3 minute read
BESTAANSZEKERHEID
Een van de grote thema's deze verkiezingen is bestaanszekerheid. En terecht; in een van de rijkste landen ter wereld is het een schande dat bijna 1 miljoen van haar inwoners onder de armoedegrens leven. Politieke partijen buitelen dan ook over elkaar heen om hun licht op het onderwerp te laten schijnen. In nagenoeg alle gevallen gaat het dan over extra - incidenteel - geld dat vrijgemaakt moet worden in de vorm van toeslagen of compensatie. Het ministerie van Financiën geeft daarbij aan dat er geen ruimte voor extra geld is.
In dat geval moet dus eerst gekeken worden of er niet anders met de huidige budgetten voor armoedebestrijding omgegaan moet worden. Neem kinderarmoede waarvoor het Rijk jaarlijks 100 miljoen beschikbaar stelt. 10 miljoen hiervan gaat naar verschillende goede doelen die al haar activiteiten en de impact daarvan uitgebreid verantwoorden. De overige 90 miljoen wordt – niet geoormerkt en zonder verantwoordingsplicht - overgemaakt aan gemeenten. Ervan uitgaande dat het meeste geld daadwerkelijk aan projecten ter bestrijding van armoede van bijna 300.000 kinderen besteed wordt, is het de vraag of de vele kleinschaligere projecten daadwerkelijk impact maken. Het zou wellicht effectiever zijn om het gehele budget niet te versnipperen maar om via de gespecialiseerde goede doelen gezamenlijke inkoopkracht te creëren om zo een aantal aspecten van armoede écht aan te pakken.
Wat ik in het debat ook mis is de focus op werk als een van de oplossingen. Zelfs in een milde recessie staan er nog 122 vacatures open voor 100 werkzoekenden waarbij de verwachting is dat de krapte op de arbeidsmarkt nog 30 jaar aanhoudt. Alle uitdagingen van de komende jaren kunnen niet aangepakt worden wanneer er geen mensen zijn en veel werkgevers zitten met de handen in het haar. Toch zitten er nog bijna een half miljoen uitkeringsgerechtigden thuis waarvan alle onderzoeken laten zien dat de helft daarvan begeleid kan worden naar werk. Onderzoeken door zowel de Arbeidsinspectie als SCP laten echter zien dat kwetsbare werkzoekenden te weinig begeleid worden naar werk omdat bestanden niet op orde zijn, er geen capaciteit is om iedereen te spreken, budgetten bij gemeenten ontbreken en omdat de focus meer ligt op inkomensondersteuning en zorg dan op werk. En dat terwijl werkgevers onder andere met de banenafspraak laten zien meer dan open te staan voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Door effectiever met de verschillende middelen om te gaan, echt werk te maken van werk, de verschillende partijen die zich bezighouden met arbeidsontwikkeling beter in te zetten en daarin gezamenlijk op te trekken met werkgevers, kan je niet alleen iets doen aan de krapte op de arbeidsmarkt maar ook de bestaanszekerheid van velen verbeteren.
Laten we in het debat over bestaanszekerheid dus niet alleen kijken naar extra incidentele middelen maar vooral ook naar een betere inzet van bestaande middelen en daarbij blijven focussen op werk als structurele oplossing. <