E-book O²PZ symposium 2024: Verandering door verankering

Page 1


VERANDERING DOOR VERANKERING E-book

Symposium 2024

Dit programma wordt mogelijk gemaakt door

Opening Marijke Dericks-Issing en Frénk van der Linden

GEEN VERANDERING ZONDER VERANKERING

Programmamanager Marijke Dericks-Issing legt aan dagvoorzitter Frénk van der Linden uit waarom voor het thema Verandering door verankering is gekozen: ‘Als het programma in november afloopt, willen we echt een verandering teweeg hebben gebracht. En die moet ook verankerd worden. Wij zijn zes jaar lang de motor geweest, maar het onderwijs moet het nu overnemen.' Projectleider O²PZ Jojanneke Thiesen-van Staveren noemt een paar concrete resultaten die de plek van palliatieve zorg in het onderwijs gaan borgen: ‘We hebben het Onderwijsplatform palliatieve zorg gelanceerd en de ambassadeurs van de Onderwijsknooppunten palliatieve zorg gaan zorgen voor de nodige continuïteit.’ Volgens Dericks-Issing blijven drie pijlers ook in de toekomst een belangrijk referentiekader: het Kwaliteitskader Palliatieve zorg, het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 en het Interprofessioneel samenwerkingsmodel.

Dagvoorzitter Van der Linden bevraagt ook andere projectleiders van O²PZ. Romke Langezaal en Myrna Pelgrum-Keurhorst benadrukken de waarde en het belang van het Addendum Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 voor VVO, MANP en PA-opleidingen. En projectleider Ingrid van Zuilekom geeft uitleg over het Profiel Specialistische expertise palliatieve zorg, dat binnenkort gepresenteerd zal gaan worden.

Bekijk hier alle foto’s van het symposium Verandering door verankering

Bekijk hier de digitale versie van het O²PZ magazine

Theatervoorstelling Doodvermoeiend

VRAAG EENS HOE HET MET DIE ANDER GAAT

Hoe begin ik een gesprek met iemand die binnenkort gaat overlijden, en wat zeg ik dan? In de educatieve theatervoorstelling Doodvermoeiend komen deze en andere vragen aan de orde. Ter voorbereiding sprak theatermaker Jurriaan Bles anderhalf jaar lang met vertegenwoordigers uit de zogeheten zorgdriehoek: zorgverleners, zorgvragers en de naasten. Hij speelt het stuk samen met actrices Susan ten Harmsen en Aafke van der Meij. Op het symposium spelen ze enkele scènes. In de eerste scène krijgt mevrouw Deurloo een slechtnieuwsgesprek:

Arts: ‘De longscan bevestigt waar wij al bang voor waren na de uitslagen. U heeft borstkanker. Met uitzaaiingen, in ieder geval in de longen.’

Mevr. Deurloo: ‘Daar schrik ik erg van.’

Arts: ‘Dat snap ik, dat u daarvan schrikt.’

Mevr. Deurloo: ‘En eh, wat nu?’

Arts: ‘Wat dat betekent voor u? Het spijt me dat te moeten zeggen, maar u bent ongeneeslijk ziek. Wij kunnen u op dit moment geen behandelingen aanbieden die u beter kunnen maken.’

Mevr. Deurloo: ‘Ga ik dood?’

Arts: ‘Dat gaan we allemaal. Maar er bestaat in uw geval een grote kans dat u aan de gevolgen van deze ziekte zult komen te overlijden. Echter, u bent niet uitbehandeld. We hebben palliatieve behandelingen en trajecten die ik graag met u zou willen bespreken.’

Mevr. Deurloo: ‘Maar dat snap ik niet, dokter. Wat bedoelt u dan precies?’

Regisseur en acteur Jurriaan Bles legt na de voorstelling uit, dat het als acteur al lastig is om tegen iemand te zeggen dat je niets meer voor die ander kunt doen: ‘Wat je wél kunt doen, is als zorgverlener, of als naaste van de patiënt, vragen hoe het met die ander gaat. Communicatie in de palliatieve zorg is zo vreselijk belangrijk. Je kunt het leren in een training, maar als je het voor je ziet, is het soms duidelijker. Wij proberen met deze voorstelling de woordenschat rondom de psychische, sociale en spirituele impact in de palliatieve fase te vergroten. Hoe onuitsprekelijk lastig sommige onderwerpen ook zijn om bespreekbaar te maken, het kan net zo lastig zijn om rond te blijven lopen met het gevoel van: had ik toen maar…’

Binnenkort is het materiaal van Jurriaan Bles beschikbaar op het Onderwijsplatform palliatieve zorg.

Meer informatie en boekingen: www.doodvermoeiend.nl/

Spreker

TOEGEVEN DAT JE NIET ALTIJD ALLES WEET

Plenaire spreker en gedragswetenschapper Nadia El Idrissi gaat met de zaal in gesprek hoe we als zorgverlener beter kunnen aansluiten op diversiteit en laaggeletterdheid. ‘Stel je voor dat wij een zorglandschap kunnen creëren waarin we aandacht hebben voor patiënten met hun culturele, spirituele en persoonlijke voorkeuren. Dat we niet palliatieve zorg gaan verlenen op basis van richtlijnen, maar kijken naar de mens achter de patiënt.’

‘Goede palliatieve zorg houdt in dat je empathisch bent en cultureel sensitief’, houdt El Idrissi de bezoekers voor. ‘Dat je weet hoe jouw patiënten in het leven staan, wat voor hen belangrijk is.’ Ze vertelt over een arts die die altijd een vaste openingszin heeft bij nieuwe patiënten: “Vertel me eerst eens wat meer over uw tradities”. Op die manier kom je vaak meer te weten wat de ander nodig heeft, legt ze uit. Iedereen heeft namelijk een eigen manier van willen doodgaan. Als je als daar als professional voor openstaat, als patiënten en naasten ervaren dat ze gezien worden door de zorgverlener, kun je de palliatieve zorg naar een hoger plan brengen, betoogt El Idrissi.

Respect en vertrouwen

El Idrissi benadrukt dat diversiteit zich niet beperkt tot mensen met een migratieachtergrond. Het kan ook gaan om spirituele, persoonlijke voorkeuren. En wat betreft laaggeletterdheid: er zijn naar schatting 2,4 miljoen Nederlanders die moeite hebben met het begrijpen van informatie over hun eigen gezondheid. Iedereen is verschillend en iedereen heeft andere wensen als het aankomt op de palliatieve fase. Miscommunicatie ligt altijd op de loer, maar het gaat om een fundament van respect en vertrouwen: ‘Je mag je daarbij als zorgverlener best kwetsbaar opstellen en toegeven dat je niet alles weet van andermans cultuur. En vraag hulp aan de patiënt of een familielid.’

