7 minute read
‘ We verschillen van elkaar, maar voelen ons ook verbonden’
DE DROOM VOOR HETVERNIEUWDE STADSDEEL NOORD:
‘ We verschillen van elkaar, maar voelen ons ook verbonden’
Amsterdam-Noord is met een bevolkingstoename van 47 procent het snelst groeiende stadsdeel. Het passeerde vorig jaar de 100.000 inwoners. Die groei zet door, want er ligt een enorme bouwopgave die het gebied ingrijpend zal veranderen tussen nu en 2040. Welk effect heeft deze ontwikkeling op de bewoners? We legden stadsdeelvoorzitter Erna Berends een aantal vragen voor en kregen antwoorden terug waar de passie voor Noord vanaf spat.
Wat heb je zelf met Noord? Wat betekent het stadsdeel voor jou persoonlijk?Ik kom oorspronkelijk uit Drenthe, maar kwamnaar Amsterdam om te studeren. Ik ontdekte alsnel Noord: de charmante plekjes, maar ook deonaangeharkte stukken. Die ‘ruwe randjes’ vondik meteen interessant. Toen ik een socialehuurwoning kon krijgen in de Van der Pekbuurtwas ik helemaal gelukkig; de combinatie van hetdorpse karakter en die stad waarin ik van alleswilde beleven. Ik woon nu in Tuindorp Oostzaanen heb echt mijn hart verloren aan Noord. DeAmsterdamse sfeer, maar toch het dorpse:mensen hebben het hart op de tong en voelenzich verbonden met elkaar.”
Wat gaat er de komende jaren veranderen in dat Noord waarvan je houdt?We staan dit jaar stil bij het honderdjarigbestaan van Noord. Natuurlijk zijn delen ervanveel ouder, maar honderd jaar geleden werdenveel Waterlandse dorpen geannexeerd. Toenkreeg Noord zijn huidige vorm. Ook na de
Tweede Wereldoorlog werd er flink ontwikkeld in het stadsdeel. Nu staan we opnieuw voor zo’n gigantische groeispurt. Als alle plannen doorgaan zitten we straks op 150.000 inwoners. Er worden veel woningen bijgebouwd: zoals langs de oevers van het IJ en het stationsgebied.
Een project dat ik erg interessant vind is Elzenhagen Zuid. Dit gebied bij het station grenst aan het Noordhollandsch Kanaal en wordt intensief bebouwd: er worden allerlei typen woningbouw gerealiseerd. Maar er komt ook een mooi groen park, een prettige plek om te ontspannen. Er is bovendien een prachtige atletiekbaan geopend voor de atletiekvereniging, er komt een moskee waarvan twee moskeeverenigingen gebruikmaken, en een locatie voor dak- en thuislozen. In deze wijk wonen al onder andere statushouders en studenten, er zijn al voorzieningen, de buurt heeft al karakter: alles komt hier samen. Dit wordt echt een stad in een stad.
‘In oude buurten spelen problemen, maar het zijn óók sociaal sterke gemeenschappen waarin mensen voor elkaar zorgen. Er wordt naar elkaar omgekeken’
We bouwen een stad in een stad: dat zei je onlangs ook in de livecast van Pakhuis de Zwijger. Hoe wordt oud met nieuw verbonden in het Noord van morgen?Elzenhagen Zuid is een goed voorbeeld vanhoe we dat kunnen laten slagen. In anderewijken zie je een harde overgang tussenfonkelende nieuwbouw en de bestaandebuurt. We zijn daarom al jaren bezig met eenprogramma waarmee we een scherp verschiltussen oud en nieuw willen voorkomen of
KIJK OP GROOT AMSTERDAM | WWW.KIJKOPNOORD-HOLLAND.NL 87
verzachten door bijvoorbeeld gedeeldevoorzieningen. In oude buurten spelenproblemen, maar het zijn óók sociaal sterkegemeenschappen waarin mensen voor elkaarzorgen. Er wordt naar elkaar omgekeken. Datwillen we overbrengen naar de nieuwebebouwing.
In het Hamerkwartier zorgen we ervoor datouderen uit de aangrenzende Vogelbuurt metvoorrang een appartement kunnen krijgen inde nieuwe buurt. Ouderen koesteren hunnetwerk en zo haal je de bestaande buurtbinnen in de nieuwe buurt. Ook hebben wemet de woningcorporaties afgesproken dat erruimte komt en blijft voor sociale huur enmiddenhuur.
‘Er moet flink gebouwd worden. Maar we moeten ons niet alleen richten op woningaantallen. We moeten ook zorgen dat er op een goede manier geleefd kan worden’
Daarnaast mag de openbare ruimte in debestaande wijken niet achterblijven tenopzichte van de nieuwe buren. Je wilt niet overoude hobbels een nieuwe buurt in rijden. Hetmoet van vergelijkbaar niveau zijn. Het liefst zieik ook dat kinderen uit oude en nieuwebuurten samen naar bestaande scholen gaan.Dat ze niet tegenover elkaar staan, maar elkaarontmoeten. En we werken er hard aan datnieuwe mensen ook in de oudere buurtenterechtkunnen voor voorzieningen. We doen erecht veel aan, maar ik snap dat bewoners hetspannend vinden hoe het er uiteindelijk uitkomt te zien.
