11 minute read

KANS VOOR NVRD-LEDEN: 6-9 MAANDEN DETACHERING BIJ ISWA

ISWA vestigde zich in 2020 officieel in Rotterdam. Sindsdien hebben vier medewerkers van onze leden de kans gegrepen een aantal maanden gedetacheerd bij ISWA aan de slag te gaan. ISWA is nu op zoek naar de volgende enthousiaste medewerker uit de branche om een aantal maanden bij hen mee te werken. Bij ISWA bouw je vanuit Rotterdam aan je internationale netwerk, maak je mee hoe het is om op internationaal niveau samen te werken en heb je ruime keuzes aan projecten.

Een detachering bij ISWA biedt veel mogelijkheden. Vooral voor beleidsmedewerkers, projectmanagers, communicatiemedewerkers, office- en eventmanagers zijn er veel mogelijkheden. Projecten, zowel internationaal als Europees gericht, waaraan je mee kan werken, zijn bijvoorbeeld:

Advertisement

• Circular and Low Carbon Cities (CALC): Een mede door de NVRD gefinancierd project om steden te helpen bij het meetbaar maken van een koolstofarme circulaire economie. Bij het CALCproject zijn ze druk bezig om een kennisnetwerk op te bouwen tussen steden in Europa en de rest van de wereld die zich richten op het ontwikkelen van een circulaire economie.

• Clean Oceans through Clean Communities (CLOCC): beoogt het plastic zwerfvuil op zee aan te pakken door op lokaal niveau duurzaam afvalbeheer te implementeren. Het project loopt momenteel in Indonesië en is kortgeleden gelanceerd in India.

• Het project ALMA (Advanced Light Materials 2021-2024) heeft ten doel om een nieuwe batterijstructuur voor personenauto’s te ontwikkelen die energiezuiniger en duurzamer is. ISWA werkt hierin samen met negen partners uit vier EU landen en vervult vooral een rol op communicatiegebied. Andere mogelijkheden: • Webinars: Ondanks dat internationale events weer langzaam opstarten is het webinar niet meer weg te denken. Het ontwikkelen en uitvoeren van succesvolle webinars over ‘hot topics’ blijft de komende tijd dan ook belangrijk. Het ontwikkelen van een ‘webinar in the box’ voor leden van ISWA is een van de producten in ontwikkeling.

• Ontwikkelen van een academisch netwerk: Onderzoeken hoe een academisch netwerk tussen ISWA, NVRD en Nederlandse en buitenlandse universiteiten tot ontwikkeling kan worden gebracht.

• Help vanaf de start mee met de voorbereiding van een membership/ community engagement platform, www.getopensocial.com/ of verdiep je in de structurele verbetering van het klantrelatiesysteem.

Deze projecten zijn slechts het topje van de ijsberg wat betreft de mogelijkheden bij ISWA. Voor meer informatie of vragen staan wij voor je klaar. Neem contact op met Suzie van de Pas (beleidsadviseur NVRD) via vandepas@nvrd.nl of 06-15506860. Ook Marc Tijhuis, directeur ISWA staat klaar om vragen te beantwoorden. Contacteer hem via mtijhuis@iswa.org of 06-83602936.

De wereld wordt rookvrij

Wen er maar aan

Ontdek hoe de wereld rookvrij wordt op rookvrij.nlOntdek hoe de wereld rookvrij wordt op rookvrij.nl

NIEUWS

OPROEP: AANLEVEREN INFORMATIE AFVALBRANDEN

Steeds vaker bereiken ons berichten over branden in vuilniswagens en bij recyclers. Om de belangen van onze leden goed te kunnen behartigen in verschillende overlegstructuren over veiligheid, verzekerbaarheid maar ook over beter afvalscheidingsgedrag, zijn we op zoek naar meer informatie over de oorzaak van afvalbranden bij onze leden. Daarom willen we u vragen om aan ons door te geven als u een afvalbrand heeft gehad: waar deze plaatsvond (inzamelmiddel, wagen, overslag, recycler), in welke afvalstroom, wat de oorzaak hiervan was (wanneer bekend) en eventueel ook wat de gevolgen van de brand zijn. Meldingen hierover kunnen worden gestuurd naar vanwunnik@nvrd.nl onder vermelding van ‘Melding Afvalbrand’.