Onderwijsmateriaal

De aanwezige docenten in de zaal noemen het een uitdaging om het onderwerp met studenten te bespreken. Ze ondervinden weerstand. Een docent probeert dit te doorbreken door studenten hun eigen uitvaart te laten beschrijven. We zijn bezig met een inhaalslag, meent El Idrissi. ‘Onderwijs en beleid waren lang geen weerspiegeling van de maatschappij. Met als gevolg dat we zorgprofessionals op de markt hebben gelanceerd die weinig affiniteit hebben met de realiteit van de samenleving. We moeten meer naar de praktijk kijken, bepalen waar de behoefte ligt. Verder moeten we met alle organisaties trachten om een draagvlak te creëren voor het uitgangspunt waarin we palliatieve zorg niet enkel associëren met doodgaan, maar als een traject waarin de waardigheid van de patiënt centraal staat, waar jij als professional in kunt voorzien.

Dat vraagt tijd, dat vraagt investering en om herziening van lesmateriaal.’ Is er wel goed onderwijsmateriaal beschikbaar, vraagt iemand uit de zaal zich af. Het antwoord is ja. In de toolbox van Palliaweb is het nodige te vinden over het verlenen van interculturele zorg. Maar het begint met luisteren en volgen, benadrukt El Idrissi nog eens. Praat niet alleen met de patiënt, maar probeer ook in beeld te krijgen wat het volledige gezin nodig heeft.

El Idrissi geeft een voorbeeld van een Surinaamse vrouw waarbij de familieleden wilden dat ze zingend naar de dood zou worden begeleid. Als Nederlandse arts kun je dat bizar vinden, maar voor die mensen was dat op dat moment zeer waardevol. Het was een manier om hun geliefde van het leven naar de dood te begeleiden. ‘Goede palliatieve zorg verlenen vraagt van ons dat wij continu leren over onszelf. Wie zijn wij, wat is ons referentiekader en in hoeverre gaan we dat projecteren op een ander?’

Bekijk het lesmateriaal op Palliaweb: www.palliaweb.nl/onderwijs-en-opleiden-palliatieve-zorg

EEN BOODSCHAP VAN HOOP

Spreker Teun Toebes

Het is belangrijk dat we meer gaan focussen op kwaliteit van leven, en dat palliatieve zorg veel meer onderdeel wordt van onze manier van denken en doen. Daarvoor pleit gastspreker Teun Toebes. Hij staat bekend om zijn eigenzinnige en frisse blik op de zorg, die voortkomt uit zijn ervaringen uit de ruim 3,5 jaar dat hij zelf vrijwillig als bewoner in een verpleeghuis verbleef.

In de tijd dat hij in het verpleeghuis woonde, luisterde hij veel naar mensen met dementie, en ervaarde wat zo’n institutionele omgeving met je doet. Het draait wat Toebes betreft altijd om de vraag of je naar de ziekte kijkt of dat je de mens ziet: ‘Het algemene beeld is vaak dat je bij dementie alles verliest. Terwijl de realiteit veel genuanceerder is. Ik geef dan ook liever een boodschap van hoop in plaats van een boodschap van verlies.’ Toebes ziet dementie als een vraagstuk voor de hele samenleving, niet per se alleen voor de zorg. Hoe richten we onze wijken in, hoe willen we met elkaar samenleven? ‘Laten we niet een aparte samenleving creëren voor mensen met een ziekte, een industrieterrein van zorg, waarbij de hoogte van de indicatie bepaalt of je thuis woont of in een intramurale instelling. We hebben allemaal recht op een goed leven, en recht op een goede dood. Als je mensen meer autonomie geeft, betekent dat óók dat je als instelling soms bepaalde risico’s moet accepteren, dat je bij de voordeur zegt: “Ja, hier gaan mensen dood, of valt een bewoner soms van de trap.” Het verpleeghuis zou geen gouden kooi moeten zijn, maar een verlengstuk van een zo goed mogelijk leven.’

Kwaliteit van leven

Tijdens zijn opleiding verpleegkunde merkte Toebes dat palliatieve zorg slechts een klein onderdeel uitmaakte van de lessen, waar de nadruk meer lag op pathologie. Terwijl het volgens hem veel meer gaat om contact maken en zorgen dat je gelijkwaardig bent, in plaats van dat je zegt: “Ik ben de zorgverlener met een zorgplan, ondertekend door je wettelijk vertegenwoordiger, en jij bent de bewoner.” Het is nodig dat we met elkaar meer spreken over ethiek, meent Toebes: ‘Deel met elkaar wat volgens jou kwaliteit van leven is. Zo ervaar je dat dit voor veel mensen heel verschillend is. Nu staat kwaliteit van zorg centraal in de opleiding, maar kwaliteit van léven zou het uitgangspunt moeten zijn, waarbij kwaliteit van zorg wel een belangrijk middel is natuurlijk.’

Wat kwaliteit van leven is, is dus heel persoonlijk, licht Toebes toe. ‘Dat je zelf mag kiezen waar je doodgaat, of dat je geliefden dat voor je mogen bepalen. Dat ik op mijn kamer mijn eigen kleedje op de vloer mag laten liggen, dat ik me mag verslikken. Dat niet voor mij bepaald wordt of ik in mijn drinken een verdikkingsmiddel toegediend krijg. Het gaat over het accepteren van de dood. Dat is nu vaak een worsteling: de individuele wens van de mens versus de retoriek van een systeem dat gericht is op veiligheid en controle.’

Een verandering in denken

Het verpleeghuis dat focust op ziekte en zorg is fundamenteel verkeerd, we hebben meer sociale woonvormen nodig waar mensen een positieve verhuisbeweging maken en samenleven in een gemeenschap, ook bij ziekte, betoogt Toebes. Niet op basis van een indicatie, maar vanuit vrijwilligheid. Want dat staat volgens Toebes de kwaliteit van leven vaak in de weg. ‘Het vereist een cultuurverandering, een verandering in ons denken. Alle rapporten en adviezen gaan uit van een probleem: er zijn te veel mensen met dementie, er is te weinig personeel, een tekort aan verpleeghuizen. Als we die zaken oplossen komt het goed, is de gedachte. Maar daarmee leg je de sleutel in handen van anderen. Het gaat erom dat je kritisch blijft op je eigen denkbeelden. Als je de toekomstige 600 duizend mensen met dementie reduceert tot een groep zieke mensen, blijven we de omgang met deze grote groep, en de ondersteuning die ze nodig hebben in de palliatieve fase, problematiseren. Dat kunnen we met zijn allen veranderen, daarin ben ik hoopvol gestemd.’