Het beleid van de stad is gericht op 40-40-20 verhoudingen: sociale huur, middenhuur en het hogere segment. Jij richt je liever niet te star op die cijfers. Maar hoe wordt er een mooie mix gemaakt tussen verschillende doelgroepen?Het moet niet gaan over het realiseren vangetallen. Ik sta wel achter deze verdeling, maarje moet vooral goed kijken wat er nodig is ineen buurt. Hoe zorg je ervoor dat de verdelingzo is, dat mensen naar elkaar omkijken en nietlangs elkaar leven? Je creëert levendigebuurten door een mooie mix te maken. En dieziet er overal anders uit.Samen met woningcorporaties en zorgpartijenkijken we bijvoorbeeld waar kwetsbare mensenhet beste een plekje kunnen krijgen, zodat jebalans krijgt. We proberen op buurtniveau enwijkniveau te doen wat verstandig is. Cijfers zijndaarbij een houvast, maar zeker geenbetonnen mal.
We willen van Noord een mooie stad makenwaar mensen ook graag blijven: zorgen datjongeren die hier geworteld zijn, hier naarschool en werk kunnen blijven gaan. Daaromkomt er een Techschool en leggen weverbindingen met bedrijven waar jongerenstage kunnen lopen. We zijn bezig met deverbinding tussen Noordse bedrijven enjongeren uit Noord, zodat zij een kans krijgenop de arbeidsmarkt. We willen mensen uit huntunnelvisie halen, hen prikkelen. Een gebied alshet Hamerkwartier leent zich hier bij uitstekvoor: veel kleine creatieve bedrijven, heelaantrekkelijk voor jonge mensen, maar ookvoor andere bedrijvigheid.
Grote veranderingen brengen uitdagingen met zich mee. Bereikbaarheid is er één van, maar ook de sociale verhoudingen. Hoe worden deze benaderd?Ik weet dat er met regelmaat gesproken wordtover ‘yuppen die de stad overnemen’. Ook degroep Red Amsterdam Noord uit deze zorgenen ik begrijp deze goed. De gemeente heefthen gevraagd een plan op te stellen en een
aanpak te verzinnen. Ik ben heel benieuwd watdaaruit komt. Wij proberen ons deel te doen:elkaar ontmoeten is belangrijk, daardoor kweekje meer begrip. Ik hoor van mensen die hierkomen wonen dat ze al een link hadden metNoord, of oprecht enthousiast zijn over de wijk.Zij vertellen dat ze netjes worden gegroet enecht kennismaken met hun buren. Dat gevoelis er wel, van ‘zo doen wij dat hier in Noord’.
We moeten niet alleen maar bouwen, maarook voldoen aan de behoeften van bestaandeen nieuwe bewoners. Verdichting vindtoverigens vooral plaats op grote, verhardebedrijventerreinen. Die knappen daar enormvan op en grenzen bovendien aan groenegebieden, waar inwoners elkaar ontmoeten.We zorgen voor plekken waar mensen kunnenzitten, de hond kan worden uitgelaten enkinderen kunnen spelen. Daar moet ook in debestaande buurten in worden geïnvesteerd:woningen op orde krijgen, zorgen voor eenaantrekkelijke openbare ruimte envoorzieningen. Zodat overal de bebouwing inverhouding is met de leefomgeving.
In 2050 zou Noord meer dan 158.000 inwoners kunnen tellen. Is dat wenselijk? Wordt de druk op de sociale cohesie, maar ook de leefbaarheid, dan niet te hoog?Dit is dé vraag waar het om gaat. In hetverleden riepen we ‘bouwen, bouwen,
bouwen’. Er moet ook flink gebouwd worden,maar dat verhaal is inmiddels wel watgenuanceerder. Dat is ook verwoord in denieuwe omgevingsvisie: het vizier niet alleenrichten op woningaantallen, óók zorgen dat erop een goede manier geleefd kan worden.Daarom stellen we voorwaarden aan datbouwen: het kan mits het goed geregeld is, debereikbaarheid goed is, er wordt voldaan aande groen-norm en de sportnorm en de wijkenleefbaar en veilig zijn en blijven.
‘Mijn droom is dat de lappendeken van buurten in Noord duidelijk herkenbaar blijft en dat de nieuwe buurten daar als vanzelfsprekend tussen horen’
Dan moet je je serieus afvragen: moeten wedaar aantallen en jaartallen aan verbinden, ofmoeten we enigszins vertragen, zodat ook inde bestaande bouw kan worden geïnvesteerdom de leefbaarheidsdoelstellingen te behalen?
Je moet mensen ook de tijd geven om tewennen aan nieuwe inrichtingen. Bovendienmoeten er beslissingen gemaakt worden overbereikbaarheid door middel van fietsbruggen,het openbaar vervoer, noem maar op.
Wat is je eigen droom voor Noord? Als je over een aantal jaren door het stadsdeel loopt of fietst, wat zie je dan en met welk gevoel beweeg je je door de wijken?Ik zie Noord als een lappendeken van buurtjes.Dat is juist het leuke: mensen voelen zichinwoner van Noord én van hun eigen buurt. Zoben ik bewoner van Tuindorp Oostzaan en vanNoord. Als nieuwe inwoners dat ook zo gaanzien - en dat zie ik al ontstaan - dan voelenmensen zich thuis. Buurten ontwikkelen huneigen identiteit, komen op voor hun eigenbelangen. Mijn droom is dat die lappendekenvan buurten duidelijk herkenbaar blijft en datde nieuwe buurten daar als vanzelfsprekendtussen horen. Minigemeenschappen binnende gemeenschap Noord: we verschillen vanelkaar, maar we horen ook bij elkaar. Wevoelen ons met elkaar verbonden. <
Foto’s: Roos Trommelen
KIJK OP GROOT AMSTERDAM | WWW.KIJKOPNOORD-HOLLAND.NL 89