3 minute read
Wat vrouwen willen
De BMW is stuk. En voor mij doemt een grote leegte op. Waar word ik blij van? Ik ben geen type voor een roze boodschappenwagen. Ik zie mezelf wel in een GMC of Ford Mustang Cabrio. Maar die slurpers zijn me niet duurzaam genoeg.
Jaren geleden kon ik uren ratelen over een MINI Cooper. Een auto die qua interieur wel ontworpen móést zijn door een vrouw: het dashboard in een kromming gericht op de bestuurder en een efficiënt ingerichte kofferbak - dus hét vervoer voor bijna alles van IKEA. Echt lyrisch was ik over het netje bij de voeten van de bijrijder. Daar kun je je handtas in vastzetten. Nu moet ik vaak op de plaats van bestemming in oncharmante pose de inhoud van die tas weer bijeenrapen. Maar de Cooper is geen optie meer, ik ben hem ontgroeid. En dus struinen we nu al een paar zaterdagen langs garages. Terwijl mijn man enthousiast langs dertien-ineen-dozijn auto’s loopt, dwalen mijn gedachten moedeloos af. Welke stoere, duurzame auto is ingericht met een vrouwelijke bestuurder in gedachten?
Ik ben niet de enige die de focus graag op de vrouw gericht ziet. Het Platform Innovatieve Marketing (PIM) signaleert kansen in haar jaarlijkse trendrapport. ‘Eén van de grootste groeimogelijkheden voor het komend decennium is het meenemen van vrouwelijke data in innovatieve domeinen, zoals productontwerp, Femtech of gezondheidszorg. Waardoor de helft van de wereldbevolking veel adequater geholpen kan worden, met een noodzaak en vraag die ongekend hoog is’. De huidige gezondheidszorg is onvoldoende ingesteld op de specifieke eigenschappen van het vrouwelijk lichaam. Dat leidt tot verkeerde diagnoses, behandelingen die niet werken en hogere kosten. Op dit moment is slechts 4% van de wereldwijde uitgaven specifiek gericht op onderzoek en ontwikkeling rondom vrouwelijke gezondheid. Gezondheidsongelijkheid noemen ze dat. Maar let op: start-ups met de focus op vrouwelijke gezondheidsthema’s, zoals menopauze en bepaalde vormen van kanker, lijken het tij te keren. Deze zogeheten Femtechmarkt, met de vrouw als eindgebruiker, is naar schatting over zes jaar 60 miljard dollar waard. Ik pleit er al jaren voor dat je in zijn algemeenheid je doelgroep moet begrijpen en betrekken bij de ontwikkeling van je product of dienst. Wat vrouwen betreft heb ik zo’n 15 jaar geleden, op basis van onderzoek, een pleidooi gehouden binnen een agrarische verzekeraar, zodat deze organisatie zich zou richten op de vrouw van de boer als gesprekspartner en doelgroep. Die vrouw, veelal goed opgeleid, had tijd, risicoperceptie en een belangrijke vinger in de pap. Maar voor zo’n radicale invalshoek was het (uit louter mannen bestaande) bestuur destijds nog niet klaar. Een gemiste kans, als je het PIM en mij vraagt. Dus ter overweging: laat jij een markt liggen omdat je je niet expliciet op de behoeftes van vrouwen richt? Zakelijk dan, hè? ■