Ga naar de website van Teun Toebes: Teun Toebes - Een betere wereld creëren voor mensen met dementie

Onderzoeker Fleur Godrie over OCURA

Goede zorg verlenen en zelf in balans blijven SESSIE 1

Onderzoeker Fleur Godrie van Amsterdam UMC, tevens lid van het O2PZ programmateam, heeft een training ontwikkeld voor docenten en opleiders op alle onderwijsniveaus. ‘Deze training, CURA geheten, is een laagdrempelig instrument dat zorgverleners en studenten kunnen gebruiken om gestructureerd stil te staan bij twijfels rondom moreel lastige vragen, bijvoorbeeld in de palliatieve zorg.’

De methodiek bestaat uit vier stappen: Concentreren, Uitstellen, Reflecteren en Actie ondernemen. Godrie: ‘CURA helpt studenten bij het geven van goede zorg op hun toekomstige werkplek, maar zeker ook om zelf in balans te blijven.’ Hieruit is vervolgens OCURA ontstaan, waarbij de letter O staat voor onderwijs & opleiden. In het OCURA inspiratiemagazine staan voorbeelden hoe docenten CURA kunnen inzetten in het onderwijs. Godrie: ‘Je vindt er veel tips en trics van docenten die al ervaring hebben met het inzetten van CURA in het onderwijs. Denk aan een themamiddag palliatieve zorg voor studenten hbo-v waarin je casussen bespreekt, of waarin je met studenten kindergeneeskunde het doel en de opzet van een moreel beraad behandelt.’

Meer ambassadeurs

Docenten willen graag de ruimte hebben om hun eigen stijl en creatieve ideeën in hun lessen kwijt te kunnen, zegt Godrie. Daar kan dit magazine bij helpen. Een Community of Practice, bestaande uit een dwarsdoorsnede van het Nederlandse en Vlaamse zorgonderwijs, zorgt voor continuïteit van deze methodiek. Godrie hoopt dat er op deze manier steeds meer CURA-ambassadeurs komen. Naast het inspiratiemagazine, zijn er ook trainingen beschikbaar.

Bekijk hier het inspiratiemagazine: www.xendens.nl/n/27/nieuws/ocura-magazineinspiratiebron-voor-docenten

Heb je interesse in een training? Mail dan naar cura@amsterdamumc.nl

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 2

Gudule Boland over beperkte gezondheidsvaardigheden

Begrijpelijke taal is voor iedere patiënt belangrijk

Gudule Boland, strategisch projectleider en adviseur bij Pharos, praat zorgdocenten bij over laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden, en de gevolgen daarvan voor de zorgverlening. Hoe breng je studenten bij dat ze aandacht hebben voor de gezondheidsvaardigheden van hun toekomstige patiënten?

Er is een relatie tussen inkomen, opleiding en gezondheid. Mensen met een laag inkomen krijgen bijvoorbeeld twee keer zo vaak een beroerte, en mensen die alleen basisschool hebben doorlopen, maken zes keer zo vaak kans op een hartinfarct. Begrijpelijke taal is dus cruciaal, betoogt Boland. Het begint met het herkennen van laaggeletterdheid. ‘Dat kun je herkennen, bijvoorbeeld als iemand niet meeleest met de tekst op het scherm, of geprikkeld reageert als je veel vragen stelt. Ook als iemand moeite heeft met het chronologisch vertellen van een verhaal en digitale vragenlijsten niet invult, kan er sprake zijn van beperkte gezondheidsvaardigheden.’

Gespreksimulatie

Er is een schat aan lesmateriaal. Pharos biedt bijvoorbeeld gratis voor studenten de mogelijkheid om virtueel gespreksvaardigheden te oefenen. Behalve zo’n gespreksimulatie zijn ook diverse interactieve spellen beschikbaar. Ook zijn er gesprekskaarten en informatiekaarten over terminale en palliatieve zorg. En door te oefenen met de zogeheten terugvraagmethode, check je of de patiënt begrepen heeft wat je hebt besproken. En door te oefenen met het simpel uitleggen van medische termen zoals diuretica en exacerbatie, leer je je beter te verplaatsen in de beleefwereld van de patiënt tegenover je. Klik hier voor de presentatie Ga naar de kennisbank van Pharos www.pharos.nl/kennisbank Het Youtube-kanaal van

Yvonne Engels en Jacqueline van Meurs over de vier dimensies van zorg

Signaleren, verkennen en proactief integreren SESSIE 3

‘Met de dimensie “fysiek” kom je dankzij de vele richtlijnen palliatieve zorg een heel eind. Maar hoe signaleer je wat er verder speelt bij een patiënt?’ luidt de centrale vraag van de sessie van Yvonne Engels, hoogleraar zingeving in de gezondheidszorg, werkzaam in het Radboudumc, die ingaat op de vier dimensies van zorg: fysiek, psychisch, sociaal en zingeving. Dat doet ze samen met Jacqueline van Meurs, consulent spirituele zorg en geestelijk verzorger in het Radboudumc.

Engels en Van Meurs geven uitleg over de zogeheten SVP-methode: Signaleren, Verkennen en Proactief integreren in de zorgplanning van wat de patiënt bezighoudt. Engels: ‘Alleen een empathische zorgprofessional zijn is niet genoeg. Ook een multidimensionale anamnese afnemen is niet toereikend. Dat blijft belangrijk, maar een ziekte is progressief, de patiënt verandert. Tegelijk is het niet realistisch om iedere week zo’n anamnese te herhalen. Bovendien komt ook niet alle essentiële informatie hiermee naar boven.’

Wie steunt de patiënt

Van Meurs: ‘Een manier om te verkennen, is gebruikmaken van de vragen zoals die omschreven zijn door het Mount Vernon Cancer Network. Stel daarbij jouw patiënt vragen als: “Wat houdt jou in het bijzonder bezig?” Je kunt ook vragen aan wie de patiënt steun heeft gehad in eerdere situaties, en wie de patiënt graag bij zich zou willen hebben. Het is belangrijk dat zorgverleners zulke informatie mondeling en schriftelijk overdragen. Het kan van essentieel belang zijn voor het zorg- en behandelplan.’ De vraag die de deelnemers aan de sessie meekrijgen is: “Ga na of zingeving op jouw werkplek ertoe doet. En op welke manier wil je hier (meer) aandacht aan besteden?” Engels en Van Meurs geven hierover trainingen in een theater met trainingsacteurs. Daarbij is ook aandacht voor het overdragen van de dimensie zingeving en het integreren daarvan in de zorgplannen. Want het interacteert immers met andere dimensies.