HERZIENING VAN DE KADERRICHTLIJN AFVALSTOFFEN

Momenteel wordt de kaderrichtlijn Afvalstoffen herzien door de Europese commissie. Vanuit onze Europese koepelorganisatie Municipal Waste Europe (MWE) heeft de NVRD een actieve bijdrage geleverd aan de zienswijze die wij namens alle Europese gemeentelijke afvalinzamelaars hebben ingediend. De zienswijze gaat onder meer in op bedrijfsafval, afvalpreventie & hergebruik, bouw- en sloopafval, UPV en recycling. Vanuit de NVRD hebben we specifiek aandacht gevraagd voor een aanscherping van artikel 8. over de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid. We pleiten hier voor een vijftal veranderingen: - Duidelijkere rollen en verantwoordelijkheden voor gemeenten (in relatie tot producenten); - Producenten dienen de volledige kosten te dragen voor de productgroep die onder de UPV valt; - Een gelijk speelveld voor alle ketenpartners, waarin het publieke belang nadrukkelijk gewaarborgd blijft; - Een nauwere betrokkenheid van producenten bij hun producentenorganisaties; - Een herziening van de definitie en de vormgeving van tariefdifferentiatie.

YOUNG NVRD BEZOEKT CIRCULAIR ALMERE

Met meer dan 20 jonge branchegenoten bezocht de Young NVRD op 24 augustus verschillende circulaire initiatieven rondom de Floriade in Almere. De start was bij het Circuloco paviljoen, dat voor 99% is gebouwd met hergebruikte materialen. Alleen de schroeven waren nieuw. Vervolgens toonde ondernemer Femke Mostert (La Femme Qui Rit) hoe zij afgedankte leren banken ‘ontleedt’ en daar mooie tassen van maakt. Na een rondleiding langs andere onderdelen van de Floriade, eindige de dag met het uitwisselen van do’s en don’ts bij het Upcyclecentrum. De volgende Young NVRD bijeenkomst is gepland op vrijdag 21 oktober.

COLUMN

Foto: Bart van Dieken

Influencers

Waar denkt u aan bij de term marketing? Positieve associaties? Of denkt u aan het doel heiligt de middelen, als het maar verkoopt? Grijnst u dan lacherig “daar trap ik niet in hoor”? Dat laatste is helaas onzin. De constante stroom aan reclame en sluikreclame die we dagelijks over ons heen gestort krijgen, is welhaast bizar. Al weet je 90% van de boodschappen te filteren, een deel dringt altijd door. Ook ik ga nog geregeld voor de bijl. En toch is het dubbel. Ik vond het ook altijd een machtig fascinerend vak in mijn studententijd. De slimme psychologische handigheidjes, het kennen van het brein van je doelgroep, beter dan zijzelf. Hoe supermarkten daarop zijn ingericht met hun schappen en social media influencers collectieve salesmanagers blijken. Interessant is ook hoe het verschilt per land: deze zomer in de VS keek ik een avond televisie. Het eerste reclameblok lachte ik nog om al die malle medische verkooppraat. Maar vier blokken verder voelde ik me al bijna schuldig dat ik mijn kinderen niet beschermde tegen die voor mij volkomen onbekende ziekte. Ons bureau is sinds januari versterkt met een collega die álles weet van marketing. Hij zet die expertise nu bewust in voor de goede dingen. Een duurzame wereld, circulaire economie. Een beweging die ik meer marketeers gun: gedrag beïnvloeden om ons allen de goede kant op te bewegen. En dan de écht goede kant. Niet zoals een producent van amandelmelk: omdat veel mensen overstappen op plantaardig, is de markt voor amandelmelk ontploft. Een handige ondernemer in de VS is daarin gesprongen. En onder de noemer vegan en duurzaam, is hij nu de grootste veroorzaker van bijensterfte in California. Niet bepaald waar de doelgroep op zat te wachten. Wat zou het zijn, als we al die euro’s, talenten en energie richten op gewenst gedrag. Als afval verminderen en scheiden cool en hip was, huishoudens elkaar aftroeven met de beste afvalscheiding. Milieustraten de nieuwe Apple stores zijn. Tweedehands de norm, en natuurlijk fix je zelf die kapotte stofzuiger. Ik associeer nog even positief door. Doet u met me mee?

