
8 minute read
Roon van Maanen van Port of Amsterdam: ''Tijd voor opschaling in de circulaire industrie''
In 2050 volledig circulair zijn. Als Roon van Maanen, Director Energy & Circular Industry bij Port of Amsterdam, heel eerlijk is, ziet hij ook dat er nog vreselijk veel moet gebeuren om dat te halen. “Het is enorm ingewikkeld. Leidend is het Klimaatakkoord van Parijs: de CO2-uitstoot moet drastisch naar beneden per 2050, met een tussenstap in 2030. Dit heeft iedereen redelijk scherp in het hoofd en er zijn allerlei stappen gezet. Maar het is nu tijd om door te pakken: we moeten opschalen.”
Ondanks de actuele maatschappelijke ontwikkelingen is het nodig volop in te blijven zetten op de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie. “De manier waarop we met grondstoffen omgaan moet drastisch veranderen. De voorraad grondstoffen die we uit de grond halen slinkt: het houdt een keer op. Bovendien gaat er veel CO2-uitstoot gepaard met het uit de grond halen van die grondstoffen en het transporteren ervan naar locaties waar ze verwerkt worden. Daar heeft iedereen overigens inmiddels wel een beeld bij: we snappen dat deze transitie nodig is. Maar een echt circulaire economie gaat nog een flinke stap verder en dat is minder bekend.
Doel 2030: 50% circulair
Van Maanen legt uit: “Aan het einde van de levensduur van producten die we gebruiken, gooien we ze weg. In het slechtste geval belanden ze op de vuilnisbelt en wordt er niets meer mee gedaan. In Nederland is dat steeds minder het geval. Een iets betere stap is afval verbranden en met de warmte die vrijkomt energie maken. Maar nog beter is ervoor zorgen dat het product is gemaakt van materialen die bijna eindeloos in de keten gebruikt kunnen blijven worden. Onze doelstelling voor 2030 is om voor 50% circulair te zijn: van alle restromen die er zijn, moet de helft in de keten gehouden kunnen worden. Dat betekent dat je al aan het begin van die keten moet nadenken over hoe je een product in elkaar zet: hoe elk onderdeel ervan kan worden vervangen, gesorteerd en gerecyled.”
Havenbedrijven zitten niet aan tafel tijdens die ontwerpfase, dat weet Van Maanen heel goed. “Maar we houden de ontwikkelingen wel in de gaten. Vervolgens proberen we een vertaling te maken: welke impact heeft dit op de bedrijven in ons havengebied en wat betekent dit voorde eventuele vraag om ruimte van bestaande én nieuwe klanten? Welke restromen lopen erop dit moment door de haven? Kunnen we anticiperen op de vraag die gaat komen?”
Elkaar versterken
Port of Amsterdam is een commercieel bedrijf: klanten huren een kavel en doen investeringen om in de haven te kunnen ondernemen. “Maar wij doen veel meer dan dat. We nemen het voortouw in de circulaire economie en helpenbedrijven daarin ook mee te doen. Daarvoor is het nodig dat clusters van bedrijven in onze haven elkaar helpen en versterken. Dat is al voor een deel het geval. Zo hebben we een cluster van afvalinzamelaars. Daar zijn grote bedrijven bij zoals Renewi, PreZero en AEB en partijen die zich richten op bouw en sloop, zoals PARO en Beelen. Vervolgens heb je partijen die iets met die afvalstromen doen, zoals GBN, Granuband en PRA. Als haven bedrijf werken we aan het versterken van deze netwerken, zodat bedrijven elkaar kennen eng ebruik maken van elkaars reststromen, expertise en faciliteiten. Een bedrijf dat niet aaneen kade is gevestigd, kan bijvoorbeeld baat hebben bij een buurman die wel een kade heeft en ervoor kan zorgen dat reststromen aangeleverd kunnen worden.”
‘We nemen het voortouw in de circulaire economie en helpen bedrijven daarin mee te doen. Daarvoor is het nodig dat clusters van bedrijven in onze haven elkaar helpen en versterken’
Secundaire grondstoffen
“Een schitterend voorbeeld van het ecosysteemin onze haven is primaire grondstoffen vervangen door secundaire grondstoffen.PARO recyclet bijvoorbeeld beton dat bij deburen van VoorbijBeton Groep gebruikt wordtals grondstof. Eenzelfde verbinding hebbenGBN en Granuband. GBN verwerkt oudekunstgrasvelden, Granuband recycletautobanden en maakt er bijvoorbeeldrubberen tegels van voor speeltuinen. Maar zemaken ook rubberen korrels voorkunstgrasvelden. Als kunstgras aan het eindevan zijn levensduur is, komt het bij GBNterecht: die ‘klopt’ de korrels en het zand eruit.Het zand wordt gereinigd en ingezet alssecundaire grondstof. De rubberen korrelsworden door Granuband opnieuw gebruikt.”
‘Wij willen voorloper zijn in de circulaire economie, dat is onze drive’
Dat Van Maanen zo goed weet hoe bedrijven inde haven producten verwerken, zegt iets overde mate van betrokkenheid bij die bedrijven énde ambitie van het havenbedrijf. “Wij willenvoorloper zijn in de circulaire economie, dat isonze drive. De hele keten van inzameling,scheiding en opwerking tot nieuwe productenhier in de haven tot stand kunnen brengen, ensteeds meer samenwerkingen tussen bedrijvensmeden, draagt enorm bij aan die ambitie. Wewillen nog meer uit die samenwerkingen halen.Daarnaast willen we beter in beeld krijgen wat ergebeurt met reststromen van de verwerkendeindustrie die gevestigd is in onze haven. Kunnenwe daar betere oplossingen voor realiseren?”
Ruimte voor circulaire industrie
Port of Amsterdam biedt tot 2025 maar liefst 25hectare extra ruimte voor de circulaire industrie. “Dat moet echt procesindustrie zijn, met als corebusiness de verwerking van stromen binnen een industrieel proces. Deze bedrijven moeten toegevoegde waarde bieden aan onze ambities en die van de gevestigde bedrijven. We willen zo hoogwaardig mogelijke activiteiten aantrekken. Daar gaan flinke investeringen mee gepaard, maar het biedt ook continuïteit en toekomstbestendigheid: wij zien graag bedrijven komen die gaan voor de lange termijn én nieuwe werkgelegenheid. ”De arbeidsmarkt mag dan nu krap zijn,Van Maanen verwacht dat dit weer zal veranderen. “Dat gaat altijd in golfbewegingen. Bovendien is het altijd goed diverse soorten werkgelegenheid in verschillende sectoren te bieden: dan leunt de werkgelegenheid van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) niet op de toekomstbestendigheid van een klein aantal bedrijven.”
Ecosysteem met samenwerkingen
Hoewel 25 hectare klinkt als een grotehoeveelheid ruimte, is dat zeer relatief, geeftVan Maanen aan. “Fysieke ruimte is en blijftschaars. Ruimte direct aan het water is nógschaarser. Het loont dan ook om bedrijven diegebruik willen maken van kades, te koppelenaan bedrijven die direct aan het water zitten enop- en overslag aanbieden. Sowieso is hetverstandig om te kijken of wat jij nieuw wiltbouwen, wellicht bij een ondernemer in de buurt al aanwezig is: ook dat is circulariteit. Zobouwt GIDARA Energy een biomethanolfabriekwaarvoor PARO de feedstock aanlevert enZenith Energy de opslag verzorgt. Eenreststroom uit hun vergassingsproces kanVoorbijBeton weer gebruiken bij hunbetonproductie én GIDARA neemt stoom afvan AEB. Deze samenwerking met maar liefstvijf verschillende bedrijven vormt eenzelfstandig ecosysteem en past daarmeespot-on binnen onze strategie. Het is eenduidelijk onderdeel van de circulaireprocesindustrie én het bedrijf zorgt vooradditionele business voor meerdere van onzebestaande klanten. De samenwerking is zowelstrategisch als inhoudelijk en zorgt vooroptimaal grondgebruik.”