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 4

Ina Keijsers en Ingrid Kolen over mboopleidingen Verpleegkundige, Verzorgende en Maatschappelijk Zorg

Een mbo-keuzedeel boordevol lesvormen

Ina Keijsers en Ingrid Kolen zijn beiden als ontwikkelteamleider bij het Consortium Beroepsonderwijs, betrokken bij de opzet van het keuzedeel Verdieping palliatieve zorg en het Basisdeel palliatieve zorg voor de mbo-opleidingen Verpleegkundige, Verzorgende en Maatschappelijke Zorg.

Als iets belangrijk is in de palliatieve fase, dan is het flexibel in kunnen spelen op de individuele situatie. De behoefte van de zorgvrager kan immers iedere keer weer totaal verschillend zijn. Keijsers: ‘Er zijn allerlei manieren om studenten met het onderwerp aan de slag te laten gaan. Het kaartspel Kiezen & Delen bijvoorbeeld. Dat is een spel vol dilemma’s, stellingen en vragen over het leven, ziek zijn en de dood. Wat zou je bijvoorbeeld liever willen, dat je dokter jou alles moet vertellen of dat hij zaken voor zich mag houden?’ Hoe leidt je het onderwerp in? Kolen: ‘Je kunt starten met het delen van ervaringen. Zo krijg je als docent een beeld van de ervaringen van studenten. Soms zijn de privé-ervaringen erg vers, bijvoorbeeld een ouder of een oma die pas overleden is. Het is belangrijk dat je dat meeneemt in je lessen. Niet alleen om kwetsbaarheden te voorkomen, maar vooral om juist de sterke punten te kunnen gebruiken.’

Stellingen

Lesvormen zijn er in het keuzedeel genoeg te vinden: Engels: ‘Als onderdeel van een van de tien thema’s uit het keuzedeel, het thema Wet- en regelgeving, kun je studenten actief betrekken bij de opdracht “Euthanasie”. Na het bekijken van een video kunnen studenten aan de hand van een aantal stellingen met elkaar in gesprek.’ Bijvoorbeeld de stelling: “Elke arts moet verplicht euthanasie verlenen als een patiënt daar om vraagt.” De studenten kunnen dan in een vak gaan staan met “eens” of “oneens”. Het keuzedeel kan prima aangevuld worden met O²PZlesmateriaal. De Onderwijsknooppunten palliatieve zorg kunnen de mbo-docent daarbij adviseren.

Bekijk hier het mbo-keuzedeel Palliatieve zorg www.palliaweb.nl/onderwijsmaterialen/keuzedeel-palliatieve-zorg-mbo

Volg het consortium mbo op linkedin: www.linkedin.com/company/consortiumberoepsonderwijs

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 5

Olav Schuth over de impact van de dood op zorgverleners

‘De impact van de dood is niet voor iedereen hetzelfde’

De dood heeft onmiskenbaar impact op zorgverleners. Specialist Ouderengeneeskunde Olav Schuth heeft daar zijn eigen ideeën over en past die ook toe in het onderwijs.

Schuth, die ook kaderarts eerstelijn is bij Vivium, heeft verschillende onderwijsvormen ontwikkeld voor zowel geneeskundestudenten, basisartsen als zorgprofessionals. ‘Een groot deel van de geneeskundeopleiding is naar mijn idee nog altijd gericht op “Cure” en te weinig op “Care”. Tijdens het geven van colleges aan studenten geneeskunde die nog in de basisopleiding zitten, merk ik dat er veel vooroordelen bestaan over het specialisme Ouderengeneeskunde. Ze denken dat het traag is, maar niets is minder waar. Het is juist heel dynamisch. Je hebt te maken met complexe materie. De vraag die altijd voorop staat is: wat is zinvolle zorg? En hoe kun je bijdragen aan de kwaliteit van leven, ook als de behandelopties opraken?’

Sterftypen

Een handig hulpmiddel is een model met vijf zogeheten sterftypen, die door Stichting STEM zijn gedefinieerd. Het proactieve type houdt bijvoorbeeld het liefst alles in eigen hand: van euthanasieverklaring tot de invulling van de eigen begrafenis, terwijl het sociale sterftype banger dan gemiddeld is voor alle aspecten rondom sterven, en behoefte heeft aan pijnbestrijding, en vertrouwd gezelschap en in de laatste levensfase. Het model kan je helpen om je makkelijker in de ander te verplaatsen.

Bekijk hier de documentaire Meebewegen www.human.nl/thuis-op-zuid/kijk/aflevering-2.html

Op het Youtube-kanaal van Stichting STEM vind je filmpjes over de vijf sterftypen www.youtube.com/@stichtingstem5905

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 6

Anne van Rijsewijk over de implementatie van het Addendum Onderwijsraamwerk

palliatieve zorg 2.0

Leren en inspireren door best practices

Het delen van best practices helpt bij het optimaliseren van onderwijs palliatieve zorg. Voor opleidingsniveaus 6 en 7 is het Addendum Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 daarbij een handig hulpmiddel. Hoe verliep de implementatie daarvan op Hogeschool Saxion?

Op de masteropleiding voor Nurse Practitioner (MANP) van Hogeschool Saxion heeft palliatieve zorg een prominente plek gekregen in het curriculum. Dat verliep langs zeven stappen. Anne van Rijsewijk, docent/onderzoeker MANP en verpleegkundig specialist AGZ bij Saxion, licht toe hoe dat in zijn werk ging, samen met O²PZ-projectleiders Ria Boel en Myrna Pelgrum-Keurhorst. Van Rijsewijk: ‘We begonnen met formuleren wat de doelstelling is. Via onder meer een selectie van activiteiten en implementatie eindigden we bij de laatste stap: de evaluatie.'

Dromers, realisten en critici

De O²PZ-projectleiders lichten er een stap uit. Een nieuwe onderwijsactiviteit kun je bijvoorbeeld effectief en creatief laten vormgeven door een groep mensen die bestaat uit een mix van dromers, realisten en critici. Pelgrum-Keurhorst: ‘De dromer komt met nieuwe ideeën en doelen. De realist transformeert ideeën naar iets concreets en de criticus functioneert als filter en stimuleert verfijning van de plannen.’ Van Rijsewijk: ‘Bij Saxion was een onderdeel van de implementatie ook een integratiedag “Palliatieve zorg en advanced care planning”, een concept dat voorkomt uit het pakket onderwijsvernieuwingen van Saxion. Hier werd gediscussieerd over allerlei stellingen, zoals “Patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen kunnen niet opgenomen worden in een regulier hospice.” Er werd daarbij casuïstiek gebruikt als ondersteuning.’