Wendy de Wild, directeur NVRD

ONTWERP- EN GEDRAGSONDERZOEK OM SCHEIDINGSGEDRAG TE VERBETEREN

We gooien jaarlijks zo’n 9 miljard kilo huishoudelijk afval weg. Zo’n 60% daarvan wordt gescheiden, maar dit gaat lang niet altijd goed. Dat is zonde, want goed gescheiden afval biedt kansen voor recycling en andere circulaire toepassingen. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) doet daarom met het project BASSTA onderzoek naar het verbeteren van het scheidingsgedrag van huishoudens.

TEKST: CARLIJN KAPPERS, KRISPIJN FADDEGON, SOPHIE POSTMA & MAARTEN MULDER BEELD: MAARTEN MULDER

De focus ligt op de stedelijke omgeving en de hoogbouw omdat juist hier de scheidingsgraad laag is. Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met o.a. gemeente Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Alphen a/d Rijn, NVRD en Rijkswaterstaat. In het onderzoek worden gedragsinterventies ontwikkeld en getest. Het doel van het onderzoek is om zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het gescheiden afval te verbeteren.

DOE-BOEKEN

Om interventies te ontwikkelen wilden wij eerst weten hoe de bewoners van de beoogde hoogbouwwoningen daadwerkelijk hun afval scheiden. Afval gescheiden weggooien klinkt simpel, maar bestaat uit vier verschillende stappen en alleen als deze allemaal succesvol doorlopen worden, belandt het afval in de juiste afvalbak. Stel iemand eet een banaan in zijn studeerkamer. Het afval moet in de eerste plaats als aparte afvalstroom herkend worden (“een bananenschil, die moet straks bij het GFT”). In stap twee moet deze apart gehouden worden (bananenschil op bord gelegd in studeerkamer) en tijdelijk ergens opgeslagen worden (bijvoorbeeld bij aankomst in de keuken in een GFT-bakje op het aanrecht). Ten slotte moet de bananenschil samen met het andere GFT in stap vier meegenomen worden naar een container om daar definitief weggegooid te worden. Per stap zijn verschillende vaardigheden en kennis van belang. Eraan denken dat je afval kunt scheiden wanneer het ontstaat en herkennen wat in welke bak moet, vraagt bijvoorbeeld andere kennis en vaardigheden dan je afval tijdelijk opslaan of het naar de container brengen. Toch zijn deze stappen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wanneer zich binnen een stap een probleem voordoet, heeft dat gevolgen voor de volgende stappen. Bijvoorbeeld: de bananenschil belandt in de prullenbak van de studeerkamer en komt daardoor niet meer in het GFT-bakje terecht.

Maar hoe kom je erachter hoe mensen thuis hun afval weggooien zonder letterlijk over de schouder mee te kijken? Wij gingen deze uitdaging aan door middel van een dagboekstudie. Deelnemers kregen een speels vormgegeven doe-boek, gevuld met opdrachten. Deze opdrachten richtten zich op alle afvalstromen. Zij werden aan de hand van de vier stappen bijvoorbeeld gevraagd na het avondeten in te vullen wat ze hadden gegeten en hoe ze het daarbij ontstane afval hadden weggegooid. Ook moesten deelnemers een plattegrond tekenen van hun keuken en aangeven waar de afvalbakken staan. Verder werd deelnemers gevraagd de verschillende stappen in hun ‘reis’ naar de afvalcontainer te beschrijven. Zo kregen we een gedetailleerd beeld van het afvalscheidingsgedrag. Aan de hand van enquêtes werden extra gegevens verzameld over de motieven en belemmeringen die deelnemers ervaren bij het scheiden van afval. De doe-boeken en enquêtes zijn door 55 bewoners ingevuld, verspreid over zes verschillende gemeenten waaronder de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Amersfoort en Alphen aan de Rijn, waar ook de interventies gepland zijn.

