8 minute read
Overdracht NAM-locaties aan grondeigenaar: 'We brengen de grond in originele staat terug'
NAM-locatie Emmen 11 wordt omlijst door een serie eikenbomen en ander groen. Het is er vrij rustig, het enige geluid komt van de kranen van Arcadis en de Bork Groep die bezig zijn met het voorbereiden van bodemsaneringen en het opbreken van de infrastructuur. De voormalige gaswinlocatie wordt vakkundig afgebroken, gesaneerd en cultuurtechnisch afgewerkt. Tegen het einde van dit jaar wordt de grond teruggegeven aan de eigenaar, in de staat zoals die het ooit verhuurde aan de NAM.
In een vijftal reportages doen we in Kijk op het Noorden uit de doeken hoe gewerkt wordt aan het einde van een tijdperk: de ontmanteling van NAMlocaties. Dit is aflevering 4.
Het is geen kwestie van spullen oppakken en wegwezen. Arcadis heeft een contract met NAM voor het vakkundig opbreken en verwijderen van alle infrastructuur (gebouwen, funderingen, ondergronds leidingwerk en verhardingen), het milieukundig saneren en het cultuurtechnisch afwerken van 28 locaties. Arcadis werkt al
25 jaar samen met sloop-, saneer- en recyclingbedrijf de Bork Groep. Op de 28 locaties sloopt onderaannemer Bork dan ook alle gebouwen en infrastructuur. We zitten vandaag aan tafel met directeur Roelof Bork van de Bork
Groep, programmadirecteur ontmanteling en herontwikkeling Harry Venema van Arcadis, projectleider Edwin Oldenburger van Arcadis en Joost Brilleman, Civil
In het eerste artikel, eind vorig jaar, schetsten we in vogelvlucht de lange lijnen: van ontmanteling en opruiming, tot mogelijkheden voorhergebruik. In het tweede artikel, begin dit jaar, zoomden we in op de eerste fase van ontmanteling. In het derde artikel bevroegen we hetconsortium van BMW over hun werk en samenwerking.
- In dit vierde artikel richten we ons op het uiteindelijke sluiten van de locatie: wat gebeurt er om de terreinen schoon op te leveren?Wie zijn daarbij betrokken?- In het vijfde artikel, eind dit jaar, storten we ons op de herontwikkeling van locaties: welke ideeën en plannen zijn er?
Onderzoek en afstemming Oldenburger: “Ik ben projectleider op de locaties en verantwoordelijk voor het opleveren van het terrein, zodat Joost het in de afgesproken staat kan overdragen aan de grondeigenaar.” Brilleman: “Binnen het contract met Arcadis ben ik eindverantwoordelijk voor de eindafwerking van de locaties. NAM levert de locatie terug aan de grondeigenaar of werkt mee aan een andere bestemming, maar net wat de eigenaar wil. Meestal wordt het weer akkerland of weiland. De basis is dat wij de volledig gesaneerde en milieukundig schone grond teruggeven aan de eigenaar. Het traject voorafgaand aan de werkzaamheden is dan ook intensief. We onderzoeken wat er in de grond zit, hoe het precies zit met flora en fauna, we overleggen met de grondeigenaar en op basis daarvan maken we een plan. Dat stemmen we af met Arcadis, die kan vervolgens – samen met de Bork Groep – aan de slag.”
Veilig, efficiënt en nauwkeurig Venema: “Het voorbereidingstraject is ontzettend belangrijk: we moeten precies weten wat de condities zijn, zodat wij ons werk goed kunnen inplannen. Dan kan Roelof ook in één keer doorwerken. We zijn op dit moment volop bezig hier, veiligheid staat daarbij absoluut bovenaan. Efficiënt werken is ook belangrijk. Zo was de provincie bezig met de N34 hiernaast; onder deze weg liep een leiding vanaf deze locatie, die daarvoor deels verwijderd moest worden. Dan is het logisch om het verwijderen van het restant van deze leiding af te stemmen op werkzaamheden die op en rond deze locatie plaatsvinden.”
Brilleman: “Elke locatie heeft zijn eigen kenmerken. Op grotere locaties zijn soms nog
‘We geven volledig gesaneerde en milieukundig schone grond terug aan de eigenaar’
complete installaties aanwezig, dat is hier niet zo. Om de eventueel aanwezige verontreinigingen volledig te verwijderen, moeten we de grond nauwkeurig saneren. NAM heeft de contractuele verplichting om de grond in originele staat terug te geven. Onafhankelijk onderzoek na sanering levert daarvan het bewijs. Zorgvuldige oplevering aan de grondeigenaar is ook ‘goed huurderschap’.”
Hergebruik
Maar liefst 99,6 procent van alle materialen die van deze locatie worden weggevoerd, wordt hergebruikt. Bork: “We gaan voor maximaalhergebruik met zo minimaal mogelijke bewerking. Dat is de basisgedachte achter onze werkzaamheden, die we zo duurzaam mogelijk en met zo min mogelijk CO2-uitstootwillen uitvoeren. De eerste stap is dan ook om te kijken of materiaal, zoals asfalt en beton, geschikt is voor directe re-use. We leveren aan grote bedrijven in bijvoorbeeld de betonindustrie, die willen graag hoge kwaliteit grondstoffen uit de markt aangeleverd krijgen. Als er bijvoorbeeld hout, plastic of metselsteen in het beton zit, moet dat er eerst uit gehaald worden. De techniek daarvoor is er: er is een fabriek in Noord-Nederland waarin verschillende bedrijven samenwerken. Wij zijn voornemens om in Stuifzand een fabriek te bouwen waarmee we een percentage van 30%‘gerecycled’ cement kunnen toevoegen aan nieuw cement.” Bork vervolgt: “Je moet kennis hebben van de acceptatievoorwaarden van de bedrijven in je netwerk: wie kan welke materialen en grondstoffen waarvoor gebruiken? Logistiek, afstand en timing spelen uiteindelijk een grote rol waar onze vrijkomende materialen worden aangeleverd. Het is elke keer een puzzel, want aan de hand van de volgende bestemming bepaal je ook hoe je materialen op locaties verwijdert. Zo hebben we hier geen ruimte voor opslag van grote hoeveelheden, dat betekent dat je het meteen kwijt moet kunnen aan een partner die het kan verwerken.” Bork is een belangrijke speler in een markt die zit te springen om materialen én om CO2-reductie. “Wij helpenpartners een lagere CO2-footprint te bereiken.”
Sanering
Nadat Bork zijn werk heeft gedaan, start desanering van de ondergrond en wordt de locatie cultuurtechnisch hersteld. Venema: “We moeten er zeker van zijn dat al het ondergrondse materiaal is verwijderd. Het is soms een hele toer om vooraf boven water te krijgen wat zich precies onder de grond bevindt. We gebruiken alle informatie die er is: de hoeveelheidpapierwerk uit het analoge tijdperk is enorm, daarbij voegen we alle digitale informatie die wij van NAM hebben ontvangen en in ons eigenproces produceren. Bovendien maken we met behulp van drones en laserscanners een digitaal model van de locatie: een Digital Twin. Hoe meer locaties we digitaal in beeld hebben, hoe beter we voor volgende locaties kunnen voorspellen wat we daar mogen verwachten.”
Bork: “Ook tijdens het werk wordt nog veel materialenonderzoek verricht, alles wordt onderzocht op milieukundige kwaliteit met altijd de focus op de veiligheid van onze mensen die buiten aan het werk zijn. Zo treffen we op sommige locaties asbest op onverwachte plekken aan. Dat verwijderen wij op zorgvuldige wijze. Venema: “Door die plekken in onze DigitalTwin aan te geven en deze informatie mee te nemen in de voorbereiding op de volgende locaties, kunnen we de toekomstige locatiesefficiënter en veiliger aanpakken. De Digital Twin helpt bij het verzamelen en delen van informatie. Daarnaast helpt het om met vaste teams van ervaren mensen te werken, die begrijpen waar ze mee te maken hebben en weten wat er van hen wordt verwacht om gezamenlijk veilig te kunnen werken.”
Innovatie Oldenburger: “Ons werk is een voortdurend leerproces. Zo gebruiken we inmiddels een nieuwe techniek voor het ondergronds afwerken van de inmiddels gesloten gaswinputten, deze techniek is op ons verzoekdoor een partner ontwikkeld. We kunnen nu van binnenuit op diepte het buizenwerk afsnijden en in één keer weghalen: echt een innovatie! We hebben daardoor minimaalgrondverzet nodig, het scheelt ontzettend veel werk en daardoor werken we veiliger.” Bork: “Met onze kraan kunnen we de ‘hapklarebrokken’ meteen oppakken en op de vrachtauto laden.” Venema: “De tijdwinst die dat oplevert is ook belangrijk omdat we allemaal in ‘treintjes’ werken: als de ene partij klaar is, begint meteen de volgende partij met zijn werk. Het is een sneltrein met allemaal wagonnetjes die niet stil moeten blijven staan.”Oldenburger: “Efficiënt werken betekent bovendien ook veilig werken. Daarnaast moetje flexibel zijn en voortdurend met elkaar afstemmen om de meest efficiënte en meest veilige werkwijze te bepalen.”
‘We werken met teams van ervaren mensen, die begrijpen waar ze mee te maken hebben’
Herbestemming
NAM heeft een ruimingsplicht voor alle gebruikte leidingen, tenzij met betrokken partijen, zoals grondeigenaren of overheden, anders wordt afgesproken. “Mogelijk hergebruik, bijvoorbeeld in het kader van energietransitie, kan hiervoor een reden zijn”, aldus Venema. “Voordat we ergens aan de slag gaan met ontmanteling organiseert NAM samen met Arcadis een informatiebijeenkomst voor omwonenden. Tijdens deze bijeenkomst vertellen we gezamenlijk wat er gaat gebeuren en wat onze buren daarvan gaan merken. Ook vertellen we over eventuele herontwikkeling. Je zou misschien verwachten dat mensen daar niet meer voor open staan, maar ik sta soms verbaasd hoe positief daarop gereageerd wordt. ‘Doe maar hoor, wij zijn gewend dat hier iets staat en dat er wat gebeurt’. Belangrijk is dan wel dat de regio zelf profijt heeft van nieuwe energie die op de locatie wordt opgewekt, denk aan een zonnepark die de omgeving van goedkopere, duurzaam ontwikkelde stroom voorziet.”
Oldenburger: “Deze locatie wordt weer weiland. Eind van dit jaar zijn we hier klaar en ziet deze locatie eruit zoals het weiland hiernaast. De bomen die je ziet, worden eveneens gekapt. Er is destijds bepaald dat NAM-locaties moesten opgaan in het land, daarvoor werd tijdelijke natuur aangelegd. De bossingels worden nu weer verwijderd, tenzij de grondeigenaar zegt: laat maar staan.” Met Oldenburger en Bork lopen we rond het terrein. Ze vertellen: Voormalige ‘NAM-mers’ komen wel eens langs om te kijken. Even een praatje maken, een bak koffiedrinken. ‘Voordat jullie klaar zijn, kom ik nog een keer langs hoor!’, zeggen ze dan. Dit is voor hen ook een stuk geschiedenis.” Het is bijna niet voor te stellen dat eind dit jaar van dat stuk geschiedenis niets meer te zien zal zijn. Boven én onder de grond niet. <