Ga naar het Addendum Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 palliaweb.nl/onderwijs/interprofessioneelopleiden/download-onderwijsraamwerk-2-0

Klik hier voor de presentatie

7

Toosje Valkenburg en Bart Meijman

over behandelingsgesprekken

Niet alles is maakbaar SESSIE

Overbehandeling komt vaak voor. Als je als arts het gesprek aangaat over de behandeling, moet je dit als “dappere dokter” durven aan te kaarten, zonder je eigen professionele verantwoordelijkheid af te schuiven.

Huisartsen Toosje Valkenburg en Bart Meijman noemen enkele eigenschappen van een dappere dokter: ‘Als je durft naar je naar eigen persoonlijk functioneren te kijken. Als je je laat aanspreken op je professionaliteit en anderen durft aan te spreken op hun professionaliteit. Als je zorgt voor intensieve samenwerking tussen huisarts, specialist en andere zorgverleners, om te komen tot optimale zorg.’ Het zijn volgens de twee artsen allemaal belangrijke zaken als je te maken krijgt met een patiënt die geleidelijk passend afscheid zal moeten nemen van het leven, en zelf moet erkennen dat het mensen medisch repareren altijd eindig is.

Een doorlopend gesprek

Valkenburg: ‘We lijken te geloven dat er altijd nog wel íets is dat we kunnen doen. En vaak is dat ook zo, maar daardoor zijn we het vermogen kwijtgeraakt om te spreken over het kleiner worden van het leven, en de eindigheid ervan. En doen we niet wat nodig is, namelijk een gesprek voeren met een patiënt, over de kwaliteit van leven, over afscheid nemen, over wanneer genoeg “genoeg” is. Meijman: ‘We hebben het dan niet over één gesprek dat je vervolgens kunt afvinken, maar over een doorlopend gesprek. Hoe mensen denken over hun levenseinde verandert namelijk voortdurend, tegelijk met hun lichamelijke conditie.’ De twee huisartsen zetten zorgverleners aan het denken. Als je niet praat over een naderend einde, ontneem je de patiënt de mogelijkheid om tot afronding te komen. Maar wie moet het als eerst bespreken en hoe zet je degene daartoe aan?

Ga naar de website van de dappere dokters https://www.optimalezorg-dapperedokters.nl/

Klik hier voor de presentatie

Ingrid van Zuilekom over specialistische expertise in palliatieve zorg

Voorbij de generalist SESSIE 8

Het O²PZ-project Voorbij de generalist heeft tot doel om helderheid te creëren over wat specialistische expertise in palliatieve zorg inhoudt. Om antwoord te krijgen op die vraag, is een Delphi-studie opgezet, waarbij in een survey professionals werd gevraagd wat zij verstaan onder een specialist of expert palliatieve zorg. O²PZ-projectleider Ingrid van Zuilekom geeft uitleg over het onderzoek en het vervolg.

Van Zuilekom: ‘Het onderzoek bestond uit meerdere onderdelen. Wat is bijvoorbeeld de rol van specialist en expert in de dagelijkse praktijk en welke competenties zijn daarvoor nodig? Daarnaast vond een scoping review plaats, waarin werd bekeken hoe gespecialiseerde palliatieve zorg in de internationale (peer reviewed) literatuur wordt beschreven. En is er tot slot consensus over specialistische expertise palliatieve zorg in Nederland?'

Profiel

Hieruit volgt een Profiel, waarin de competenties en condities (werkervaring en aanvullende opleiding) beschreven staan voor alle verzorgende, verpleegkundige en medische beroepsgroepen. Daaraan gekoppeld is een Werkagenda, waarin aanbevelingen voor professionalisering palliatieve zorg zijn geformuleerd. Het profiel biedt een basis voor meer helderheid over wat we onder specialist en expert palliatieve zorg willen verstaan, op alle professionele niveaus, van verzorgende tot arts.

Meer informatie: i.vanzuilekom@saxion.nl

Een uitgebreid artikel over het project Voorbij de generalist kun je lezen in het O²PZ magazine: https://o2pz.nl/over+o2pz/producten/2705449.aspx?t=O%c2%b2PZ-magazine

Klik hier voor de presentatie

Het belang van regionaal onderwijs SESSIE 9

Onderwijs palliatieve zorg in de regio draagt bij aan onze maatschappelijke taak, vindt Judith Hetem, programmamanager bij ScholingPZ. Samen met O²PZambassadeur Sabine Pieters geeft ze voorbeelden.

De kwaliteit van palliatieve zorg verbeteren kun je niet alleen, dat lukt alleen op basis van een langdurend en goed gefundeerd samenwerkingsverband. Hetem: ‘Een mooi voorbeeld is de basisscholing palliatieve zorg bij kanker. Deze wordt in alle consortia aangeboden. Het is een praktijkgerichte en actiegerichte scholing die veel casuïstiek bevat, met veel stof om samen in gesprek te gaan. Deze geaccrediteerde scholing is op verschillende niveaus te volgen: voor verzorgenden, verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en artsen.

Tijdelijke programma’s

Hoe voer je zo’n tijdelijk programma uit, rekening houdend met bestaande structuren? En op welke wijze kun je dit toekomstbestendig borgen?

Pieters: ‘Dat kan op het eerste gezicht ingewikkeld lijken, maar vaak is het een ultieme kans om thematiek als palliatieve zorg in te bedden in lopende leerlijnen.’

Hetem: ‘De “Gouden cirkel” van Simon Sinek is een handig hulpmiddel. Begin met de vraag waarom je dit doet, wat je drijfveer is. Vervolgens formuleer je een antwoord op de vraag hoe je dat wilt bereiken en hoe je samenwerkt. En tot slot is de vraag wat de het gewenste uitkomst is. Wanneer is het resultaat een succes?’

Hier vind je meer informatie over het programma Scholing Palliatieve Zorg www.scholingpalliatievezorg.nl

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 10

Sara Laurijssen over de inzet van Artificiële Intelligentie in de palliatieve verpleegkunde

Bellen met een overledene

Artificiële Intelligentie is technologie die vaardigheden nabootst, zoals berekenen, plannen, leren en beredeneren.

Deze technologie verandert het vakgebied van de palliatieve verpleegkundige sterk, betoogt Sara Laurijssen van Hogeschool Saxion.