UITKOMSTEN VAN DE DOE-BOEKEN

Kennis bleek een belangrijke voorwaarde te zijn om goed te kunnen scheiden. Zo vond een aantal deelnemers het lastig om te herkennen waar het afval hoort. Vooral bij gecombineerde verpakkingen, zoals een papieren broodzakje met een plastic venster. Ook bij afvalsoorten die nog minder gescheiden worden, zoals textiel, weten mensen nog niet goed wat ze moeten scheiden en waar ze dit kwijt kunnen. Daarnaast is de gelegenheid die mensen hebben om te scheiden heel belangrijk. De aanwezigheid van een goed functionerend afvalsysteem binnen- en buitenshuis bleek bij te dragen aan de bereidheid om afval te scheiden. Meerdere deelnemers liepen er tegenaan dat de containers regelmatig vol zaten. Zo puilde vooral de papierbak vaak uit waardoor ze hun papier niet kwijt konden. Verder is het belangrijk voor mensen om te weten dat het zinvol is om te scheiden. Vooral bij GFT en PMD was dit een belangrijke motivator. Ook ervaren belemmeringen, zoals stank en fruitvliegjes,

“KENNIS BLEEK EEN BELANGRIJKE VOORWAARDE TE ZIJN OM GOED TE KUNNEN SCHEIDEN.”

speelden een belangrijke rol bij het wel of niet scheiden van afval. De bevindingen uit de doe-boeken zijn vastgelegd in een rapport en interactieve pdf, te vinden op hva.nl/afval-scheiden.

KANSEN VOOR GEDRAGSVERANDERING De resultaten van de dagboekstudie en de enquêtes zijn vertaald naar een aantal kansen die de basis vormt voor gedragsinterventies. Omdat veel mensen aangaven niet te weten in welke afvalbak iets thuishoort of wat ze met het afval moeten doen (moet vies plastic bijvoorbeeld worden afgespoeld of niet?) is het een kans om hierover kennis te delen. Ook informatie over het scheiden van gecombineerde verpakkingen is een kans om bewoners te helpen met afval scheiden.

Meer informatie over wat er met het afval gebeurt nádat het is gescheiden, zou mensen kunnen stimuleren. Hierdoor kunnen ze het nut ervan gaan inzien. Verder is het zinvol bewoners te helpen met de tijdelijke opslag van afval in huis. Bijvoorbeeld door te helpen met de keuze voor een GFT bakje dat past bij hun gezinssamenstelling en de fysieke mogelijkheden van hun woning (bijvoorbeeld wel/ geen plek voor afvalbak op balkon).

ONTWERPEN VAN GEDRAGSINTERVENTIES

Deze kansen vormen de basis van interventies die momenteel ontwikkeld worden. De eerste interventie bestaat uit een startpakket, gericht op het stimuleren van het scheiden van GFT. Het startpakket bestaat uit verschillende onderdelen met als doel bewoners zowel te informeren als te motiveren om GFT-afval op de juiste manier te scheiden. Zo ontvangen bewoners fotokaarten die laten zien wat het lokale en maatschappelijke nut is van GFT scheiden. Bijvoorbeeld dat het compost oplevert voor de stad en dat compost zorgt voor voedzame grond.

Een tweede interventie die ontwikkeld wordt, maakt gebruik van de container als communicatiemiddel. Hierbij is het doel om de kennis en motivatie bij bewoners te vergroten om GFT te scheiden, door posters op of bij de GFT- en restcontainer te plaatsen. Dit is uit te breiden met posters op centrale plekken in flatgebouwen, zoals de hal of lift. De posters spelen o.a. in op het lokale en maatschappelijke nut van GFT scheiden en de schade van het niet scheiden van GFT.

Na de zomervakantie worden de interventies getest in de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Alphen aan de Rijn. Daarbij wordt getest hoe effectief de interventies zijn en proberen we bovendien de redenen hiervoor te achterhalen. De resultaten zullen bijdragen aan de verdere kennisontwikkeling over interventies voor het verbeteren van het afvalscheidingsgedrag. Daarnaast kunnen de resultaten input zijn voor een nieuw onderzoeksvoorstel gericht op het duurzaam verbeteren van GFT-scheiding door huishoudens.

Benieuwd naar de resultaten of wilt u als gemeente of organisatie mogelijk samenwerken in het vervolgonderzoek? Mail dan naar m.mulder3@hva.nl of bekijk de website van BASSTA voor meer informatie: www.nwo. nl/projecten/raakpub07007

Posters worden ingezet om het belang van gft-scheiden onder de aandacht te brengen.

This article is from: