5 minute read
Duurzame pellets slechts begin van oplossing
FRIPEL: AL PIONIEREND BELANGRIJKE SCHAKEL IN ENERGIETRANSITIE
‘Duurzame pellets slechts begin van oplossing’
Fripel verwerkt A-kwaliteit hout uit regionale reststromen tot pellets. “Er worden dus geen bomen gekapt voor onze pellets.” Ruben Hut, samen met Niek Witteveen directeur van pelleteerfabriek Fripel in Drachten, kan het niet vaak genoeg benadrukken. “Mensen denken bij houtpellets alleen aan de kap van bomen in Canada en de lange transporten naar Europa. Daarmee wordt Fripel over één kam geschoren met anderen, terwijl wij juist een concept hebben waarbij we lokale reststromen omzetten in duurzame houtpellets.”
Het allerliefst zouden Hut en Witteveen biocoal maken, een product dat voortkomt uit een verkolingsproces van reststromen tuinafval en hout. Ook willen ze de warmte die dat proces genereert gebruiken om vanuit een eigen centrale - bijvoorbeeld - complete bedrijventerreinen van energie te voorzien. “Veel biomassa gaat nu naar locaties buiten Friesland en in de verbrandingsoven. Wij zijn met Provincie Fryslân in gesprek gegaan omdat Friesland heel geschikt is voor het maken van biocoal: al onze houtopstanden en wateren brengen biomassa voort zoals riet, gras, blad, takkensnoeisel, bermsnoeisel, etc.
Honderden bedrijven wereldwijd zijn hier al mee bezig, maar we lopen allemaal tegen hetzelfde aan: om biomassa goed te kunnen pelleteren moet het droog zijn. Het is nog niet rendabel om dit op grote schaal voor elkaar te krijgen. Biocoal heeft een hoger rendement en kan gemaakt worden uit meer laagwaardige restafvalstromen. Wat ons betreft is het product dat we nú maken een tussenstap, maar wel een noodzakelijke tussenstap.”
Regionale productie en afname
Noodzakelijk ook omdat Nederland op dit moment enorm veel pellets importeert: we produceren in ons kikkerlandje lang niet genoeg pellets om huishoudens, bedrijven en de industrie te kunnen voorzien. “Het transport van die pellets – ze komen tot uit Canada en Rusland vandaan - leidt tot een enorme CO2-uitstoot. Terwijl we juist met z’n allen de ambitie hebben die uitstoot flink te reduceren. Wij voelen ons verantwoordelijk voor het waarmaken van die ambitie en produceren daarom uit afvalhout uit de regio pellets vóór de regio. En dat kunnen we op veel meer locaties in Nederland op die manier gaan doen.” We spreken Hut op locatie in Drachten, maar voor hem en zijn compagnon is deze fabriek in opbouw slechts het begin.
A-hout van houten reststromen
Daarom stort Fripel zich volop op de pelletproductie: pellets gemaakt van A-hout, uit houten reststromen uit de regio. Hut hamert op die benaming. “Er is veel discussie over. Daarom maken wij steeds duidelijk dat wij A-kwaliteit hout gebruiken: hout dat al jaren in omloop is, aan het einde van zijn levenscyclus gekomen is en nu wordt gebruikt om een nieuw product te maken.” Stukjes hout uit de meubelindustrie en pallets gebruikt door bouwmarkten en bouwbedrijven zijn hiervan voorbeelden. “Dat kun je gewoon kopen van afvalverzamelaars hier in de regio, zoals Renewi. Die voert het aan, wij verwerken het tot pellets en er zijn vele enthousiaste afnemers die klaarstaan om het over te nemen.” Fripel is een kleine schakel in het geheel, maar wel een belangrijke. “Want als je geen stappen zet, komt die biocoal er helemaal niet en komt er ook geen centrale die bij het maken ervan vele bedrijven van energie voorziet. De
energietransitie verloopt in fasen, wij zijn daar onderdeel van.”
Van pallet tot pellet
Gedreven en enthousiast legt Hut uit hoe het proces in Drachten verloopt. “Als we een grote hoeveelheid pallets binnenkrijgen, wordt die door de shredder gehaald om toegangsmateriaal voor onze productielijn te maken. Onze machine maalt dit materiaal tot pulp, dat komt in een grote bak terecht. Alle typen hout worden gemengd tot een gelijksoortige massa in een hele grote machinemenger. Die meet ook het vochtgehalte: op basis daarvan gaat de massa wel of niet in de droger. De massa wordt vervolgens door een ring vol gaatjes geperst, daardoor komt lignine vrij: de natuurlijke bindstof van hout. De staafjes die ontstaan worden op lengte afgesneden en voilà: de bekende pellets komen tevoorschijn. Deze zijn dan nog warm en zacht en worden in de koeltoren afgekoeld.” Het eindproduct wordt verpakt in zakjes voor particulieren, big bags voor bedrijven of bulk voor de industrie. “Regionaal gemaakt, regionaal geleverd en duurzaam: goedkoper én milieuvriendelijker”, eindigt Hut trots.
Uitstoot en filters
De tienduizend ton pellets die de fabriek in opbouw straks wil gaan produceren, kan Fripel makkelijk in de markt kwijt. “En dat geldt voor elke regio. We willen ook fabrieken neerzetten op andere locaties in Nederland en ook daar zorgen voor regionale aanvoer en korte afstanden naar de klant.” Elke regio heeft zijn eigen biomassa, maar er is één grote gemene deler: alle houten bouwmaterialen zijn tegenwoordig makkelijk afbreekbaar. “Maar niet al het hout mag van de overheid gebruikt worden. Je hebt het A-hout dat wij gebruiken, B-hout waar iets óp zit, zoals verf, en C-hout: bewerkt hout waar iets ín zit. Je mag op dit moment alleen maar A-hout gebruiken. Maar bijvoorbeeld verf is tegenwoordig ook afbreekbaar, dus B-hout zou uitstekend gebruikt kunnen worden.” De overheid maakte de gradatie in kwaliteit ook vanwege de uitstoot: die moet aan bepaalde waarden voldoen. “Een simpele oplossing is het meten van de uitstoot van pellets die gemaakt zijn met een bepaald percentage B-hout. Wellicht kun je met een mix van A-hout en B-hout toch binnen de toegestane uitstootwaarde blijven. Bovendien worden in grote pelletkachels over de hele wereld filters
gebruikt om die uitstoot te reguleren. In Canada is het bijvoorbeeld heel normaal dat alle bouw- en sloopafval wordt gebruikt voor pellets, omdat ze daar volop filters gebruiken.”
Blijven doorontwikkelen
Maar dit is Nederland en hier is de discussie over pellets nog niet klaar. “Er wordt volop gewerkt aan nieuwe brandstoffen uit waterstof, kernenergie en geothermie, maar die zijn nog niet op grote schaal beschikbaar. Gas en pellets zijn dat wel. Wij gaan met de pellets aan de slag en blijven doorontwikkelen, tot we wél biocoal mogen maken en dat rendabel krijgen, totdat die centrale er staat en wij anderen van energie kunnen voorzien.” Hut en Witteveen knokken door en hebben soms flink doorzettingsvermogen nodig, maar elke markt heeft pioniers nodig. “Wij zijn de enige fabriek in Nederland die op deze manier pellets maakt van A-hout uit houten reststromen. We hebben veel meer van deze fabrieken nodig, om in elk geval de grootschalige import overbodig te maken. Dit is niet de eindoplossing, maar wij zijn wel onderdeel van de transitie naar de eindoplossing. Dat willen we zijn en daarom gaan we door.” <