De opkomst van AI-technologie brengt allerlei ethische vraagstukken met zich mee. Doordat het ineens mogelijk wordt het leven te voorspellen, na te bootsen, te verlengen maar ook te uploaden naar de cloud. Dit betekent dat op de beroepsgroep van verpleegkundigen, maar ook andere zorgverleners, een moreel beroep wordt gedaan. Reflectie op AI in het onderwijs is dan ook belangrijker dan ooit, meent Laurijssen. ‘Stel dat je bijvoorbeeld kon bellen met de toekomst, waarin je met behulp van technologie een telefoongesprek voert met een overleden dierbare? De Academie gezondheidszorg van Saxion heeft hiervoor een techniek ontwikkeld. Dat roept meteen een ethische vraag op: mogen we digitale versies van mensen maken die komen te overlijden?’

Een socratisch gesprek

Laurijssen pleit in zulke gevallen voor het voeren van een zogeheten socratisch gesprek, die draait om één filosofische vraag die relevant is voor alle betrokken gesprekspartners, bijvoorbeeld: Wat is de waarde van de dood? Misschien geeft de dood betekenis aan het leven, of is de dood juist iets dat ons tot mens maakt? Het gaat er volgens Laurijssen om dat je je oordeel uitstelt, naar feiten vraagt, nauwkeurig luistert, je empathie uitstelt en accepteert dat je niet alles weet.

Bellen met de toekomst: https://bellenmetdetoekomst.my.canva.site

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 11

Gerda van den Berg over het inzetten van machine learning voor palliatieve zorg

De waarde van AI voor gepersonaliseerde palliatieve zorg

Op welke manier kun je machine learning inzetten voor gepersonaliseerde palliatieve zorg? Docent en onderzoeker

Gerda van den Berg van Hogeschool Saxion verkent samen met het publiek wat er mogelijk is.

Het is belangrijk om bij patiënten met COPD en hartfalen de palliatieve fase tijdig te markeren, het verhoogt de kwaliteit van de palliatieve zorg. Technologie kan daarbij ondersteuning bieden, legt Van den Berg uit. In het Project TELEMAP, dat staat voor TEchnologiE MArkeert de Palliatieve fase, worden met behulp van Machine learning data van 200 duizend dossiers geanalyseerd en geanonimiseerd. ‘Van daaruit kun je een model trainen en optimaliseren’, zegt Van den Berg, waarbij je bijvoorbeeld aan de hand van signalen uit het elektronisch zorgdossier een moment aangereikt krijgt waarop je jezelf als zorgverlener de vraag kunt stellen of je gedacht hebt aan de palliatieve fase.

Ethische vragen

Voordat je zoiets kunt ontwikkelen, is kwalitatief onderzoek nodig onder zorgverleners en zorgvragers. Wanneer begint volgens hen de palliatieve fase? Ook literatuurstudie maakt deel uit van het onderzoek. Van den Berg: ‘Zo’n toepassing roept ook allerlei ethische vragen op, die wel aandacht moeten krijgen. Welke competenties hebben verpleegkundigen bijvoorbeeld nodig om te kunnen werken met AI in de palliatieve zorg? En welke grenzen zijn er aan het werken met AI?’

De website van het Lectoraat Smart Health van Saxion www.saxion.nl/onderzoek/lectoraten/smart-health

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 12

Mirjam de Zeeuw over het vergroten van je vitaliteit

Aandacht voor de aandachtsvelder

Hoe geef je de rol van aandachtsvelder palliatieve zorg vorm en helpt je met een proactieve opstelling? Het Netwerk

Palliatieve Zorg Amsterdam Diemen zette een training op en onderzocht de effectiviteit daarvan.

‘We wilden beginnen met een kleine, intensief geschoolde groep’, legt O²PZ-projectleider

Jojanneke Thiesen-van Staveren uit. ‘Het voordeel van eerst focussen op een beperkte groep, is dat zij hun kennis kunnen verspreiden, verbetertrajecten kunnen inzetten die het werkplezier kunnen vergroten’, vult coach

Mirjam de Zeeuw uit. Vanuit het Netwerk

Palliatieve Zorg Amsterdam Diemen is een trainingstraject opgezet. ‘Uit onderzoek blijkt dat de aandachtsvelders zich na de training gesterkt voelen in hun rol. Ook ervaren ze meer draagvlak in het team en nemen ze meer initiatief, zoals het verzorgen van een klinische les.’ Het netwerk wordt daarbij ondersteund door Wies Wagenaar.

Zorgdriehoek

Ook de teammanagers is naar hun ervaringen gevraagd. Zij ervaren onder meer dat aandachtsvelders meer hun rol pakken en dat er meer aandacht is voor palliatieve zorg binnen het team. De combinatie training, leidinggeven aan een team en netwerken lijkt een vruchtbare en verbindt onderzoek, onderwijs en praktijk. Coach Mirjam de Zeeuw laat iedereen op een zelf deels opgeblazen ballon zitten om zelf de spanning in je lijf te ervaren als je langzaam met je volle gewicht op de ballon gaat zitten. ‘Het is belangrijk om te voelen wat er in je lijf gebeurt, zodat je inzicht hebt in je eigen gevoelens en gedachten. Zo krijg je de mogelijkheid om je grenzen af te bakenen en je vitaliteit te vergroten’, legt De Zeeuw uit.

Uitleg over het trainingsprogramma voor aandachtsvelders: https://palliaweb.nl/getmedia/85c12d28-4e46-46f9-8106-111ad8d0512d/Programma-Aandachtsvelders-2024.pdf

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 13

Roos de Jonge over het inzetten van patiënten in het zorgonderwijs

Leren van een patiënt

Patiënten inzetten in het zorgonderwijs leert zorgverleners zich beter inleven in ongeneeslijk zieke mensen. Dat stelt Roos de Jonge, adviseur Patiëntparticipatie in het UMC Utrecht. In dit ziekenhuis is al veel ervaring opgedaan met structurele borging van het patiëntperspectief in medisch onderwijs.

Soms, als Roos de Jonge haar ervaringen vertelt, is de reactie van studenten geneeskunde: “Dit is de eerste keer dat we het verhaal van een patiënt horen.”

De Jonge: ‘Ze zijn dan al drie jaar met hun studie bezig, maar hebben nooit eerder een patiënt horen vertellen over hoe het is om voor langere tijd in een ziekenhuis te zijn opgenomen.’ Ze weet waar ze het over heeft: haar dochtertje Maggie overleed op zevenjarige leeftijd aan een ernstige hartafwijking. Een urenlange hartoperatie mocht niet baten. ‘Als ik dat verhaal vertel, moeten studenten soms huilen. Bijvoorbeeld omdat er van hen net een ouder, opa of oma is overleden. Dat zijn de studenten met wie ik na afloop even een gesprekje heb.’