Succesvolle circulaire startups
Van Maanen geeft enthousiast een paarvoorbeelden van bedrijven met een succesvolcirculair idee. “Neem bijvoorbeeld Caffe Inc. Zijzamelen koffiedrab in en halen daar de olie uit.De olie wordt opnieuw gebruikt, in bijvoorbeeldcosmetica en verzorgingsproducten, maar zelfsvoor kleurstof in textiel. Ze maken gebruik vaneen hoogwaardig en industrieel proces. Dezestartup heeft net vier miljoen euro opgehaaldbij het Amsterdams Klimaat en Energie Fonds(AKEF) en groeit nu van testen op labschaalnaar testen op pilotschaal. Ik ben erg blij metde komst van dit bedrijf.”
ChainCraft is een voorbeeld van een bedrijf dat al verder is doorgegroeid. “Uit supermarktproducten die over datum zijn halen zij de vetzuren. Die verwerken ze in diervoeding zoals kippenvoer.” Niet alle bedrijven blijven in de Amsterdamse haven. “Peel Pioneers, een onderneming die sinaasappelschillen verwerkt om daar eveneens olie uit te halen voorverzorgingsproducten, is naar Noord-Brabant vertrokken. Daar was een geschikte locatie meteen grote persinstallatie: een logische keuze. Voor ons jammer, maar het is prachtig dat een circulair bedrijf dat klein gestart is, al tienmiljoen euro financiering heeft opgehaald en op grote schaal aan de slag kan.”
Ecosysteem verbeteren
Om circulaire plannen een kans te geven, is hetnoodzakelijk een ecosysteem te creëren waarindie ideeën niet alleen gefaciliteerd worden,maar ook steun krijgen om toekomstbestendigte zijn. “Dat is niet alleen een speerpunt vanons, maar ook van de gemeente en deprovincie. Vanuit de provincie en de gemeentezijn allerlei stimuleringsmaatregelen opgetuigd,denk aan de recent opgerichte RegionaleOntwikkelings Maatschappij: ROM InWest. Eénvan hun speerpunten is de circulaire economieen industrie. Dankzij de ROM zijn er nog meerfinancieringsmogelijkheden voor partijenbeschikbaar. Financieringen zijn noodzakelijkom slagkracht te krijgen. Als havenbedrijf zienwij het als onze rol om ondernemers enfondsen met elkaar in contact te brengen.”
Port of Amsterdam treedt graag op alsaanjager en verbinder. “De circulaire economieis nog sterk in ontwikkeling. Regelgeving is daarnog niet goed op toegerust. Door zowel metoverheden als met ondernemingen veelcontact te hebben en koppelingen te maken,hopen we de snelheid te creëren die nodig is.We stellen ons netwerk beschikbaar en hebbeninmiddels best wat verstand van wat er komtkijken bij de ontwikkeling van circulaireindustrie. De technologie hebben bedrijven zelfin huis, wij zetten ondernemers graag op hetjuiste pad en nemen daarin een actieve rol.”
‘Financieringen zijn noodzakelijk om slagkracht te krijgen. Als havenbedrijf zien wij het als onze rol om ondernemers en fondsen met elkaar in contact te brengen’
Opschaling Port of Amsterdam ziet graag dat de succesvollekleine projecten die in de haven ontstaan, de komende jaren opschalen en uit de pilotfasekomen. “Met een factor tien opschalen en eenvolwassen bedrijf worden, vergt nogal wat vanons ecosysteem hier in de haven. Daar hoortfinanciering bij en een goed vergunningsprocesdat soepel verloopt, naast de beschikbaarheidvan eventueel benodigde reststromen om teverwerken. Wij zullen er samen met de betrokken partijen hard aan trekken om datvoor elkaar te krijgen. Er wordt veel over gepraat, we hebben de voorbeelden: nu moetenwe echt impact gaan maken met z’n allen.” <