENBOS

==r ~lnl~

SCttROEIWEG

c:=

,.,-----

= -==--= -~-~---~ ----_.-

--~ ~-

; \JA~D[l PAD



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.