Verschillende rollen

De Utrechtse geneeskundestudent Maaike Huijsmans legt uit dat patiënten op verschillende manieren een rol kunnen spelen: ‘De patiënt kan eigen ervaringen delen, maar je kunt ze ook vragen om zelf feedback te geven op het onderwijs, of misschien kunnen ze zelf wel onderwijs verzorgen. Vraag de juiste patiënt voor de juiste vraag’, luidt haar advies.

Lees meer over ervaringsleren

https://o2pz.nl/over+o2pz/ervaringsleren/2532263.aspx

Klik hier voor de presentatie

SESSIE 14

Meys Cohen en Mary-Joanne Verhoef over palliatieve zorg in de acute zorgverlening

Stilstaan bij het acute zorgmoment

Meys Cohen, afdelingshoofd SEH bij Leiden UMC, en Mary-Joanne Verhoef, AIOS Ouderengeneeskunde en postdoc onderzoeker palliatieve zorg, gaan in dialoog over palliatieve zorg in de acute zorgverlening. Een acuut zorgmoment kan namelijk een trigger zijn voor de start van de palliatieve zorg.

Soms zorgt een acuut zorgmoment voor een knik in het beloop van de ziekte. Bijvoorbeeld als sprake is van ernstige klachten, zoals pijn, dyspnoe, bloeding of verwardheid. De mantelzorg kan op zo’n moment al overbelast zijn. De werkvorm SAFE NOW van SEH-arts Doutsje Idzenga kan houvast geven. SAFE NOW staat voor zaken waar je aan moet denken bij elke oudere en kwetsbare patiënt op de spoedeisende hulp. Het is bedoeld om de palliatieve zorgbehoefte in de acute keten in kaart te brengen, zodat duidelijk is wat de patiënt nú nodig heeft. Je kan ermee voorkomen dat je bijvoorbeeld doorbehandelt, terwijl de situatie om een andere benadering vraagt.

Cohen: ‘Als je tot in het oneindige blijft behandelen en onderzoeken doet, ontneem je iemand misschien een goed sterfbed. En iemand laten sterven op de plek van zijn of haar voorkeur is óók kwalitatief goede zorg leveren.’ De vier dimensies van palliatieve zorg kunnen ook behulpzaam zijn als je het gesprek met de patiënt aangaat. Hoe is iemand er fysiek en psychisch aan toe? Hoe zijn de sociale omstandigheden en hoe kijkt de patiënt er zelf naar?

Lees hier het interview met Doutsje Idzenga over SAFE NOW https://www.o2pz.nl/actueel/nieuwsartikelen/2614981.aspx?t=%E2%80%98 palliatieve-zorg-ook-onderdeel-van-acute-zorgverlening%E2%80%99-

Klik hier voor de presentatie

Een goed gesorteerde snoepwinkel

De snoepwinkel biedt een gevarieerd aanbod: van een rouwkaart tot een kennistestbank, en van kinderpalliatieve zorg tot mbo-onderwijs.

Landkaart Rouw

De Landkaart Rouw is een hulpmiddel bij gesprekken met mensen die een rouwproces doormaken. Het kan gaan om een overlijden, het langzaam kwijtraken van je partner door dementie, het verlies van gezondheid, of het verliezen van werk als dat een groot deel van je identiteit bepaalde. Rouwbegeleider Anneke de Leeuw: ‘Het hoeft niet altijd over verlies na een overlijden te gaan. Het kan ook gaan om het definitief moeten loslaten van een gedroomde toekomst.’

Meer over de landkaart rouw: www.jouwwegvindennaverlies.nl/landkaart-rouw

Palliatieve zorg voor kinderen

O²PZ-ambassadeur Mara van Stiphout praat bezoekers bij over wat het Kenniscentrum Kinderpalliatieve zorg kan betekenen, namelijk de verbetering van de kwaliteit van kinderpalliatieve zorg op alle vlakken voor alle kinderen in Nederland. Zo kan het kenniscentrum advies geven over het inrichten van lessen, minors of helpen met een vak interprofessioneel inrichten.

Meer over het Kenniscentrum Kinderpalliatieve zorg: www.kinderpalliatief.nl

Palliatieve zorg thuis

Dietske van Maanen van Stichting Palliatieve zorg thuis (PaTz) presenteert onder andere een interactieve simulatie waarmee wijkverpleegkundigen en huisartsen ervaren dat je door middel van samenwerken betere palliatieve zorg kunt bieden. Huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en inhoudelijk deskundigen palliatieve zorg werken lokaal nauw samen in een PaTz groep. Samen brengen ze vroegtijdig patiënten in beeld en anticiperen op de zorgbehoefte van de patiënt.

Meer over PaTz: https://palliaweb.nl/zorgpraktijk/patz

Keuzedeel voor mbo

Ina Keijsers van Consortium Beroepsonderwijs geeft uitleg over het keuzedeel Palliatieve Zorg voor de mbo-opleidingen verpleegkundige, verzorgende en maatschappelijke zorg, en welke lesmaterialen en -methoden docenten daarbij kunnen inzetten.

Bekijk hier het Keuzedeel: https://palliaweb.nl/onderwijsmaterialen/keuzedeel-palliatieve-zorg-mbo

Scholing passende zorg

Judith Hetem van ScholingPZ geeft uitleg over het scholingsprogramma om de groeiende groep mensen met ongeneeslijke kanker passende zorg te kunnen bieden. Ook professionalisering van docenten is onderdeel van het programma. Ook uitleg over het docentenprofiel is mogelijk.

Ga naar de website van ScholingPZ: www.scholingpalliatievezorg.nl/

Kennis testen

Wil de Groot-Bolluijt van Prove2Move legt uit hoe je de Kennistestbank kan gebruiken. Docenten Zorg & Welzijn kunnen hiermee toetsen samenstellen om te testen wat hun studenten weten over palliatieve zorg.

Meer informatie over de Kennistestbank: https://www.prove2move.nl/dekennistestbank/

Versterk de keten

Onderzoeker en verpleegkundig specialist Palliatieve Zorg Ellen de Nijs van Expertisecentrum Palliatieve Zorg LUMC, weet alles van het versterken van de keten ten aanzien van de palliatieve zorg door samenwerking met de regionale partners. Denk aan huisartsen, thuiszorg, hospices, verpleeghuizen, ziekenhuizen en netwerken palliatieve zorg binnen het Consortium Propallia.

Ga naar de website van het Expertisecentrum: https://www.lumc.nl/patientenzorg/expertisecentra/expertisecentrum-palliatieve-zorg/

De reis van de naaste

Ontwikkelingssocioloog, therapeut en coach Marcella Tam neemt bezoekers mee in de reis van de naaste. Tam: ‘Dit doe ik vanuit mijn eigen ervaring als naaste en mijn professionele ervaring als projectleider van verschillende projecten van het Expertisecentrum Palliatieve Zorg van het LUMC op het gebied van zorg voor naasten en nabestaanden van mensen die ongeneeslijk ziek zijn.’

Meer informatie over de reis van de naaste: www.palliaweb.nl/projecten-nationaal-programmapalliatieve-zorg-ii/oog-voor-naasten

Bezieling

Lector Aliza Damsma van hogeschool Viaa gaat in gesprek over bezieling van zorgvragers en zorgverleners. Ziekte kan diep ingrijpen op het leven van de patiënt. ‘Er komen dan vaak levens- of zingevingsvragen op je pad. Het verlenen van goede zorg betekent dat je daar ook als professional aandacht voor hebt. Tegelijk is zingeving ook vaak de motivatie van de zorgprofessional.’

Meer informatie over het lectoraat zorg en zingeving: https://www.viaa.nl/lectoraat-zorg-en-zingeving/

Onderwijsknooppunten

Ambassadeurs van de acht Onderwijsknooppunten palliatieve zorg geven uitleg over wat zij kunnen betekenen: onder meer het stimuleren van regionale en landelijke uitwisseling van actuele informatie, kennis en best practices over onderwijs palliatieve zorg. Naast hun wegwijzerfunctie vervullen ze ook een een verbindende rol tussen onderwijs, praktijk en onderzoek.

Meer informatie over de Onderwijsknooppunten: https://palliaweb.nl/onderwijs/onderwijsknooppunten

AMBASSADEURS NEMEN HET STOKJE OVER OVERDRACHT

In november eindigt het programma O²PZ. Het hele pakket aan initiatieven en producten moet daarna wel doorgang vinden. De ambassadeurs van de Onderwijsknooppunten palliatieve zorg spelen daarin een cruciale rol.

De ambassadeurs zijn zowel verbinders als wegwijzers, legt programmamanager Marijke Dericks-Issing uit. ‘Binnen de palliatieve zorg verbinden zij iedereen die zich bezighoudt met dit onderwerp, binnen het onderwijs, maar ook uit de zorgpraktijk en de onderzoekswereld. Ook stimuleren ze het uitwisselen van kennis en best practices. Als wegwijzer hebben ze overzicht over het regionale aanbod aan onderwijsmaterialen en scholing.’

Mara van Stiphout, ambassadeur van het Onderwijsknooppunt kinderpalliatieve zorg, neemt namens alle ambassadeurs op het symposium officieel het stokje over. Zij benadrukt dat het thema in het onderwijs keer op keer mensen raakt. ‘Het komt binnen bij mensen. Dat heeft ermee te maken dat iedereen er op een bepaalde manier mee in aanraking komt. Ik hoop dat het onderwijs ook ruimte maakt voor nazorg. Dat er tijd is om nog even het gesprek aan te gaan. Ik maak vaak mee dat er tranen vloeien, dat het iemand in de klas even te veel wordt en de klas uitloopt. Dan is het fijn als er iemand is die even mee kan lopen.’ Soms is de emotie minder zichtbaar, legt Van Stiphout uit. ‘Je ziet het niet altijd. Het kan zijn dat iemand juist stilvalt.’

Bewaarmagazine

Bij de symbolische overdracht hoort ook het uitreiken van het eerste exemplaar van het O²PZ magazine. Dericks-Issing: ‘Dit magazine vat alles samen en bevat alle resultaten die we hebben geboekt. Niet in rapportvorm, maar in de vorm van interviews met heel veel samenwerkingspartners. En onder andere ook een tijdlijn van memorabele momenten.’ Alle bezoekers krijgen een exemplaar mee naar huis.

Lees hier alles over de Onderwijsknooppunten en wat de ambassadeurs voor je kunnen betekenen: https://palliaweb.nl/onderwijs/onderwijsknooppunten

Bekijk hier de pdf van het O²PZ magazine: https://o2pz.nl/PageByID.aspx?sectionID=201456&contentPageID=2705440

Bestel hier gedrukte exemplaren: https://o2pz.nl/Beheer/Formulierenmodule/2697693.aspx

OVERDRACHT

ON

Noord-Holland / Flevoland Amsterdam UMC

Propallia Leids Universitair Medisch Centrum

Limburg / Zuidoost-Brabant Maastricht UMC

Ligare UMC Groningen K

Septet UMC Utrecht

Kinderpalliatieve zorg Nederland

Zuidwest-Nederland Erasmus MC

Palzo UMC St Radboud Nijmegen

SLOTKWARTET MUZIEK

Het symposium wordt afgerond met een muzikale afsluiter door gelegenheidsformatie Da Capo al Fine, voortgekomen uit de Palliators. Dit strijkkwartet met zang bestaat uit Jeroen Hasselaar, Mary-Joanne Verhoef, Marjon Oolbekkink, Iris Hartog en Frank Pameijer, allen afkomstig uit de gezondheidszorg. Ze spelen enkele klassieke liederen van Franz Schubert uit Die Winterreise.

Colofon

Dit e-book is een uitgave van O²PZ.

CONTACT

Van der Boechorststraat 7

1081 BT Amsterdam

020 – 444 42 72

info@o2pz.nl www.o2pz.nl

© O²PZ 2024

TEKST

Ton Bakker

COMMUNICATIEADVIES

Betty van Wijngaarden

VORMGEVING

Nils Wijnstroot

FOTOGRAFIE

Bart Versteeg

DISCLAIMER

De informatie in dit e-book is uitsluitend bedoeld voor algemeen gebruik. Ondanks dat O²PZ de grootste zorgvuldigheid heeft betracht bij de vervaardiging van deze publicatie is het niet uitgesloten dat de informatie in dit e-book op enig moment, bijvoorbeeld als gevolg van ontwikkelingen of gewijzigde inzichten, onjuistheden bevat of achterhaald is. O²PZ is voor eventuele onjuistheden en onvolkomenheden niet aansprakelijk.

NIEUWSBRIEF

Wilt u graag op de hoogte blijven van ontwikkelingen binnen het O²PZ-programma? Meld u dan hier aan voor de nieuwsbrief!

Team O²PZ

De ambassadeurs van O²PZ

Klik hier voor nog veel meer foto’s van het symposium

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.